Vakinformatie Duitse taal en literatuur vwo 2015

Wijziging 3-9-2014: lijst gelezen werken inzenden vóór 1 april
i.p.v. 1 mei!
Wijziging 9-9-2014: informatie over het essay in 2017
verwijderd.
DUITSE TAAL EN LITERATUUR VWO
VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015
juni 2014
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het
CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg
voor de kwaliteit en het niveau van de examens.
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de
staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling
Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of [email protected].
pagina 2 van 20
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
Inhoud
1
Opzet van het examen
5
2
Het examenprogramma
5
3
Beschrijving eindtermen
5
4
Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen
5
5
Het centraal examen
5
6
Het college-examen
6
7
Inzenden lijst gelezen werken
7
8
De beoordeling van het college-examen
8
9
Het eindcijfer
8
10 Bijlage 1 Voorblad literatuurlijst
9
11 Bijlage 2 Boekenlijst
10
12 Bijlage 3 Briefconventies
15
pagina 3 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
1 Opzet van het examen
Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen.
Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de scholen.
Het college-examen bestaat uit een schriftelijke toets en een mondeling examen.
2 Het examenprogramma
Duitse taal en literatuur
Domein A: Leesvaardigheid
Domein B: Kijk- en luistervaardigheid
Domein C:
Subdomein C1: Gesprekken voeren
GespreksSubdomein C2: Spreken
vaardigheid
Domein D:
Subdomein D1: Taalvaardigheden
SchrijfSubdomein D2: Strategische
vaardigheid
vaardigheden
Domein E:
Subdomein E1: Literaire ontwikkeling
Literatuur
Subdomein E2: Literaire begrippen
centraal
examen
X
college-examen
schriftelijk mondeling
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Subdomein E3: Literatuurgeschiedenis
Domein F: Oriëntatie op studie en beroep
3 Beschrijving eindtermen
Een beschrijving van de eindtermen is te vinden op Fout! De hyperlinkverwijzing is
ongeldig. > kies jaarring 2015 > vwo > talen: Duits > Syllabus 2015 moderne vreemde
talen, havo.
Domein F: Oriëntatie op studie en beroep wordt alleen geëxamineerd in combinatie met
het profielwerkstuk.
4 Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen
Domein A leesvaardigheid:
B2 (+ 20% B1 en 5% C1)
Domein B kijk- en luistervaardigheid: B2
Domein C gespreksvaardigheid:
B2
Domein D schrijfvaardigheid:
B1
Voor een beschrijving van de niveaus: zie “Niveau taalbeheersing mvt”.
Voor de ERK-niveaus, zie: www.erk.nl.
5 Het centraal examen
Het centraal schriftelijk examen wordt schriftelijk afgenomen in één zitting van 150
minuten (zie examenrooster).
Het examen heeft betrekking op leesvaardigheid (domein A).
Het gebruik van een woordenboek Nederlands - Duits en Duits - Nederlands en het
basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket hulpmiddelen, zie Regeling
toegestane hulpmiddelen.
pagina 5 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
6 Het college-examen
Het college-examen bestaat uit twee onderdelen:
1. De schriftelijke toets:
De schriftelijke toets van 120 minuten wordt afgenomen in de periode van het
centraal examen of één dag daaraan voorafgaand. De toets betreft de
exameneenheid Schrijfvaardigheid (domein D).
De schrijfvaardigheid wordt getoetst door middel van schrijfopgaven, die kunnen
bestaan uit een formele brief en/of een informele brief.
Bij de beoordeling wordt gelet op: inhoud; grammaticale correctheid; spelling/layout/ interpunctie; woordgebruik en coherentie. Bovendien wordt gelet op het aantal
woorden.
Oefenopgaven met correctievoorschrift voor de schriftelijke toets kunt u vinden op:
www.duo.nl/particulieren/ staatsexamenkandidaat.
Het gebruik van een woordenboek Nederlands - Duits en Duits - Nederlands en het
basispakket hulpmiddelen is toegestaan.
2. Het mondeling examen:
Het mondeling examen van 25 minuten vindt plaats in de maand juli (op scholen voor
vso eind juni/begin juli).
Dit examen bestaat uit twee delen, t.w.
A. Spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid (domein C) plus luistervaardigheid
(domein B) Het onderdeel luistervaardigheid wordt niet apart getoetst, maar is
verweven met de delen uit domein C.
B. Literatuur (domein E)
De kennis van de literatuur van de Duitse taal wordt getoetst aan de hand van
gelezen werken. Daarbij wordt o. a. aandacht besteed aan leeservaringen. Het
onderdeel literatuur wordt in het Duits afgenomen.
Nadere toelichting:
A. Spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid.
Het examen bestaat uit twee delen: zelfstandig spreken en een gesprek voeren.
Ad 1: het spreken. De kandidaat leidt gedurende enkele minuten een gesprek in
over een bepaald – thuis voorbereid – onderwerp, een kleine presentatie
dus. Gaarne ontvangt de examinator, in tweevoud, een samenvatting (in
trefwoorden) van dit onderwerp bij aanvang van het examen. Over deze
inleiding worden enkele vragen gesteld.
Ad 2: het gesprek. Ter voorbereiding op dit gesprek ontvangt de kandidaat 20
minuten voor het examen een tekst. Tijdens de voorbereiding van het
mondeling examen mag gebruik gemaakt worden van een zelf
meegebracht woordenboek Nederlands - Duits en Duits – Nederlands en
het basispakket toegestane hulpmiddelen.
Over de tekst worden vragen gesteld.
Kennis van land en volk komt hierbij aan bod.
Dit onderdeel wordt in zijn geheel in de doeltaal afgenomen.
B. Literatuur (domein E)
De kandidaat moet in het Duits in tweevoud een lijst van gelezen werken
samenstellen. Op deze lijst moeten tenminste 6 titels zijn vermeld van volledige
werken in de oorspronkelijke taal (één werk per auteur) afkomstig uit
verschillende letterkundige tijdperken (van middeleeuwse werken moet worden
aangegeven welke versie of bewerking is gebruikt).
Jeugdliteratuur en scholieren- / studentenuitgaven zijn niet toegestaan.
pagina 6 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
De lijst moet duidelijk voldoende literair gehalte hebben. Dit gehalte wordt
meegewogen bij het bepalen van het cijfer voor het onderdeel Literatuur.
De boekenlijst dient per gelezen werk de volgende informatie te bevatten:
• de schrijver,
• de titel,
• het jaar van eerste publicatie,
• het aantal bladzijden,
• een korte samenvatting van 10 à 15 regels in het Duits,
• gebruik bijlage 1 als voorblad,
• voor aanbevolen werken voor de leeslijst, zie bijlage 2.
Als een van de gelezen werken een dichtbundel is, dient de kandidaat van vijf
gedichten uit deze bundel de teksten in drievoud aan het begin van het examen aan
de examinatoren te overhandigen. Het aantal bladzijden en de samenvatting kan
hierbij achterwege worden gelaten.
De werken dienen in chronologische volgorde op de boekenlijst te worden vermeld.
Tijdens het mondeling examen worden vragen gesteld over de gelezen werken.
De vragen n.a.v. de gelezen werken kunnen betrekking hebben op:
• de auteur van het literaire werk; tevens de relatie auteur en periode waarin hij
leeft/leefde,
• het genre van het literaire werk,
• literaire geschiedenis, in relatie tot het gelezen werk,
• literaire begrippen, in relatie tot het gelezen werk,
• vorm en inhoud van het literaire werk,
• titel (eventueel ondertitel), motto, thema, motieven, plaats van handeling, tijd
en ruimte en de personages in het literaire werk.
De kandidaat dient een exemplaar van zijn literatuurlijst inclusief de gedichten
mee te nemen naar het examen.
7 Inzenden lijst gelezen werken
De literatuurlijst moet in tweevoud vóór 1 april van het jaar waarin het examen
wordt afgenomen, worden opgestuurd naar: Dienst Uitvoering Onderwijs,
Examendiensten, Afdeling staatsexamens vwo/havo/vmbo, Postbus 30158,
9700 LK Groningen.
N.B. De literatuurlijst dient op papier te worden aangeleverd. In digitale vorm
inzenden wordt niet geaccepteerd.
De literatuurlijst die Examendiensten ontvangt, krijgt de kandidaat binnen drie weken
een ontvangstbevestiging. Als de kandidaat na 3 weken nog geen ontvangstbevestiging
heeft ontvangen, moet hij/zij contact opnemen met Examendiensten.
Als de kandidaat voor een vak in het geheel geen literatuurlijst instuurt, krijgt
hij schriftelijk bericht dat hij voor dat vak niet wordt opgeroepen voor het
mondeling examen.
pagina 7 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
Als de kandidaat na het insturen van de literatuurlijst nog wijzigingen of aanvullingen
aanbrengt, dient hij de gewijzigde literatuurlijst in drievoud in te leveren.
Dit betreft ten hoogste één werk. Deze wijziging dient op de dag van het examen om
9.30 uur aan het secretariaat te worden afgegeven.
Zonder een gewijzigde lijst wordt de kandidaat geëxamineerd en beoordeeld aan de
hand van de lijst die hij vóór 1 april heeft ingestuurd.
De regeling over het inzenden van de literatuurlijst alleen voor de
staatsexamen-kandidaten. De literatuurlijst van vso-kandidaten moet op 1 april
gereed zijn, maar hoeft niet te worden opgestuurd.
8 De beoordeling van het college-examen
Voor het college-examen worden de volgende deelcijfers gegeven:
- één deelcijfer voor schrijfvaardigheid:
- één deelcijfer voor luister- en gespreksvaardigheid:
- één deelcijfer voor literatuur:
Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (33a +
afgerond op 1 decimaal.
deelcijfer a
deelcijfer b
deelcijfer c
33b + 34c) : 100,
De kandidaat die bij een eerder afgelegd examen vwo (oude of vernieuwde profielen)
voor letterkunde/literatuur een eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, kan voor het
onderdeel literatuur van een nog af te leggen taalvak vrijstelling aanvragen. Daarvoor
stuurt de kandidaat een vrijstellingsaanvraag, met meezending van zijn originele
cijferlijst, naar de afdeling Examendiensten. Daarnaast moet hij zich dan aanmelden
voor het taalvak zonder literatuur. Het mondeling examen wordt in dat geval ingekort.
Zonder het onderdeel literatuur is de berekening als volgt: (a + b) : 2, afgerond op 1
decimaal.
9 Het eindcijfer
Het eindcijfer wordt als volgt berekend:
(het cijfer voor het centraal examen + het cijfer voor het college-examen) : 2, afgerond
op een geheel getal.
pagina 8 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
10 Bijlage 1 Voorblad literatuurlijst
Literatuurlijst
Duitse taal en literatuur
Staatsexamen vwo
(inzenden vóór 1 april 2015)
Gegevens kandidaat:
ED-nummer:……………………………………………..…………………………………………………………………
(indien aanwezig) examennummer:……………………………………………..………………………..…
Naam en voorletters:……………..…………………………………………………………………………………..
Postcode en woonplaats:…………………………………………………………………………………………….
pagina 9 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
11 Bijlage 2 Boekenlijst
Voor het goed verlopen van het literatuurexamen is het voor kandidaten van
groot belang de gehele vakinformatie op de site van DUO goed te lezen! In het
bijzonder wat betreft, de samenstelling van de lijst en de gebieden waarover
gevraagd wordt.
In de vakinformatie is o.a. het volgende vermeld:
De lijst moet duidelijk voldoende literair gehalte hebben. Dit gehalte wordt
meegewogen bij het bepalen van het cijfer voor het onderdeel Literatuur.
De genoemde titels in de bijgevoegde lijst zijn een aanbeveling en een garantie
voor een lijst met een duidelijk voldoende literair gehalte en moet als een
omvattende basislijst gezien worden. Vanzelfsprekend zijn andere literaire
werken ook acceptabel.
Ook dient er een goede spreiding van literaire periodes te zijn
Advies: kies geen boeken van de "Jugendliteratur". De meeste hebben een
onvoldoende niveau voor een vwo-examen.
Het verdient aanbeveling de werken onder begeleiding te lezen (en voor het
examen goed voor te bereiden), zeker waar het erg oude werken betreft.
Althochdeutsche Zeit 750-1100
Christliche Gebete
Alte germanische Zauberformeln
Das Hildebrandslied (Heldenlied)
Mittelhochdeutsche Zeit 1100-1500
Frühzeit 1100-1200
Nibelungenlied (Heldenepos)
Blütezeit 1200-1300
Wolfram von Eschenbach,
Parzifal (Epos)
Gottfried von Straßburg,
Tristan und Isolde (Epos)
Walther von der Vogelweide und
Dietmar von Aist
(Minnesang)
Spätzeit 1300-1500
Till Eulenspiegel (Volksbuch)
Die zwei Königskinder (Volkslied)
Fassnachtspiele von Hans Sachs (Drama)
Neuhochdeutsche Zeit 1500-heute
Renaissance, Humanismus, Reformation 1500 - 1600
Martin Luther,
Die neue Bibelübersetzung.
Gedichte
pagina 10 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
Barock 1600-1700
Grimmelshausen,
Simplizissimus (Schelmenroman)
Aufklärung = Rationalismus 1700 -1770
Lessing,
Emilia Galotti (bürgerliches Trauerspiel);
Nathan der Weise (Drama)
Sturm und Drang 1770 - 1785
Goethe,
Die Sesenheimer Lieder (Liebeslyrik);
Götz von Berlichingen mit der eisernen Hand (Drama);
Die Leiden des jungen Werther (Briefroman)
Schiller,
Die Räuber (Drama)
Klassik 1785 - 1805
Goethe,
Schiller,
Kleist,
Romantik 1795 - 1830
Eichendorff,
Die Brüder Grimm,
Heine,
Hoffmann,
Faust (Drama);
Iphigenie auf Tauris (Drama);
Wilhelm Meisters Lehrjahre (Roman);
Lyrik, u.a. Balladen)
Wilhelm Tell (Drama);
Maria Stuart (Drama);
Lyrik (u.a. Balladen)
Der zerbrochene Krug (Drama),
Die Marquise von O. (Novelle)
Aus dem Leben eines Taugenichts (Novelle); Lyrik
Hausmärchen
Lyrik
Das Fräulein von Scuderi (Novelle)
Biedermeier und Junges Deutschland 1830 – 1850
Stifter,
Bergkristall (Novelle)
Droste-Hülshoff,
Die Judenbuche (Novelle)
Heine,
Deutschland. Ein Wintermärchen (Lyrik);
Die Harzreise (Erzählung);
Aus den Memoiren des Herrn von Schnabelewopski
(Novelle)
Büchner,
Dantons Tod (Drama),
Woyzeck (Drama)
Poetischer Realismus 1850 - 1885
Busch,
Max und Moritz (Bildergeschichte)
Storm,
Der Schimmelreiter (Novelle)
Keller,
Kleider machen Leute (Novelle)
Romeo und Julia auf dem Dorfe(Novelle)
Fontane,
Grete Minde (Novelle);
Effi Briest (Roman)
Naturalismus 1885 - 1895
Hauptmann, (Nobelpreisträger)Vor Sonnenaufgang (Drama);
pagina 11 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
Wedekind,
Bahnwärter Thiel (Novelle)
Frühlings Erwachen (Drama)
Impressionismus, Symbolismus, Neuromantik, Heimatkunst 1895 - 1910
Rilke,
Lyrik
v. Hofmannsthal,
Lyrik;
Jedermann (Drama)
Schnitzler,
Reigen (Drama)
Th. Mann, (Nobelpreisträger) Buddenbrooks (Roman),
Tonio Kröger (Novelle);
Der Tod in Venedig Novelle)
Hesse, (Nobelpreisträger)
Peter Camenzind (Roman)
Siddharta (Roman);
Narziss und Goldmund (Roman)
Expressionismus 1910 - 1925
Benn,
Lyrik
Trakl,
Lyrik
Kafka,
Die Verwandlung (Erzählung);
Der Prozess (Roman);
Brief an den Vater (Brief)
Hungerkünstler, eine kaiserliche Botschaft (Parabel)
Neue Sachlichkeit 1925 - 1933
Tucholsky,
Lyrik;
Rheinsberg (Erzählung);
Schloss Gripsholm (Erzählung)
Brecht,
Die Dreigroschenoper (Drama) und andere
Theaterstücke;
Geschichten vom Herrn Keuner (Kalendergeschichten)
Döblin,
Berlin Alexanderplatz (Roman)
Fallada,
Kleiner Mann, was nun? (Roman)
Remarque,
Im Westen nichts Neues (Roman)
Kästner,
Fabian (Roman)
Zuckmayer,
Der Hauptmann von Köpenick ( Drama)
Emigranten- oder Exilliteratur 1933 - 1945
Brecht,
Mutter Courage und ihre Kinder (Drama) und andere
Theaterstücke
Zweig,
Schachnovelle (Novelle)
v. Horváth,
Jugend ohne Gott (Roman)
Anna Seghers,
Das siebte Kreuz (Roman)
Trümmerliteratur 1945 – 1955
Borchert,
Draußen vor der Tür (Drama);
Kurzgeschichten
Böll,
Der Zug war pünktlich (Erzählung);
Wo warst du, Adam? (Roman);
Und sagte kein einziges Wort (Roman)
Celan,
Lyrik
Rinser,
Jan Lobel aus Warschau (Erzählung)
Goes,
Das Brandopfer (Erzählung)
pagina 12 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
Andersch,
Sansibar oder der letzte Grund (Roman)
DDR-Literatur 1949 - 1989
Kirsch,
Lyrik
Biermann,
Lyrik, Lieder
Wolf,
Der geteilte Himmel (Roman)
Plenzdorf,
Die neuen Leiden des jungen W. (Roman)
Heym,
Fünf Tage im Juni (Roman)
Hein,
Drachenblut (Roman)
Klump,
Das rote Kloster (Roman)
Jurek Becker,
Jakob der Lügner (Roman)
Gesellschaftskritische Literatur 1955 - 1980
Zwerenz,
Die Ehe der Maria Braun (Roman); Kurzprosa
Böll, (Nobelpreisträger)
Ansichten eines Clowns (Roman);
Die verlorene Ehre der Katharina Blum (Erzählung);
Kurzprosa
Bichsel,
Kurzgeschichten
Frisch,
Homo Faber (Roman);
Herr Biedermann und die Brandstifter (Drama);
Andorra (Drama)
Dürrenmatt,
Der Richter und sein Henker (Roman);
Der Besuch der alten Dame (Drama);
Die Physiker (Drama)
Das Versprechen (Roman)
Grass, (Nobelpreisträger)
Die Blechtrommel (Roman),
Katz und Maus (Novelle)
Lenz,
Der Mann im Strom (Roman)
Das Feuerschiff (Erzählung);
Deutschstunde (Roman)
Schweigeminute
Walser,
Ein fliehendes Pferd (Novelle)
Handke,
Die linkshändige Frau (Erzählung)
Scholl,
Die weiße Rose (Roman)
Die letzten Jahrzehnte 1980 - heute
Jandl,
Konkrete Poesie (Lyrik)
Wallraff,
Ganz unten (Roman)
Timm,
Mann auf dem Hochrad (Roman)
Die Entdeckung der Currywurst (Roman)
Im Namen meines Bruders (Roman)
Jelinek, (Nobelpreisträgerin) Die Klavierspielerin (Roman)
Ransmayer,
Die Schrecken des Eises der Finsternis (Roman);
Die letzte Welt (Roman)
Müller, (Nobelpreisträgerin)
Herztier(Roman)
Atemschaukel(Roman)
Der Mensch ist ein großer Fasan auf der Welt (Erzählung)
Süskind,
Das Parfum (Roman)
Schlink,
Der Vorleser (Roman)
Haslinger,
Opernball (Roman)
Schneider,
Schlafes Bruder (Roman)
Lenz,
Schweigeminute
pagina 13 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
Nadolny,
Kaminer,
Schreiber,
Zeh,
Kehlmann,
Wegener,
Zaimoglu,
Mercier,
Delius,
Brussig,
Die Entdeckung der Langsamkeit (Roman)
Russendisko (Erzählungen)
Emmas Glück(Roman)
Spieltrieb (Roman)
Corpus Delicti (Roman)
Die Vermessung der Welt (Roman)
Herr Lehmann (Roman)
Leyla (Roman)
Liebesbrand (Roman)
Nachtzug nach Lissabon (Roman)
Die Birnen von Ribbeck (Erzählung)
Helden wie wir (Roman)
Am kürzeren Ende der Sonnenallee (Roman)
pagina 14 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
12 Bijlage 3 Briefconventies
1. INFORMATIE OVER DE PERSOONLIJKE BRIEF
a. Plaats en datum
Plaats en datum moeten vermeld worden, links tegen de kantlijn. Let erop dat het
Duits GEEN streepjes tussen de dagen, maanden en het jaartal heeft staan.
Voorbeelden:
Nijmegen, den 16.07.2012
Nijmegen, 16.07.2012
Nijmegen, den 16. Juli 2012
Nijmegen, 16. Juli 2012
Nijmegen, dem 16. Juli 2012 = fout!!
In deze voorbeelden zijn 16. en 07. rangtelwoorden. Die schrijf je in het Duits dus
met een punt. De datum mag NIET eindigen met een punt.
b. Aanhef en begin brief
Voorbeelden:
Lieber Franz,
Liebe Eleonara,
Lieber Onkel Fritz,
Liebe Tante Ute,
Lieber Stefan und liebe Stefanie, OF: Lieber Stefan, liebe Stefanie, (Ndl: Beste
Stefan en Stefanie,)
Liebe Stefanie, liebe Inge,
Liebe Großeltern,
Hallo Dieter,
Je ziet dat de uitgang van het woord ‘lieb’ afhankelijk is van het geslacht/getal van
het woord dat volgt:
mannelijk:
Lieber
vrouwelijk:
Liebe
meervoud:
Liebe (bijvoorbeeld: Liebe Eltern. NIET: Liebe Stefanie und Inge)
De aanhef kun je op twee manieren afsluiten:
met een komma → de brief begint met een kleine letter;
met een uitroepteken → de brief begint met een hoofdletter. (Dit is minder
gebruikelijk!)
c. De beleefdheidsvorm
Alle vormen van Sie (u) en Ihr (uw) worden met een hoofdletter geschreven.
Voorbeeld: Nehmen Sie Ihren Bruder auch mit!
d. Afronding
De brief kun je op de volgende manier afsluiten. Let erop dat er geen komma na de
afronding staat.
Viele Grüße
Liebe Grüße
Alles Liebe
Tschüs
(Dein) Hans
pagina 15 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
(Deine) Elke
e. Stijl
Een informele brief heeft natuurlijk altijd een persoonlijke noot. Begin zo’n brief dus
in ieder geval met de vraag hoe het met de ander gaat en ga in op wat hij/zij de
vorige keer heeft geschreven. Wissel niet alleen gegevens uit, maar geef en vraag
ook meningen over die gegevens.
Verder:
Begin niet met ‘ich, ...’
Begin na je inleiding in de eerste alinea met je belangrijkste punt.
Schrijf afkortingen voluit.
Varieer je zinslengte. Maak zinnen niet te lang.
Gebruik actieve zinnen. (Niet: ‘Mij wordt gevraagd...’)
2. INDELING VAN DE PERSOONLIJKE BRIEF
…w
…w
…w
…w
…w
Nijmegen, den 21. September 2012
Lieber Klaus/ Liebe Ute,
1. vorige Woche …………………….
……………………………………….
2 …………………………………....
………………………………………
3. ……………………………………
………………………………………
4. ……………………………………
………………………………………
5. ……………………………………
………………………………………
Tschüs
(Dein) Kees/(Deine) Irene
pagina 16 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
3. INFORMATIE OVER DE FORMELE BRIEF
a.
Adressering
In de formele brief moeten twee adressen staan:
1. Linksboven: je eigen adres
Op twee manieren kun je de naam van het land aangeven:
NL-6522 BC Nijmegen
Niederlande (let op: ‘die’ wordt niet in de adressering gebruikt)
2. Daaronder: het adres van de geadresseerde
Voorbeelden:
Herrn J. Kaiser (4e naamval, daarom Herrn)
Ludwigstraße 25
76904 Herne
Bundesrepublik Deutschland
An die Redaktion der ‘Zeit’
Kaiserallee 250
D-21456 Hamburg
Het is mogelijk dat je een brief ‘ter attentie van’ iemand schrijft. In het Duits kun
je dan schrijven: z.Hd. / z.H. Herrn Kaiser. Deze afkorting betekent: zu Händen
(letterlijk: in de handen van). Deze afkorting is echter overbodig, waardoor deze
tegenwoordig meestal achterwege gelaten wordt.
(D = Duitsland; A = Oostenrijk; CH = Zwitserland)
b.
Plaats en datum
Zie de persoonlijke brief.
c.
Betreft
In een formele brief geef je vaak in een ‘betreft’ aan waar de brief over gaat. Dit doe
je in steekwoorden. Vroeger gebruikte men in het Duits hiervoor het woord ‘Betreff:’.
Tegenwoordig wordt dit woord weggelaten en schrijf je het eerste woord in deze
betreft-regel met een hoofdletter. Je eindigt NIET met een punt.
d. Aanhef en begin brief
Voorbeelden:
Sehr geehrte Frau Kranz,
Sehr geehrter Herr Schmitt,
Sehr geehrtes Fräulein Bein,
Bij een echtpaar: Sehr geehrte Frau Dr. Schulze, sehr geehrter Herr
Schulze,
Als je geen naam hebt van een geadresseerde: Sehr geehrte Damen und
Herren,
Je ziet dat de uitgang van het woord ‘geehrt’ afhankelijk is van het geslacht/getal van
het woord dat volgt:
mannelijk: geehrter (der)
vrouwelijk: geehrte (die)
onzijdig: geehrtes (das)
meervoud: geehrte (die)
De aanhef sluit je af met een komma → de brief begint met een kleine letter.
pagina 17 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
e.
Brief
In de formele brief moet je altijd de ‘Sie-vorm’ gebruiken.
Voorbeelden:
Wie Sie wissen, ...
Wie ich Ihnen bereits mitgeteilt habe, ...
Ich bitte Sie, mir mitzuteilen, ...
f.
Afronding
De brief kun je op de volgende manier afsluiten. Let erop dat er GEEN komma na
de afronding staat.
Mit freundlichen Grüßen
Mit freundlichem Gruß
Hochachtungsvoll (ouderwets!)
Het is mogelijk dat je een formele brief namens een ander (in opdracht) schrijft. In
het Duits schrijf je dan: i.A. Dit betekent: im Auftrag.
Daarnaast zet je je handtekening en daaronder schrijf je je naam nogmaals
duidelijk leesbaar.
pagina 18 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
pagina 19 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
4. INDELING VAN DE FORMELE BRIEF
…w
…w
…w
…w
…w
Ralf Wouters
Malderburchtsraat 11
NL-6535 ND Nijmegen
Herrn J. Kaiser
Ludwigstraße 25
D-76904 Herne
Nijmegen, den 21. September 2012
(Betreft-regel. Het woord “Betreff“ liever weglaten!) Bitte um Informationen
Sehr geehrter Herr Kaiser,
1. vorige Woche …………………….
……………………………………….
2 …………………………………....
………………………………………
3. ……………………………………
………………………………………
4. ……………………………………
………………………………………
5. ……………………………………
………………………………………
Mit freundlichem Gruß
(evt. handtekening)
Ralf Wouters
pagina 20 van 21
Duitse taal en literatuur vwo | vakinformatie staatsexamen 2015
pagina 21 van 21