TIA, Behandeling op de Spoedeisende Hulp

TIA
Behandeling op de Spoedeisende Hulp
Informatie voor patiënten
F1098-3111
mei 2014
Medisch Centrum Haaglanden
www.mchaaglanden.nl
MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1
Postbus 411, 2260 AK Leidschendam
070 357 44 44
MCH Westeinde, Lijnbaan 32,
Postbus 432, 2501 CK Den Haag
070 330 20 00
Inleiding
U heeft waarschijnlijk een TIA gehad. Dit staat voor transient ischaemic
attack (een voorbijgaande beroerte). In overleg met uw huisarts of specialist
bent u voor een spoedbehandeling verwezen naar MCH Westeinde. Voor deze
behandeling moet u minimaal vier uur uittrekken. Deze folder bestaat uit twee
delen. In het eerste deel leest u welke onderzoeken er plaatsvinden en wat er
van u wordt verwacht. In het tweede deel vindt u informatie over de nazorg en
aandachtspunten na uw ontslag uit het ziekenhuis.
Gesprek en lichamelijk onderzoek
De verpleegkundige op de afdeling Spoedeisende Hulp voert bij binnenkomst
een gesprek met u. Hij of zij zal u vragen welke klachten u had. Ook stelt de
verpleegkundige u vragen over uw gezondheid, uw medische voorgeschiedenis
en uw medicijngebruik.
Vertel de verpleegkundige als er bij u sprake is van:
• nierfunctiestoornissen,
• overgevoeligheid voor jodiumhoudende stoffen,
• diabetes,
• gebruik van metformine,
• zwangerschap of wanneer u niet zeker weet of u zwanger bent.
Daarna verricht de arts-assistent of de co-assistent van de neuroloog een
lichamelijk onderzoek bij u. Als de neuroloog denkt dat er sprake is van een
TIA volgt er verder onderzoek.
De onderzoeken
Bloedonderzoek
De verpleegkundige neemt vanuit een bloedvat in uw arm een aantal buisjes
bloed af. Er wordt onderzoek gedaan naar de risicofactoren voor het krijgen van
een TIA en naar uw nierfunctie.
Hartfilmpje (ECG)
Er wordt een filmpje van het ritme van uw hartslag gemaakt. Een hartfilmpje
heet een elektrocardiogram (ECG). Nadat u uw bovenlichaam ontbloot heeft,
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
2
brengt de verpleegkundige de elektroden aan op uw borstkas, polsen en enkels.
De elektroden registreren uw hartslag. Dit onderzoek duurt ongeveer tien
minuten.
CT-scan van het hoofd
Een CT-scan is een röntgenonderzoek. Hierbij worden er verschillende
opnamen gemaakt van de hersenen en de bloedvaten in uw hoofd. CT staat
voor computertomograaf. Het CT-apparaat is een combinatie van een computer
en een röntgenapparaat. Door de techniek is het mogelijk in zeer korte tijd
het hoofd te scannen. Het onderzoek wordt verricht door radiologen en
radiodiagnostisch laboranten.
Voor het maken van de opnamen van de bloedvaten in uw hoofd wordt
gebruik gemaakt van contrastvloeistof. Voor het toedienen wordt er een
infuusnaald in uw onderarm of elleboogplooi ingebracht en krijgt u een
infuus. Het is belangrijk dat u na het onderzoek ongeveer 2 liter drinkt om de
contrastvloeistof weer uit uw lichaam te spoelen.
Bij een verminderde werking van de nieren kan het soms nodig zijn dat
u vooraf en/of achteraf een infuus krijgt. De reden hiervoor is dat de
contrast­vloeistof van invloed is op de nierfunctie. Bij ernstige nierfunctie­­
stoornissen zoals dat bijvoorbeeld bij dialysepatiënten het geval is, wordt
de scan met contrastvloeistof niet uitgevoerd. In zo’n situatie wordt er een
duplexonderzoek gedaan. Informatie hierover staat in deze folder onder
Echografie van de halsvaten.
Bij een CT-scan ligt u op een onderzoekstafel. De medewerkers helpen u om
in de juiste houding te liggen. Het is de bedoeling dat u tijdens het onderzoek
in dezelfde houding blijft liggen. U wordt nu in de ronde opening van de CTscanner geschoven. In deze opening worden de foto’s gemaakt. U zult daarbij
merken dat u na iedere foto een stukje opschuift. U hoort een zwaar geluid
tijdens het maken van de foto’s. Meestal worden er één of twee series van elk
ongeveer 15 opnames gemaakt.
Tijdens het onderzoek ligt u alleen in de onderzoekkamer. De radioloog en
laborant zijn in de aangrenzende kamer. Via een raam kunnen zij u blijven zien
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
3
en houden zij contact met u via een intercom. Het onderzoek neemt ongeveer
20 minuten in beslag.
Echografie van de halsvaten (duplexonderzoek)
Bij een echografie van de halsvaten onderzoekt de laborant de slagaders in uw
hals op onregelmatigheden en vernauwingen. Daarnaast worden op diverse
plaatsen de stroomsnelheid van het bloed in de bloedvaten gemeten.
Voor dit onderzoek ligt u op een onderzoeksbank. De laborant brengt gel aan
op de huid van uw hals. Daarna beweegt hij een apparaatje over uw hals. Dit
zendt geluidsgolven uit. Deze geluidsgolven worden teruggekaatst en omgezet
in beeld. Van deze beelden worden foto’s gemaakt.
Als u buiten kantooruren op de afdeling Spoedeisende Hulp binnenkomt en
de zorgverlener vermoedt dat er een vernauwing in een van de halsslagaders
is, wordt u opgenomen. Het onderzoek wordt dan de volgende werkdag
uitgevoerd.
Als tijdens het onderzoek blijkt dat er een vernauwing in de halsslagader zit,
bespreekt de neuroloog met u of een operatieve behandeling wenselijk is. Bij
een operatieve ingreep (CEA carotis end arteriectomie) wordt de binnenzijde
van het bloedvat schoongemaakt en de doorgang verwijd. Deze ingreep moet
binnen twee weken na het ontstaan van de klachten worden uitgevoerd.
Daarom zult u bij deze diagnose zo snel mogelijk doorverwezen worden naar
de vaatchirurg die de risico’s van de ingreep met u zal bespreken. Daarna gaat
u om u voor te bereiden op de operatie naar het preoperatieve spreekuur (pos).
Hierover ontvangt u een aparte folder.
Eindgesprek
U krijgt tijdens het eindgesprek de uitslagen van de onderzoeken voor zover
die bekend zijn. Afhankelijk van de uitslagen bespreekt de arts de verdere
behandeling en of vervolgonderzoek nodig is. Soms zijn er afspraken bij andere
specialisten nodig. In een enkel geval volgt een ziekenhuisopname. Bij dit
afsluitende gesprek is het prettig als uw naaste, familielid of bekende aanwezig
is. Na het gesprek kunt u naar huis.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
4
Opname
In bepaalde situaties wordt u opgenomen op de afdeling Neurologie. Dit
gebeurt als uw behandeling langer dan vier uur duurt of als het erg druk is op
de afdeling Spoedeisende Hulp. De opname kan een aantal uren of een hele dag
duren. Op de afdeling Neurologie wordt het onderzoek verder afgerond.
Een andere reden om u op te nemen is dat uit het bloedonderzoek blijkt dat
de contrastvloeistof die bij de CT-A scan gebruikt wordt te belastend is voor
uw nieren. In zo’n situatie is het nodig dat u voor en soms ook na de scan een
infuus toegediend krijgt. Via het infuus krijgt u extra vocht en medicijnen om
de nieren te beschermen. De andere onderzoeken zullen terwijl u opgenomen
bent, afgerond worden.
Vragenlijst
Bij deze folder ontvangt u een vragenlijst die u in moet vullen. Deze dient om
te beoordelen of u last heeft van een slaapstoornis genaamd OSAS (obstructief
slaap apneu syndroom). Dit is een slaapstoornis waarbij mensen ’s nachts
snurken en ademstops hebben. Hierdoor hebben zij overdag vaak last van
moeheid en slaperigheid. Het hebben van OSAS is één van de risicofactoren
voor het krijgen van hart- en vaatziekten.
Als u de vragenlijst heeft ingevuld kunt u deze inleveren bij de
verpleegkundige op de afdeling Spoedeisende Hulp.
Bij uw telefonische afspraak worden een aantal aanvullende vragen gesteld.
Als blijkt dat u klachten heeft die wijzen op het hebben van OSAS, komt u in
aanmerking voor een vervolgonderzoek. Door het behandelen van OSAS is er
een lagere kans op het opnieuw krijgen van hart- en vaatziekten.
Vervolg
Als uit de onderzoeken blijkt dat u een TIA heeft gehad, zijn de volgende zaken
belangrijk.
• U mag twee weken niet autorijden.
• U krijgt medicijnen voorgeschreven. (Vervolgrecepten hiervoor kunt u bij de
huisarts halen).
Het behandeladvies stuurt de arts naar uw huisarts, zodat hij of zij op de hoogte is.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
5
U krijgt een afspraak voor een telefonisch consult binnen 2 á 3 werkdagen met
de CVA-nazorgconsulent. Zij zal u meer vertellen over de TIA en het gebruik
van de medicijnen. Zij geeft u ook leefstijladviezen.
De CVA-nazorgconsulent maakt met u een afspraak voor een tweede
telefonisch consult. Wilt u de vragenlijst achter in deze folder een paar
dagen voor het tweede consult invullen? Houdt u deze vragenlijst en uw
medicijnenlijst bij de hand tijdens het tweede telefonisch consult.
Als u geen TIA heeft gehad en nog vragen heeft maak dan een afspraak met uw
huisarts.
Meer informatie
Meer informatie over een TIA, de risicofactoren, het aanpassen van uw
levensstijl of het krijgen van ondersteuning, vindt u op de website van het
MCH.
Kijkt u op www.mchaaglanden.nl bij het specialisme neurologie.
Vragen
Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met:
CVA-nazorgconsulent (070) 330 20 00 (vragen naar sein: 81716).
Tamara Dofferhoff - Vermeulen en Joke de Meris
U kunt uw vraag ook mailen naar: [email protected] of
[email protected]
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
6
Weer thuis na een TIA
Inleiding
In dit deel van de folder vindt u informatie over het dagelijks leven na een TIA.
Als u dit leest, zult u merken dat er weinig dingen zijn die u niet meer mag
doen. Mocht u nog vragen hebben of een specifiek antwoord op vragen over uw
persoonlijke situatie willen dan kunt u deze met de CVA-nazorgconsulent of
uw arts bespreken.
Hoe groot is de kans op herhaling van een TIA?
De kans op herhaling van een TIA is afhankelijk van de oorzaak en de
risicofactoren. Risicofactoren zijn: een verhoogde bloeddruk, verhoogd
cholesterol, verhoogde bloedsuiker, overgewicht, roken, overmatig
alcoholgebruik, leeftijd. De kans op herhaling is dus voor iedereen
verschillend. Een algemeen advies is dat u zich regelmatig laat controleren bij
uw huisarts. Overleg met uw huisarts hoe vaak een controle nodig is.
Moet ik medicijnen blijven gebruiken?
De medicijnen die de neuroloog u voorschrijft zijn bedoeld om een nieuwe TIA
of een herseninfarct te voorkomen. Over het algemeen moet u deze medicijnen
levenslang blijven gebruiken. Het is mogelijk dat u op termijn andere
medicijnen moet gebruiken, bijvoorbeeld als er iets in uw gezondheidstoestand
verandert of als er nog betere medicijnen worden ontwikkeld.
Tegenwoordig worden de meeste mensen na een TIA behandeld met een
combinatie van bloedverdunners, bloeddruktabletten en cholesterolverlagende
tabletten. Het is verstandig altijd een lijstje bij u te dragen waarop uw
medicatie staat vermeld. Dit kunt u bij de apotheek laten maken.
• Zie voor meer informatie de brochure ‘Medicijnen en hart- en vaatziekten’
van de Hartstichting.
Moet ik een dieet gaan volgen?
Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen voeding en hart- en
vaatziekten. Een teveel aan verzadigde vetten (vetten die bij kamertemperatuur
hard zijn) verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed en daarmee de kans op
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
7
hart- en vaatproblemen. Te veel zout kan de bloeddruk verhogen en een te hoge
bloeddruk (boven de 130/80) vergroot de kans op een beroerte. Gebruik dus
weinig verzadigde vetten en zout.
Voeding kan ook een goede invloed hebben. Gezond eten verlaagt het
cholesterolgehalte in het bloed en helpt daardoor de slagaders schoon te
houden. Daarnaast houdt gezonde voeding het lichaamsgewicht op peil. Dit
kan een hoge bloeddruk helpen voorkomen doordat het hart niet onnodig
wordt belast.
Algemene adviezen voor uw voeding zijn:
• Eet veel vezelrijk voedsel, dus bijvoorbeeld volkorenbrood, volkoren pasta,
zilvervliesrijst.
• Eet twee ons groente en twee stukken fruit op een dag.
• Drink minstens anderhalve liter vocht per dag zoals water, thee, ongezoet
vruchtensap, halfvolle melkproducten en koffie (met mate).
• Laat vetrijke tussendoortjes staan, neem daarvoor in de plaats fruit, een
plakje ontbijtkoek of een boterham.
• Gebruik onverzadigde vetten bij het koken. Dit zijn vetten die vloeibaar zijn
bij kamertemperatuur, zoals olijfolie, vloeibare bak- en braadproducten,
zonnebloemolie.
Ga met een gevulde maag boodschappen doen. Hierdoor, zo blijkt uit
onderzoek, laat u zich minder snel verleiden tot het kopen van extra vetrijke
tussendoortjes. Meer informatie vindt u in de volgende brochures:
• ‘Eet gezond! Schijf van vijf’; www.voedingscentrum.nl
• De Hartstichting heeft diverse brochures over voeding, gewicht, en koken
Moet ik stoppen met roken?
U heeft een alarmsignaal gehad. Om de kans op herhaling van een TIA te
verkleinen is het verstandig dat u stopt met roken. Roken veroorzaakt namelijk:
• Vernauwing van de bloedvaten waardoor de bloeddruk stijgt.
• Beschadiging van de wand van de bloedvaten. Deze versnelt het proces van
aderverkalking. Dit verhoogt de kans op hart- en vaatziekten.
• Het sneller stollen van het bloed.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
8
Lukt het u zelf niet om stoppen met roken dan kan uw huisarts eventueel met
behulp van nicotinekauwgom, -pleisters of tabletten u hierbij helpen. Uw
eigen motivatie om te stoppen is het belangrijkst.
Voor meer informatie over stoppen met roken kunt u o.a. terecht bij Stivoro
(www.stivoro.nl) of www.nederlandstopt.nu.
Aanvullende informatie vindt u in de brochure ‘Uitdrukkelijk voor rokers’ van de
Hartstichting (www.hartstichting.nl).
Mag ik alcohol drinken?
U mag best 1 of 2 glaasjes per dag drinken. Matig alcoholgebruik is
waarschijnlijk zelfs gunstig voor mensen met hart- en vaatziekten. Maar let op:
3 of meer glazen drinken is schadelijk. Opsparen om in het weekend meer te
drinken is nog schadelijker. Het advies is om twee dagen per week geen alcohol
te drinken. Let ook op met alcohol als u overgewicht heeft, want in alcohol
zitten veel calorieën.
Mag ik autorijden?
Na een TIA mag u twee weken niet autorijden en beroepschauffeurs mogen
vier weken niet rijden.
Voor mensen met een beroerte of hersenbloeding gelden andere regels.
Hoe belangrijk is bewegen?
Dat voldoende lichaamsbeweging gezond is weet iedereen. Toch blijkt
uit onderzoek dat een op de drie Nederlanders onvoldoende beweegt. Een
wandeling maken of een stukje fietsen is voldoende. Het advies is om minimaal
30 minuten per dag te bewegen. Dit hoeft niet aaneengesloten te zijn, maar
mag ook twee maal 15 minuten of drie maal 10 minuten zijn. Voldoende
lichaamsbeweging verkleint de kans op hart- en vaatziekten. Het is goed voor
uw spijsvertering, goed voor botten en spieren en ook voor het voorkomen van
depressie of geestelijke achteruitgang. Als u voor de TIA sportte zult u mogelijk
merken dat uw conditie minder is geworden. Bouw uw conditie rustig weer op.
Meer informatie vindt u in de folder:
• ‘Bewegen doet wonderen’ van de Hartstichting; www.hartstichting.nl
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
9
Ik blijf zo vermoeid, is dat normaal?
Veel mensen zijn eerder vermoeid na een TIA. Het is belangrijk dat u
rustmomenten inbouwt en goed luistert naar de signalen van uw lichaam.
Train uzelf, activeer uzelf, doseer activiteiten en breidt uw activiteiten rustig
uit. Probeer als u weet dat u een drukke dag krijgt de dag ervoor wat meer rust
te nemen. Verdeel uw bezigheden over de dag.
De Hersenstichting heeft een zorgwijzer ontwikkeld over vermoeidheid.
Deze is te vinden op de site www.hersenstichting.nl.
Mag ik weer aan het werk?
Dat is afhankelijk van hoe u zich voelt en van het soort werk dat u doet. Veel
mensen ervaren dat ze sneller vermoeid zijn, soms moeite hebben om hun
aandacht ergens bij te hebben en vergeten meer dingen. Neem deze klachten
serieus en bouw op tijd rustmomenten in als u moe bent. Als u zich goed voelt
is werkhervatting geen bezwaar. Bouw uw uren langzaam op, verdeeld over de
week. De CVA- nazorgconsulent kan u hierin adviseren. Soms merkt u op het
werk pas dat bepaalde werkzaamheden niet goed lukken. Het is belangrijk dat
met de huisarts, bedrijfsarts of neuroloog te bespreken. Het is mogelijk via de
revalidatiearts begeleiding te krijgen bij problemen met werkhervatting.
Mag ik naar de sauna?
Dat mag en hieraan zijn geen beperkingen verbonden. Wel adviseren we u
tijdens een saunabezoek voldoende te drinken.
Mag ik op vakantie?
Daar is meestal niets op tegen. Rust, een andere omgeving en lekker bewegen
geeft nieuwe energie. Ook vliegen is na een TIA toegestaan. In warme landen
is het verstandig voldoende te drinken (2,5 liter per dag). In de felle zon kunt u
beter een hoofddeksel dragen. Tijdens een reis waarbij u veel stil moet zitten is
het goed af en toe te bewegen; ga even lopen in het gangpad van bus of vliegtuig.
Dit is belangrijk om een trombosebeen te voorkomen. Wanneer u een hoger
risico op trombose hebt (bijvoorbeeld als u al eens een trombosebeen heeft
gehad) en u langer dan 4 uur moet zitten, wordt geadviseerd extra maatregelen
te nemen. Maatregelen zijn elastische kousen dragen of een eenmalig
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
10
fraxiparinespuitje vlak voor de reis. Overleg bij twijfel met uw (huis)arts.
Tips en adviezen voor op vakantie:
• Vergeet niet een medicijnpaspoort mee te nemen op vakantie. U kunt deze bij
de apotheek laten maken.
• Verdeel uw medicatie over uw handbagage en koffers voor het geval bagage
kwijtraakt.
Kan ik door vrijen een nieuwe beroerte krijgen?
Mensen die getroffen worden door een TIA en hun partners maken zich
soms zorgen over hun seksuele relatie. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat seksuele
opwinding een nieuwe TIA kan veroorzaken. Voor die angst is geen reden.
Wel is het goed om er rekening mee te houden dat in de eerste tijd de seksuele
behoefte verminderd kan zijn. Het is belangrijk dat u samen praat over uw
gevoelens.
Sommige medicijnen hebben als bijwerking dat ze de zin in vrijen
verminderen. Bij mannen kunnen ze de potentie verlagen. Bespreek als u hier
last van heeft met uw (huis)arts of er alternatieven zijn. Meer informatie vindt
u in de brochure ‘Intimiteit en seksualiteit na een beroerte’. De brochure kan
gratis worden gedownload van www.hartenvaatgroep.nl.
Wat te doen bij nieuwe klachten?
Als u nieuwe klachten krijgt die passen bij een beroerte zoals een scheve mond,
verlamde arm, onduidelijke spraak, bel dan direct 112. Noteer de tijd dat de
klachten begonnen zijn en hoe lang ze duren. Bij klachten van een TIA die
binnen enkele minuten weer verdwenen zijn, adviseren we u direct contact op
te nemen met uw huisarts.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
11
Herken de signalen van een beroerte (informatie van de Hartstichting)
U weet misschien wel wat de signalen van een beroerte zijn. Maar als het uzelf
of uw naaste overkomt, is het toch een stuk moeilijker om ze te herkennen.
Waar moet u op letten?
Bij de volgende signalen belt u direct 112:
Mond: Let op of de mond scheef staat of een mondhoek naar
beneden hangt.
Hulpmiddel: Vraag de persoon om zijn tanden te laten zien.
Arm: Let op of een arm of been verlamd is.
Hulpmiddel: Laat de persoon beide armen naar voren
strekken en de binnenkant van de handen naar boven
draaien. Kijk of een arm wegzakt.
Spraak: Let op of de persoon onduidelijk spreekt of niet meer
uit zijn woorden komt.
Hulpmiddel: Laat de persoon een zin uitspreken.
Bel direct 112! Tijdverlies = hersenverlies!
Maar...misschien is het een TIA. Moet ik dan niet even wachten of de
verschijnselen verdwijnen?
Nee. Wacht nooit af, maar bel altijd direct 112!
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
12
BIJLAGE
TIA-vragenlijst: 2e telefonisch contact
Voor een vlot verloop van het tweede telefonisch contact vragen wij u deze
vragenlijst thuis in te vullen.
Houd deze vragenlijst én uw medicatieoverzicht tijdens het telefoongesprek bij
de hand.
Het eerste deel van de vragenlijst bevat vragen over mogelijke veranderingen
die u ervaart. Het tweede deel gaat over levensstijl.
Vragen over uw gezondheidstoestand
1. Heeft u sinds het doormaken van de TIA lichamelijke klachten?
 nee
 ja
Zo ja, welke klachten heeft u?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
2. Heeft u sinds het doormaken van de TIA problemen met uw geheugen,
aandacht vasthouden en/of initiatief nemen?
 nee
 ja
Zo ja, welke klachten heeft u?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
3. Heeft u sinds het doormaken van de TIA pijnklachten, hoofdpijn, spierpijn
of pijn in andere delen van uw lichaam?
 nee
 ja
Zo ja, welke klachten heeft u?
__________________________________________________________________
__________________________________________________________________
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
13
4. Merkt u sinds het doormaken van de TIA verandering in uw gedrag? Bent u eerder emotioneel, boos of juist rustiger?
 nee
 ja
Zo ja, welke veranderingen ervaart u?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
5. Heeft u sinds het doormaken van de TIA vermoeidheidsklachten?
 nee
 ja
Zo ja, wanneer heeft u het meeste last van vermoeidheid?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
6. Heeft u sinds het doormaken van de TIA problemen met uw werk of andere
dagelijkse bezigheden?
 nee
 ja
Zo ja, waar heeft u problemen mee?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
7. Voelt u zich depressief of angstig?
 nee
 ja
Zo ja, hoe uit zich dat?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
8. Hoe gaat het met uw partner en/of mantelzorger en thuiswonende kinderen?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
14
Vragen over risicofactoren
1. Bent u als u voor de TIA rookte, gestopt of geminderd met roken?
 nee
 ja
Zo ja, hoe gaat het nu? Ervaart u voldoende ondersteuning hierbij?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
2. Wat is uw gewicht? ________ kg
Heeft u als u overgewicht heeft de wens om af te vallen?
 nee
 ja
Zo ja, hoe gaat het nu? Heeft u hierbij voldoende ondersteuning?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
3. Beweegt u regelmatig (wandelen, fietsen, sporten)?
 nee
 ja
Wat kan u helpen om in beweging te blijven?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
4. Gebruikt u regelmatig alcohol?
 nee
 ja
Zo ja, hoeveel drinkt u per dag / per week?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
15
Wilt u minder alcohol drinken?
 nee
 ja
Zo ja, hoe gaat dit nu? Ervaart u voldoende ondersteuning hierbij?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
5. Is er sinds de TIA verandering in uw medicatiegebruik?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
6. Ervaart u klachten door uw medicijngebruik?
 nee
 ja
Zo ja, welke klachten?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
Zijn er nog vragen of onderwerpen die u wilt bespreken?
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
________________________________________________________
Om de zorg voor mensen met een TIA te verbeteren willen we u vragen om na
het tweede contact op de website www.mchaaglanden.nl/umaaktonsbeter uw
reactie op de totale begeleiding te geven.
TIA. Behandeling op de Spoedeisende Hulp • F1098-3111 • mei 2014
16