NL - Cobra Museum Bronnenbank

Schweizer Suite
Asger Jorn verbleef in 1953 in een Zwitsers dorp aan het meer van Genève om verder te herstellen
van tbc. Hiervoor was hij in 1951 in het Deense Silkeborg in een sanatorium opgenomen geweest. In
de winter van 1953-54 maakte hij in Zwitserland 43 etsen. Een deel ervan bewerkte hij rond 1960
opnieuw met de droge naald. Otto van de Loo bracht deze bewerkingen in 1961 uit onder de titel
‘Schweizer Suite’.
In de ‘Schweizer Suite’ valt een aantal aspecten op. Jorn werkte meestal, vanwege een inhoudelijke
reden of uit geldgebrek, met lage oplages van maximaal 15. Kenmerkend voor het grafische oeuvre
van Jorn is dat hij veelal in series werkte. Aan ‘Schweizer Suite’ is te zien dat dit niet altijd betekent
dat er sprake is van een cyclische samenhang. Integendeel zelfs, de etsen in deze Zwitserse reeks
verschillen onderling door de manier van werken en in thematiek.
Aan de suite zijn duidelijk de invloeden af te lezen van door Jorn bewonderde directe voorgangers,
met name James Ensor en Edvard Munch. Tot slot valt op dat de thematiek en composities van de
werken ‘Le droit de l’aigle’, ‘Mon château d'Espagne’ en ‘Résistance masculine’ verwant zijn aan
schilderijen met dezelfde titels, gemaakt in dezelfde tijdsfase.
Houtsnedes en serie München
Asger Jorn heeft geschilderd, geaquarelleerd en getekend. Hij heeft muurschilderingen en miniaturen
gemaakt, beelden in steen, brons en klei. Hij heeft geëtst, gelithografeerd en hij heeft gouaches,
collages, wandtapijten en keramiek gemaakt. De houtsnede deed echter relatief laat intrede; pas op
latere leeftijd begon Jorn hier intensiever mee te werken.
In 1970 ontstonden bij Galerie Van de Loo in München gekleurde monochrome houtsnedes, die hij
met assistenten zelf vanaf het houtblok in een oplage van 34 exemplaren afdrukte. Ze worden als
serie van min of meer samenhangende afzonderlijke afdrukken uitgegeven.
Acht prenten met de titel Euforismen (een typisch Jorn-neologisme) vormen daarbij een ‘suite in de
suite’. De houtsnedes zijn met de hand ingekleurd en afgedrukt en ontlenen hun kracht aan het
tegen elkaar plaatsen van de afzonderlijke kleurvlakken. Alleen bij uitzondering zijn er overlappingen.
De composities ontlenen hun dynamiek ook aan het feit dat Jorn gebruik maakte van de
verschillende richtingen in de houtnerf. Dit is bijvoorbeeld in het werk Im Vogeltal duidelijk te zien.
Jorn had een voorliefde voor het spelen met taal en maakte daarbij graag gebruik van neologismen
(een nieuw gevormd woord, afgeleid van een bestaand woord dat zo een nieuwe betekenis krijgt) en
van woorden met een dubbele betekenis. De houtsnede ‘Ausgeschnittene Holzwege’ is hier een
sprekend voorbeeld van. Letterlijk betekent de titel ‘uitgesneden houtwegen’, wat verwijst naar de
houtsnede techniek zelf. In het Duits wordt de uitdrukking ook gebruikt om aan te geven dat je
vastgelopen bent, wat de voorstelling van dit werk uitbeeldt. Maar de titel kan ook duiden op het
artistieke proces of een persoonlijk verhaal.
Litho’s en Jubileumserie
Al vroeg in zijn kunstenaarsbestaan werd Asger Jorn gefascineerd door de lithografie techniek. Hij
maakte grafiek op wisselende momenten en met onderbrekingen, zowel afzonderlijke werken als
diverse lithoseries. In 1963 werden ter gelegenheid van zijn 50e verjaardag, in samenwerking met
drukkerij Permild&Rosengreen in Kopenhagen, 24 litho’s uitgebracht met de titel Jubiläeumsserien.
Asger Jorn was steeds op zoek naar nieuwe technieken. In welke techniek hij ook werkte in het
maakproces stonden bij toeval, ingevingen en plezier voorop. Zodoende ontstond een relatief grote
hoeveelheid proefdrukken - vaak op een mindere kwaliteit papier - , die achteraf bezien juist van
bijzondere artistieke waarde zijn. De proefdrukken geven een goed inzicht in Jorns creatieve
processen. In zijn litho’s brengt hij laag na laag zorgvuldig aan, om vervolgens de resultaten te
bestuderen en verder te experimenteren. Hij gebruikte de techniek op een niet klassieke manier, hij
maakte geen voorschetsen en werkte direct op de steen.
Voor de Jubiläeumsserien experimenteerde hij met de marmeren kogeltjes die nodig zijn om een
lithografiesteen te slijpen. Hij rolde de in inkt gedoopte kogeltjes over de lithografiesteen en
creëerde zo een afbeelding. Ook tekende hij op de steen met smalle, met inkt ingesmeerde repen
karton. De 24 litho’s laten beide technieken en combinaties zien, zowel positief als negatief
afgedrukt. Ze zijn een goed voorbeeld van de manier waarop Jorn met de objectieve toevalligheid
van het automatisme en het tachisme omging. Tachisme is afgeleid van het Franse woord tache, vlek.
Deze Franse stijl van de abstracte schilderkunst wordt vaak beschouwd als het Europese equivalent
van het abstract expressionisme.