Titel: Crisis

LESBRIEF
Titel: Crisis
Auteur: Rom Molemaker
Geschikt voor: 3 vmbo-b
Plusopdrachten ook geschikt voor: 3 vmbo-k
Door: Geertje Plug
____________________________________________________________________________________
Vooraf
Maikel heeft zes maanden in een jeugdgevangenis gezeten, omdat hij met een groep jongens een overval
heeft gepleegd. Vandaag komt hij vrij. Hij wordt opgehaald door zijn stiefvader Gerard.
Citaat 1
Er is geen keus. Maikel gaat de wereld weer in en het voelt alsof hij in een plas stapt waarvan hij niet weet
hoe diep die is. Vlak voor Gerard blijft hij staan.
'Is ma er niet?' vraagt hij.
'Die is thuis,' zegt Gerard. 'Anders moest Basje alleen blijven. En ik wilde hem niet meenemen. Dit is geen
plek voor hem.'
Nee, natuurlijk niet. Het zoontje van Gerard gaat foutloos en onbesmet door het leven, dat is het plan.
Alles wat slecht is moet ver bij hem uit de buurt blijven. Het is al heel wat dat zijn grote halfbroer weer
thuis mag komen, al zal hij niet door hem beïnvloed worden. Daar zorgt Gerard wel voor, reken maar.
Gerard wijst naar zijn auto, die een eindje verder langs de weg staat, glimmend en wel, strak in de lak. Hij
zegt niets en loopt er met grote stappen heen. Hij maakt de indruk dat hij zo snel mogelijk van deze plek
vandaan wil. Misschien is hij bang dat iemand hem ziet, iemand die hij kent. Nog erger: iemand van zijn
werk. Dat zou een regelrechte ramp zijn, als iemand van het ICT-bedrijf waar Gerard werkt, zou zien dat
hij iemand afhaalde uit de gevangenis.
Maikel gooit zijn spullen op de achterbank en gaat voorin zitten. Gerard start de auto en wacht tot hij kan
invoegen in de rij auto's op de provinciale weg, die voor de gevangenis langsloopt. Justitiële
Jeugdinrichting 'De Waalburcht' staat er op een groot bord, naast een vlaggenmast. Klinkt goed, maar het
is een gevangenis, niet meer en niet minder.
Maikel kijkt naar de hoge voorgevel van het gebouw waar hij zes maanden heeft gezeten. Hij heeft de
dagen geteld, maar hij is niet eens erg opgelucht dat hij er weg is. Binnen wist hij waar hij aan toe was,
rottig of niet. Binnen wist hij wat hij aan de anderen had. Bij wie hij terecht kon, of bij wie hij zoveel
mogelijk uit de buurt moest blijven. Hoe hij aan zijn punten moest komen voor kleine voorrechten. Punten
halen om te mogen roken, buiten. Punten voor 24 uur een tv-tje in je cel, een Play Station. Binnen waren
er regels, hard en duidelijk, waar hij zich aan moest houden, met stevige sancties als hij dat niet deed. Als
hij denkt aan wat voor hem ligt, dat hij geen flauw idee heeft van hoe de dingen zullen gaan, voelt hij zich
zo onzeker als hij zich in tijden niet heeft gevoeld. En misselijk, als Gerard eindelijk de ruimte krijgt en de
voorgevel uit het zicht verdwijnt.
'Ik heb contact opgenomen met de jeugdreclassering,' zegt Gerard. 'En met de rector van je school. We
hebben strakke afspraken gemaakt, waaraan je je zult moeten houden.'
Maikel zegt niets. Dat weet hij al een tijd. Daar is al over gesproken voordat hij voor de rechter kwam.
Strakke afspraken, dat kan van alles zijn, dat weet hij inmiddels, maar ze zijn zelden leuk.
'Je mag blij zijn dat je terug kunt naar school.'
'Ja.'
'En je hebt voorlopig huisarrest, in de avond, dat begrijp je.'
'Van de reclassering toch niet?'
'Van mij.'
Huisarrest, ja hoor. Had hij net zo goed in De Waalburcht kunnen blijven.
'Krijg ik ook punten?' vraagt hij.
Lesbrief Jonge Jury 2014 - Crisis
'Punten, wat bedoel je?'
'Laat maar zitten.'
Gerard kijkt even opzij en zijn blik verhardt. 'Je moeder en ik nemen alle verantwoordelijkheid op ons.'
'En mijn vader?'
'Zie jij hem? Ik zie hem niet. Die wil de verantwoordelijkheid helemaal niet. En jij lijkt teveel op hem. Als je
mijn zoon was...' Nee, dat moest er nog bij komen, Gerard als vader. Dit was al erg genoeg.
Opdrachten bij citaat 1
1.a. Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal?
1.b. Wat weet je van deze persoon?
2.a. Hoe voelt de hoofdpersoon zich?
2.b. Hoe komt het dat hij zich zo voelt?
3. Wat vindt Gerard van Maikel?
4. Wat vindt Maikel van Gerard?
Plusopdrachten bij citaat 1
5.a. Maikel zegt over het leven in de gevangenis het volgende: ‘Binnen waren er regels, hard en duidelijk,
waar hij zich aan moest houden, met stevige sancties als hij dat niet deed.’ Wat zijn sancties?
5.b. Noem een voorbeeld van een regel in Nederland en schrijf ook op welk sanctie er volgt als je je niet
aan die regel houdt.
5.c. Noem een voorbeeld van een regel bij jou op school met de sanctie die erbij hoort.
5.d. Noem ook een regel (met de sanctie) die bij jou thuis geldt.
5.e. Ben jij het eens met Maikel dat regels duidelijkheid geven? Leg uit waarom je het wel of niet met hem
eens bent.
Over Rom Molemaker
Rom Molemaker is vlak na de Tweede Wereldoorlog geboren in Harderwijk. Omdat zijn ouders vonden
dat hij maar meester moest worden, volgde hij de opleiding daarvoor. Hij werkte dertig jaar op een
basisschool in Utrecht. Toen vond hij het genoeg en maakte hij zijn droom waar om schrijver te worden.
Rom Molemaker heeft al heel veel boeken geschreven, voor kinderen van verschillende leeftijden. De
jeugdboeken die hij schrijft, zoals Een gang met gele deuren, De eerste steen en ook Crisis, gaan vaak
over jongeren die te maken krijgen met criminaliteit. De verhalen zijn realistisch en zetten je aan het
denken over keuzes die je maakt in je leven. Meer informatie over Rom Molemaker vind je op
www.rommolemaker.nl en op www.leesplein.nl.
Leestips
Buddy Tegenbosch, Pokerface
Bibi Dumon Tak en Castel, Latino King
Caja Cazemier, Alles voor Romeo
Hans Petter Laberg, Na het feest
Elle van den Bogaart, No Deal
50 Cent, Slagveld
Vooraf
Maikel mag terugkomen op zijn oude school. Dat is niet makkelijk, want de meeste leerlingen willen geen
contact met hem, alleen een paar losers willen alles weten over de gevangenis. Maikel hoorde bij de
bende van Edgar. Op een dag komt Rajko, een van de bendeleden die bij Maikel op school zitten, naar
hem toe.
Lesbrief Jonge Jury 2014 - Crisis
Citaat 2
'Hey, Maikel,' zegt Rajko. 'Alles goed?'
'Ja.' Maikel knikt. 'Alles.'
'Dat is mooi. Hoe was het daar?'
'Dikke shit.' Rajko hoeft hij niets wijs te maken.
'Hoe lang ben je er nou uit?'
'Paar dagen.'
Rajko haalt een pakje shag uit zijn zak. 'Kom nog eens langs,' zegt hij. 'In Overhaag.'
'Och.' Maikel aarzelt. Er flitsen beelden door zijn hoofd. Spanning, lawaai, rennende gestalten. En geld.
Rajko kijkt hem aan en wacht.
'Toch maar niet,' zegt Maikel dan. 'Laat ik het toch maar niet doen.' Van een afstandje wordt er naar hen
gekeken, hij voelt het. Hij wil opstaan en weglopen, maar Rajko laat hem nog niet gaan. 'We maken ons
een beetje zorgen,' zegt hij.
'Zorgen, waarover?'
'Over wat je misschien verteld hebt aan de politie.'
'Wat zou ik verteld moeten hebben?'
'Nou, dat snap je toch wel? Misschien hebben ze je onder druk gezet.'
'Ben je bang dat ik jullie heb verlinkt, bedoel je dat?' Maikel wordt kwaad. 'Denk je dat, dat ik dat zou
doen? Ik zal jóu eens wat vragen.'
'Wat?'
'Wie mij heeft geflasht, dat zou ik wel eens willen weten.'
Rajko wil zijn shagje aansteken, maar zijn aansteker weigert.
'Jullie waren opeens weg, zomaar, en ik kon geen kant op.'
Een paar vonkjes maar geen vlammetje.
'Had je ze aan zien komen? Vertel me dat eens. Had je niet even kunnen waarschuwen?'
Rajko geeft geen antwoord.
'Ik dacht dat we matti's waren.' Maikel windt zich steeds meer op. 'Ik dacht verdomme dat we matti's
waren.'
'Dat zijn we toch ook, Maikel.'
'Ach, flikker toch op, man! En die andere zaken? Ze zeiden dat ze anonieme tips hadden gekregen. Van
wie? Van jou soms? Mij voor alles op laten draaien?' Hij staat op. 'Mij zes maanden laten zitten, en zelf
lekker vrijuit gaan, mooi stelletje matti's!'
Het lukt Rajko niet, met dat shagje.
'Hier.' Maikel smijt zijn aansteker naar hem toe. 'Hou hem maar. Ik wil niks meer met jullie te maken
hebben.' Hij draait zich om en loopt met grote stappen weg, het plein over. Hij duwt ongeduldig een paar
bruggertjes aan de kant. Takkejochies, weg ermee!
Rajko kijkt hem nadenkend na. Dan haalt hij zijn schouders op en hij steekt eindelijk zijn shagje aan.
In Maikels hoofd speelt de film zich af van de avond waarop hij in de val liep. De etalageruiten waren heel
groot, vier naast elkaar. Een winkel voor bruidsjaponnen en toebehoren. Tasjes, schoentjes en sieraden.
's Nachts na twaalven en de straat was uitgestorven. Het plan was eenvoudig, zoals altijd: een paar
stoeptegels loswrikken, en dan door de ruit ermee. En toen ging alles opeens razendsnel mis. Van
verschillende kanten kwamen politieagenten aanstormen. Van links en rechts, en uit een paar zijstraatjes.
Het leek wel of ze hadden staan wachten. Maikel stond midden op straat met een etalagepop in zijn
armen. De pop droeg een prachtige bruidsjapon. Een witte lange rok, met een kleine sleep, en een
strapless, zwart fluwelen lijfje, afgezet met witte steentjes. Het bespottelijke van de situatie drong pijnlijk
tot hem door, toen hij de pop behoedzaam neerzette. De anderen waren weg, opgelost in het donker.
Edgar, Youssef, Rajko, Mees en IJze, nergens meer te bekennen.
De voorste agent bleef vlak voor Maikel staan. Hij hijgde en rook naar zweet, terwijl hij Maikel
triomfantelijk aankeek.
'Zo,' zei hij. 'Gaan we trouwen?'
Hij heeft niemand verlinkt en ondanks alles is hij daar nog trots op ook.
(…)
Lesbrief Jonge Jury 2014 - Crisis
Het eind van het liedje was, dat hij in zijn eentje voor alles opdraaide. Ze hadden hem laten barsten en hij
had niets meer van ze gehoord. Maar via de anonieme kliklijn waren hem andere zaken in de schoenen
geschoven.
Hij heeft zich laten gebruiken. Nee, hij heeft niemand verlinkt, niet in de laatste plaats omdat hij weet dat
ze dat ooit een keer op hem komen verhalen. Maar ook omdat hij zoiets nooit zou doen. Je hoorde bij
elkaar en je bleef bij elkaar. Wat hemzelf betreft wel in ieder geval. Van de anderen is hij al een tijd niet
zeker meer.
Rajko.
Hij is niet de ergste van de groep. In zijn eentje zou hij niet veel klaarmaken, net als Youssef en Mees.
Maar Edgar heeft ze onder de duim, en ze laten zich meenemen. Edgar is de magneet en zij zijn de
stukjes ijzer.
Was Rajko gestuurd, door Edgar? Waarschijnlijk wel, en dat bevalt hem helemaal niet. Van Gerard moet
hij ver bij hen vandaan blijven. En na zes maanden in De Waalburcht te hebben gezeten, wil hij dat zelf
ook. Dat nooit meer. Maar als zij naar hem toekomen, kan hij daar niets tegen doen.
Als hij aan de overkant van het plein is, kijkt hij om. Rajko zit nog op dezelfde plek. Hij rookt en kijkt ook
naar hem. Zonder erbij na te denken, trekt Maikel zijn schouders een eindje op. Alsof zijn hoofd
bescherming zoekt bij de rest van zijn lichaam. Alsof hij zich minder goed zichtbaar wil maken. Hij staat in
de hoek van het plein, met niemand bij zich in de buurt.
Onbeschermd.
Opdrachten bij citaat 2
6. Waarom gaat Rajko met Maikel praten?
7.a. Hoe voelt Maikel zich door de vragen van Rajko?
7.b. Hoe komt het dat hij zich zo voelt?
8. Aan het einde van het verhaal heeft Maikel ook nog een ander gevoel. Welk gevoel is dat?
9. Maikel hoorde bij de bende van Edgar. Hoe wil hij daar nu mee omgaan?
10. Onderzoek hoe het is om in een jeugdgevangenis te leven en welke regels daar zijn. Schrijf hierover
een verslag van in ieder geval 150 woorden. Informatie vind je bijvoorbeeld in deze tv-programma’s:
jeugdgevangenis of jeugdinrichting
Plusopdrachten
11.a. Maikel is na zijn tijd in de gevangenis teruggegaan naar zijn oude school. Welk voordeel heeft dit
voor hem?
11.b. Welke nadelen heeft deze keuze?
11.c. Wat zou jij in deze situatie gedaan hebben? Leg uit waarom je dat zou doen.
Fictiedossieropdrachten
Om deze opdrachten te kunnen maken, moet je het hele boek hebben gelezen.
12. Het laatste hoofdstuk van het boek speelt zich zes jaar na de gebeurtenissen uit het verhaal af. Schrijf
een hoofdstuk dat past voor het laatste hoofdstuk. Vertel in jouw hoofdstuk hoe het verder gaat met
Maikel na de zes weken in de crisisopvang, als hij weer in zijn eigen woonplaats woont, in een eigen
kamer. Laat ook de andere belangrijke personen uit het verhaal (Maikels moeder, zijn stiefvader Gerard,
Milou en Edgar) in jouw hoofdstuk voorkomen.
13. Van het boek Crisis kun je veel leren. De schrijver van het boek wil je over belangrijke dingen laten
nadenken. Wat is de boodschap van het verhaal? Denk daarover na en maak een PowerPointpresentatie
over de boodschap van Crisis. Vertel in jouw presentatie in het kort wat er gebeurt met Maikel en geef in
ieder geval vijf adviezen aan jongeren, waardoor ze kunnen zorgen dat hen niet overkomt wat er met
Maikel is gebeurd.
Lesbrief Jonge Jury 2014 - Crisis
14. Maak een fotoverslag van het leven van Maikel. Zet de gebeurtenissen uit het verhaal eerst in de
goede volgorde, begin met het besluit van Maikel om contact te zoeken met Edgar. Zoek bij elke
belangrijke gebeurtenis of periode uit het verhaal een passende foto. Kopieer de foto’s naar een
document en schrijf telkens in een of enkele zinnen onder de foto wat er gebeurt. Je mag ook kiezen voor
een PowerPointpresentatie met foto’s en teksten.
Lesbrief Jonge Jury 2014 - Crisis