Wetenschappers hoeven straks minder te publiceren

Onderzoek
Wetenschappers hoeven
straks minder te publiceren
Meer aandacht voor de scholing van promovendi en minder nadruk op de hoeveelheid
publicaties: universiteiten en onderzoeksinstellingen gaan hun wetenschappers op een
andere manier beoordelen met het nieuwe standaard evaluatie protocol (SEP) dat vanaf
2015 ingaat. De KNAW is tevreden over het nieuwe protocol. ‘Eigenlijk is volume in de
wetenschap niet zo belangrijk.’
Hans Clevers, president van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen (KNAW) is tevreden met het
nieuwe SEP waarmee vanaf volgend jaar onderzoeksgroepen
op een nieuwe manier beoordeeld worden. Belangrijk punt in
het nieuwe protocol: de hoeveelheid publicaties weegt nog wel
mee in het eindoordeel, maar is in de nieuwe aanpak geen zelfstandig criterium meer. Ook krijgt de maatschappelijke relevantie van onderzoek meer aandacht. “Zo wordt gehoor gegeven
aan de kritiek dat de publicatiecultuur in sommige vakgebieden
is doorgeschoten”, schreef minister Bussemaker dit voorjaar aan
de Tweede Kamer. In het nieuwe SEP krijgt ook de opleiding van
promovendi meer aandacht. Beoordelingscommissies kijken
niet alleen hoe lang promovendi over hun proefschrift doen en
hoeveel er tussentijds afhaken, maar vellen ook een oordeel
over de selectie van promovendi, de inhoud en structuur van de
promotieopleiding en de voorbereiding op de arbeidsmarkt.
Excellent
De afgelopen jaren kreeg een ruime meerderheid van de onderzoeksgroepen het stempel ‘excellent’, wat de vraag deed rijzen
hoeveel zin de evaluaties nog hadden: met zulke scores konden
onderzoeksgroepen nauwelijks onderling worden vergeleken.
“Daar werd wat lacherig over gedaan”, zegt Clevers. “Iedereen
was excellent. Het zou verbazingwekkend zijn als dat echt zo
was. Ik wil best toegeven dat de Nederlandse wetenschap ijzersterk is, maar niet iedereen is excellent. Een beoordelingsschaal
moet je elke tien, vijftien jaar herzien. Omdat in de loop van
jaren de beoordelingen steeds verder op schuiven naar de
hoogste score. Maar zodra iedereen in het hoogste vakje staat,
heb je niets meer aan de beoordeling.”
De belangrijkste verandering volgens Clevers aan het nieuwe
SEP is dat de hoeveelheid publicaties geen zelfstandig criterium
meer is. Terecht vindt Clevers. “Onder andere de mensen van
Science in Transition hebben dit punt aangehaald, maar het
idee wordt breed gedragen: eigenlijk is volume in de wetenschap niet zo belangrijk. Door alle nadruk op de hoeveelheid
publicaties krijg je perverse activiteiten. Wetenschappers gaan
zich bezig houden met de minimal publishable unit en salamitactiek, zodat ze hun onderzoek over verschillende publicaties
uitsmeren. In mijn vakgebied (medische biologie red.) is het
allang gebruikelijk om gewoon naar de vijf beste publicaties van
de laatste jaren te vragen en de rest links te laten liggen. Dat lijkt
sterk op wat er nu in het nieuwe protocol staat.”
HOP
Bas Belleman
Terugschroeven
In het nieuwe SEP wordt het aantal mogelijke oordelen teruggeschroefd van vijf naar vier. Een 1 betekent dat de onderzoeksgroep tot de absolute wereldtop behoort. Een andere verandering is dat er geen halve scores worden gegeven; onderzoeksgroepen kunnen dus geen 1,7 meer krijgen. Het is een 1 of een
2. De verwachting is volgens Clevers dat een 1 in het begin niet
zo heel vaak het geval zal zijn. “Maar je zult zien dat door strategisch gedrag en kleine aanpassingen steeds meer groepen in de
loop der jaren een 1 gaan scoren. Over tien jaar scoren we allemaal weer excellent, zodat we tegen die tijd vast wel weer de
criteria moeten herzien.” Clevers hoopt dat de disciplines breed
worden gekozen, want “hoe kleiner je het vakgebied maakt, hoe
sneller je tot de wereldtop behoort. En als je alleen naar je eigen
onderwerp kijkt, ben je al snel de beste ter wereld. En dan ook
meteen de slechtste. Je moet daarom enigszins aangeven met
hoeveel onderzoeksgroepen je jezelf vergelijkt.”
Clevers publiceert zelf ook veel. Wat gaat hij van de nieuwe SEP
merken? “Ik houd in de gaten of de artikelen die we publiceren
er wel toe doen. Je kunt ook kijken in welke tijdschriften al die
artikelen verschijnen en hoe vaak ze worden geciteerd. Maar
het gaat bij ons niet om volume alleen, maar vooral om kwaliteit.”
Zie ook het artikel ‘Uitgelezen kans voor meer en beter onderwijsonderzoek’
op pagina 12-14.
OnderwijsInnovatie juni 2014
25