ALGEMEEN BESTUUR Vergadering d.d.: 22 oktober 2014 Agendapunt: 11.0 b Onderwerp: Informatie samenwerking Waterketen Onderwerp Informatie over waar we staan in de samenwerking in de Waterketen Kennisnemen van: Met dit voorstel willen wij u informeren over de voortgang in de samenwerking in de waterketen in Groningen en Noord-Drenthe. Inleiding De samenwerking in de waterketen in Groningen en Noord-Drenthe gaat de derde fase in. Tot nu toe vormden de afspraken in het waterketenakkoord uit 2011 en het uitvoeringsprogramma fase 2 uit 2012 de bestuurlijke basis voor de regionale samenwerking. Na fase 1, waarin is aangetoond dat samenwerken loont, en fase 2 waar de kansen in beeld zijn gebracht, krijgt het samenwerkingsverband in fase 3 een meer duurzame invulling. In dit informerend bestuursvoorstel wordt kort teruggekeken op de eerste en tweede fase en wordt de overgang naar fase drie geschetst. Er wordt ingegaan op doelen van samenwerking en hoe deze gerealiseerd worden in fase 3. Tenslotte zijn de beslispunten weergegeven waarover het dagelijks bestuur in haar vergadering van 22 juli jl. heeft besloten. Deze beslispunten liggen ook voor bij alle andere bij de samenwerking betrokken partijen. De verwachting is dat voor 1 september alle deelnemende organisaties conform hebben besloten. Aanleiding De aanleiding voor de samenwerking ligt in het landelijk Bestuursakkoord Water (2011), waarin afspraken binnen de sector zijn gemaakt over kostenbesparing (minder meerkosten), vermindering van kwetsbaarheid en verbeteren van de kwaliteit. In een Regionaal Feitenonderzoek (RFO) uit fase 1 is aangetoond dat ook in onze regio samenwerken loont. In juni 2012 is daarom gestart met de uitvoering van fase 2: DOEN! Op regionale schaal zijn vijf Quick Wins gerealiseerd en wachten we nu op duurzame invulling. Tegelijk zijn op clusterniveau (schaal van zuiveringskringen) in twee clusters van gemeenten en waterschappen afvalwaterplannen opgesteld en in vijf andere clusters waterakkoorden. De twee afvalwaterplannen zijn al bestuurlijk vastgesteld. De vijf waterakkoorden zijn per individuele partner ter besluitvorming voorgelegd en sluiten aan op de samenwerkingsovereenkomst. Nu we weten wat we moeten doen en hoe we dat moeten doen maken we de stap naar fase 3, en geven we een duurzame invulling aan de uitvoering van de afspraken uit het landelijk bestuursakkoord water voor 2020. Bij fase drie horen drie separate documenten die samen vorm, structuur en inhoud geven aan de regionale samenwerking. Dit zijn: het rapport Samenwerkingsmodel Waterketen; 1 de samenwerkingsovereenkomst WKGD; het uitvoeringsprogramma WKGD fase 3. Door in te stemmen met de inhoud van deze documenten hebben alle partijen zich aan de doelstellingen van de regionale samenwerking verbonden. Ten aanzien van de lokale (cluster) samenwerking zijn Waterakkoorden opgesteld. Omdat wij als waterschap partner zijn in vijf clusters, waarvan drie een waterakkoord hebben opgesteld, zijn deze gelijktijdig vastgesteld. Door in te stemmen met de waterakkoorden hebben betrokken partners zich aan de doelstellingen per cluster verbonden. Op 6 februari 2014 heeft een bestuurlijke bijeenkomst plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de behaalde resultaten en de voortgang gepresenteerd en is een doorkijk gegeven naar fase 3. Tijdens die sessie bleek er een breed bestuurlijk draagvlak voor regionale samenwerking in de waterketen, fase 3. Doelen en baten van samenwerking Het Bestuursakkoord Water (BAW 2011) vormt het landelijk kader. Hierin staan de drie K’s centraal. Wij hebben daar in onze regio de D van duurzaamheid aan toegevoegd: 1. Het verlagen van de maatschappelijke Kosten; 2. Het verminderen van de Kwetsbaarheid; 3. Het verbeteren van de Kwaliteit van beheer; 4. Bevorderen van het Duurzaam beheren van de waterketen. Ad 1. Kostenreductie Landelijk is er een visitatiecommissie ingesteld onder leiding van mevrouw Karla Peijs. Deze commissie ziet toe op de voortgang en uitvoering van de landelijke afspraken. De regio Groningen en Noord-Drenthe vormt het landelijk aanspreekpunt. Vanuit de regio wordt de realisatie van de doelen aangestuurd en gecoördineerd. De commissie heeft op basis van een specifiek beoordelingskader gekeken naar de voortgang die door onze regio is geboekt. Op basis van het ambitieniveau voor de kostenbesparing, de concreetheid van de plannen en de implementatie heeft de commissie per regio de voortgang beoordeeld. Daarvoor zijn de begrippen: koploper, peloton en achterblijver gebruikt. De commissie heeft onze regio tot de groep peloton gerekend. Hier zijn wij uiteraard content mee. De reden dat wij niet tot de groep koploper behoren is omdat het ambitieniveau momenteel net lager ligt dan de door de commissie gehanteerde 10 procent in 2020 voor gemeenten en waterschappen. Voor de waterbedrijven heeft de commissie een afzonderlijk traject ingesteld. Ondanks dat de waterbedrijven volledig meedoen binnen ons samenwerkingsverband, is de methodiek van de commissie overgenomen In de regio Groningen en Noord-Drenthe is de landelijke doelstelling onverkort van toepassing. De 27 gemeenten en 2 waterschappen staan voor realisatie van een kostenreductie (minder meer) in 2020 van tenminste 10%, zijnde € 14,9 miljoen structureel. In bijlage 1 is dit nader uitgewerkt. De verwachte kostenontwikkeling tot 2020 is becijferd in het document Regionaal Feitenonderzoek (RFO) te raadplegen op de website www. waterketengroningendrenthe.nl onder documenten. De totale besparingsambitie kent twee vormen: Besparingen die door samenwerking tussen gemeenten en waterschappen worden gerealiseerd. In onze regio dragen de waterbedrijven hier ook in bij. Besparingen die individueel of door lokale samenwerking door organisaties worden gerealiseerd. 2 In het landelijk feitenonderzoek is aangetoond dat de grootste besparingen zijn te realiseren op het strategisch niveau (doe de goede dingen). De samenwerking in fase 3 richt zich op de besparingen die door samenwerking kunnen worden gerealiseerd. Deze bedragen volgens het RFO 7,5 – 10 miljoen euro structureel. Tegenover deze besparing staan kosten voor onderzoek en het aanpassen van werkwijzen van ca. 1,5 – 3 miljoen eenmalig. Onderstaande illustratie schetst dit. Ad 2. Verminderen van kwetsbaarheid Door vergrijzing en afname van jongeren die kiezen voor technische beroepen neemt het arbeidspotentieel voor de watersector af. Tegelijkertijd zijn veel gemeenten en waterschappen al kwetsbaar doordat veel taken worden verricht door éénpitters in de organisatie. Dat maakt niet alleen de organisatie fysiek kwetsbaar, maar zet ook een rem op innovatie en een evenwichtige taakuitvoering. De samenwerking in de waterketen geeft op drie manieren invulling aan de vermindering van de kwetsbaarheid: De samenwerking in clusters leidt tot gezamenlijke beleidsvorming, operationele samenwerking op bedrijfsonderdelen en meer collegiale kennisdeling. Het organiseren van gezamenlijke diensten (netwerkmodel) leidt tot professionele en effectieve uitvoering van taken. Regionale ondersteuning en facilitering geven actief invulling aan kwaliteitsverbetering door kennisuitwisseling en door het bevorderen van uitwisseling en detachering van personeel. Ad 3. Verbeteren van de kwaliteit van het beheer De kwaliteit van het beheer is afhankelijk van goede vakkennis, goede betrouwbare informatie en professionele sturing op de beleidscyclus. Goede kwaliteit uit zich in investeringen voor de laagst maatschappelijke kosten; zoveel mogelijk doen met zo weinig mogelijk geld. Maar draagt ook bij aan de kwaliteit van de openbare ruimte. ‘Water’ wordt een volwaardig onderwerp in de ruimtelijke ontwikkeling. De samenwerking draagt hieraan bij door: De kennisuitwisseling over moderne technieken te bevorderen; Gezamenlijke uitvoering van Meten en Monitoren en Gegevensbeheer te organiseren en hierdoor een stabiele en betrouwbare datavoorziening te creëren. Deze data voorziening kan in de komende jaren worden uitgebreid naar assetmanagement, waardoor investeringsbeslissingen nog scherper kunnen worden gemaakt; Meer sturing te ontwikkelen op goede uitvoering van de beleidscyclus. Ad 4. Bevorderen van duurzaam beheer van de waterketen In de beleidsvisie Water Verbindt wordt een gezamenlijke koers uitgezet naar kringloopsluiting, het terugwinnen van energie en het terugwinnen van grondstoffen. Door samenwerking wordt ingezet op 3 deze gezamenlijke koers, waarbij we de goede dingen doen en de dingen goed doen. Binnen de waterketen worden investeringen voor een bijzonder lange termijn gedaan. Door deze investeringen goed op elkaar af te stemmen en ze toekomstbestendig te maken gaan duurzame ontwikkeling en doelmatigheid hand in hand. Door kennisuitwisseling en het borgen van de gezamenlijke koers in de projecten binnen de afvalwaterplannen en waterakkoorden realiseren we een meer duurzaam beheer van de waterketen. Samen werken in een politiek/bestuurlijk veranderend landschap Het proces van de samenwerking in de waterketen ontwikkelt zich in een periode dat gemeentelijke herindeling en samenwerking actueel zijn. Datzelfde geldt ook voor de waterschappen en waterbedrijven. Een belangrijke vraag is hoe deze ontwikkelingen kunnen worden benut zonder dat ze elkaar tegenwerken, maar elkaar juist versterken. Een top-down benadering zoals bij de regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) is bestuurlijk niet wenselijk. Binnen de samenwerking in de waterketen is daarom voor een aantal uitgangspunten gekozen: Van inhoud naar vorm; werk concrete kansen voor samenwerking uit, toon aan wat het oplevert en kies dan pas een samenwerkingsvorm. Ontwikkel samenwerking in clusters die goed aansluiten bij bestaande ideeën over gemeentelijke samenwerking en herindeling; maak de indeling aanpasbaar op het moment dat inzichten veranderen of plannen voor herindeling. Kies voorlopig voor een lichte, aanpasbare samenwerkingsvormen, zodat goed kan worden ingespeeld op veranderende omstandigheden na een eventuele gemeentelijke herindeling. Borg de integrale werkwijze binnen de openbare ruimte. Vermijd suboptimale keuzen; kies voor een regionaal niveau van samenwerking voor onderwerpen waarvoor dat aantoonbaar wat oplevert. Samenvatting van het rapport Samenwerkingsmodel In de volgende stap naar duurzame samenwerking voor de Waterketen Groningen - Noord-Drenthe (WKGD) staat implementatie van een samenwerkingsmodel centraal. 'Uitvoering op basis van regie' is het model wat op dit moment goed past om invulling te geven aan de samenwerkingsdoelstellingen. Dit model is relatief snel te operationaliseren en staat verdere doorgroei en lange termijn visies niet in de weg. In deze rapportage wordt aangegeven waarom dit model volgens de strategiegroep het beste past en wat dit model behelst. Het is geen blauwdruk en detaillering word in dit stadium achterwege gelaten. Het model - waarin uitvoering op basis van regie centraal staat - gaat uit van een aantal denklijnen gericht op het behalen van schaalvoordelen door krachtenbundeling rondom structurele en incidentele activiteiten. Daarbij wordt de optimale schaal om activiteiten te beleggen geschetst. Een enkele keer is dit op het niveau van de individuele organisatie maar meestal ligt het optimum op een hoger niveau: cluster of regio. Professionele regie is de voornaamste bouwsteen van het model: uitgaande van de kracht van bestaande organisaties, wordt de Waterregisseur geïntroduceerd. Dit is een persoon met doorzettingskracht en mandaat die professionele regie op samenwerking voert. Vanuit een inhoudelijke focus zet de Waterregisseur sterk in op bedrijfsmatige, procesmatige en veranderkundige aspecten van samen werken. De 4 Waterregisseur stuurt vanuit de regiegroep (directievertegenwoordiging deelnemers) op doelmatige realisatie van de samenwerkingsdoelen richting regionale diensten en projecten alsook richting lokale clusters. Tevens toetst de Waterregisseur de besteding van middelen en rapporteert hij/zij over realisatie van de samenwerkingsdoelen richting de regiegroep. Deze activiteiten verricht hij vanuit de regiegroep, die als opdrachtgever verantwoordelijk is voor de resultaten die door de ambtelijke organisaties worden geboekt. De Waterregisseur kan onafhankelijk van de regiegroep richting bestuurders opschalen. Ook in de uitvoering door gezamenlijke diensten treedt de waterregisseur sturend op. Dit zijn cruciale aspecten in het samenwerkingsmodel. De huidige regiegroep, bemenst door inhoudelijke deelnemers, transformeert in fase drie naar een groep managers bestaande uit een directievertegenwoordiging van de deelnemers. De regiegroep is verantwoordelijk voor het behalen van de samenwerkingsresultaten. De stuurgroep verdwijnt in de nieuwe constellatie. Er vindt jaarlijks informatief bestuurlijk overleg plaats met bestuurlijke vertegenwoordigers van de deelnemers. Hierin wordt het jaarverslag besproken, de voortgang en de concept-begroting. Samenwerken vraagt om investering en bereidheid hiertoe bij de ketenpartners om de verwachte besparingen van 14,9 miljoen voor gemeenten en waterschappen per jaar vanaf 2020 te kunnen realiseren. Investering in een Waterregisseur incl. ondersteuning op het gebied van noodzakelijke expertise (waterinhoudelijk, bedrijfsvoering en veranderkunde) is in ieder geval noodzakelijk. Daarnaast zijn ook specifieke investeringen nodig in de samenwerking op het niveau van diensten, projecten en clusters. Op het niveau van de gemeentelijke clusters speelt de Clustercoördinator een belangrijke rol en richt zich daarbij op doelmatige sturing op de realisatie van het waterplan / waterakkoord van het cluster. Concluderend wordt gesteld dat met het voorgestelde samenwerkingsmodel snel meters gemaakt kunnen worden. Daardoor groeit het aantal samenwerkingsresultaten verder, wat het vertrouwen in de samenwerking verder doet groeien. Opzet van het uitvoeringsprogramma, fase 3 Het uitvoeringsprogramma voor fase 3 richt zich op de inhoud; wat moeten we doen om de doelen van de samenwerking in waterketen in de komende jaren te realiseren? Er liggen er twee belangrijke opgaven: Het realiseren van de doelen op regionaal niveau (uitbouwen quick wins, realiseren acties uit beleidsvisie, realiseren optimaal schaalniveau van samenwerking) Het realiseren van de doelen op clusterniveau; het uitvoeren van de afvalwater(beleids)plannen en waterakkoorden en het realiseren van optimale samenwerking. Het uitvoeringsprogramma richt zich inhoudelijk op het regionale schaalniveau en zoekt daarbij de verbinding met de afvalwater(beleids)plannen en waterakkoorden op clusterniveau. Op regionale schaal wordt ingezet op centrale regie, het aanjagen van de voortgang en het faciliteren van de clusters. Binnen de samenwerking in de waterketen is het regionale schaalniveau vooral van belang om: Invulling te geven aan het Bestuursakkoord Water en verantwoording af te leggen aan de landelijke sturingsorganisatie voor realisatie van de doelen. Daar waar samenwerking op regionale schaal een duidelijk synergievoordeel oplevert boven het niveau van individuele clusters, moet hier op zakelijke wijze invulling aan worden gegeven. Het uitvoeringsprogramma geeft invulling aan drie sporen: 1. Invulling van professionele regie, met beschrijving van activiteiten die door de Waterregisseur worden ontplooid om actief te kunnen sturen op de realisatie van de regionale doelen. 5 2. Definitie van uit te voeren projecten. Hierbij gaat het om uitvoering geven aan de visie Water Verbindt en gezamenlijke clusteroverstijgende projecten. 3. Het invullen van de beoogde diensten voor meten en monitoren en gegevensbeheer Ook wordt invulling gegeven aan de wijze waarop de samenwerking in clusters wordt ondersteund en gecoördineerd. Deze activiteiten worden uitgewerkt in jaarprogramma’s. Om de uitvoering goed te laten verlopen moet voortgang worden bijgehouden middels een planning en controlcyclus. Deze wordt aangestuurd door de regiegroep. Opzet Samenwerkingsovereenkomst WKGD De samenwerkingsovereenkomst borgt het samenwerkingsverband. Er wordt in het samenwerkingsmodel gekozen voor uitvoering op basis van regie. Er wordt geen juridische vorm voor een samenwerkingsverband opgetuigd, maar een aantal uitvoeringstaken wordt wel meer duurzaam ingevuld. De bestaande afspraken die al zijn vastgesteld in het Waterketenakkoord en het Uitvoeringsprogramma fase 2 moeten hierop worden aangevuld. De samenwerkingsovereenkomst is nodig om de regionale afspraken voor fase 3 te borgen. Een samenwerkingsovereenkomst is een overeenkomst tussen meerdere partijen waarin partijen hun samenwerking schriftelijk vastleggen. Deze overeenkomst richt zich op bindende afspraken tussen de partners die van toepassing zijn op samenwerking op regionale schaal en op de schaal van de 7 clusters. In de overeenkomst is onder andere geregeld: De doelen en opgaven die we door middel van de samenwerking in de waterketen willen realiseren; De uitgangspunten en randvoorwaarden; De duur van de overeenkomst, deze bedraagt 5½ jaar; De organisatie van het samenwerkingsverband; De wijze waarop wordt de uitvoering wordt vorm gegeven en de personele invulling; De wijze waarop kosten worden verdeeld; De wijze waarop toetreding, opzegging en communicatie worden geregeld. Waterakkoorden clusters Binnen het beheergebied van de samenwerking in de waterketen zijn 7 clusters opgericht. Deze clusters maken een afvalwaterplan/waterakkoord. Deze worden door de individuele clusters per partner bestuurlijk vastgesteld. In dit waterakkoord ligt de nadruk op het maken van afspraken voor de gezamenlijke aanpak van opgaven binnen cluster van gemeenten en waterschappen (het waterbedrijf zit als adviseur aan tafel). Deze afspraken gelden op het niveau van zuiveringskringen en richten zich vooral op het afstemmen van investeringen, gezamenlijke planvorming en gebruik maken van elkaars diensten. Om alles te borgen zijn twee factoren van belang: goede coördinatie en voldoende tijd/capaciteit bij de mensen die het moeten uitvoeren. Veel waarde wordt gehecht aan de invulling van de Clustercoördinator. Per cluster zorgt de Clustercoördinator voor een doelmatige uitvoering en voor goede afstemming met andere clusters en de regio. De Waterakkoorden zijn ter vaststelling voorgelegd aan de colleges, gemeenteraden, dagelijkse besturen en in sommige gevallen de directies van waterbedrijven. Waterbedrijf Groningen neemt in het cluster Garmerwolde actief deel, in ander clusters vervullen waterbedrijven een adviserende rol. Door deze besluitvorming te combineren wordt inzicht verschaft in de samenhang tussen regionale aanpak en de samenwerking in het cluster. In het besluitvormingsproces is, om voornoemde reden, voorzien in een informatieve bestuurlijke bijeenkomst per cluster. Naast het inzicht verschaffen in inhoud en samenhang 6 is tijdens deze bijeenkomsten getoetst of bestuurlijke besluitvorming op basis van hetgeen voorligt soepel zou kunnen verlopen. Kosten Vooropgesteld dient te worden dat de kosten worden terugverdiend uit de te realiseren besparingen (minder meer kosten) die worden gerealiseerd. Regionaal In het uitvoeringsprogramma is de te realiseren kostenvermindering voor waterschappen, gemeenten en waterbedrijven opgenomen. Deze is onderverdeeld naar de twee waterschappen, de twee waterbedrijven en de 7 clusters. Zoals dit ook in de fasen 1 en 2 het geval was zal ook fase 3 een bijdrage vergen van de deelnemers om verder uitvoering te geven aan de samenwerking. De kostenverdeling is voor gemeenten 55%, waterschappen 30% en waterbedrijven 15% De bijdrage per gemeente wordt gebaseerd op inwoneraantal. De jaarlijkse kosten voor de regionale uitvoering zijn becijferd op € 200.000,--. Lokaal (cluster) In de uitvoeringsprogramma behorend bij het waterakkoord wordt concreet afgesproken hoe de geraamde kosten worden bespaard per deelnemende partij. Kosten voor het uitvoeringsprogramma worden verdeeld via vier berekeningswijzen, die zijn gebaseerd op verantwoordelijkheden, verwachte baten en gemeentegrootte (heffingseenheden peildatum 1 januari 2014). De uitwerking is terug te vinden in de toelichting op het waterakkoord. In bijlage 1 is de samenvatting van de bedragen te vinden. Hierbij past wel een voorbehoud en nuancering. Het besparingspotentieel betreft een theoretisch deel dat door iedere partij afzonderlijk op basis van de bovenvermelde berekeningswijze kan worden bespaard en dat niet direct is toe te rekenen aan de samenwerking. Dit deel moet door iedere partij nog inzichtelijk worden gemaakt en is dus nu nog niet helder. Dit inzicht wordt zo snel mogelijk verschaft. Overzicht financiële taakstelling: structurele besparing vanaf 2020 De totale taakstelling gemeenten en waterschappen: € 14.900.000 Taakstelling waterschappen: Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s, € 7.050.000 € 2.960.000 € 4.090.000 Taakstelling gemeenten: verdeeld over de clusters globaal: Noord-Drenthe: Haren/Groningen/Ten Boer: Westerkwartier: Groningen-Centraal: Groningen-Oost: DAL: BMWE: € 7.780.000 € 1.750.000 € 2.180.000 € 630.000 € 960.000 € 1.030.000 € 600.000 € 630.000 De waterbedrijven hebben een eigen taakstelling van € 3.100.000. Deze is als volgt verdeeld: Waterbedrijf Groningen, € 1.300.000 Waterleidingmaatschappij Drenthe, € 1.800.000 7 Toelichting opbouw taakstelling Groningen en Noord-Drenthe, 14,9 miljoen In het Bestuursakkoord Water is landelijk afgesproken om door middel van samenwerking structureel de kostenstijging van riolering en rioolwaterzuivering te beperken. Door de visitatiecommissie (commissie Peijs) is deze taakstelling voor waterschappen en gemeenten gesteld op structureel 10% mindermeerkosten in 2020. Dat ziet er voor de regio Groningen en Noord-Drenthe als volgt uit: Invulling kostenbesparingsopgave: Regionale samenwerking + Uitvoering afvalwater(beleids) plannen en waterakkoorden Ca. € 9 miljoen Individuele besparingen waterschappen (Reeds ingevuld) Ca. € 3 miljoen Individuele besparingen gemeenten (Nader in te vullen) Ca. € 3 miljoen Min. € 14,9 miljoen Inmiddels hebben wij als dagelijks bestuur: 1. Ingestemd met de regionaal opgestelde samenwerkingsovereenkomst; 2. Ingestemd met deelname aan het regionale uitvoeringsprogramma fase 3; 3. Ingestemd met de waterakkoorden in de clusters Westerkwartier, Kop van Drenthe, Groningen/Haren/Ten Boer 4. Ingestemd om een jaarlijkse financiële bijdrage leveren (5 jaar lang, tot 2020) van € 162.227,00 ter financiering van de regionale samenwerking en van de kosten van de clustersamenwerking. Kernboodschap Met de vaststelling van de samenwerkingsovereenkomst, het samenwerkingsmodel, het bijbehorende uitvoeringsprogramma, en alle clusterplannen weten we wat we moeten doen en hoe we dat moeten doen. Hiermee maken we de stap naar fase 3, en geven we een duurzame invulling aan de uitvoering van de afspraken uit het landelijk bestuursakkoord water voor 2020. 8 Vervolg Na de bestuurlijke besluitvorming, die voor 1 september dient te hebben plaatsgevonden, wordt in het najaar gestart met de uitvoering van alle vastgestelde uitvoeringsprogramma’s. Op regionaal niveau betreft dit het ‘Uitvoeringsprogramma WKGD, Fase 3’. In de clusters gaat het om de afspraken zoals deze zijn vastgesteld in de opgestelde afvalwater(beleids)-plannen en de waterakkoorden. In het samenwerkingsmodel draait het om uitvoeren van alle vastgestelde plannen, en dit op basis van regie. Dit model wordt de komende periode uitgerold. De huidige Stuurgroep, waarin P.J. van Zanten namens ons waterschap zitting heeft en waaraan W.F. Brenkman is verbonden als secretaris, gaat verdwijnen. Hiervoor in de plaats komt een Bestuurlijk Overleg wat (minimaal) één keer per jaar wordt geïnformeerd over de voortgang. Op clusterniveau zijn Waterteams gevormd. Deze waterteams hebben de opdracht de vastgestelde afvalwater(beleids)plannen en waterakkoorden uit te voeren. Op dit moment worden hiervoor clustercoördinatoren geworven die dit als taak binnen bestaande functies belegd krijgen. Binnen de clusters vindt een eigen bestuurlijke terugkoppeling plaats over voortgang. Er wordt met het Dagelijks Bestuur nog gekeken naar hoe de bestuurlijke bezetting in de verschillende geledingen het beste kan worden georganiseerd. Bijlage(n) Via http://ww.waterketengroningendrenthe.nl krijgt u toegang tot alle relevante documenten die binnen het Samenwerkingsverband Waterketen Groningen / Noord-Drenthe zijn opgesteld. Zie hiervoor onder het kopje ‘Eigen publicaties’. Tevens vindt u hier alle verschenen nieuwsbrieven en de onlangs uitgebrachte brochure ‘Samen werken aan de waterketen Groningen Noord-Drenthe’. In deze brochure wordt aan de hand van een aantal voorbeelden ingegaan op de voordelen van de samenwerking. 9
© Copyright 2024 ExpyDoc