Inwendige radiotherapie (brachytherapie) bij de behandeling van baarmoederhalskanker In deze folder leest u meer over de inwendige radiotherapie (brachytherapie) bij de behandeling van baarmoederhalskanker. Deze informatie ontvangt u als aanvulling op de algemene informatie over radiotherapie. De totale behandeling bestaat uit uitwendige bestraling gecombineerd met chemotherapie of hyperthermie. Tevens wordt inwendige bestraling gegeven (brachytherapie). Over de uitwendige bestraling ontvangt u een aparte folder. Informatie over de chemotherapie ontvangt u van uw behandelend medisch oncoloog. Doel van de behandeling Het doel van de behandeling is genezing. Het combineren van uit- en inwendige bestraling zorgt voor een grotere kans op genezing, omdat de bestralingsdosis op de tumor hoger wordt dan met alleen uitwendige bestraling. De applicator (bestralingshulpmiddel) Bij brachytherapie in het geval van baarmoederhalskanker worden een of meerdere holle buisjes ingebracht in uw baarmoeder en/of vagina. Deze buisjes vormen tezamen de applicator. Soms is het noodzakelijk ook in het weefsel naast de baarmoeder holle naalden in te brengen. Door middel van deze applicator kan het gezwel in de baarmoederhals van binnenuit bestraald worden. Dit gebeurt door een klein radioactief bronnetje via deze holle buisjes in de tumor te brengen. Dit bronnetje blijft een voorgeprogrammeerde tijd zitten en wordt daarna verwijderd. Schematisch overzicht van een ingebrachte applicator tbv brachytherapie baarmoederhalskanker 1 Aantal inwendige bestralingen In totaal zullen vier inwendige bestralingen plaatsvinden. Omdat het inbrengen van de applicator een vervelende procedure is, die onder verdoving moet plaatsvinden, is ervoor gekozen de bestralingen twee aan twee te laten plaatsvinden. Daarom blijft de applicator na de eerste bestraling in de baarmoeder zitten, tot de volgende ochtend de tweede bestraling gegeven is. U verblijft deze nacht in het ziekenhuis. Op twee achtereenvolgende maandagen wordt ’s ochtends vroeg, onder verdoving, de applicator ingebracht. Vervolgens wordt u bestraald op maandagmiddag en op dinsdagochtend. Daarna gaat u zonder applicator naar huis en zal de week erna de procedure herhaald worden. Het inbrengen van de applicator. Op de dag van de eerste inwendige bestraling meldt u zich om 7 uur ’s ochtends op de SSU (route 821). Daar kunt u zich omkleden voor de behandeling. U wordt door de verpleegkundigen naar de operatiekamer gebracht. De verdoving zal meestal gegeven worden via een ruggenprik, waarbij een slangetje (katheter) achtergelaten wordt. Dit slangetje kan tot het verwijderen van de applicator blijven zitten voor het geven van pijnstilling. Als de verdoving goed is ingewerkt, zal eerst een blaaskatheter ingebracht worden voor het laten aflopen van de urine. Vervolgens zal een inwendig onderzoek worden verricht om de ligging van de baarmoeder en de tumor te beoordelen. Daarna wordt de applicator geplaatst, eventueel met behulp van een echoapparaat. De applicator wordt op zijn plek gehouden met een lang gaas waarmee de rest van de vagina wordt opgevuld (gynaecologische tampon). Hij kan dan niet gemakkelijk verschuiven bij bijvoorbeeld hoesten. De applicator wordt vastgemaakt aan het lichaam met een katoenen bandje dat om de taille wordt gebonden. Na de ingreep Na de ingreep gaat u eerst naar de uitslaapkamer (verkoever) tot u voldoende stabiel bent voor vervoer. Als de anesthesist het veilig vindt dat u het operatiecomplex verlaat, wordt u naar de afdeling radiologie gebracht waar een MRI-scan gemaakt wordt ten behoeve van het maken van een bestralingsplan. 2 Bestralingsplan en bestraling Op de MRI kunnen we goed zien waar nog tumor zit. Deze informatie en de informatie van het inwendig onderzoek wordt gebruikt voor het maken van een aan uw situatie aangepast bestralingsplan. Na de MRI gaat u even terug naar uw kamer op de afdeling. Zodra het bestralingsplan klaar is en goedgekeurd door uw behandelend arts wordt u opgehaald en naar de afdeling radiotherapie gebracht. Daar worden de holle buisjes aangesloten op het bestralingsapparaat en wordt u bestraald. Dit duurt ongeveer vijftien minuten. Na de bestraling gaat u terug naar uw kamer op de afdeling. De volgende ochtend wordt u weer naar de afdeling radiotherapie gebracht voor de tweede inwendige bestraling. Voorafgaand aan deze tweede bestraling wordt op de radiotherapie nog een extra CT-scan gemaakt ter controle. Hiermee kunnen we zien of de applicator gedurende de nacht niet is verschoven en of de omliggende organen niet van plaats zijn veranderd (denk bijvoorbeeld aan darmvulling). Tijdens de behandeling Met de applicator kunt u niet zitten of lopen. U moet zolang u de applicator in hebt op de rug blijven liggen. Hoewel u de armen, benen en het hoofd wel wat kunt bewegen is het beter om zo rustig mogelijk te liggen. Iets omhoog met het hoofd met enkele kussens is wel mogelijk. Door het lange liggen krijgen sommige vrouwen last van hun rug. Omdat slapen hierdoor moeilijk kan zijn, kunt u zonodig om een slaapmiddel vragen. Doordat u langdurig in bed moet blijven liggen, krijgt u een injectie in het bovenbeen ter voorkoming van trombose. Sommige vrouwen voelen tijdens de behandeling een druk of onaangenaam gevoel in de onderbuik. De applicator is te voelen, vooral bij beweging. Als dit pijnlijk is, kunt u vragen om extra pijnmedicatie. De blaaskatheter kan aanleiding geven tot een geïrriteerde blaas. Ook hiervoor kan eventueel pijnstilling worden voorgeschreven. We proberen ontlasting gedurende de periode dat de applicator is ingebracht te voorkomen door zonodig een stoppend middel te geven. Als u voor de ingreep enkele dagen geen ontlasting hebt gehad, kan het wenselijk zijn de avond voorafgaand aan de behandeling een darmspoeling te geven(klysma). Vaak kan echter 3 volstaan worden met het geven van enkele tabletjes bisacodyl (laxerend middel) die u in het weekend voorafgaand aan de ingreep kunt innemen. Dit in overleg met uw behandelend arts. Omdat onze ervaring is dat er na een nacht liggen - en bij het gebruik van medicijnen die u via de ruggenprik toegediend krijgt - zich lucht in de darmen ophoopt, brengen we de ochtend van de tweede bestraling een dun slangetje in de anus om de lucht te laten ontsnappen. Hierdoor kunnen we de dosis op de darmen terugbrengen. Ontslag Na deze tweede bestraling worden de tampon en applicator door de radiotherapeut verwijderd. De katheter voor pijnbestrijding zal door de anesthesist verwijderd worden. Daarna zal op de afdeling ook de blaaskatheter verwijderd worden. Als u vervolgens geplast heeft, kunt u naar huis. Bijwerkingen Het kan zijn dat in de dagen na de bestraling het plassen gevoelig is. Dit kan enkele dagen aanhouden. Ook kunt u merken dat u darmklachten krijgt. Verder zorgt de combinatie uit- en inwendige bestraling voor een kans op blijvende plas- en ontlastingsklachten. Hierbij moet u denken aan frequenter toiletbezoek, dunnere ontlasting, moeite met (lang) ophouden van plas en ontlasting. Ook kan uw sexuele beleving veranderen. Uw behandelend arts en de verpleegkundigen kunnen u hier meer over vertellen. Belangrijke praktische tips • • • • Kom op tijd. Als u onverhoopt te laat arriveert, kan het zijn dat de behandeling moet worden geannuleerd. Zorg dat u niet gegeten of gedronken hebt vanaf middernacht. De anesthesist kan u niet verdoven als u niet nuchter bent. Voor de ingreep moet een markering op de onderbuik geplaatst worden. Dit zal veelal de vrijdag tevoren, bij de uitwendige bestraling gedaan worden. Het is ook mogelijk dat u van tevoren instructie krijgt om dit zelf thuis te doen. Als u bloedverdunners gebruikt, is het belangrijk dat u de instructies van uw arts opvolgt om complicaties of het afzeggen van de ingreep te voorkomen. 4 • U wordt een nacht opgenomen. Neem dus nachtkleding mee voor één nacht. In verband met de applicator is het handiger om een nachthemd te dragen dan een pyjama. Toiletspullen en de medicijnen die u regelmatig gebruikt, moeten mee naar het ziekenhuis. Melden om 07.00 op SSU (routenummer 821) Meer informatie Als u nog vragen heeft over de behandeling dan kunt u die altijd stellen aan de laboranten of uw behandelend arts. Voor meer informatie over baarmoederhalskanker kunt u terecht op de volgende websites: • • • • KWF kankerbestrijding www.kwfkankerbestrijding.nl Integraal Kankercentrum Nederland www.kankerwiehelpt.nl Netwerk van vrouwen met gynaecologische kanker www.olijf.nl Nazorgprogramma voor kankerpatiënten www.herstelenbalans.nl 5 Noteer hier uw vragen 01-2014-7397 Adres Afdeling Radiotherapie Ingang oost (via Heyendaalseweg) Geert Grooteplein 32, route 875 6525 GA Nijmegen Contact 024 - 361 45 05 Voor spoedoverleg buiten kantooruren: 024- 361 11 11 www.radboudumc.nl/zorg/afdelingen/radiotherapie Radboud universitair medisch centrum
© Copyright 2024 ExpyDoc