Voorbeeldvragen Kennistoets zij

Voorbeeldvragen Kennistoets zij-instroom Geneeskunde
LET OP: ONDERSTAANDE VRAGEN ZIJN VOORBEELDVRAGEN UIT
TOETSEN VAN VOORGAANDE JAREN. DE TOETS IS IEDER JAAR
ANDERS. AAN ONDERSTAANDE VRAGEN KUNNEN GEEN RECHTEN
WORDEN ONTLEEND!
1.
Pindolol werkt op beta-adrenoceptoren.
Tijdens rust (slapen) verhoogt pindolol de hartfrequentie en tijdens inspanning (hardlopen)
verlaagt pindolol de hartfrequentie.
Welk begrip beschrijft pindolol het beste?
o
o

o
2.
Malaria wordt veroorzaakt door

o
o
o
3.
(a) allosterische modulator
(b) irreversible antagonist
(c) partiele agonist
(d) inverse agonist
(a) Plasmodium spp
(b) Trypanosome spp
(c) Leishmania spp
(d) Trichomonas spp
Een beta-sheet in een eiwit is een vorm van een
o

o
o
(a) primaire structuur
(b) secundaire structuur
(c) tertiaire structuur
(d) quaternaire structuur.
4.
Deze figuur toont het druk-volume diagram van de thorax (borstkas).
TLC is de totale longcapaciteit.
Als er een open verbinding tussen de pleuraholte en de buitenlucht komt (pneumothorax) dan
zal het borstkasvolume aan de aangedane kant veranderen.
Welke waarde neemt dat borstkasvolume aan tijdens een adempauze na een normale
uitademing?
De juiste waarde ligt het dichtst bij
o
o

o
5.
De vena renalis sinistra ontvangt behalve bloed uit de linkernier, ook bloed uit
o
o

o
6.
(a) 25 % TLC
(b) 45 % TLC
(c) 65 % TLC
(d) 100 % TLC
(a) de wervelkolom
(b) de milt
(c) het ovarium
(d) de rechternier
In welk celtype wordt het met tatoeage in de huid ingebrachte pigment het meest waarschijnlijk
opgeslagen?
o
o
o

(a) melanocyt
(b) monocyt
(c) mestcel
(d) macrofaag