magazine - Trias Jeugdhulp

magazine
november 2014
Hoofd- en onderaannemer
Wethouders blikken vooruit
Elkaar vinden op inhoud
elaar
24 uur met Rosa van den Bigg
’De decentralis
atie
gaat om twee di
ngen:
continui.teit en
vernieuwen’
Jannes Janssen (ChristenUnie) is ook in zijn
derde termijn als wethouder onder meer
verantwoordelijk voor het jeugdbeleid van
gemeente Hardenberg. “Ik kom uit het
onderwijs en heb altijd wat met jongeren
gehad; het intrigeert me.”
Jannes Janssen:
‘Transformatie en transitie
zijn gezamenlijke uitdaging’
Sneller en goedkoper
Een belangrijk onderdeel van het jeugdbeleid is de decentralisatie
van de jeugdzorg. “Van alle overheidslagen zit de gemeente
het dichtst bij de burger, dicht bij onderwijs en kinderopvang.
Die positie moeten we benutten. Omdat we dichterbij staan,
’De samenwerking
Trias en SGJ
vind ik een goede
ontwikkeling’
kunnen we sneller én goedkoper helpen.”
Volgens Janssen gaat het bij de overheveling van taken van
provincie naar gemeenten om twee dingen: continuïteit en
vernieuwen. “Behoud het goede en verbeter wat beter kan.
Financieel en bureaucratisch liep het in de jeugdzorg uit de hand.
Er moest wat gebeuren. De kosten stegen, er kwamen meer en
meer indicaties. Niemand wil dat, en toch was het zo ontstaan.“
Gezamenlijke uitdaging
De Hardenbergse wethouder ervaart dat alle betrokkenen bij
jeugdzorg in de regio IJsselland welwillend zijn en de noodzaak
2
magazine
van de decentralisatie inzien. “De organisaties
staan open voor verandering. Dan praat je over
de transformatie van de jeugdzorg. Parallel hieraan
loopt de transitie. Die gaat gepaard met een
korting op de budgetten”, vertelt Janssen. “Ik
merk wel dat er zorgen zijn over die korting.
Als gemeenten in de regio IJsselland hebben we
tijdens een bestuurlijk overleg met de zorgaanbieders gezegd: we willen de komende twee jaar de
samenwerking voortzetten, maar dat betekent wel
dat jullie minder vergoeding moeten accepteren
en bereid zijn de werkwijze aan te pakken. Alle
aanwezige bestuurders hebben hier ‘ja’ op gezegd.
Voor mij was dat het mooiste moment in het proces
tot dusver. De transformatie en transitie zijn nu een
gezamenlijke uitdaging.”
Hulp naar het kind
Uitgaan van de vraag, ontschotten, integraal helpen
en aansluiten bij mensen zijn speerpunten van
Janssen in de decentralisatie. “Niet het kind naar de
hulp, maar hulp naar het kind. Ik wil bijvoorbeeld
niet dat een kind uit onze gemeente naar Zwolle
moet voor hulp. Trias speelt hier op in en werkt
bijvoorbeeld samen met onderaannemer SGJ
Christelijke Jeugdzorg. Een goede ontwikkeling.”
Janssen gelooft in preventie. “Natuurlijk blijft er een
kleine club met veel problemen. Maar we kunnen
er wel voor zorgen dat - door sneller in te grijpen
– problemen worden aangepakt als ze nog niet zo
groot zijn. Dat kan dan vaak met lichtere vormen
van hulp en dat is voor het kind veel prettiger.”
Mensen die beroepsmatig met kinderen en gezinnen te maken hebben, zoals leerkrachten,
medewerkers in de kinderopvang, maar ook een
trainer van het voetbalteam, hebben in Hardenberg daarom een belangrijke signalerende functie.
“Iedereen die met kinderen werkt, kan mee helpen.
We hebben alle ogen en oren nodig om problemen
tijdig te signaleren. Het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen zijn heel belangrijk. We geven begeleiding aan medewerkers van peuterspeelzalen en kinderopvang en zorgen voor een warme
overdracht naar de basisschool. Ook hebben we
afspraken gemaakt met het onderwijs:
wat mogen we van jullie verwachten op zorgniveau,
hoe informeren we elkaar?”
Op dit punt gebeurt al veel in Hardenberg. Zocoacht
Trias pedagogisch medewerkers van kinderopvangcentra *1. En ruim driekwart van de intern begeleiders op scholen werkt volgens het principe van
Triple P (mogelijk gemaakt met geld van Provincie
Overijssel). “Hierdoor kijken we met dezelfde blik
naar de cliënt, spreken we dezelfde taal.”, licht
Janssen toe.
Verschuiving naar minder zwaar
Hardenberg gaat de komende jaren het welbevinden van kinderen, jongeren en ouders volgen om
te onderzoeken of inwoners goed worden geholpen.
“In de jeugdzorg werken we nu zo’n anderhalf,
twee jaar met een preventieve aanpak en we zien
al kleine positieve verschillen”, zegt Janssen.” Over
vijf jaar ben ik tevreden als de inwoners tevreden
zijn. Als hulp makkelijker bereikbaar en toegankelijk is. Als we meer kinderen in hun eigen thuisof schoolsituatie kunnen helpen. Als we een verschuiving zien van zwaar naar minder zwaar. Dat
we kunnen bewijzen dat preventief werken helpt.”
*1 Welluswijs
Kinderen die extra aandacht nodig hebben zo veel
mogelijk binnen de reguliere kinderopvang houden.
Dat was het doel van de samenwerking tussen Stichting Welluswijs en Trias. Professionals van Trias
coachten pedagogisch medewerkers van Welluswijs
tijdens hun werk op de groep onder meer op het
gebied van psycho-educatie; wat is opvallend gedrag
bij een kind, hoe ga je daar als leidster mee om?
Heeft een kind meer begeleiding en ondersteuning
nodig, dan biedt Trias onder meer in Dedemsvaart
dagbehandeling bij de locatie van Welluswijs. Kinderen en ouders kunnen we met deze samenwerking zo
dicht mogelijk bij huis te helpen. De overstap naar
de reguliere kinderopvang is kleiner en makkelijker.
Ouders ervaren de samenwerking als positief omdat
ze het gevoel hebben dat hun kind wordt geholpen
binnen een reguliere setting.
3
Kortnieuws
i
S c hu
b ij e e n ple egg
ez
Gast
aan
t a fe l
in!
an
fa
‘Dat je jongeren zo’n basis
kunt meegeven, is voor hun
verdere participatie in de
maatschappij van groot belang.’
Bort Koelewijn (burgemeester Kampen) at ook een hapje mee.
Waardering voor pleegzorg
In de periode van 4-8 oktober vond de actie ‘Gast
aan tafel’ plaats. Met maar liefst 42 aanmeldingen
(raadsleden, wethouders, beleidsambtenaren). ‘Wat
is pleegzorg toch een bijzonder waardevolle vorm
van hulpverlening! Dat je jongeren zo’n basis kunt
meegeven, is voor hun verdere participatie in de
maatschappij van groot belang. Dit moeten we
vanuit de politiek altijd mogelijk blijven maken
en stimuleren’ was één van de reacties. En: ‘Wat
mij het meeste raakte is dat deze opvang zo
belangrijk is voor moeder en (pleeg)kind. Beiden
worden hierdoor geholpen’. Weer een andere gast:
‘Zorg ervoor dat hulp aan jongeren na hun 18e jaar
kan doorgaan als dat nodig is. Het liefst nog in de
nabijheid van een pleeggezin. De gemeente moet
dit faciliteren’.
Trias Jeugdhulp gaat in aanloop naar
de transitie, vanaf januari 2015, verder
als Trias. Met de slogan Van huis uit
sterk in opvoeden en opgroeien.
Jubileum met
Leo Kannerhuis
Trias en het Dr. Leo Kannerhuis geven dit najaar
naar volle tevredenheid al vijf jaar sámen gestalte aan twee groepen die zeer intensieve
individuele begeleiding/behandeling bieden aan
ASS-jongeren, in nauwe samenwerking met hun
families. Het gaat om jongeren van 13-18 jaar
met complexe en meervoudige problematiek en
het doel is hen te begeleiden naar zelfredzaamheid. Gemiddeld wonen de jongeren 18 maanden
op de groepen Wythmenerhof/Berkummerhof.
De samenwerking tussen Trias, het Dr. Leo Kannerhuis (en ook ketenpartner Ambelt onderwijs)
is de afgelopen jaren meerdere keren benoemd
als ‘good practice’ met werkzame factoren, randvoorwaarden en tips voor succesvolle samenwerking. Op dit moment richten Trias en het Leo Kannerhuis zich op nieuwe mogelijkheden om meer
en sneller zorgtrajecten te kunnen vormgeven.
Waarom een aanpassing?
Jeugdhulp dekt niet meer de volledige lading van
de (toekomstige) dienstverlening van Trias. Trias
biedt veelzijdige, professionele expertise rondom
opvoeden en opgroeien. Daarmee kunnen we aansluiten op uiteenlopende vragen vanuit gezinnen,
maar ook van partners als kinderopvang en scholen.
Daarnaast impliceert de toevoeging jeugdhulp
‘zorgend en overnemend’. Dit staat bijna haaks op
het eigen kracht denken. Trias stimuleert kinderen,
jongeren en ouder(s)/verzorger(s) om zelf de regie
over hun leven te behouden.
Nieuw: twee domeinen
De dienstverlening van Trias is onder te verdelen
in twee domeinen: Coachen en Ondersteunen en
Behandelen en Wonen.
Coachen & Ondersteunen
* Ambulante ondersteuning thuis
* Zorg, opvang en onderwijs
* Zelfstandigheid
* Ouderschap en Scheiden
Behandelen & Wonen
* Pleegzorg en gezinshuizen
4
Luister krijgt opvolger
Einde 1000-jongerenplan?
De theatervoorstelling ‘Luister’ van jongeren in de
jeugdzorg heeft in het voorjaar grote indruk gemaakt
bij wethouders, raadsleden, beleidsmakers, jeugdzorgprofessionals, (pleeg)ouders en andere betrokkenen. ‘Luister’ was in november nog drie keer te zien.
In de loop van 2015 komt er een nieuw theaterstuk
met jongeren. Dit stuk zal een reëel beeld geven van
pleegzorg. Pleegzorg blijft ontzettend nodig; daarom
willen we hier kennis over delen. Meer informatie
volgt onder meer via dit magazine.
Na 4,5 jaar met enorm enthousiasme 600 jongeren
naar een baantraject te hebben geholpen, vindt dit
najaar de afbouw plaats van het 1000-jongerenplan
(tot 1 januari 2015). Met een rendement van maar
liefst 69% en een mooi netwerk van werkgevers is het
ontzettend jammer om deze hulpvorm te beeïndigen.
Nog steeds doen we ons best voor de inzet van
collega’s van het 1000-jongerenplan in gemeenten.
Voor meer informatie: [email protected]
magazine
Overeenkomst Twente
en IJsselland
De 31e oktober tekende Trias een raamovereenkomst Specialistische Jeugdzorg met de regio
Twente. Dit biedt garanties voor jongeren uit
Twente die bij ons in zorg zijn, evenals mogelijkheden voor jongeren/gezinnen die vanaf
1 januari ondersteuning vragen. Ook tekende
Trias naar tevredenheid een overeenkomst
met de regio IJsselland.
* Tijdelijk verblijf elders
* Crisis en spoedeisende zorg
Volg Trias op
www.trias-groep.nl
www.twitter.com/triasgroep
p
www.facebook.com/triasgroe
5
Column:
Fokko Witteveen
Van hand-tot-hand kinderen
In Jeugddorp De Glind ben ik geboren en getogen
als kind van een paviljoenshoofd. Later werd mijn
vader begeleider van de gezinshuizen. We woonden tussen de opgenomen kinderen. De Glind was
één grote woon werkgemeenschap, een gereformeerde kibboets in de Gelderse Vallei. In de jaren
tachtig heb ik er met mijn vrouw en kinderen nog
een aantal jaren gewoond.
In vier jaar tijd hebben we zeventien kinderen in
huis gehad. Dit jaar bestaat De Glind honderd jaar.
Op een speciale website staan verhalen van oudbewoners: prachtige anekdotes afgewisseld met
trieste herinneringen, sommige van mensen die
ik ken. Hun levensverhalen geven mij een nieuw,
aangrijpend zicht op de werkelijkheid van toen.
Vooral het verhaal van John, die in 1965 op zijn
dertiende in het jeugddorp werd geplaatst, spookte
maandenlang door mijn hoofd. Als kinderen speelden en knutselden we samen op de kinderboerderij van mevrouw Sieling. John had op jonge
leeftijd al in verschillende tehuizen gewoond, bij
diverse pleeggezinnen en tussen-door weer even
thuis bij zijn vader en stiefmoeder. Al vroeg leerde hij hoe hij zichzelf moest beschermen tegen
dominante groepsgenoten en pleegouders, die
John en zijn zus op een afschuwelijke manier mishandelden en misbruikten. Hij noemt zichzelf een
van-hand-tot-handkind. Uit zijn verhaal blijkt dat hij
een geweldig vermogen heeft ontwikkeld om zich
aan te passen aan zijn omgeving. Uiteindelijk heeft
hij grotendeels op eigen kracht vertrouwen opgebouwd in zichzelf. Hij is zelfs een aantal jaren groepsleider geweest in De Glind. Een veerkrachtig mens.
Vele jaren later zien we nog altijd van-hand-tothandkinderen in de jeugdzorg. Onvoorstelbaar
dat ook in deze tijd kinderen worden rondgepompt in het woud van jeugdzorgvoorzieningen, omdat men simpelweg geen
raad met hen weet. Wie de verhalen
van John en andere bewoners van
De Glind leest, zal constateren dat
het anders moet. Bijvoorbeeld door
te investeren in initiatieven als de
Alliantie Kind in Gezin (inhuisplaatsen.nl). Er ligt een unieke
kans om het echt anders te gaan
doen, nu het jeugdzorgstelsel
zélf van hand tot hand gaat.
Reageren?
[email protected]
6
magazine
‘Je moet elkaar vinden op inhoud’
Steeds meer zorgorganisaties
zoeken naar samenwerkingsverbanden. Dit krijgt onder
meer gestalte in hoofd- en
onderaannemerschap.
G
edragswetenschapper Marion Weerman
heeft hier in haar werk regelmatig mee te
maken: “Soms merk je bijvoorbeeld dat je een
kind overvraagt door de openheid van onze
behandelgroepen.” Ze licht toe: “Als je te weinig
zicht hebt op een jongere en het contact dreigt te
verliezen en middelengebruik een grote rol gaat
spelen of contact met mannen (meisjes-weerbaarheid), dan gaan jongeren te veel risico lopen. Veiligheid is vaak een reden om een jongere (tijdelijk)
het traject te laten vervolgen bij een drie-milieu
voorziening waar wonen, onderwijs/werk en vrije
tijd zoveel mogelijk op één terrein plaatsvinden.
Andersom komt trouwens ook voor; jongeren die
meer vrijheid aan kunnen, komen dan bij ons.”
Snel en effectief
Marion: “Wij werken samen met Pactum, Horizon,
de Hoenderloo groep en andere (soms ook gesloten) instellingen. Waar wij geëindigd zijn, zetten
zij de behandeling voort (of andersom dus). Ik
draag het over en de trajectcoördinator houdt
mij op de hoogte van hoe het gaat. Vanuit de
inhoudelijke overdracht en verslagen kan ik dan
kijken wat de volgende stap is. Marion benadrukt:
“Op inhoud kun je als gedragswetenschapper heel
snel en effectief een lijn neerzetten. Het is heel
belangrijk om elkaar op inhoud te vinden, want
als er een gezamenlijke visie is, dan komt het
wel goed. Wat willen jullie als ouders, wat wil het
kind en wat is onze inhoudelijke visie daarop?
Dat moet stáán.”
ZIB in Zwolle
In januari start Trias met een eigen groep voor
Zeer Intensieve Behandeling (ZIB), waarmee zij
een drie-milieu voorziening nabootst. Marion:
“De expertise hadden we al wel in huis, maar
we misten nog een goede locatie.” Deze locatie
is gevonden op de Oosterenk, nabij de Ambelt,
in het pand waar eerdere dagbehandeling Kinder-
’De expertise hadd
en
we al wel in huis,
maar we misten nog
een goede locatie’
tjesweilanden van Trias gevestigd was. Alle zorg in
één hand heeft zeker voordelen. Marion noemt de
korte lijnen met collega’s, al zal de fysieke afstand
voor een aantal jongeren ook juist een meerwaarde
blijven: “Even los van de eigen contacten, van een
negatieve peergroup.”
7
Eindverantwoording
Foto’s: Eva Posthuma
Maurits von Martels bezocht ook ‘Luister’; een
theatervoorstelling van zes jongeren die Trias
Jeugdhulp ondersteunt (of ondersteund heeft), in
samenwerking met theater The Young Ones: “Je
staat er soms van te kijken met hoeveel instanties
kinderen/jongeren/gezinnen te maken hebben.
En de intensiteit waarmee ze het beleven! Zo’n
voorstelling heeft meer impact dan menig tekst
van een bestuurder of krantenartikel.
Naarmate je meer over jeugdzorg hoort weet je
dat die grote behoefte aan verbetering er ook echt
is. Dat komt pas met de loop van de jaren; als je
veel gesprekken hebt gevoerd. Ook in Dalfsen
zijn wij bezig met sociale kernteams. We moeten
een geleidelijke verandering nastreven waarbij we
het goede behouden.” Von Martels: “Ik denk dat
we voor het hele transitieproces een aantal jaren
moeten nemen. Je ziet de zorgorganisaties ook al
op een andere manier werken. Dat is de laatste
jaren tot stand gekomen en dat is al pure winst.
Maurits von Martels:
‘Overal ligt een relatie met jeugdzorg’
“Je kunt het zo gek niet bedenken of
er ligt wel een relatie met jeugdzorg.
Denk aan het onderwijs, sportverenigingen, woningbouwcorporaties tot
zelfs de dierenbescherming,” vertelt
wethouder Maurits von Martels
van Dalfsen. Hij verdiept zich al een
aantal jaren in de jeugdzorg. Eerst
als raadslid (2006), nu voor de
tweede termijn als CDA-wethouder.
8
magazine
“Voordat ik in de gemeentepolitiek stapte was ik
eigenlijk niet bekend met jeugdzorg. Voor mij was
het vrij ondoorzichtig, een soort van zorgdoolhof.
Ik wilde weten wat er achter die wereld schuil ging
en dat betekende voor mij veel in gesprek gaan en
veel doen. Want dan kun je je verplaatsen in de
problematiek én de werkwijze van bepaalde aanbieders, dat verrijkt je kennis.
Als je als gemeente opdrachtgever wilt zijn, dan moet
je weten waarover het gaat. Je moet inzicht hebben in
alle aspecten. Er zijn altijd weer ontwikkelingen; daar
moet je deelgenoot van blijven. Ik lees daarom nog
altijd veel, bezoek bijeenkomsten van organisaties –
Trias heeft daar ook veel in aangeboden – en spreek
met ouders van kinderen die ervaring hebben met de
huidige jeugdhulp/Bureau Jeugdzorg. Mensen die je
toch iets willen meegeven.”
Von Martels:
'Ik denk dat we voor het
hele transitieproces een
aantal jaren moeten nemen’
Met name dat je ook zorgt dat iemand eindverantwoordelijk is binnen een gezin en dat je niet
steeds doorverwijst, maar probeert mensen erbij
te halen. Die eindverantwoording, die gezinscoach
moet gewoon een centrale rol krijgen. En die moet
ook verantwoording afleggen voor wat er allemaal
gebeurd is.“
Niet overschatten
Von Martels: “Soms wordt er jeugdzorg ingezet,
maar weet je van tevoren al dat het niet werkt.
Bijvoorbeeld als er torenhoge schulden zijn. Die
mensen hebben maar één zorg; hoe krijg ik weer
brood op de plank?! Daar is een wereld te winnen.
Ook belangrijk: één intake en daarna een besluit.
En: één digitaal dossier. Dat moeten we eigenlijk
landelijk regelen. Ik vind ook dat er een benchmark
moet komen; hoe zijn de verschillen tussen de
regio’s, waar kunnen we van elkaar leren?
In Dalfsen scoren we op vele vlakken goed, maar
hoe vertaalt zich dat naar jeugdzorg? Dat moet nog
blijken. De hele infrastructuur van de gemeente is
bepalend voor het succes denk ik.
Wat we nog kunnen verbeteren is het contact met
het onderwijs; afspraken maken met basisscholen,
de kinderopvang, het voortgezet onderwijs, en ook
sportverenigingen want dat zijn toch de vindplaatsen van kinderen. Bij signaalverzuim moet er in een
wijkteam meteen een belletje gaan rinkelen; eens
kijken wat daar aan de hand is. Dieperliggende
oorzaken opsporen. In die zin ben ik wel voor
preventief beleid. Aan de andere kant wordt het te
snel genoemd en moet je preventie niet overschatten. De echte winst voor de gemeente moet toch
geboekt worden door bij problemen er snel bij te
zijn en bureaucratisering te voorkomen.”
Over de relatie jeugdzorg-dierenbescherming wijst
Von Martels, in het dagelijks leven ook melkveehouder, op slim samenwerken: “Feit is dat er een
grote correlatie is tussen het voorkomen van dierenmishandeling en het voorkomen van kindermishandeling. Jeugd- en dierenbescherming zouden
kunnen afspreken elkaars ogen en oren te zijn. En
als je dan ziet dat kinderen naar een opvang hun
lievelingsdier niet mee mogen nemen, voor een
stuk veiligheid… daar liggen ook mogelijkheden
om iets mee te doen.”
9
In 2013 ontwikkelde commissie Rouvoet op navolging van de
’Professionaliseri
ng en
een opener cultuur
rondom
seksualiteit zetten
het
onderwerp meer op
de agenda’
commissie Samson, het Kwaliteitskader Voorkomen Seksueel
Misbruik. Een Kader met actiepunten om seksueel misbruik in de
jeugdzorg terug te dringen en een gezonde seksuele ontwikkeling
van kinderen en jongeren in jeugd- en pleegzorg te bevorderen.
Veel aandacht voor voorkomen seksueel misbruik
B
ij de implementatie van het Kwaliteitskader heeft
Trias de keuze gemaakt zoveel mogelijk aan te
sluiten bij de reguliere werkwijze en bestaande
overlegstructuren.
Beleidsmedewerker Elma Kalisvaart licht toe: “We
benaderen de seksuele ontwikkeling van kinderen
en jongeren zoveel mogelijk vanuit het competentiegericht werken. Het sociale competentiemodel
gaat er vanuit dat kinderen per ontwikkelingsfase
een aantal ontwikkelingstaken hebben. Kinderen die
problemen tegenkomen in hun ontwikkeling kunnen
hierin groeien door vaardigheden aangeleerd te
krijgen. Daarmee worden hun mogelijkheden vergroot en kunnen zij hun ontwikkelingstaken beter
aan. Een van de ontwikkelingstaken is: vormgeven
aan intimiteit en seksualiteit.
Daarnaast werken we bij dit onderwerp ook systeemen oplossingsgericht; beide methodieken sluiten
aan bij het bevorderen van een positieve seksuele
ontwikkeling. Ons uitgangspunt was dat professionalisering en een opener cultuur rondom seksualiteit
de basis bieden om het onderwerp op de agenda
te krijgen. We gebruiken het Vlaggensysteem*1
als kapstok voor het bespreken van signalen.”
Kindveiligheidssysteem
“Bij de implementatie van het Kwaliteitskader lag
er een soort ‘overbelichting’ op het thema”, vervolgt
Elma. “Dat was goed en nodig om binnen Trias een
infrastructuur neer te zetten die gericht is op het
voorkomen van seksueel misbruik. Nu gaan we
het meer inbedden in een breder ‘kindveiligheidssysteem’ binnen Trias. De scholing is hier al op
gericht. Een aantal gedragswetenschappers heeft
10
magazine
zich gespecialiseerd in dit onderwerp en kan
waar nodig ingeschakeld worden.”
Pleegzorg: checklist
“Binnen pleegzorg werken we met een veiligheidschecklist. Tijdens huisbezoeken en hulpverleningsplan-besprekingen is seksualiteit een
terugkerend onderwerp”, vertelt Elma. Ook bij de
werving, selectie en opleiding van pleegouders
is het nadrukkelijker een punt van aandacht. “Het
Vlaggensysteem*1 wordt behandeld in de STAPtraining; de voorbereidende opleiding voor aspirant pleegouders. En in het scholingsprogramma
voor ervaren pleegouders is seksualiteit ook een
vast thema.”
Inspectie op bezoek
In 2014 is Trias bezocht door zowel de Commissie Rouvoet als de Inspectie voor de Jeugdzorg.
Bij de bezoeken stonden de implementatie van
het Kwaliteitskader en het toetsingskader Voorkomen Seksueel Grensoverschrijdend gedrag
centraal. De commissie, die de focus van het
bezoek op de ambulante zorg legde, concludeerde na afloop dat het duidelijk is dat er bij
Trias veel werkt is verricht omtrent de implementatie en dat het onderwerp op de agenda
staat. Het bezoek van de inspectie concentreerde zich op pleegzorg. In haar rapportage heeft
de inspectie Trias positief beoordeeld op alle
onderzochte thema’s.
*1 Vlaggensysteem
Het Vlaggensysteem is een theoretisch onderbouwde en in de praktijk uitgeteste pedagogische interventie. Het systeem bevat zes criteria voor seksueel
gezond en seksueel grensoverschrijdend gedrag:
• Wederzijdse toestemming
• Vrijwilligheid
• Gelijkwaardigheid
• Leeftijdsadequaat
• Contextadequaat
• Zelfrespect
Met behulp van deze criteria toetst de professional
of het gesignaleerde gedrag passend of grensoverschrijdend is voor het kind of de jongere in kwestie.
Het Vlaggensysteem zet de criteria op een rij en
koppelt dit aan een gekleurde vlag.
Daarbij krijgt de professional handvatten om het
gedrag te bespreken en te beïnvloeden.
Groene vlag:
aanvaardbaar seksueel gedrag
Gele vlag:
licht grensoverschrijdend seksueel gedrag
Rode vlag:
ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag
Zwarte vlag:
zwaar grensoverschrijdend seksueel gedrag
Lerende organisatie
Het Kwaliteitskader staat bij Trias inmiddels op
alle niveaus op de agenda: van teams en vakgroepen tot het MT. Trias heeft - onder andere gericht
op seksualiteit - de samenwerking gezocht met
ketenpartners, zoals het expertisecentrum van
Elker, het AMK en Accare. Elma: “We merken dat
het onderwerp leeft bij onze medewerkers.
Dit blijkt bijvoorbeeld uit een toename van het
aantal meldingsformulieren. We zijn een lerende
organisatie, het voorkomen van seksueel misbruik heeft voortdurend de aandacht. De interne
audit van november staat ook in het teken van
dit thema.
11
De
24 -uur van...
Rosa van den Biggelaar (46)
Individueel Traject Begeleider (ITB-er) 1000-jongerenplan
“We begeleiden kwetsbare jongeren in de leeftijd van 16-27 jaar
naar een duurzaam leer-werktraject, scholing of dagbesteding,
wonen en sociale participatie. De jongeren hebben vaak te maken
met verslaving, een moeilijke gezinssituatie, stoornis of schulden.
Waar nodig schakelen we andere vormen van hulpverlening in.”
7.30 uur Ik sta op; eerst de hond uitlaten,
ontbijten en de krant lezen. Om 8.00 uur zet ik
mijn telefoon aan en ben ik dus bereikbaar.
8.30 uur Op mijn werkplek in Hardenberg
behandel ik mijn mail en maak ik een to-do lijstje.
Ik bel met een aantal jongeren en instanties.
10.00 uur Ik heb een afspraak met Nico en
elders legt en we spreken de jongere hierop aan.
Als hij het examen niet haalt, hoe realistisch is het
dan om het over te doen? Wat kunnen we nog doen
om de kans van slagen te vergroten?
14.00 uur
Pfff ... Dat was een pittig gesprek.
Ik moet het dan ook even laten bezinken. Rustig
rijd ik naar mijn afspraak in Dedemsvaart.
14.30 uur
zijn ouders. Nico is ernstig verslaafd, waardoor zijn
traject van werk mislukt is. Binnenkort wordt hij
opgenomen in een verslavingskliniek. Om de kans
van slagen zo groot mogelijk te maken, maak ik
goede afspraken met Nico en zijn ouders. Nico ziet
als een berg op tegen de opname. Maar hij heeft
ook de kracht om het te doen, want hij beseft zich
terdege dat hij, zoals het nu gaat, geen toekomst
kan opbouwen.
Ik ben bij Rianne. Zij heeft een
dochtertje van 4 jaar. Ik wil horen hoe het met
Rianne gaat. Is het psychologisch onderzoek al
afgerond? Deze uitslag is belangrijk om voor haar
het juiste werk en de juiste werkplek te vinden.
We gaan eerst samen op zoek naar een vorm van
dagbesteding zodat Rianne alvast kan wennen aan
het ritme en het werken. Dan is de overstap naar
regulier werk straks gemakkelijker.
11.00 uur
Thuis drink ik een kop thee. Ik ga
wandelen met de hond en bereid me daarna voor
op de wandel- en hardlooptraining die ik vanavond
geef. Sport is - naast mijn werk - mijn passie! Ik
vind het prachtig om mensen op welke manier
dan ook, in mijn werk of sportief, ‘in beweging’ te
krijgen...
Het gesprek met Nico koppel ik
terug aan Tactus Verslavingszorg. De gemaakte
afspraken bevestig ik per mail aan Nico en zijn
ouders.
12.00 uur Met mijn collega eet ik een
broodje en neem ik wat zaken omtrent jongeren
en werkgevers door.
12.30 uur Ik ga naar een beveiligingsbedrijf
in Raalte, waar een aantal jongeren een leer-werktraject volgt. Een van die jongens heeft weinig tot
geen Nederlands onderwijs gehad en heeft moeite
met de theoretische kant van het traject. We
hebben er al veel extra tijd en energie in gestoken
door hem onder andere bijles te geven. Zijn werkgever en ik hebben het idee dat hij zijn prioriteiten
16.30 uur
’’Ik vind het
prachtig om men
sen
'in beweging’
te krijgen’’
Tekst: Frederica Martens & Louise Dijkmans, Communicatie • Vormgeving: www.twistontwerp.nl • Druk: www.mailtraffic.nl
Trias Emmawijk 11, 8011 CM Zwolle [email protected]
www.trias-groep.nl
@triasgroep
triasgroep
www.trias-groep.nl
@triasgroep
triasgroep
(038)
(038) 456
456 46
46 00
00