magazine november 2014 Hoofd- en onderaannemer Wethouders blikken vooruit Elkaar vinden op inhoud elaar 24 uur met Rosa van den Bigg ’De decentralis atie gaat om twee di ngen: continui.teit en vernieuwen’ Jannes Janssen (ChristenUnie) is ook in zijn derde termijn als wethouder onder meer verantwoordelijk voor het jeugdbeleid van gemeente Hardenberg. “Ik kom uit het onderwijs en heb altijd wat met jongeren gehad; het intrigeert me.” Jannes Janssen: ‘Transformatie en transitie zijn gezamenlijke uitdaging’ Sneller en goedkoper Een belangrijk onderdeel van het jeugdbeleid is de decentralisatie van de jeugdzorg. “Van alle overheidslagen zit de gemeente het dichtst bij de burger, dicht bij onderwijs en kinderopvang. Die positie moeten we benutten. Omdat we dichterbij staan, ’De samenwerking Trias en SGJ vind ik een goede ontwikkeling’ kunnen we sneller én goedkoper helpen.” Volgens Janssen gaat het bij de overheveling van taken van provincie naar gemeenten om twee dingen: continuïteit en vernieuwen. “Behoud het goede en verbeter wat beter kan. Financieel en bureaucratisch liep het in de jeugdzorg uit de hand. Er moest wat gebeuren. De kosten stegen, er kwamen meer en meer indicaties. Niemand wil dat, en toch was het zo ontstaan.“ Gezamenlijke uitdaging De Hardenbergse wethouder ervaart dat alle betrokkenen bij jeugdzorg in de regio IJsselland welwillend zijn en de noodzaak 2 magazine van de decentralisatie inzien. “De organisaties staan open voor verandering. Dan praat je over de transformatie van de jeugdzorg. Parallel hieraan loopt de transitie. Die gaat gepaard met een korting op de budgetten”, vertelt Janssen. “Ik merk wel dat er zorgen zijn over die korting. Als gemeenten in de regio IJsselland hebben we tijdens een bestuurlijk overleg met de zorgaanbieders gezegd: we willen de komende twee jaar de samenwerking voortzetten, maar dat betekent wel dat jullie minder vergoeding moeten accepteren en bereid zijn de werkwijze aan te pakken. Alle aanwezige bestuurders hebben hier ‘ja’ op gezegd. Voor mij was dat het mooiste moment in het proces tot dusver. De transformatie en transitie zijn nu een gezamenlijke uitdaging.” Hulp naar het kind Uitgaan van de vraag, ontschotten, integraal helpen en aansluiten bij mensen zijn speerpunten van Janssen in de decentralisatie. “Niet het kind naar de hulp, maar hulp naar het kind. Ik wil bijvoorbeeld niet dat een kind uit onze gemeente naar Zwolle moet voor hulp. Trias speelt hier op in en werkt bijvoorbeeld samen met onderaannemer SGJ Christelijke Jeugdzorg. Een goede ontwikkeling.” Janssen gelooft in preventie. “Natuurlijk blijft er een kleine club met veel problemen. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat - door sneller in te grijpen – problemen worden aangepakt als ze nog niet zo groot zijn. Dat kan dan vaak met lichtere vormen van hulp en dat is voor het kind veel prettiger.” Mensen die beroepsmatig met kinderen en gezinnen te maken hebben, zoals leerkrachten, medewerkers in de kinderopvang, maar ook een trainer van het voetbalteam, hebben in Hardenberg daarom een belangrijke signalerende functie. “Iedereen die met kinderen werkt, kan mee helpen. We hebben alle ogen en oren nodig om problemen tijdig te signaleren. Het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen zijn heel belangrijk. We geven begeleiding aan medewerkers van peuterspeelzalen en kinderopvang en zorgen voor een warme overdracht naar de basisschool. Ook hebben we afspraken gemaakt met het onderwijs: wat mogen we van jullie verwachten op zorgniveau, hoe informeren we elkaar?” Op dit punt gebeurt al veel in Hardenberg. Zocoacht Trias pedagogisch medewerkers van kinderopvangcentra *1. En ruim driekwart van de intern begeleiders op scholen werkt volgens het principe van Triple P (mogelijk gemaakt met geld van Provincie Overijssel). “Hierdoor kijken we met dezelfde blik naar de cliënt, spreken we dezelfde taal.”, licht Janssen toe. Verschuiving naar minder zwaar Hardenberg gaat de komende jaren het welbevinden van kinderen, jongeren en ouders volgen om te onderzoeken of inwoners goed worden geholpen. “In de jeugdzorg werken we nu zo’n anderhalf, twee jaar met een preventieve aanpak en we zien al kleine positieve verschillen”, zegt Janssen.” Over vijf jaar ben ik tevreden als de inwoners tevreden zijn. Als hulp makkelijker bereikbaar en toegankelijk is. Als we meer kinderen in hun eigen thuisof schoolsituatie kunnen helpen. Als we een verschuiving zien van zwaar naar minder zwaar. Dat we kunnen bewijzen dat preventief werken helpt.” *1 Welluswijs Kinderen die extra aandacht nodig hebben zo veel mogelijk binnen de reguliere kinderopvang houden. Dat was het doel van de samenwerking tussen Stichting Welluswijs en Trias. Professionals van Trias coachten pedagogisch medewerkers van Welluswijs tijdens hun werk op de groep onder meer op het gebied van psycho-educatie; wat is opvallend gedrag bij een kind, hoe ga je daar als leidster mee om? Heeft een kind meer begeleiding en ondersteuning nodig, dan biedt Trias onder meer in Dedemsvaart dagbehandeling bij de locatie van Welluswijs. Kinderen en ouders kunnen we met deze samenwerking zo dicht mogelijk bij huis te helpen. De overstap naar de reguliere kinderopvang is kleiner en makkelijker. Ouders ervaren de samenwerking als positief omdat ze het gevoel hebben dat hun kind wordt geholpen binnen een reguliere setting. 3 Kortnieuws i S c hu b ij e e n ple egg ez Gast aan t a fe l in! an fa ‘Dat je jongeren zo’n basis kunt meegeven, is voor hun verdere participatie in de maatschappij van groot belang.’ Bort Koelewijn (burgemeester Kampen) at ook een hapje mee. Waardering voor pleegzorg In de periode van 4-8 oktober vond de actie ‘Gast aan tafel’ plaats. Met maar liefst 42 aanmeldingen (raadsleden, wethouders, beleidsambtenaren). ‘Wat is pleegzorg toch een bijzonder waardevolle vorm van hulpverlening! Dat je jongeren zo’n basis kunt meegeven, is voor hun verdere participatie in de maatschappij van groot belang. Dit moeten we vanuit de politiek altijd mogelijk blijven maken en stimuleren’ was één van de reacties. En: ‘Wat mij het meeste raakte is dat deze opvang zo belangrijk is voor moeder en (pleeg)kind. Beiden worden hierdoor geholpen’. Weer een andere gast: ‘Zorg ervoor dat hulp aan jongeren na hun 18e jaar kan doorgaan als dat nodig is. Het liefst nog in de nabijheid van een pleeggezin. De gemeente moet dit faciliteren’. Trias Jeugdhulp gaat in aanloop naar de transitie, vanaf januari 2015, verder als Trias. Met de slogan Van huis uit sterk in opvoeden en opgroeien. Jubileum met Leo Kannerhuis Trias en het Dr. Leo Kannerhuis geven dit najaar naar volle tevredenheid al vijf jaar sámen gestalte aan twee groepen die zeer intensieve individuele begeleiding/behandeling bieden aan ASS-jongeren, in nauwe samenwerking met hun families. Het gaat om jongeren van 13-18 jaar met complexe en meervoudige problematiek en het doel is hen te begeleiden naar zelfredzaamheid. Gemiddeld wonen de jongeren 18 maanden op de groepen Wythmenerhof/Berkummerhof. De samenwerking tussen Trias, het Dr. Leo Kannerhuis (en ook ketenpartner Ambelt onderwijs) is de afgelopen jaren meerdere keren benoemd als ‘good practice’ met werkzame factoren, randvoorwaarden en tips voor succesvolle samenwerking. Op dit moment richten Trias en het Leo Kannerhuis zich op nieuwe mogelijkheden om meer en sneller zorgtrajecten te kunnen vormgeven. Waarom een aanpassing? Jeugdhulp dekt niet meer de volledige lading van de (toekomstige) dienstverlening van Trias. Trias biedt veelzijdige, professionele expertise rondom opvoeden en opgroeien. Daarmee kunnen we aansluiten op uiteenlopende vragen vanuit gezinnen, maar ook van partners als kinderopvang en scholen. Daarnaast impliceert de toevoeging jeugdhulp ‘zorgend en overnemend’. Dit staat bijna haaks op het eigen kracht denken. Trias stimuleert kinderen, jongeren en ouder(s)/verzorger(s) om zelf de regie over hun leven te behouden. Nieuw: twee domeinen De dienstverlening van Trias is onder te verdelen in twee domeinen: Coachen en Ondersteunen en Behandelen en Wonen. Coachen & Ondersteunen * Ambulante ondersteuning thuis * Zorg, opvang en onderwijs * Zelfstandigheid * Ouderschap en Scheiden Behandelen & Wonen * Pleegzorg en gezinshuizen 4 Luister krijgt opvolger Einde 1000-jongerenplan? De theatervoorstelling ‘Luister’ van jongeren in de jeugdzorg heeft in het voorjaar grote indruk gemaakt bij wethouders, raadsleden, beleidsmakers, jeugdzorgprofessionals, (pleeg)ouders en andere betrokkenen. ‘Luister’ was in november nog drie keer te zien. In de loop van 2015 komt er een nieuw theaterstuk met jongeren. Dit stuk zal een reëel beeld geven van pleegzorg. Pleegzorg blijft ontzettend nodig; daarom willen we hier kennis over delen. Meer informatie volgt onder meer via dit magazine. Na 4,5 jaar met enorm enthousiasme 600 jongeren naar een baantraject te hebben geholpen, vindt dit najaar de afbouw plaats van het 1000-jongerenplan (tot 1 januari 2015). Met een rendement van maar liefst 69% en een mooi netwerk van werkgevers is het ontzettend jammer om deze hulpvorm te beeïndigen. Nog steeds doen we ons best voor de inzet van collega’s van het 1000-jongerenplan in gemeenten. Voor meer informatie: [email protected] magazine Overeenkomst Twente en IJsselland De 31e oktober tekende Trias een raamovereenkomst Specialistische Jeugdzorg met de regio Twente. Dit biedt garanties voor jongeren uit Twente die bij ons in zorg zijn, evenals mogelijkheden voor jongeren/gezinnen die vanaf 1 januari ondersteuning vragen. Ook tekende Trias naar tevredenheid een overeenkomst met de regio IJsselland. * Tijdelijk verblijf elders * Crisis en spoedeisende zorg Volg Trias op www.trias-groep.nl www.twitter.com/triasgroep p www.facebook.com/triasgroe 5 Column: Fokko Witteveen Van hand-tot-hand kinderen In Jeugddorp De Glind ben ik geboren en getogen als kind van een paviljoenshoofd. Later werd mijn vader begeleider van de gezinshuizen. We woonden tussen de opgenomen kinderen. De Glind was één grote woon werkgemeenschap, een gereformeerde kibboets in de Gelderse Vallei. In de jaren tachtig heb ik er met mijn vrouw en kinderen nog een aantal jaren gewoond. In vier jaar tijd hebben we zeventien kinderen in huis gehad. Dit jaar bestaat De Glind honderd jaar. Op een speciale website staan verhalen van oudbewoners: prachtige anekdotes afgewisseld met trieste herinneringen, sommige van mensen die ik ken. Hun levensverhalen geven mij een nieuw, aangrijpend zicht op de werkelijkheid van toen. Vooral het verhaal van John, die in 1965 op zijn dertiende in het jeugddorp werd geplaatst, spookte maandenlang door mijn hoofd. Als kinderen speelden en knutselden we samen op de kinderboerderij van mevrouw Sieling. John had op jonge leeftijd al in verschillende tehuizen gewoond, bij diverse pleeggezinnen en tussen-door weer even thuis bij zijn vader en stiefmoeder. Al vroeg leerde hij hoe hij zichzelf moest beschermen tegen dominante groepsgenoten en pleegouders, die John en zijn zus op een afschuwelijke manier mishandelden en misbruikten. Hij noemt zichzelf een van-hand-tot-handkind. Uit zijn verhaal blijkt dat hij een geweldig vermogen heeft ontwikkeld om zich aan te passen aan zijn omgeving. Uiteindelijk heeft hij grotendeels op eigen kracht vertrouwen opgebouwd in zichzelf. Hij is zelfs een aantal jaren groepsleider geweest in De Glind. Een veerkrachtig mens. Vele jaren later zien we nog altijd van-hand-tothandkinderen in de jeugdzorg. Onvoorstelbaar dat ook in deze tijd kinderen worden rondgepompt in het woud van jeugdzorgvoorzieningen, omdat men simpelweg geen raad met hen weet. Wie de verhalen van John en andere bewoners van De Glind leest, zal constateren dat het anders moet. Bijvoorbeeld door te investeren in initiatieven als de Alliantie Kind in Gezin (inhuisplaatsen.nl). Er ligt een unieke kans om het echt anders te gaan doen, nu het jeugdzorgstelsel zélf van hand tot hand gaat. Reageren? [email protected] 6 magazine ‘Je moet elkaar vinden op inhoud’ Steeds meer zorgorganisaties zoeken naar samenwerkingsverbanden. Dit krijgt onder meer gestalte in hoofd- en onderaannemerschap. G edragswetenschapper Marion Weerman heeft hier in haar werk regelmatig mee te maken: “Soms merk je bijvoorbeeld dat je een kind overvraagt door de openheid van onze behandelgroepen.” Ze licht toe: “Als je te weinig zicht hebt op een jongere en het contact dreigt te verliezen en middelengebruik een grote rol gaat spelen of contact met mannen (meisjes-weerbaarheid), dan gaan jongeren te veel risico lopen. Veiligheid is vaak een reden om een jongere (tijdelijk) het traject te laten vervolgen bij een drie-milieu voorziening waar wonen, onderwijs/werk en vrije tijd zoveel mogelijk op één terrein plaatsvinden. Andersom komt trouwens ook voor; jongeren die meer vrijheid aan kunnen, komen dan bij ons.” Snel en effectief Marion: “Wij werken samen met Pactum, Horizon, de Hoenderloo groep en andere (soms ook gesloten) instellingen. Waar wij geëindigd zijn, zetten zij de behandeling voort (of andersom dus). Ik draag het over en de trajectcoördinator houdt mij op de hoogte van hoe het gaat. Vanuit de inhoudelijke overdracht en verslagen kan ik dan kijken wat de volgende stap is. Marion benadrukt: “Op inhoud kun je als gedragswetenschapper heel snel en effectief een lijn neerzetten. Het is heel belangrijk om elkaar op inhoud te vinden, want als er een gezamenlijke visie is, dan komt het wel goed. Wat willen jullie als ouders, wat wil het kind en wat is onze inhoudelijke visie daarop? Dat moet stáán.” ZIB in Zwolle In januari start Trias met een eigen groep voor Zeer Intensieve Behandeling (ZIB), waarmee zij een drie-milieu voorziening nabootst. Marion: “De expertise hadden we al wel in huis, maar we misten nog een goede locatie.” Deze locatie is gevonden op de Oosterenk, nabij de Ambelt, in het pand waar eerdere dagbehandeling Kinder- ’De expertise hadd en we al wel in huis, maar we misten nog een goede locatie’ tjesweilanden van Trias gevestigd was. Alle zorg in één hand heeft zeker voordelen. Marion noemt de korte lijnen met collega’s, al zal de fysieke afstand voor een aantal jongeren ook juist een meerwaarde blijven: “Even los van de eigen contacten, van een negatieve peergroup.” 7 Eindverantwoording Foto’s: Eva Posthuma Maurits von Martels bezocht ook ‘Luister’; een theatervoorstelling van zes jongeren die Trias Jeugdhulp ondersteunt (of ondersteund heeft), in samenwerking met theater The Young Ones: “Je staat er soms van te kijken met hoeveel instanties kinderen/jongeren/gezinnen te maken hebben. En de intensiteit waarmee ze het beleven! Zo’n voorstelling heeft meer impact dan menig tekst van een bestuurder of krantenartikel. Naarmate je meer over jeugdzorg hoort weet je dat die grote behoefte aan verbetering er ook echt is. Dat komt pas met de loop van de jaren; als je veel gesprekken hebt gevoerd. Ook in Dalfsen zijn wij bezig met sociale kernteams. We moeten een geleidelijke verandering nastreven waarbij we het goede behouden.” Von Martels: “Ik denk dat we voor het hele transitieproces een aantal jaren moeten nemen. Je ziet de zorgorganisaties ook al op een andere manier werken. Dat is de laatste jaren tot stand gekomen en dat is al pure winst. Maurits von Martels: ‘Overal ligt een relatie met jeugdzorg’ “Je kunt het zo gek niet bedenken of er ligt wel een relatie met jeugdzorg. Denk aan het onderwijs, sportverenigingen, woningbouwcorporaties tot zelfs de dierenbescherming,” vertelt wethouder Maurits von Martels van Dalfsen. Hij verdiept zich al een aantal jaren in de jeugdzorg. Eerst als raadslid (2006), nu voor de tweede termijn als CDA-wethouder. 8 magazine “Voordat ik in de gemeentepolitiek stapte was ik eigenlijk niet bekend met jeugdzorg. Voor mij was het vrij ondoorzichtig, een soort van zorgdoolhof. Ik wilde weten wat er achter die wereld schuil ging en dat betekende voor mij veel in gesprek gaan en veel doen. Want dan kun je je verplaatsen in de problematiek én de werkwijze van bepaalde aanbieders, dat verrijkt je kennis. Als je als gemeente opdrachtgever wilt zijn, dan moet je weten waarover het gaat. Je moet inzicht hebben in alle aspecten. Er zijn altijd weer ontwikkelingen; daar moet je deelgenoot van blijven. Ik lees daarom nog altijd veel, bezoek bijeenkomsten van organisaties – Trias heeft daar ook veel in aangeboden – en spreek met ouders van kinderen die ervaring hebben met de huidige jeugdhulp/Bureau Jeugdzorg. Mensen die je toch iets willen meegeven.” Von Martels: 'Ik denk dat we voor het hele transitieproces een aantal jaren moeten nemen’ Met name dat je ook zorgt dat iemand eindverantwoordelijk is binnen een gezin en dat je niet steeds doorverwijst, maar probeert mensen erbij te halen. Die eindverantwoording, die gezinscoach moet gewoon een centrale rol krijgen. En die moet ook verantwoording afleggen voor wat er allemaal gebeurd is.“ Niet overschatten Von Martels: “Soms wordt er jeugdzorg ingezet, maar weet je van tevoren al dat het niet werkt. Bijvoorbeeld als er torenhoge schulden zijn. Die mensen hebben maar één zorg; hoe krijg ik weer brood op de plank?! Daar is een wereld te winnen. Ook belangrijk: één intake en daarna een besluit. En: één digitaal dossier. Dat moeten we eigenlijk landelijk regelen. Ik vind ook dat er een benchmark moet komen; hoe zijn de verschillen tussen de regio’s, waar kunnen we van elkaar leren? In Dalfsen scoren we op vele vlakken goed, maar hoe vertaalt zich dat naar jeugdzorg? Dat moet nog blijken. De hele infrastructuur van de gemeente is bepalend voor het succes denk ik. Wat we nog kunnen verbeteren is het contact met het onderwijs; afspraken maken met basisscholen, de kinderopvang, het voortgezet onderwijs, en ook sportverenigingen want dat zijn toch de vindplaatsen van kinderen. Bij signaalverzuim moet er in een wijkteam meteen een belletje gaan rinkelen; eens kijken wat daar aan de hand is. Dieperliggende oorzaken opsporen. In die zin ben ik wel voor preventief beleid. Aan de andere kant wordt het te snel genoemd en moet je preventie niet overschatten. De echte winst voor de gemeente moet toch geboekt worden door bij problemen er snel bij te zijn en bureaucratisering te voorkomen.” Over de relatie jeugdzorg-dierenbescherming wijst Von Martels, in het dagelijks leven ook melkveehouder, op slim samenwerken: “Feit is dat er een grote correlatie is tussen het voorkomen van dierenmishandeling en het voorkomen van kindermishandeling. Jeugd- en dierenbescherming zouden kunnen afspreken elkaars ogen en oren te zijn. En als je dan ziet dat kinderen naar een opvang hun lievelingsdier niet mee mogen nemen, voor een stuk veiligheid… daar liggen ook mogelijkheden om iets mee te doen.” 9 In 2013 ontwikkelde commissie Rouvoet op navolging van de ’Professionaliseri ng en een opener cultuur rondom seksualiteit zetten het onderwerp meer op de agenda’ commissie Samson, het Kwaliteitskader Voorkomen Seksueel Misbruik. Een Kader met actiepunten om seksueel misbruik in de jeugdzorg terug te dringen en een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren in jeugd- en pleegzorg te bevorderen. Veel aandacht voor voorkomen seksueel misbruik B ij de implementatie van het Kwaliteitskader heeft Trias de keuze gemaakt zoveel mogelijk aan te sluiten bij de reguliere werkwijze en bestaande overlegstructuren. Beleidsmedewerker Elma Kalisvaart licht toe: “We benaderen de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren zoveel mogelijk vanuit het competentiegericht werken. Het sociale competentiemodel gaat er vanuit dat kinderen per ontwikkelingsfase een aantal ontwikkelingstaken hebben. Kinderen die problemen tegenkomen in hun ontwikkeling kunnen hierin groeien door vaardigheden aangeleerd te krijgen. Daarmee worden hun mogelijkheden vergroot en kunnen zij hun ontwikkelingstaken beter aan. Een van de ontwikkelingstaken is: vormgeven aan intimiteit en seksualiteit. Daarnaast werken we bij dit onderwerp ook systeemen oplossingsgericht; beide methodieken sluiten aan bij het bevorderen van een positieve seksuele ontwikkeling. Ons uitgangspunt was dat professionalisering en een opener cultuur rondom seksualiteit de basis bieden om het onderwerp op de agenda te krijgen. We gebruiken het Vlaggensysteem*1 als kapstok voor het bespreken van signalen.” Kindveiligheidssysteem “Bij de implementatie van het Kwaliteitskader lag er een soort ‘overbelichting’ op het thema”, vervolgt Elma. “Dat was goed en nodig om binnen Trias een infrastructuur neer te zetten die gericht is op het voorkomen van seksueel misbruik. Nu gaan we het meer inbedden in een breder ‘kindveiligheidssysteem’ binnen Trias. De scholing is hier al op gericht. Een aantal gedragswetenschappers heeft 10 magazine zich gespecialiseerd in dit onderwerp en kan waar nodig ingeschakeld worden.” Pleegzorg: checklist “Binnen pleegzorg werken we met een veiligheidschecklist. Tijdens huisbezoeken en hulpverleningsplan-besprekingen is seksualiteit een terugkerend onderwerp”, vertelt Elma. Ook bij de werving, selectie en opleiding van pleegouders is het nadrukkelijker een punt van aandacht. “Het Vlaggensysteem*1 wordt behandeld in de STAPtraining; de voorbereidende opleiding voor aspirant pleegouders. En in het scholingsprogramma voor ervaren pleegouders is seksualiteit ook een vast thema.” Inspectie op bezoek In 2014 is Trias bezocht door zowel de Commissie Rouvoet als de Inspectie voor de Jeugdzorg. Bij de bezoeken stonden de implementatie van het Kwaliteitskader en het toetsingskader Voorkomen Seksueel Grensoverschrijdend gedrag centraal. De commissie, die de focus van het bezoek op de ambulante zorg legde, concludeerde na afloop dat het duidelijk is dat er bij Trias veel werkt is verricht omtrent de implementatie en dat het onderwerp op de agenda staat. Het bezoek van de inspectie concentreerde zich op pleegzorg. In haar rapportage heeft de inspectie Trias positief beoordeeld op alle onderzochte thema’s. *1 Vlaggensysteem Het Vlaggensysteem is een theoretisch onderbouwde en in de praktijk uitgeteste pedagogische interventie. Het systeem bevat zes criteria voor seksueel gezond en seksueel grensoverschrijdend gedrag: • Wederzijdse toestemming • Vrijwilligheid • Gelijkwaardigheid • Leeftijdsadequaat • Contextadequaat • Zelfrespect Met behulp van deze criteria toetst de professional of het gesignaleerde gedrag passend of grensoverschrijdend is voor het kind of de jongere in kwestie. Het Vlaggensysteem zet de criteria op een rij en koppelt dit aan een gekleurde vlag. Daarbij krijgt de professional handvatten om het gedrag te bespreken en te beïnvloeden. Groene vlag: aanvaardbaar seksueel gedrag Gele vlag: licht grensoverschrijdend seksueel gedrag Rode vlag: ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag Zwarte vlag: zwaar grensoverschrijdend seksueel gedrag Lerende organisatie Het Kwaliteitskader staat bij Trias inmiddels op alle niveaus op de agenda: van teams en vakgroepen tot het MT. Trias heeft - onder andere gericht op seksualiteit - de samenwerking gezocht met ketenpartners, zoals het expertisecentrum van Elker, het AMK en Accare. Elma: “We merken dat het onderwerp leeft bij onze medewerkers. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een toename van het aantal meldingsformulieren. We zijn een lerende organisatie, het voorkomen van seksueel misbruik heeft voortdurend de aandacht. De interne audit van november staat ook in het teken van dit thema. 11 De 24 -uur van... Rosa van den Biggelaar (46) Individueel Traject Begeleider (ITB-er) 1000-jongerenplan “We begeleiden kwetsbare jongeren in de leeftijd van 16-27 jaar naar een duurzaam leer-werktraject, scholing of dagbesteding, wonen en sociale participatie. De jongeren hebben vaak te maken met verslaving, een moeilijke gezinssituatie, stoornis of schulden. Waar nodig schakelen we andere vormen van hulpverlening in.” 7.30 uur Ik sta op; eerst de hond uitlaten, ontbijten en de krant lezen. Om 8.00 uur zet ik mijn telefoon aan en ben ik dus bereikbaar. 8.30 uur Op mijn werkplek in Hardenberg behandel ik mijn mail en maak ik een to-do lijstje. Ik bel met een aantal jongeren en instanties. 10.00 uur Ik heb een afspraak met Nico en elders legt en we spreken de jongere hierop aan. Als hij het examen niet haalt, hoe realistisch is het dan om het over te doen? Wat kunnen we nog doen om de kans van slagen te vergroten? 14.00 uur Pfff ... Dat was een pittig gesprek. Ik moet het dan ook even laten bezinken. Rustig rijd ik naar mijn afspraak in Dedemsvaart. 14.30 uur zijn ouders. Nico is ernstig verslaafd, waardoor zijn traject van werk mislukt is. Binnenkort wordt hij opgenomen in een verslavingskliniek. Om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken, maak ik goede afspraken met Nico en zijn ouders. Nico ziet als een berg op tegen de opname. Maar hij heeft ook de kracht om het te doen, want hij beseft zich terdege dat hij, zoals het nu gaat, geen toekomst kan opbouwen. Ik ben bij Rianne. Zij heeft een dochtertje van 4 jaar. Ik wil horen hoe het met Rianne gaat. Is het psychologisch onderzoek al afgerond? Deze uitslag is belangrijk om voor haar het juiste werk en de juiste werkplek te vinden. We gaan eerst samen op zoek naar een vorm van dagbesteding zodat Rianne alvast kan wennen aan het ritme en het werken. Dan is de overstap naar regulier werk straks gemakkelijker. 11.00 uur Thuis drink ik een kop thee. Ik ga wandelen met de hond en bereid me daarna voor op de wandel- en hardlooptraining die ik vanavond geef. Sport is - naast mijn werk - mijn passie! Ik vind het prachtig om mensen op welke manier dan ook, in mijn werk of sportief, ‘in beweging’ te krijgen... Het gesprek met Nico koppel ik terug aan Tactus Verslavingszorg. De gemaakte afspraken bevestig ik per mail aan Nico en zijn ouders. 12.00 uur Met mijn collega eet ik een broodje en neem ik wat zaken omtrent jongeren en werkgevers door. 12.30 uur Ik ga naar een beveiligingsbedrijf in Raalte, waar een aantal jongeren een leer-werktraject volgt. Een van die jongens heeft weinig tot geen Nederlands onderwijs gehad en heeft moeite met de theoretische kant van het traject. We hebben er al veel extra tijd en energie in gestoken door hem onder andere bijles te geven. Zijn werkgever en ik hebben het idee dat hij zijn prioriteiten 16.30 uur ’’Ik vind het prachtig om men sen 'in beweging’ te krijgen’’ Tekst: Frederica Martens & Louise Dijkmans, Communicatie • Vormgeving: www.twistontwerp.nl • Druk: www.mailtraffic.nl Trias Emmawijk 11, 8011 CM Zwolle [email protected] www.trias-groep.nl @triasgroep triasgroep www.trias-groep.nl @triasgroep triasgroep (038) (038) 456 456 46 46 00 00
© Copyright 2024 ExpyDoc