Handleiding

duurzaam
comfortabel
discreet
de elektrische halsband die kan aangepast worden aan zijn omgeving
2
Handleiding PT3000 Chameleon®
Inhoudstafel
1
Inleiding ................................................................................. 6
2
De principes van hondentraining .............................................. 6
3
Opgelet ................................................................................ 11
4
Chameleon® Elektronische Halsband ...................................... 12
5
4.1
Samenstelling van de Chameleon® e-Halsband............... 12
4.2
Samenstelling van het laadstation (Figure B) .................. 12
De Chameleon® e-Halsband gebruiken.................................... 13
5.1
Chameleon® e-Halsband opzetten ................................ 13
5.2
Chameleon® e-Halsband afzetten .................................. 14
5.3 De Chameleon® e-Halsband linken met zijn afstandsbediening:
FIGUUR C .................................................................................. 14
5.4
De Chameleon® e-Halsband ontkoppelen van de
afstandsbediening ..................................................................... 15
5.5
Chameleon® e-Halsband waarschuwing ‘lege batterij’15
5.6
Het opladen van de Chameleon® e-Halsband batterij:
FIGUUR B .................................................................................. 16
5.7
Electriciteitsimpulsen uitgezonden door de Chameleon® eHalsband .................................................................................. 17
6
5.8
De SSC-uitrusting van de Chameleon® e-Halsband .......... 17
5.9
CMS-uitrusting, gepatenteerd door Martin Systems ........ 18
Functies van de Chameleon® e-Halsband ................................ 18
3
7
Functionele controle van de Chameleon® e-Halsband .............. 19
8
De Chameleon® e-Halsband bij de hond aandoen .................... 20
9
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik .......................................... 20
10
Onderhoud van de Chameleon® e-Halsband.......................... 21
11
Technische specificaties van de Chameleon® e-Halsband .......... 21
11.1
Technische Specificaties van de Chameleon® e-Halsband . 21
11.2
Laadstation van de Chameleon® PT3000 e-Halsband ...... 21
11.3
Adapter Kit van de Chameleon® PT3000......................... 21
12
De Pro Trainer PT3000 afstandsbediening................................ 22
13
De PT3000 afstandsbediening programmeren ......................... 22
13.1
De functie van een knop programmeren: ....................... 22
13.2
Het intensiteitsniveau programmeren............................ 23
13.3
Aan- en uitzetten van de afstandsbediening ................... 24
13.4
De batterijen vervangen ............................................... 24
13.5
Technische Specificaties van de PT3000
Afstandsbediening ................................................................... 24
14
15
De "Finger-Kick".................................................................... 25
14.1
De "Finger-Kick" gebruiken ........................................... 25
14.2
De "Finger-Kick" gebruiken ........................................... 26
14.3
Problemen oplossen ..................................................... 26
14.4
Technische specificaties van de "Finger-Kick" .................. 26
Garantie van de “Finger-Kick”................................................. 27
4
16
Conformiteit ......................................................................... 27
17
Recycleren ............................................................................ 28
Figuur A. De Chameleon® e-Halsband
p. 12
Figuur B. Laadstation van de Chameleon® PT3000
p. 13
Figuur C. De Chameleon® PT3000 Afstandsbediening
p. 22
Figuur D. Beschikbare functies van de Chameleon® PT3000
p. 23
5
1
Inleiding
Geachte heer, geachte mevrouw
Gefeliciteerd! U heeft net een hoogwaardig product aangekocht met de meest
vooruitstrevende technologie. Om uw aankoop optimaal te kunnen gebruiken is
een gebruiksaanwijzing essentieel.
Het wordt aanbevolen om volgende hoofdstukken betreffende hondentraining en
het afstellen van uw nieuwe Chameleon® elektronische halsband aandachtig te
lezen.
Een goed begrip van de technieken en instructies zal de tevredenheid over uw
aankoop ten goede komen.
Wanneer u naar een land gaat waar elektronische impulsen via een halsband
verboden zijn, kan u de Chameleon® e-Halsband zodanig afstellen dat de
functionaliteiten beperkt zijn tot klikken, vibreren, of het uitzenden van een toon
(of een combinatie van die drie). (meer uitleg bij de instellingen behandeld in
hoofdstuk 6). Als u terug in een land bent waar elektronische stimulansen wel
toegestaan zijn, kan u deze functionaliteit terug activeren.
2
De principes van hondentraining
Waarom vertoont een hond een bepaald gedrag?
Een hond zal zijn gedrag enkel aanpassen als zijn situatie hierdoor verbeterd.
Hieronder worden de manieren opgelijst waarop een hond zijn situatie kan
verbeteren:

Een fijn gevoel laten toenemen (positieve bekrachtiging,
beloning)

Een onaangenaam gevoel verminderen (negatieve
bekrachtiging of correctie ingeval van een zeer onaangenaam
gevoel)
Wat wordt er precies getraind en hoe zal de hond getraind worden?
6
Moet er iets aangeleerd worden of moet een ongewenste gewoonte afgeleerd
worden?
Nieuw gedrag aanleren:
Het gewenste gedrag aanleren gebeurt door bij juist gedrag fijne gewaarwordingen
te laten toenemen (toename in beloning) of onaangename gewaarwordingen te
laten afnemen (afname in bestraffing). Om ‘stimulus-respons’-controle te
verwerven (de situatie waarbij de hond altijd juist reageert op het bevel), is het
noodzakelijk dat er veel herhaald wordt (zo leert de hond het verband tussen zijn
gedrag en de ‘beloning’ voor dat gedrag), in een omgeving met zo weinig mogelijk
afleiding (de meeste honden leren het gedrag niet doordat ze te veel worden
afgeleid).
Ongewenst gedrag afleren:

Ongewenst gedrag zal nooit afgeleerd worden door:
o
het te negeren
o
het te belonen
Om ongewenst gedrag te doen ophouden, moet gepaste aversieve stimulatie
toegepast worden (indien het ongewenst gedrag een onaangename prikkel tot
gevolg heeft, zal het gedrag ophouden). De hond zal op de onaangename prikkel
reageren met een ontwijkingsreflex (dit is een ruggenmergreflex). Dit is een
instinctieve reflex, die getraind kan worden. In 90% van de gevallen leren baasjes
hun honden geen gedrag aan, de hond leert dit vanzelf. Dit is eveneens de manier
waarop honden zichzelf ongewenst gedrag aanleren. Vandaar ook de efficiëntie
van elektronische halsbanden: het baasje kan problematisch gedrag dat ontstaan is
door gebrek aan tijd, inconsequente reacties of gebrek aan training omwille van
7
emotionaliteit gemakkelijk remediëren met de Chameleon®. De elektronische
halsband werkt zo als een katalysator tussen de hond en de eigenaar.
Het trainen van een hond moet op een menselijke, diervriendelijke en effectieve
wijze gedaan worden.
Menselijkheid
Met menselijkheid wordt niet bedoeld dat de hond als een mens behandeld moet
worden. Een hond is geen individualistisch wezen zoals de mens, maar leeft van
nature in troep, en aanvaardt dan ook groepshiërarchie. Een hond heeft geen
probleem met tweede, derde of vierde te zijn in een hiërarchie. Indien de hond
echter als gelijke behandeld wordt, zal er zich snel een dictatorgedrag ontwikkelen,
vandaar dat het belangrijk is dat het baasje zich duidelijk manifesteert als de
groepsleider.
Diervriendelijkheid
Diervriendelijkheid is zeer belangrijk. Europese reglementering bepaalt onder
andere dat het verboden is leed te berokkenen aan een dier zonder enige
gegronde reden. Hoewel de concrete interpretatie en toepassing van deze regel in
elk Europees land anders wordt ingevuld, pleit de Electronic Collar Manufacturers
Association al jaren voor de aanvaarding van relevante en goede producten over
heel Europa, omdat dit de relatie tussen hond en baasje bevordert. De weerstand
die vandaag de dag nog bestaat tegen elektronische halsbanden is gebaseerd op
de werking van de primitiefste modellen die zo’n 20 jaar geleden op de markt
kwamen. De Chameleon® is diervriendelijk en beantwoordt aan de hoogste ECMAstandaarden.
Effectiviteit
Elektronische halsbanden zijn zeer effectief. Ze vormen een snelle menselijke
8
oplossing voor gedragsproblemen, en kunnen dure en lange inefficiënte
behandelingen probleemloos vervangen. Dankzij de Chameleon® kunnen baasjes
de vrijheid van hun hond controleren. De elektronische halsbanden zijn vaak de
tool waarmee rust kan gebracht worden in de buurt.
Bestaande trainingstechnieken die gebruik maken van de elektronische
halsband,
Stop de drift (oudste techniek):
Bij deze techniek wordt een intensere stimulans gebruikt om de voortvarendheid
van de hond te temperen. De techniek wordt vooral gebruikt ingeval van
ongehoorzaamheid die veroorzaakt wordt door een storende afleiding. De
gebruikte stimulus is een correctie die een seconde na de ongehoorzaamheid
wordt gegeven. De techniek wordt gebruikt bij het negeren van volgende bevelen:
zit, af, blijf, volg, hier. Het is dan ook aan te bevelen om bij deze techniek de
elektronische halsband in combinatie met een leiband te gebruiken. Als de
elektronische correctie consequent gepaard wordt met de leibandcorrectie en
begrepen wordt door de hond, kan de leiband verwijderd worden. De
elektronische halsband werkt nu als onzichtbare leiband.
Aversief gebruik:
Zeer ongewenst gedrag kan bestreden worden met een hoge maar gepaste
negatieve stimulus die onmiddellijk en op hetzelfde moment dat het ongewenst
gedrag zich voordoet, wordt toegediend. Er is verder geen ander verbaal bevel of
teken nodig. De hond moet begrijpen dat de negatieve stimulus een onmiddellijk
gevolg is van het ongewenste gedrag.
9
Avoidance Training (NePo):
Bij avoidance gebruik is er een combinatie van leiband en een lage, continue
stimulus van de halsband. Als de hond het gewenste gedrag vertoont, wordt hij
beloond, enerzijds doordat er niet meer aan de leiband wordt getrokken, en
anderzijds tegelijk omdat de lage continue stimulus ophoudt. Door de
elektronische en leibandspanning te elimineren, beloont de hond zichzelf en
verbetert hij zijn situatie. Van zodra de hond de betekenis van de elektronische
stimulus geleerd heeft door de combinatie met de leiband, kan de elektronische
halsband alleen gebruikt worden als negatieve bekrachtiging. Eens dit onder de
knie is, kan overgeschakeld worden op de techniek om de voortvarendheid in te
perken (zie hierboven).
Contact methode:
Deze methode kan enkel toegepast worden als de mechanische methode (met de
leiband) of de positieve bekrachtiging gekend zijn. De bedoeling is om een zeer
lage elektronische stimulus (flits gedurende 1/4 van een seconde) te koppelen met
een door de hond goed gekende mechanische stimulus. Eens de hond de
elektronische stimuli goed begrijpt en ze effectief zijn, kunnen ze toegepast worden
na een seconde op een corrigerend niveau wanneer de hond het bevel dat hij
reeds kent niet uitvoert. Uiteindelijk zal de elektronische halsband functioneren als
een controle op het trainingsgedrag van de hond, zodat op termijn leibandcontrole
niet langer nodig is.
Elektronische stimulus als bevel:
Dit kan gebruikt worden wanneer een mondeling bevel niet wenselijk is.
Voorbeelden: “Hier”: een lage stimulus die twee seconden duurt. “Stop”, “zit” en
naar het baasje kijken: een stimulus van 1/4de van een seconde.
10
De bevelen kunnen ‘luider’ gegeven worden door een intensere stimulus ingeval
de hond niet reageert op een gekend bevel.
Trainen van een dove hond:
De elektronische stimulus fungeert als bevel:

“Hier” = een lage stimulus van twee seconden zonder
mondeling bevel.

“Zit” = een lage stimulus gedurende ¼ van een seconde,
zonder mondeling bevel.
Wanneer de hond getraind is volgend de eerste vier technieken, dient de
elektronische halsband uiteindelijk enkel als back up ingeval van sporadische
‘accidentjes’, wanneer de hond het aangeleerde gedrag dan toch niet vertoont.
In het geval van een dove hond, vervangt de elektronische stimulus het bevel, en is
het dus een onontbeerlijk communicatiemiddel.
Bij het succesvol toepassen van alle trainingstechnieken, zal de elektronische
halsband enkel het aangeleerde gedrag superviseren.
3
Opgelet

Gebruik de halsband enkel als de hond in goede gezondheid
verkeert

Bij agressief gedrag steeds een specialist consulteren

Ga na of de hond de stimulus effectief voelt

De stimulus moet gepast zijn voor de situatie
Lees de handleiding aandachtig voor gebruik en zorg ervoor dat u begrijpt hoe het
product gebruikt moet worden.
11
4
4.1
4.2
Chameleon® Elektronische Halsband
Samenstelling van de Chameleon® e-Halsband

Vervangbare roestvrije contactpunten

Magnetische aan- en uitknop

LED lichtjes
Samenstelling van het laadstation (Figure B)

Ingang voor voeding

Gaatjes voor de contactpunten van de halsband

Synchronisatiepunt

Rood/Oranje/Groen LED lichtje (wanneer de lader
aangesloten is op het elektriciteitsnetwerk of andere
voeding)
12
5
5.1
De Chameleon® e-Halsband gebruiken
Chameleon® e-Halsband opzetten
Breng het magneetpunt van de e-Halsband in contact met de magneet van de
afstandsbediening of met de losse magneet (meegeleverd met de PT3000
Chameleon® set). U hoort oplopende tonen, en de LED-lichtjes lichten afwisselend
op. De halsband staat nu op en kan gebruikt worden.
13
5.2
Chameleon® e-Halsband afzetten
Raak het magneetpunt van de e-Halsband aan met de losse magneet of de
magneet van de afstandsbediening tot er aflopende tonen hoorbaar zijn en de
LED-lichtjes niet langer knipperen. De halsband staat nu af.
5.3
De Chameleon® e-Halsband linken met zijn afstandsbediening:
FIGUUR C
Een instructiefilmpje vindt u terug op
https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=bADYbLRrtnI
Om de ontvanger te linken met een afstandsbediening moet eerst de
afstandsbediening aangezet worden en hiertoe geprogrammeerd worden. Door de
Programmeertoets snel in te drukken en weer los te laten, kan u de knop die u
wenst te programmeren kiezen. De eerste knop die wordt aangeboden om te
programmeren is steeds Button 2 (ID code 1). Door meer op de programmeertoets
te duwen, worden de andere knoppen aangeboden om te programmeren.
Gebruik deze manier om de identificatie van de knop te kiezen waarmee u uw
Chameleon® e-Halsband wil linken.
Druk dan opnieuw op de programmeertoets, maar hou deze ingedrukt om door
het menu van alle mogelijke functies te scrollen via het LCD-scherm (figuur C,7).
Wanneer u de programmeertoets loslaat bij een bepaald icoon, dan is dit de
functie die automatisch wordt geprogrammeerd. Hou de programmeertoets dus
ingedrukt tot u een icoon voor ‘continue stimulus’ (zie figuur D) terugvindt langs de
kant waar de frequentie vermeld staat waarmee gelinkt moet worden.
Hou vervolgens het gemagnetiseerde gedeelte van de afstandsbediening, of de
losse magneet tegen het magneetpunt van de Chameleon® e-Halsband en wacht
tot de LED-lichtjes snel en tegelijk knipperen (dit volgt op de sequentie zoals bij het
opzetten van de Chameleon® e-Halsband). Wanneer u de lichtjes ziet knipperen,
mogen de producten uit elkaar gehaald worden en kan u op de afstandsbediening
de door u gekozen toets voor het linken indrukken.
Test vervolgens de PT3000 afstandsbediening en de Chameleon® e-Halsband om
zeker te zijn dat beiden met elkaar gelinkt zijn. LED-lichtjes zullen oplichten om de
correcte handeling te bevestigen. Een LED-lichtje op de e-Halsband zal oplichten als
een knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt. De goede werking van de link
kan ook manueel op jezelf getest worden door de ‘krokodillenbekken’ te gebruiken
(zie ook Hoofdstuk 7: functionele controle van de Chameleon® e-Halsband)
14
Er kunnen in totaal vier afstandsbedieningen gekoppeld worden met de eHalsband, gezien de Chameleon® e-Halsband vier verschillende identificatiecodes
aanvaardt. Dit wil zeggen dat u met één afstandsbediening meerdere eHalsbanden kan bedienen, of dat u één Chameleon® e-Halsband met verschillende
afstandsbedieningen kan bedienen.
Opgelet: de knop waarmee u afstandsbediening en Chameleon® e-Halsband
koppelt moet steeds op ‘continue stimulus’-functie ingesteld zijn. Het is onmogelijk
om afstandsbediening en Chameleon® e-Halsband te koppelen in een Flashfunctionaliteit.
5.4
De Chameleon® e-Halsband ontkoppelen van de afstandsbediening
Volg dezelfde procedure als voor het linken van de Chameleon® e-Halsband met de
afstandsbediening. Op het moment dat de LED-lichtjes simultaan beginnen te
knipperen, moet de afstandsbediening op minstens één meter van de e-Halsband
gehouden worden, gedurende ongeveer drie seconden. Vervolgens moet de
magneet van de afstandsbediening terug bij het magneetpunt van de Chameleon®
e-Halsband gebracht worden tot de LED-lichtjes stoppen met knipperen. De
koppeling is dan gewist. Als de Chameleon® e-Halsband en de afstandsbediening te
lang uit elkaar gehouden worden, zal de ontkoppeling niet lukken. Soms lukt de
ontkoppeling makkelijker met de losse magneet. Na ontkoppeling, zullen de
Chameleon® e-Halsband en de afstandsbediening terug gekoppeld moeten
worden via de ID-codes om de halsband terug te kunnen gebruiken. Wanneer het
ontkoppelen niet onmiddellijk lukt of de LED-lichtjes niet ophouden met knipperen
moet de e-Halsband op het laadstation gelegd worden voor vijf minuten en dan
terug ontkoppeld worden.
Opgelet: Wanneer u een vijfde ID-code probeert te koppelen, zal de vierde ID-code
automatisch overschreven worden. Om ID-codes 1,2,3 te ontkoppelen, dienen ze
alle drie de procedure door te maken.
5.5
Chameleon® e-Halsband waarschuwing ‘lege batterij’
Wanneer bij het aanzetten van de Chameleon® e-Halsband de oplopende tonen
niet synchroon lopen met de afwisselende oplichting van de LED-lichtjes, is de
Chameleon® e-Halsband toe aan opladen. De halsband moet dan zo snel als
mogelijk opgeladen worden.
15
5.6
Het opladen van de Chameleon® e-Halsband batterij: FIGUUR B
Sluit de adapterdraad aan aan het laadstation. Steek de adapter in een
stroombron. Een rood/oranje/groen LED-licht op het laadstation zal oplichten.
Steek de contactpunten van de Chameleon® e-Halsband in de gaatjes van het
laadstation. Let erop dat het synchronisatiepunt op de lader zich onder het
magneetpunt op de Chameleon® e-Halsband bevindt. De halsband staat af
wanneer het in het laadstation zit (er is niets hoorbaar op dat moment). De
Chameleon® e-Halsband kan wel opgezet worden om batterijstatus na te gaan,
terwijl hij oplaadt. Als de halsband opstaat terwijl hij in het laadstation zit, zal er
een LED-licht knipperen zolang de batterij nog aan het opladen is, en zal het LEDlicht continu branden om aan te geven dat de batterij volledig opgeladen is.
Wanneer de Chameleon® e-Halsband oplaadt, mag u GEEN commando’s geven
naar de Chameleon® e-Halsband via de afstandsbediening of “Finger-Kick”. Als
de Chameleon® e-Halsband niet wordt geactiveerd wanneer hij in het
laadstation zit, zal de batterij opgeladen worden. Ongeacht de intensiteit van
gebruik, moet de Chameleon® e-Halsband minstens één keer per maand
opgeladen worden.
Een LED-lichtje op de Chameleon® e-Halsband geeft de batterijstatus aan.
Mogelijke oorzaken van het niet-branden van een LED-lichtje zijn:

Dat de Chameleon® e-Halsband niet goed op het
laadstation gelegd is

Dat de Chameleon® e-Halsband niet werd
geactiveerd

Dat de juiste contactpunten niet gebruikt worden
Een lege batterij kan in twee uren volledig opgeladen worden. De Chameleon®
e-Halsband batterij kan 2000 keer opgeladen worden.
Als de Chameleon® e-Halsband niet geactiveerd werd op het laadstation, zal de
batterij opgeladen worden zonder uiterlijke tekenen. Om op te laden moeten wel
de instructies hierboven uiteengezet nauwgezet opgevolgd worden (zie ook figuur
A en B).
Een instructiefilmpje vindt u terug op:
https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=TNUUaKrQxIU
16
Opgelet:
5.7

De USB-poort van een PC heeft niet genoeg kracht om de
Chameleon® e-Halsband batterij op te laden. Chameleon®
kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan
de USB-poort.

Gebruik het laadstation nooit voor iets anders dan de
Chameleon® e-Halsband. Dit kan zowel de halsband als de
lader beschadigen.
Electriciteitsimpulsen uitgezonden door de Chameleon® e-Halsband
De PT3000 Chameleon® e-Halsband heeft als standaardinstelling
elektriciteitspulsen op alle verschillende intensiteiten. Dit voorkomt
spiersamentrekkingen en zorgt voor een zachter gevoel bij lagere intensiteit. Het
type pulsen kan worden geïndividualiseerd met USB Emily (zie hoofdstuk 6).
5.8
De SSC-uitrusting van de Chameleon® e-Halsband
De gepatenteerde SSC-technologie zorgt ervoor dat de omstandigheden waarin de
hond zich bevindt steeds worden gemonitord via de huid van de hond, en dat de
elektriciteitspulsen hieraan worden aangepast, zodat de tactiele ervaring van de
hond steeds constant is. Het is immers zo dat het aanvoelen van de hond anders is
bij extreme weersomstandigheden of als de hond in het water is. Zo voorkomt de
SSC-technologie dat de hond overgestimuleerd wordt.
De werking van de technologie is vergelijkbaar met een thermostaat: de reactie
van het systeem verschilt al naargelang de omgevingsfactoren, maar het resultaat
blijft hetzelfde. De gebruiker moet zelf geen rekening meer houden met de
omgevingsfactoren, en de hond zal geen verschil meer waarnemen in de intensiteit
van dezelfde pulsen.
17
“Vergelijking van de ervaring van de elektrische impuls met en zonder de SS
technologie in droge en natte omstandigheden”
Samengevat behoudt het SSC een constante ervaring voor de hond, ongeacht de
omgevingsfactoren. De Chameleon® e-Halsband is uitgerust met dit exclusief
gepatenteerde systeem.
5.9
CMS-uitrusting, gepatenteerd door Martin Systems
Als de Chameleon® e-Halsband aanstaat, zal het Contact Measurement System
zoeken naar huidcontact. (Beide contactpunten moeten de huid aanraken voor
een goede werking van de halsband). Als er geen contact is tussen de
contactpunten en de huid gaan de LED lichtjes in een cirkelvormig patroon
knipperen, zal het CMS-systeem na twee minuten stoppen met zoeken om batterij
te sparen. Telkens er contact is binnen de twee minuten, zal een LED-lichtje aan en
uit knipperen met een interval van drie seconden.
Met USB Emily, een optionele accessoire van de Chameleon® e-Halsband kunnen
de standaardinstellingen voor CMS aangepast worden. Het CMS-systeem zal ook
uitgeschakeld worden wanneer er een toets wordt ingedrukt op een
afstandsbediening gelinkt met de Chameleon® e-Halsband.
6
Functies van de Chameleon® e-Halsband
De Chameleon® e-Halsband is uitgerust met vier soorten stimuli: de klik, toon,
vibratie en elektrische impuls.
De Chameleon® e-Halsband heeft pulserende stimulatie op alle intensiteit niveaus
en er zijn vier standaardfuncties:
18

Klikker

Impulsstimulans (flash/nick, continu en steigerend)

Toon (geluid) samen met vibratie en stimulans (flash/nick,
continu en steigerend)

Waarschuwingstoon en vibratie (geluidssignaal zonder
stimulans maar met vibratie), gevolgd door toon, vibratie en
continu stimulans
Bepaalde parameters van de Chameleon® e-Halsband kunnen gewijzigd worden
met USB Emily. Parameters kunnen aangepast worden voor elk intensiteitsniveau
of aangepast worden voor specifieke niveaus. Meer informatie over USB Emily is
terug te vinden op www.dogsport.be
7
Functionele controle van de Chameleon® e-Halsband
Om na te gaan of de e-Halsband naar behoren werkt, kan de indicator lamp
gebruikt worden. Steek de contactpunten in de ‘krokodillenbek’ en stuur één of
meerdere bevelen via de afstandsbediening.
Als de Chameleon® e-Halsband naar behoren werkt, zal het licht op de
‘krokodillenbek’ oplichten bij elke impuls (behalve bij niveau 0, wat steeds een klik
is). Hoe hoger de intensiteit van de stimulus, hoe feller de lamp zal branden.
Als de functionele controle positief is, maar de hond reageert toch niet op de
stimuli, moeten volgende zaken nagegaan worden:

Is er contact met de huid van de hond? In 95% van de
gevallen van een onvoldoende functioneren betreft een
slecht contact van beide contactpunten met de huid van de
hond.

Ga na of het een er probleem is met de afstand tussen de
afstandsbediening en de Chameleon® e-Halsband. Dit kan
met behulp van de ‘krokodillenbek’. Indien het een probleem
is met de reikwijdte van de afstandsbediening, moeten de
batterijen van de afstandsbediening vervangen worden.
19
Als de lamp bij de functionele controle niet oplicht bij intensiteit niveaus hoger dan
1, dan moet er contact opgenomen worden met de verkoper.
8
De Chameleon® e-Halsband bij de hond aandoen
De asymmetrische vorm van de e-Halsband is ontworpen voor comfort. Zorg
ervoor dat beide contactpunten in aanraking zijn met de huid van de hond. Het
aanpassen van de riem is zeer belangrijk. Als de riem te los zit zullen de
contactpunten niet op de huid van de hond zitten, en zal deze geen zelfs de lichtste
stimulus niet voelen. (Het is echter belangrijk dat je steeds het lichtste
intensiteitsniveau kan gebruiken.) Anderzijds zal de hond moeilijk kunnen
ademhalen als de riem te vast zit.
De Chameleon® e-Halsband zal gedurende twee minute nagaan of er contact is
tussen de contactpunten en de huid (zie ook punt 5.9). De Chameleon® e-Halsband
moet echter ook zo los mogelijk zitten, zonder dat de contactpunten contact
verliezen. De hond borstelen om dood en overtollig haar te verwijderen kan helpen
om het contact met de huid te verbeteren.
9
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Laat de Chameleon® e-Halsband nooit langer dan acht opeenvolgende uren rond
de hals van de hond. Dit kan huidletsel tot gevolg hebben door de druk en de
wrijving met de contactpunten, niet ten gevolge van de elektrische impulsen, maar
wel door de wrijving. De contactpunten standaard geleverd bij de Chameleon® eHalsband beperken dit risico zoveel als mogelijk, gezien ze glad en rond zijn.
Ingeval er overgeschakeld wordt op scherpe contactpunten is het risico op
huidletsel groter. Ongeacht de contactpunten naar keuze, is het de
verantwoordelijkheid van het baasje om de hond geregeld te controleren om
huidletsel te vermijden. De Chameleon® e-Halsband moet ook zo los mogelijk
vastgemaakt worden zonder daarbij contact te verliezen. Ook het te vast
aanspannen van de riem kan een oorzaak zijn van huidletsel.
Controleer uw hond elke dag op ruwheid of huidirritatie of sneetjes in de nek.
Indien huidletsel ontdekt wordt, of de hond krabt vaker in de nek door irritatie, laat
de Chameleon® e-Halsband dan uit en dien de nodige zorg toe. Wacht tot alles
volledig genezen is alvorens de Chameleon® e-Halsband terug te gebruiken. Neem
contact op met een dierenarts als het huidletsel niet geneest.
Borstel de hond elke dag, vooral in de nek. Overleg steeds met een dierenarts
indien de hond niet 100% gezond is, alvorens de Chameleon® e-Halsband te
gebruiken.
20
10
Onderhoud van de Chameleon® e-Halsband
Controleer de vastheid van de contactpunten dagelijks. Ze moeten met de hand
vastgedraaid worden. Was de Chameleon® e-Halsband minstens één keer per
week met afwaszeep.
11
11.1
Technische specificaties van de Chameleon® e-Halsband
Technische Specificaties van de Chameleon® e-Halsband
Afmetingen:
Gewicht:
Batterij:
polymeer
Frequentie:
Antenne:
Minimum en maximum werkingstemperatuur:
Waterproof
Batterijgebruik-indicator
Roestvrij stalen electrode (contactpunten)
Magnetische aan- en uitknop
11.2
869.5 MHz
integraal
-20°C tot +40°C
Laadstation van de Chameleon® PT3000 e-Halsband
Afmetingen:
Gewicht:
Batterij:
Minimum en maximum werkingstemperatuur:
Aansluiting:
11.3
134x26x10mm
42 g (zonder contactpunten)
3.7 V 200 mAh lithium
20 x 35 x 55 mm
20 g
6 V DC +-5%, 500 mA max
-20°C tot +40°C
Mini USB B vrouwelijk
Adapter Kit van de Chameleon® PT3000
Afmetingen:
Gewicht:
AC input:
DC input:
35 x 45 x 75 mm
105 g
110-240 V 50-60 Hz
12-18 VA
21
Output:
5V
12
De Pro Trainer PT3000 afstandsbediening
De Pro-Trainer (PT) 3000 afstandsbediening is voorzien van twee ID-codes zodat
het gebruikt kan worden voor twee honden. Er zijn twee programmeerbare
stimulusknoppen per ID-code.
13
13.1
De PT3000 afstandsbediening programmeren
De functie van een knop programmeren:
Herhaaldelijk kort op de programmeertoets drukken zorgt ervoor dat je door de
verschillende knoppen scrolt. De icoontjes op het LCD-scherm duiden aan voor
welke knop geprogrammeerd kan worden. Voor elke ID-code zijn twee knoppen
voorzien, en de ID-codes werken onafhankelijk, er kan dus voor twee honden
tegelijk geprogrammeerd worden. Elk van de twee honden kan dus twee knoppen
ter beschikking hebben.
Als je door de beschikbare knoppen scrolt, is knop 2 ID-code 1 steeds de eerste
knop die geactiveerd kan worden. Vervolgens zie je knop 3, ID-code 2, dan knop 4,
ID-code 2, en tenslotte knop 1, ID-code 1.
Eens de knop gekozen die geprogrammeerd moet worden, moet de
programmeertoets opnieuw ingedrukt worden, maar ditmaal ingedrukt blijven om
de gewenste functionaliteit te selecteren en te programmeren. Door de
22
programmeerknop ingedrukt te houden, scrolt de afstandsbediening door de
iconen van de functionaliteiten. De knop moet worden losgelaten als het gewenste
icoontje op de display verschijnt. Op dat moment is de functionaliteit opgeslagen.
Zo kunnen er twee knoppen geprogrammeerd worden voor elk van de twee
honden. Zelfs na uitschakelen van de afstandsbediening blijven de
geprogrammeerde toetsen bewaard.
13.2
Het intensiteitsniveau programmeren
Het niveau wordt geselecteerd met de afstandsbediening. Als een knop
geprogrammeerd werd (Figuur C), verschijnt het gekozen niveau op het LCDscherm (Figuur C, 7 en 17). Draai aan de draaiknop (Figuur C, 6) om vervolgens het
niveau aan te passen. De niveaus gaan van 0 tot 18, waarbij 0 steeds de klikker is
en de intensiteit verhoogt naarmate het cijfer verhoogt. Draai met de klok mee om
het niveau te verhogen, draai tegen de wijzers van de klok in om het
intensiteitsniveau te verlagen.
Voorbeeld van programmatie van de functies voor Hond 1 (knop 1 en 2 voor IDcode 1) Druk een aantal keren op de programmeertoets, tot knop 1 geselecteerd
23
wordt. Druk opnieuw op de programmeertoets, maar houd deze ingedrukt tot de
gewenste functionaliteit getoond wordt op het LCD-scherm. Kies vervolgens het
intensiteitsniveau (van 0 tot 18). Doe hetzelfde voor knop 2. De tweede ID-code
werkt voor de andere twee knoppen.
13.3
Aan- en uitzetten van de afstandsbediening
Druk op een toets om de afstandsbediening op te zetten. Hetgeen
geprogrammeerd werd voor de toets verschijnt op het LCD-scherm. De
afstandsbediening schakelt vanzelf terug uit als het vier uur niet wordt gebruikt.
De afstandsbediening kan ook uitgeschakeld worden door de draaiknop tegen de
richting van de wijzers in te draaien tot het scherm donker is. Als de
afstandsbediening afstaat, moet er terug op een toets gedrukt worden om deze
terug te activeren. Het verdient aanbeveling om voorkeur te geven aan de
programmeertoets, aangezien er met die toets geen ongewenste impulsen aan de
hond gegeven worden.
13.4
De batterijen vervangen
Wanneer de afstandsbediening niet naar behoren werkt, zoals bijvoorbeeld ingeval
van een zeer kort bereik, dienen de batterijen vervangen te worden. Ook als het
scherm knippert of zwak lijkt, dienen de batterijen vervangen te worden.
Om de batterijen te vervangen moet de achterklep van de afstandsbediening
verwijderd worden door de twee schroeven los te draaien met de bijgeleverde
schroevendraaier (Figuur C, 11). Verwijder de batterij uit de houder en plaats een
nieuwe batterij, rekening houdend met de polariteit. Plaats de achterklep terug en
draai de schroeven terug aan. Gebruik enkel 3 V lithium batterijen, type CR2.
13.5
Technische Specificaties van de PT3000 Afstandsbediening
Afstandsbediening voor 1 of 2 honden
Garantie: 2 jaar
Afmetingen:
Gewicht:
Batterij:
160 x 55 x 24 mm
92 g
3V 900 mAh lithium
batterij, type CR2
2 jaar in standby
1000 m
869.500 MHz
5000 mW
Standby duurzaamheid:
Bereik:
Frequentie:
Maximale zendkracht:
Externe antenne
24
Intensiteit niveaus:
Minimum en maximum werkingstemperatuur:
14
18
- 20 °C tot +40 °C
De "Finger-Kick"
De “Finger-Kick” gebruikt de afstandsbediening als versterker voor het radiosignaal.
Door de unieke code van de afstandsbediening is interferentie met gelijkaardige
toestellen of andere afstandsbedieningen onmogelijk. De ‘Finger-Kick’ werd getest
in extreme omstandigheden: van -20°C tot + 60°C, in de lucht en in het water.
Gezien de “Finger-Kick’” de afstandsbediening als versterker gebruikt, is het
belangrijk om de “Finger-Kick” steeds binnen een bereik van maximaal 20 meter
van de afstandsbediening te houden. De afstandsbediening kan bijvoorbeeld in
broek- of jaszak gehouden worden. Het bereik van de afstandsbediening kan
beperkt worden als deze op een slechte plaats wordt bijgehouden (vanonder in
een tas, in een broekzak,…)
Ook het lichaam kan het signaal tussen de “Finger-Kick” en de afstandsbediening
verstoren. Het is dus aan te raden om beiden aan dezelfde kant van het lichaam te
houden.
14.1
De "Finger-Kick" gebruiken
Om de "Finger-Kick" te gebruiken, moet het uiteraard gelinkt zijn aan de
afstandsbediening.
De “Finger-Kick” linken met een knop op de afstandsbediening
Druk tegelijk op de gekozen knop en de programmeerknop van de
afstandsbediening.
2. Hou de knoppen ingedrukt tot het LCD-scherm begint te knipperen en
laat dan de gekozen knop en de programmeerknop los.
3. Houdt de knop van de “Finger-Kick” minstens één seconde ingedrukt.
Het LCD-scherm blijft zo’n 10 seconden knipperen. Gedurende deze tijd
kan de afstandsbediening gelinkt worden met de “Finger-Kick”. Na 10
seconden is de afstandsbediening niet langer in koppeling modus, in dit
geval moet er opnieuw begonnen worden vanaf stap 1.
4. Als het LCD-scherm stopt met knipperen, is het linken met de “FingerKick” succesvol.
5. Test de “Finger-Kick”
Een instructiefilmpje kan hier teruggevonden worden:
https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=bADYbLRrtnI
1.
25
Opmerkingen:
1. De Chameleon® e-Halsband moet gesynchroniseerd zijn met de
afstandsbediening om de “Finger-Kick” te kunnen gebruiken.
2. Om de "Finger-Kick" te linken met een andere afstandsbediening, dient
de eerste afstandsbediening uitgeschakeld te worden.
3. De “Finger-Kick” kan gelinkt worden aan elke knop van de PT3000
afstandsbediening, maar slechts aan één knop tegelijk.
14.2
De "Finger-Kick" gebruiken
De knop van de "Finger-Kick" indrukken, vervangt het drukken op de
corresponderende knop op de afstandsbediening. Er is geen aan/uitknop op de
“Finger-Kick”. Als de afstandsbediening opstaat, reageert de Chameleon® eHalsband onmiddellijk op elke druk op de knop van de “Finger-Kick”. Indien de
“Finger-Kick” een half uur niet gebruikt wordt, is de reactietijd van de Chameleon®
e-Halsband vertraagd met ongeveer een seconde. Na vier uur zonder gebruik moet
het systeem herstart worden door eerst de afstandsbediening terug te activeren.
De afstandsbediening staat af als het scherm donker is. Het is aanbevolen om de
programmeerknop te gebruiken om de afstandsbediening terug te activeren. Zo
wordt de hond niet onnodig gestimuleerd met impulsen.
14.3
Problemen oplossen


14.4
Afmetingen
Als de knop van de “Finger-Kick” ingedrukt wordt,
moet er een lichtje knipperen. Bij gebruik van
zestig seconden per dag heeft de batterij een
levensduur van 27 jaar.
Als het lichtje knippert bij het indrukken van de
knop van de “Finger-Kick”, maar de hond voelt
geen impuls, kunnen volgende zaken aan de basis
liggen:
o De “Finger-Kick” werd aan de verkeerde
ID-code van de afstandsbediening gelinkt.
o De Chameleon® e-Halsband is niet gelinkt
met de afstandsbediening
o De contactpunten raken de huid van de
hond niet.
Technische specificaties van de "Finger-Kick"
27x30x17 mm
26
Gewicht
WaterProof
Batterij
Frequentie
Vermogen
6 grams
CR1025, 3V 30mAh
2.4GHz
<1mW
15
Garantie van de “Finger-Kick”
Martin System garantie geldt gedurende twee jaar voor fabricagefouten,
onderdelen en arbeid. Om gebruik te kunnen maken van de garantie moet het
garantiecertificaat binnen de tien werkdagen na de aankoop terugbezorgd worden.
De garantie dekt alle defecten gedurende normaal gebruik van het product.
Defecten als gevolg van een voorval of misbruik zijn niet gedekt. Martin Systems
bepaalt zelf of een product zal hersteld dan wel vervangen worden.
Volgende zaken worden niet door de garantie gedekt:

Vervanging van de batterijen

Vervanging van de riem

Vervoersrisico’s

Nalatigheidsschade of schade berokkend door verkeerd
gebruik

Schade door niet-goedgekeurd herstel door niet-erkende
hersteller

Aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door
wangebruik of defect van het product
Er is geen garantie als het certificaat niet werd vervolledigd en terugbezorgd aan
Martin System.
16
Conformiteit
Alle elektronica in de hondentraining-producten van Martin System werden getest
op conformiteit met de Europese richtlijnen. Voor gebruik buiten de EU, controleer
met de bevoegde autoriteiten voor gebruik.
27
17
Recycleren
Het is verplicht elektrisch en elektronisch materiaal te recycleren. Indien u
uw hondentraining materiaal niet langer nodig heeft, of het kan niet meer hersteld
worden, gelieve het dan niet weg te gooien met het restafval. Breng het terug naar
de verkoper, of contacteer onze klantendienst voor verdere informatie.
Geproduceerd volgens ECMA-richtlijnen
B.C.BB bvba
Schansstraat 8
2660 Hoboken
België
Tel: 0032 3 830 47 72
Fax: 0032 3 825 70 55
E-mail: [email protected]
Website Hondensportmateriaal: www.dogsport.be
Website Seminaries: www.bartbellonseminars.com
Website Pay Per View: www.bartbellon.com
Open van maandag tot donderdag van 10h tot 17h
Vrijdag van 10h tot 14h.
Gesloten op zaterdag, zondag en feestdagen
28