de Gebrokenen een mythische vertelling over de reis van de ziel Anne C. Possel 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 1 12-04-13 11:38 In de nacht van de Schepping was ik wakker; terwijl iedereen sliep, was ik aan het werk. Ik was erbij om de allereerste knipoog te zien en het eerste verhaal ooit verteld, te horen. Ik was ook de eerste die in de ban raakte van Tijd en de Vormenbakker. Wervelend rond het stille midden - die fijne spits van de ziel draaide ik rond als het wiel van ons sterrenstelsel. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 4 12-04-13 11:38 Hoe kan ik dit aan jou beschrijven? Jij werd later pas geboren. Shhhhh… geen woorden meer. Hoor alleen de stem van binnen. En herinner je het eerste wat Z/Hij zei: ‘Wij bestaan voorbij de woorden.’ (vrij naar Rumi) 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 5 12-04-13 11:38 22 dat hij de hulp van de kleine Mees nodig zou hebben, wekte een lichte ongerustheid in hem. Toen hij merkte dat de andere twee hem ondertussen al een eind vooruit waren, schudde hij zich even om zich los te maken van de bevangenheid die hem een moment lang had vastgehouden en ging hen achterna. Een reis begint Het was geen afgebakend pad dat ze volgden. Ze liepen eigenlijk zomaar door gras en langs bomen. Gaande de weg leek het alsof ze een ander land waren binnengetrokken. Onderweg overviel Wolf regelmatig het gevoel dat hij terugging naar iets wat hij al kende én dat hij tegelijkertijd iets volledig onbekends tegemoet ging. Het was een raar gevoel, want hij wist toch echt niet beter of hij maakte deze reis voor het eerst. Tijd sprak vrijwel niet; gaf alleen wat aanwijzingen soms, als ze ergens links of rechts moesten gaan. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 22 12-04-13 11:38 23 Mees liep dan weer vrolijk vooruit, dan weer langzaam en bedachtzaam naast Wolf, voor zover hij dat kon, want het liefst rende hij vrolijk rond. Hij deed zijn trucje met zijn voorhoofdsfrons, maar hij kon toch niet verder vooruitkijken dan waar Tijd liep. Wolf vroeg zich af of Tijd de hele reis niet meer zou spreken en hij zocht in zijn hoofd naar de vele vragen die hij had. Maar ze waren er niet. Hij keek verbaasd rond in de lege ruimte van zijn hoofd, dat eerder toch zo vol nieuwsgierigheid was geweest. Uiteindelijk kon ook hij niets anders doen dan Tijd volgen op dit pad dat eigenlijk niet eens een pad was. Ze waren nu al zo lang onderweg dat Wolf en Mees alle gevoel van richting en plaats en tijd waren kwijtgeraakt. Ze wisten zelfs niet meer wanneer ze op pad waren gegaan. Was het gisteren, was het vorige week, was het vanochtend geweest? 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 23 12-04-13 11:38 Tijd leek onvermoeibaar voort te gaan in een vaste, regelmatige tred. 24 Uiteindelijk begon het licht anders te worden dan ze tot nu toe gewend waren geweest. En er kwamen andere geluiden dan ze tot nu toe hadden gehoord. Ze hoorden opeens in de verte vrolijk gepraat en toen ze daar dichterbij kwamen, verbrak ook Tijd zijn stilzwijgen, kwamen de vragen terug in Wolfs hoofd en werkte Mees’ truc met zijn voorhoofdsfrons weer als vanouds. Hij deed ’m van puur plezier een paar keer extra en zag plotseling een meisje naar zich toekomen. Ze was rank gebouwd; klein en volmaakt was ze. Ze leek jong, maar het was voelbaar dat ze veel had gezien en beleefd in haar bestaan en dat dat vele haar een bijzondere wijsheid had gegeven. ‘Ik ben Karlijn,’ zei ze. ‘Ik ben Mees,’ antwoordde hij. Wolf kreeg van Tijd een teken dat hij in de buurt moest blijven. ‘Waar kom jij vandaan?’ vroeg Mees. Karlijn lachte een klein schaterlachje en Mees begreep dat hij, zonder het zo te bedoelen, met de meest belangrijke vraag was begonnen. ‘Ik bedoelde gewoon nu op dit moment,’ lachte hij terug. Ze lachte weer. ‘Ja,’ zei ze. ‘Kom,’ zei ze vervolgens alleen maar. Ze liep in de richting van een grote zachtgroene vlakte die opengelaten was door bomen van heel verschillende oorsprong. Er stonden bomen 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 24 12-04-13 11:38 met wuivende bladeren van een heerlijk helder groen. Daartussen voegden zich sterke gedrongen bomen met klein donkergroen blad. Er waren ook donkerroodbruin gebladerde bomen met soms een gouden gloed als de nerf het zonlicht ving. En daar bovenuit torenden trots hoog oprijzende ceders die hun krachtige geur mengden met een lichte bries die van water afkomstig moest zijn omdat er een heel prettige, verkoelend vochtige geur doorheen speelde. 25 Mees liep verwonderd en verwachtingsvol achter haar aan. Wolf bleef waar hij was. Hij begreep heel goed dat hij geen deel had aan wat nu zou volgen. Toch bleef hij met zijn aandacht helemaal bij Mees. Hij ging zitten bij een boom die met een rij andere, een natuurlijke grens vormde met het gebied waar Karlijn uit tevoorschijn was getreden; een gebied dat Mees nu betreden had. Tijd had zich wat verder teruggetrokken en zat verdiept in het boek waarin de vierenzestig kleinere instrumenten beschreven staan; een boek dat hij altijd bij zich droeg. In het midden van de open plek draaide Karlijn zich om, bleef voor Mees staan en keek hem recht aan. Haar ogen waren van een onweerstaanbaar kristalhelder blauw dat een grote diepte had. Een klein doorschijnend, vlinderachtig gevleugeld vliegje was net in haar rossig blonde haar komen zitten. Het gaf haar een vrolijk ondeugende uitstraling. ‘Ik zal je brengen bij wat je niet kent,’ zei ze. ‘Misschien maakt dat je een beetje bang, maar ik zeg je vast dat je echt niet bang hoeft te zijn. En, we nemen Rex mee,’ riep ze vrolijk. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 25 12-04-13 11:38 Bij het horen van zijn naam, kwam een grote wolfachtige hond tussen de bomen door, blij op hen af gerend. 26 Mees begon het allemaal behoorlijk spannend te vinden, maar hij wist op de een of andere manier dat hij Karlijn volledig kon vertrouwen. Daar waren geen woorden voor nodig geweest. Na Rex even geknuffeld te hebben, nam Karlijn Mees bij de hand en ze gingen op weg. Karlijn neuriede zacht, het zoemde een beetje, maar Mees werd er op een prettige manier zachtjes blij van binnen van. Hij wist nu dat het goed zou zijn, wat er ook ging komen. Ze liepen een tijdje door het bos en Karlijn begon Mees over de Vormenbakker te vertellen. En beetje bij beetje vlocht ze er voorzichtig stukjes over haar eigen leven doorheen. ‘De Vormenbakker,’ begon ze, ‘is een heel bijzonder wezen.’ ‘Hij lijkt op ons, op ons mensen bedoel ik, maar is ook meer dan dat.’ ‘Ik heb hem nog nooit gezien, waar woont hij?’ onderbrak Mees. ‘Dat vertel ik je zo ook nog,’ zei Karlijn lachend om zijn vlugge ongeduld. ‘Hij is van een wereld die je hier vandaan niet kunt zien,’ vervolgde ze rustig. Mees struikelde bijna alweer door haar woorden heen, zoveel wilde hij nu tegelijk vragen. Maar een klein gebaar van haar hand liet hem zwijgen en hij luisterde verder alleen nog maar, bijna vergetend om nog adem te halen. ‘Ja, er zijn meer werelden dan deze,’ zei ze alsof ze Mees’ vragen vanzelf al begreep. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 26 12-04-13 11:38 Bij het klinken van haar woorden was een, eerst nog kalme, wind opgestoken. Terwijl ze sprak, werd die sterker en in Mees begon een vermoeden op te komen dat hem met nieuwe ogen naar Karlijn deed kijken. ‘Dit hier,’ zei ze ‘is een tussenwereld.’ ‘Daar zijn er meer van. Ik ben zelf niet ver genoeg geweest om te weten hoeveel. Maar ze zijn er en ze hebben ieder een heel eigen karakter. En het leven in de ene wereld is niet te vergelijken met het leven in een andere. Dát weet ik wel.’ Ze zweeg even. 27 ‘Maar ben jij wel van deze wereld, ik bedoel van mijn wereld, de wereld waar ik met Wolf ben?’ vroeg Mees omdat, door haar woorden heen, in hem een vermoeden was gerezen dat te sterk was geworden om nog langer binnen te houden. Karlijn keek hem even wat langer aan om te peilen of hij de schrik van wat ze hem moest vertellen, aan zou kunnen. Ze besloot nog te wachten. Hij had wat meer tijd nodig en het besef van wat gaande was, zou waarschijnlijk vanzelf wel in hem opkomen. Rex sprong even tegen Mees op, omdat hij de spanning in zijn kleine lichaam voelde. Het werkte. Mees vergat voor een moment wat hem bezig had gehouden en speelde met Rex mee. ‘Ik ben zelf in de wereld van de Vormenbakker geweest. En de wereld die daarna komt, heb ik wel gezien, maar ik ben er niet binnengegaan. Dat kon toen niet,’ vervolgde Karlijn. ‘Waar ging je dan wel naar toe?’ vroeg Mees. ‘Daarna kwam ik hier,’ zei ze. ‘En was je hier al eerder geweest?’ ‘Nee,’ zei ze, ‘niet dat ik weet’; ze lachte vrolijk toen ze dat zei. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 27 12-04-13 11:38 28 Het stelde Mees weer even gerust, want hij vond het nogal indrukwekkend en verwarrend tegelijk, allemaal. ‘En Rex, van welke wereld is hij?’ ‘Rex is van alle werelden en hij reist gemakkelijker dan wij door alle werelden heen,’ antwoordde ze. ‘Hoe komt dat?’ ‘Hij hecht zich niet aan de dingen, of aan een wereld. Hij is gewoon overal zichzelf, zoals hij is.’ Ze hadden inmiddels het bos verlaten en liepen nu door een glooiend landschap met lange akkers vol rijp, goudgeel graan. In een ander veld stond de maïs zo hoog dat de rijpe kolven al bijna door hun groene beschermende omhulling te voorschijn piepten. Rex liep in zijn typische wolvendrafje voor hen uit, wachtte even, keek om, kwam als zij naar zijn zin te ver achter waren gebleven, teruggedraafd en ging achter hen lopen, als om hen aan te sporen door te gaan. Mees had lange tijd zo sterk alleen op Rex gelet dat hij, nu hij om zich heen keek, zich realiseerde dat hij de zachte hand van Karlijn al een tijd niet meer om de zijne had gevoeld. Er ging een schok door hem heen alsof hij opeens wakker schrok uit een diepe slaap. ‘Karlijn,’ riep hij. Ze was meteen bij hem. Ze was niet ver weg geweest, ze had alleen een tijdje achter hem gelopen en zijn kleine gestalte liefdevol met haar blik omringd. Mees was helemaal stil blijven staan. Hij was niet alleen opgehouden met lopen, maar ook van binnen was hij opgehouden te bewegen en 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 28 12-04-13 11:38 volkomen stilgevallen. Als uit het niets kwamen er langzaam woorden uit zijn mond. ‘Jij bent niet van een andere wereld in mijn wereld terechtgekomen, hè?’ zei hij voorzichtig, omdat ieder volgend woord dat uit hem wilde komen, hem van tevoren al schrik aanjoeg. ‘Ik ben,’ hij stokte omdat zijn stem het opgaf en zijn keel dicht ging zitten. ‘Ik ben,’ begon hij weer ‘uit de wereld waar ik was in jouw wereld terechtgekomen, is het niet?’ Hij viel een moment stil, omdat hij begreep dat met de woorden die er aankwamen, zijn wereld voorgoed zou veranderen. ‘En er is geen weg terug.’ Hij moest nu snel achter elkaar slikken omdat hij de tranen al proefde. Hij probeerde nog, niet aan Wolf te denken, maar dat lukte meteen al niet meer en de tranen liepen in lange stromen over zijn kleine wangen. 29 Karlijn bleef dichtbij hem en liet hem rustig huilen. Ze wreef hem zachtjes over zijn rug, waar zijn hart was. Dat maakte het verdriet heel zacht in Mees en toen hij weer opkeek, waren zijn ogen ook zacht en was het verdriet nog niet weg, maar was de pijn al minder scherp. ‘Je zult Wolf nog wel weer zien,’ zei Karlijn. ‘Alleen op een heel andere manier en in een heel andere wereld dan die waar je was, of die waar je nu bent, of zelfs die waar je spoedig naartoe zult gaan.’ Mees bleef haar vragend aankijken. ‘Je zult er later meer van gaan begrijpen,’ zei ze daarop. ‘Maar wat je nu goed moet onthouden, is dat Wolf nu, op dit moment en de hele verdere reis die je nog gaat maken, bij je is en de wacht over je houdt, ook als je het moeilijk hebt.’ Mees haalde een paar keer diep adem. Er begonnen allerlei vragen in zijn 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 29 12-04-13 11:38 30 hoofd te komen. Hij probeerde zijn voorhoofdsfrons nog eens, maar er kwam alleen maar een heel klein plooitje boven zijn neus. Net genoeg om een brede glimlach op Karlijns lieve gezicht te toveren. ‘Kom,’ zei ze en liet hem op een grote steen die aan de weg lag, zitten. ‘Doe je ogen maar even dicht, dan zal ik je leren hoe je Wolf kunt zien.’ Ze neuriede een tijdje. ‘Denk eens terug aan de grote boom,’ zei ze toen op zacht zingende toon. Mees was er als vanzelf weer terug. Hij zuchtte een diepe zucht en zag toen Wolf opeens voor zich verschijnen. Hij werd helemaal blij en warm van binnen. ‘Dag Mees,’ zei Wolf. ‘Zie je wel, ik ben er nog steeds. Alleen ben ik er niet meer op dezelfde manier als eerst. Maar ik ben echt steeds in gedachten met je verbonden en zo bij je in de buurt gebleven. En Tijd is ook steeds meegegaan, al doet hij dat weer op zo’n andere manier dat ik hem ook niet altijd in het oog kan houden.’ ‘Wat ik er tot nu toe van begrijp,’ ging Wolf verder, ‘is dat je eigenlijk alleen maar je hoeft te herinneren waar je vandaan kwam en als je daarbij terug bent, dat dan het gemisgevoel vanzelf weggaat. Dus als je me mist, hoef je je alleen maar weer te herinneren hoe we in het begin samen waren en onder de boom zaten en elkaars gedachten kenden en dan hoor ik jou meteen ook en weet jij meteen weer wat ik denk en als je wilt, kom ik naar je toe.’ Wolf verslikte zich bijna in de woordenstroom die hij was begonnen. Dat kwam omdat hij het, terwijl hij aan het praten was, ook zelf voor het eerst leerde begrijpen. ‘Wij moeten dus steeds terug naar de boom,’ zei hij. ‘Daar zijn wij ongeveer begonnen immers,’ riep hij enthousiast uit. ‘Tenminste, voor zover we weten,’ zei hij er tenslotte toch weer een beetje twijfelend achteraan. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 30 12-04-13 11:38 Mees had bij alles wat Wolf zei, heftig instemmend geknikt en dat was zo vaak dat hij opeens opgelucht schaterend ‘Kijk, ik ben een losbol’ uitriep. Toen hij een beetje uitgelachen was, hoorde hij een heel vriendelijke stem zeggen: ‘Doe je ogen maar weer open.’ Hij keek verbaasd en nog een beetje nalachend op en zag toen zijn plezier weerkaatst in het hemels heldere blauw van de ogen van Karlijn. ‘Je hebt het begrepen, geloof ik,’ zei ze tevreden met het verhaal dat ze over zijn gezicht verteld had zien worden. Mees voelde van de weeromstuit daarop weer de scherpe pijn van het gemis en ook hoe dichtbij en levend het verdriet nog altijd in hem aanwezig was en hij zuchtte. ‘Dat is iets wat ook echt is en nog wel een tijd zal blijven,’ zei Karlijn die het had zien gebeuren. ‘Maar het zal zachter worden en als jij het wilt, zal de liefde voor Wolf die in jou woont, het winnen en zul je loskomen van de pijn. Het zal voor jou zijn zoals het is voor elke jonge vogel die voor het eerst los moet komen van de vaste grond die hij kende. Die soms nog ernaar terugkeert, maar steeds opnieuw opvliegt, totdat hij vliegen kan op eigen kracht en vrij is om nieuwe liefde en nieuw leven voort te brengen.’ Mees knikte langzaam, omdat zijn verstand het wel kon volgen. Maar de rest van hem bleef nog een beetje moedeloos en ingezakt op de donkere steen zitten. Karlijn streelde hem even door zijn haar. ‘Het is genoeg voor vandaag,’ zei ze. 31 Rex, die al die tijd rustig aan Mees’ voeten was blijven liggen, likte hem even goedmoedig over zijn gezicht. Mees sloeg zijn armen om hem heen en bleef zo, dicht tegen hem aan, zitten. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 31 12-04-13 11:38 32 De rustige regelmatige ademhaling van de grote hond kalmeerde hem en zijn zelfvertrouwen begon langzaam in hem terug te keren. ‘Jij bent ook een wolf,’ zei hij zachtjes in Rex’ oor. ‘Maar dan toch ook weer een heel andere.’ De hond likte hem nog eens en duwde hem toen speels van de grote steen af. ‘Kom,’ zei Karlijn op haar bekende, veelzeggende manier. ‘Het is tijd voor rust.’ 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 32 12-04-13 11:38 33 Wolf zat in de luwte van de bomen wat voor zich uit te staren zonder veel te zien. Hij was nog helemaal verwonderd over het levendige samenzijn met Mees. Hij was blij dat hij Mees had gesproken. Hij begon zich af te vragen of het allemaal niet veel eenvoudiger was dan hij gevreesd had, toen hij hoorde dat hij de hulp van Mees nodig zou hebben. Zou Tijd niet dit soort samenzijn bedoeld kunnen hebben met de hulp die hij nodig had? Hij herademde en keek om zich heen. In het late, lage licht zag hij even verderop Tijd, die zich voorbereidde op de nacht en hij liep naar hem toe. De stille eenvoud van Tijd straalde grote rust uit. Wolf vertrouwde zich toe aan de nacht die komen ging. 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 33 12-04-13 11:38 colofon de Gebrokenen een mythische vertelling over de reis van de ziel ISBN 978-90-813196-7-6 NUR-code: 341 1e druk: 2013 Uitgeverij Nachtwind Tekst © Anne C. Possel www.annepossel.nl Omslagbeeld ‘God’s vogel’ (1999) door Juke Hudig (www.jukehudig.nl) Ontwerp en lijnillustraties Albert Hennipman (www.de-ruimte-ontwerpers.nl) Druk Koninklijke Wöhrmann, Zutphen Letter Trinité Dit boek is te bestellen via: www.nachtwind.nl 1631 De gebrokenen BINNENWERK 195 x155.indd 144 12-04-13 11:38
© Copyright 2024 ExpyDoc