OER LE 2014 2015

Onderwijs- en examenregeling 2014 – 2015
Bacheloropleiding
 Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436
 Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436
Advies afgegeven door Opleidingscommissie,
d.d.16 mei 2014
Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,
d.d. 3 juli 2014
Vastgesteld door het College van Bestuur,
d.d.8 juli 2014
NB:
Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER)
1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of
niet van toepassen zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij
het betreffende artikel(lid) aangegeven.
1
Inhoudsopgave
1
Algemeen
Art. 1 Begripsbepalingen
Art. 2 Reikwijdte van de regeling
Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling
2
Toelating tot de opleiding
Art. 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen
Art. 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
Art. 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW
Art. 4 Aanvullende eisen
Art. 5 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma
Art. 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW
Art. 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
Art. 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen
Art. 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring
Art. 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s
ex. art. 7.28 WHW
Art. 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4
Art. 12 Toelating tot de post-propedeutische fase
Art. 13 Doorstroom Associate degree
Art. 14 Rechtsbescherming
3
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Onderwijsprogramma
1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
2 Doelstelling van de opleiding
3 Inrichting en studielast van de opleiding
4 Voertaal in het onderwijs
5 Voorzieningen voor student met functiebeperking
6 Samenstelling van de propedeutische fase
7 Samenstelling van de post-propedeutische fase
8 Samenstelling Associate-degree programma
9 Minor
10 Studeren in het buitenland
4
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Examens en getuigschriften
1 De examens van de opleiding
2 Toekenning graden
3 Getuigschriften
4 Toekenning van getuigschriften
5 Ondertekening getuigschriften
6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
7 Cum Laude regeling
8 Verklaringen
9 Grading Table van de opleiding
10 Rechtsbescherming
5
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Tentamens, toetsen en beoordelen
1 Vorm van de tentamens en toetsen
2 Volgorde van tentamens en toetsen
3 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen
4 Gestelde eisen tentamens en toetsen
5 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen
6a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen
6b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen
7 Mondelinge tentamens en toetsen
8 Vaststelling van de beoordelingen
2
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
Art.
9 Normering van de beoordelingen
10 Het verlenen van vrijstellingen
11 Toekenning van studiepunten
12 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
13 Geldigheidsduur van studieresultaten
14 Inzage van tentamens en toetsen
15 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen
16 Fraude en plagiaat
17 Intellectueel eigendom
18 Rechtsbescherming
6.
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding
Art. 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde
opleiding aan dezelfde instelling
Art. 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde
opleiding aan dezelfde instelling
Art. 4 Voorwaarden Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA)
Art. 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
Art. 6 Doorstroom van propedeutische fase naar postpropedeutische fase
Art. 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase
Art. 8 Rechtsbescherming
7.
Examencommissie
Art. 1 Instelling en samenstelling Examencommissie
8.
Art.
Art.
Art.
Art.
1
2
3
4
Slot- en invoeringsbepalingen
Hardheidsclausule
Onvoorziene omstandigheden
Bekendmaking van de regeling
Citeertitel, inwerkingtreding
Bijlage A
Bijlage B
Bijlage C
Bijlage D
Bijlage E
Bijlage F
Bijlage G
Bijlage H
Competenties van de opleiding
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de
propedeutische fase
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de
postpropedeutische fase
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de
Bachelor Duaal Logistiek
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
Associate Degree Duaal Logistiek.
Jaartoetsrooster
Vrijstellingenbeleid
Literatuurlijst
3
1
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13
WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor;
Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een
studielast van tenminste 120 studiepunten;
bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW;
college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW;
college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW;
competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die
een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen
functioneren;
examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de
propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW;
examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW;
examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of
extraneus;
extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is
ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht;
gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger
onderwijs, zoals deze geldt per 1 maart 2013;
instelling: Stenden Hogeschool;
les-, toets- en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30 uur.
centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW;
minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30
studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een
afstudeerrichting;
onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang
met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan
één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een
praktische oefening;
opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW;
4
opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van
het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak
dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het
daaropvolgende kalenderjaar;
opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant
aangeboden worden;
post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse;
praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin
de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de
beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze
activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan
vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie,
doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen;
programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de
opleiding;
propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW;
ProgRESS: studenten informatie systeem;
schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen,
zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij
de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen
en of examens.
School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25
WHW.
student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de
instelling;
studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW;
studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31
augustus van het daaropvolgende kalenderjaar;
studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de
opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en
planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang;
studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW,
waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie;
tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3
en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de
afsluiting vormt van een onderwijseenheid;
toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator
is verbonden;
WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
5
Artikel 2
Reikwijdte van de regeling
1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de
bacheloropleiding Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 en
Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436, verder te noemen:
de opleiding.
2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan
ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die
verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding.
3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is
deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die
aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald.
4.
Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling
onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze
afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald.
5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van
de bachelor opleiding.
Artikel 3
Vaststelling en looptijd van de regeling
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale
medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het
College van Bestuur.
2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze
regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School.
De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR).
3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar
kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht
noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld.
Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head
of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige
toepassing.
6
2
Toelating tot de opleiding
WHW:
7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29.
Artikel 1
Vooropleidingseisen voor opleidingen
1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als
vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een
diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als
bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs
(WEB) (mbo- niveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt
voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële
regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid,
onder c, van de WEB.
Artikel 2
Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen
1. De volgende diploma's van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 4),
hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de
opleiding, waarbij op grond
van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden
gesteld:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
m.
n.
o.
mbo-diploma niveau 4 [mits….. conform Ministeriële regeling];
havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie of
management &organisatie in het vakkenpakket;
havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of
management & organisatie in het vakkenpakket;
havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen
eisen aan het vakkenpakket;
havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits (economie of
management & organisatie) + (wiskunde A of wiskunde B) in het
vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie of
management & organisatie in het vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie of
management & organisatie in het vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen
eisen aan het vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits economie of
management & organisatie in het vakkenpakket.
De diploma’s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op
profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007.
havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits economie 1 in het
vakkenpakket; k. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits
economie 1 het vakkenpakket; l.
havo-diploma, profiel economie en
maatschappij, geen eisen aan het vakkenpakket;
havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, geen eisen aan het
vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel natuur en techniek, geen eisen aan het
vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits economie 1 in het
vakkenpakket;
7
p.
vwo-diploma, profiel economie en maatschappij geen
eisen aan het vakkenpakket;
vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits
economie 1 in het vakkenpakket.
De diploma’s vermeld onder de letters j tot en met q hebben betrekking op
profielen havo/vwo die tot 1 augustus 2007 werden gehanteerd.
q.
Artikel 3
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW
1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma
genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde
voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een
onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan
deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding.
2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste
vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst.
Artikel 4
Aanvullende eisen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding
voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs,
specifieke eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in
voldoende mate onderdeel zijn van het voortgezet onderwijs of van het
beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk
specifieke eisen stelt ten aanzien van de eigenschappen van de student,
kunnen bij ministeriële regeling in verband daarmee eisen worden gesteld in
aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 1. Het College van Bestuur stelt een
regeling vast voor de selectiecriteria en -procedure. De selectiecriteria kunnen
uitsluitend eisen bevatten die direct verband houden met de gronden, bedoeld
in de eerste volzin. Dit lid is niet van toepassing op opleidingen op het gebied
van de kunst en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld ten aanzien van welke
opleidingen het eerste lid toepassing kan vinden, alsmede op welke
kostensoorten het betrekking heeft en welke bedragen ten hoogste kunnen
worden gevorderd.
Artikel 5
Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING)
1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger
beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor
studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a
of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële
regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het
oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma.
Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige
voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject
ingeschreven indien hij daarom verzoekt.
2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene,
bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het
oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor
dat traject.
In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor
een versneld traject 180 studiepunten.
8
Artikel 6
Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW
[Dit artikel is Niet van toepassing.]
1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject
aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van
studenten, kan selectie worden toegepast.
2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld
in het eerste lid.
Het betreft de volgende regels:
[invullen regels waaronder in ieder geval:
* cognitieve en non-cognitieve criteria;
* relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel;
* gemotiveerd toelaten of afwijzen.]
Artikel 7
Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)
1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet
voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan
krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen,
indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen
commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende
onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met
vrucht kunnen volgen van het onderwijs.
2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en
examenregeling (OER) van de opleiding. Voorafgaand aan het Algemene
Toelatingsonderzoek vindt er een intakegesprek plaats tussen
studieloopbaanbegeleider of teamleider en de aspirant-student. In dit gesprek
wordt vastgesteld of de aspirant-student de juiste motivatie heeft om de
opleiding te volgen en beschikt over kennis van economie, management &
organisatie op havo-niveau, cf. de geldende nadere vooropleidingseisen.
Naar aanleiding van de bevindingen in deze intake wordt aan de aspirantstudent een advies verstrekt om zich wel of niet aan te melden voor het
Algemene
Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder.
Een positief advies op het intakegesprek gecombineerd met een positief
afgerond
Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder leidt tot besluit dat de
aspirant- student toelaatbaar is voor de opleiding.
3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten
Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een
opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1
genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur
ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden
overlegd.
Artikel 8
1.
Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS
NIET VAN TOEPASSING)
Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een
deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden
tijdens het volgen van de opleiding stellen.
2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als
9
onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de
werkzaamheden.
Artikel 9
Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring
1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding.
2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een
overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en
het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend.
3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen
over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden
van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de
kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student
bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de
beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling
daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst
voortijdig kan worden ontbonden.
4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het
moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken
over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan
de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te
voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit
betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang
tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige
volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd.
5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als
gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor
een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe
overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt
de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale
opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan
besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een
besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk
geïnformeerd.
Artikel 10
diploma’s
Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere
ex. art. 7.28 WHW
1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter
van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling
voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde
vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel.
2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft
tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land
van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties
betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft
geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om
op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil
aan te tonen
tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van
het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen
bij of krachtens deze wet.
10
3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent
vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van
een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is
aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid
bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van
Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in
Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde
ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van
het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste
gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1.
Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College
van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden
afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het
bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het
met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na
advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt
ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is
geleverd.
4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel
7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van
een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van
Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft
aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen,
bedoeld in artikel 2 betrekking hebben.
5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als
bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel
is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn
dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van
inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als
bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over
de kennis
en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur
bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek
met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen.
6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn
opgenomen in art. 9.
Artikel 11
Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW
1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo
of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan
de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend
onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau,
genoemd in artikel 2, getoetst.
2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat
gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere
vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek
de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in
artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de
Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld.
3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een
Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar
zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits
gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. De aspirant-student
heeft de Stenden cursus Nederlands met goed gevolg afgelegd. De cursus kent
11
een omvang van 6 EC. In de afsluitende toets wordt de mondelinge en
schriftelijke kennis van het Nederlands op het niveau NT2-niveau getoetst. De
toets moet tenminste met het cijfer 5,5 zijn afgerond. De cursus leidt tot een
Stenden certificaat.
4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een
Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan
aan een IELTS score zes.
Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan:
a. TOEFL10 Paper: 550;
b. TOEFL Computer: 213;
c. TOEFL Internet: 80:
d. TOEIC11: 670;
e. Cambridge ESOL12: CAE – C.
Artikel 12
Toelating tot de post-propedeutische fase
Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de
post- propedeutische fase van een opleiding:
1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als
eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde
propedeutisch examen van die opleiding.
2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid
bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven
diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten
minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien
het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van
Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden
afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het
bewijs is geleverd van voldoende
beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van
het onderwijs.
3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is
ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of
meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het
propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft
afgelegd.
Een aspirant-student is alleen toelaatbaar met een elders in Nederland
behaald propedeutisch getuigschrift Logistiek en Economie in combinatie
met een
intakegesprek waarin de betreffende curricula worden vergeleken en wordt
geconstateerd dat de competenties Logistiek en Economie uit de propedeuse
op het juiste niveau aanwezig zijn. Deze curriculumvergelijking leidt tot een
dringend
studieadvies.
Artikel 13
Doorstroom Associate degree
1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend,
heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te
vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke
onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd.
12
Artikel 14
Rechtsbescherming
1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten
over de toelating via [email protected] bezwaar maken bij het College van
Bestuur (hyperlink). Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies
in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie.
2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep
voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
13
3
Onderwijsprogramma
WHW:
Artikel 1
6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14.
Beoordeling Onderwijs- en examenregeling
1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de
Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de
bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor
de studenten voortvloeit.
Artikel 2
Doelstelling van de opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en
vaardigheden bij te brengen op het terrein van Logistiek en Economie, zodat deze
bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van
taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele
voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als
beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en
beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage
A.
Artikel 3
Inrichting en studielast van de opleiding
1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten
behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de
postpropedeutische fase.
2. De opleiding is voltijds én duaal ingericht en wordt verzorgd door de School of
Business.
3. De voltijdsopleiding kent geen afstudeerrichting(en). De voltijdsopleiding kent een
Associate-degreeprogramma duaal.
4. De afstudeerrichting [Naam afstudeerrichting invullen] is [kies alternatief] voltijds
[of] deeltijds ingericht. De afstudeerrichting kent een studielast van [aantal
studiepunten invullen] studiepunten.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING
5. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van 120 studiepunten.
6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de
bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven
onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover
in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie.
7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin
werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een
onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de
opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen
gesteld:
a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt 84 weken;
b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt 72 studiepunten;
14
c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de
competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de
overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf;
d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden
afgesloten met een tentamen.
Artikel 4
Voertaal in het onderwijs
1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en Engels,
tenzij:
a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal;
b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door
een anderstalige gastdocent;
c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de
herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het
College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van
andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld.
2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt
worden van anderstalige literatuur.
Artikel 5
Voorzieningen voor student met functiebeperking
1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een
onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van
studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces
biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het
Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van
betrokkene.
Artikel 6
Samenstelling van de propedeutische fase
1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen:
a. oriëntatie;
b. verwijzing;
c. selectie.
2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals
beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60
studiepunten).
Artikel 7
Samenstelling van de postpropedeutische fase
1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden
afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C,
met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten).
Artikel 8
Samenstelling Associate-degreeprogramma
1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de
onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij
vermelde studielast.
2. Het associate-degreeprogramma is gestart op 1 september 2013 jl en gaat
heer tweede jaar van ontwikkeling in.
Artikel 9
Minor
1. Het minorprogramma heeft een omvang van in totaaal 30 studiepunten en
maakt deel uit van de postpropedeutische fase.
15
2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en
heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor
dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student
volgt.
3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is
verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de
minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid.
4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het
opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke wiStenden. Op
de website wordt tenminste vermeld:
a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden;
b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum
aantal deelnemers;
c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor;
d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn;
e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de
verantwoordelijke is binnen het school;
f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal
studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel.
5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd.
In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet
worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als
bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een
minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het
propedeutisch examen en tenminste 50 studiepunten zijn behaald.
6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de
goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De
Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die
studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen.
7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren
volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via
deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar
de student ingeschreven is.
Artikel 10
Studeren in het buitenland
1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90
studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60
studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan.
16
4
Examens en getuigschriften
WHW:
7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33
Artikel 1
De examens van de opleiding
1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de
postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een
Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt ook dat programma afgesloten
met een examen.
2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden
van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en
beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen.
3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden
behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is
verleend voor het afleggen daarvan.
4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid,
nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen
geldende verplichtingen heeft voldaan.
5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen
heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt
één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan
degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van
de opleiding te volgen.
6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde
werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten
minste zeven jaar bewaard.
Artikel 2
Toekenning graden
1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor
Business Administration, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische
fase met goed gevolg is behaald.
2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands
Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing.
3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad AD, aan
degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associatedegreeprogramma.
Artikel 3
Getuigschriften
1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de
hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder
geval wordt vermeld:
a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die
worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
(CROHO);
17
b. welke onderwijseenheden het examen omvatte;
c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald;
d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening
van een beroep aan het getuigschrift is verbonden;
e. welke graad door het College van Bestuur is verleend;
f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De
toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan;
2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in
een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in
studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als
bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel
9 van hoofdstuk 5.
3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg
afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het
Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot
doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede
met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het
Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval:
a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt,
b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in
het hoger beroepsonderwijs betreft,
c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en
d. de studielast van de opleiding, en
e. de Grading Table van de opleiding zoals opgenomen
in artikel 9.
Artikel 4
Toekenning getuigschriften
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de
Examencommissie een getuigschrift uitgereikt.
2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan
overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de
Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan.
3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de
student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information &
Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij
uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een
onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie.
4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de
Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft
voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt
dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding.
Artikel 5
Ondertekening getuigschriften
1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend:
a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun
plaatsvervangers;
b. Door de student.
2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden
18
ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie
en secretaris of hun plaatsvervangers.
3. De namen tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister.
Dit register wordt beheerd door de afdeling ESR-Toetsbureau.
Artikel 6
Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften
1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop
de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het
derde en vierde lid van artikel 1.
2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de
getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden
uitgereikt.
3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tweemaal per
jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten
van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook
tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden.
Artikel 7
Cum laude
1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het
predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift. Het verzoek wordt
vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student
behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen
maken op het predicaat Cum Laude. [Dit artikellid IS NIET VAN TOEPASSING]
2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het
predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld
van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde
beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op
het predicaat Cum Laude.
3. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de
Examencommissie.
4. Indien van toepassing verklaard in lid 1 van dit artikel geeft de Examencommissie
het predicaat cum laude bij het behalen van het propedeusegetuigschrift als de
student voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde
cijfers is 8,0 of hoger;
b. [Keuze maken uit twee opties. Vervallen optie verwijderen]
[optie 1] De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de
propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen
enkele herkansing hebben gedaan
[optie 2] De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische
fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing
hebben gedaan;
c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling
hebben gekregen;
d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een
onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens
80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald.
e. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het
verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de
berekening van het gewogen gemiddelde;
19
f.
Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen
gemiddelde. [Dit asrtikellid is niet van toepassing]
5. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het
bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde
cijfers is 8,0 of hoger;
b. De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische
fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing
hebben gedaan.
c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling
hebben gekregen;
d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een
onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens
80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald.
e. De student heeft minimaal een 8,0 behaald voor de afstudeerscriptie.
f. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het
verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de
berekening van het gewogen gemiddelde;
g. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen
gemiddelde.
Artikel 8
Verklaringen
1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan
wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt
desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de
desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de
tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.
Artikel 9
Grading table van de opleiding
LM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
2%
1%
2%
3%
8%
11%
19%
20%
19%
14%
Cumulative
2%
3%
5%
8%
16%
28%
46%
67%
86%
100%
IBMS
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
%
0%
0%
1%
2%
8%
11%
26%
Cumulative
0%
0%
1%
3%
11%
22%
48%
LMAD
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
LE
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
%
1%
0%
1%
1%
7%
12%
19%
22%
23%
15%
Cumulative
1%
1%
1%
3%
10%
22%
41%
63%
85%
100%
TM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
2%
1%
4%
8%
14%
17%
19%
12%
12%
9%
Cumulative
2%
3%
7%
15%
30%
47%
66%
79%
91%
100%
S
%
0%
0%
2%
3%
8%
14%
21%
Cumulative
0%
0%
2%
5%
13%
27%
48%
HRM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
%
0%
1%
4%
7%
15%
15%
20%
Cumulative
0%
2%
5%
12%
27%
42%
61%
B
20
6,5
6
5,5
23%
24%
6%
70%
94%
100%
CE
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
3%
8%
13%
24%
19%
18%
13%
Cumulative
0%
0%
1%
4%
12%
26%
50%
69%
87%
100%
IBL
OLB
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
4%
3%
19%
9%
28%
9%
22%
5%
Cumulative
0%
1%
4%
8%
26%
36%
64%
73%
95%
100%
LM
%
23%
25%
27%
29%
32%
Cumulative
100%
111%
123%
134%
146%
5
4,5
4
3,5
3
6,5
6
5,5
18%
20%
14%
66%
86%
100%
6,5
6
5,5
14%
15%
9%
76%
91%
100%
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
1%
3%
7%
12%
15%
22%
14%
14%
11%
Cumulative
0%
1%
4%
12%
24%
39%
61%
75%
89%
100%
RBS
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
2%
8%
7%
23%
16%
26%
17%
Cumulative
0%
0%
1%
3%
10%
17%
41%
57%
83%
100%
MEM
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
%
0%
0%
1%
4%
9%
12%
18%
18%
20%
18%
Cumulative
0%
0%
2%
6%
15%
27%
45%
62%
82%
100%
Inf
%
0%
0%
1%
4%
9%
12%
18%
18%
20%
18%
Cumulative
0%
0%
2%
6%
15%
27%
45%
62%
82%
100%
C
%
25%
28%
30%
33%
36%
Cumulative
97%
108%
120%
132%
143%
TM
%
17%
19%
20%
21%
23%
Cumulative
112%
124%
136%
148%
161%
S
LMAD
5
4,5
4
3,5
3
10
9,5
9
8,5
8
7,5
7
6,5
6
5,5
5
4,5
4
3,5
3
Grading Table - explanation
A grading table provides the statistical distribution of possible grades for a programme. The grading
system used at Stenden Hogeschool (University of Applied Sciences) is a number in the range 1.0 to
10.0, 5.5 being the lowest pass grade. The grading table will only consider pass grades and is based
on all grades from the past three years. A grading table is created for each program separately and is
updated annually.
An example of a grading table is shown below.
Grade Count Percentile
Cumulative
10
20
1%
1%
9.5
68
2%
2%
9
175
5%
7%
8.5
295
8%
14%
8
592
15%
30%
7.5
595
15%
45%
7
710
18%
63%
6.5
515
13%
77%
65
70
15%
91%
21
R
A
5.5
Total
340
3880
9%
100%
In words: an 8.5 score is in the top 14% of all students in this programme.
The percentile can be used to interpret the grade of a student independently of the grading system
used.
When a Stenden grade needs to be compared (or even converted) to a grade from another university
with another grading system a Grading Table of the programme from the other university is required.
Example:
Below is a grading table of a university involved in an exchange program. A student has Stenden
grade 8, the corresponding cumulative percentile is 30%. The best match in the table below is the
28% percentile which translates to ©.
Grade percentile
Cumulative
β
1%
1%
¥
4%
5%
©
23%
28%
‡
45%
73%
§
27%
100%
Please note: a separate Grading Table is required for each programme.
Artikel 10
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op
grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de
Examencommissie van de opleiding.
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie
op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de
Examens (COBEX).
3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te
gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
22
5
Tentamens, toetsen en beoordelen
WHW:
7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10.
Artikel 1
Vorm van de tentamens3 en toetsen4
1. De onderwijseenheden 5 van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze
zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en
postpropedeutische fase.
2. Een tentamen en of toets die door een groep van studenten gezamenlijk dient te
worden uitgevoerd, wordt zodanig ingericht dat deze voor elke betrokken student
tot een individuele beoordeling leidt. Daarbij wordt in ieder geval gewaarborgd dat
de kwalificatie ‘onvoldoende’ als beoordeling wordt toegekend aan de student die
zich onvoldoende heeft ingezet bij de uitvoering van deze toets. In de formulering
van de opdracht wordt aangegeven hoe hieraan concreet invulling is gegeven
3. Van een tentamen en of toets die bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt
aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm
hebben.
4. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of
indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is
een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het
betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm
hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals
bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. Behalve ingeval van overmacht dient een
situatie zoals beschreven in de vorige volzin aan het begin van het opleidingsjaar
te worden bekend gemaakt en betreft de volgende onderwijseenheden:
a.
b.
c.
d.
Minor 1 OECMIN1;
Minor 2 OECMIN2;
Major1 L&E OLEMAJ1;
Major2 L&E OLEMAJ2.
5. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken
gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn individuele
beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de
Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het
Studentenstatuut.
6. Een student die voldoet aan de criteria van de door het College van Bestuur
vastgestelde Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter kan de
Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de toetsen,
waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor
de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de
individuele mogelijkheden van de student.
3
Tentamen = een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in art. 7.3 en 7.10 WHW, waarvan
de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid.
4
Toets = een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden.
5
Onderwijseenheid = als bedoeld in art. 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het
onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan
betrekking hebben op een praktische oefening.
23
Artikel 2
Volgorde van tentamens en toetsen
1. De tentamens en toetsen van de onderwijseenheden van het propedeutisch
examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in
een willekeurige volgorde worden afgelegd.
2. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als
is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3.
Artikel 3
Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen
1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de propedeutische fase wordt
elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal
direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid.
2. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen van de postpropedeutische fase
wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan
eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende
onderwijseenheid.
3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en of toetsgelegenheid in
een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van
het totale programma voor een student.
4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts
eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen of een toets
van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is
gegeven Tot het maken van het betreffende tentamen en of toets bestaat nog
tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de
bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden.
5. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks
door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het
opleidingsjaar bekend gemaakt.
6. Een student die verhinderd is van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is
aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de
Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van
deze regel.
Artikel 4
Gestelde eisen tentamens en toetsen
1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk tijdig
bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die
toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De
Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en
welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Voor zover beschikbaar
voorafgaand aan het ter perse gaan van dit Onderwijs- en Examenreglement is de
informatie over de tijdens de tentamens toegestane hulpmiddelen opgenomen in
Bijlagen. Die informatie is in ieder geval (ook) aan te treffen in het
onderwijsmateriaal van de betreffende onderwijseenheid. Dit laatste geldt ook
voor de bij de toetsing te hanteren beoordelingsnormen.
2. Van een tentamen of toets die bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt
aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte
gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid.
24
3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het
opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en
in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen of toets in die
onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen de eisen
van het lopende opleidingsjaar.
Artikel 5
Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen
1. Voor mondelinge tentamens en toetsen en voor tentamens of toetsen ter
afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op
een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. De student maakt een
individuele afspraak met de betreffende docent.
2. Voor andere toets- en tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de
student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor
deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen:
a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamen- en of
toetskans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na
inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten.
b. Indien een student niet kan intekenen voor een toets en of tentamen dan neemt
de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESRToetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de
student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens
contact opneemt met het ESR- Toetsservicebureau.
c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan de toets en of tentamen én een
kans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd.
d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESRToetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamen- en
toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden
krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor
deelname aan de betreffende toets en of tentamen geblokkeerd.
e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het
jaartoetsrooster per opleiding. Het definitieve rooster worden uiterlijk twee
schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd.
f.
Verzoek tot wijziging van intekening voor een toets en of tentamen moet altijd
door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie
worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de
secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van
de toetsweek/-periode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESRToetsservicebureau worden verwerkt.
g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van
bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de
secretaris van de Examencommissie.
Artikel 6a
Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen
Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende
leden worden voldaan.
1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar
Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd
25
kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs.
2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de
tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie
aangewezen plaats.
3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan
de toegang worden geweigerd.
4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten.
5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd.
6. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en
verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren.
7. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te
controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen.
8. Het is niet toegestaan om het tentamen en toets te maken op ander dan door de
surveillant uitgedeelde antwoordformulieren.
9. De student dient -indien van toepassing- op de toets- en of tentamenopgaven en
het antwoordformulier te vermelden:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
naam
studentnummer / relatienummer
toets en/of tentamen
aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd
datum waarop aan de toets en of tentamen is deelgenomen
handtekening van de student
10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte
materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven.
11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of
opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden
weggeborgen in een afgesloten tas.
12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te
communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of
de toets wordt afgenomen.
13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen
indien de orde en rust worden verstoord.
14. De toets- en of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de
antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant.
15. De student wordt geacht aan een schriftelijke toets en of tentamen te hebben
deelgenomen als de toets- en of tentamenopgaven en het totale aantal
antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is
onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel
onvolledig heeft ingevuld.
26
16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging
van de standaardduur van het tentamen en of toets en/of het gebruik van
hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten
met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de
mogelijkheden van de betrokken student.
17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en
of tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier
noteren door een surveillant van de toets en of tentamen. Daarnaast schrijft de
student een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie.
18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en of
tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd
worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. De benodigde
toets- en of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en of
tentamen beschikbaar gesteld.
Artikel 6b
Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen
[Dit artikel is nog niet van toepassing]
Artikel 7
Mondelinge tentamens en toetsen
1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de
Examencommissie anders heeft bepaald.
2. Het mondeling afnemen van een toets en of tentamen is niet openbaar, tenzij de
Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders
heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt.
3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en of toets met een studiebelasting
van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het
examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd.
Artikel 8
Vaststelling van de beoordelingen
1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de
beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is
gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de
Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld.
2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een
opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden
toegepast.
3. De beoordeling van een tentamen en of toets door een examinator geschiedt voor
elke student afzonderlijk.
4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen en of toets door meer dan één
examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg.
Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat
de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door
de voorzitter van de Examencommissie.
5. De datum waarop een student een toets en/of tentamen heeft behaald is de datum
waarop de toets en of tentamen is afgelegd en beoordeeld. Antedatering is niet
toegestaan.
6. De examinator stelt de beoordeling van een mondelinge toets en of tentamen vast
direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van die toets en of tentamen en
27
verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag.
7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor de toets
en/of tentamen heeft voldaan.
Artikel 9
Normering van de beoordelingen
1. De uitslag van een tentamen en of toets wordt uitgedrukt in een cijfer op een
schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een
kwalificatie uitmuntend / goed / voldoende / onvoldoende.
2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5.
3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels:
a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt)
op één decimaal.
b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale,
rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan
afgerond tot een 6).
4. Indien de tentamen- en of toetsuitslag samengesteld wordt uit verschillende
deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld
een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven.
5. Bij deelname aan een tentamen en of toets krijgt de student tenminste het cijfer
één of de kwalificatie onvoldoende.
6. Indien een tentamen en of toets niet met goed gevolg is afgelegd kan een student
een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de
betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek
bedraagt [termijn invullen].
7. Indien de student een reeds eerder afgelegde toets en of tentamen nogmaals
aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student
aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Artikel 10
Het verlenen van vrijstellingen
1. Een vrijstelling wordt door een Examencommissie altijd individueel verleend op
basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende
bepalingen van dit artikel.
2. Studenten studerend op één van de site(s) van Stenden Hogeschool volgen op
enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een
omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt
uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die
ingeschreven zijn vanaf september 2012.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
3. Studenten met het diploma Soort diploma invullen en zo nodig toevoegen van
welke toeleverende school zijn vrijgesteld van het afleggen van de toetsen van de
volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van
propedeutische en postpropedeutische fase:
a. Onderwijseenheid;
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
4. De student die in aanmerking wil komen voor de in dit artikel genoemde
28
vrijstellingen, dient hiertoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de
Examencommissie. Bij het verzoek moet het diploma worden overgelegd evenals
verdere bewijsstukken om aan te tonen dat reeds is voldaan aan de vereisten
voor de onderwijseenheden waarvoor vrijstelling wordt gevraagd.
DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.
5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een
EVC-procedure meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen,
dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting
van de EVC-rapportage.
6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in
aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen of
toets, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de
Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het
verzoek worden overgelegd.
7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde
bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende
onderwijseenheid of onderdelen daarvan.
8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien
verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende
onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen
daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen
zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen.
9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de
omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen en of toets waarvoor de student
vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een
eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen en toets is betrokken.
Artikel 11
Toekenning van studiepunten
1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de
onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend
indien de student voor het tentamen en of toets een voldoende resultaat heeft
behaald.
2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)toetsen, is de
onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend
indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende
resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)toetsen en of
(deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. In het bouwsteenboek
wordt, indien aan de orde, dit voor de onderwijseenheid uitgewerkt.
3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de
onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend.
4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden
toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit de
minor is samengesteld.
5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum
waarop de toets en of tentamen, c.q. de laatste deeltoets is afgelegd inclusief de
beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de
minor. Antedatering is niet mogelijk.
6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de
29
praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die
onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder
begeleiding van de opleiding plaatsvinden.
Artikel 12
Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen
1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien
werkdagen na het maken van het tentamen en of de toets opgenomen in een
geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.www). Op
het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de
instelling van toepassing.
2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de
Examencommissie.
3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk
maar kan deze inzien in ProgRESS.www.
4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de
student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau.
Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken,
na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te
reageren naar de Examencommissie.
5. Indien er een toets en of tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan
neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESRToetsservicebureau.
6. Bij het ontbreken van een toets- en of tentamenuitslag worden protocolformulier,
presentielijst en toets- en of tentamenopgaven door de afdeling ESRToetsservicebureau gecontroleerd.
7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat
geregistreerd en de toets- en of tentamenopgave ontbreekt dan dient de student
schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie.
Artikel 13
Geldigheidsduur van studieresultaten
1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking
hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een
vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar
geleden is behaald.
2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de
Examencommissie.
Artikel 14
Inzage van tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte
en beoordeelde schriftelijk tentamen en of toetswerk kan inzien binnen twee
maanden na de laatste dag van een tentamen en of toetsperiode of tenminste tien
schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van
gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid 6.
6
De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd.
30
2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld
tentamen- en of toetswerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens
plaatsvervanger.
3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op
een vaste plaats en op een vast tijdstip.
Artikel 15
Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen
1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het
kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de
opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en
praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk
tentamen- en of toetswerk.
2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen en of toets
wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep
is beslist.
3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het
(post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag
van het examen en het bijbehorende toets- en of tentamenwerk bewaard blijven
in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve
neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen
van Nederlandse hogescholen”, 2013.
.
4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijke toets en/of tentamen de
toets- en/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft
ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op
dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een
schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool.
5. In het geval dat tentamen- en of toetswerk als bedoeld in artikel 15.4
desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt
deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt,
na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent,
onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm de
toets en/of tentamen opnieuw moet worden afgelegd.
6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op
zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de
bewaartermijn gewaarborgd is.
7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het
ingeleverde toets- en of tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende
één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet
verzetten.
8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende dertig
jaren in het archief bewaard.
Artikel 16
Fraude en plagiaat
1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de
Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de
Examencommissie aan te wijzen toetsen, tentamens of examens af te leggen,
gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een
jaar.
31
2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de
Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of
extraneus definitief beëindigen.
3. Wat in dit artikel wordt aangemerkt als fraude of ernstige fraude als bedoeld in
artikel 7.12b WHW is nader uitgewerkt in het Reglement Fraude en Plagiaat
Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut.
Artikel 17
Intellectueel eigendom
1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker
ervan kan worden aangemerkt.
2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of
in het werk is aangeduid.
3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de
student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van
dat werk aangemerkt.
Artikel 18
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op
grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de
Examencommissie van de opleiding.
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie
op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de
Examens (COBEX).
3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te
gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
32
6
Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies
WHW:
Artikel 1
art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, 11.15.
Studieloopbaanbegeleiding
1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke
student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en
buiten de opleiding.
2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan
de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in
het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van
studenten die hier niet toe behoren.
3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de
studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die
behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het
hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van
Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid.
4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaancoach voor problemen die
rechtstreeks samenhangen met de studie.
5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard,
al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie.
Artikel 2
Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan
dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student
aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan
dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de
voortzetting van zijn studie binnen de opleiding.
2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt,
mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de
derde week van de maand juli.
3. Voor de februari-instroom én voor de AD – Duaal opleiding wordt in afwijking van lid 1
het woord ‘jaar’ vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van
de reguliere instroom in september + regulier AD-duaal vindt plaats op grond van
organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw
van het opleidingsjaar bij de februari- instroom en de AD0-duaal. De brief waarin
de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van
de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van
februari en voor de AD-Duaal niet later dan in de laatste week van september.
4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder
dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de
door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met
een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht.
5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige
volzin zijn:
33
a. Logistiek en Economie voltijd:
Van de bouwstenen ‘Inleiding Logistiek” (OLEIL), “Fysieke distributie'' en
“Logistiek Operationeel Management” moeten alle drie bouwstenen met een
voldoende worden afgesloten.;
b. Logistiek en Economie duaal:
Van de bouwstenen ‘Inleiding Logistiek” (OLEIL), “Fysieke distributie'' en
“Logistiek Operationeel Management” moeten alle drie bouwstenen met een
voldoende worden afgesloten.
6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het
minimum van 51 studiepunten is behaald.
7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar
tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het
opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke
omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat
geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen.
8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich
vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling
worden wettelijk beschouwd als ‘studenten tweede jaar van inschrijving’. Dit
betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving
aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan.
Artikel 3
Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving
aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling
1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het
tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het
propedeutisch examen niet heeft behaald.
2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt,
mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de
derde week van de maand juli.
3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord ‘jaar’ vervangen
door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in
september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden
veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februariinstroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student
kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd
dan in de laatste week van februari.
4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar
tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het
opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke
omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat
geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen.
5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen
bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht.
Artikel 4
Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de
student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de
34
opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij
ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal
kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn.
2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de
studentendecaan en eventueel de studieloopbaancoach en verzoekt de
Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van
een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de
student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en
studieloopbaancoach om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke
persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van
het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de
betrokken student.
3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig
wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel
zeer spoedig daarna.
4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt:
a.
b.
c.
d.
e.
ziekte;
zwangerschap;
bijzondere familieomstandigheden;
lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis;
bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van
Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter
beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan
aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en
derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.
5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door
een onafhankelijke deskundige.
6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met
afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de
Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te
brengen aan de betrokken student.
7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de
Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies
als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen.
8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens
tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de
gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord.
Artikel 5
Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
1. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan
zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde
opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij
een hernieuwde inschrijving ten genoege van de Examencommissie van de
opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen
volgen.
2. Indien de student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt
de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende
35
uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut.
3. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan
onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken
van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen.
Artikel 6
Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase
1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke
studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de
postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar:
a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald;
b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische
fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA)
hebben gekregen.
2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de
propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaancoach
een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in
de propedeuse. In dit studie-plan wordt vastgelegd tot welke onderwijseenheden
van de postpropedeutische fase de student toegang heeft.
3. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de
propedeutische fase heeft behaald, dient eerst te overleggen met de
studieloopbaancoach maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle
onderwijseenheden van de postpropedeutische fase.
4. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat
het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de
postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een
onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt
rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde
waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd.
5. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de
postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de
wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten
gelijktijdig gegeven worden.
Artikel 7
1.
Verwijzing in de postpropedeutische fase (DIT ARTIKEL IS NIET VAN
TOEPASSING)
Alternatief 1. Indien dit alternatief van toepassing is, de tekst van lid 2 en 3
vervangen
[
door Niet van toepassing ] Studenten van de opleiding hebben toe gang
tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2.
2. Alternatief 2 De Examencommissie kan beslissen dat een student in de
postpropedeutische fase slechts toegang heeft tot één of enkele van de
afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel 2.
3. De Examencommissie baseert haar beslissing op:
a.
b.
de studieresultaten van de student: Nadere eisen invullen
en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende
aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting:Nadere eisen
invullen].
36
4. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord
alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de
Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student.
Artikel 8
Rechtsbescherming
1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies kan daar tegen
bezwaar maken bij de Examencommissie van de opleiding.
2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de Examencommissie
op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de
Examens (COBEX).
3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te
gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.
4. De consequentie van een bezwaar- en beroepsprocedure betreffende een bindend
studieadvies met afwijzing (BSA) is dat zolang de student nog geen onherroepelijk
uitspraak heeft ontvangen vóór de start van het onderwijs op 1 september, zich
niet kan herinschrijven.
37
7
Examencommissie
WHW:
7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61
Artikel 1
Instelling en samenstelling Examencommissie
1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De
Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt
of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien
van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een
graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling,
werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in
het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool.
38
8
Slot- en invoeringsbepalingen
WHW:
10.20
Artikel 1
Hardheidsclausule
1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan
onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER
mochten voordoen.
Artikel 2
Onvoorziene omstandigheden
1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke
beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid
en billijkheid.
Artikel 3
Bekendmaking van de regeling
1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van
deze onderwijs- en examenregeling.
Artikel 4
Citeertitel, inwerkingtreding
1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale
medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College
van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en
examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling
opleiding Logistiek en Management voltijd, crohonummer 34436 en
Logistiek en Management duaal, crohonummer 34436 en treedt in werking
op 1 september 2014.
39
Bijlage A
Competenties van de opleiding
Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar
zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student
over de volgende competenties op hbo-niveau:
Bijlage
B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
van de opleiding voor de propedeutische fase
Bijlage C
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
voor de post-propedeutische fase
Bijlage D
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
voor de Bachelor Duaal Logistiek.
Bijlage E
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
Associate degree-programma Duaal Logistiek.
Bijlage F
Bijlage G
Bijlage H
Jaartoetsrooster
Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business
Literatuurlijst
40
Bijlage A Competenties van de opleiding
Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische
instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau:
Domeincompetenties
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en
ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en
voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of
organisa- tieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken.
BoKs
Bedrijfseconomie
Administratieve organisatie
Privaatrecht
Publiekrecht
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
Projectmanagement
Planning and control
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
DC 8. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):
• samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van
de competentie);
41
• communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrij-ven
van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motive- ren,
overtuigen, verwoorden van besluiten.
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):
• sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken,
initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;
• nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling;
• ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor
anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen;
• leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
Dublin Descriptoren (DD)
DD1: Kennis en inzicht
DD2: Toepassen kennis en inzicht
DD3: Oordeelsvorming
DD4: Communicatie
DD5: Leervaardigheden
Niveau van toetsen
N1: Weten
N2: Inzien
N3: Toepassen
N4: Integreren
Addendum competentiematrix Jaar 1 LE (volgende pagina)
42
43
Bijlage B
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het
curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase:
Propedeuse
Periode Vak
1.1
1.2
1.3
1.4
Code
Naam
EC Toetsing
1
OECIC
G.Intercultural Communication 1
3
S/O/M
2
OLEPM
O. Project-, en Informatie management
3
S/O/M
3
DECMAN1
D.Management 1
3
S/O/M
4
OLEIL
O.Inleiding Logistiek
3
S/O/M
5
OLEOR
I.De Organisatie L&E
3
S/O/M
1
GSC01
G.Schriftelijke communicatie 1
3
S/O/M
2
DECCE1
D.Marketing 1
3
S/O/M
3
OECER
O. Economisch rekenen en OR
3
S/O/M
4
OLEWT
O.Warehousing en Transport
3
S/O/M
5
OLEFD
I.Fysieke distributie
3
S/O/M
1
OLEOZ1
G.Onderzoek 1
3
S/O/M
2
DECBEBA
D.Bedrijfseconomie en -administratie
3
S/O/M
3
OLEEN 1
D.Business English 1
3
S/O/M
4
OLELOM
O.Logistiek Operationeel Management
3
S/O/M
5
OLEMM
I.Materials Management
3
S/O/M
1
GSLB1
G.SLB/ZM 1
3
S/O/M
2
DECRE
D.Recht 1
3
S/O/M
3
DECBE3
D.Bedrijfseconomie 3
3
S/O/M
De organisatie
De Klant
Het proces 1
De onderneming
44
4
DECIK1
O.Inkoop 1
3
S/O/M
5
OECOP
I.Ondernemingsplan
3
S/O/M
Totaal
60
NB. Legenda toetsing: S = Schriftelijk tentamen, O= opdracht, M = Mondeling/ presentatie
Kleur legenda.
G. Generieke bouwsteen met generieke
competenties
D. Domein Economie gerelateerde bouwsteen
O. Bouwsteen van opleiding Logistiek en Economie
I. Integratieve bouwsteen
De volgende onderdelen moeten in het eerste jaar met een voldoende worden afgerond als kwalitatief
onderdeel van het Bindend Studieadvies.
codes
Onderwijs eenheid
OLEFD
Fysieke distributie
OLELOM
Logistiek Operationeel Management
OLEIL
Inleiding Logistiek
Contacturen tabel van het voltijdse programma Logistiek en Economie, Bachelor programma.
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Jaar 1
Contacturen = 16
Contacturen = 16
Contacturen = 16
Klokuren = 12
Klokuren = 12
Klokuren = 12
Periode 4
Contacturen = 16
Klokuren = 12
45
L en E jaar 1 Propedeutische fase
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
OECIC
Intercultural communication L&E
Generiek
3 EC (84 studiebelastinguren)
BE/CE/IBL/L&E
1.1.1
9 weken
GLSB1
Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen gaat het om Intercultural Communication in groepsverband. Je leert
presenteren en vergaderen. Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de nonverbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt
en welke hulpmiddelen je kunt inzetten. Je leert boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte
leer je hoe je een presentatie beoordeeld en opbouwende kritiek geeft. Deze bouwsteen legt
een basis voor de verdere duur van je opleiding en loopbaan en is onderdeel van alle Stenden
studies. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten
van communicatie. Je leert de
spelregels van een vergadering en welke processen in een vergadering binnen een groep
spelen. Je leert een vergadering voorbereiden, leiden en een effectieve bijdrage levert als
deelnemer.
Toetsvorm
De vaardigheden tijdens de training getoetst: assessment for learning. Dit deel van de
toetsing wordt gedocumenteerd met een productenmap.
Werkvorm
Hoorcolleges en workshops, Kennis en vaardigheden (uit de BOKS), Niet van toepassing:
bouwsteen is ontwikkeld op basis van dublin descriptor 4: Communicatie “De student is in staat om
informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit
specialisten of niet-specialisten”
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
1) Je wqeet hoe je moet
Opdracht
vergaderen, deze
voorbereidt, als voorzitter
leidt en hoe je als
deelnemer actief een goede
aan
de vergadering Opdracht
2) Jebijdrage
kunt een
presentatie
levert.
houden
en deze voorbereiden,
opbouwen met juiste
ondersteuning (PP), je publiek
boeien, constructieve feedback
op een presentatie kunt geven.
Cesuur
55%
Individuele opdrachten
moeten alle voldoende
zijn.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Werkvorm(en)
Werkcollege
Hulpmiddelen
Whiteboard, Agenda,
Power points
HC/workshops
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
46
Gesprekken in organisaties – Y. Gramsbergen-Hoogland, H. van der
Molen, Wolters Noordhoff, 4e druk
Henk T. Van der Molen, and Yvonne Gramsbergen-Hoogland,
Communication in Organizations.Basic Skills and Conversation Models,
Hove UK: Psychology Press 2005.
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
http://iwp.cs.utwente.nl/Vaardigheden/6Presenteren/Voormeting/voormeting.html
http://www.learnit.nl/gratiscursus/cursus_presenteren/
http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/model
len/presentatie
http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html
978 90-01-70625-8
978-1-84169-556-3
47
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEPM
Project- en Informatiemanagement
3 EC (84 studiebelastingsuren)
LE 2
1.1.2
9 weken
Geen
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
Projectmanagement
De samenleving verandert voortdurend. Organisaties moeten hierop telkens reageren en erop
vooruitlopen. Om veranderingen door te voeren, wordt vaak een projectmatige aanpak gekozen.
Projectmanagement is hierdoor een ‘must’ geworden. Belangrijke vragen zijn: Wat is een project?
Wanneer kiest men voor een projectmatige aanpak? Hoe is een project aan te pakken?
Om studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te trainen, werken zij steeds meer
samen in projectverband. Voordat een project begint, is veel tijd nodig om eenzelfde manier van
werken af te spreken. Indien men zich deze tijd niet gunt, zullen projectmedewerkers behoorlijk
langs elkaar heen kunnen werken, met een voorspelbaar slecht projectresultaat.
Plannen
Het kunnen werken met MS Project en het ontwikkelen van een planning voor een project.
Kennis en vaardigheden
Samenwerken in een projectgroep
Maken Plan van aanpak (beroepsproduct)
Maken Planning met de computer (MS
Project)
Werkvormen
Projectmanagement
5 x Introductiecolleges Projectmanagement
Maken wekelijkse opdrachten in werkgroep
Opdracht: maken Plan van Aanpak op basis van een Case
MS Project
Zelfstandig uitvoeren van een computerpracticum aan de hand van minicursus MSproject
Maken planning bij Plan van Aanpak
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Maken concept plan van
Opdracht
aanpak
Maken definitief plan van
O
aanpak
Maken Planning MS Project
Mondeling/ Presentatie
Cesuur
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Adhv een Checklist
met criteria
80% Aanwezigheid
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Projectmanagement
Planning and control
48
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Projectmanagement, PM6 Methode
Aanbevolen literatuur
ISBN
978-90-01-79092-9
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.projectmanagement.noordhoff.nl
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Basisboekmarketing.noordhoff.nl
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
49
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Opleidingen:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECMAN1
Management 1
3 EC (84 studiebelastinguren)
L en E, ILM, BE, WTB, CE, IBL, IT
1.1.3
9 weken
MBO-4/ HAVO
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
In de bouwsteen Management 1 maak je kennis met de beginselen van Management en
Organisatiekunde en is een voorbereiding op Management 2. Deze bouwsteen geeft je inzicht in de
aansturing van organisaties en worden de kenmerken van organisaties behandeld. De onderwerpen
die binnen deze bouwsteen Organisatie en Management aan de orde komen zijn:
De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management
De relatie met de omgeving
Management
Besluitvorming
Besturing
Structurering
Cultuur
Werkvormen
DECMAN 1 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal
PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur
ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken
werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de
theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een
minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
de denkrichtingen en
Schriftelijk tentamen
ontwikkelingen uit de op het
gebied van organisatie en
management weergeven, de
invloeden vanuit de omgeving op
een organisatie uiteenzetten, de
besluitvormingsproblematiek in
organisatie weergeven en
verschillende
besluitvormingsprocessen
typeren en bepalen
de belangrijkste
S
managementtaken en
leiderschapsstijlen typeren en
bepalen, de
besturingsproblematiek in
organisatie weergeven, de
verschillende bedrijfsprocessen
benoemen en bepalen, de
structuur van een organisatie
typeren en modelleren, het
effectiviteits streven van
organisaties beschrijven en de
cultuur van een organisatie
beschrijven en bepalen
WC=71%
Cesuur
PGO=55%
Tentamen=55%
Werkvorm(en)
WC=ondeling/
presentaties
Hulpmiddelen
WC=
Powerpoints
Tentamen=
Geen
PGO=M
WC=M
WC=alle
PGO=alle
Tentamen= geen
50
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick
van Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN1 gaat het
om de hoofdstukken 1, 2, 6 t/m 6.3.3, 7 t/m 7.4, 8 t/m8.2, 9 t/m 9.4
en 10 t/m 10.3
ISBN
978-90-01-76665-8
978-90-01-57704-9
(engelse versie)
51
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEIL
Inleiding logistiek
3 EC (84 studiebelastinguren)
1
1.1.4
9 weken
HAVO 5, MBO niveau 4 (Instroom niveau HBO
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Logistiek is een veel voorkomend begrip. Veel mensen hebben er wel een bepaald beeld van, maar
het is vaak lastig om een goed en volledig beeld van dit vakgebied te vormen.Tijdens deze module
zul je zien dat je eigen omgeving veel raakvlakken heeft met logistiek en door logistiek wordt
beïnvloed. Deze module laat je kennis maken met de verschillende deelgebieden binnen logistiek
management. Ook wordt er aandacht besteed aan de belangrijkste trends binnen het vakgebied
logistiek.
Binnen het vakgebied logistiek worden veel Nederlandse en Engelse vaktermen gebruikt. Na deze
module beheers je de basis van dit vakjargon zodat je met je medestudenten en externe partijen
kunt communiceren over logistiek. De binnen deze module behandelde stof zul je in een later
stadium binnen je opleiding weer nodig hebben en hiermee een goede bijdrage aan de opdrachten
te leveren aan de opdachten.
Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges en PGO sessies
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan de inhoud van
Schriftelijk tentamen/
het logistiek vakgebied
Opdrachten
afbakenen
De student kan de opgedane
S/O
kennis in de context van
opdrachten en artikelen
kunnen toepassen.
De student heeft kennis van
S/O
het logistiek concept en dit
concept gebruiken logistiek
concept.
De student herkent de
S/O
belangrijkste trends binnen de
logistiek
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Werkvorm(en)
HC/WC/PGO
Hulpmiddelen
Nvt
HC/WC/PGO
Nvt
HC/WC/PGO
Nvt
HC/WC/PGO
Nvt
Niveau van toetsing:
N1: Weten
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Interne organisatieleer
52
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Verandermanagement
Administratieve organisatie
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Projectmanagement
Planning and control
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Werken met Logistiek, Visser & Van Goor, 6e druk, Noordhoff Uitgevers
ISBN
9789001794408
53
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEOR
De organisatie
3 EC (84 studiebelastinguren)
1
1.1.5
9 weken
HAVO 5, MBO niveau 4
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
In je werkzame leven na deze opleiding zul je naar alle waarschijnlijkheid een bepaalde tijd binnen
een organisatie werkzaam zijn. Daarom laten we, als beginnend student op het hbo, als eerste
kennis maken met de algemene processen binnen een organisatie en je te oriënteren op je
toekomstig vakgebied. De positiebepaling van de organisatie zowel intern als extern speelt daarbij
een belangrijke rol. Vervolgens krijg je de mogelijkheid om de kennis opgedaan in de algemene
bouwstenen Bedrijfseconomie I, Marketing I, Management I en Inleiding Logistiek toe te passen in
praktijk gerelateerde cases.
Werkvormen
Een PGO groep van ongeveer 12 studenten werkt aan diverse opdrachten.
Daarnaast vindt er een bedrijfsbezoek en een managementgame plaats.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan processen
Schriftelijk tentamen/
binnen een organisatie
Opdrachten
herkennen en benoemen.
De student kan van
S/O
verschillende
samenwerkingsvormen tussen
bedrijven de voor- en nadelen
benoemen en aangeven welke
vorm wanneer het meest zinvol
is.
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
PGO
Nvt
Management game
PGO
Bedrijfsbezoek
Nvt
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
54
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Verandermanagement
Administratieve organisatie
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
Projectmanagement
Planning and control
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Een praktijk gerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van
Dam en Jos Marcus, zesde druk, Noordhoff Uitgevers
Basisboek Bedrijfseconomie, de Boer, Brouwers en Koetzier, 8 e druk (Ned),
Noordhoff Uitgevers
Introductie Bedrijfsadministratie, Klerks, 4 e druk, Noordhoff Uitgevers
Principes van Marketing, Kotler, 5e druk, Pearson Education benelux
Werken met Logistiek, Visser & Van Goor, 6e druk, Noordhoff Uitgevers
ISBN
9789001766658
9789001702427
9789001709983
9789043016223
9789001794408
55
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
GSC01
Schriftelijke communicatie 1
Generiek
3 EC (84 studiebelastinguren)
L en E/ BE/CE/IBL
1.2.1
9 weken
Beginniveau HBO
Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud
De Stenden opleidingen richten zich op 4 sectoren (Economie, Techniek, Sociaal Agogisch en
Onderwijs), waarin schriftelijke communicatie altijd een rol speelt. Ook in de opleidingen wordt veel
schriftelijk gecommuniceerd, waarbij de studenten hun studieresultaten, kennis, vaardigheden en
ontwikkeling schriftelijk moeten vastleggen.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student gebruikt
Opdrachten
bouwplannen voor zijn
schriftelijke communicatie
De student gebruikt de
O
passende structuur bij doel en
doelgroep.
De student gebruikt de
O
passende stijl bij doel en
doelgroep.
De student argumenteert
O
volgens de methode van
Toulmin.
De student vat informatie
O
samen.
De student schrijft in de fases:
O
bouwplan, eerste opzet,
herschrijven, vorm geven.
De student vermeldt op de APA O
manier zijn bronnen in zijn
schriftelijke communicatie.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Veelal websites
Werkvorm(en)
Hoorcollege/ PGO
Hulpmiddelen
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
PGO
Nvt
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
56
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECCE1
Marketing 1
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.1.2
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe
organiseer je dit, welke vormen zijn er etc.
Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening
houden (op macro- en microniveau).
Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten.
Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met
gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen.
Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je
marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep
gemaakt.
Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De
positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in
vergelijking met de concurren.
De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten.
Werkvormen
Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die
voor deze week op het programma staat.
Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases
behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Schriftelijk
1. De student kan de
tentamen
marketingmanagement concepten
Werkvorm(en) Hulpmiddelen
Hoorcolleges
Rekenmachine,
werkcolleges
onderscheiden.
2. De student kent de termen
maatschappelijk verantwoordelijkheid
en marketingethiek.
3. De student kent het verloop van de
beslissingsprocessen bij klanten en
de beïnvloedende factoren.
4. De student kent het
perceptieproces van de klant.
5. De student kent de verschillen
tussen goederen en diensten.
6. De student heeft inzicht in het
strategisch
Marketingmanagementproces, de
onderdelen daarvan en mogelijke
hulpmiddelen daarbij.
57
Bouwsteendoelstellingen:
7. De student kent de
verschillen tussen
consumenten en zakelijke
klanten en heeft inzicht in
de marketingimplicaties
hiervan.
8. De student kan op basis
van relevante criteria de
markt segmenteren en
segmenten beschrijven.
9. De student kan op basis
van marktsegmentatie een
aantrekkelijke doelgroep
kiezen.
10. De student kan
positioneringstrategieën
formuleren.
11. De student kent het belang
van klantrelaties en
concurrentievoordeel
Cesuur
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Tentamen= 55%
Opdrachten = 55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Boekema, J.J. e.a., Basisboek Marketing, 5 e druk, Noordhoff, Groningen
ISBN
ISBN: 9001092586
58
Bouwsteen code:
Bouwsteen naam:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Bouwsteen taal:
OECER
Economisch rekenen en OR
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.2.3
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Optimaliseren speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven. Schaarse middelen willen we zo
effectief mogelijk gebruiken. Lineair programmeren is een belangrijk onderdeel van Operations
Research. Lineair Programmeren wordt gebruikt om (lineaire) winstfuncties of kostenfuncties te
maximaliseren of minimaliseren onder bepaalde voorwaarden. De voorwaarden hebben meestal
betrekking op beperking van machinecapaciteit en het voldoen aan bepaalde contarctuele eisen.
Een paar andere problemen: “Wat is de kortste route van A naar B” en de zogenaamde
transportproblemen.
Excel is een belangrijk hulpmiddel om allerlei berekeningen uit te voeren en om grafische
presentaties van resultaten weer te geven. Exel is ook een belangrijk hulpmiddle bij zogenaamde
“What if ?”analyses.
Tot slot is er aandacht voor financiële berekeningen.
Werkvorm
Gecombineerd hoor/werkcollege
Computerpracticum
Doelstellingen, werkvorm en toetsing
Werkvorm
Toetsvorm
WC
schriftelijk
55%
Formuleren van een LP model
Oplossen van een LP model met 2 variabelen mbv een grafiek
Oplossen van een LP model mbv computersoftware (Excel)
Interpreteren van computeruitvoer (gevoeligheidsanalyse )
Oplossen van transportproblemen
Algoritme van Dijkstra toepassen om de “kortste weg” te vinden
Steping stone gebruiken om transportproblemen op te lossen
Een aantal startmethoden kennen voor het oplossen van
transportproblemen
Excel: werken met formules, functies,grafieken,tekst,getallen en
berekeningen.
Excel: werken met celreferentie, kopiërenvan formules (relatief
en absoluut, werken met logische functies en opzoekfuncties
Excel: werken met financiële functies, tekstfuncties, draaitabellen
Rekenen: samengestelde interest, leningen logaritmen
Excel: oplossen van LP model
Cesuur
Competenties en toets niveau
Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS)
C1 plant logistieke operaties en draagt zorg voor de uitvoering
hiervan
C2onderkent problemen binnen de logistieke operaties, stelt
diagnoses en correcties vast en draagt zorg voor de uitvoering
hiervan
Toetsniveau
N2: Inzien
N2:Inzien
Verplichte literatuur:
Heizer, J., & Render, B. (2011 10 edition). Operations Management Global edition.
Pearson.
9780135111437
59
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEWT
O. Warehousing and Transport
3EC (84 studiebelastinguren)
1.2.4
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Logistieke medewerkers opereren vaak in complexe situaties. De complexe praktijkproblemen
kunnen alleen opgelost worden met behulp van kennis en vaardigheden uit verschillende disciplines
(vakgebieden). In ieder cluster/thema wordt dan ook een praktijkprobleem aangeboden dat met
behulp van kennis en vaardigheden uit verschillende vakgebieden moet worden opgelost. Op die
manier worden verschillende vakgebieden aan elkaar gekoppeld. In dit tweede cluster staan
marketing en logistiek centraal, dat wil zeggen dat we ons bezig gaan houden met de markt, het
eind van de logistieke keten (zie vorig pagina). Na de inleiding in de eerste periode zal nu dieper
worden ingegaan op de verschillende marketinginstrumenten en de raakvlakken die zij hebben met
logistiek. Warehouse en transport zijn hierbij de centrale logistieke thema’s.
Werkvormen
Hoorcollege, werkcollege, gastcollege
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Kan voor een onderneming het
Schriftelijk tentamen,
Opdrachten
distributiekanaal schetsen en
de integratie mogelijkheden
schetsen
Kan voor een (product)groep
S/O
het onderdeel Plaats van de
marketingmix uitwerken
Kan voor een product groep op
S/O
basis van verschillende
aspecten de juiste
vervoersmodaliteit selecteren
Kan voor een transporttraject
S/O
het totale operationele proces
in kaart brengen
Heeft een goed beeld van de
S/O
markt van logistieke
dienstverleners actief in Europa
Kan de kennis van processen
S/O
en inrichting van een magazijn
omzetten korte aanbevelingen
op operationeel niveau
55%
Cesuur
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO sessies aanwezigheidsverplichting (80%)
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Niveau van toetsing:
N1: Weten
N2: Inzien
N3: Toepassen
60
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Kwaliteitssystemen
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Verandermanagement
Administratieve organisatie
Publiekrecht
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Projectmanagement
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Integral Warehouse management, Jeroen P van den Berg
Interne operationel logistiek, Gerben Esmeijer
ISBN
9781419668760
9789062286911
61
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEFD
Fysieke distributie/ Physical Distribution
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.2.5
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Bouwsteen in ontwikkeling.
Informatie wordt gepubliceerd via de Blackboard-site van de Bouwsteen.
Kennis en vaardigheden
Werkvormen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
O
Cesuur
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Bedrijfseconomie
Privaatrecht
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
62
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
63
Bouwsteen code:
Bouwsteen naam:
Studielast:
Periode:
Duur:
Bouwsteen taal
Niveau
OLEOZ1
Onderzoek
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.3.1
1 periode
Nederlands
Propedeuse
Korte beschrijving van de inhoud
Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op
degelijke situatie analyse, gefundeerde inschatting van verwachte effecten van mogelijke
interventies en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op verantwoorde
wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoekspublicaties, onderzoeksopdrachten te
formuleren en beoordelen en uit te voeren. In deze eerste bouwsteen leert de student de gehele
cyclus van het onderzoeks proces te doorlopen.
Werkvorm
Deel A: Groepsopdracht: een combinatie van (werk)colleges, tutorials en groepsopdrachten.
Deel B: Kwantitatieve onderzoeks methoden: colleges
Doelstellingen, werkvorm en toetsing
Deel A:
Een onderzoeksopdracht uitvoeren waarin elke fase van de
onderzoekscyclus wordt doorlopen van probleem analyse tot
en met de eindrapportage.
Input voor de opdracht is een case gebaseerd op een recente
afstudeer scriptie van de Opleiding.
De focus is op desk research.
Kennis en vaardigheden ontwikkelen om onderzoek uit te
kunnen voeren. DD1-2
Aantonen dat de de student kennis heeft van de theorie en
concepten in DD1
Aantonen dat de student de theorie en concepten kan
toepassen DD2
Cesuur
Weging
Part B:
Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief
onderzoek uit te kunnen voeren. DD1-2
Aantonen dat de de student kennis heeft van de theorie en
concepten in DD1
Aantonen dat de student the theorie en concepten kan
toepassen DD2
Cesuur
Weging van de verschillende onderdelen
Competenties en toets niveau
Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS)
C 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in
de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken
en ketens.
C 8. Sociale en communicatieve competentie : Informatie
management (interpersoonlijk, organisatie):
Werkvorm
Colleges
Tutorials
Werkvorm
Colleges
Tutorials
Toetsvorm
Opdracht
Presentatie
55%
50%
Toetsvorm
Written
55%
50%
Toetsniveau
N3: Toepassen
Verplichte literatuur:
64
Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek?: praktijkboek methoden en technieken
voor het hoger onderwijs (4e druk). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken
(9e druk).Groningen:Noordhoff.
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken opgaven –en
uitwerkingenboek(9e druk).Groningen:Noordhoff.
9789059316713
9789001802486
9789001802592
65
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECBEBA
Inleiding Bedrijfseconomie en Bedrijfs administratie
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.3.2
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Basiskennis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie
Werkvormen
Werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
een jaarrekening te lezen, te
Opdracht
analyseren en te interpreteren
financiële gegevens te
Chriftelijk tentamen/
verwerken in de boekhouding
opdracht
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Bedrijfseconomie
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers,
Koetzier
Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven, achtste druk, De Boer,
Brouwers, Koetzier
Introductie bedrijfsadministratie, 4e druk, Klerks
ISBN
978-90-01-79788-1
978-90-01-79776-8
978-90-01-70998-3
66
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Periode:
Duur:
Instapniveau: (min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
OLEEN1
Business English 1
Domain Related
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.3.3
9 weeks
A2/ B1
English
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk
Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van
emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en
worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust
van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Toetsvorm
Schriftelijke toets en mondeling
Werkvorm
Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan deelnemen
M
aan gesprekken en discussies
over onderwerpen uit het
vakgebied.
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Geen
De student kan een korte
presentatie houden over een
onderwerp uit de studie – en
werksfeer en vragen daarover
beantwoorden.
M
Geen
De student kan teksten over
onderwerpen uit het
vakgebied begrijpen.
S
Geen
De student kan emails, korte
rapporten en samenvattingen
schrijven over onderwerpen
uit de studie – en werksfeer.
S
Geen
De student beschikt over een
voldoende woordenschat over
onderwerpen uit het
vakgebied en heeft een
voldoende beheersing van de
relevante structuren en
taalfuncties.
S/M
Geen
Cesuur
Schriftelijk = 55% Opdrachten = 55%; afzonderlijk behalen.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
67
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
CEF B1
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd
edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman
Aanbevolen literatuur
Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
ISBN
9781408291696
9781405867061
68
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLELOM
Logistics Operational Management / Operationeel Management
3 EC (84 uur studiebelasting)
1.3.4
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In het dagelijks leven speel je, als consument, een rol binnen een keten van organisaties welke jou
een dienst of een product aanbieden. Deze producten en/of diensten worden voortgebracht door
mensen binnen die organisaties.
In deze periode en deze bouwsteen zul je kennismaken met de theorie en achtergronden welke
nodig zijn om operationele processen in de verschillende omgevingen goed te kunnen inrichten en
beheersen.
Werkvormen
Werkcollege’s
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
De student toont aan dat hij de Schriftelijk tentamen
PGO
invloed van de andere schakels
in de keten op de eigen
bedrijfsorganisatie kan
analyseren.
De student toont aan dat hij in
S
PGO
staat is een eenvoudig
(productie)proces te besturen.
De student toont aan dat hij
S
PGO
het softwarepakket Excel
beheerst.
De student toont aan dat hij in
S
PGO
staat is een materiaal
uitgifteplan op te stellen.
De student toont aan dat hij
S
PGO
inzicht heeft in de
planningshierarchie van een
organisatie.
De student toont aan dat hij
S
PGO
eenvoudige
capaciteitsberekeningen kan
maken.
De student toont aan dat hij hij S
PGO
een eenvoudige layout van een
productieproces kan ontwerpen
De student toont aan dat hij hij S
PGO
een eenvoudige layout van een
productiebedrijf kan ontwerpen
55%. Opdrachtewn moeten voldoende ziojn (cesuur = 55%) om
Cesuur
deel te mogen nemen aan de schriftelijke toets.
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
N3: Toepassen
69
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Relatiemanagement
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person
education,
ISBN
9780138134549.
70
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(minimaal competentieniveau)
Taal bouwsteen:
OLEMM
Materials Management
Opleidingsspecifiek
3 EC (84 studiebelastinguren)
BE/CE/IBL/LenE
1.3.5
9 weken
Nederlands
Bouwsteen rationale:
Een professional met een bachelor degree in Logistiek & Economie, dient met betrekking tot het
management van de beschikbare middelen in de supply chain (gehele logistieke keten),
problemen te kunnen begrijpen, analyseren en interpreteren. Als medewerker bij het productie
management is het noodzakelijk om kennis te hebben van de belangrijkste kenmerken van
productieprocessen. Daarnaast is het belangrijk om de kansen en mogelijkheden te kunnen
onderscheiden om deze productieprocessen te optimaliseren. Dit om de opbrengsten bij verkoop te
maximaliseren door flexibiliteit te ondersteuning richting marketingprocessen, ofwel door aan de
andere kant de kosten en kostprijzen te minimaliseren. Uiteraard is het nog beter als zowel hogere
opbrengsten als lagere kosten bereikt worden.
Een bachelor degree houdt impliciet in dat over deze thema’s zowel nationaal in het Nederlands als
internationaal (vooral Engels) gecommuniceerd kan worden. Dit vanwege het bepalen en
inschatten van de effecten van deze ontwikkelingen op de bedrijfsprocessen op verschillende
niveau’s in de organisatie: op operationeel, tactisch en strategisch niveau.
De theorie van operations management, in het bijzonder van materials management, aangevuld
met de micro & macro-economische theorie inzake international economics die in andere
onderdelen van het studie proces aan de orde komen, leveren de benodigde methodes, kennis en
inzicht. Deze bouwsteen voorziet studenten van de vereiste theoretische kennis en schept het
kader voor het conceptueel denken inzake alternatieve oplossingen en de praktische uitwerking
daarvan. De toepassing van de theorie in een praktisch rapport en het presenteren van de
bevindingen vanuit achtereenvolgende PBL-taken maakt het leren van de relevante theorie
effectiever. Immers problem based learning -PBL- is de belangrijkste leermethode. Ten slotte
geldt voor elke theorie: niet alleen de kennis is relevant maar ook de vaardigheid om deze kennis
toe te passen.
Werkvormen
Theorie
Toepassingen van de theorie
Field Research mbt toepassingen
Desk Research mbt toepassingen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan zijn
O
bevindingen in een ter zake
deskundige omgeving
communiceren.
De student kan de methodiek
van Problem Based Learning
(PBL) gestructureerd
toepassen, door middel van het
verkrijgen van ervaring in de
vijf verschillende types
problemen, die dienen te
worden toegepast op de
afzonderlijke “bouwstenen”van
deze periode 1.3 :
Explanation Problem
Dilemma Problem
Strategy Problem
HC/WC
PGO
Practicum
Individueel & PGO
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
71
Bouwsteendoelstellingen:
Application Task
Action Task
Dat houdt in dat elke student
zowel een explanation
problem en ook een dilemma
problem alsmede een strategy
problem dient te formuleren
voor het onderdeel ‘Operations
Management’. En natuurlijk
ook een application task en
een action task. De
geformuleerde problems
dienen ter voorbereiding voor
de studietrip dat wat later
staat gepland, een studietrip
naar een specifiek
productiebedrijf om daar met
eigen ogen te aanschouwen
hoe materials management in
de praktijk plaatsvindt.
Hetzelfde problem formuleren
dient te worden verricht voor
de andere onderdelen van 1.3:
‘Onderzoek’, ‘Engels’,
‘Mondelinge communicatie’.
Na het individueel formuleren
van de PBL-taken, worden de
meest relevante PBL-taken
geselecteerd door de groep om
uit te voeren. Vervolgens dient
de PBL methodiek van de
zevensprong helder te worden
toegepast voor elk onderdeel
(elke bouwsteen) waarvoor het
PBL probleem of de PBL-taak
wordt uitgevoerd.
Doelstelling is het verkrijgen
van ervaring met de PBLbenadering, zowel individueel
als collectief.
Toetsvorm(en)
Cesuur
PGO 50% (24% Groepsopdracht, 25% Individuele opdracht)
Mondeling 50%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Kwaliteitssystemen
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
72
Personeelsinstrumenten
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Administratieve organisatie
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Werkvorm:
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Operations Management, 8 th Edition or newer, Jay
Heizer, Barry Render, Published by Prentice Hall
Werken met Logistiek, Visser en Van Goor
Wolters-Noordhoff vanaf 5 e druk.
Aanbevolen literatuur
Matt McGee- Economics - In Terms of the Good, the
Bad and the Economist - 2nd Edition 2009
ISBN
ISBN: 978-1-876659-22-6
73
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
GSLB1
Studieloopbaanbegeleiding 1
3 EC (84 studiebelastinguren)
BE1, LE1, CE1, ILM1, IBL1
1.4.1
Gehele eerste jaar
Studenten die voldoen aan de toelatingseisen voor de studie
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
De bouwsteen studieloopbaanbegeleiding 1 bestaat uit 2 onderdelen, te weten
“Studieloopbaanvaardigheden” (SLV) en “Studieloopbaancoaching” (SLC).
 Wie ben ik? , Wat kan ik al?, Waar pas ik? , Wat wil ik worden?, Wat moet ik nog doen?
Onderstaande verplichte onderdelen ondersteunen je gedurende het hele studiejaar in het vinden
van een antwoord op deze vragen.
Voor SLB1 gelden de volgende verplichte onderdelen:
 Startweek, Startgesprek (periode 1), Werkveldoriëntatie activiteiten en stageterugkomdag,
Portfolio met uitwerkingen van de opdrachten SLV en bewijsstukken van de activiteiten,
Eindgesprek met studiecoach waarin de student zijn ontwikkeling toelicht aan de hand van
SMART geformuleerde concrete doelen.
Kennis en vaardigheden
Informatievaardigheden, APA normen
Studievaardigheden, studeren in het HBO, leren leren in het competentieonderwijs
Studiehouding, studieplanning, motivatie, leerstijlen
Reflecteren, feedback geven/ ontvangen, opstellen POP, leerdoelen SMART formuleren
Werkvormen
SLV werkcolleges in periode 1, 3 en 4
SLC klassikale coachingsuren in periode 1,2,3 en4
SLC individuele coachingsgesprekken in periode 1,2,3 en 4
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je vergroot je zelfinzicht door het
Opdrachten
maken van testen en opdrachten
en daarop te reflecteren.
Daarnaast zul je vaardigheden
leren die jou in staat stellen in de
toekomst adequater naar je zelf te
kijken, waarmee je nog beter
sturing aan je persoonlijke
ontwikkeling kunt geven.
Studievaardigheden komen ook
aan bod. Na het succesvol
afronden van deze bouwsteen:
heb je zicht op het curriculum,
weet je welke informatie je nodig
hebt, kan je deze opsporen,
evalueren en verwerken tot een
concreet product. Je leert je eigen
leerstijl ontwikkelen en je bent in
staat deze waar nodig bij te
stellen. Je hebt inzicht in de
functie en mogelijkheden van
studieloopbaancoaching, je kunt
vijf studieloopbaancompetenties
benoemen en toepassen op een
niveau dat past bij jouw
ontwikkelingsfase. Je kunt een
Werkvorm(en)
Werlcolleges/
coaching
Hulpmiddelen
74
Bouwsteendoelstellingen:
portfolio samenstellen dat de
gestelde eisen inzake de
bewijslast van jouw opleiding. Je
bent je bewust van de waarde van
zelfreflectie en kan je hiervoor
passende instrumenten kiezen en
toepassen. Aan de hand van jouw
portfolio kun je op zowel inhoudals procesniveau reflecteren op
jouw eigen ontwikkelproces.
Toetsvorm(en)
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 9. Zelfsturende competentie
(intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling,
Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux
ISBN
978-90-430-1807-4
75
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECRE
Algemene inleiding in het Recht
3 EC (84 studiebelastinguren)
1
1.4.2
9 weken
Geen speciale vereisten
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het recht, zoals dat van belang is voor
studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen, of een
economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere
bouwstenen die raken aan juridische aspecten.
Na een kennismaking met de bronnen van het recht en de rechtsgebieden, verdiepen we ons kort
in het staatsrecht, de rechtsstaat en de rechten van de mens. Vervolgens gaan we wat dieper in op
het bestuursrecht – een rechtsgebied waarmee ondernemers veelvuldig te maken krijgen. Het
zwaartepunt van deze onderwijseenheid ligt op het privaatrecht. Je maakt kennis met het systeem
van het Burgerlijk Wetboek en daarmee met de breedte van het privaatrecht. Je leert om regels op
te zoeken in het Burgerlijk Wetboek en om met behulp daarvan rechten en plichten vast te stellen
van partijen bij een overeenkomst of als het gaat om een conflict over schadevergoeding,
bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrekkig product.
Werkvormen
Werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
HEO-Standaard, Ondernemingsrecht en Ethiek
Niveau
van
toetsing:
1
Wijze van
toetsing:
S
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze
Toegesta
van
ne
toetsing:
hulpmidd
elen
De student heeft kennis van en inzicht in de ‘rechtsbronnen’ en de
Schriftelij Wettenbu
belangrijkste rechtsgebieden.
k
ndel
Constitutioneel recht: De student heeft kennis van en inzicht in de
Schriftelij Wettenbu
begrippen ‘staatsrecht’, ‘rechtsstaat’, ‘grondrechten’ en het belang daarvan
k
ndel
voor ondernemers en burgers.
Bestuursrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: enige
Schriftelij Wettenbu
basisbegrippen en rechtsbronnen van het bestuursrecht, criteria aan de
k
ndel
hand waarvan de bestuursrechter het bestuurshandelen toetst, en het
belang van he bestuursrecht voor ondernemers. Aan de hand van de Awb
kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of bezwaar en beroep
mogelijk is.
Privaatrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: de begrippen
Schriftelij Wettenbu
‘codificatie’ en ‘common law’ vs. ‘civil law’, enige belangrijke
k
ndel
rechtsbronnen, basisbegrippen van het privaatrecht, het belang van het
privaatrecht voor ondernemers, het systeem van het burgerlijk recht, het
overeenkomstenrecht inclusief algemene voorwaarden, onrechtmatige
daad, productaansprakelijkheid. Aan de hand van het Burgerlijk Wetboek
kan de student in eenvoudige situaties vaststellen wat de rechten plichten
van partijen zijn.
Cesuur
55%
Open
boek
tentamen
76
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Wetteksten hoger onderwijs 2014-2015
Aanbevolen literatuur
Van der Roest, Basisboek Recht
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Zie bouwsteenboek
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
Bouwsteenboek
ISBN
9789001834074
9789001842772
77
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECBE3
Bedrijfseconomie 3
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.4.3
9 weken
DECBEBA
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen leer je allerlei begrotingen te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of
als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen
Kennis en vaardigheden
Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het
besturen van organisaties.
Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming.
Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.
Werkvormen
Werkcolleges
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
verschillende financiële
Schriftelijk tentamen
overzichten te maken;
investeringsprojecten te
S
beoordelen;
werkkapitaal te beheren.
S
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Bedrijfseconomie
Werkvorm(en)
Werkcollege
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven negende druk, De Boer, Brouwers,
Koetzoer
ISBN
978-90-01-79788-1
978-90-01-79776-8
78
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECIK1
Inkoop 1
3 EC (84 studiebelastinguren)
1
1.4.4
1 periode
OECIK1
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
Door het volgen van deze bouwsteen verkrijgt de student kennis en inzicht van de eerder
genoemde onderwerpen. De student oefent hiertoe met cases die zijn toegesneden op de
verschillende te behandelen onderwerpen. Daarnaast worden de belangrijkste onderwerpen door
de student toegepast op de eigen situatie binnen het bedrijf waar hij/zij of een mede student
werkzaam is. Op deze wijze wordt de theorie van het vakgebied ‘Inkoop’ zo dicht mogelijk bij de
belevingswereld van de student gebracht en in relatie gebracht met de beroepspraktijk.
Er is geen specifieke voorkennis voor het volgen van deze module noodzakelijk. Een algemene
opleiding op MBO-4 of HAVO niveau is voldoende.
Werkvormen
Werkcollege’s en PGO
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De belangrijkste
Schriftelijk/ Opdrachten
inkoopbegrippen omschrijven
inkoop als schakel in de
S/O
voortbrengingsketen
weergeven
de inkoopprocessen
S/O
beschrijven;
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Werkcollege /
Woordenboek
PGO/ Presentaties.
WC/PGO
Woordenboek
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in
een productiebedrijf
beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in
een facilitaire omgeving
beschrijven ;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in
een zakelijke
dienstverleningsomgeving
beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in
een omgeving van Public
procurement beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de rol en positie van inkoop in
retailorganisaties beschrijven;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
de marktvormen beschrijven
en herkennen;
S/O
WC/PGO
Woordenboek
79
Bouwsteendoelstellingen:
en opzet van
inkoopmarktonderzoek
weergeven;
de aspecten benoemen die van
belang zijn bij
Leveranciersbeoordeling en –
ontwikkeling;
Toetsvorm(en)
S/O
Werkvorm(en)
WC/PGO
Hulpmiddelen
Woordenboek
S/O
WC/PGO
Woordenboek
De rol en betekenis van
duurzaam inkopen, integriteit
en ethiek beschrijven.
S/O
WC/PGO
Woordenboek
Cesuur
55% (tentamen en opdrachten moeten afzonderlijk met een
voldoende worden afgerond).
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
N2: Inzien
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
N3: Toepassen
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Literatuur
DC 2. Analyseren
van
beleidsvraagstukken,
vertalen in
Verplichte
literatuur
(boeken,
artikelen)
ISBN
beleidsdoelstellingen
en
–alternatieven
en
voorbeInkoop in strategisch perspectief, analyse, strategie, planning en praktijk,
ISBN: 978 90 13
reiden
van
besluitvorming.
Prof.
Dr.
A.J.
van Weele. Uitgever: Kluwer, zesde druk,
05607 5
BoKs Inkoop 1 gaat het om de hoofdstukken 1, 2, 4, 5, 6,7, 15, 16.1 t/m
Voor
Interne
16.5
en organisatieleer
17.
DC English
3. Toepassen
human
resource management in
An
editionvan
is also
available:
het
licht vanand
de strategie
van de
organisatie. Analysis, Strategy, Planning and ISBN: 978-1-4080Purchasing
Supply Chain
Management,
BoKs
Practice
by Prof. Dr. A.J. van Weele. Publisher: Cengage Learning EMEA, fifth 1896-5
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
edition,
For Purchasing 1 study chapter: 1, 2, 4, 5, 6,7, 15, 16.1 t/m 16.5 en 17.
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
80
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(min. competentieniveau)
Taal bouwsteen:
OECOP
Ondernemingsplan
Opleidingspecifiek twee opleidingen
3 EC (84 studiebelastinguren)
1.4.5
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Van een student economie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten
ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als je als afgestudeerde student een functie
krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van
een organisatie kennen.
Stap 1: Ken jezelf als ondernemer
Onderzoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten. Sterke- en ontwikkelpunten, kansen en valkuilen
Stap 2: Werk je idee uit
Wat wil je verkopen? Haalbaarheid bepalen en je missie en doelstellingen
Stap 3: Zet je onderneming op
Je bedenkt de naam, rechtsvorm, huisvesting en doet onderzoek naar vergunningen, regels,
subsidies en verzekeringen.
Stap 4: Onderzoek je markt
Klant-, concurrentie analyse. Manier van aanbieden en benaderen markt.
Stap 5: Bepaal je promotie
Marketingplan
Stap 6: Organiseer je onderneming
Organiseren van productieproces, boekhouding, personeel en eventueel
automatiseringshulpmiddelen.
Stap 7: Regel de financiën
Inversteerders, startkapitaal, openingsbalans, te verwachten resultaat.
Stap 8: Voer het ondernemingsplan uit
Presentatie aan de bank. In deze stap staan nog allerlei tips voor ná de start.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
1. Sterke en zwakke
Schriftelijk tentamen
ondernemerskwaliteiten
benoemen en maatregelen
nemen zwakke punten te
neutraliseren.
2. Commercieel productidee
S
uitwerken tot een
samenhangend en uitvoerbaar
ondernemingsplan
3. Op basis van een
S
commercieel idee beslissingen
nemen over de rechtsvorm,
huisvesting, aanvraag
vergunningen, regels,
subsidies en verzekeringen.
4. Gestructureerde inschatting
S
van de marktmogelijkheden
van het commerciële
productidee.
5. Ontwerp maken van de
S
praktische inrichting van een
startend bedrijf
6. Financiële begrotingen
S
opstellen (omzetprognose,
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
Rekenmachine
81
Bouwsteendoelstellingen:
investeringsbegroting,
financieringsplan,
openingsbalans,
resultatenbegroting,
liquiditeitsbegroting)
7. BTW-verplichtingen
toepassen.
8. Overtuigend presenteren
voor de geldschieter.
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Schriftelijk tentamen
PGO
Rekenmachine
Mondeling, presentatie
PGO
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Financieel management
Informatiesystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Bedrijfseconomie
Publiekrecht
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
DC 9. Zelfsturende competentie
(intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of
professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Zo maak je een ondernemingsplan
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
ISBN
NL: 9789001712846
www.zomaakjeeenondernemingsplan.no
ordhoff.nl
82
Bijlage C
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor
de postpropedeutische fase:
Postpropedeutische fase (Hoofdfase, studiejaren 2, 3 en 4)
Periode Vak
2.1
2.2
2.3
2.4
Code
Naam
EC
Toetsing
1
GMOCO2
G.Mondelinge Communicatie 2
3
S/O/M
2
DECAE
D.Algemene Economie
3
S/O/M
3
OLEEN2
Business English 2
3
S/O/M
4
O LEOZ 2
O. Onderzoek 2
3
S/O/M
5
OLEEL
I.Event logistics
3
S/O/M
1
DECMAN2 Management 2
3
S/O/M
2
DECHR1
HRM1
3
S/O/M
3
OLEEN3
Business English 3
3
S/O/M
4
DECIK2
Inkoop 2
3
S/O/M
5
OLESL
Sustainable logistics
3
S/O/M
1
DECBE2
Bedrijfseconomie 2
3
S/O/M
2
OLEDA
Data-analyse
3
S/O/M
3
OLEDU
Logistiek Duits
3
S/O/M
4
OLEAO
AO en ERP
3
S/O/M
5
DLEEL
E-logistics
3
S/O/M
1
GSLB2
G.SLB/ZM 2
3
S/O/M
2
OECIZA
Internationaal Zaken doen A
3
S/O/M
3
OLERE2
Internationaal Recht
3
S/O/M
De gebeurtenis
Het proces 2
De keten
Het netwerk
83
3.1
4
OLEINL
Internationale Logistiek/SCM
3
S/O/M
5
OLETG
Trade and Globalization
3
S/O/M
OECSTA1
O.Stage 1
15
S/O/M
OECSTA2
O.Stage 2
15
S/O/M
OECMIN1
M.Minor 1
15
S/O/M
OECMIN2
M.Minor 2
15
S/O/M
1
DECSM1
D.Strategisch Management 1
3
S/O/M
2
OLEMAJ1
O.Major 1 L&E
12
S/O/M
1
DECSM2
D.Strategisch Management 2
3
S/O/M
2
OLELV
O.Logistieke verdieping
3
S/O/M
3
OLELO
O.Logistiek onderzoek
9
S/O/M
OECAF1
O.Afstudeerstage
15
S/O/M
OECSCR1
O.Scriptie
15
S/O/M
Totaal
180
Stage 1
1
3.2
Stage 2
1
3.3
Minor 1
1
3.4
Minor 2
1
4.1
4.2
4.3
Major 1
Logistiek onderzoek
Afstuderen
1
4.4
Scriptie
1
Legenda: S = Schriftelijk tentamen/ Written exam, O =
Opdracht/ Assigment en M = Mondeling/ resentatie.
Kleuren: Rood = Algemen ontwikkeling, Groen = Domein
specifiek, Blauw = Opleidngsa specifiek en Geel =
Integratieve bouwstenen.
84
Logistiek en Economie jaar 2
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
GMOCO2
Mondelinge communicatie 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.1.1
1 module
Mondelinge communicatie 1
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
Onze samenleving is een communicatiesamenleving. Voor alle Hbo-functies zijn communicatieve
vaardigheden van groot belang. Deze bouwsteen leert de student twee gesprekstechnieken, te
weten:Onderhandelen en conflicthantering;
Luisteren, samenvatten en doorvragen
Kennis en vaardigheden
Op een correcte en effectieve wijze onderhandelen en conflicten hanteren;
Het interpreteren van mondelinge informatie op een juiste manier en samenvatten door goed door
te vragen
Werkvormen
Hoorcollege’s
Werkcollege’s (aanwezigheid bij tentminste 80% van de werkgroepen is vereist)
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Verplichte actieve werkcollegeParticipatie
voorbereiding
De student toont aan dat hij
Opracht, Portfolio
inzicht heeft in de verschillende
wijzen van onderhandelen door
middel van het bestuderen van
de theorie
De student kan een interview
Opdracht, Portfolio
afnemen en dit interview
verwerken tot een artikel
De student kan
Opdracht, Portfolio
gesprekstechnieken toepassen
in verschillende situaties
De student verwerft de
Opdracht, Portfolio
benodigde vaardigheden door
het uitspelen van casussen
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Gramsbergen-Hoogland, Y. & Van der Molen, H. ( 2008 ). Gesprekken in
organisaties ( 4e druk ). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff
Aanbevolen literatuur
Janssen, D ( 2007 ). Zakelijke communicatie 1: Een leergang
communicatieve vaardigheden voor het HBO (5e geh.herz.dr.). Groningen:
ISBN
978 90-01-706258
85
Wolters-Noordhoff
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.managersonline.nl
www.writingstudio.eu
86
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECAE
Algemene economie
3 EC
2.1.2
1 moduul : 8 weeks lessons
Minimum Havo
Engels
Korte beschrijving van de inhoud
The microeconomic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare
them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly,
oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures
(externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macroeconomic theory
considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income,
(un)employment, inflation, multiplier effect, etc)
Kennis en vaardigheden
This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical
skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is
for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills,
required for successfully managing business functions in the turbulent economic world.
A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macroeconomic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of
interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP
Werkvormen
Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students
are encourage to contribute by providing cases and examples.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
The student can identify the
Assignment
Tutorial
basic problem and collect
relevant and recent
information The student can
analyse and interpret the
collected information
The student is able to apply
Written exam
Tutorial
the theory and information to
the general economic , social,
company problems on the
basis of insights
55% (Open boek tentamen)
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
Hulpmiddelen
Calculator,
Dictionary (ENGNL)
Calculator,
Dictionary (ENGNL)
Niveau van toetsing:
N2: Insight,overview
N3: Apply
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics.
First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659
10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6
ISBN
87
History of economic thought
http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf
Aanbevolen literatuur
'Introduction to Micro economics' by Saul Estrin and David Laidler, 4th
edition, Harvester & Wheatsheaf, 1995 (EL)
'ECONOMICS' by Dornbusch, Begg and Fischer;, Mcgraw-Hill , 7th edition,
2002.
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
88
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECEN2
Business English 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.1.3
1 moduul, 9 weken
A2/ B1
English
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk
Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatievaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van
emails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en
worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust
van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied.
Werkvormen
Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan deelnemen aan Mondeling
gesprekken en discussies over
onderwerpen uit het
vakgebied.
Werkvorm(en)
Practicum,
presentatie
Hulpmiddelen
Geen
De student kan een korte
presentatie houden over een
onderwerp uit de studie – en
werksfeer en vragen daarover
beantwoorden.
Mondeling
Geen
De student kan teksten over
onderwerpen uit het vakgebied
begrijpen.
Schriftelijk tentamen
Geen
De student kan emails, korte
rapporten en samenvattingen
schrijven over onderwerpen uit
de studie – en werksfeer.
Schriftelijke tentamen
Geen
De student beschikt over een
voldoende woordenschat over
onderwerpen uit het vakgebied
en heeft een voldoende
beheersing van de relevante
structuren en taalfuncties.
Schriftelijk en
mondelinge toets.
Geen
Cesuur
55% (zowel schriftelijk als mondeling moet met een voldoende
afgerond worden).
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Niveau van toetsing:
CEF B1
89
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Cotton, D., Falvey, D. and Kent, S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd
edition, (2-pack) Course book and Practice file, Pearson Longman
Aanbevolen literatuur
Longman Business English Dictionary, new edition, paper edition + CDROM, Pearson Longman
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
bbc.co.uk, ft.com, economist.com, time.com, nytimes.com
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
ISBN
9781408291696
9781405867061
90
Bouwsteen code:
Bouwsteen naam:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau
Bouwsteen taal
OLEOZ2
Onderzoek 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.1.4
9 weken
Onderzoek 1
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Een onderzoeker krijgt al snel te maken met kwantitatieve aspecten van onderzoek zoals
bijvoorbeeld de vraag hoeveel personen ondervraagd dienen te worden voor een betrouwbaar
resultaat.
In onderzoek 2 worden een aantal onderzoekstechnieken voor kwantitatief onderzoek aangereikt en
toegelicht.
Schatten, Toetsen (waaronder verschiltoetsen en de chikwadraattoets), Regressie, correlatie en
Trendanalyse. Met behulp van het statistisch programma SPSS wordt geleerd hoe data in te voeren,
te verwerken en hoe de computeruitvoer te interpreteren
Werkvorm
Gecombineerd hoor-/werkcollege, computerpracticum
Doelstellingen, werkvorm en toetsing
Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief
onderzoek uit te kunnen voeren
Werkvorm
Hoorcollege
Werkcollege
Practicum
Cesuur
Competenties en toets niveau
Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS)
A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse
Toetsvorm
schriftelijk
55%
Toetsniveau
N3: Toepassen
Verplichte literatuur:
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken
(9e druk).Groningen:Noordhoff.
Buijs, A. (2012). Statistiek om mee te werken opgaven –en
uitwerkingenboek(9e druk).Groningen:Noordhoff.
9789001802486
9789001802592
91
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEEL
Event Logistics
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.1.5
9 weken
Propedeuse Logistiek en economie
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Samen met je groep ben je verantwoordelijk voor het verbeteren van de organisatie van een sport
evenement. Je brengt hierover advies uit in de vorm van een draaiboek waarin de voorbereiding en
uitvoering van het evenement gedetailleerd zijn beschreven.
Werkvormen
Als groep werk je aan het opstellen van een draaiboek.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Kennis hebben van diverse
Opdracht
facetten binnen event
management
Het kunnen opstellen van een
O
draaiboek
Het kunnen adviseren op het
O
gebied van locatie selectie en
risico managment
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Leiderschapsstijlen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
92
Informatiesystemen
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Bedrijfseconomie
Administratieve organisatie
Privaatrecht
Publiekrecht
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Projectmanagement
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Ninth Edition, Person
education
Successful Event Management, Anton Shone and Bryn Parry, second edition,
South Western
Reader Human Logistics
ISBN
9780138134549
9871844800766
93
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECMAN2
Management 2
3 EC
2.2.1
3
9 weken
DECMAN1
Nederland en Engels
Korte beschrijving van de inhoud:
De bouwsteen Management 2 is een vervolg op Management 1. Er wordt ingegaan op de
onderwerpen die ook al in Management 1 aan de orde zijn geweest. Er wordt nu dieper op de
betreffende onderwerpen ingegaan, er komen nu andere visies/modellen aan de orde of er worden
andere onderwerpen binnen hetzelfde thema behandeld.
In DECMAN2 komen twee nieuwe onderwerpen aan de orde, nl.:
Strategisch Management (inleiding) en Samenwerking
Werkvormen
DECMAN 2 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal
PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur
ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken
studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en
de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score
worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen.
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbe-reiden van
besluitvorming.
BoKs
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Niveau van
toetsing:
N2
Wijze van
toetsing
S/M
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of
organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Belangrijkste doelstelling(en) en wijze van toetsing:
Doelstelling:
de wijze waarop managers een organisatie besturen uiteenzetten,
kan de relatie tussen management, ethiek en informatie weergeven,
de verschillende aspecten die een rol spelen bij besluitvorming
weergeven, hulpmiddelen en technieken bij besluitvorming
gebruiken, organisatieconfiguraties van Mintzberg modelleren,
overleg/communicatie structuren opstellen, de ontwikkelingen m.b.t.
het structureren van organisaties weergeven, de verschillende
methoden van organisatieadvieswerk en organisatie onderzoek
weergeven
de klassieke benadering van strategisch management uiteenzetten,
het strategiemodel van Hamel & Prahalad weergeven, de
verschillende vormen van samenwerking van organisaties
vaststellen en kan de aspecten die bij een samenwerkingsvorm een
rol spelen bepalen, verschillende methoden van het besturen van
organisaties opstellen, de ontwikkeling van een organisatie bepalen
Cesuur
Toegestane hulpmiddelen
WC=alle
Tentamen=
Geen
WC=alle
PGO=alle
Tentamen= geen
WC=71%
PGO=55%
Tentamen=55%
94
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en Management, Nick van
Dam en Jos Marcus (Nederlands editie). Voor DECMAN2 gaat het om de
hoofdstukken 3, 4, 6.3.4 tot einde, 7.5 tot einde, 8.3 tot einde, 9.4 tot einde
en 10.4 tot einde
ISBN
978-90-01-76665-8
978-90-01-57704-9
(engelse versie)
95
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(minimaal competentieniveau)
Taal bouwsteen:
DECHR1
Human Resource Management 1
Generiek
3 EC
BE/CE
2.2.2
9 weken
Basiskennis van management
Nederlands/Engels
Korte beschrijving van de inhoud
Iedere organisatie heeft te maken met personeel. Binnen de dienstverlenende organisaties in het
werkveld kan bijvoorbeeld hospitality, vrijetijd, media en toerisme is personeel een groot goed. Het
is daarom van belang dat studenten leren hoe ze personeel kunnen managen. In eerste instantie
vanuit strategisch perspectief, maar omdat lijnmanagement ook steeds meer directe HRM taken
krijgt, ook vanuit operationeel perspectief.
Toetsvorm:
Invullen: Actieve participatie / opdracht
Werkvormen
Wekelijks zijn is er een werkcollege waarin tevens de theorie wordt behandeld. Studenten werken –
alleen of samen- aan opdrachten. De uitwerkingen worden tijdens de werkcolleges besproken en
gewaardeerd.
Er is een aanwezigheidsplicht van 80% en de score voor de individuele- en groepsopdrachten is
voldoende. Als hieraan wordt voldaan, mag men meedoen aan de toetsing.
Doelstelling:
Wijze van
toetsing:
De student begrijpt wat HRM proces inhoudt en wat zijn of haar rol is,
gezien vanuit de positie van een lijnmanager.
Tevens wordt het inzicht van de student getoetst wanneer, welke
instrumenten kunnen worden ingezet, hoe ze werken en wat de voor en
nadelen zijn.
Cesuur
Tentamen
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
Opdracht
Presentatie
Toegesta
ne
hulpmidd
elen
Geen
Geen
55 % .
Opdrachten
en tentamen
beide voldoen
de.
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
96
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Introducing Human Resource Management, Foot,M.,
978-02-737120008 (paperback)
Hook,C. (2008), Pearson Education, Edition 5th.
Human Resource Management, Foot, M., Hook, C.
978-90-43015653
(2009), Amsterdam: Pearson Education
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
 Business Source Premier
 Ga naar www.stenden.com
 Kies MyStenden
 Kies Studielandschap vh CHN (of Mediatheek vh HD)
 Kies Catalogi en digitale databases (of Literatuurlijsten en electronische bestanden)
 Kies Full text databases (of Electronische bestanden Economie)
 Kies business source premier
http://www.marketlineinfo.com/library/default.aspx
http://owl.englisch.purdue.edu/handouts/research/r apa.htlm
http://www.thewritesources.com/APA/APA.html
97
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEEN3
Business English 3
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.2.3
9 weken
CEF B2.1
English
Korte beschrijving van de inhoud
In deze cursus ontwikkel je de Engelse woordenschat en taalfuncties die je nodig hebt voor een
carrière in het bedrijfsleven. Daarnaast werk je aan belangrijke communicatievaardigheden zoals
presenteren, telefoneren, netwerken, onderhandelen en vergaderen. Tot slot word je je bewust van
culturele verschillen in de internationale zakenwereld.
Kennis en vaardigheden
Woordenschat: logistics, marketing, energy, employment, business ethics;
Relevante grammatica en taalfuncties: adverbs, emphasis, articles, relative clauses, gerunds,
modal perfect, multiword verbs;
Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentations) spreken (dialogues, discussions,
presentations), lezen (articles) en schrijven( e-mails, reports, minutes);
Communicatievaardigheden: presenteren, onderhandelen en vergaderen.
Werkvormen
Werkcollege, rollenspelen, case studies, dialogen, presentaties, kijk- en luisteropdrachten,
zelfstandig werk.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je kunt op een effectieve wijze
M
deelnemen aan gesprekken en
discussies over financiële
onderwerpen en onderwerpen
van praktische en sociale aard.
Je kunt een duidelijke en
M
gedetailleerde presentatie
houden over een onderwerp uit
de studie – en werksfeer.
Je kunt specialistische teksten
S
over onderwerpen uit het
vakgebied, correspondentie en
rapporten begrijpen.
Je
beschikt
over
een S/M
uitgebreide woordenschat over
onderwerpen uit het vakgebied
en hebt een goede beheersing
van de relevante structuren en
functies.
Je kunt duidelijke,
S
gedetailleerde teksten
schrijven (emails, rapporten,
samenvattingen, slides) over
onderwerpen uit de studie – en
werksfeer.
55%
Cesuur
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
98
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Market Leader: Advanced, 3rd edition, Dubicka en O’Keeffe, Pearson
Longman, 2011
Materiaal op Blackboard
ISBN
978-1-40823703-8
99
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECIK2
Inkoop 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.2.4 Periode 2: LE/ILM ; Periode 3 : CE
9 weken
OECIK1
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud
De afspraken die met leveranciers moeten worden gemaakt hebben niet alleen betrekking op prijs
aspecten, maar ook op zaken als kwaliteit, levertijd en zelfs productontwikkeling. Daarnaast richten
ondernemingen zich in toenemende mate op één of enkele kernactiviteiten. Dit ten gevolgen van
toenemende schaalvergroting en productcomplexiteit binnen bedrijven. Dit heeft ondermeer tot
gevolg dat een onderneming een steeds groter deel van zijn producten en diensten inkoopt.
Hierdoor neemt de rol die inkoop binnen een organisatie speelt sterk toe. De
ondernemingsstrategie is uiteraard leidend, de taak van inkoop is om binnen de grenzen van de
ondernemingsstrategie de inkoopfunctie zo goed mogelijk vorm te geven (inkoopstrategie).
Deze module is gericht op de strategische aspecten van inkoop. Op strategisch niveau moeten
diverse beslissingen worden genomen. Onderwerpen die op strategisch niveau aan de orde komen
zijn o.m.: professionalisering van de inkoop, uitbestedings en risicomanagement,
sourcingstrategieën, inkoop en productontwikkeling, kwaliteitszorg en logistiek, structuur en
organisatie van inkoop en het beoordelen van de inkoopprestaties. De module is bedoeld voor
Commercieel Economen, studenten International Business and languages en logistici.
Kennis en vaardigheden
De student kan: het inkoopbeleid en de relatie met de ondernemingsstrategie weergeven, het
inkoopmanagementproces bespreken, het ontwikkelen van inkoop- en sourcingstrategieën
weergeven , de prestatiemetingen in inkoop uiteenzetten, het uitbestedings en risicomanagement
uiteenzetten, innovatie en kwaliteitszorg binnen inkoop weergeven, de relatie van inkoop, logistiek
en supply chain management benoemen.
Werkvormen
OECIK2 kent drie Werkvormen Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGObijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur
ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken
studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en
de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score
worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
het inkoopbeleid en de relatie
S/O
WC/PGO
met de ondernemingsstrategie
weergeven, het
inkoopmanagementproces
bespreken, het ontwikkelen
van inkoop- en
sourcingstrategieën weergeven
, de prestatiemetingen in
inkoop uiteenzetten
het uitbestedings en
S/O
WC
risicomanagement
uiteenzetten, innovatie en
kwaliteitszorg binnen inkoop
weergeven, de relatie van
inkoop, logistiek en supply
chain management benoemen
55% Schriftelijk tentamen
Cesuur
55% Opdrachten.
Hulpmiddelen
Woordenboek
Woordenboek
100
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Inkoop in Strategisch perspectief (analyse, strategie, planning en
praktijk). Door Prof. Dr. A.J. van Weele, Hoofdstukken: 3, 8, 9, 10,
11, 12, 13, 14.
ISBN
978-90-13-05607-5
978-1-4080-1896-5
(engelse versie)
101
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLESL
Sustainable Logistics
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.2.5
9 weken
Onderwijs Nederlandstalig, Literatuur Engelstalig
Korte beschrijving van de inhoud
Wat is green supply chain management en wat is het green supply chain framework. Binnen het
green supply chain framework leert de student de voordelen, beïnvloeders, uitdagingen en
hulpmiddelen, en methoden om te komen tot meer sustainable bedrijfsprocessen. De onderwerpen
die aan de orde komen zijn; Green supply chain planning, Green procurement, Green production,
Green logistics, Green packaging, Green marketing, Supply Loops, Carbon Management, Green
supply chain Migration strategy en continue verbetering. De student zal de theorie zoals behandeld
in de hoorcolleges en tijdens de gastcolleges aan de hand van een praktijk opdracht aan een
werkelijke supply chain koppelen en hierbij de theorie verbinden aan de praktijk.
Kennis en vaardigheden
De student heeft kennis van de motivatoren en beïnvloeders naar een green supply chain. Hij kent
de gebieden waarop verbeterd kan worden en kent ook op dit gebied de motivatoren en
beïnvloeders en is in staat dit in een rapport op een werkelijke supply chain toe te passen en advies
te geven over de aandachtsgebieden en bijbehorende hulpmiddelen en methodes om tot
daadwerkelijke verbeteringen te komen.
Werkvormen
Hoorcollege
Werkcollege met aanwezigheidsverplichting van 80%
Niet begeleid groepswerk
Gastsprekers (“LEAN manufacturing in Theory & Practice”/”A vacuum cleaner from recycled
material”) met een aanwezigheidsverplichting van 80%
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan een process
S/O
map maken van een supply
chain
De student kan de gebieden in
S/O
een supply chain benoemen
waarop verbeteringen in de
sustainability kunnen worden
bereikt. Tevens is hij/zij in
staat methodes en tools te
benoemen en beschrijven die
hierbij relevant zijn.
De student kan verwoorden
S/O
welke interne en externe
groepen en redenen het
gedrag van een bedrijf kunnen
op sustainability gebied
kunnen beïnvloeden en op
welke wijze deze het gedrag
kunnen beïnvloeden
De student kent mogelijkheden S/O
om de performance van een
bedrijf en/of een supply chain
meetbaar te maken en kan
reflecteren op deze meting
De student kan uitleggen op
S/O
Werkvorm(en)
HC/WC
Hulpmiddelen
HC/WC
HC/WC
HC/WC
HC/WC
102
Bouwsteendoelstellingen:
welke wijze een supply chain
een overkoepeld verbeterplan
zou moeten managen
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% Schriftelijk tentamen
80% aanwezigheidsverplichting tijdens HC en WC
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Interne organisatieleer
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Publiekrecht
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Green Supply Chains; an action manifesto
ISBN
978-0-470-6841-7
103
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DECBE2
Bedrijfseconomie 2
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.3.1
9 weken
DECBEBA
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
In deze bouwsteen leer je wat kosten zijn en verschillende manieren om kostprijzen te berekenen,
afhankelijk van de situatie in een bedrijf.
Kennis en vaardigheden
Het kunnen berekenen van het break-even punt. Het kunnen berekenen van kostprijzen. Het
kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten.
Werkvormen
Werkcolleges, hoorcollege, instructiemomenten
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Het kunnen berekenen van het
S
break-even punt
Het kunnen berekenen van
S
kostprijzen
Het kunnen analyseren van
S
verschillen tussen de
gebudgetteerde en werkelijke
kosten
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Bedrijfseconomie
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Basisboek Bedrijfseconomie, negende druk, De Boer, Brouwers, Koetzoer
Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven negende druk, De Boer,
Brouwers, Koetzoer
ISBN
978-90-01-79788-1
978-90-01-79776-8
104
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEDA
Data analyse
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.3.2
9 weken
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Deze bouwsteen is nieuw voor het
curriculum van Logistiek en is in
ontwikkeling.
Zij moert een verdieping geven van het
programma economic calculation.
Werkvormen
Werkcollege’s en practicum
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
The student is able to
S
formulate an LP (linear
programming) model.
The student is able to resolve
an LP model with 2 variables in
graph form.
The student is able to resolve
an LP model with computer
software.
The student is able to interpret
a sensitivity analysis generated
by computer Software
The student is able to solve
shortest path problems.
The student is able to solve
transport problems.
The student has knowledge of
linear programming
The student understands
Dijkstra’s algorithm for solving
the shortest-route problem.
The student understands the
transport stepping stone for
resolving transport methods.
The student understands de
starting methods for a
transportation table.
Working with formulas,
S
functions and graphs.
Working with text, numbers
and calculations.
Working with cell reference
copying from formulas (relative
and absolute).
Working with logical functions
and look-up functions
Working with financial
functions and textfunctions.
Working with the option pivot
table
Werkvorm(en)
WC
Hulpmiddelen
Rekenmachine
WC
Rekenmachine
105
Percentages
Compound Interest
Geometric series
S
Cesuur
55%
Rekenmachine
106
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Haalbaarheidsanalyse
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Financieel management
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Operations Management Global edition tenth edition Jay Heizer Barry
Render ISBN 139780135111437Pearson
Module B:
Module C:
CD tutorial 4
ISBN
Linear Programming
Transportation Models
(you will find it on BB)
Working with Excel, Syllabus (Stenden)
“Mathematics for Economics and Business”, by Ian Jacques, Prentice Hall
fifth edition, ISBN 0-273-70195-9
Chapter 3 sections 3.1 3.2 and 3.3
107
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEDU
Logistiek und Wirtshafts Deutch 1
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.3.3
9 weken
Duits/ Deutch
Korte beschrijving van de inhoud
In deze cursus ontwikkel je de Duitse woordenschat en taalfuncties die je nodig hebt voor een
carrière in het bedrijfsleven. Daarnaast werk je aan belangrijke communicatievaardigheden zoals
presenteren, telefoneren, netwerken, onderhandelen en vergaderen. Tot slot word je je bewust van
culturele verschillen in de internationale zakenwereld.
DEZE BOUWSTEEN IS NIEUW EN IN ONWIKKELING. Zij volgt het Business English format.
Kennis en vaardigheden
Woordenschat: logistics, marketing, energy, employment, business ethics;
Relevante grammatica en taalfuncties: adverbs, emphasis, articles, relative clauses, gerunds,
modal perfect, multiword verbs;
Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentations) spreken (dialogues, discussions,
presentations), lezen (articles) en schrijven( e-mails, reports, minutes);
Communicatievaardigheden: presenteren, onderhandelen en vergaderen.
Werkvormen
Werkcollege, rollenspelen, case studies, dialogen, presentaties, kijk- en luisteropdrachten,
zelfstandig werk.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je kunt op een effectieve wijze
M
deelnemen aan gesprekken en
discussies over financiële
onderwerpen en onderwerpen
van praktische en sociale aard.
Je kunt een duidelijke en
gedetailleerde presentatie
houden over een onderwerp uit
de studie – en werksfeer.
Je kunt specialistische teksten
over onderwerpen uit het
vakgebied, correspondentie en
rapporten begrijpen.
Je
beschikt
over
een
uitgebreide woordenschat over
onderwerpen uit het vakgebied
en hebt een goede beheersing
van de relevante structuren en
functies.
Je kunt duidelijke,
gedetailleerde teksten
schrijven (emails, rapporten,
samenvattingen, slides) over
onderwerpen uit de studie – en
werksfeer.
M
Cesuur
55%
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Werkcollege
Rollenspel
Presentaties,
Presentaties
S
S/M
S
108
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
ISBN
109
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEAO
Administratieve Organisatie en ERP
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.3.4
9 weken
Propedeuse Logistiek afgerond
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud
Binnen deze module wordt diep ingegaan op welke wijze organisaties kunnen worden ingericht en
op welke aspecten de structuur van een organisatie kan worden verbeterd.
In de theorie wordt gebruikt met hier voor afkortingen als BPI (business Process Improvement) en
BPM (Business Process Management).
Aan de hand van de stappen: “ analyseren, verbeteren, meten en evalueren en tot slot
implementeren” maken je kennis met de theoretische achtergronden en de toepassing ervan.
Omdat de implementatie van (ERP) software voor veel bedrijven de trigger is om na te denken hoe
processen zijn georganiseerd, besteden we ook aandacht aan het softwarepakket SAP.
Kennis en vaardigheden
adviesvaardigheden, implementatiemodellen, veranderingsstrategieën- en modellen, weerstand
tegen verandering , visie, missie, doelen, risicoanalyse, Operations management theorieën en
modellen, Managementbenaderingen, Business redesign
Werkvormen
De studenten wordt er op zowel individuele basis als in groepen gewerkt aan verschillende
opdrachten.
De basiscursus SAP zal worden ondersteund door een computer practicum.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student is in staat
Opdrachten
processen te beschrijven,
analyseren en te verbeteren.
De student is instaat
verbeteringen te
implementeren
Opdrachten
De student heeft kennis van en
kan werken met een ERP
pakket
Opdrachten
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
110
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Bedrijfseconomie
Administratieve organisatie
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Organisation and Management, Marcus and Van Dam, First Edidtion, WoltersNoordhoff
Operations Management, Jay Heizer and Barry Render, Tenth Edition, Person
education
De praktijk van SAP ERP en IDES, DJ Schenk, C Draijer en A.A Caris, 9 de druk,
Noordhoff uitgevers
Reader BPM en Verandermanagement, samensteller P de Jong, 1ste druk,
Stenden University
ISBN
978900157704
9
978013813454
9
978900177363
2
111
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
DLEEL
E-Logistics
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.3.5
9 weken
Nederlands en Engels
Korte beschrijving van de inhoud:
Door middel van het toepassen van de theorie in een aantal opdrachten zul je kennis opbouwen
over de theorieën, methodieken en concepten m.b.t. e-business, e-commerce en de gevolgen
hiervan voor de logistieke afhandeling. Het hoofddoel is niet het uit je hoofd leren van wat er
allemaal beschikbaar is, maar hoe je zaken kunt gebruiken.
De taken zijn groepsopdrachten. De uitwerkingen van de opdrachten dienen te worden
ondersteund door verwijzingen naar literatuur en andere bronnen.
Samenstelling groepen: de studenten maken een voorstel voor indeling van de groepen en sturen
dit aan de docent. De groepsindeling wordt vastgesteld door de docent.
Werkvormen
PGO, workshops, practicum
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
De student kan de betekenis
Schriftelijk tentamen/
en reikwijdte van e business en Opdrachten
en de verschillende elementen
definiëren,.
De student is in staat de
S/O
primaire en secundaire
processen alsmede de
goederen-, geld- en
informatiestromen van een
organisatie te onderscheiden.
De student is in de redenen
S/O
voor de overstap op ecommerce en e-business te
kunnen samenvatten evenals
obstakels.
De student is in staat de
S/O
belangrijkste bedrijfs- en
marktmodellen voor
electronisch zakendoen vast te
stellen.
De student is in staat diverse
S/O
inkomstenmodellen van online
diensten te beschrijven.
De student is in staat hardware S/O
en softwaretechnologieën te
beschrijven.
De student is in staat de
S/O
elemeneten in macro omgeving
te kunnen identificeren m.b.t.
e-business en e-commerce.
De student kan de juiste
S/O
strategie kiezen voor ebusiness.
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
PGO
Hulpmiddelen
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
PGO
Niveau van toetsing:
112
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Juridische- en economische ontwikkelingen
N3: Toepassen
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Organisatiekunde
Relatiemanagement
Informatiesystemen
Verandermanagement
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
Projectmanagement
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie)
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
113
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Soort bouwsteen:
Aantal credits:
Opleiding
Periode:
Duur:
Instapniveau:
(minimaal competentieniveau)
Taal bouwsteen:
SLB2/ZM2
Studieloopbaan begeleiding 2 en Zelfmanagement 2.
Generiek
3 EC (84 studiebelastinguren)
CE/IB/,BE/LE/ILM
2.4.1
Gehele tweede jaar
SLB 1
Nederlands / Engels
Korte beschrijving van de bouwsteen:
De student toont aan dat hij een helder beeld heeft van de verschillende functies die met de
genoten opleiding kunnen worden uitgeoefend en dat hij een realistische inschatting kan maken
van loopbaanmogelijkheden die bij de verschillende functies horen. Hij kan zijn eigen sterktes en
zwaktes spiegelen aan de eisen die aan de functies worden gesteld. Hij heeft een helder beeld van
de eigen wensen m.b.t. de mogelijke functies. De student kan een consistent en realistisch
loopbaanplan (POP) opstellen aansluitend bij de wensen, sterkten en zwakten. De student kan
SMART op basis van loopbaancompetenties zijn leerdoelen formuleren.
Toetsvorm:
Sollicitatieverslag en eindgesprek met studiecoach op basis van portfolio.
Werkvorm:
Werkcollege en studiecoachingsgesprekken.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Der student toont aan dat hij
Opdrachten
inzicht heeft in zijn eigen
kwaliteiten.
De student kan een koppeling
maken tussen de eigen
kwaliteiten en de competenties
die werkgevers vragen aan
huidige HBO’ers.
Werkvorm(en)
Werkcollege en
coaching
Hulpmiddelen
nvt
O
WC
nvt
O
WC
nvt
O
WC
nvt
De student heeft een duidelijk
beeld krijgen van wat de
arbeidsmarkt vraagt en zicht
krijgen op wat geschikte
bedrijven en stageplaatsen
zijn.
De student kan een
beargumenteerde keuze
maken voor een stagebedrijf.
De student kan een goede
sollicitatiebrief schrijven en hij
kan een adequaat CV
opstellen.
De student kan een succesvol
sollicitatiegesprek voeren.
114
Bouwsteendoelstellingen:
Cesuur
Toetsvorm(en)
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N2: Inzien
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN
Dankers-Van der Spek, M.(2010), Studieloopbaanontwikkeling, 978-90-430-1807-4
Beroepsgeschikt, Amsterdam, 2e druk, Pearson Education Benelux
Aanbevolen: diverse sites die genoemd staan in de bouwsteen.
115
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OECIZA
International Business A/ Internationaal zaken doen A.
3 EC (84 hours of study load)
2
2.4.2
9 weken
Foundation period
Engels
Korte beschrijving van de inhoud
This course will include basics of International trade, necessity of International trade, the hidden
aspects of the trade, the impact on the balance. The course includes basic principles and theory of
finance, the advantages and disadvantages of international trade, different payment methods of the
international financial, the problem of information in the market, the broader perspectives of
models economic growth and development. The current developments in the global organizations
Werkvormen
During the lessons different examples from the International field will be applied. The
students are encouraged to contribute by providing cases and examples.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
The student is able to apply
Schriftelijk tenatmen/
and identify the theory and
Written exam
information to the general
economic , social, company
problems on the basis of
insights
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Juridische- en economische ontwikkelingen
Werkvorm(en)
Lectures,
Workshop, ractical
training.
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Administratieve organisatie
Managementcontrol
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
116
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Matt McGee- Economics: In terms of the good the bad and the economics.
First published in 2004 by IBID press, Victroria, Australia ISBN no. 187 6659
10 6 Second edition: ISBN 978 1 876659 22 6
History of economic thought
http://www.boisestate.edu/econ/lreynol/web/PDF_HET/CHAPTER1INTRO.pdf
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Business Source Premier: http://ebsco.chn.nl
ISBN
117
Building block code:
Name of building block:
Study load:
Year of study:
Period:
Duration:
Entry level:
Building block language:
OLERE2 (Nederlands)
Recht 2 - Internationaal Recht
3EC (84 studiebelastinguren)
2
2.4.3
9 weeks
DECRE followed
English and Dutch/ Nederlands
Brief description of the content:
EU: Na een inleiding over de achtergronden van de EU, enige basisbegrippen en de rol van het
Europese Hof van Justitie, gaan we nader in op het vrije verkeer van goederen en het
mededingingsrecht.
De tweede helft van deze bouwsteen gaat over het international privaatrecht. In dat verband
worden de volgende onderwerpen behandeld: schadeclaims die het gevolg zijn van het afbreken
van onderhandelingen, toepasselijke recht en bevoegde rechters en het belang daarvan voor
ondernemers, internationale koop, Incoterms, internationaal vervoer van goederen, de letter of
credit, de distributie-overeenkomst, en de agent.
Werkvormen:
Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.
Competenties, inclusief niveau-aanduiding en wijze van toetsing:
Competenties en de Body of Knowledge and Skills (BOKS):
Niveau:
Toetswijze
HEO-Standard, Business law and Ethics
Schriftelijk
1, Knowledge
Doelstellingen, testmethode en toegestane hulpmiddelen:
Objective:
EU: de student heft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen
van het EU-recht en de rol van het Europese Hof van Justitie. Op
basis van relevante artikelen van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie en bijbehorende jurisprudentie is de
student in staat om te beoordelen: of import/export-beperkingen
en maatregelen van gelijke werking zijn toegestaan, of een cartel
is gevormd en of dat toelaatbaar is, of misbruik wordt gemaakt
van een dominante positie op de markt. De student kan in dit
verband basisbegrippen en –regels uitleggen en toepassen op
eenvoudige situaties.
Internationaal Privaatrecht: op basis van een juridische
argumentatie is de student in staat om in eenvoudige situaties
vast te stellen of een partij die onderhandeling afbreekt,
schadeplichtig is; op basis van de ‘Rome 1’, ‘Rome 2’, ‘Brussels I’verordeningen kan de student vaststellen welk recht van
toepassing is en welke rechter bevoegd is over geschillen te
oordelen; op basis van het Weens koopverdrag kan de student
vaststellen of dat verdrag van toepassing is op een international
zakelijke relatie en wat de rechten en plichten van partijen zijn; de
student kan uitleggen en vaststellen wat de impact van Incoterms
op een eenvoudige situatie is; op basis van enige Conventies
betreffende contracten voor het international vervoer van
goederen kan de student vaststellen of deze Conventies van
toepassing zijn, wat de rol is van het bijbehorende transport
document en –in eenvoudige situaties – of de vervoerder
aansprakelijk is voor verlies, beschadiging of te late aankomst van
de vervoerde goederen en wat de maimale hoogte van zijn
aansprakelijkheid is; de student kan enige intenationaal gangbare
betalingsmogelijkheden uitleggen en kan de kenmerken uiitleggen
van de distributie-overeenkomst en de agentuurovereenkomst..
Cesuur:
Toetswijz
e
Toegestane
hulpmiddelen
Schriftelij
k
Woordenboek;
handout met
internationale
regelgeving;
aantekeningen.
55%
118
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Wevers, A., (2013). Basic Guide to International Business Law. 3rd edition.
Noordhoff Uitgevers B.V.
Aanbevolen literatuur
Zie bouwsteenboek
Internetbronnen (aanbevolen/verplicht)
Zie bouwsteenboek
Artikelen en andere publicaties opgenomen in het bouwsteenboek
(aanbevolen/verplicht)
Zie bouwsteenboek
ISBN
9789001815547
119
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLEINL
Internationale Logistiek/ Supply Chain Management
3 EC (84 studiebelastinguren)
2
2.4.4
9 weken
Nederlandstalig lessen, Engelse literatuur
Korte beschrijving van de inhoud
Supply and Demand Chain Management (SDCM) is a much-used term within the area of logistics and
can be described as managing the various flows between organizations in a chain. More in detail: it
is the management of controlling and optimizing the flow of goods, information and money within
and between entities in the chain from suppliers to end customers, within a value chain or a
network. It is often also called Supply Chain Management (SCM). We will use both phrases
indiscriminately although SDCM is said to focus more on the demands and wishes of the end
customer downstream.
Stenden University wants to discuss the most important subjects of SCM and have you discover the
relationship between SCM and the subjects you studied earlier. We will discuss some theory from
the book in class, but will focus on analyzing existing supply and demand chains.
Werkvormen
PBL
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Classify and define an existing
Schriftelijk tentamen/
supply chain.
written exam
Describe the various parties
S
within supply chains.
Describe the relationship
S
between various aspects and
subject areas of supply chain
management.
Analyze the relations of the
S
external factors to supply
chains.
Analyze the degree of
S
cooperation between the
several parties.
Describe and analyze
S
important trends within the
area of supply chain
management.
Develop a vision on a subject
S
of choice within the area of
supply chain management.
Find and select relevant
S
literature additional to the
literature offered during the
course.
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
Werkvorm(en)
PBL
Hulpmiddelen
PBL
PBL
PBL
PBL
PBL
PBL
PBL
Niveau van toetsing:
N3: Toepassen
120
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Juridische- en economische ontwikkelingen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs
Zorgsystemen
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs
Administratieve organisatie
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Planning and control
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
beroepsbeoefenaar of professional)
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Logistics and Supply Chain Management | Martin Christopher
Engels - Hardcover | 2010 Prentice Hall 4th Edition
ISBN
ISBN-10: 0273731122 | ISBN13: 978-0273731122
121
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
OLETG
Trade and Globalization
3 EC (84 studiebelastinguren)
2.4.5
9 weken
English
Korte beschrijving van de inhoud:
Bouwsteen in ontwikkeling.
Informatie wordt gepubliceerd via de Blackboard-site van de Bouwsteen.
Werkvormen
PBL
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
an internal analysis of
S/M
Strengths and Weaknesses
regarding transport
opportunities
Werkvorm(en)
PBL
a comparative analysis with
other dry-ports
S/M
PBL
an advise concerning the
strategic choices accompanied
by a financial risk-analysis
S/M
PBL
an feasibility strategy and a
plan to implement this
strategy.
S/M
PBL
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
Kennis, Inzicht, Toepassing
ISBN
122
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
STAGE
Stage
30 credits (840 studiebelastinguren)
3.1 en 3.2
2 perioden(semester)
Voldoen aan de stagenorm:
Propedeuse behaald + 30 credits na propedeuse (hoofdfase)
Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud
Als onderdeel van je opleiding doe je bij een normaal studieverloop in het derde jaar je stage. Een
stage duurt twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden
uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden moeten liggen op het vakgebied van de opleiding.
Ter voorbereiding en uitvoering:
Sollicitatie naar stageplaats, Formuleren stagevoorstel,Leerdoelen formuleren, Plan van aanpak
opstellen,100 dagen praktijkstage, Verslag stagebedrijf en stagewerkzaamheden, Evaluatie
stagewerkzaamheden en eigen functioneren
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je moet op het sociale vlak
S/O
binnen een organisatie leren
functioneren.
Werkvorm(en)
Practicum
Hulpmiddelen
nvt
Je moet een globaal beeld
verkrijgen van het functioneren
van een organisatie.
S/O
Practicum
nvt
Je verwerft praktische
competenties in je toekomstige
beroepspraktijk.
S/O
Practicum
nvt
Je moet je op school
verworven kennis leren
toepassen in de praktijk.
S/O
Practicum
nvt
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
Niveau van toetsing:
N4: Integreren
Daarnaast minimaal één van de volgende 6
domeincompetenties:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
123
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Bedrijfseconomie
Administratieve organisatie
Privaatrecht
Publiekrecht
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
Projectmanagement
Planning and control
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Projectmanagement
Stagehandleiding Delen A en B
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.projectmanagement.noordhoff.nl
ISBN
978-90-01-79092-9
124
Major for L&E and ILM, period 4.1 and 4.2
MAJOR SCIC. = Supply Chain, Innovation and Chanfge Management.
Overview period 4.1 and 4.2
Period 4.1
Period 4.2
3 EC
Leadership 1: Covey training
Leadership 2
3 EC
Change management
Change management
3 EC
Improvement methods
Improvement methods
3 EC
Supply Chain innovation
Supply Chain innovation
3 EC
Logistics Consultancy
Logistics Consultancy
Short overview
Period 4.1 and 4.2 is the major of the study program of Logistiek & Economie and International Logistics
Management. The major is deepening in the logistics field and is compulsory for all students.
An important part of working in the logistics field is constantly improving the existing way of working.
Therefore period 4.1 and 4.2 is focused on change, improvement methods and innovation. To actually succeed
in achieving improvements co-operation with others, consultancy skills and knowledge about research are
essential.
Another goal of period 4.1 and 4.2 is to prepare students for the final part of their study: the graduation
project.
Period 4.1 has a focus on theory, mainly consists of lectures and will be assessed by an individual exam at the
end of period 4.1.
Period 4.2 has a focus on the appliance of theory. The students will work in mixed groups (L&E/ILM) of 4
students. The group has to write a consultancy report on a strategic problem from the logistics practice from a
perspective of change, improvement and innovation.
Preferably this problem is provided by a company the students have to find on their own. If the students are
not capable of finding such a company, there are cases available to do the assignment.
In period 4.2 the students have the choice to focus on a specific subject of their own interest: warehousing,
transport, operations, supply chain.
Language of period 4.1 and 4.2 is English.
Assessment
Individual assessment
For the building blocks Logistics Consultancy, Change management, Improvement methods and Supply Chain
Innovation there will be – per building block! - an individual exam at the end of period 1.
For the building block Leadership the students will build a portfolio which consists of an individual logbook,
personal mission statement and weekly planning; the student will give an individual presentation and defense at
the end of period 1.
For the building block International Management there will be an individual exam at the end of period 2.
For Supply Chain innovation there will be an individual exam at the end of period 1. In period 2 the students
will build an individual portfolio consisting of a literature study on recent developments in supply chain
innovation. The students will defend their portfolio in an oral exam at the end of period 2.
Group assessment
For Logistics Consultancy the group has to write a consultancy report on a strategic problem from the logistics
practice from a perspective of change, improvement and innovation. This report has to be presented and
defended at the end of period 2.
The group has to build a group portfolio. This group portfolio will be part of the defense at the end of period 2.
125
Competencies
The individual building blocks will be explained in detail on the following pages. Per building block the relevant
competency is mentioned. These competencies are taken from the current curriculum. The competencies of the
current curriculum are built from the BBA competencies, logistics competence and the process-oriented
competencies.
A competency is a set of skills that a person must have to perform a task, to solve a problem or to handle a
situation in the context of a specific profession, . The description of a competence is the central context,
otherwise the competence remains too general and not recognizable to students and the labor market.
BBA competencies in the current curriculum:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks
and chains.
Analyzing policy issues, translating into policy objectives and alternatives and preparing decisions.
Applying human resource management in the light of the strategy of the organization.
Setting up, controlling and improving organizational processes.
Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen
and coordinate interaction.
Develop, implement and evaluate a change.
Logistics competence in the current curriculum:
7.
A professional manner of development, management and execution of logistics processes.
Process-oriented competencies in the current curriculum:
A. Social and communication skills (interpersonal, organizational)
B. Self-managing competence (intrapersonal or professional):
Dublin descriptors
One of the demands being placed on an accreditation by the Dutch government is that the level of HBO-courses are
in line with the internationally and nationally accepted bachelor level. This level is described by the Dublin
Descriptors:
1.
2.
3.
4.
5.
Knowledge and Understanding
 Has demonstrated knowledge and understanding and superlative compared to the level of
secondary education.
 Has demonstrated knowledge and understanding that make it possible to operate – using
specialized manuals - at a level that includes aspects where knowledge of the latest developments
in the field is required
Application Knowledge and Understanding
 Is competent to develop arguments and to deepen the purpose of problem-solving in the
professional field.
 Can approach work or profession in a professional manner.
Judgment
 Can gather and interpret relevant data (usually within their field of study) for purposes of the
judgment.
 Weighs judgment on relevant social, scientific or ethical issues
Communication
 Is able to present information, ideas and solutions
 Can transfer information, ideas and solutions to an audience of specialists and non-specialists.
Learning skills
 Possesses learning skills necessary for further studies that assume a high level of autonomy.
The individual building blocks will be explained in detail on the following pages. Per building block the level
according to the Dublin descriptors is mentioned.
126
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Major
Leadership 1 and 2.
6 credits (168 hours of study load)
4.1 and 4.2
9 weeks
Taal bouwsteen:
English
Concise description of the contents
De Covey training ‘The seven habits of highly effective students’ consists eight meetings. During
these meetings the basics of these training are explained and the seven habits of highly effective
people are practiced.
In an individual logbook the students register their performance and reflect on their beliefs, behavior
and outcomes (see, do, get).
Students improve their effectiveness via the application of the competences pro-activity, focus
(begin with the end in mind) and prioritize (put first things first). Effective leadership focuses on
cooperation on the basis of the competences: think win-win, seek first to understand then to be
understood and synergize.
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
After this building block the

individual
Meetings
student is able to:
presentation/defens

Seven

Understand the 7 habits
e in week 8.
meetings
of personal and
interpersonal
effectiveness.

Apply the 7 habits of
personal and
interpersonal
effectiveness.
If the students has active participation during the meetings and the
individual presentation and defense in week is sufficient, then the
student receives the certificate from the Franklin Covey Educational
Group.
For the Covey-training attendance is compulsory. If a student does
not attend 2 meetings or more, it is not possible to receive the
Covey-certificate.
Assessment
The student is able to reflect on his/her development on the basis of
assignment from the workbook and examples from practice. The
student builds an individual logbook, an personal mission statement
and a weekly planning. The course ends with an individual
presentation/defense. During this presentation/defense the student
has to show these documents.
Cesuur
55%
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Niveau van toetsing:
127
CA – Social and communication skills (interpersonal,
organizational)
D3 – Judgment
D4 - Communication
Literature
Mandatory literature (Literature, Articles,..)

ISBN
The seven habits of highly effective students by Steven Covey
Internet sources (recommendation/ mandatory)
(EUR 35,,- for sale via mediatheek Stenden Emmen)
128
Change management
Building block code
Building block name
Change management
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level
Building block language
Engels
Concise description of the contents
Change actually is very complicated. Especially difficult is to get a clear picture of what is going on underneath
the surface of the formal organizational structures.
Basic assumption is that change will only occur if specific interests and power of stakeholders are taken into
account. The key to success lies in generating and addressing energy, commitment and creativity of everyone
involved.
The students learn different models by which organizational change can be analyzed, diagnosed, designed and
evaluated.
Assessment
Written exam for the various models and aspects of organizational change.
The team has to produce a change diagnosis for the subject covered in Logistics Consultancy.
Literature
Compulsory literature (books, articles)
ISBN

Recommended literature (books, articles)


ISBN
Leon de Caluwe en Hans Vermaak: Learning to change, Kluwer, 1st edition,
2003.
-
Compentencies
C1 - Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks
and chains.
C3 - Applying human resource management in the light of the strategy of the organization.
C4 - Setting up, controlling and improving organizational processes.
C6 - Develop, implement and evaluate a change.
C7 – A professional manner of development, management and execution of logistics processes
Dublin Descriptors
D2 – Apply Knowledge and Understanding
D3 - Judgment
129
Improvement methods
Building block code
Building block name
Improvement methods
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level
Building block language
English
Concise description of the contents
Students are capable of describing a supply chain process and can recognize opportunities for improvement.
Students can describe these improvements and its possible benefits for the specific organization. The most
common improvement methods will be covered: Business Process Redesign, Balanced Scorecard en SCOR
(Supply Chain Operations Reference).
Assessment
Individual written exam on the improvement methods.
The team has to produce a plan with opportunities for improvement in Logistics Consultancy.
Literature
Compulsory literature (books, articles)


Kaplan, Norton: Balanced Scorecard: Translating strategy into action, Harvard
Business School Publishing
Bolstorff, Rosenbaum: Supply Chain Excellence: A Handbook for Dramatic
Improvement Using the SCOR Model

Recommended literature (books, articles)

ISBN
ISBN
Hammer, Champy: Reengineering the Corporation: A Manifesto for Business
Revolution
Compentencies
C4 - Setting up, controlling and improving organizational processes.
C5 - Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen
and coordinate interaction.
C6 - Develop, implement and evaluate a change.
C7 – A professional manner of development, management and execution of logistics processes.
Dublin Descriptors
D2 – Apply Knowledge and Understanding
D3 - Judgment
130
Supply Chain Innovation
Building block code
Building block name
Supply Chain innovation
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level
Building block language
English
Concise description of the contents
E-business, IT and various other developments offer a wide range of opportunities to improve the
performance of a supply chain. Especially in the field of collaboration with customers and suppliers, new
forms of work organization, social innovation, ICT-technology, yield management, tracking & tracing,
intelligent logistics and supply chain design it is important to recognize these opportunities.
This building block aims at giving students an overview of the most important and/or the most recent
developments in supply chain innovation. Students know the pros and cons of various innovations and can
apply this knowledge to improve the performance of a specific organization. Students are capable of writing a
report on the first steps of implementation of a specific innovation.
Assessment
The student has to do individual assignment. These assignments consists of literature studies on recent
developments in supply chain innovation.
In the report for Logistics Consultancy the team must investigate possibilities for supply chain innovation for a
specific organization.
Literature
Compulsory literature (books, articles)

Reader Stenden
Recommended literature (books, articles)

ISBN
ISBN
-
Compentencies
C1 – Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks
and chains.
C5 - Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen
and coordinate interaction.
Dublin Descriptors
D2 – Apply Knowledge and Understanding
D3 - Judgment
131
Logistics Consultancy
Building block code
Building block name
Logistics Consultancy
Study load
3 EC and 3 EC
Study year
4
Period
1 and 2
Duration
9 weeks and 9 weeks
Entry level
Building block language
English
Concise description of the contents
N.B.: equal to Logistics Consultancy in the current study program. Completions are: in groups of 4 students ,the
possibility to work on a case- and a better connection with the graduation project.
The students work together as a consultancy team. The team must write a report about possible improvements in
the operations and supply chain processes of an organization.
The report, which should be scientifically substantiated, must in any case contain an overview of supply chain
innovations applicable for this organization.
After consultation with the logistics manager of the organisation, a selection will be made from the supply chain
innovations, and one or more innovations will be scientifically analysed by the consultancy team.
Moreover, the consultancy team will demonstrate the application areas and consequences of these innovations for
the organisation.
The report will ultimately be presented to the personnel involved within the organisation.
Assessment
Individual exam on research and methodology at the end of period 1.
The consultancy team has to produce a research proposal, research plan, research report, presentation and defense
at the end of period 2.
The group has to build a group portfolio. This group portfolio will be part of the defense at the end of period 2.
Literature
Compulsory literature (books, articles)

Book on research in second year of study program
Recommended literature (books, articles)

ISBN
ISBN
-
Compentencies
C1 - Develop a vision of changes and trends in the external environment and develop relationships, networks and
chains.
C2 - Analyzing policy issues, translating into policy objectives and alternatives and preparing decisions.
C3 - Applying human resource management in the light of the strategy of the organization.
C4 - Setting up, controlling and improving organizational processes.
C5 - Analyzing the financial and legal aspects, internal processes and organizational environment to strengthen and
coordinate interaction.
C6 - Develop, implement and evaluate a change.
C7 - A professional manner of development, management and execution of logistics processes.
CB - Self-managing competence (intrapersonal or professional)
Dublin Descriptors
132
D3 - Judgment
D4 - Communication
133
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
Afstudeerstage
Afstudeeronderzoek
30 credits
4.3 en 4.4
2 perioden (half studie jaar)
Voldaan aan de afstudeernorm:
Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase)
Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud
Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en
moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op
een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie
(inclusief verdediging).
Ter voorbereiding en uitvoering:
Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen,
Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer
100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van
het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie
afstudeeronderzoek
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je moet tijdens de
Schriftelijk
afstudeerperiode aantonen
(afstudeerverslag/scriptie)
dat je op grond van de
verworven theoretische
inzichten en de al eerder
opgedane praktijkervaring in
staat bent een voor je
opleiding relevant onderwerp
te onderzoeken. Dit levert
een onderzoeksrapport
Presentatie onderzoekrapport
Mondeling
+ verdediging
onderzoekrapport
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Werkvorm(en)
Practicum
Hulpmiddelen
checklist
Practicum
Checklisten
Niveau van toetsing:
N4: Integreren
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
Daarnaast minimaal één van de volgende 6
domeincompetenties:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
134
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Bedrijfseconomie
Administratieve organisatie
Privaatrecht
Publiekrecht
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
Projectmanagement
Planning and control
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Afstudeerhandleiding
Zo doe je een onderzoek
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl
ISBN
Stenden Blackboard
978-90-01-71284-6
135
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
MINGM
Minor: Green Minor
30 credits (840 hours of study load)
3.4
18 weeks (a semester)
Engels
Korte beschrijving van de inhoud
This Green Logistics minor focuses on managing the aspects of profit, people and planet
(the three Ps) in Logistics. It is a broad minor for students from all economic faculties
inside or outside Stenden university. It deals with important current green (sustainable)
trends and studies and manages the impact of our business activities on the people and
the planet we live on. You will learn to balance these three P’s and improve the results in
these three areas. You will learn to assess business processes in a (international) supply
chain within or between organizations focused on preventing waste and on simplicity. An
important aspect is applying relevant management skills which are needed to create
support for drastic change processes. This is trained in a case study where you will
exercise in a school environment but also in a business environment where you will
conclude with a consultancy report. Here you will apply the acquired theory into practice.
You will work on an assignment on the subject of sustainable logistics in cooperation with
(international) production or service companies. After your graduation, you can use the
experience and know-how from this minor in professions like account manager,
purchaser, supply chain manager, consultant, marketing manager. Rollen en op te leveren
producten tijdens de minor In the 3rd period, you are member of a ‘task force’ of external
consultants, hired by the company ‘Xilkington, a glass manufacturing company
which urgently needs to further improve its green performance. In the 4th period you will
deepen your knowledge and insights in green logistics. You and your team will conduct a
consultancy assignment with a real-life company, write a manual on a green topic (for
instance: How can my company save fuel …) and you will organize a seminar. In the 3rd
period, students will produce an integrated consultancy report. In the 4th period students
will write a report on their assignment, write a reader on a Green topic, and organize an
interesting seminar. Furthermore students will compose their personal portfolios.
Topics:
Management skills and personal portfolio
Change management
Green commerce (Marketing,sales, purchasing)
International Law and regulation
Business ethics and sustainable
Business methods
JIT / cradle2cradle, green logistics
Quality management and six sigma
Macro and micro economics
Cross Cultural Connections
Werkvormen
PBL, HC WC
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
136
Hulpmiddelen
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% per onderdeel minimaal
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
Niveau van toetsing:
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
137
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
International Transport
Studielast:
30 ects
Periode:
Minor
Duur:
20 weken
Instapniveau:
Foundation Logistics and 30 EC in the post-propadeutic phase.
Taal bouwsteen:
English
Korte beschrijving van de inhoud
Voor een beschrijving van de Engelstalige Diepe Minor International Transport verwijzen wij naar de
Blackboard-site van de onderwijseenheid.
Werkvormen
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Cesuur
55% per onderdeel minimaal
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
Werkvorm(en)
Hulpmiddelen
Niveau van toetsing:
138
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
ISBN
Aanbevolen literatuur
139
Bijlage D
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor
de Bachelor Duaal Logistiek
Logistiek & Economie Bachelor degree duale variant
Inleiding
De Bachelor degree Logistiek & Economie duale variant (in het vervolg Bd duaal genoemd) is één van de vier
programma’s die worden aangeboden binnen de opleiding Logistiek & Economie van Stenden Hogeschool.
Logistiek & Economie is één van de vijf opleidingen binnen de School of Business. Het is een kleine opleiding, maar
met een lange historie. In 1995 was het de tweede opleiding voor logistiek HBO onderwijs binnen Nederland.
De opleiding biedt zowel Nederlandse als internationale studenten de mogelijkheid tot het volgen van een voltijds
Bachelor programma zowel Nederlandstalig als Engelstalig. Daarnaast worden er twee duale progamma’s
aangeboden; een bachelor- en een Ad programma. De duale programma’s worden uitsluitend aan Nederlandstalige
studenten aangeboden.
Duaal: theorie en praktijk een versterkende verbinding
Een duale opleiding is een vorm waarbij de student werken en leren combineert. De doelgroepen voor deze opleiding
zijn mensen werkzaam bij een logistieke organisatie maar ook mensen werkzaam in een logistieke functie bij andere
organisaties. De opleiding kent een algemeen programma dat de student de ruimte biedt onderdelen van de
opleiding op de werkplek in te vullen.
Door het duale karakter van de opleiding hebben de docenten direct contact met het werkveld wat een bijdrage
levert aan de professionele ontwikkeling van de docent.
De kracht van de duale opleiding is de relatie tussen theorie en praktijk. Bijna altijd is er een directe koppeling tussen
de theorie, een opdracht en de eigen werkomgeving. Deze directe toepassing versneld het leerproces en stelt je in
staat studie en werk te combineren. De begeleiding op de werkplek, intervisie met studiegenoten en het contact met
docenten leert je de opdrachten vanuit verschillende invalshoeken te benaderen.
In de opdrachten worden de theorie en de werksituatie geïntegreerd. Dit betekent dat de kennis opgedaan tijdens de
lesdagen wordt toegepast in de dagelijkse werkzaamheden. De opdrachten bieden vaak de mogelijkheid deze uit te
voeren binnen de eigen werkomgeving. Op deze manier kun je werken en leren beter combineren. Een opdracht
buiten de eigen werkomgeving is ook mogelijk. Op deze manier kun je kennis en vaardigheden verbreden.
140
Het programma
Jaar
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
1
M1 Inleiding
Logistiek
M2 Marktgericht
M3 Inkooplogistiek
M4 Productielogistiek 1
2
M5 Warehousing
M6 Productielogistiek 2
M7 Lean Six Sigma
M8 Logistiek
onderzoek
3
M9 Supply Chain
Management
M10 International
Logistics
M11 Minor 1
M12 Minor 2
4
M13 Afstuderen
M14 Afstuderen
M15 Stage
M16 Stage
Verantwoording van het competentieprofiel
Het competentieprofiel van Logistiek&Economie is direct afgeleid van het profiel als opgesteld door het Landelijk
Platform Logistiek. Het landelijke beroepsprofiel dient te voldoen aan de domeincompetenties van de Bachelor of
Administration.
De modules in de opleiding worden op HBO-niveau aangeboden, hetgeen betekent dat de problematiek die in de
modules centraal staat zich moet lenen voor de drie competentieniveaus operationeel, tactisch, strategisch. Dit is
ongeacht het leerjaar waarin de student zich bevindt. Daarmee is niet gezegd dat studenten in het eerste leerjaar de
corresponderende problematiek op alle drie niveaus al moeten beheersen. Wel zal de complexiteit van de
problematiek door de jaren heen verschuiven naar oordeelsvorming in een steeds complexere leeromgeving.
Hieronder volgt een omschrijving van het vakgebied Logistiek, een omschrijving van het beroepsprofiel en een
overzicht van de daarbij behorende competenties. Deze zijn deels ontleend aan het “Beroeps- en competentieprofiel
Logistiek”, zoals vastgesteld door het Landelijk Platform Logistiek op 29 juni 2007.
Omschrijving van het vakgebied Logistiek
Traditioneel werd het vakgebied opgedeeld in twee deeltrajecten: materials management en physical distribution.
Materials Management is het geheel van activiteiten om de stroom van grondstoffen en halffabrikaten, en de
daarmee verband houdende gegevensstromen, zo efficiënt mogelijk naar en door het productieproces te voeren.
Materials Management omvat verder ook de werkzaamheden gericht op het zo efficiënt mogelijk benutten van het
productieapparaat.
Physical distribution is het geheel van activiteiten om de stroom van goederen vanaf het einde van het
productieproces, via de diverse distributiekanalen, tot en met het punt van consumptie te voeren.
Maatschappelijke en economische ontwikkelingen zorgen, nationaal en international, voor een toenemende
complexiteit van de goederenstromen. Om deze complexiteit beter te kunnen besturen ontstaat een derde traject.
Dit wordt ook wel met de term physical supply aangeduid. Voor de toepassing van JIT- en LEAN-concepten en
soortgelijke filosofieën is een optimale afstemming tussen physical supply en productie van groot belang.
Een vierde traject ontstaat doordat bijna alle overheden in de westerse landen steeds strengere eisen stellen aan
producentverantwoordelijkheid en milieubeheersing (‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’). De wel
gehoorde uitdrukkingen als: ‘Van korrel tot borrel’ en ‘Van zand tot klant’ voldoen niet meer om het gehele logistieke
traject te beschrijven. Er ontstaat immers een steeds grotere retourstroom van producten die worden hergebruikt of
die recyclebaar zijn. Dit traject wordt meestal aangeduid met de term reverse logistics.
Beroepsprofiel van de logisticus
Het werkveld van de logisticus wordt gevormd door publieke en private organisaties in het binnen- en het buitenland:
productie- en handelsbedrijven (detail- en groothandel), (overheids)instellingen, logistieke dienstverleners,
tussenpersonen (expediteurs, cargadoors), transport- en distributiebedrijven. Daarnaast komen steeds meer logistici
in de zakelijke dienstverlening terecht, met name de adviesbureaus die de (logistieke) informatie- en
communicatietechnologie voor bedrijven verzorgen.
Facility management wint terrein. Het organiseren van (grote) evenementen bevat een belangrijke logistieke
component. Ook wordt de aandacht voor logistiek in de zorgsector steeds belangrijker. Het belang van logistieke
dienstverlening neemt toe, omdat bedrijven zich in toenemende mate concentreren op kernactiviteiten en logistieke
functies aan gespecialiseerde dienstverleners uitbesteden.
Afgestudeerde logistici komen terecht bij zowel het midden- en kleinbedrijf als bij grote industriële en
141
dienstverlenende bedrijven. Bij het MKB en publieke organisaties, zoals overheden en ziekenhuizen, is een
startfunctie op managementniveau geen uitzondering. Bij de grote organisaties groeit de jonge logisticus via
verschillende gespecialiseerde functies naar een leidinggevende plaats. Gespecialiseerde functies hebben betrekking
op specifieke activiteitenclusters, zoals inkoop, productie en customer service. Ook bij specialisatie is de logisticus in
staat bedrijfsprocessen te overzien en zijn werkzaamheden te relateren aan de optimalisering van het functioneren
van het bedrijf en de keten.
Het werkveld is zeer divers door de verschillen in het niveau van logistieke ontwikkeling van organisaties. De
ontwikkelingsstadia lopen parallel met het historisch denken over de logistieke structuur. In de traditionele
organisatie is logistiek versnipperd in het bedrijf. In een latere fase is het onderscheid gemaakt naar materials
management (bijv. onder verantwoordelijkheid van het hoofd productie) en fysieke distributie (bijv. onder
verantwoordelijkheid van het hoofd marketing). In reactie daarop volgde de geïntegreerde logistieke functie,
uitmondend in een organisatie met een professionele logistiek staf (logistiek met een zeer brede
verantwoordelijkheid). Voor de komende jaren staat met name de interorganisationele samenwerking centraal.
Deze overgang markeert de overstap van een interne, bedrijfsgerichte visie op logistiek en de logistieke functie naar
een ketengerichte benadering. In de daarop volgende fase waarin de logistieke functie bepalend is voor de
strategische flexibiliteit van de organisatie, zal een logistiek manager vanuit alle mogelijke interne en externe
perspectieven moeten kunnen denken en handelen. Het logistieke ontwikkelingsstadium van een bedrijf bepaalt in
belangrijke mate de werkzaamheden van de logisticus. De beroepskwalificaties hebben betrekking hebben op alle
stadia van logistieke bewustwording.
Door de toenemende integratie aan de in- en verkoopzijde, mede mogelijk gemaakt door ICT-toepassingen zoals
Enterprise Resource Planning, Supply & Demand Chain Management, Efficient Consumer Response en E-Business,
wordt de regiefunctie belangrijker. Ook de afgestudeerde HBO-logisticus komt hiervoor in aanmerking, hoewel dit
zeker niet een positie zal zijn die direct na het afstuderen binnen het bereik ligt. Anderzijds moet de jonge logisticus
in staat worden geacht tenminste twee schakels in de keten op elkaar af te stemmen.
De logisticus zal steeds meer een multidisciplinaire manager van processen zijn, binnen en tussen ondernemingen,
een teamspeler en strategisch denker, die veel weet van logistiek, en ook goed thuis is in informatietechnologie,
financiën, marketing, human resource management en inkoop. Toenemende internationalisering vormt een andere
invalshoek die van belang is voor de positie en functie van de logistiek manager. Inzichten in internationaal
inkoopmanagement, internationaal HRM, internationale wetgeving, internationaal transport, internationale (zaken)cultuur en het kunnen communiceren in vreemde talen gelden derhalve steeds meer als basisvereiste.
Competentieprofiel van de logisticus
Een competentie is een set van (handelings)bekwaamheden waarover iemand moet beschikken om in de context van
een concrete beroepsuitoefening, een specifieke taak te kunnen uitvoeren, een probleem te kunnen oplossen of een
situatie te kunnen hanteren. Bij de beschrijving van een competentie staat de context centraal, anders blijft de
competentie te algemeen en niet herkenbaar voor studenten en arbeidsmarkt.
Voor de BBA logisticus gelden de volgende domeincompetenties.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties,
netwerken en ketens.
Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden
van besluitvorming.
Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie.
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen.
Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of
organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken.
Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces.
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):
 samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie,
waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en
interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie);
 communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands
en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en
notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden
van besluiten.
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):
 sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief
nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;
142

nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op
betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling;
 ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor
anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen;
 leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan
congressen, enzovoort.
9. Op professionele wijze op het HBO-niveau (zie blz. 3 van Beroeps- en Logistieke competentie) en in
verschillende (beroeps)rollen van de beroepsbeoefenaar logistieke processen kunnen ontwikkelen,
verbeteren, uitvoeren en aansturen.
Fasering van de ontwikkeling
De rode draad die gevolgd wordt in de opbouw van het onderwijs is van operationeel naar strategisch. In de
propedeuse gaat de aandacht vooral uit naar de operationele kant van de bedrijven waarvoor wordt opgeleid. Het
onderwijsprogramma is gericht op oriëntatie/kennismaking met het werkveld en het ondernemerschap, selectie en
verwijzing, leren studeren, elementaire theorie en basisvorming. Het eindniveau van het eerste jaar is het niveau van
een ervaren medewerker.
In de post-propedeutische fase krijgt het leren omgaan met verantwoordelijkheden steeds meer aandacht. De lijn
gaat van operationeel, via het tactische naar het strategisch management. Van groot belang is daarbij de persoonlijke
ontplooiing en vorming van de student. In het tweede studiejaar ligt de nadruk op het leren kennen en toepassen van
de werkwijzen in de praktijk middels ervaringsgericht leren, procedures leren kennen en het toepassen van de
theorie. Het eindniveau van het tweede studiejaar is beginnend leidinggevende.
In het derde studiejaar worden vraagstukken in de beroepspraktijk behandeld, waarvan het probleem niet op
voorhand duidelijk is omschreven. De student wordt geleerd complexe probleemsituaties zelfstandig te definiëren en
te analyseren en oplossingsstrategieën te ontwerpen en het effect ervan te beoordelen. Het niveau van het derde
studiejaar is het niveau van een vervangend afdelingsmanager.
In het vierde jaar behandelen de studenten een vraagstuk uit de beroepspraktijk, waarvan het probleem niet op
voorhand duidelijk is omschreven. Deze student moet daarbij zelfstandig het probleem analyseren, tot mogelijke
oplossingen komen en de gevolgen van deze oplossingen kunnen aangeven. In een afstudeeropdracht wordt
zelfstandig aan deze vraagstukken gewerkt.
143
Toetsing en beoordeling
In iedere module zijn de ec’s als volgt verdeeld:
Onderdeel
EC
Max.
punten
Norm in
punten
Norm
in %
Min.
punten
Participatie trainingsdagen
1
28
28
100%
28
Kennistoets
2
56
42
75%
34
Modulerapport
3
84
46
55%
Specialisatie
1
28
15
55%
Vaardigheidstraining
1
28
15
55%
Zelfmanagement
1
28
28
100%
Competentieontwikkeling
6
168
168
100%
Totaal
15
420
342
Her
kansing
2x
1x
11
1x
Participatie
Bij alle bijeenkomsten is het van belang dat door de studenten actief participeren. Alleen bij actieve participatie van
alle studenten wordt het meeste rendement behaald voor de hele groep. Aan actieve participatie tijdens de
bijeenkomsten worden daarom punten toegekend. Er wordt niet alleen bijgehouden of je elke keer aanwezig bent
geweest, er wordt ook bekeken hoe actief je bij de workshops betrokken bent.
De actieve participatie wordt beoordeeld op de volgende criteria:




aanwezigheidsverplichting van minimaal 80 % van de bijeenkomsten
aantoonbare voorbereiding van de bijeenkomsten
nakomen van de gemaakte afspraken
positieve bijdrage aan de bijeenkomsten. Hierbij kun je denken aan: actief luisteren, eigen mening geven,
open staan voor feedback, opbouwende feedback geven, inbrengen van relevante voorkennis etc.
De docenten stelt aan het einde van de module de actieve participatie definitief vast.
Kennistoets
Iedere module wordt afgesloten met een kennistoets. Deze toets integreert de verschillende vakgebieden en wordt
gewaardeerd met een cijfer.
Module-opdracht
Iedere module bevat een opdracht die de kennis verbindt aan de praktijk. Deze opdracht kan zowel een individuele
opdracht als een groepsopdracht betreffen. Het rapport wordt beoordeeld met een cijfer.
Specialisatie
Iedere module heeft de mogelijkheid om het programma nader in te vullen naar behoefte van de studenten. De
specialisatie biedt daarmee ruimte om specifieke wensen ten aanzien van competentieontwikkeling nader in te
vullen.
De specialisatie wordt afgesloten met een opdracht of met een kennistoets.
Vaardigheidstraining
De vaardigheidstraining richt zich specifiek op het ontwikkelen van sociale en communicatieve competenties.
De vaardigheidstraining wordt afgesloten met een opdracht.
Zelfmanagement
Het onderdeel zelfmanagement richt zich specifiek op het ontwikkelen van zelfsturende competenties.
Het onderdeel zelfmanagement wordt afgesloten met een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP).
144
Competentieontwikkeling
Het deel ‘Competentieontwikkeling’ van iedere module is gekoppeld aan de ontwikkeling van de student. Dit kan zijn
zowel in school, maar zal grotendeels zijn op de werkplek. De beoordeling van dit onderdeel wordt gedaan aan de
hand van een portfolio.
Het portfolio is de basis voor het portfoliogesprek waarin wordt vastgesteld of de student de gestelde leerdoelen
heeft behaald. Dit gesprek wordt gevoerd door de student, de Stenden coach en de bedrijfscoach. De Stenden coach
vormt een eindoordeel over ontwikkeling van de student aan de hand van het portfolio. Het oordeel van de
bedrijfscoach wordt als advies meegenomen in het eindoordeel. De beoordeling resulteert in een Voldoende of een
Onvoldoende.
Actoren binnen de opleiding
Student
Heeft een werkplek die voldoet aan de door Stenden gestelde criteria met een minimale aanstelling van 24 uur.
Opleidingscoördinator
Is verantwoordelijk voor de planning van de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsprogramma. Draagt zorg
voor een goede afstemming van de operationele activiteiten binnen de opleiding.
Docent
Verzorgt de ontwikkeling, voorbereiding, uitvoering en afronding deel van het onderwijsprogramma. Gezamenlijk
met andere docenten is hij verantwoordelijk voor de toetsing en beoordeling van de kennis in de vorm van een
kennistoets en de beoordeling van de module opdracht.
Stenden coach
De Stenden coach is het eerste aanspreekpunt voor (een deel) van de studenten binnen een cohort. Hij/zij draagt
zorg voor de belgeleiding van en treedt op als coach van de student. De Stenden coach is gedeeltelijk
verantwoordelijk voor de beoordeling van het portfolio gekoppeld aan de competentieontwikkeling.
Bedrijfsbegeleider
Begeleidt de student op de werkplek en treedt op als coach. Hij/zij bewaakt of de student in staat wordt gesteld om
de opleiding en de werkzaamheden te combineren. Hij/zij is deelnemer aan het portfoliogesprek en heeft een
adviserende rol in de beoordeling.
145
Logistiek & Economie Bachelor Degree Duaal
Propedeuse
Vak
Code
Naam
ECTS
Normering
Minimum
Toetsing
O
EDLA - ER955 - Module 1 Inleiding Logistiek
1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O
O
EDLB - ER956 – Module 2 Marktgericht
1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O
O
EDLC - ER957 - Module 3 Inkooplogistiek
1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O
O
EDLD - ER958 - Module 4 Productielogistiek
1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling
6
V/O
V
M/O
146
Logistiek & Economie Bachelor Degree Duaal
Hoofdfase module 5 t/m 8
Vak
Code Naam
EDLE - ER960 - Module 5
ECTS
Normering
International Warehousing & Transport
Minimum
Toetsing
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7
Competentiebeoordeling 3
EDLG - ER962 - Module 6
Productielogistiek 2
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling 3
6
V/O
MIN1A - ER966 - Module 7
Six Sigma en Verandermanagement
V
M/O
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling 4
6
V/O
MIN1B - ER967 - Module 8
Six Sigma en Verandermanagement
V
M/O
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling 4
6
V/O
V
M/O
147
Logistiek & Economie Bachelor Degree Duaal
Cohort 2010
Hoofdfase Studiejaren 2, 3 en 4.
Vak
Code Naam
EDLH - ER963 - Module 9
ECTS
Supply Chain Management
Normering
Minimum
Toetsing
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
O
7
Competentiebeoordeling 5
EDLF - ER961 - Module 10
Export Management
1
Participatie
1
V/O
V
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7
Competentiebeoordeling 5
MIN1C - ER968 – Module 11
Minor 1
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
6
V/O
V
M/O
7
Competentiebeoordeling 6
MIN1D - ER969 – Module 12
Minor 2
1
Participatie
1
V/O
V
O
2
Kennistoets
2
Cijfer
5,5
S
3
Modulerapport
3
Cijfer
5,5
O
4
Specialisatie
1
Cijfer
5,5
M/S/O
5
Vaardigheidstraining
1
V/O
V
M/O
6
Zelfmanagement
1
V/O
V
O
7
Competentiebeoordeling 6
ER965 – Module 13 t/m 16
Praktijk
6
V/O
V
M/O
EAFS
1
Afstudeeropdracht
30
Cijfer
5,5
O
ESTA
1
Stage
30
Cijfer
5,5
M/O
148
Beschrijving van de verschillende modules
Module 1
Inleiding Logistiek
Het eerste studiejaar start met een kennismaking met het vakgebied logistiek en bestaat uit de vakken
Bedrijfsorganisatie, Bedrijfseconomie, Logistiek, Marketing en Studieloopbaanbegeleiding. Vanuit verschillende
invalshoeken wordt gekeken naar de meest relevante organisatieaspecten.
Module 2
Marktgericht
In de module Marktgericht komen organisatie en klant bij elkaar en kijken we vanuit verschillende gezichtspunten
hoe marketing verloopt en hoe “de wensen van de klant” verankerd zijn in de eigen bedrijfsomgeving. Je krijgt zo een
beeld hoe marketing ingebed is in de eigen organisatie en je bekijkt je eigen rol daarin.
Module 3
Inkooplogistiek
De student toont aan dat hij de invloed van andere schakels in de keten (upstream) op de eigen organisatie kan
analyseren. Hij toont aan dat hij het inkoopproces kan verbeteren op basis van gestructureerde leveranciersselectie,
waarbij hij tevens rekening houdt met risico’s en de behoeften van eisen van schakels verderop in de keten
(downstream). Hij kan de optimale voorraadgrootte en logistieke kwaliteitsaspecten integreren in een verbeterd
inkoopproces. De student vergaart kennis in inkoop-methodieken, logistiek, administratieve organisatie, en statistiek.
De student stelt een inkoopactieplan op aan de hand van een inkoopcasus uit de eigen organisatie en bestudeert
casuïstiek uit de inkooppraktijk. De student heeft hierbij de rol van junior buyer en presenteert zijn analyses en
concrete aanbevelingen aan jouw bedrijf en de docent(en).
Module 4
Productie-logistiek
De student toont aan dat hij de invloed van de andere schakels op het presteren van de eigen bedrijfsorganisatie kan
analyseren en daarnaar kan handelen. De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig productieproces te
besturen of te verbeteren en dat hij in staat is een begroting en een materiaal uitgifteplan op te stellen. Student
vergaart kennis op het terrein van productielogistiek, budgettering, productieplanning en statistiek.
De student stelt een productieplan of verbeterplan op aan de hand van een casus. Student heeft daarbij de rol van
productieplanner of consultant binnen een afdeling logistiek of productie. De student presenteert zijn analyses en
concrete aanbevelingen aan de docent(en) en medestudenten.
De student toont aan dat hij de invloed van de andere schakels op het presteren van de eigen bedrijfsorganisatie kan
analyseren en daarnaar kan handelen. De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig productieproces te
besturen of te verbeteren en dat hij in staat is een materiaal uitgifteplan op te stellen. Student vergaart kennis op het
terrein van productielogistiek.
Module 5
International Warehousing & Transport
In module 5 ligt de nadruk op warehousing en transport, Management & Organisatie, Statistiek en Internationaal
recht. Aan de hand van actuele logistieke thema’s wordt er in deze module hernieuwd kennisgemaakt met het
adviseren van een bedrijfsonderdeel in de eigen organisatie. Dit heeft een eigen dynamiek, o.a. veroorzaakt door de
fysieke afstand tussen student en opdrachtgever en vaak ambitieuze doelstellingen en hectiek van het
bedrijfsonderdeel.
Module 6
Productielogistiek 2
In deze module staan de vakken bedrijfseconomie (investeringsproblematiek), bedrijfsorganisatie
(organisatieveranderingen) en logistiek (productie-lay-out) centraal. Binnen de logistieke keten houden wij ons bezig
met de productie, waarbij we niet alleen binnen het bedrijf kijken maar ook nadrukkelijk ook naar buiten. De module
gaat over het opzetten van een nieuwe productiehal. Als alle investeringen zitten hier vanuit een bedrijfskundige
optiek onzekerheden en mogelijkheden.
Deze module is een verdieping van de module M4 Produktielogistiek I, waar je op operationeel niveau een
productieplanning verbeterd hebt. In deze module zul je op tactisch/strategisch naar de productieplanning rekenen.
149
Module 7 en 8 Six Sigma Verandermanagement
In module 7 staan de verbetermethoden Lean en Six Sigma centraal. Met deze verbetermethoden leer je om om een
proces zo in te richten dat er geen verspilling is. Het proces is er dan op gericht alleen die dingen te doen die de klant
werkelijk wil en dat in 1 keer goed. Met deze verbetermethoden is het mogelijk om kosten te reduceren,
klanttevredenheid te verhogen, de levertijd de verkorten. Resultaat is een hogere winst. In verbetermethoden speelt
het doen van onderzoek een belangrijke rol. Dit zal dan ook in een afzonderlijk vak aan de orde komen.
In module 8 staat het logistiek onderzoek centraal. In de voorgaande periode heb je al geleerd over
verbetermethoden en onderzoek. Met kennis van verbetermethoden is het mogelijk om kosten te reduceren,
klanttevredenheid te verhogen, de levertijd de verkorten. Dit zullen vaak opdrachten zijn waar je als logisticus aan
zult werken. Bij het onderdeel Onderzoek heb je geleerd hoe je een onderzoek moet doen. In deze periode gaan we
dit toepassen op een specifieke situatie in je eigen werkomgeving of bij een ander bedrijf dan waar je werkt. Dit heet
dan een Logistiek Onderzoek.
Aangezien Logistiek Onderzoek vaak in een project wordt gedaan zal in deze module ook aandacht worden besteed
aan het onderwerp Projectmanagement.
Module 9
Supply Chain Management
In deze module staat de totale logistieke keten, de relaties die zich buiten de interne keten bevinden. Leveranciers en
klanten, al dan niet in het buitenland, en de bijhorende complexiteit kunnen een grote invloed hebben op de interne
keten van een bedrijf. Wie is de eigenaar van de keten, hoe sturen we leveranciers aan en hoe snel kunnen we
veranderende vragen van klanten vertalen naar onze leveranciers.
Binnen deze module gaat U ook kennis maken met een ERP- software pakket. Deze module omvat een introductie in
SAP en een aan dit onderwerp gerelateerde praktische opdracht.
Module 10
Exportmanagement
In deze module evalueren de studenten een voorgenomen strategische beslissing. Zij doen dit op basis van de
verzamelde informatie en schrijven een aanbeveling ten aanzie van de strategische beslissing.
De module richt zich op de externe omgeving van het bedrijf en bevat de onderdelen: export, internationale
economie, internationale financiering, internationale marketing.
Module 11 en 12
Minor 1 en 2
De lichting duaal studenten uit cohort 2010 hebben gekozen voor de minor ‘Green Logistics’.
De minor ‘Green Logistics’ richt zich op het onderwerp van duurzaamheid met de focus op logistiek. De minor
behandelt trends in duurzaamheid. Deze duurzaamheid heeft betrekking op de interne en externe organisatie.
De minor is onderverdeeld in twee perioden: module 11 en module 12.
In module 11 werken de studenten aan een adviesrapport voor een productiebedrijf op basis van een
casebeschrijving. In module 12 werken de studenten aan een adviesrapport voor een bestaande organisatie. Voor
zowel het productiebedrijf uit de case als voor de bestaande organisatie moet er een advies opgesteld worden
waarmee de organisatie haar duurzaamheid kan verbeteren.
De minor richt zich bovenal op het besturen van de aspecten people, planet en profit, specifiek gericht op het
logistieke vakgebied. Studenten leren om deze aspecten in onderlinge balans te verbeteren.
150
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
Afstudeerstage
Afstudeeronderzoek
30 credits
4.3 en 4.4
2 perioden (half studie jaar)
Voldaan aan de afstudeernorm:
Stage behaald + 120 credits totaal ná propedeuse (hoofdfase)
Taal van het land
Korte beschrijving van de inhoud
Als onderdeel van je opleiding doe een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en
moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op
een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie
(inclusief verdediging).
Ter voorbereiding en uitvoering:
Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen,
Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer
100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van
het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie
afstudeeronderzoek
Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm
Bouwsteendoelstellingen:
Toetsvorm(en)
Je moet tijdens de
Schriftelijk
afstudeerperiode aantonen
(afstudeerverslag/scriptie)
dat je op grond van de
verworven theoretische
inzichten en de al eerder
opgedane praktijkervaring in
staat bent een voor je
opleiding relevant onderwerp
te onderzoeken. Dit levert
een onderzoeksrapport
Presentatie onderzoekrapport
Mondeling
+ verdediging
onderzoekrapport
55%
Cesuur
Competenties en niveau van toetsing:
Competenties en BOKS:
DC 7: Logistieke competentie: Het op professionele
wijze ontwikkelen , uitvoeren en aansturen van
logistieke processen
Werkvorm(en)
Practicum
Hulpmiddelen
checklist
Practicum
Checklisten
Niveau van toetsing:
N4: Integreren
DC 8. Sociale en communicatieve competentie
(interpersoonlijk, organisatie):
DC 9. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk,
Daarnaast minimaal één van de volgende 6
domeincompetenties:
DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en
trends in de externe omgeving en ontwikkelen van
relaties, netwerken en ketens.
BoKs
Theorieën van organisatiewetenschappen
Methoden van informatieverzameling
Juridische- en economische ontwikkelingen
151
DC 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in
beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
BoKs
Budgetten- en kosten
Haalbaarheidsanalyse
Kwaliteitssystemen
Procesmanagement
Beslissings- en besluitvormingsmodellen
Interne organisatieleer
DC 3. Toepassen van human resource management in
het licht van de strategie van de organisatie.
BoKs
HRM-beleid
Personeelsinstrumenten
Leiderschapsstijlen
Structuur en gebruik van gespreksmodellen t.b.v. HRM
DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
BoKs Organisatiekunde
Relatiemanagement
Financieel management
Informatiesystemen
Zorgsystemen
Verandermanagement
DC 5. Analyseren van de financiële en juridische
aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te
versterken.
BoKs Bedrijfseconomie
Administratieve organisatie
Privaatrecht
Publiekrecht
Managementcontrol
DC 6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van
een veranderingsproces.
BoKs
Advieskunde- en vaardigheden
Verandermanagement
Projectmanagement
Planning and control
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Afstudeerhandleiding
Zo doe je een onderzoek
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.zodoejeeenonderzoek.noordhoff.nl
ISBN
Stenden Blackboard
978-90-01-71284-6
152
Bijlage E
Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum
Associate Degree Duaal Logistiek
Logistiek & Economie Associate Degree Logistiek, Projectcoördinator duale variant
Inleiding
De Associate degree Logistiek Projectcoördinator duale variant (in het vervolg Ad duaal genoemd) is één
van de vier programma’s die worden aangeboden binnen de opleiding Logistiek & Economie van Stenden
Hogeschool.
Logistiek & Economie is één van de vijf opleidingen binnen de School of Business. Het is een kleine
opleiding, maar met een lange historie. In 1995 was het de tweede opleiding voor logistiek HBO onderwijs
binnen Nederland.
De opleiding biedt zowel Nederlandse als Internationale studenten de mogelijkheid tot het volgen van een
voltijds Bachelor programma zowel Nederlandstalig als Engelstalig. Daarnaast worden er twee duale
progamma’s aangeboden; een bachelor- en een Ad programma. De duale programma’s worden uitsluitend
aan Nederlandstalige studenten aangeboden.
Verantwoording en intenties
De logistieke branche is benoemd als één van de topsectoren van de Nederlandse economie. Met het
aanbieden van de Ad duale opleiding wordt invulling gegeven aan de in de Human Capital Agenda van de
topsector genoemde ambitie om werknemers op een hoger opleidingsniveau te krijgen.
De Ad opleiding is een niveau 5 opleiding en is de brug tussen MBO niveau 4 en HBO niveau 6 opleiding.
Een Ad opleiding is een tweejarig HBO programma wat leidt tot een officieel erkend diploma. Met de start
van de Ad opleiding zijn er in de regio logistiek opleidingen van niveau 2 tot en met niveau 6 beschikbaar.
Het diploma van de Associate degree opleiding biedt de mogelijkheid door te stromen naar de bachelor
opleiding en biedt werknemers op MBO de mogelijkheid om via de Ad uiteindelijk een bachelor diploma te
behalen.
Een duale opleiding is een vorm waarbij de student werken en leren combineert. De doelgroepen voor
deze opleiding zijn mensen werkzaam bij een logistieke organisatie maar ook mensen werkzaam in een
logistieke functie bij andere organisaties. De opleiding kent een algemeen programma dat de student de
ruimte biedt onderdelen van de opleiding op de werkplek in te vullen.
Door het duale karakter van de opleiding hebben de docenten direct contact met het werkveld wat een
bijdrage levert aan de professionele ontwikkeling van de docent.
Toelaatbaarheid.
De student is toelaatbaar tot de opleiding Logistiek AD (duaal) volgens de geldende normen (zie de
Opleidings- en Examenregeling 2013-2014) en: heeft bij de start van de opleiding een aanstelling van
minimaal 24 uur en is werkzaam op getoetste werkplek. De opleiding heeft een bedrijfscan welke
uitgevoerd wordt op ieder duale werkplek. Indien de bedrijfscan aantoont dat de werkplek als
leeromgeving onvoldoende ruimte (mogelijkheid en kwaliteit van het niveau) biedt voor het behalen van
alle competenties dan dient een deel van die competentie ontwikkeling op een andere werkplek te
worden uitgevoerd.
De bedrijfscoach beschikt over minimaal HBO niveau aantoonbaar door middel van een diploma of een
functie omschrijving van de huidige functie.
De inschrijving van de student is pas definitief op het moment dat het contract met betrekking tot de
werkplekovereenkomst is getekend door student, werkgever en Stenden.
153
Programma AD Duaal
Leerjaar 1
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
De organisatie
Bedrijfseconomie 1
Inleiding Logistiek
Management 1
De Klant
Marketing
Warehouse en transport
Bedrijfseconomie 2
Management en PPO
Management en PPO
Het Proces
Logistiek OM
Inkoop
Engels 1
Management en
PPO
De Keten
SCM
HRM
Engels 2
Management en
PPO
Studiepnt
9 ECTS
6 ECTS
60 ECTS
Leerjaar 2
Periode 5
Periode 6
Periode 7
Periode 8
Het Project
Project Management
Bedrijfseconomie 3
Duits 1
De Verandering
Management 2
Verandermanagement
Duits 2
Management en PPO
Management en PPO
Onderzoek
Onderzoek
Onderzoek
Onderzoek
Management en
PPO
Onderzoek
Onderzoek
Onderzoek
Onderzoek
Management en
PPO
Studiepnt
9 ECTS
6 ECTS
60 ECTS
De logistiek project coördinator kan zowel functioneren in een functie bij een logistieke organisatie als in
een functie op de logistieke afdeling binnen andere organisaties. Je kunt hierbij denken aan organisaties
zoals productiebedrijven, ziekenhuizen, facilitaire bedrijven, de retail , zakelijke dienstverlening enzovoort.
De logistiek projectcoördinator is goed in het leggen van verbindingen en zo een essentiële schakel tussen
beleid en de uitvoering binnen een organisatie. Hij/zij staat met beide benen in de praktijk als deel van de
operatie en heeft de capaciteiten om met het management te communiceren. Naast de verbinding tussen
de verschillende lagen en afdelingen van de organisatie, zorgt hij/zij ook voor verbinding binnen een team.
Hierdoor levert het team een bijdrage in de realisatie van de doelstellingen van de onderneming.
De logistiek projectcoördinator kan men bij verschillende soorten bedrijven tegenkomen. In de lijn voor de
aansturing van teams of in de staf voor advisering van het management en vaak beide gelijktijdig. Of het
nu de implementatie van verbeteringen op de werkvloer betreft of te adviseren in toekomstige
veranderingen, hij/zij combineert denken en doen in een praktische context.
De ervaring in de praktijk in combinatie met een gedegen theoretische ondergrond stelt de logistiek
projectleider instaat zijn of haar leidinggevende te ondersteunen. Tijdens de afwezigheid kan hij/zij de
leidinggevende vervangen. Na verloop van tijd is doorgroeien naar een andere functie binnen de
organisatie een logisch vervolg. Men kan uitgroeien tot dé projectleider van de organisatie of general
manager maar ook tot inhoudelijk expert.
Duaal: theorie en praktijk een versterkende verbinding
De kracht van de duale opleiding is de relatie tussen theorie en praktijk. Bijna altijd is er een directe
koppeling tussen de theorie, een opdracht en de eigen werkomgeving. Deze directe toepassing versneld
het leerproces en stelt je in staat studie en werk te combineren. De begeleiding op de werkplek, intervisie
154
met studiegenoten en het contact met docenten leert je de opdrachten vanuit verschillende invalshoeken
te benaderen.
In de opdrachten worden de theorie en de werksituatie geïntegreerd. Dit betekent dat de kennis opgedaan
tijdens de lesdagen wordt toegepast in de dagelijkse werkzaamheden. De opdrachten bieden vaak de
mogelijkheid deze uit te voeren binnen de eigen werkomgeving. Op deze manier kun je werken en leren
beter combineren. Een opdracht buiten de eigen werkomgeving is ook mogelijk. Op deze manier kun je
kennis en vaardigheden verbreden.
Jaarperspectief leerjaar 1(propedeuse jaar)
Tijdens het eerste leerjaar van de opleiding volgen we de keten vanuit het perspectief van de (eigen)
organisatie. Na een inleiding van een aantal belangrijke vakgebieden in de eerste periode, starten we bij
de klant en gaan we via de operatie naar inkoop en behandelen dus het hele traject van zand tot klant.
Vanuit organisatieperspectief worden de verschillende functies binnen een organisatie behandeld en
wordt er gekeken naar de relatie met de omgeving. Het eerste leerjaar wordt afgesloten met een
overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van logistiek en supply chain management.
Je eigen ontwikkeling start bij aanvang van de opleiding met een zogenaamde nul – meting. Op basis van
de uitkomst van deze meting stel je voor de komende twee semesters jouw persoonlijke leerdoelen.
In de eerste helft van het eerste jaar richt deze ontwikkeling zich sterk op je persoon. Er wordt gestart met
time management, schriftelijke en mondelinge communicatie. In de loop van het jaar verschuift het accent
naar je verhouding tot andere personen en richt het programma zich op managementvaardigheden en
werken in projectverband. Daarnaast wordt er gewerkt aan de basisvaardigheden op het gebied van
onderzoek.
Jaarperspectief leerjaar 2
In het tweede leerjaar ligt de nadruk meer op je toekomstige rol als projectcoördinator. Vanuit de theorie
gaan we dieper in op de rol die je binnen projecten zult kunnen gaan vervullen. Aan de hand van vakken
zoals verandermanagement en projectmanagement wordt je geleerd op welke wijze je projecten kan
coördineren. Dit alles binnen een logistieke context.
In je persoonlijke ontwikkeling werk je langzaam toe naar het niveau van startend projectcoördinator. Je
ontwikkelt ook de vaardigheden op het gebied van project management en leiderschap. Daarnaast wordt
er aandacht besteed aan onderzoek; hoe je zelf een onderzoeksopzet moet maken maar ook hoe je
onderzoek van anderen moet interpreteren.
Uiteindelijk sluit je het tweede leerjaar af met een eindopdracht. De eindopdracht kun je beschouwen als
een proeve van bekwaamheid, waarin jij laat zien in de praktijk een project in goede banen te kunnen
leiden. Naast het product is ook de reflectie van jouw rol binnen dit proces een belangrijk onderdeel
binnen het sluitstuk van de opleiding.
Na afronding van de opleiding ben je van nog grotere waarde voor je werkgever door een bredere
inzetbaarheid. Tevens heb je ook jouw carrièreperspectief vergroot door vergroting van je kennis en
vaardigheden.
Doorstroming:
155
Het diploma voor de Associate Degree (duaal) geeft recht op toelating tot de bachelor Logistiek &
Economie duale variant. Mogelijk voorafgaand door een schakelprogramma.
Toetsing en beoordeling
De moduleperiodes binnen de opleiding zijn verdeeld in twee blokken van respectievelijk 9 en 6
ects. Binnen het eerste blok zijn de activiteiten grotendeels gekoppeld aan het theoretische deel
van de module. Iedere periode wordt dit blok afgesloten met een module toets. Deze toets
integreert de verschillende vakgebieden en wordt gewaardeerd met een cijfer. Daarnaast bestaat
dit blok uit een opdracht die de kennis verbindt aan de praktijk. Deze opdracht kan zowel een
individuele opdracht als een groepsopdracht betreffen. Het rapport wordt beoordeeld met een
cijfer.
Een weging naar ratio van de studielast resulteert in een individueel eindcijfer voor het
theoretisch deel.
Het Management en Professionele- en Persoonlijke Ontwikkeling (PPO) deel van de module is
gekoppeld aan de ontwikkeling van de student zowel op de opleiding maar grotendeels op de
werkplek. De beoordeling van dit onderdeel van 6 ects wordt aan de hand van een portfolio
uitgevoerd.
Het portfolio is de basis voor het portfoliogesprek waarin wordt vastgesteld of de student de
gestelde leerdoelen heeft behaald. Dit gesprek wordt gevoerd door de student, de Stenden coach
en de bedrijfscoach. Daarnaast wordt het portfolio beoordeeld door een andere docent. Deze
docent en de Stenden coach vormen een eindoordeel over ontwikkeling van de student aan de
hand van competentie formulieren. Het oordeel van de bedrijfscoach wordt als advies
meegenomen in het eindoordeel. De beoordeling resulteert in een voldoende of ene
onvoldoende.
NB. Bij ieder moduleperiode wordt de beoordeling in een apart hoofdstuk uitgewerkt.
Vrijstellingen
Er kunnen geen vrijstellingen worden verworven op basis van de werkervaring. Vrijstelling voor
kennistoetsen en opdrachten gaat volgens de algemeen geldende procedure.
Actoren binnen de opleiding
De student
Heeft een werkplek die voldoet aan de door Stenden gestelde criteria met een minimale
aanstelling van 24 uur.
Opleidingscoördinator
Is verantwoordelijk voor de planning van de ontwikkeling en uitvoering van het
onderwijsprogramma. Draagt zorg voor een goede afstemming van de operationele activiteiten
binnen de opleiding.
156
Docent
Verzorgt de ontwikkeling, voorbereiding, uitvoering en afronding deel van het
onderwijsprogramma. Gezamenlijk met andere docenten is hij verantwoordelijk voor de toetsing
en beoordeling van de kennis in de vorm van een kennistoets en de beoordeling van de module
opdracht.
Stenden coach
De Stenden coach is het eerste aanspreekpunt voor (een deel) van de studenten binnen een
cohort. Hij/zij draagt zorg voor de belgeleiding van en treedt op als coach van de student. De
Stenden coach is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de beoordeling van het portflolio gekoppeld
aan het Management en PPO deel van de opleiding.
Docent beoordelaar
Is verantwoordelijk voor de beoordeling van het portfolio van de student. Dit gebeurt in overleg
met de Stenden coach. De docent beoordelaar kan ook de rol van docent binnen de opleiding
vervullen.
Bedrijfsbegeleider
Begeleidt de student op de werkplek en treedt op als coach. Hij/zij bewaakt of de student in staat
wordt gesteld om de opleiding en de werkzaamheden te combineren. Hij/zij is deelnemer aan het
portfoliogesprek en heeft een adviserende rol in de beoordeling.
Onderwijsonderdelen, de Producten en planning.
Module rapport
Binnen iedere module wordt door de studenten gewerkt aan een module opdracht. Deze
opdracht is gericht op het centrale thema van de periode en integreert alle vakgebieden van de
periode. De opdracht kan zowel een individuele als een groepsopdracht betreffen. De opdracht
dient voor het einde van de periode de periode worden ingeleverd.
Kennistoets
De kennistoets is een schriftelijke toets van een vak of een cluster van vakken. De toets kan
bestaan uit een multiple choice vragen, open vragen of een mix. De kennistoets wordt afgenomen
aan het begin van de laatste trainingsdag van de desbetreffende periode.
Portfolio
In het onderdeel managementvaardigheden en PPO wordt gebruik gemaakt van het portfolio. Het
bijhouden van het portfolio is een continue proces waarvoor de student zelf verantwoordelijk is.
Twee weken voor het eind van het semester wordt het portfolio ingeleverd bij de Stenden coach.
Aan de hand van het portfolio vindt er een portfoliogesprek plaats.
157
Eindopdracht
De opleiding wordt afgesloten met het schrijven van een projectplan voor een project binnen de
eigen organisatie. Naast het projectplan schrijft de student een essay over een onderwerp
gerelateerd aan project management. In het kader van management en PPO wordt een
leerverhaal geschreven waarin de student reflecteert op het zijn of haar activiteiten in de periode
van de eindopdracht.
Management en PPO
Management en PPO bestaat uit de onderdelen:
-
Management
Persoonlijke vaardigheden
Competentie ontwikkeling
De student bereikt de leerdoelen voor een deel binnen de lessen en voor een groot deel in de
praktijk op de werkplek. Voor de onderdelen management en persoonlijke vaardigheden kunnen
lesactiviteiten zijn ontwikkeld. De competentie ontwikkeling vindt geheel in de praktijk plaats.
Aan het begin van het eerste semester stelt de student zijn of haar beginsituatie vast door middel
van een nulmeting. Deze nulmeting wordt aan de hand van competentie formulieren uitgevoerd.
Op basis van de nulmeting stelt de student een persoonlijk ontwikkelingsplan op voor het komend
semester. Aan het eind van het eerste semester wordt door middel van een portfoliogesprek
tussen student, Stenden coach en bedrijfscoach bepaald of de student de doelstellingen voor het
semester, dit is de eerste meting. Op basis van deze eerste meting stelt de student vervolgens een
POP op voor het tweede semester waarvan de beoordeling plaats vindt aan het eind van dit
semester in de tweede meting.
158
Competentie overzicht Logistiek & Economie AD Duaal
A. Ontwikkelen van beleid:
1. Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt externe en interne ontwikkelingen
naar consequenties voor de organisatie en haar stakeholders.
2. Formuleert beleid op één of meerdere domeinen van de logistiek.
3. Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van relaties, ketens en netwerken in samenhang met
economische ontwikkelingen.
B. Aansturen van werkzaamheden
1. Geeft leiding aan het uitvoeren van processen binnen de logistieke domeinen.
2. Kan logistieke processen inrichten, beheersen en verbeteren.
3. Past managementtechnieken toe.
4. Ondersteunt bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren van veranderingsprocessen
binnen organisaties.
C. Uitvoeren
1. Plant logistieke operaties en draagt zorg voor de uitvoering hiervan.
2. Onderkent problemen binnen de logistieke operaties, stelt diagnoses en correcties vast en
draagt zorg voor de uitvoering hiervan.
3. Monitort prestaties binnen alle logistieke domeinen.
D. Sociale en communicatieve deelcompetenties
1. Werkt samen in een beroepsomgeving en denkt mee over doelen en inrichting van de
organisatie met als kenmerken multidisciplinariteit, interdisciplinariteit, collegialiteit en
leidinggeven.
2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal en in relevante beroepssituaties
op alle niveaus.
3. Houdt rekening met (internationale) cultuurverschillen.
E. Zelfsturende deelcompetentie
1. Stuurt en reguleert de eigen ontwikkeling op het gebied van leren.
2. Heeft een professionele beroepshouding.
3. Handelt professioneel, ethisch en (maatschappelijk) verantwoord.
4. Draagt bij aan de ontwikkeling van zijn of haar professie in de breedte.
De logistieke competentie
Het op professionele wijze ontwikkelen, aansturen en uitvoeren van logistieke processen.
159
Logistiek & Economie Associate Degree
Duaal
Cohort 2014
MAJOR
Propedeuse
Va
k
Code
Naam
EC
Normerin
g
Minimu
m
Toetsin
g
9
Cijfer
5.5
O/S
5.5
O
5.5
S
Module de Organisatie LED1-ORG
LED1-ORG
De Organisatie
LED1-ORGa
Modulerapport
7
Cijfer
LED1-ORGb
Kennistoets
2
Cijfer
LED1ORGMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED1ORGMANa
LED1ORGMANb
LED1ORGMANc
Managementvaardighede
n
Schriftelijke
communicatie
Competentie ontwikkeling
**
2
V/O
V
M/O
1
Cijfer
3
V/O
Module de Klant
5.5
O
V
MO
LED1-KLA
LED1-KLA
De Klant
9
Cijfer
5.5
O/S
LED1-KlAa
Modulerapport
7
Cijfer
5.5
O
LED1-KLAb
Kennistoets
2
Cijfer
5.5
S
LED1KLAMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
2
V/O
V
M/O
1
Cijfer
3
V/O
LED1-KLAMANa
LED1-KLAMANb
LED1-KLAMANc
Module het Proces
Managementvaardighede
n
Mondelinge
communicatie
Competentie ontwikkeling
**
5.5
O
V
MO
LED1-PR
LED1-PR
Het Proces
9
Cijfer
5.5
O/S
LED1-PRa
Modulerapport
7
Cijfer
5.5
O
LED1-PRb
Kennistoets
2
Cijfer
5.5
S
LED1-PRMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED1-PRMANa
Managementvaardighede
n
2
V/O
V
M/O
1
Cijfer
3
V/O
LED1-PRMANb
LED1-PRMANc
Module de Keten
Excel Spreadsheet
Competentie
ontwikkeling**
5.5
O
V
MO
LED1-KET
LED1-KET
De Keten
9
Cijfer
5.5
O/S
LED1-KETa
Modulerapport
7
Cijfer
5.5
O
LED1-KETb
LED1KETMAN
LED1KETMANa
LED1KETMANb
Kennistoets
2
Cijfer
5.5
S
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
Management
vaardigheden
2
V/O
V
M/O
Onderzoek 1
1
Cijfer
5.5
O
160
LED1KETMANc
Competentie ontwikkeling
**
3
V/O
V
MO
161
Propedeuse
Code onderdeel:
Naam onderdeel:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1-ORG
De organisatie
9 EC (252 studiebelastinguren)
1
1.1.1
10 weken
HAVO / MBO4
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Als medewerker en toekomstig leidinggevende van een organisatie is het belangrijk om te weten in
wat voor organisatie je werkzaam bent en hoe deze in elkaar zit. Een organisatie is te omschrijven als:
elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel. De reden waarom
mensen in organisatieverband gaan samenwerken is dat bepaalde doelstellingen niet door één
persoon gerealiseerd kunnen worden. Organisaties (bedrijven en ondernemingen) hebben tot doel
om nuttige producten en diensten voort te brengen.
Na het afronden van dit onderdeel heb je kennis over de begrippen die gebruikelijk zijn in
organisaties, management, logistiek en bedrijfseconomie en ben je in staat om deze begrippen in
kaart te brengen in je eigen organisatie.
In dit onderdeel leer je hoe je op een methodische wijze onderzoek kunt verrichten en daar verslag
door middel van een presentatie van kunt doen. Gedurende 10 weken word je door alle stappen en
fasen van de organisatie geleid en maak je hierbij opdrachten, individueel en in groepsverband en
word je ondersteund met hoorcolleges.
Werkvormen:
1 keer per 2 weken vindt er een bijeenkomst plaats.
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
A1 Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt externe en
interne ontwikkelingen naar consequenties voor de organisatie en haar
stakeholders
 Theorieën van organisatiewetenschappen
 Methoden van informatieverzameling
Niveau
van
toetsing:
N1+2
Wijze van
toetsing:
Kennis +
inzicht
Presentatie
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van Toegetoetsing:
stane
hulpmiddelen:
SchrifteReken De student heeft kennis van de basisbegrippen van logistiek;
lijke
toets
machine
 De student kan de inhoud van het logistiek vakgebied afbakenen;
 De student kan de verschillende deelgebieden binnen logistiek
management benoemen;
162











Cesuur
De student heeft kennis van het logistiek concept en dit concept
gebruiken;
De student herkent de belangrijkste trends binnen logistiek.
De student kan de denkrichtingen en ontwikkelingen op het
gebied van organisatie en management weergeven;
De student kan de invloeden vanuit de omgeving op een
organisatie uiteenzetten;
De student kan de belangrijkste managementtaken en
leiderschapsstijlen typeren en bepalen;
De student kan de besluitvormingsproblematiek- en processen in
een organisatie weergeven;
De student kan de besturingsproblematiek en bedrijfsprocessen in
een organisatie weergeven;
De student kan de structuur van een organisatie typeren en
modelleren;
De student kan het effectiviteitstreven van organisaties
beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en
bepalen.
De student kan een jaarrekening lezen, analyseren en
interpreteren;
De student kan financiële gegevens verwerken in de boekhouding.
55%
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Werken met logistiek, Visser & Van Goor, Wolters-Noordhoff, zesde druk,
2011
 Organisatie en Management, Marcus & Van Dam, Wolters-Noordhoff,
zevende druk, 2012
 Introductie Bedrijfsadministratie, Klerks-vd Nouland, Noordhoff, vierde
druk, 2009
 Basisboek Bedrijfseconomie, Boer, Brouwers & Koetzier, achtste druk, 2008
ISBN
9789001794408
9789001809676
9789001709983
9789001702427
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
163
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
Schriftelijke Communicatie
1 EC (28 studiebelastinguren)
1
1.1.2
9 weken
Geen specifieke instapeisen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In de bouwsteen Schriftelijke Communicatie ligt de nadruk op effectief schriftelijk rapporteren:
doelgerichtheid, doelgroepgerichtheid, inhoud, structuur a.d.h.v. een bouwplan, lay-out, spelling,
grammatica en stijl.
Werkvormen
Werkcolleges
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal en
in relevante beroepssituaties op alle niveaus
Dolestellingen
Na deze bouwsteen kan de student:
De student kan complexe communicatiesituaties analyseren en
vervolgens een strategisch geformuleerde tekst schrijven
De student maakt de structuur van de tekst zichtbaar voor de
lezer. Hij gebruikt bouwplannen voor zijn
schriftelijke communicatie.
De student gebruikt de passende structuur bij doel
en doelgroep.
De student schrijft een inleiding met een afgebakende
doelstelling en de correct en bondig geformuleerde “wat, waarom
en hoe” elementen .
De student schrijft in de fases: bouwplan, eerste opzet,
herschrijven, vorm geven. De student verwerft deze vaardigheden
door het schrijven van een rapport.
Niveau van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Inzien en
toepassen
Schriftelijk
Wijze van
toetsing:
Schrifte lijk
Toegestane
hulpmiddelen
Schriftelijk
Schriftelijk
Schriftelijk
Schriftelijk
De student vermeldt op de APA manier zijn bronnen in
zijn schriftelijke communicatie.
Schriftelijk
Cesuur
55 %
164
Code module:
Naam module:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1-KLA
De Klant
9 EC (252 studiebelastinguren)
1
1.2
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Reeds lange tijd is de eindconsument de partij die bepaald wat er wordt geproduceerd. De tijd dat
leveranciers konden bepalen wat de klanten gingen kopen ligt in een ver verleden. De toegenomen
invloed van de klant werkt door in de gehele keten van bedrijven die de klanten moeten bedienen.
Het is voor een bedrijf essentieel om kennis te hebben van deze wensen en men kan de vraag
natuurlijk ook proberen te beïnvloeden. Marketing is het vakgebied wat zich bezighoudt met het in
kaart brengen van de klanten en de wensen. Op basis van deze informatie kunnen de overige functies
binnen de organisatie hierop de activiteiten afstemmen.
De marketingmix is een instrument dat binnen organisaties wordt gebruikt om de marketing strategie
te operationaliseren. De marketingmix bestaat uit de vier P’s (Product, Prijs, Plaats en Promotie)
waarop men beleid kan formuleren om uiteindelijk de wensen van de klant in te vullen.
De invulling van de marketingmix beïnvloed natuurlijk ook de logistieke organisatie en niet alleen
maar door het beleid op de P van Plaats. De beslissing om producten tegen een lage prijs in de markt
te zetten heeft direct al een taakstelling voor de logistieke in zich: focus op de kostprijs.
In deze module wordt je gevraagd om een bestaand product te innoveren opdat de vraag naar het
product weer zal toenemen. Als logistici dienen we kennis te hebben van de activiteiten van
marketing opdat we goed kunnen anticiperen op beslissingen genomen op het gebied van marketing.
Voor het verbeterde product dien je een marketingplan te schrijven. Hierbij richten we ons met name
op de P van Plaats.
Uiteindelijk schrijf je een distributieplan voor het vernieuwde product als een advies voor het
management van de organisatie waarin je werkt als junior product ontwikkelaar.
Werkvormen:
Er worden twee wekelijks voor verschillende vakken colleges aangeboden.
In PBL groepen wordt er gewerkt aan een opdracht
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt externe en
interne ontwikkelingen naar consequenties voor de organisatie en haar
stakeholders.
Niveau
van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Opdracht
en toets
A2. Formuleert beleid op één of meerdere domeinen van de logistiek.
B2. Kan logistieke processen inrichten, beheersen en verbeteren.
B4 Ondersteunt bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren van
165
veranderingsprocessen binnen organisaties.
D1. Werkt samen in een beroepsomgeving en denkt mee over doelen en
inrichting van de organisatie met als kenmerken multidisciplinariteit,
interdisciplinariteit, collegialiteit en leidinggeven.
D2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal en in
relevante beroepssituaties op alle niveaus.
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van Toegetoetsing:
stane
hulpmiddelen:
Opdracht
 De student heeft kennis van de marketingmix
 De student kan de marketingmix toepassen
 De student heeft inzicht in de gevolgen van wijzigingen in het
marketingbeleid in bedrijfseconomische en logistieke aspecten.
Cesuur
55%
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Visser & Van Goor (2011). Werken met Logistiek (6e dr.). Groningen:
Noordhoff.
 Boer, Brouwers en Koetzier (2010), Basisboek bedrijfseconomie (9de dr.)
Groningen: Noordhoff.
 Koning, Charles (2007), Marketing (1ste dr), Schouten en Nelissen.
 Reader Marketing via Blackboard.
ISBN
9789001794408
9789001797881
9789058711182
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
166
Code onderdeel:
Naam onderdeel:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1-PRO
Het Proces
9 EC (252 studiebelastinguren)
1
1.3
10 weken
HAVO / MBO4
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Als toekomstig logistiek manager of coördinator ben je verantwoordelijk voor de planning,
organisatie, inzet van mensen, aansturen en beheersen van de interne (logistieke) processen. De
wijze waarop processen zijn ingericht en worden aangestuurd beïnvloed de prestaties van de
organisatie in sterke mate. Na het afronden van dit onderdeel heb je kennis over de begrippen die
gebruikelijk zijn in organisaties, operations management, logistiek materiaal management en inkoop
en ben je in staat om deze begrippen in kaart te brengen in je eigen organisatie. In dit onderdeel leer
je hoe je op een methodische wijze onderzoek kunt verrichten en daar verslag door middel van een
rapportagevan kunt doen. Gedurende 10 weken word je door alle stappen en fasen van het interne
proces van de organisatie geleid en maak je hierbijopdrachten, individueel en in groepsverband en
word je ondersteund met hoorcolleges.
Werkvormen:
1 keer per 2 weken vindt er een bijeenkomst plaats.
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
A. Ontwikkelen van beleid
A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt
externe en interne ontwikkelingen naar consequenties voor de
organisatie en haar stakeholders;
A2. Formuleert beleid op een of meerdere domeinen van de
logistiek;
B. Aansturen van werkzaamheden
B2. Kan logistieke processen inrichten, beheersen en verbeteren;
B3. Past managementtechnieken toe;
B4. Ondersteunt bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren
van veranderingsprocessen binnen organisaties;
C. Uitvoeren
C2. Onderkent problemen binnen logistieke operaties, stelt
diagnoses en correcties vast en draagt zorg de uitvoering hiervan;
D. Sociale en communicatieve deelcompetenties
D2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal
en in relevante beroepssituaties op alle niveaus;
E. Zelfsturende competentie
E2. Heeft een professionele beroepshouding;
E3. Handelt professioneel, ethisch en (maatschappelijk)
verantwoord;
E4. Draagt bij aan de ontwikkeling van zijn of haar professie in de
breedte;
Niveau
van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Rapport
N1+2+3
N1+2+3
N1+2+3
N1+2
N1+2
N1+2
N1+2+3
N1+2+3
N1+2+3
N1+2+3
167
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van Toegestane
toetsing:
hulpmiddel
en:
Schriftelij Rekenmach
 De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig
ke toets
ine
(productie)proces te besturen;
(N1+2)
 De student toont aan dat hij in staat is een materiaal uitgifteplan
op te stellen;
 De student toont aan dat hij inzicht heeft in de planning hiërarchie
van een organisatie;
 De student toont aan dat hij eenvoudige capaciteitsberekeningen
kan maken;
 De student toont aan dat hij een eenvoudige lay-out van een
productieproces kan ontwerpen;
 De student toont aan dat hij het softwarepakket Excel beheerst;
 De student toont aan dat hij de invloed van de andere schakels in
de keten op de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren;
 De student kan de marktvormen beschrijven en herkennen en
opzet van inkoopmarktonderzoek weergeven;
 De student kan de belangrijkste inkoopbegrippen omschrijven;
 De student kan inkoop als schakel in de voortbrengingsketen
weergeven;
 De student kan de inkoopprocessen beschrijven;
 De student kan de aspecten benoemen die van belang zijn bij
leveranciersbeoordeling en –ontwikkeling;
 De student kan de rol en betekenis van duurzaam inkopen,
integriteit en ethiek beschrijven.
Cesuur
55%
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Werken met logistiek, Visser & Van Goor, Wolters-Noordhoff, zesde druk,
2011
 Inkoop in strategisch perspectief, Van Weele, Kluwer, zesde druk, 2008
Aanbevolen literatuur
ISBN
9789001794408
9789013056075
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
Lean © S. Blom
168
Code module:
Naam module:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1-KET
De Keten
9 EC (252 studiebelastinguren)
1
1.4.1
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In de laatste periode van het eerste leerjaar besteden we aandacht aan het onderwerp Supply Chain
Management. Hierin houdt men zich bezig met de besturing van, naar en tussen bedrijven actief in
een keten.
Door toenemende concurrentie en de focus op kosten worden bedrijven min of meer gedwongen
samen te werken in een keten. Het vak SCM houdt zich voornamelijk bezig met het optimaal op
elkaar afstemmen van de organisaties in de keten.
Aan de hand van een Case van de computer hardware leverancier Dell maken jullie kennis met de
verschillende trends op het gebied van Supply Chain Management.
Werkzaam in een groep van business analisten wordt je gevraagd om een rapport voor de
stakeholders van Dell op te stellen. Dit rapport beschrijft de huidige supply chain van Dell en tevens
geef je inzicht in de mogelijke veranderingen die Dell dient te nemen om concurrerend te blijven.
Kortom je analyseert de concurrentiekracht van Dell computers door een analyse van de supply
chain.
Werkvormen:
Er worden twee wekelijks voor verschillende vakken colleges aangeboden.
In PBL groepen wordt er gewerkt aan een opdracht
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
A. Ontwikkelen van beleid
A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt
externe en interne ontwikkelingen naar consequenties voor de
organisatie en haar stakeholders;
A2. Formuleert beleid op een of meerdere domeinen van de
logistiek;
A3. Levert een bijdrage aan het ontwikkelen en inrichten van
ketens en netwerken in samenhang met economische
ontwikkelingen;
B. Aansturen van werkzaamheden
B4. Ondersteunt bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren
van veranderingsprocessen binnen organisaties;
C. Uitvoeren
C2. Onderkent problemen binnen logistieke operaties, stelt
diagnoses en correcties vast en draagt zorg de uitvoering hiervan;
D. Sociale en communicatieve deelcompetenties
D1. Werkt samen in een beroepsomgeving en denkt mee over
Niveau
van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Opdracht
169
doelen en inrichting van de organisatie;
D2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal
en in relevante beroepssituaties op alle niveaus;
E. Zelfsturende competentie
E2. Heeft een professionele beroepshouding;
E3. Handelt professioneel, ethisch en (maatschappelijk)
verantwoord;
E4. Draagt bij aan de ontwikkeling van zijn of haar professie in de
breedte;
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van Toegetoetsing:
stane
hulpmiddelen:
a) Classify and define an existing supply chain.
Opdracht
b) Describe the various parties within supply chains.
c) Describe the relationship between various aspects and subject
areas of supply chain management.
d) Analyze the relations of the external factors to supply chains.
e) Analyze the degree of cooperation between the several parties.
f) Describe and analyze important trends within the area of supply
chain management.
g) Develop a vision on a subject of choice within the area of supply
chain management.
h) Find and select relevant literature additional to the literature.
Cesuur
55%
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Visser & Van Goor (2011). Werken met Logistiek (6e dr.). Groningen:
Noordhoff.

ISBN
9789001794408
Diverse readers via blackbaord
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.scor.com
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
170
Code module:
Naam module:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1-KLAMANb
Onderzoek 1
1 EC (28 studiebelastinguren)
1
1.4.2
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Als logisticus ben je een groot deel van de tijd bezig met het oplossen van vraagstukken op zowel
operationeel niveau en tactisch/strategisch niveau.
Er kan jou bijvoorbeeld worden gevraagd om komend jaar een besparing te realiseren op de
operationele kosten van het magazijn. Door je ervaring heb je wel een idee waar eventuele
verspillingen kunnen zitten, maar het is lastig uit te leggen aan anderen.
Een onderzoek start je op het moment dat je een vraag hebt die je graag beantwoord ziet. Door een
gestructureerde aanpak van een onderzoek loop je minder risico dat je er naast zit. Met de resultaten
van het onderzoek kun je mensen uit jouw organisatie laten zien waar het probleem volgens jou zit.
Onderzoek start meestal met een verkenning van het onderwerp. Voor deze verkenning heb je
informatie nodig. Maar welke informatie heb ik dan nodig en is de informatie die ik heb gevonden
wel betrouwbaar?
In deze module verkennen we het fenomeen onderzoek. We bespreken de onderzoekscyclus en jullie
starten met de verkenning van een onderwerp ondersteund in een aantal workshops.
Aan het eind van de module lever je een essay over een onderwerp naar keuze in.
Werkvormen:
Er worden vier workshops aangeboden
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
Niveau
van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Kennis/
inzicht/
toepassen
Opdracht
A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse en vertaalt externe en
interne ontwikkelingen naar consequenties voor de organisatie en haar
stakeholders.
Onderzoeksopzet
Desk Research
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van Toegetoetsing:
stane
hulpmid-
171
delen:










Beschrijven van de fasen van een onderzoek.
Inzicht hebben in het opzetten van een onderzoek.
Verzamelen met behulp van adequate zoekvragen en –
strategieën, relevante literatuur.
Verwerken van verzamelde literatuur in een “literature review”.
Op stellen van een eenvoudig onderzoeksinstrument.
Beoordelen van kritische onderzoeksopzet
Ontwerpen of kiezen van een onderzoeksinstrument dat past bij
de onderzoeksvragen
Verzamelen op effectieve en efficiënte wijze van onderzoeksdata
Interpreteren van je onderzoeksresultaten en het rapporteren
daarover
De APA-richtlijnen op een adequate manier hanteren in het
onderzoeksverslag.
Cesuur
Opdracht
55%
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Verhoeven, N (2011). Wat is onderzoek (4e dr.). Den Haag: Boom-Lemma
Uitgevers
ISBN
9789059316713
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
172
Code bouwsteen:
Naam bouwsteen:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1 Orgmanb
Schriftelijke Communicatie
1 EC 28 studiebelastinguren)
1
1.4.3
9 weken
Geen specifieke instapeisen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
In de module Mondelinge Communicatie ligt de nadruk op effectief mondeling presenteren:
doelgerichtheid, doelgroepgerichtheid, inhoud, structuur a.d.h.v. een bouwplan, intonatie, expressie
Werkvormen
Werkcolleges
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal en in
relevante beroepssituaties op alle niveaus
Niveau van
toetsing:
Wijze van
toetsing:
Inzien en
toepassen
Presentat
ie
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van
Toegesta
toetsing:
ne
hulpmidd
elen
De student kan de stijl van communiceren aanpassen op de doelgroep.
Mondeling
De student kan zijn haar verhaal pakkend overbrengen door de juiste
mondeling
intonatie en expressie te hanteren.
De student maakt op professionele wijze gebruik van hulpmiddelen
Mondeling
De student is in staat complexe zaken op een overzichtelijke en
Mondeling
duidelijke manier over te bregen
Cesuur
Literatuur
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
Moduleboek Schriftelijke communicatie
Aanbevolen literatuur
55 %
ISBN
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
www.writingstudio.eu
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
173
Code module:
Naam module:
Studielast:
Studiejaar:
Periode:
Duur:
Instapniveau:
Taal bouwsteen:
LED1-PRMANb
Excel
1EC (28 studiebelastinguren)
1
1.4.4
9 weken
Geen
Nederlands
Korte beschrijving van de inhoud:
Het progamma is een uitstekend instrument dat de logisticus kan ondersteunen tijdens het
analyseren van vraagstukken en het presenteren van informatie.
Met behulp van het programma is men in staat om snel berekeningen te maken ter ondersteuning
van beslissingen.
Binnen dit onderdeel ga je aan de slag met programma Excel aan de hand van een aantal
oefenopgaven. Tijdens het werken aan deze opgaven maak je kennis met het programma en de basis
functies van het pakket welke relevant zijn voor het vakgebied logistiek.
De afsluiting vindt plaats aan de hand van een eindopdracht waarin de student laat zien zelfstandig
een vraagstuk met behulp van Excel op te lossen.
Werkvormen:
Zelfstudie in combinatie met consult uren
Competenties en wijze van toetsing:
Competenties en BOKS:
B2 Kan logistieke processen inrichten, beheersen en verbeteren
Spreadsheet opdrachten
Niveau
van
toetsing:
Kennis/
inzicht/
toepassen
Wijze van
toetsing:
Opdracht
Opdracht
Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van
toetsing en de toegestane hulpmiddelen:
Doelstelling:
Wijze van Toegetoetsing:
stane
hulpmiddelen:
Opdracht
 Heeft kennis van de mogelijkheden van Excel in relatie tot het
vakgebied logistiek.
 Kan eenvoudige rekenmodellen opstellen ter ondersteuning voor
het oplossen van vraagstukken.
 Kan gegevens op een professionele wijze presenteren.
Cesuur
55%
174
Literatuur:
Verplichte literatuur (boeken, artikelen)
 Moduleboek werken met Excel beschikbaar via blackboard
ISBN
Aanbevolen literatuur
Internet bronnen (aanbevolen/verplicht)
Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt
(aanbevolen/verplicht)
175
Logistiek & Economie Associate Degree Duaal
Cohort
2014
MAJOR
Hoofdfase
Vak
Code
Module het Project LED2PRO
Naam
EC
Normering
Minimum
Toetsing
LED2-PRO
Het Project
9
Cijfer
5.5
O/S
LED2-PROa
Modulerapport
7
Cijfer
5.5
O
LED2-PROb
Essay
2
Cijfer
5.5
O
LED2-PROMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED2-PROMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED2-PROMANb
MS Project
Competentie ontwikkeling
**
1
Cijfer
3
V/O
LED2-PROMANc
5.5
O
V
MO
Module de Verandering LED2-VER
LED2-VER
De verandering
9
Cijfer
5.5
O/S
LED2-VERa
Modulerapport
7
Cijfer
5.5
O
LED2-VERb
Kennistoets
2
Cijfer
5.5
LED2-VERMAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED2-VERMANa
Managementvaardigheden
2
V/O
V
M/O
LED2-VERMANb
Onderzoek 2
Competentie ontwikkeling
**
1
Cijfer
3
V/O
LED2-OND1
Onderzoek
9
LED2-OND1a
Scriptie
LED2-OND1b
5.5
S
O
V
MO
Cijfer
5.5
O/S
6
Cijfer
5.5
O
Onderzoeksvoorstel
3
Cijfer
5.5
O
LED2-OND1MAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
LED2-OND1MANa
Leerverhaal
Competentie
ontwikkeling**
3
V/O
V
M/O
3
V/O
V
MO
LED2-OND2
Het Proces
9
Cijfer
5.5
O/S
LED2-ONDa
Scriptie
9
Cijfer
5.5
S
LED2-VERMANc
Module Onderzoek LED2OND1
LED2-OND1MANc
Module Onderzoek LED2OND
LED2-OND2MAN
Management en PPO
6
V/O
V
M/O
M
M
LED2-OND2MANa
Verdediging
2
Cijfer
5.5
LED2-OND2MANb
Presentatie
Competentie ontwikkeling
**
1
Cijfer
5.5
3
V/O
LED2-OND2MANc
V
MO
176
Bijlage F
Jaartoetsrooster
Het Jaartoetsrooster van de opleidingen van de School of Business worden bekend gemaakt rond 1 september 2014.
177
Appendix G
Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business
In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van
vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden
verleend op basis van het vrijstellingenbeleid.
In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven.
1. Vrijstellingen moeten door de student vroegtijdig worden aangevraagd, in principe uiterlijk tot zes
weken voor de start van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Onder ‘programmaonderdeel’
wordt verstaan elke notitie in Progress.
2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de daartoe bestemde formulieren die op
Blackboard zijn geplaatst.
3. Onvolledig en incompleet ingevulde verzoeken worden niet in behandeling genomen en worden
geretourneerd.
4. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de
kwalificaties/doelen/competenties is voldaan.
5. De examencommissie laat zich adviseren door vakdocenten en/of modulecoördinatoren voor een
inhoudelijke weging van het vrijstellingsverzoek. Een onderzoek kan deel uitmaken van de
procedure.
6. Zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend, wordt de student geacht aan alle verplichtingen
te voldoen die voor het desbetreffende programmaonderdeel zijn geformuleerd. Een student
wordt geacht de toetsen te maken zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend; als de student
zakt voor de betreffende toets, wordt een vrijstellingsverzoek afgewezen.
7. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het
vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar.
8. Vakken en toetsen uit een vooropleiding (voortgezet onderwijs, mbo) geven geen grond/recht op
een vrijstelling.
9. De examencommissie heeft het recht om vrijstellingsverzoeken af te wijzen als dat leidt tot een
individueel programma dat als niet stimulerend voor de studievoortgang wordt geacht.
10. De examencommissie kan verzoeken tot het vrijstellen van vaardigheden afwijzen als tot de
mening van de examencommissie het onderhouden van deze vaardigheden een belangrijk doel is.
11. Studenten kunnen geen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de set van eindwerken.
12. Hardheidsclausule: de examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan
onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het vrijstellingenbeleid mochten
voordoen.
178
Bijlage H
Literatuurlijst
179