liturgie van deze dienst

Liturgie voor de avonddienst in kerkcentrum Open Hof
Op 30 november 2014 om 9:30 uur
Voorganger: ds. W.L. Terlouw
Organist: Harry Hamer
Vooraf zingen: Lied 440
Ga, stillen in den lande,
uw koning tegemoet,
de intocht is ophanden
van Hem die wonderen doet.
Gij die de Heer verwacht,
laat ons vóór alle dingen
Hem ons hosanna zingen.
Hij komt, Hij komt met macht.
Vat moed, bedroefde harten,
de koning nadert al.
Vergeet uw angst en smarten,
daar Hij u helpen zal.
Er is weer nieuwe hoop:
Hij noemt u zijn beminden,
in ’t woord laat Hij zich vinden,
in avondmaal en doop.
Wees onbezorgd, gij armen,
aan kinderen gelijk;
in koninklijk erbarmen
maakt God u groot en rijk.
Hij die het veld bekleedt,
de vogelen kan spijzen,
wil ook zijn kind bewijzen
dat Hij zijn noden weet.
Gij schenkt met volle handen,
die zelf de armoe draagt.
Gij maakt uzelf te schande,
die steeds naar zondaars vraagt.
Wij willen, groot en klein,
die ’t al van U ontvingen,
U ons hosanna zingen
en eeuwig dankbaar zijn.
Aanvang: Psalm 25a
Mijn ogen zijn gevestigd
op God, of Hij mij redt.
Mijn hart, hoezeer onrustig,
heb ik op Hem gezet.
Kan ik de nacht verduren,
waarin Gij verre zijt?
Gij zult mijn voeten sturen
in 't duister van de tijd.
Maar wees mij dan genadig
en richt mijn leven op,
dat ik opnieuw gestadig
kan gaan in 's levens loop.
Mijn hart, hoezeer onrustig,
heb ik op U gezet,
Mijn ogen zijn gevestigd
op U, tot Gij mij redt.
Bemoedigingen groet
Kaarsen + adventskaars
Zingen: Lied 437 : 1, 2, 4 en 6
Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer,
daal, Heiland, uit uw hemel neer.
Ruk open, rijt ze uit het slot,
de hemeldeuren, Zoon van God.
Dauw, hemelen, schenk u maatloos uit,
daal, Heer, als dauw op dorstig kruid.
Gij wolken, breek in regens neer,
regen de Heiland, Israëls Heer.
Waar blijft Gij toch, o ’s werelds troost,
die wij verbeiden onverpoosd?
O daal toch uit uw hoog paleis
in ons verloren paradijs.
Wij zijn hier in zo grote nood,
wij leven allen naar de dood.
O kom, en voer met sterke hand
ons weer terug in ’t vaderland.
Gebed
Zingen: Lied 833
Take, o take me as I am;
summon out what I shall be;
set your seal upon my heart and live in me.
Neem mij aan zoals ik ben,
wek in mij wie ik zal zijn,
druk uw zegel op mijn hart en leef in mij.
Inleiding kindernevendienst
Projectlied
Kijk eens in de verte, wat zie je dan?
Wat kun je verwachten, waar droom je van?
Met de wachter en Johannes, met Jesaja en Maria
met de herders kijken wij.
Want het donker gaat voorbij.
Lezing OT: Jesaja 64 : 1 - 9
Scheurde u maar de hemel open om af te dalen!
De bergen zouden voor u beven.
1
Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet,
zoals vuur water doet koken,
zo zou u uw vijanden uw naam laten kennen
en alle volken voor u laten beven,
2
omdat u de geduchte daden doet
waarop wij niet durven hopen.
Als u toch zou afdalen!
De bergen zouden voor u beven.
3
Nog nooit is zoiets gehoord,
niet eerder zoiets vernomen.
Geen oog zag ooit een god buiten u,
die opkomt voor wie op hem wacht.
4
U komt ieder tegemoet
die van harte rechtvaardig handelt,
die uw weg gaat, met u voor ogen.
Maar nu bent u in toorn ontstoken,
omdat wij gezondigd hebben.
Hadden we maar de oude weg gevolgd,
dan zouden we worden gered.
5
Wij allen zijn onrein geworden,
onze gerechtigheid is als het kleed
van een menstruerende vrouw.
Wij allen zijn als verwelkte bladeren,
verwaaid op de wind van ons wangedrag.
6
Er is niemand die uw naam aanroept,
die zich ertoe zet uw hand te grijpen.
U hebt uw gelaat voor ons verborgen,
u hebt ons moedeloos gemaakt
en ons overgeleverd aan ons eigen wangedrag.
7
Toch, HEER, bent u onze vader,
wij zijn de klei, door u gevormd,
wij zijn het werk van uw handen.
8
Laat uw grote toorn toch varen, HEER,
houd onze schuld niet steeds in gedachten,
maar zie ons aan: wij zijn toch uw volk?
9
Uw heilige plaatsen zijn een woestijn geworden:
Sion is een woestijn, Jeruzalem een woestenij.
Zingen: Lied 1008 : 1 en 2
Rechter in het licht verheven,
koning in uw majesteit,
louter ons geringe leven,
scheld ons onze schulden kwijt,
laat uw vleugelen ons omgeven,
troost ons met uw tederheid.
Hoor de bittere gebeden
om de vrede die niet daagt.
Zie hoe diep er wordt geleden,
hoe het kwaad de ziel belaagt.
Zie uw mensheid hier beneden,
wat zij lijdt en duldt en draagt.
Lezing NT: Markus 13 : 3 - 10 en 24 - 37
3
Toen hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en
Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met hem waren,
stelde Petrus hem de vraag: 4 ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal
gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover
is?’ 5 Jezus antwoordde: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. 6 Want
er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zich voor mij zullen uitgeven, en ze zullen veel mensen misleiden. 7 Als jullie berichten horen over oorlog en oorlogsdreiging, wees dan niet verontrust.
Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde nog niet
gekomen. 8 Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en
het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere, overal
zullen er aardbevingen en hongersnoden zijn: dat is het begin van
de weeën. 9 Wat jullie zelf betreft: pas goed op. Jullie zullen voor
het gerecht worden gesleept en in synagogen worden gegeseld, en
jullie zullen voor gouverneurs en koningen moeten verschijnen om
voor hen van mij te getuigen. 10 Want eerst moet aan alle volken het
goede nieuws worden verkondigd.
24
Maar in de dagen na de verschrikkingen zal de zon verduisterd
25
worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit
26
de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan
zal men de Mensenzoon zien komen op de wolken, bekleed met
27
grote macht en luister. Dan zal hij de engelen eropuit sturen om
zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeen te brengen, van het
uiteinde van de aarde tot het uiteinde van de hemel.
28
Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen
29
en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het
30
einde nabij is. Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet
31
verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. Hemel en aarde
32
zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen.
Niemand weet wanneer die dag of dat moment zal aanbreken, de
engelen in de hemel niet en de Zoon niet, alleen de Vader.
33
Pas op, wees waakzaam, want jullie weten niet wanneer die tijd
34
zal komen. Het is als met een man die op reis ging: hij verliet zijn
huis en droeg het beheer over aan zijn dienaren, die elk een eigen
taak kregen, en de deurwachter gaf hij opdracht om de wacht te
35
houden. Wees dus waakzaam, want jullie weten niet wanneer de
heer des huizes komt, ’s avonds, of midden in de nacht, of bij het
36
eerste hanengekraai, of ’s morgens vroeg. Laat hij jullie niet sla37
pend aantreffen wanneer hij plotseling komt. Wat ik tegen jullie
zeg, zeg ik tegen iedereen: wees waakzaam!’
Zingen: Lied 1008 : 3
Houd wat Gij hebt ondernomen,
klief het duister met uw zwaard.
Kroon de menselijke dromen
met uw koninkrijk op aard.
Laat de vrede eindelijk komen,
die uw hart voor ons bewaart.
Uitleg en verkondiging
Zingen: Lied 751
De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil,
maar zalig hij die toch reeds wacht
en Hem begroeten wil.
Want ook als niemand naar Hem vraagt
noch in zijn dag gelooft,
zijn komst wordt door geen macht vertraagd:
Hij heeft het zelf beloofd.
Wie waakt er als een trouwe knecht,
zijn meester toegedaan,
dat als de Heer komt om zijn recht
hij voor Hem kan bestaan?
Zijn onze lampen wel gereed
en branden ze wel goed,
zodat, als Christus binnentreedt,
Hij waardig wordt begroet?
De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil...
zalig die toch geduldig wacht
en Hem begroeten wil.
Gebeden
Gaven
Zingen: Lied 452
Als tussen licht en donker
de tijd zijn stroom versnelt,
zijn wij in U verzonken,
ons hart raakt niet ontsteld,
Gij leeft en houdt de wacht,
wij hebben niets te vrezen,
de slaap zal ons genezen.
Gij waakt de ganse nacht!
Die lange nacht, die winter
doorstaan wij met geduld;
wij leven ongehinderd,
de dagen zijn vervuld,
Gij hebt het woord volbracht,
dat feilloos staat geschreven
en keert niet ijdel weder.
Uw licht komt na de nacht!
O hemellichaam Jezus,
dat ieder mens verlicht,
wij staan in U te lezen,
Gij zijt ons vergezicht.
De dageraad breekt aan,
uw komst is niet te keren,
wil ons de eenvoud leren,
leer ons uw toekomst aan!
Zegen