Hof van Twente Mantelzorgbeleid Richtlijn voor 2014-2017 Hof van Twente 2013 Auteur: Afdelingshoofd: Wethouder: Nora Yilmaz Adrie Ouwehand Pieter van Zwanenburg Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Mantelzorg in het algemeen 2.1 Wat is mantelzorg 2.2 Positie mantelzorger 3. Mantelzorgondersteuning in onze gemeente 3.1 Wie zijn de mantelzorgers in onze gemeente? 3.2 Bestaande mantelzorgvoorzieningen in onze gemeente 4. Waar willen we als gemeente naar toe? 4.1 Het beleid 4.2 Lokale ontwikkelen 4.3 Landelijke ontwikkelingen 4.4 Belang van de mantelzorger en zijn systeem 5. Doelen 5.1 Algemene doelen 5.2 Specifieke doelen 6. Aanpak om te komen tot een mantelzorgbeleid 7. Financiële consequenties Bijlage 1 : Basisbehoefteschema: werkplan Bijlage 2 : Acht basisfuncties mantelzorg 2 Inleiding In de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) is in prestatieveld 4 vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. 2. Mantelzorg in het algemeen 2.1 Wat is Mantelzorg Mantelzorg is anders dan de gebruikelijke zorg en aandacht voor een naaste. Mantelzorg is niet iets incidenteels, het is structurele hulp aan bijvoorbeeld een dementerende vader of moeder, een gehandicapte zoon of dochter, een partner die een beroerte heeft gehad of een broer/zus met een psychische ziekte. Dat zijn mensen die meer dan acht uur per week of langer dan drie maanden voor een chronisch ziek, gehandicapt of hulpbehoevend familielid, vriend of buur zorgen. Ook kinderen en jongeren kunnen mantelzorger zijn. Deze hulp wordt verleend vanuit de relatie die er is, vrijwillig en onbetaald. Dit kan uit liefde of genegenheid zijn maar ook omdat het bieden van hulp als vanzelfsprekend wordt ervaren. Mantelzorg overkomt je omdat de persoonlijke band meestal geen andere keuze toelaat. Hulp geven is vanzelfsprekend. Dat doe je gewoon. Ongemerkt gaat hier steeds meer tijd en energie in zitten. Vaak is het een dagtaak naast baan en gezin. Mantelzorg is intensief werk waar soms zelfs geen beroepsmatige zorgverlener aan te pas komt. Mantelzorg kan op den duur leiden tot een zware psychische en/of fysieke belasting en, uiteindelijk, overbelasting van de mantelzorger. De zorg neemt vaak geleidelijk aan toe. Deze zorg kan variëren van sociale steun tot (samen) boodschappen doen tot eens naar buiten kunnen gaan of overnemen van taken in de persoonlijke verzorging De mantelzorger ervaart de zorg in eerste instantie als vanzelfsprekend. Maar bij toenemende belasting kan het gevoel van morele verplichting ontstaan en daarmee neemt de kans op overbelasting toe. Mantelzorgers die zich overbelast of zwaarbelast voelen, lopen een verhoogd risico om ziek te worden en uit te vallen. Mantelzorgers onderscheiden zich hierin van vrijwilligers. Vrijwilligers hebben geen emotionele band met de zorgvrager en kunnen zich makkelijker terugtrekken uit een situatie. 3 2.2 Positie mantelzorger Volgens Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) waren er in 2010 naar schatting 3.5 miljoen mantelzorger actief in Nederland. Daarvan verleende 2,6 miljoen meer dan 8 uur per week mantelzorgtaken en/of langer dan drie maanden per jaar voor een ander (20% van de volwassen bevolking). 1,1 miljoen mensen geven zowel intensief als langdurig hulp 450.000 mantelzorgers voelen zich zwaarbelast of overbelast Van de mantelzorgers tussen de 18 en 65 jaar heeft 71% naast de zorgtaken ook betaald werk een kwart van alle jeugdigen van 12-15 jaar groeien op met ziekte en zorg in de thuissituatie. Voor de gemeente Hof van Twente zou 20% van de volwassen bevolking (27.751) neerkomen op ongeveer 5.550 inwoners die meer dan 8 uur per week en/of langer dan drie maanden per jaar voor een ander zorgen. 3. Mantelzorgondersteuning in Hof van Twente 3.1 Wie zijn de mantelzorgers in onze gemeente? Om de mantelzorgers en het ondersteuningsaanbod voor de mantelzorgers binnen onze gemeente in kaart te brengen is hiernaar onderzoek1 verricht. De resultaten zijn onderstaand neergelegd. Over het algemeen verleent de mantelzorger in de gemeente mantelzorg vanuit liefde en genegenheid. De mantelzorger vindt het vanzelfsprekend mantelzorg te verlenen. Uit het onderzoek is gebleken dat 81 % van de mantelzorgers vrouw is. Uit onderstaande overzicht blijkt dat vooral de categorie 35-64 jaar en de categorie 65 en ouder mantelzorg verlenen. 17 jaar of jonger 18-34 jaar 35-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar en ouder 1% 1% 47 % 24% 26% Aan wie wordt mantelzorg verleend? Echtgeno(o)t(e) of partner (schoon)ouders Pleeg- en stiefkinderen Andere familieleden Buren vrienden of kennissen Anders 47 % 25 % 15 % 9% 3% 2% Uit bovenstaand tabel blijkt dat met name mantelzorg aan echtgen(o)t(e) of partner en (schoon)ouders word verleend. 1 SGBO. Onderzoek naar de klanttevredenheid van mantelzorgers in Hof van Twente. Hof van Twente 2010. 4 Wat is de situatie van de verzorgde? Lichamelijke beperkingen (handicap) Algemene, lichamelijke beperkingen door ouderdom Dementie / geestelijke achteruitgang Niet alleen kunnen zijn Psychische problemen gedragsproblemen Verstandelijke handicap Anders 43 % 39% 24 % 19 % 14 % 14 % 10 % 8% In de meeste gevallen heeft de verzorgde een lichamelijke beperking door handicap of ouderdom of lijdt aan dementie. Vormen van hulp die de mantelzorger verleent. Vervoer en begeleiding bij bezoeken Gezelschap troost, afleiding Aanvragen en regelen van voorzieningen Administratieve hulp (bijv. financiën) Hulp bij het huishouden Verpleegkundige hulp (bijv. toedienen van medicijnen) Persoonlijke verzorging (bijv. wassen en aankleden) Anders 65 % 64 % 56 % 55 % 42 % 36 % 35 % 8% Wat zijn de behoeften van de mantelzorger met andere woorden van welke ondersteuning wordt op dit moment gebruik gemaakt? Informatie, advies en begeleiding Educatie (cursussen, voorlichtingsbijeenkomst) Materiele hulp (bijv. woningaanpassing t.b.v. mantelzorger, parkeerpas Financiële tegemoetkoming Respijtzorg (zorg deels en/of tijdelijk overgenomen) Emotionele steun Praktische hulp (bijv. kinderopvang, administratieve hulp) 5 37 % 20 % 37 % 53 % 19 % 24 % 14 % 3.2 Bestaande mantelzorgvoorzieningen in onze gemeente. Mantelzorgondersteuning is een verzamelterm voor voorzieningen en diensten die de draagkracht van mantelzorgers vergroten of de draaglast verlichten. Steunpunt Informele zorg Twente Mantelzorgers worden in de gemeente Hof van Twente sinds 2005 ondersteund door onder meer het Steunpunt informele zorg Twente (SIZT). Het SIZT is gevestigd aan de Rozenstraat te Goor. Dit steunpunt is vijf dagen per week van 9.00 – 16.00 uur telefonisch bereikbaar. Tijdens de afwezigheid van de consulent staat de telefoon doorgeschakeld naar het centrale nummer in Hengelo. Er is een consulent voor 15 uur in de week werkzaam voor het steunpunt. Het steunpunt werkt volgens haar werkplan Steunpunt mantelzorg Hof van Twente. Op 01-03-2013 stonden 378 mantelzorgers geregistreerd bij het SIZT. De activiteiten die de SIZT uitvoert, zijn ingedeeld in de acht basisfuncties (bijlage 1) die het ministerie van WVS hanteert. Thuiszorg instellingen De thuiszorg instellingen verzorgen ondersteuning middels Preventieve ondersteuning Mantelzorgers (POM). POM is een methode voor vroegsignalering van mantelzorgers, gericht op het versterken van de persoonlijke en sociale hulpbronnen van de mantelzorger en het wegnemen van belemmeringen voor het zoeken en accepteren van hulp. Uiteindelijke doel is het voorkomen van overbelasting. POM zoekt mantelzorgers op in plaats van te wachten tot zij zichzelf melden omdat zij in veel gevallen te weinig of te laat gebruik maken van ondersteuningsmogelijkheden. Hoewel wij geen financiële relatie hebben met thuiszorginstellingen willen wij ze hier wel noemen ten aanzien van samenwerking in de toekomst gezien de toekomstige overheveling van (AWBZ-)zorg taken. Door verschillende landelijke en lokale ontwikkelingen is het nodig om ons huidige mantelzorgbeleid en mantelzorgactiviteiten te actualiseren en aan te passen daar waar het niet voldoet aan de behoeftes of waar het onvoldoende aansluit op vernieuwende ideeën en ontwikkelingen 4. Waar willen we als gemeente naar toe? 4.1 Het beleid Momenteel hebben we binnen onze gemeente het beleid met betrekking tot mantelzorg niet in een aparte notitie beschreven. Er zijn wel verschillende beleidsstukken vastgesteld die richting geven aan het welzijn-/zorgbeleid namelijk Beleidskader Welzijn 2014-2017 en WMO-beleidsplan 2013- 2017. De algemene doelstelling van het Wmo-beleid binnen de gemeente: “het helpen van de burgers om activiteiten te ontplooien, te participeren en actief mee te doen in de samenleving”. Voorop staat dat burgers zich met elkaar kunnen verbinden en elkaar kunnen helpen daar waar dat nodig is. Daarnaast is het van belang dat de burger wordt ondersteund. Ondersteuning van burgers die zonder deze hulp niet actief mee kunnen doen aan de samenleving. Zo worden zorgactiviteiten ingezet om de eigen kracht en zelfredzaamheid te 6 bevorderen. Hiermee kan soms voorkomen worden dat mensen een (groter) beroep op betaalde zorg gaan doen. Tevens is onze gemeente reeds op verschillende manieren bezig invulling te geven aan de in het beleidskader Welzijn geformuleerde doelstellingen, te weten: het versterken van de kracht van de samenleving, het versterken van de zelfredzaamheid en het bevorderen van de maatschappelijke participatie. De doelstelling van het mantelzorgbeleid is het bieden van ondersteuning aan mantelzorgers die dit nodig hebben, met speciale aandacht voor diegene die het zwaarst belast zijn in samenwerking met lokale en regionale partners. Er wordt zoveel mogelijk lokaal maatwerk geleverd aan zoveel mogelijk mantelzorgers. 4.2 Lokale ontwikkelingen Er zijn een aantal lokale ontwikkelingen gaande in het kader van: de Kanteling, Het gesprek, het procesmanagement en de wijkserviceteams die van invloed zijn op de te verstrekken ondersteuning aan mantelzorgers. Met het opzetten van wijkserviceteams wordt door verschillende partijen wijkgericht samengewerkt binnen een aangewezen wijk. Doel hiervan is vroegtijdig te signaleren, kennisuitwisseling tussen verschillende partijen maar vooral samenwerking met de verschillende partijen waarbij de burger centraal uitgangspunt is die door gebruik van eigen kracht dan wel ondersteuning uit de eigen omgeving vroegtijdig geholpen wordt. De zorgstructuur 0 tot 100 jaar wordt verder geprofessionaliseerd met als doel dat niemand buiten de boot valt. Binnen onze gemeente is een procesmanager jeugd (0-23) en een procesmanager 23+ werkzaam. De procesmanager 23+ is er voor alle multiproblem situaties binnen de gemeente. Om de lokale ontwikkelingen verder te intensiveren is aan Stichting Welzijn Ouderen (SWO) de opdracht gegeven om een optimale samenwerking (onder regie van de gemeente) te realiseren tussen de verschillende welzijnsinstellingen (Steunpunt Informele Zorg (SIZ), Servicepunt Vrijwilligerswerk (Scala) en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)) die werkzaam zijn op het gebied van zorg en welzijn. Het gaat er om maximalisatie te bereiken op het gebied van informatie en advies, zowel inhoudelijk als praktisch. Van belang is de samenwerking op het gebeid van vrijwilligersbeleid. De doelgroep die het betreft is breed: het gaat om ouderen, jongeren, gehandicapten en ook anderen die behoefte hebben aan informatie, advies en ondersteuning op het gebied van welzijn en zorg. Als laatste lokale ontwikkeling is de methode Het Gesprek in het kader van de Kanteling te noemen. Het Gesprek ia een gezamenlijke methode van zowel de gemeente, overheid en het maatschappelijk veld. Iedere burger die een probleem heeft met participatie kan zich voegen bij het meldpunt (een nog nader in te richten loket) waar de burger in een gesprek met iemand van een welzijnsinstelling kan aangeven welke ondersteuning hij/zij wenst. 4.3 Landelijke ontwikkelingen Op het terrein van zorg en welzijn is sprake van decentralisatie. De centrale overheid treedt terug en steeds meer taken op dit terrein worden lokaal of regionaal geregeld. Deze trend zet 7 zich naar verwachting in de komende jaren verder door. Een ander deel van de taken op het gebied van zorg en welzijn worden overgelaten aan de markt of de civil society. Zo leiden de bezuinigingen op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) er in toenemende mate toe, dat mensen min of meer gedwongen worden, eerst een beroep te doen op zorg uit eigen omgeving. Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007, zijn de gemeenten concreet aan zet om ondersteuning mantelzorgers en de intensieve vrijwilligerszorg mogelijk te maken en te financieren. Hiermee is voor gemeenten een nieuw beleidsterrein van informele zorg ontstaan, waarin de traditionele scheiding tussen zorg en welzijn geheel of gedeeltelijk verdwijnt. 4.4 Belang van de mantelzorger en zijn systeem Mantelzorgers maken het voor de zorgvrager mogelijk om mee te doen aan de maatschappij, doordat zij vaak zelfstandig kunnen blijven wonen. Daarnaast dragen mantelzorgers bij aan het betaalbaar houden van de Nederlandse zorg door de betaalde zorg gedeeltelijk te ontlasten. Nu er steeds meer druk komt op mantelzorgers is het van belang inzicht te hebben in de achtergrond van de mantelzorgers, de aard van de problematiek en de behoefte aan ondersteuning. Onze gemeente vindt dat de inzet van mantelzorgers belangrijk is, dus moeten zij niet overbelast raken. Ondersteuning van de mantelzorger is dus van belang. Om dat zo goed mogelijk te doen krijgt het steunpunt voor mantelzorg samen met andere instellingen de opdracht te komen tot een werkplan waarin opgenomen is hoe de ondersteuning eruit ziet voor de mantelzorger nu en in de toekomst. Waar staat de mantelzorger? De mantelzorger functioneert binnen een groter systeem (maatschappelijke speelveld) van met elkaar in verbinding staande actoren, o.a. familieleden, buren, gemeente, aanbieders van zorg en welzijn, etc. Onderstaande schema geeft het mantelzorgsysteem weer in de maatschappelijke speelveld van de zorgvrager in de 0e- ,1e -en 2e lijn. Centraal in dit speelveld staat de zorgvrager (burger). De zorgvrager heeft in eerste instantie een eigen verantwoordelijkheid waar het gaat om deelname aan de samenleving. Als blijkt dat er belemmeringen zijn om deel te kunnen nemen dan wordt in eerste instantie hulp gezocht bij de partner, kinderen (gezin), overige familieleden, vrienden en buren (0elijn). Mantelzorgers maken hiervan onderdeel uit. Indien de hulp uit de 0e lijn niet mogelijk is of er aanvullende ondersteuning en/-of zorg nodig is (b.v. materiele hulp, emotionele ondersteuning) dan kunnen zowel de zorgvrager als de mantelzorger in aanraking komen met actoren in de oe lijn die een specifiek aanbod hierop hebben. Het betreft SIZT, welzijnsorganisaties, vrijwilligers etc. Indien deze ondersteuning ook niet voldoende is, zal zorg vanuit professionele instellingen (aanbieders van zorg in 1elijn) nodig zijn. Blijkt deze ondersteuning eveneens niet toereikend te zijn, dan is doormiddel van doorverwijzing naar zorgaanbieders in de 2e lijn mogelijk. Dan kan het zijn dat bijvoorbeeld opname in een ziekenhuis of instelling nodig is. 8 Schema : mantelzorgsysteem Samenwerking en afstemming tussen alle actoren, zowel binnen de betreffende cirkels als tussen de cirkels onderling, is essentieel voor het succesvol functioneren van het systeem. Indien alle actoren hun verantwoordelijkheid nemen door bijvoorbeeld tijdig hulp te vragen, tijdig te signaleren en in te grijpen, een hulpvraag systematisch dus vanuit alle perspectieven (zorgvrager en zijn of haar omgeving) te benaderen zal het systeem succesvol functioneren. Indien dit niet het geval is, ontstaat er een risico voor het functioneren van het systeem als geheel en in dit geval in het bijzonder voor de zorgvrager en de mantelzorger. 9 5. Doelen Mantelzorgers zijn belangrijk binnen onze samenleving en verdienen daarbij ondersteuning en waardering. De hoofddoelstelling van het mantelzorgbeleid is het bieden van ondersteuning aan mantelzorgers die dit nodig hebben, met speciale aandacht voor diegene die het zwaarst belast zijn in samenwerking met lokale en regionale partners. Er wordt zoveel mogelijk lokaal maatwerk geleverd aan zoveel mogelijk mantelzorgers. Om deze ambitie te verwezenlijken zijn zowel algemene als specifieke doelen (voor de invulling van de basisfuncties ) geformuleerd. Door verschillende landelijke en lokale ontwikkelingen is het nodig om ons huidige mantelzorgbeleid en mantelzorgactiviteiten te actualiseren en aan te passen aan de door ons gestelde doelen om hiermee onze doelstelling te realiseren. 5.1 Algemene doelen Het voldoende invullen en afstemmen van de basisfuncties mantelzorgondersteuning, in overeenstemming met de specifieke behoefte van de mantelzorgers Bij het invullen van de basisfuncties wordt, waar mogelijk, aangesloten bij reeds bestaande vormen van ondersteuning. Het ondersteuningsaanbod dient inzichtelijk en toegankelijk te zijn voor zowel mantelzorgers als professionals/-vrijwilligers die in hun werk te maken hebben met mantelzorgers. Het aanbod sluit aan op de vraag (behoefte) van de mantelzorgers en aanbieders stemmen het aanbod onderling af en maken hierbij gebruik van elkaars expertise. Mantelzorgondersteuning is een gezamenlijke verantwoordelijkheid/- samenwerking tussen alle actoren binnen het systeem staat centraal Mantelzorgondersteuning is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Alle actoren binnen het systeem nemen hun verantwoordelijkheid en werken samen waar het gaat om signalering, het verstrekken van de juiste informatie en doorverwijzing. Mantelzorgers en zorgvragers hebben een verantwoordelijkheid om hun stem te laten horen en om hulp te vragen en te zoeken. Het mantelzorgsysteem kan alleen succesvol functioneren indien alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen en hierin actief samen werken. Binnen het mantelzorgsysteem is er specifieke aandacht voor preventie en (vroeg)signalering Preventief ingrijpen (het signaleren van een mantelzorger) en het zien van de eerste signalen van overbelasting is noodzakelijk om te voorkomen dat mantelzorgers uitvallen. Een goed functionerend systeem van vroegsignalering en de beschikbaarheid over een instrument om overbelasting tijdig te signaleren zijn hierbij onmisbaar. Een dergelijk systeem omvat dat actoren om de mantelzorger heen in staat zijn tot vroegsignalering en zodanige toeleiding dat ondersteuning geboden gaat worden, alsmede dat er instrumenten bestaan om vroegtijdig te kunnen signaleren en oorzaken aan te pakken. Toerusting van de professionals (kennis/kunde) op dit terrein betreft een verantwoordelijkheid van de organisatie waar de professional werkzaam is. Signalering van mantelzorgers dient tevens onderdeel te zijn van prestatieafspraken van gemeente Hof van Twente met andere gesubsidieerde instellingen. Binnen het mantelzorgsysteem is er specifieke aandacht voor curatie en nazorg Helaas is het in de praktijk niet altijd mogelijk om alle mantelzorgers vroegtijdig in beeld te krijgen. Ook is het niet zo dat wanneer de mantelzorg is beëindigd, b.v. omdat de zorgvrager 10 is overleden, er geen ondersteuningsbehoefte meer is. Denk alleen al aan de mentale belasting die ook na het beëindigen van de mantelzorgtaak vaak nog lang effect heeft op het functioneren van de mantelzorger. Naast preventie en vroegsignalering, dient binnen het systeem dan ook blijvend aandacht te zijn voor curatie, dus specifieke inzet op mantelzorgers die overbelast zijn, en nazorg, ondersteuning na beëindiging van mantelzorg. De mantelzorger speelt een rol bij de Indicatiestelling AWBZ en de Individuele verstrekkingen Wmo Bij de indicatiestelling voor de AWBZ en de gemeentelijke individuele verstrekkingen moet duidelijk worden welke rol de mantelzorger kan en wil vervullen en wat mogelijk kan worden ingezet om de draaglast voor de mantelzorger te verminderen. Daar komt bij dat de gemeente in het kader van de transitie AWBZ, fasegewijs verantwoordelijk wordt voor de functie extramurale begeleiding. Deze functie is bedoeld voor mensen met somatische, psychogeriatrische of psychiatrische problematiek, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, die matige of zware beperkingen hebben. Bij een deel van deze doelgroep hebben mantelzorgers een grote rol. Als de mantelzorg wegvalt, is intramurale opname vaak het enige alternatief. De begeleiding wordt in deze gevallen ook ter ontlasting van mantelzorgers ingezet, want het langdurige en intensieve beroep dat op hen wordt gedaan, leidt vaak tot overbelasting. Het steunpunt mantelzorg is ‘Spin in het web’ en samenwerkingspartner Het lokale mantelzorgsteunpunt neemt een centrale positie in binnen het systeem. Direct voor onze lokale mantelzorgers (gesprek, advies en doorverwijzing) en indirect voor vrijwilligers en professionals werkend met mantelzorgers (Gesprek met mantelzorger en doorverwijzen naar het steunpunt). Zowel vrijwilligersorganisaties als professionals werken in onze organisatie volgens de methode Het Gesprek. Dat betekent dat zorgvragers op een zelfde wijze aangesproken wordt (zij brengen de vraag in beeld en zijn verantwoordelijk voor doorverwijzing) en indien blijkt dat de zorgvrager mantelzorg ontvangt doorverwezen wordt naar het steunpunt. Er is sprake van een goede samenwerking tussen het steunpunt, de mantelzorgers en de professionals/-vrijwilligers die vanwege hun werk in aanraking komen met mantelzorgers. Mantelzorgbeleid is onderdeel van meerdere beleidsgebieden In alle facetten van het gemeentelijk beleid wordt rekening gehouden met mensen die mantelzorg verlenen. Denk hierbij aan zorg, wonen ( bijvoorbeeld de mogelijkheid van meer generatie-erven in het buitengebied), welzijn, arbeid en inkomen en onderwijs. Werkgevers kunnen b.v. worden geconfronteerd met werknemers die mantelzorg verlenen en daarom geregeld verzuimen. Scholen krijgen te maken met leerlingen die doodmoe in de schoolbank zitten, omdat ze bijvoorbeeld thuis mantelzorg verlenen aan een hulpbehoevende ouder. Zowel regionaal als lokaal is reeds een aanbod voor mantelzorgers (Steunpunt). Wij streven er naar dit aanbod blijvend af te stemmen op de vraag van onze mantelzorgers, en integraal in overeenstemming te brengen met actuele ontwikkelingen binnen de samenleving. Maak gebruik van elkaars expertise! Verbeteren van het functioneren van bestaande voorzieningen gaat voor investeringen in nieuwe voorzieningen. 11 5.2 Specifieke doelen Informatie Toegankelijke, volledige en juiste informatieverstrekking over ondersteuningsmogelijkheden vanuit alle ingangen waar (potentiële) mantelzorgers direct/- indirect mee in aanraking komen, bij voorkeur via de vindplaatsen (o.a. huisarts, onderwijs, steunpunt mantelzorg, bedrijven etc.) Veel mantelzorgers worden niet bereikt of weten niet goed waar informatie te halen is wanneer zij vragen hebben over ondersteuningsmogelijkheden. Het bereiken van mantelzorgers is en blijft dan ook een uitdaging. Het is om deze reden belangrijk dat de informatie duidelijk is en afgestemd is op de doelgroep, wat zowel de mantelzorgers betreft als ook hun omgeving. Niet alleen aan de gemeentelijke balie maar ook binnen diverse instellingen vindt contact plaats met mantelzorgers en hun omgeving. Wij vinden het belangrijk dat op zoveel mogelijke ontmoetingspunten informatie ligt of aanwezig is zodat deze breed toegankelijk is. De informatie moet ook volledig en juist zijn zodat de mantelzorger of zijn omgeving keuzes kan maken in wat hen het beste past aan ondersteuningsmogelijkheden. Met al onze partners in het maatschappelijk veld zullen wij als gemeente de voorwaarde opnemen dat zij werken aan een actieve benadering van mantelzorgers door tevens passende informatie te verstrekken, dan wel doorverwijzen naar ondersteuning die gevraagd worden. Advies en begeleiding Advies en begeleiding moet zo dicht mogelijk in de buurt van mantelzorgers gegeven worden (vindplaatsen). Het verstrekken van informatie is voor veel mantelzorgers niet voldoende. Zij hebben behoefte aan verdergaande ondersteuning. Mantelzorgers vinden het vaak moeilijk om (langere tijd) van huis te zijn. Tevens kan het combineren van werk en mantelzorg een probleem zijn, waardoor er geen tijd meer voor de mantelzorger zelf is. Om tal van redenen is het daarom van belang dat er advies en begeleiding is, die antwoord geeft op al die vraagstukken die er bij een mantelzorger leven. Wij vinden het belangrijk dat het advies of begeleiding zoveel mogelijk in de thuissituatie gegeven wordt, dan wel op wijkniveau geregeld is. Een goed advies of begeleiding kan enkel gegeven worden als er een actueel beeld is over wat er zich om de mantelzorger afspeelt. De mogelijkheden van de mantelzorger zelf én die van de omgeving van mantelzorger kunnen dan optimaal meegewogen worden in de vraag naar ondersteuning. Emotionele steun Emotionele steun moet toegankelijk zijn voor alle mantelzorgers en dient te worden aangepast aan de doelgroep Indien emotionele steun nodig is, is het tevens belangrijk om te weten hoe de mantelzorger deze steun wilt ontvangen. Een uurtje op spreekuur komen of naar een mantelzorgsalon gaan, is niet voor alle mantelzorgers de vorm van ondersteuning die beantwoord aan deze behoefte. Wij vragen de organisatie die in onze gemeente gespecialiseerd is in de ondersteuning aan mantelzorgers dit verder te onderzoeken. Wij zien graag meerdere mogelijkheden in het organiseren van emotionele steun. 12 Educatie Er is een adequaat educatief aanbod voor mantelzorgers in de gemeente Hof van Twente, dat zowel voorziet in het aanleren van kennis en vaardigheden op het gebied van zorg, als mentale vaardigheden om mantelzorgers om te leren gaan met hun zorgtaak. Mantelzorg overkomt je, in de meest gevallen zijn mensen hier niet op voorbereid. Mantelzorg vraagt vaak veel kennis en vaardigheden van mensen, zij nemen taken op zich die in andere gevallen door professionals in de zorg worden uitgevoerd. Daarnaast vraagt mantelzorg ook om specifieke mentale vaardigheden. Hierin is educatie een belangrijke ondersteuning. Mantelzorgers kunnen bijvoorbeeld vaardigheden aangeleerd worden om hun grenzen aan te geven, maar ook om te leren omgaan met de mening van hun omgeving. In onze visie wordt daarom nadrukkelijk benoemd dat educatie zich zowel moet richten op kennis en vaardigheden van het zorgen, als ook de mentale gezondheid van mantelzorgers. Dit alles om de belasting van de zorg aan te kunnen maar ook de belastbaarheid van de mantelzorger te versterken. Opgemerkt dient te worden dat ons inziens educatie in gezamenlijkheid geboden kan worden. Ook instellingen van zorg en opvang of opleidingsinstituten kunnen hierin participeren en hun aanbod presenteren. Praktische hulp Indien nodig moet een mantelzorger tijdelijk taken uit handen kunnen geven aan andere zorgverleners. Dit aanbod moet bekend zijn en toegankelijk. Naast het opdoen van kennis en vaardigheden, is het soms ook nodig dat een mantelzorger praktische hulp krijgt. Deze hulp bestaat kortgezegd uit „handjes‟. Het gaat dan vaak om zorgvrijwilligers die al dan niet gecoördineerd, door een gespecialiseerde organisatie in de ondersteuning aan mantelzorgers, ondersteuning bieden aan de mantelzorger. De hulp kan zeer gevarieerd zijn van het helpen in de tuin tot het voor korte tijd opvangen van de zorg voor de verzorgende, zodat de mantelzorger zelf iets kan ondernemen voor zich zelf. Respijtzorg Er zijn verschillende vormen van respijtzorg die al dan niet binnen de gemeente van Hof van Twente geboden kan worden. Mantelzorgers kunnen de zorg langer volhouden als zij af en toe de zorg uit handen kunnen geven en zelf nieuwe energie kunnen opdoen. Een tijdelijke en volledige overname van zorg met als doel de mantelzorger een adempauze te geven noemen we respijtzorg. Nu de decentralisaties van extramurale begeleiding en kortdurend verblijf doorgaan, wordt respijtzorg steeds meer de verantwoordelijkheid die door gemeenten moet worden opgepakt. Daarom willen wij als gemeente het aanbod van respijtzorg beter in kaart krijgen, zowel lokaal als regionaal. Wij vragen de organisatie die in onze gemeente gespecialiseerd is in de ondersteuning aan mantelzorgers dit verder te onderzoeken. Wij zien graag meerdere mogelijkheden in het organiseren van respijtzorg. De volgende onderdelen dienen in het onderzoek meegenomen te worden als het gaat om respijtvoorziening: 1. Mogelijkheid vrijblijvend kennis te maken 2. Gebruik van checklist bij zorgoverdracht 3. Vaste contactpersoon voor zorgvrager én mantelzorger 4. Afspraken over „achterwacht‟ (in geval van calamiteiten) 5. Mogelijkheid voor nagesprek 6. Hulp bij het regelen van de zorg 13 7. Mogelijkheid om te reserveren met garantie op plaats 8. Flexibele tijden 9. Specifieke deskundigheid aanwezig indien nodig 10. Specifieke hulpmiddelen aanwezig indien nodig Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek willen wij als gemeente ook instellingen van zorg en opvang, zorgvrijwilligers en/of andere organisaties betrekken bij de invulling van respijtzorg. Gezamenlijk kan dan voorzien worden in de diverse behoeften van mantelzorgers. Financiële tegemoetkoming Financiële belemmeringen mogen geen reden zijn om te stoppen met mantelzorg, dan wel er niet aan te beginnen. Mantelzorgers worden vanuit het steunpunt optimaal geïnformeerd over de mogelijkheden. De extra kosten voor mantelzorger zijn bijvoorbeeld reiskosten. Ook kan het inkomen veranderen, doordat hij of zij minder gaat werken. Op verschillende manieren kun je dan financiële hulp krijgen. Sommige hulp is specifiek voor mantelzorgers. Andere hulp is meer voor de zorgvrager. Wij zien graag als gemeente dat het aanbod van financiële tegemoetkomingen beter bekend is bij mantelzorgers. Wij vragen de organisatie die in onze gemeente gespecialiseerd is in de ondersteuning aan mantelzorgers dit verder te onderzoeken. Mogelijk aanbod is te vinden bij: algemene bijstand, de bijzondere bijstand, TOG, belastingen, zorgtoeslagen, schuldsanering, mantelzorgcompliment en dergelijke. Mede omdat in de afgelopen periode vele veranderingen zijn doorgevoerd is een actueel overzicht van groot belang. Materiële hulp Bij het toekennen van materiele hulp aan de zorgvrager zal de mantelzorger betrokken worden. Materiële hulp richt zich op de hulpbehoevende en stelt die in staat om actief te blijven in de maatschappij. Als de materiële hulp goed georganiseerd is, hebben mantelzorgers er zelf ook baat bij wanneer de mantelzorger betrokken wordt bij de toekenning van ervan. Onder materiele hulp vallen onder meer: vervoer, hulpmiddelen en woningaanpassingen. 6. Aanpak om te komen tot een mantelzorgbeleid Met in achtneming van de door ons geformuleerde doelstellingen (hoofdstuk 5) zal op basis van de gemeten behoeftes van onze mantelzorgers (paragraaf 3.1) en de acht basisfuncties (bijlage 2) een basisbehoeften schema (werkplan) opgezet worden. Een dergelijk schema zal dan met alle betrokken instellingen in- en aangevuld worden. In opdracht van de gemeente zal SIZ, in samenwerking met alle betrokken instellingen, het werkplan realiseren. In bijlage 1 is een (lay-out) schema opgenomen waarin het steunpunt mantelzorg in samenwerking met andere betrokken instellingen het schema verder completeert waarbij aangegeven word wie, welke, welke activiteiten in het basisbehoefteschema op zich gaat nemen. Om draagvlak te creëren dient er dus een nauwe samenwerking te zijn met de verschillende zorginstellingen. In de loop van 2013 zal de definitieve werkplan worden gepresenteerd. Dit werkplan zal als een meetinstrument fungeren op basis waarop eveneens gemonitord zal worden. 14 In bijlage 2 zijn de acht basisfuncties opgenomen die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (WVS) binnen het mantelzorgbeleid heeft gedefinieerd om te komen tot een kwalitatief goed ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers. 7.Financiele consequenties Zowel in 2012 als 2013 heeft de SIZT voor haar uitgevoerde/uit te voeren activiteiten een subsidiebedrag van € 72.537,26 ontvangen. Vooralsnog gaan we er van uit dat het te realiseren werkplan voor 2014 en verder geen financiële consequenties heeft. Wij verwachten wel een groter rendement te realiseren in termen van de te bereiken resultaten zoals genoemd in deze beleidsnotitie. 15 Bijlage 1: Basisbehoefte schema: werkplan Onderstaand schema is niet definitief. De kolommen “Activiteiten” en “Actoren” in het schema zijn niet ingevuld. De bedoeling is dat SIZ, in samenwerking met andere betrokken instellingen, onderstaande basisbehoeften schema completeert waarbij aangeven word wie, welke activiteit in het basisbehoefteschema op zich gaat nemen. Om draagvlak te creëren dient er dus een nauwe samenwerking te zijn met de verschillende zorginstellingen. In de loop van 2013 zal de definitieve basisbehoefte schema worden gepresenteerd. Activiteiten Basisbehoefte Informatie Positieve, toegankelijke en correcte informatieverstrekking over ondersteuningsmogelijkheden vanuit alle ingangen waar (potentiële) mantelzorgers direct/- indirect mee in aanraking komen, bij voorkeur via de vindplaatsen (o.a. huisarts, onderwijs, steunpunt mantelzorg, bedrijven etc.) Basisbehoefte Advies en begeleiding Advies en begeleiding moet zo dicht mogelijk in de buurt van mantelzorgers gegeven worden (Vindplaatsen). Basisbehoefte Emotionele steun Emotionele steun moet toegankelijk zijn voor alle mantelzorgers en dient te worden aangepast aan de doelgroep Basisbehoefte Educatie Er is een adequaat educatief aanbod voor mantelzorgers in de gemeente Hof van Twente, dat zowel voorziet in het aanleren van kennis en vaardigheden op het gebied van zorg, als mentale vaardigheden om mantelzorgers te leren om te gaan met hun taak. Basisbehoefte Praktische hulp Indien nodig moet een mantelzorger tijdelijk taken uit handen kunnen geven aan andere zorgverleners. Dit aanbod moet bekend zijn en toegankelijk. 16 Actoren Basisbehoefte Respijtzorg Het mantelzorgsteunpunt/- Wmo loket informeert mantelzorgers goed over de mogelijkheden van verschillende vormen van respijtzorg. Respijtzorg stimuleren binnen de gemeente Hof van Twente? Basisbehoefte Financiële tegemoetkoming Financiële belemmeringen mogen geen reden zijn om te stoppen met mantelzorg, dan wel er niet aan te beginnen. Mantelzorgers worden vanuit het steunpunt optimaal geïnformeerd over de mogelijkheden. Basisbehoefte Materielehulp Bij het toekennen van materiele hulp aan de zorgvrager zal de mantelzorger betrokken worden. Inzet wordt gepleegd vanuit alle relevante ingangen (Steunpunt mantelzorg, Wmo – loket, balie gemeente, etc) 17 Bijlage 2 Acht Basisfuncties Mantelzorg Om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van prestatieveld 4 van de Wmo zijn de basisfuncties mantelzorg ontwikkeld. Gemeenten kunnen deze basisfuncties gebruiken om de huidige situatie in hun gemeente in kaart te brengen. Ook eventuele verbeterpunten worden op deze manier zichtbaar. Bovendien vormen de basisfuncties een handreiking om de lokale ondersteuningsstructuur effectief in te richten, aan te sturen, en lokale inspanningsverplichtingen te formuleren. Hieronder zijn de verschillende basisfuncties (zoals omschreven door het ministerie van VWS) mantelzorg beschreven. Basisfunctie 1: Informatie Mantelzorgers hebben behoefte aan informatie. Informatie over ziekten en beperkingen, over beschikbaar hulpaanbod en over hoe om te gaan met het mantelzorgerschap. De basisfunctie Informatie is hierdoor de eerste stap richting andere vormen van mantelzorgondersteuning. Informatie moet daarom in vele vormen en langs verschillende kanalen worden geboden. Naast een fysiek loket kan gedacht worden aan: schriftelijke informatie bij bibliotheken, apotheek, thuiszorginstellingen etc; een mantelzorggids; aanpassing van het trefwoordenregister op de website van de gemeente; een aparte webpagina of verwijzing daar naartoe en/of bijzondere gelegenheden als: dag van de mantelzorger, mantelzorgcafé etc. Basisfunctie 2: Advies en begeleiding Informatie alleen is vaak niet genoeg. Veel mantelzorgers hebben vooral een luisterend oor nodig om hun vragen te verhelderen en begeleiding bij het vinden van passende oplossingen. De functie Advies kan bestaan uit een of meer persoonlijke gesprekken. Deze kunnen gericht zijn op de volgende doelen: het bieden van een luisterend oor; het verhelderen van de vraag; bemiddeling; bieden van hulp bij aanvragen; doorverwijzen. De benadering is zoveel mogelijk preventief. Immers een tijdig advies kan stress en overbelasting van de mantelzorger voorkomen. Uitvoerenden kunnen zijn: loketmedewerkers, MEE- en mantelzorgconsulenten, ouderenadviseurs, maatschappelijk werkenden, thuiszorgmedewerkers, huisartsen, Praktijkverpleegkundigen. Voor speciale doelgroepen kunnen ook andere uitvoerenden gelden. Bijvoorbeeld leerlingbegeleiders of mentoren voor de doelgroep jonge mantelzorgers, medewerksters van moeder- en vadercentra en andere intermediairs voor niet-westerse allochtonen. Ook voor advisering over het omgaan met specifieke beperkingen en aandoeningen, zoals dementie en psychiatrische ziektebeelden, kunnen andere uitvoerenden gelden. Begeleiding kent ook de elementen van advies, maar bestaat uit een langer traject. Doel van begeleiding is: een ondersteunend eigen netwerk te organiseren; zorg en andere hulp te regelen; de combinatie van arbeid en mantelzorg te realiseren; geschikte 18 tijdbesteding/ontspanning te vinden; de ouder- of partnerrol naast de mantelzorgrol in te vullen. Uitvoerenden kunnen zijn: - zorgcoördinatoren (casemanager of zorgbemiddelaar) Beroepskrachten die namens de zorgaanbieders de professionele hulp tussen de intramurale, semimurale en ambulante zorg coördineren en een goede afstemming proberen te bewerkstelligen van de juiste hoeveelheid gewenste zorg voor een cliënt. - mantelzorgconsulenten (medewerkers Steunpunt Mantelzorg) ij bieden onder meer informatie, advies en begeleiding. Tevens hebben zij een groot netwerk met allerlei relevante organisaties die met mantelzorgers in aanraking komen. Het bewust maken van intermediairs is een van hun taken. - Mantelzorgmakelaars Een mantelzorgmakelaar is iemand die regeltaken overneemt van mantelzorgers, zodat zij minder belast worden. Veel mantelzorgers ervaren alle regelzaken als een grote bron van stress en ergernis. Een mantelzorgmakelaar kan onder een Steunpunt Mantelzorg vallen of zelfstandig werkzaam zijn. - Mantelzorgcoaches De mantelzorgcoach is een specialist (professional of vrijwilliger) die de mantelzorger met raad en daad bijstaat. De focus ligt op het coachen van de mantelzorger bijvoorbeeld bij hoe om te gaan met de zieke. Als er hulp of ondersteuning moet komen, dan helpt de mantelzorgcoach de mantelzorger die te verkrijgen. Daarmee houdt de mantelzorger de regie over de mantelzorg. Methoden die gebruikt worden bij mantelzorg begeleiding zijn: - De POM-Methode ofwel Preventieve Ondersteuning Mantelzorgers. Methode om mantelzorgers op te sporen en te ondersteunen voordat ze overbelast raken. - De Methode Familiezorg. Deze methode is een evidence based scholingsinstrument voor beroepskrachten gericht op de relationele ondersteuning van mantelzorgers. De methode familiezorg wordt gebruikt voor preventie maar ook intensieve begeleiding en vraagverheldering tot en met praktische uitvoering. - EDIZ - Ervaren Druk door Informele Zorg. De EDIZ wordt naast wetenschappelijk onderzoek ook gebruikt bij interventies, onder andere bij POM-Methode van GGZ Mediant. - CSI - Caregiver Strain Index. Instrument ontwikkeld in de Verenigde Staten van Amerika in 1983 door B. Robinson en één van de meest gebruikte (internationale) meetinstrumenten om belasting door mantelzorg te meten. Basisfunctie 3: Emotionele steun Wie intensief zorgt voor een ander krijgt zelf ook veel te verwerken. Zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven vragen specifieke ondersteuning. Individueel of in groepsverband, afgestemd op de aard van de problematiek en op de doelgroep. Individuele emotionele steun betreft één of meer persoonlijke gesprekken. In deze gesprekken is het van belang actief te luisteren, begrip te tonen, erkenning te bieden, situaties te verhelderen en samen met de mantelzorgers te zoeken naar mogelijkheden om met de situatie om te gaan. Gesprekken kunnen bij de mantelzorger thuis plaatsvinden of bijvoorbeeld bij een wijksteunpunt. Individuele steun kan geboden worden door: MEE- en 19 mantel-zorgconsulenten, maatschappelijk werkenden, ouderenadviseurs (professionals of vrijwilligers). Groepsverband: Groepsbijeenkomsten lenen zich bij uitstek voor informatieoverdracht in combinatie met het delen van ervaringen. Een thematische opzet van de bijeenkomsten is mogelijk, bijvoorbeeld over drempels bij gebruik van respijtzorg. Maar ook kunnen ze gericht zijn op een specifieke doelgroep zoals op partners van dementerenden. Bijeenkomsten kunnen worden georganiseerd door: patiëntenverenigingen, Steunpunten Mantelzorg, MEE-organisaties, zorgondernemers (thuiszorg, verpleging/verzorging, Ggz en Gz) welzijnsondernemers. Concrete voorbeelden van emotionele steun zijn: Groepsbijeenkomsten, cursussen (thematisch); Lotgenotengroepen; Mantelzorgsalon/café; Alzheimercafé; Individueel gesprek, luisterend oor; Gesprekken over drempelvrees bij respijtzorg; Chatbox mantelzorgerskring; Sms-service Basisfunctie 4: Educatie Op mantelzorg is niemand voorbereid. Of het nu gaat om tiltechniek of om het leren stellen van eigen grenzen, kennis en vaardigheden moeten gaandeweg worden opgebouwd. Educatie in de vorm van voorlichting of training, is daarom een belangrijke vorm van mantelzorgondersteuning. Educatie voor mantelzorgers kan bestaan uit cursussen gericht op zorg en ziekte en gericht op de mantelzorger zelf. Educatie gericht op zorg en ziekte betreft: instructie voor het juiste gebruik van hulpmiddelen of een praktische training: Cursus tiltechnieken; Instructie gebruik hulpmiddelen. Cursussen over ziektes, ziektebeelden, omgaan met ziektes (bijv. dementie, psycho-educatie): Cursus „verder na een beroerte‟; Cursus „na zorgen komt morgen‟; Cursus „zorg de baas‟; Cursus omgaan met dementerenden door de organisatie voor de GGZ. Educatie gericht op de mantelzorger zelf: Cursus psycho-educatie voor familieleden van mensen met schizofrenie; Training empowerment „zorg de baas‟; Eigenkracht conferentie. Mantelzorgers maken met steun vanuit hun netwerk een plan voor de eigen situatie; Cursus Time Management en Motivatie; minder stress en meer vrije tijd. Basisfunctie 5: Praktische hulp Wie helpt mij met…? Praktische problemen rond verzorging of huishouding zijn voor veel mantelzorgers de eerste aanleiding om ondersteuning te zoeken. De praktische hulp is vaak primair gericht op de zorgbehoevende, maar betekent ook een taakverlichting voor de mantelzorger. Praktische hulp kan zowel door professionals als door vrijwilligers worden verleend. Concreet gezien kan praktische hulp uit de volgende diensten bestaan: huishoudelijke hulp; welzijns-/gemaksdiensten: klussendienst, maaltijdservice, vrijwillige hulp; administratieve hulp; extra kinderopvang. Hand- en spandiensten bestaan onder meer uit maaltijdvoorziening, klussendienst, boodschappenservice en vervoer. Deze diensten zijn veelal opgezet vanuit vrijwilligersorganisaties zoals het Rode Kruis of vanuit het welzijnswerk. Maar ook 20 thuiszorgorganisaties, instellingen voor verpleging en verzorging en commerciële bedrijven bieden steeds meer praktische diensten aan. Speciale aandacht verdient de ondersteuning in administratie en regeltaken. Het Nederlandse zorgstelsel is gecompliceerd en veel voorzieningen kennen weer hun eigen administratieve procedures. Op dit gebied leeft onder mantelzorgers dan ook een grote, nog niet vervulde ondersteuningsbehoefte. Het huidige gebruik ligt op 3% van de mantelzorgers; 12% heeft hieraan behoefte, maar krijgt deze vorm van ondersteuning niet. Bij het uitvoeren van praktische hulp is het belangrijk overzicht te hebben van de organisaties die activiteiten aanbieden op dit vlak. Misschien is er sprake van overlap of juist van gaten in het aanbod. Eén van de aspecten bij de vraag naar voldoende praktische dienstverlening is dat mantelzorgers en hun naasten de diensten bij voorkeur dicht bij hen in de buurt willen hebben. Initiatieven op buurtniveau zouden in dit licht uitkomst bieden. Buren kunnen elkaar praktisch gezien ondersteunen en daarnaast wordt door deze initiatieven de sociale betrokkenheid bevorderd. Basisfunctie 6: Respijtzorg Respijt, wekelijks een paar uur vrij van de zorg of af en toe er helemaal tussenuit. Vooral bij langdurige mantelzorg is het voor velen een noodzakelijke voorwaarde om de zorg vol te houden. Respijtzorg wordt in vele vormen aangeboden. Variërend van „oppas aan huis‟ of dagopvang op een zorgboerderij tot kortdurende opname in een zorginstelling. Respijtzorgvoorzieningen onderscheiden zich van andere voorzieningen doordat er sprake is van twee kenmerken. Het is namelijk tegelijkertijd: - Passende en verantwoorde zorg en hulp aan zorgbehoevenden, - Tijdelijke en volledige overname van de taken van de mantelzorger. Respijtzorg omvat niet alleen zorg-, maar ook welzijnsaspecten: de zorgvrager doet nieuwe indrukken op, legt nieuwe sociale contacten en heeft een zinvolle invulling van de dag. De mantelzorger krijgt de gelegenheid om op adem te komen en aan het maatschappelijk leven deel te nemen. De relatie tussen de mantelzorger en zorgontvanger verbetert omdat gevoelens van stress, depressie en eenzaamheid bij mantelzorgers afnemen. Respijtzorgvoorzieningen onderscheiden we naar verschillende aspecten: - Voor wie? Voor welke cliënten/gebruikers bedoelt? - Door wie? Door welke aanbieders aangeboden? - Hoe? In welke vorm aangeboden? Basisfunctie 7: Financiële tegemoetkoming Het bieden van mantelzorg kost niet alleen tijd en energie, maar ook geld. Mantelzorgers met een laag inkomen kunnen hierdoor financieel in de knel komen. De gemeente kan mantelzorgers hierin op verschillende manieren ondersteunen. Bijvoorbeeld in de vorm van: - Fiscale compensatie: Hieronder vallen de buitengewone uitgaven; - Bijzondere bijstand: Uitkerings- en bijstandsgerechtigde mantelzorgers voldoen soms niet aan de bijzondere voorwaarden vanwege hun mantelzorgtaken en belanden soms in de bijstand. Een gemeente kan de hoogte van de bijstandsuitkering aanpassen, bijvoorbeeld door een toeslag van 20% voor de mantelzorger als medebewoner van de verzorgde; 21 - - - - - Activerings- en re-integratiebeleid: Voor mantelzorgers die niet volledig kunnen werken, kan de gemeente een aanvulling verzorgen op het loon. Zo blijft het contact met de arbeidsmarkt behouden en is later een volledige terugkeer naar de arbeidsmarkt makkelijker; Gemeentelijke bijstandsconsulent: De gemeentelijke bijstandsconsulent kan mensen wijzen op mogelijkheden van lastenverlichting, zoals buitengewone lasten die aftrekbaar zijn of fondsen die ondersteuning bieden; Vrijstelling van sollicitatieplicht: Er kan vrijstelling van sollicitatieplicht worden verleend aan mantelzorgers die een WW- of bijstandsuitkering hebben. Men komt in aanmerking voor vrijstelling als men minstens 1 jaar werkeloos is en: • Men ten minste 20 uur per week aan vrijwilligerswerk en/of mantelzorg besteedt; • Men geen salaris voor dit werk ontvangt; • Men niet in een reïntegratietraject zit. Het Persoonsgebonden Budget: Dit is in principe geen financiële tegemoetkoming, maar biedt wel mogelijkheden om een mantelzorger te betalen voor verleende zorg; Het Mantelzorgcompliment: Dit is een landelijke regeling om mantelzorgers te waarderen. Zorgvragers kunnen hun mantelzorgers jaarlijks in aanmerking laten komen voor een „mantelzorgcompliment‟ van €250,-. De uitvoering van deze regeling is in handen van het CIZ, de SVB en de Bureaus Jeugdzorg. Eigen zorgverzekering. De eigen zorgpolis biedt soms onbenutte mogelijkheden om kosten te verhalen. Financiële tegemoetkoming in de praktijk Een aantal specifieke organisaties heeft veel kennis en ervaring met het aanvragen van financiële tegemoetkoming. Dit zijn onder meer maatschappelijk werkenden, MEEmedewerkers en/of sociaal raadslieden. Vragen om een financiële tegemoetkoming is voor veel mensen een moeilijk punt. Zodra de tegemoetkoming binnen het Wmo-beleid een duidelijke plaats krijgt, verlaagt dat de drempel voor veel mantelzorgers zich te laten registreren. Want geregistreerde mantelzorgers hebben mogelijk recht op een inkomens gerelateerde vergoeding. Basisfunctie 8: Materiële hulp Hulpmiddelen kunnen in allerlei vorm de zorgtaken van de mantelzorger verlichten. De concrete invulling kan variëren van verpleegartikelen of woningaanpassing tot een parkeervergunning of een complete tijdelijke woning voor de mantelzorger. Net als bij respijtzorg geldt bij materiële hulp dat de materiële hulp zowel op de behoefte van de verzorgde als op die van de mantelzorger moet zijn afgestemd. Bij de beoordeling van aanvragen moeten beide perspectieven dan ook worden betrokken. Materiële hulp is echter primair gericht op de zorgbehoevende middels de voorzieningen gehandicapten. Bij toewijzing van hulp is het van belang de mantelzorger niet over het hoofd te zien. Ook werkgevers spelen een belangrijke rol bij de ondersteuning van mantelzorgers. Organisaties en bedrijven moeten op de hoogte zijn van hun bijdrage in een mantelzorgvriendelijke bedrijfscultuur. Het is dan ook zaak bedrijven en organisaties te informeren. Dit kan door middel van al of niet bestaande overlegstructuren. Ook de Wmo-consulenten zijn de intermediairs voor informatie, advies en begeleiding bij de aanvraag van deze voorzieningen. Zorgvragers kunnen via de Wmo hulpmiddelen aanvragen. Transferhulpmiddelen (bijvoorbeeld tilliften), hulpmiddelen bij de persoonlijke 22 verzorging (toiletverhogers en beugels), hulpmiddelen voor veiligheid en behandeling worden vooral door mantelzorgers gehanteerd. Bij woningaanpassing valt ook te denken aan een mantelzorgwoning, of –kamer. Er kan eveneens een (tijdelijke) parkeervergunning afgegeven worden of een parkeerplaats te reserveren. Huisvesting Nabijheid is een belangrijke voorwaarde om regelmatig zorg te kunnen verlenen. Gemeenten kunnen de mantelzorgers en hulpbehoevenden de mogelijkheid geven (tijdelijk) bij elkaar te wonen. Een familielid kan in een bijgebouw gaan wonen, bijvoorbeeld in een omgebouwde schuur of tuinhuis. De hulpvrager kan ook tijdelijk bij de mantelzorger gaan inwonen. De mogelijkheden moeten uiteraard passen binnen het bestemmingsplan van de gemeente. 23
© Copyright 2024 ExpyDoc