Leerplaatsprofiel polikliniek Kindergeneeskunde

Poli Kindergeneeskunde
De Afdeling Kindergeneeskunde bestaat uit de polikliniek Kindergeneeskunde en de Kinderafdeling (klinisch).
De polikliniek bevindt zich in de vleugel links van de hoofdingang (route 137).
Jaarlijks bezoeken ongeveer 4500 patiënten de polikliniek; 2500 herhaalbezoeken en 2000 nieuwe patiënten.
Personele organisatie
Het Kindergeneeskundig team bestaat uit kinderartsen, gespecialiseerde verpleegkundigen, secretaresses en
een coördinator.
De vakgroep Kindergeneeskunde Drachten bestaat momenteel uit 6 kinderartsen die allen werken over de
gehele breedte van het vak. Hieronder valt de zorg voor patiënten op de polikliniek, de zorg voor patiënten die
opgenomen zijn op de Kinderafdeling, de zorg voor pasgeborenen (vlak na een bevalling en op de
Kraamafdeling) en zorg voor spoedpatiënten die binnenkomen op de Spoedeisende Hulp (SEH). Elke kinderarts
heeft een (aantal) aandachtsgebied(en) waar hij/zij extra in is gespecialiseerd. Zij worden ondersteund door vier
gespecialiseerde verpleegkundigen (een kinderlongverpleegkundige, twee kinderdiabetesverpleegkundigen en
een kinderurotherapeute) en vier secretaresses/spreekuurassistentes (hierna genoemd als secretaresse). Eén
secretaresse is tevens coördinator van de polikliniek.
Naast de mensen van dit team kunnen de patiënten in ziekenhuis Nij Smellinghe te maken krijgen met
medewerkers en/of artsen van andere afdelingen. Informatie is te krijgen bij de secretaresses, bij het
Patiëntenservicebureau of op de website van ziekenhuis Nij Smellinghe.
Co-assistenten
Co-assistenten zijn medisch studenten in de laatste fase van hun opleiding tot arts. Zij volgen hun opleiding aan
de faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Groningen. Zij zijn 4 weken werkzaam op de polikliniek om
praktische ervaring op te doen. Omdat zij nog geen arts zijn en hun ervaring betrekkelijk gering is, zijn hun
verantwoordelijkheden beperkt. Zij werken samen met en onder directe supervisie van de kinderartsen.
Werkorganisatie – werkzaamheden
Op de polikliniek wordt zelfstandig en in teamverband gewerkt. De medewerkers van de polikliniek ontvangen
hiërarchisch leiding van het hoofd Kindergeneeskunde. Verder ontvangen ze richtlijnen en aanwijzingen van de
kinderartsen. De coördinator coördineert de dagelijkse gang van zaken.
De secretaresses van de poli Kindergeneeskunde maken alle afspraken en onderhouden de contacten met
patiënten en verwijzende huisartsen. Zij regelen de spreekuren, organiseren de dagelijkse gang van zaken op de
polikliniek en verwerken alle informatie en correspondentie. Ook geven ze veel voorlichting.
Qua interne contacten heeft de medewerker dagelijks contact met medisch specialisten, medisch
ondersteunende diensten, collega’s van andere poliklinieken, gespecialiseerde verpleegkundigen, klinische
afdelingen, sector bedrijf of afsprakenbureau, om te komen tot een optimale informatie voorziening, uitvoering
en begeleiding van patiënten.
Qua externe contacten is er contact met patiënten en hun relaties, huisartsen, andere ziekenhuizen, andere bij
de zorg betrokken instanties en incidenteel met verpleegkundigen van andere zorginstellingen.
Er is structureel werkoverleg tussen de coördinator en het hoofd Kindergeneeskunde.
Dagindeling
De gemiddelde dag ziet er als volgt uit .
Om 8.00 uur begint de werkdag. Eerst wordt er opgestart (alle deuren openen, de computers opstarten, de
spreekkamers in gereedheid brengen e.d.). Vanaf 8.45 uur starten de spreekuren. Voor elk spreekuur wordt één
medewerker ingezet; deze zit aan de balie om de patiënten te ontvangen, onderzoeken te regelen en afspraken
te maken. Daarnaast brengt de medewerker de patiënt en zijn/haar ouders naar de onderzoekkamer waar de
patiënt wordt gewogen en gemeten. Op indicatie en bij alle nieuwe patiënten ouder dan 10 jaar wordt ook de
bloeddruk gemeten. Tussen het poli draaien door, wordt de verdere administratie gedaan en de telefoon
beantwoord. Waar mogelijk wordt er ook correspondentie verwerkt. Op het eind van een dagdeel worden de
spreekuren afgewerkt, worden de spreekkamers en de wachtkamer opgeruimd en worden voorbereidingen
getroffen voor het volgende spreekuur.
Dienstrooster
Het dienstrooster voor de kinderartsen wordt door hen zelf gemaakt. Op basis hiervan wordt het
spreekuurrooster gemaakt. De secretaresses maken samen hun werkrooster, gebaseerd op een vaste indeling.
Als iemand ziek wordt, wordt dit onderling opgelost. Eventueel werkt een collega een extra dag.
Stagiaires worden zo veel mogelijk ingepland tezamen met een werkbegeleider.
Ziekte / herstelmelding
Ziek- / herstelmeldingen moeten worden doorgegeven aan de coördinator van de polikliniek.
Leren en begeleiden op de polikliniek
Vormgeving van de begeleiding
Op de poli Kindergeneeskunde krijgt de stagiaire 2 werkbegeleiders toegewezen. De werkbegeleiders en de
stagiaire hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de coördinatie en de continuïteit van het
leerproces. Dit betekent dat het leerproces regelmatig wordt besproken en dat er beoordelingsgesprekken
plaatsvinden. De werkbegeleiders bepalen in overleg met de coördinator en de overige teamleden of een stage
met een voldoende kan worden afgesloten. Er wordt bij de beoordeling gekeken of de stagiaire functioneert
zoals omschreven in de leerdoelen van de stagiaire. Daarnaast wordt bij de beoordeling gekeken hoe de
stagiaire aan deze leerdoelen heeft gewerkt. De werkbegeleiders zullen tijdens gesprekken maar ook tijdens de
dagelijkse werkzaamheden feedback geven.
De polikliniekmedewerkers hebben de verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan de begeleiding van
stagiaires door o.a betrokkenheid te tonen bij het leerproces, feedback te geven en eventuele knelpunten in de
samenwerking tijdig te bespreken.
De coördinator is eindverantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van de stagiaire. Ze heeft een
voorwaarde-scheppende taak, draagt zorg voor een begeleider, draagt, waar nodig, zorg voor vervanging en is
aanspreekpunt bij afwezigheid van een werkbegeleider.
Wat kun je op deze poli leren?
In de eerste weken begint de stagiaire onder leiding van een medewerker / werkbegeleider aan een aantal
voorkomende werkzaamheden maar vooral met het draaien van spreekuren.
In de weken hierna worden de werkzaamheden steeds zelfstandiger gedaan. Het werkleerplan kan worden
aangepast. Op geleide van hoe de werkzaamheden gaan, krijgt de stagiaire steeds een beetje meer
verantwoordelijkheid, bijv. ten aanzien van het aannemen en afhandelen van telefoontjes en het zelfstandig
uitvoeren en afhandelen van het spreekuur. Ook wordt er begonnen met het verwerken van correspondentie.
Welke competenties kun je op de poli realiseren?













Aandacht en begrip tonen
Beslissingen en activiteiten initiëren
Ethisch en integer handelen
Formuleren en rapporteren
Instructies en procedures opvolgen
Kwaliteit leveren
Met druk en tegenslag omgaan
Plannen en organiseren
Samen werken en overleggen
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Overtuigen en beïnvloeden
Presenteren en communiceren.
Toetsing
Het functioneren van de stagiaire wordt continu getoetst op de werkplek.
Heel gericht kan de stagiaire getoetst worden op:
 Het al dan niet laten zien van inzicht.
 Het omgaan met de patiënt en diens familie.
 De vragen die zij/hij stelt.
 De wijze waarop zji/hij laat zien wat zij/hij wil leren.
 In de geplande gesprekken.
 Bij overdracht, hoe draagt zij/hij over en welke gegevens draagt zij/hij over d.m.v een reflectieverslag.
Verwachtingen van de polikliniek naar de stagiaire
De polikliniek verwacht van de stagiaire dat zij/hij:
 Zich verantwoordelijk voelt voor haar/zijn eigen leerproces.
 Initiatief toont.
 Vragen stelt en grenzen aangeeft.
 Groei laat zien.
 In haar/zijn houding respect en beleefdheid laat zien (omgangsvormen).
 Openstaat voor feedback.
 Basiskennis heeft van de meest voorkomende ziektebeelden / zorgcategorieën op betreffende poli.
 Basiskennis heeft t.a.v. het gebruik van de computer.
 Een stagewerkplan maakt en daarin haar/zijn leerdoelen beschrijft.
Voorbereiden op de stage
Literatuurstudie
 Website Nij Smellinghe
 De stagiaire dient te beschikken over theoretische basiskennis van de kindergeneeskundige patiënt.
Hiervoor krijgt zij/hij een aantal folders ter voorbereiding toegestuurd. Verder krijgt zij/hij natuurlijk
nog aanvullende informatie tijdens het inwerken.