Uilskuikens van Kasteel Keukenhof Regelmatig kunt u bosuilen ’s avonds en ’s nachts horen rondom het kasteel. Als geen ander dier horen ze bij deze bosrijke omgeving. Het zijn geheimzinnige dieren die met hun typische ‘oehoe’ geluid laten weten dat ze er zijn. Dit is alleen bedoeld om soortgenoten te laten weten dat ze er zijn. Ze laten zich maar zelden zien. Overdag rusten ze in een holle boom of op een andere donkere plek in het bos en in de late schemering, als het al bijna donker is, komen ze te voorschijn. Dan gaan ze meestal op voedseljacht. Door hun speciale donsbekleding van veren kunnen ze geruisloos vliegen en menige muis, mol, rat of kikker wordt in het donker overrompeld en opgepeuzeld. Het gaat de laatste jaren echter minder goed met de bosuilen, aldus Fred Koning, een bekende Nederlandse roofvogelkenner, die al meer dan 40 jaar roofvogels bestudeerd, met name de bosuilen. Een duidelijke oorzaak voor deze achteruitgang is er niet. Waarschijnlijk een combinatie van factoren waarvan de ‘opruimwoede’ van de mens er één is. Als ergens een holle boom staat wordt deze door de beheerders van het bos al snel opgeruimd omdat er mogelijk gevaar kan ontstaan door vallende takken of geboomte. Helaas zijn er op het terrein van de Bloemententoonstelling Keukenhof in 2013 ook veel beuken gerooid. Ook de toename van het aantal boommarters in Nederland, een handige rover die zelfs in staat is eekhoorns te verschalken, draagt bij in de achteruitgang van de bosuil. Immers, de uilenschuilplaatsen worden vaak door de boommarters geclaimd als slaap- of voedselopslagplaats. Moeder bosuil tijdens het ringen van de kuikens Fred Koning ringt zoveel mogelijk uilen en houdt nauwgezet bij waar vandaan hij terugmeldingen krijgt over zijn geringde vogels. Hoornaar Een aantal jaren geleden heb ik een aantal bosuilenkasten getimmerd en in overleg met de beheerders opgehangen aan stevige bomen o.a. bij Staatsbosbeheer Hollands Duin, het Zuid-Hollands Landschap en kast even ten oosten van de oude Loosterweg in het bos van Keukenhof. Het eerste jaar was deze kast meteen bezet, maar niet zoals ik verwachtte door de bosuil. Wat er wel in zat ontdekte ik tijdens de voorjaarsinspectie toen ik op de ladder naar de kast geklommen was en op de kast klopte om eventuele bewoners te waarschuwen dat ik eraan kwam. Er bleek een hoornaarsnest in te zitten. Hoornaars zijn een flink soort wespen, verborgen tuinen van geelbruin en ongeveer 2 keer zo groot als een normale wesp. Binnen de kortse keren kwamen er circa twintig hoornaars naar buiten. Nog nooit ben ik zo snel van een ladder afgekomen, gelukkig zonder steken of verdere problemen. Hoornaars zijn een stuk groter dan de gewone papierwesp, ze zijn minder agressief met uitzondering van de directe omgeving van het nest, daar kun je dus beter wegblijven. De laatste jaren worden er steeds meer hoornaars in onze streken waargenomen. Het zijn overigens nuttige dieren die hoofdzakelijk leven van rupsen en larven van vraatinsecten. Ik heb alles gelaten zoals het was en in het najaar heb ik het inmiddels verlaten hoornaarsnest verwijderd. Een prachtig bouwsel zoals op de foto’s hieronder te zien. Een hoornaar en het hoornaarsnest uit de uilenkast. nderin de kast vond ik echter wel een wit ei, aan de bijna ronde vorm te zien is het hoogstwaarschijnlijk van een bosO uil. Holenduiven die ook in holtes broeden hebben ook witte eieren maar deze zijn meer langwerpig van vorm. Het jaar erop was het echter wel raak. Bij mijn eerste inspectie begin maart lagen er drie eieren en een jonge bosuil in. De jonge bosuilen, het waren er drie geworden zijn enige weken later door Fred Koning geringd. Ze waren toen al flink gegroeid en volgens Fred zou het nog een weekje duren voordat ze vliegvlug waren. Eén ei was niet uitgekomen. Op de eerste foto, aan het begin van dit verhaal, ziet u een oudervogel die de ogen toeknijpt om het felle licht uit de ogen te weren. Een verschil in uiterlijk is er niet tussen pa en ma bosuil maar volgens Fred was dit het vrouwtje. Aan de ogen kunt u zien dat de bosuil een echte nachtjager is, in het zwarte oog is geen iris zichtbaar. Dit in tegenstelling tot de meeste andere uilensoorten, waarbij wel een meestal gele iris zichtbaar is en die vaak in de schemering en ook wel overdag jagen. De jaren daarna hebben er nog drie broedpogingen van de bosuil plaatsgevonden in de kast maar verder zonder succes. Er zijn toen wel op andere plekken in de Keukenhof jongen uitgevlogen. Dat was later in het voorjaar te horen aan de schelle gepiep ’s nachts van de jongen die al uitgevlogen waren. Ze bedelen hiermee om voedsel bij hun ouders. Onlangs zijn er nog een aantal uilenkasten op het domein van Kasteel Keukenhof opgehangen. Het enige wat de bosuil nodig heeft om zich in onze leefomgeving te kunnen handhaven is, naast een bosrijke omgeving, een droge holte om in te kunnen broeden. Een kast ophangen aan een boom lijkt mij een kleine moeite om deze prachtige diersoort te behouden voor Keukenhof. Tekst en foto’s Sjaak Hoeks, imker Keukenhof Close-up van de oudste
© Copyright 2024 ExpyDoc