De meerwaarde van een doeltreffende effectieve vraag analyse bij toepassing van de SER-ladder Marinda de Smidt (SKA) & Rienk de Jong (Fakton) SER-ladder = ladder duurzame verstedelijking • Motiveringseis m.b.t. ‘nut en noodzaak’ en zorgvuldig ruimtegebruik van nieuwe stedelijke ontwikkeling Bijv. woningbouw, kantoren, bedrijventerreinen, culturele voorzieningen en detailhandel 22 mei 2014 1 Toepassing ladder • Toepassing van ladder verplicht bij bestemmingsplan en provinciale verordening met nieuwe stedelijke ontwikkeling (art. 3.1.6 Bro). • Toepassing aan te bevelen bij overige plannen en ruimtelijk beleid. Bijv. structuurvisies en masterplannen 22 mei 2014 2 Drie Treden 22 mei 2014 3 Trede 1 Behoefte Regionale vraag per functie: Wonen Werken Detailhandel Overige stedelijke voorzieningen 22 mei 2014 4 Trede 2 Bestaand stedelijk gebied Aanbod kwantiteit (Financieel) haalbaar aanbod Ruimteaanbod 22 mei 2014 in bestaand stedelijk gebied opgevangen regionale vraag Match Resterende regionale vraag 5 Trede 3 Bereikbaarheid Aanbod multimodale locaties buiten bestaand stedelijk gebied 22 mei 2014 match Buiten bestaand stedelijk gebied opgevangen vraag 6 De ladder en de bestuursrechter • Highlights uit de jurisprudentie: - Ten onrechte ladder niet toegepast -> bestuurlijke lus / vernietiging; - Marginale toets -> wijze van toepassing ladder is aan bevoegd gezag; - Relativiteitsvereiste niet snel een blokkade (ECLI:NL:RVS:2014:1442); 22 mei 2014 7 De ladder en de bestuursrechter • 1 – 6 woningen (meestal) geen stedelijke ontwikkeling (ECLI:NL:RVS:2013:2471); • Wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht zijn ‘ladderplichtig’ (ECLI:NL:RVS 2013:1275, 2013:1038 en 2014:1398); • Salderen beoogde uitbreiding bedrijventerrein met sluiting ander bedrijventerrein mag niet (ECLI:NL:RVS:2014:570); • Enkele verwijzing naar beleid (woonvisie; kostenraming) niet voldoende (ECLI:NL:RVS 2013:1275); • Bestaande inbreidingscapaciteit hoeft niet perse te worden benut motivering (ECLI:RVS:2014:307). 8 Trede 1: behoefte bepalen • Nieuwe vorm van vraag analyse voor wonen Regionale effectieve vraag: • De meest waarschijnlijke toekomstige te effectueren vraag naar nieuwbouw woningen. • In een specifiek gebied. • Gebaseerd op de feitelijke patronen van het verhuisgedrag van consumenten tussen 2005 en 2013. • Rekening houdend met woontrends. 9 Big Data biedt nieuwe kansen • Veel: de hoeveelheid van data. • Vaak: snelheid van data genereren • Variatie: combineren van bronnen Big Data geeft nieuwe inzichten die wij nu over het hoofd zien? 22 mei 2014 10 Big Data voorspellen de woningvraag • Combineren van big data en analytische skills om weer grip te krijgen op de woonconsument. • Huishoudenskenmerken: levensfase, koopkracht, samenstelling, leefstijl. • Woonproductkenmerken: prijssegmenten, eigendom (huur/koop), grootte, waarde. • Verhuisgedrag: Huishoudens die verhuizen van het ene naar het andere woonproduct met behulp van verhuisservice Post NL. 22 mei 2014 11 Dit geeft antwoord op • Welke woonproducten is de komende jaren vraag? • Sluit het programma dat ik aanbied binnen mijn projecten goed aan bij de vraag? Is afzet kansrijk? • Welke projecten moet ik wel doen en welke projecten voorlopig niet? • Hoe kan ik mijn projectenportefeuille hier zo goed mogelijk op afstemmen? • Waar zitten de potentiële kopers en huurders van mijn project? De bewoners: waardeoriëntatie De bewoners: woonoriëntatie Wij kennen de bewoners 22 mei 2014 15 Wij weten hoe zij wonen Wij voorspellen van elk huishouden in een gemeente de verhuiskans (gebaseerd op meer dan 2 mln verhuisbewegingen in Nederland). Ter illustratie: de verhuiskans naar dure eengezinswoningen 22 mei 2014 16 Wij weten hoe zij verhuizen • Wij weten tussen welke postcodes wordt verhuisd. • Wij weten per productsegment over welke afstand verhuizingen plaatsvinden. project 22 mei 2014 Overige 50% afkomstig van buiten catchment area Catchment area nieuwbouw (in km) HUUR - Eengezins - goedkoop HUUR - Eengezins - middelduur HUUR - Eengezins - duur HUUR - Meergezins - goedkoop HUUR - Meergezins - middelduur HUUR - Meergezins - duur KOOP - Eengezins - goedkoop KOOP - Eengezins - middelduur KOOP - Eengezins - duur KOOP - Meergezins - goedkoop KOOP - Meergezins - middelduur KOOP - Meergezins - duur 50% 2,4 2,5 2,7 2,0 1,7 3,1 3,2 2,7 2,4 2,2 2,3 2,8 75% 6,7 6,1 7,5 5,5 5,8 23,1 6,8 6,5 6,4 7,4 7,8 12,2 17 Waardoor wij kunnen voorspellen wat Lucas gaat doen… 18 … en de buren van Lucas. • Wij weten niet precies wie verhuist, wel dat vanuit een groep met een verhuiskans van 10 procent er één op de tien zal verhuizen. Voorbeeld: vraagdruk in de omgeving van een willekeurig project inzichtelijk gemaakt. Welke vraag gaat op het project landen? 22 mei 2014 19 Kaders bepalen • • Vraag en aanbod confronteren, om aanbod te prioriteren en kwalificeren. Invulling geven aan trede 2 en 3. EFFECTIEVE VRAAGANALYSE AANBOD ANALYSE Welke effectieve vraag kan de komende jaren verwacht worden voor hoeveel projecten is ruimte? Wat is de kwaliteit , potentie en momentum van projecten bij welke projecten komt de vraag het beste tot zijn recht? PRIORITERINGSAGENDA REGIONALE DOELSTELLING Financiële, strategische en maatschappelijke doelstellingen Welke projecten komen ten goede aan deze doelstellingen? 22 mei 2014 20 Ons advies • Vooraf doorlopen van de ladder. • Gericht op goed beleid als input voor woonvisie of regionale woonagenda • Met goed en betrouwbaar ‘Raad van State proof’ onderzoek. • Waarbij regionale afstemming en draagvlak is geborgd. 22 mei 2014 21 Tot slot: Big Data, Big City, Big Money Ladder gaat verder dan alleen wonen Big Data om steden te versterken. Denk aan: • Kantoorvraag • Winkels • Maatschappelijke Voorzieningen • Veiligheid Welke bronnen zou u koppelen als u beschikking had over alle bronnen van Google? 22 mei 2014 22 De Ronde Tafel van Ska en Fakton (Boven)regionaal kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling Joost Hoekstra (Ska) Jimmy Kools (Fakton) Inleiding • Vraagstelling: planologische medewerking aan “stedelijke ontwikkeling”, in ruil voor financiële bijdrage – wat mag wel en wat niet? – Hoofdlijnen Grondexploitatiewet – (Geen) baatafroming – (Boven)regionaal kostenverhaal • Jurisprudentie • Praktijkvoorbeelden 22 mei 2014 24 Hoofdlijnen Grondexploitatiewet (I) • Grondexploitatiewet (Wro): kostenverhaal via – Anterieure overeenkomst of – (Na vaststelling exploitatieplan:) omgevingsvergunning / posterieure overeenkomst – Verhaal van kosten van “ruimtelijke ontwikkelingen” – Verhaal van bovenplanse kosten via fondsbijdrage 22 mei 2014 25 (Geen) baatafroming (I) • Totstandkoming Grondexploitatiewet: “kopen” van planologische medewerking niet toegestaan • Brief Minister IenM maart 2014: baatafroming is in strijd met de wet • Brief NEPROM maart 2014: Rijk moet stelling nemen tegen baatafroming • Omgevingswet: (toch) introductie baatafroming? 22 mei 2014 26 (Geen) baatafroming (II) • Jurisprudentie: – Ontbreken anterieure overeenkomst geen reden voor weigering planologische medewerking – Uitzondering: • Publiekrechtelijk kostenverhaal niet mogelijk • Financiële uitvoerbaarheid niet gewaarborgd 22 mei 2014 27 (Boven)regionaal kostenverhaal (I) • Jurisprudentie: – “Ruimte voor Ruimte” Noord-Brabant: ABRvS 26 september 2012, BR 2013, 7 – “Ruimte voor Ruimte” Limburg HR 14 juni 2013, BR 2013, 133 – Verordening Ruimte Zuid-Holland ABRvS 29 januari 2014, AB 2014, 133 22 mei 2014 28 (Boven)regionaal kostenverhaal (II) • Praktijkvoorbeelden: – “Maatschappelijke tegenprestatie” (provincie Zuid-Holland) – Omslagbijdrage (Stadsregio) 22 mei 2014 29 Hartelijk dank voor uw aandacht Vragen? Joost Hoekstra 06 – 302 16 572 [email protected] 22 mei 2014 30 Bovenregionaal kostenverhaal in de Praktijk Hoe pak je het aan? Jimmy Kools, MSc 31 De omslagverordening 2011 aka de regiobijdrage 1. De Stadsregio stelt een investeringsreserve in waarvoor de gemeenten in de regio gaan betalen middels een omslag. 2. De Stadsregio heft van alle gemeenten een omslag van € 1.372,31 per in aanvang genomen woning of woningequivalent. 3. Hierbij staat elke 100 m2 bedrijventerrein gelijk aan een woning (woningequivalent). 4. Dit betekent dat de Stadsregio € 13,72 bij de gemeente heft per m2 uitgifte. 32 De casus 1. 90 m2 bruto terrein te bestemmen als bedrijventerrein 2. Circa 70% uitgeefbaar 3. 80% van het gebied is in handen van de gemeente en een investeerder 4. Van de 80% is 74% in handen van de investeerder en 26% in handen van de gemeente 5. Gemeente en investeerder onderhandelen over SOK en bestemming en kostenverhaal 33 Een snelle rekensom leert dat…. 1. 90 ha. * 70% = 63 ha. Uitgeefbaar 2. Regiobijdrage bedraagt dan: 13,72 * 630.000 m2 = € 8,7 miljoen Dit komt boven op: 1. Kostenverhaal voor infra buiten plan van € 15 miljoen 2. Hoge verwervingskosten plankosten 3. Financieringsopgave 34 Stappenplan in de onderhandelingen 1. De regiobijdrage wordt geheven bij de gemeente niet bij de GREX 2. De regiobijdrage is niet te verhalen via EP dus wij willen daar ook geen anterieure afspraken over maken 3. Waarvoor betalen we eigenlijk……. 35 Betalen voor het volgende: • Teneinde realisering van het convenant inzake de uitvoering van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra mogelijk te maken werd de stadsregio voor een aantal aanzienlijke financiële opgaven gesteld met betrekking tot het realiseren van regionale plannen voor infrastructuur en groen. Omdat de kosten niet (uitsluitend) toe te rekenen zijn aan specifieke locaties is besloten tot een omslagfonds • Voor de werking van de Omslagverordening en de toekenning van gelden uit de in te stellen investeringsreserve, wordt verwezen naar 3 belangrijke documenten te weten: • Ruimtelijk plan Regio Rotterdam 2020 (RR 2020); • De Regionaal Strategische Agenda (RSA) -> uitwerking van RR 2020; • Investeringsstrategie Regio Rotterdam 2010 – 2020 (ISRR 2010 – 2020) 36 Betalen voor het volgende: A.) RR 2020: • Noodzakelijke groei stelt hogere eisen aan de infrastructuur, het landschap en het milieu. • De zuidflank – het deltalandschap tussen de maasvlakte en de Hoeksche Waard, landschapsontwikkeling voor recreatie, water en natuur samengaan met groeimogelijkheden voor het haven- en industriecomplex • Offensieve aanpak van groen en water, Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten B.) ASR • Economie: focus en differentiatie in economische programmering • Verkeer en vervoer: robuust mobiliteitssysteem • Groen: samenhangend metropolitaan landschap. C.) ISRR 2010 – 2020 • De kern is dat de stadsregio zich richt op een duurzame ontwikkeling van ruimte en mobiliteit; De doorontwikkeling van knooppunten; • De opgave om de regio duurzaam bereikbaar te houden, de infrastructuur optimaal te benutten en de netwerken voor OV en fiets uit te bouwen; • Een duurzame economische groei bewerkstelligen door o.a. de aanpak van verouderde bedrijventerreinen, realisatie van nieuwe bedrijventerreinen en kantoorontwikkeling. 37 Gezamenlijk naar de provincie • De kern is dat telkens de link wordt gelegd met infrastructuur, economie/bedrijvigheid en milieu. • Wij beargumenteren dan ook dat de omslag (te) veel vraagt van de grondexploitatie omdat we reeds flink investeren in infrastructuur, economie / bedrijvigheid en milieu. • De omslagverordening is een te hoge stapeling omdat reeds € 18,4/m2 betaald extra betaald wordt infrastructuur, economie/bedrijvigheid en milieu Resultaat?????? 38 DISCUSSIE 39
© Copyright 2024 ExpyDoc