Persbericht naar aanleiding van studiedag 20 juni 2014: Naar een performante beleidsadvisering Steunpunt Bestuurlijke Organisatie- Slagkrachtige Overheid. Contact: Prof. Dr. Marleen Brans, 016/32.32.70 Tijdens deze studiedag rapporteren we over de belangrijkste bevindingen van twee studies (2009 en 2013) naar beleidsadvisering bij de Vlaamse overheid door het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie- Slagkrachtige Overheid. We formuleren aanbevelingen ten aanzien van een verdere optimalisering van het adviesstelsel en leggen de onderzoeksbevindingen en aanbevelingen voor aan een panel van ervaringsdeskundigen. We vatten hier enkele belangrijke onderzoeksbevindingen samen van de meest recente studie “Naar een performante beleidsadvisering” (2013). De centrale onderzoeksvraag van de studie was: hoe verloopt de organisatie van de beleidsadvisering ten aanzien van de Vlaamse overheid en hoe kan deze geoptimaliseerd worden? Het onderzoeksrapport wordt ter beschikking gesteld op de studiedag. Methode Het onderzoek combineert een kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethode. De kwalitatieve methode bestond uit een documentanalyse waarbij de bestaande wetgeving, het beleid en de procedures en structuren met betrekking tot de beleidsadvisering bij de Vlaamse overheid werden onderzocht. Ook werden er zes case studies uitgevoerd, waarbij in drie verschillende beleidsdomeinen telkens twee beleidsprocessen werden onderzocht. De dataverzameling gebeurde aan de hand van een documentanalyse en interviews. De kwantitatieve methode bestond uit een survey uitgestuurd naar alle beleidsmedewerkers in de departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid. In totaal namen 492 beleidsambtenaren deel aan de survey (responsgraad van 42%). Respondenten leverden minstens af en toe een bijdrage aan de opmaak van één van 1 de verschillende types beleidsgerelateerde documenten die in de survey werden onderscheiden. Van de respondenten werken 78,2% in een departement en 21,8% in een agentschap. Onderzoeksresultaten Beleidsambtenaren vragen het meest advies aan actoren uit hun dichtere omgeving. Vooral ambtenaren uit het eigen beleidsdomein zijn een belangrijk aanspreekpunt, maar ook ambtenaren uit andere beleidsdomeinen worden vaak geconsulteerd. Meer dan de helft van de ambtenaren consulteert ook minstens enkele keren per jaar de adviesorganen van de Vlaamse overheid en collega’s op andere overheidsniveaus. Daartegenover geeft meer dan de helft van de ambtenaren aan nooit vakbonden of werkgeversorganisaties te consulteren. Hetzelfde geldt voor de sectorfederaties of professionele ordes, voor burgers of burgerplatformen, of voor individuele private bedrijven (rapport p. 219). Verschillende van deze actoren zijn wel vertegenwoordigd in de strategische adviesorganen. Ook is het mogelijk dat binnen afdelingen specifieke beleidstaken, zoals het consulteren van belanghebbenden, verdeeld worden, waardoor slechts een klein aantal van de beleidsambtenaren hiervoor instaat. Mogelijk wordt deze taak ook eerder door kabinetsmedewerkers dan beleidsambtenaren opgenomen. Uit de survey blijkt verder dat 90% van de beleidsambtenaren (eerder) akkoord gingen met de stelling dat zij doorgaans aan dezelfde actoren advies vragen. Dit lijkt er op te wijzen dat gewoontes een belangrijke rol spelen en dat men vaak de ‘usual suspects’ om beleidsadvies vraagt. 1 Beleidsgerichte onderzoeksrapporten, beleidsplannen, beleidsnota’s, beleidsbrieven, regeerakkoord, regelgeving, inhoudelijke nota’s verslagen en presentaties voor de minister, visienota’s of conceptnota’s, Groen -en Witboeken, antwoorden op parlementaire vragen aan de toekomstverkenningen, RIA’s of beleidsevaluaties. minister, vragen van het kabinet, begrotingsdocumenten, Ambtenaren verwachten vooral dat advies 1) verschillende beleidsopties op beargumenteerde wijze afweegt, 2) dat het toekomstige evoluties, trends en ontwikkelingen in acht neemt en 3) dat het zicht biedt op maatschappelijk draagvlak voor beleidsvoorstellen. (p. 235) Het advies van de strategische adviesraden (SAR) komt eerder tegemoet aan deze verwachtingen. 84% van de beleidsambtenaren gaat (eerder) akkoord dat advies aandacht heeft voor toekomstige evoluties, trends en ontwikkelingen. 76% gaat (eerder) akkoord dat het advies zicht biedt op het maatschappelijk draagvlak voor beleidsvoorstellen. Slechts 70% gaat echter akkoord dat het advies van hun strategische adviesraad op beargumenteerde wijze verschillende beleidsopties afweegt. Gezien dat laatste aspect de belangrijkste verwachting was van beleidsmakers, is een betere afstemming tussen vraag en aanbod op dit vlak mogelijk. Over het algemeen geven beleidsambtenaren die ongeveer maandelijks of vaker advies vragen en/of ontvangen van de SAR, een score van 6,11 op 10 op de adviezen (op vlak van tevredenheid). Beleidsambtenaren die ongeveer maandelijks of vaker advies vragen en/of ontvangen van het steunpunt, geven een score van 6,53 op 10 (op vlak van tevredenheid). Opvallend is dat beleidsambtenaren die vaker advies vragen, meer tevreden zijn. • • • • • Op basis van de survey werden verder ook volgende vaststellingen gedaan:22% van de beleidsambtenaren ervaart dat de adviezen in zijn/haar beleidsdomein inhoudelijk tegenstrijdig en moeilijk verzoenbaar zijn. De respondenten binnen het beleidsdomein RWO en OV ervaren dit het sterkst (rapport p.233). Beleidsambtenaren geven aan dat ze advies niet louter gebruiken om concrete beleidsvoorstellen bij te sturen, maar ook om nieuwe perspectieven te ontwikkelen, achtergrondkennis te verwerven en zicht te krijgen op draagvlak. Dit lijkt er op te wijzen dat hun informatiewaarde voor beleidsambtenaren groot is (rapport p. 254). 58,6% van de beleidsambtenaren meent dat de afdeling over weinig tijd beschikt om advies te verwerken, maar dat het ‘net lukt’. 23,4% van de beleidsambtenaren vindt dat de afdeling over voldoende tijd beschikt om adviezen te verwerken. 18% van de beleidsambtenaren geeft aan dat de afdeling over problematisch weinig tijd beschikt.. (rapport p. 258) 70% gaat (eerder) niet akkoord dat er meer bindende regels moeten komen rond het vragen van adviezen (rapport p. 261) 86% is (eerder) niet vertrouwd met de ambtelijke Consultatiecode die richtlijnen biedt met betrekking tot het consulteren van belanghebbenden bij de opmaak van regelgeving (rapport p. 262) Enkele aanbevelingen: (p. 289 e.v.) • • • • • • • Beter identificeren van beleidsambtenaren, o.a. met het oog op de vorming, training en opleiding van deze groep. Herbevestig engagement ten aanzien van strategische adviesraden (SAR) en erken hun meerwaarde. Varieer tussen/combineer permanente adviesstructuren met open consultaties Identificeer systematisch belanghebbenden en bevraag ze gericht. Expliciteer inhoudelijke en vormelijke verwachtingen en noden ten aanzien van adviesgevers. Stem af. Zorg voor een goede planning van de beleidsontwikkeling, inclusief de beleidsadvisering. Wees transparant. Garandeer vroeg in beleidsproces advies op maat door te investeren in professionalisering beleidsambtenaren. Betrek waar mogelijk strategische adviesraden vroeg in de beleidsontwikkeling.
© Copyright 2024 ExpyDoc