STAMREEKS NACHTEGAEL van Vlaanderen tot Rotterdam door F. Nachtergaele en H.K. Nagtegaal Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 45 (1990), een uitgave van de Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie en in 2009 bijgewerkt. Er zijn vijf Nederlandse takken Nachtegael/Nagtegaal bekend die hun oorsprong in Vlaanderen hebben. Hier volgt er een uitgewerkt als stamreeks. Het Vlaamse gedeelte is van de hand van F. Nachtergaele en het Rotterdamse gedeelte en de bewerking van deze stamreeks van H.K. Nagtegaal. I. Gheeraerd I Nachtegale, geb. ca. 1280, overl. Gent ca. 1334. Dat Gheeraerd I de vader zou zijn van Gheeraerd II werd door geen enkele akte bevestigd. Ik kan dit slechts vermoeden uit de naam van de oudste zoon van Gheeraerd II Nachtegale. Vermoedelijke kinderen: 1. Gertrude, geb. Gent ca. 1310, erfde in 1334 een deel van een huis genaamd “in de Nachtegale”.1 In 1355 werd Gertrude Nachtegale nog eens vermeld.2 2. Gheeraerd II, volgt II. 3. Arent, woonde verm. te “Voghelinzanghe”. Hij betaalde een erfelijke rente van 22 schellingen aan Boudin De Grutere.3 II. Gheeraerd II Nachtegale, zoon van Gheeraerd I, geb. Gent ca. 1310, overl. Gent 1363.4 De graaf van Vlaanderen “soude doen dan sijns wercks ghelike ende andre hebben in sine stede”. Onwillige Gentenaars waaronder ook Gheeraerd II Nachtegale werden in 1348 uit de stad gebannen. De graaf verleende vermoedelijk gratie zodat deze Gentenaars naar hun stad terugkeerden. 5 Gheeraerd II Nachtegale huwde ca. 1332 Cathelyne Van de Velde, overl. Gent 1384.6 Kinderen: 1. Gheeraerd III, geb. Gent ca. 1334, huwde Beatrice Van Leeuwerghem, overl. Gent 1395. Gheeraerd III Nachtegale werd in 1383 en 1385 als voogd vermeld van Elisabeth, dochter van Jan Nachtegale en van Cathelyne Van den Burne.7 2. Margriete, geb. Gent ca. 1335, huwde Jan Boudins, verm. overl. Zele vóór 1385.8 3. Gillis, geb. Gent ca. 1336. Hij liet kinderen achter. 4. Pieter, geb. Gent ca. 1338. 5. Arent, volgt III. 6. Jan, geb. Gent ca. 1341, huwde Cathelyne Van den Burne. Jan Nachtegale verklaarde in 1365 geen rechten meer te hebben in het bezit van Cathelyne Van de Velde, zijn moeder.9 In 1384 verkocht Jan samen met Arent, zijn broer, gronden gelegen te Lokeren en te Overmere.10 Na het overlijden van Jan Nachtegale in 1385, huwde Cathelyne Van den Burne met Jan Cuvelier.11 1 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden Jan Nachtegaele was eigenaar van “eenze loeven ende van eenre camere daer an staende met allen den ghelaeghe daer toebehoerende van voren tote bachten staende in de Nuwelsteeche”. Hij was ook in het bezit van eenen huus metten ghelaeghen…ten Crommen Hessche in de Dorenstrate. Een ander woonhuis in de Nuwelsteeg werd verkocht om de schulden van het stervenshuis te betalen. 12 III. Arend Nachtegale, zoon van Gheeraerd II, geb. Gent ca. 1339, werd te Zingem in 1381 op de renterol van de vlastienden vermeld.13 In 1383 werd Arent voogd van Elisabeth, dochter van Jan Nachtegale en van Cathelyne Van den Burne.14 In 1384 verkochten Arent en Jan Nachtegale, zijn broer, gronden gelegen te Lokeren en te Overmere, afkomstig van Cathelyne Van de Velde, hun overleden moeder.15 Arent Nachtegale werd in 1401 nog eens vermeld : hij was toen eigenaar van een huis in de Molenaarsstraat aan de Vogelenzang.16 Door tussenkomst van Jan Van der Meulen verkocht Arent Nachtegale op 27-3-1405 een lijfrente aan Gillis Lirvert. De andere vermelde verkopers, waaronder Jan Ghijsels uit Asper, waren typische namen uit de streek. 17 Arent Nachtegale was schipper, want op 18-7-1408 kocht hij een schip van Jan Seys.18 Zonen : 1. Jan, zoon van Arent, geb. ca. 1375. Verm. was het deze Jan Nachtergaele die op 6-91417 paarden en wagens kocht van Boudewijn Van de Walle. Jan was dus voerman. 19 We kennen Jan ook nog uit de verklaring van Pieter Nachtergaele, zijn zoon, in 1441.20 2. Symoen, zoon van Arent, geb. ca. 1385, overl. vóór 1468. Hij huwde 1e in 1411 Christine De Hont, Arents dochter, van Oudenaarde op de “Eindriesch”. Christine verloor haar poorterschap van de stad door haar huwelijk met Symoen Nachtergaele, “gediede” (niet-poorter).21 Hij huwde 2e Margriete N.N.. Zij overl. Asper 1468, als weduwe van Symoen Nachtergaele.22 3. Arent, volgt IV. IV. Arent Nachtergaele, zoon van Arent, geb. ca. 1390, overl. Zingem ca. 1433. Het beste hoofd had een waarde van 6 schellingen parisis.23 Zonen: 1. Jan, zoon van Arent, geb. ca. 1425. Hij was renteplichtig van een perceel land, gelegen naast de grond van Gillis De Wachter te Asper op “Walle kouter”, aan de heren van Huise.24 In 1451 bleek Jan Nachtergaele handwerker te Oudenaarde te zijn, werd er als zodanig vermeld “antwercliede die de doden ter eerden doen in ‘t ontsedt van der stede”. Tien jaar later werkte Jan samen met Gillis De Wachter; ieder 4 dagen voor de som van 16 schellingen parisis.25 Hij huwde verm. 1e N.N., huwde 2e Rosa Beys, dochter van Jan Beys.26 Jan en Olivier Nachtergaele, rechtsweers, doodden na een hoogoplopende woordenwisseling op Pinksteren 1480 Jan De Schepper uit Gavere.27 Jan overl. ca. 1482 en Rosa Beys hertrouwde met Vincent De Man. Zij overl. te Oudenaarde- Eindries vóór 28-4-1534.28 2. Frans, verm. zoon, volgt V. 2 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden V. Frans Nachtergaele, zoon van (Arent), geb. ca. 1420, kennen we slechts uit de verklaring van Arent Nachtergaele, zijn zoon.29 Hij huwde N.N. en verbleef te Zingem. Kinderen : 1. Arent, volgt VI. 2. Adriaen, verm. zoon, van (Frans), geb. ca. 1452, huwde 1e Adriana Van Wijmeersch, bastaarddochter van Jan Van Wijmeersch, Arents zoon en huwde 2 e Joosyne Snoeckelaere.30 Hij werd in 1501 vermeld als metselaar. Adriaen Nachtergaele en Adriaen De Cuyper kregen een vergoeding van 40 schellingen parisis om 8 “scepen sants thaelne up de Donct”.31 Zowel Joosyne Snoeckelaere als Adriaen Nachtergaele overl. vóór 1-12-1548.32 3. Jan, verm. zoon van Frans, geb. ca. 1455, “gediede”, werd in 1499 als metselaarshelper vermeld bij Arent Nachtergaele, zijn broer.33 Jan huwde Stoffelyne N.N. Hij woonde bij zijn overl. in 1502 te Oudenaarde in de Einestraat. 34 4. Joos, verm. zoon, werd tijdens een ruzie in 1497 (in juni 1513 was het 16 jaar geleden) na het “cansewerpen” te Oudenaarde aan de herberg “de Galeye” door Philip De Bleecker, één van de omstanders, aan de borst gekwetst. De verwonding had onmiddellijk de dood van Joos Nachtergaele tot gevolg.35 Op 3-7- en 21-8-1503 werd Joos vermeld als overl. oom van de achtergelaten kinderen van Jan Nachtergaele.36 VI. Arent Nachtergaele, zoon van Frans, geb. Zingem ca. 1450, als metselaar vermeld vanaf 1476. Hij werd in juni 1497 poorter van “Verzitte” van de stad Oudenaarde.37 Hij huwde 1e ca. 1475 Gillyne Boddaens, overl. Oudenaarde “bachten den Lombaerden” in 1493, verm. dochter van Jacques Boddaens “gheseit de Lappere” en van Johanna Sterckman.38 Arent huwde 2e Elisabeth Van Lanchacker , overl. Oudenaarde in 1500, huwde 3e Martyne De Prins, dochter van Jan De Prins en van Maria Van Borst. Martyne erfde op 237-1529 van Jan De Prins.39 De aanwinst van Arent Nachtergaele met zijn 1e echtgenote bestond uit een huis “tusschen Mueren tusschen de Cathestraten en(de) de Eynstrae(te)n”, waar hij met zijn gezin woonde. Dit huis werd ca. 1486 gekocht van Jan De Paepe en was belast met een jaarlijkse rente van 24 schellingen parisis aan de Lazerij van Edelare. Na 1494 stond deze woning op naam van de weduwe (Jan) Bloyaert, maar Arent Nachtergaele bleef er wonen.40 Een 2e huis met erf, naast hogervermelde woning, verkocht hij op 7-10-1488 aan Jan Waelkens, Stevens zoon.41 Arent overl. te Oudenaarde vóór 21-10-1513.42 Kinderen uit het 1e huwelijk : 1. N.N., huwde vóór 1513 Jacques Van der Meulen. 2. N.N., huwde vóór 1513 Adriaen De Vrieze. 3. N.N. 4. N.N., beide kinderen overl. vóór 21 oktober 1513. Kinderen uit het 2e huwelijk : 5. Gheleyn, nog minderjarig in 1513. 6. Cornelia. 3 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden Kinderen uit het 3e huwelijk : 7. Jan, geb. verm. Oudenaarde ca. 1502. Op 3-10-1558 kochten Jan Nachtergaele en Margriete Van Roucamp, zijn echtgenote, een dagwand land te Ronse op “het langhevelt an de Craye”.43 Mogelijk ondertekende hij in 1566 als J(o) Nachtergale de tekst van het compromis over de godsdienstvrede te Ronse.44 8. Adriaen, volgt VII. 9. Christine. VII. Adriaen Nachtergaele, zoon van Arent, geb. verm. Oudenaarde ca. 1504. Adriaen leerde vanaf 1524 het beroep van “leggewerker” (wever van tapijten) bij Jan De Prins, zijn oom.45 Op 14-2-1558 kocht Adriaen Nachtergaele (De Nachtegale) “een behuusde stede ligghen(de) up den Plas te Ronse” van Gillis van Dooren.46 Ook op 18-9-1559 werd Adriaen vermeld, hij woonde verm. aan de Oude Vesting. Na de beeldenstorm van 1566 en de daarop volgende repressie vluchtten velen uit Ronse, in eerste instantie naar Antwerpen. Na de val van die stad in 1585 vervolgens naar de Noordelijke Nederlanden. Ook Adriaen Nachtergaele werd onder de vluchtelingen van Ronse vermeld.47 Mogelijk was hij de vader van: 1. Ariaen Ariaensz. volgt VIII. VIII. Ariaen Ariaensz. Nachtegael, afkomstig uit Antwerpen, poorter van Rotterdam, schipper. Hij eiste op 5-9-1607 van Jacob Neering van Danswijck, meester schipper, 30 gulden volgens een obligatie van 30-9-1604. 48 Hij verkocht op 1-12-1608 een gaingschip aan Vrouke Oeckes Workum in Friesland. Het betreft een schip genaamd Nachtegael, groot 80 lasten en is 12 jaar oud.49 Overl. vóór 1638. Hij huwde (huwelijkse voorwaarden 20-8-1594 bij notaris Jan de Coulster) (Geref.) Rotterdam 21-8-1594 Grietje Cornelisdr., weduwe van Leendert Jansz. van Troyen, waarmee ze te Rotterdam op 2-2-1586 in het huwelijk trad. Uit het eerste huwelijk had zij een zoon Pieter Leendertsz. van Troyen. Grietje Cornelisdr. veranderde haar testament voor wat betreft een legaat voor haar zoon Pieter Leendertsz van Troyen te Rotterdam 2-1-1616. 50 23-2-1638: Grietje Cornelisdr., weduwe van Ariaen Ariaensz. Nachtegael en Willem Stoop uit Utrecht, mede uit naam van Maria Stoop en Anna Stoop, zijn zusters, machtigde Jacob Nachtegael, schilder, haar zoon, om aan Franck Cornelisz. ’t Kint twee losrentebrieven te passeren sprekende ten laste van het Gemeene Land, de ene van 13 pond’s jaars , van 13-41556, verschijnende 6 juni, de ander van 2 pond’s jaars van 20-12-1578, verschijnende 1 januari.51 Grietje laat met regelmaat haar testament van 17-2-1626 bijstellen. Grietje Cornelisdr, weduwe van Adriaen Adriaensz Nachtegael, onderschrijft het testament gemaakt op 17-2-1626 voor notaris Aelbertus Troost, maar verwerpt de codicilles gemaakt op 18-10-1641 voor notaris Arent van der Graeff. Ze wil nu dat haar 3 kinderen verwekt bij Adriaen Adriaensz. Nachtegael haar gouden en zilveren juwelen krijgen en Jacob Nachtegael haar zoon, bed en beddegoed. De kinderen van Pieter Leendertsz van Troyen krijgen samen 200 gulden, maar pas als ze hun schulden aan haar andere kinderen hebben betaald. Verder 4 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden prelegateert ze aan haar zoon Jacob Nachtegael de helft van het huis waarin ze nu woont, aan de westzijde van de Delftschevaert bij de Begynnebrugge waarden 600 gulden. De andere helft bezit hij al. 52 Op 5-1-1646 werd een boedelinventaris gemaakt van de nagelaten goederen van Grietge Cornelisdr, laatst weduwe van Adriaen Adriaensz. Nachtegael, opgemaakt door Jacob Nachtegael, Arien Nachtegael, Lijsbet Ariensdr, vrouw van Vranck Corneliss 't Kint, kinderen van genoemd echtpaar, samen met Willem Gerritss Vijch en haar man Geertge Pietersdr, nagelaten dochter van Pieter Leendertss van Troyen, zoon van genoemde Grietge Cornelisdr en haar eerste man Leendert Janss van Troyen, die tevens Jan van Troyen, die uitlandig is, vervangen, zoon van genoemde Pieter Leendertss. Het huis en erf, waarin Grietge Cornelisdr. is overleden, staande aan de westzijde van de Delftsevaert is voor de helft vermaakt aan haar zoon Jacob, die de andere helft reeds bezit; dit volgens codicil d.d. 4-4-1643 gepasseerd voor deze notaris. Voorts worden custing- en losrentebrieven vermeld, waaronder een custingbrief d.d. 16-5-1629 van nog 2100 gulden, verzekerd op een huis en erf in de Wijnstraet uit koop, welk huis tegenwoordig in bezit is van de weduwe van Seger Goriss, en een losrentebrief van 3 gulden per jaar, verzekerd op een huis en erf aan de oostzijde van de Lombertstraet. Enkele erfgenamen zijn geld schuldig aan de nalatenschap. Bij de legaten wordt naast een legaat aan de kinderen van Pieter Leendertss van Troyen een legaat aan Trijntge Dircxdr genoemd. Na de inventaris wordt de verdeling onder de erfgenamen beschreven. Dit alles volgens het testament, d.d. 17-2-1626 gepasseerd voor notaris Aelbertus Troost. Uit de inventaris van haar nalatenschap blijkt dat Ariaen Nachtegael niet tot de minst gegoede burgerij behoorde, want hij liet 5160 gulden na.53 Kinderen : 1. Jacob Ariaensz., geb. Rotterdam ca. 1596, kunstschilder, maar vooral geldschieter. Jan Jansz. Paep, brandewijnbrander bekent op 16-1-1649 1200 gulden schuldig te zijn Jacob Nachtegael. Een latere hand schreef in de marge van die akte: dat Ariaen de Nachtegael, broeder en enige erfgenaam op 24-4-1660 400 gulden van Jan Jans Paep heeft ontvangen.54 Jacob machtigt notaris Isaac Troost 28-11-1653 om van Joannes Neranus, boekdrukker, de 1000 gulden op te eisen en te innen, die deze hem schuldig is.55 Michiel Lourisz. Suyman, huistimmerman, verklaart op 29-5-1654 aan Jacob Nachtegael 300 gulden schuldig te zijn.56 Uit de inventaris van de nalatenschap van Mozes Vroloo, schilder, bleken 34 schilderijen “van weynich waerden van Nachtegael, Rotterdam 21-2-1648”aanwezig te zijn.57 Het zou aardig zijn te weten waar deze schilderijtjes zijn gebleven. Michiel Vrooloo, schilder als lener en zijn schoonvader, Pieter Henrickx de Vet, schoenmaker, als borg bekennen een schuld van 600 gulden te hebben aan Jacob Nachtegael, ook schilder ter zake van geleend geld.58 Jacob (de) Nachtegael overl. Rotterdam 2-3-1664 en woonde aldaar aan de Prinsengracht. Willem Viruli de jonge (58) en Jan Cornelisz Cocx (46), brandewijnbrander, leggen een verklaring af op verzoek van Jan Jansz. Paap, distelateur te Utrecht, dat zij ene Jacob Nachtegael goed hebben gekend: een bejaert jongman, die in zijn leven ca. 4 jaar bij Jan Cornelisz Cocx in de voorkamer heeft gewoond, waar hij ongeveer in maart 1664 is 5 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 2 3 4 overleden. Zij zeggen verder dat Nachtegael vaker aan hen heeft verteld dat hij Paap een bedrag van 1200 gulden heeft geleend, die Paap zou afbetalen met 400 gulden en daarna met porties van 50 gulden per jaar met rente. 59 A(d)riaen A(d)riaenz., geb. Rotterdam ca. 1598, stuurman op de Haringvaart, scheepstimmerman te Delfshaven. Ariaen was doopsgezind en bedacht de volgelingen van Menno Symons op 16 juni 1647 met een gift.60 Hij testeerde te Delfshaven op 13-6-1652 61 en 22-8-1652.62 Op 24-9-1653 machtigt Ariaen zijn broer Jacob een schuldbrief van 15 pond te innen, die op naam van Grietje Cornelisdr. hun moeder staat.63 Op 3-8-1658 tekent Ariaen Nachtegael een bevrachtingsovereenkomst, als schipper op het schip “Sint Pieter” om op zijn route Hittave in Noorwegen aan de doen. 64 Ariaen erfde van zijn schoonvader Hendrick Guyten (mennist) een huis te Delfshaven aan de Langedijk. Ariaen Nachtegael huwde 1e Delfshaven 19-2-1623 Leentje Laurensdr., weduwe van Victor Pietersz. Zij overl. vóór 14-12-1629.61 Ariaen huwde 2e Delfshaven 13-1-1630 Trijntgen Hendricxdr. Guyten, weduwe van Jacob Jacobsz. Ariaen en Trijntgen heroepen hun testament 136-1641 van 11-5-1630, gepasseerd voor notaris Dirck de Haen. Zij maken een nieuw testament en benoemen elkaar tot erfgenaam. Daarbij wordt o.a. een bepaling gemaakt met betrekking tot de twee kinderen van Ariaen in het geval hij voor zijn vrouw komt te overlijden.65 Lijsbeth Ariaendr., huwde Vrank Cornelisz. ‘t Kint. N.N., overl. Rotterdam 26-7-1608, dochter van Aergaen de Nachtegael. Noten 1 J. Vuylsteke, Stad- en baljuwrekeningen, Gent. 2 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 2. 3 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 1. 4 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 3. de 5 Napoleon de Pauw, Cartulaire généalogique, 14 eeuw. 6 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 10. 7 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nrs. 7 en 8. 8 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 8. 9 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 4. 10 S.A. Gent, Schepenen van de keure, nr. 10, met dank aan Karel Van Hoecke uit Ronse. 11 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nrs. 8 en 10. 12 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 8. 13 R.A. Gent, Fonds Bisdom, nr. B 3482. 14 S.A. Gent, Schepenen van gedele, nr. 7. 15 S.A. Gent, Schepenen van de keure, nr. 10, met dank aan Karel Van Hoecke uit Ronse. 16 S.A. Gent, Schepenen van de keure, nr. 16. 17 S.A. Gent, Schepenen van de keure, nr. 18. 18 S.A. Gent, Schepenen van de keure, nr. 19. 19 S.A. Gent, Schepenen van de keure, nr. 24. 20 S.A. Oudenaarde, Akten en contracten, nr. 1. 21 S.A. Oudenaarde, Stadsrekeningen, nr. 1 bis. 22 A.R.A. Brussel, Rekenkamer, nr. 13598. 23 A.R.A. Brussel, Rekenkamer, nr. 13605. 24 R.A. Gent, Familiefonds della Faille d’Huysse, nr. 236. 6 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 S.A. Oudenaarde, Stadsrekeningen, nrs. 8 en 10. S.A. Oudenaarde, Contracten en autorisaties, nr. 5. D.A. Rijsel, Kamer van Audiëntie, Reeks B, nr. 1703. R.A. Gent, Familiefonds della Faille d’Huysse, nr. 236. S.A. Oudenaarde, Het groot Poortersboek van Oudenaarde, nr. 1159/154. R.A. Gent, Raad van Vlaanderen, Sententies, nr. 7532, met dank aan Willy Stevens. S.A. Oudenaarde, Stadsrekeningen, nr. 19. R.A. Gent, Raad van Vlaanderen, Sententies, nr. 7532, met dank aan Willy Stevens. S.A. Oudenaarde, Stadsrekeningen, nr. 19. S.A. Oudenaarde, Contracten en autorisaties, nr. 3. D.A. Rijsel, Kamer van Audiëntie, Reeks B, nr. 1724. S.A. Oudenaarde, Contracten en autorisaties, nr. 3. S.A. Oudenaarde, Stadsrekeningen, nrs. 13 t./m. 19; Poortersboek Oudenaarde, nr. 1159/154. S.A. Oudenaarde, Staten van goed, nr. 10; Staten van goed Pamele, nr. 5; Dagboeken oppervoogden, nr. 94. S.A. Oudenaarde, Staten van goed, nrs. 11, 13 en 15; Dagboeken oppervoogden, nr. 95. S.A. Oudenaarde, Staten van goed, nr. 10; Lazerijrekeningen, nr. 727/10. S.A. Oudenaarde, Akten en contracten, nr. 3. S.A. Oudenaarde, Staten van goed, nr. 13. R.A. Ronse, Oud archief Ronse, Wettelijke passeringen, verkopingen, nr. 1823. A.R.A. Brussel, Raad van beroerten, nr. 158. S.A. Oudenaarde, Contracten en autorisaties, nr. 4. A.R.A. Brussel, Raad van beroerten, nr. 158. J.H. Bekouw: Bannelingen en vluchtelingen uit Ronse, benevens een onderzoek naar hunne verblijfplaatsen gedurende de Spaansche overheersing, tweede deel, blz. 79 (Naarden, 1949). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 25, f. 195. G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 46, Notaris Jacob Duyfhuysen. G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 20, f. 54, notaris Jacob Symonsz. G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 326, f. 62, notaris Arent van der Graeff (23-2-1638). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 329, f. 384, 384v, 385, 385v. (18-10-1641). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 320, boedelinventaris (5-1-1646). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 337, notaris Arent van der Graeff (16-1-1649). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 320, notaris Arent van der Graeff (28-11-1653). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 341, notaris Arent van der Graeff (29-5-1654). A. Bredires: Kunstler-Inventare, Urkunden zur Geschichte der Hollandischen Kunst des XVI-ten, XVII-ten und XVIII-ten Jahrhunderts; deel 6 (Den Haag, 1919). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 234, notaris Jacob Duijfhuijsen (6-9-1660). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 397, notaris Jacobus Delphius (5-11-1664). G.A. Delft, Chr. van Vliet, notaris te Delfshaven (16-6-1647). G.A. Delft, Schalkius van der Walle, notaris te Delfshaven, d.d. 13-6-1652. G.A. Delft, Christiaan. van Vliet, notaris te Delfshaven, (22-8-1652). G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 340, notaris Arent van der Graeff (24-9-1653). G.A. Rotterdam, O.N.A. Delfshaven, inv. nr. 3839, notaris Chistiaan van Vliet (3-8-1658). G.A. Rotterdam, O.N.A. Delfhaven , inv. nr. 3837, notaris Schalkius van der Walles (13-6-1642). 7 Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden
© Copyright 2024 ExpyDoc