Evaluatieprocedure voor de leden van de Raad van Bestuur

Evaluatieprocedure voor de leden van de Raad van
Bestuur: TOELICHTING Voor Geïnteresseerde kandidaten
1
Introductie
Hierna volgt een invulformulier dat we geïnteresseerden vragen in te vullen (in het ‘word’document zelf) en via de website over te maken tegen 8 september 2014. Daarna zal een
selectieproces volgen waarvan we u op de hoogte zullen houden. De Algemene Vergadering
van eind-2014 zal zich uitspreken over de benoeming van nieuwe bestuurders.
De gestelde vragen gaan o.a. uit van de gegevens waarvan we de toezichthouders in kennis
zullen moeten stellen.
Inderdaad, naar aanleiding van de financiële crisis, die onder andere werd veroorzaakt door
een onaangepast bestuur van de financiële instellingen, hebben de internationale
regulatoren zich over deze problematiek gebogen en het internationale orgaan dat de
standaarden voor regelgeving publiceert, heeft al snel (vanaf 2010) de betreffende vereisten
verstrengd, die de nationale controle-instanties op lokaal niveau moesten invoeren.
In België heeft dit geleid tot de publicatie van "standaarden op het vlak van deskundigheid
en professionele betrouwbaarheid voor de leden van het directiecomité, bestuurders,
verantwoordelijken van onafhankelijke controlefuncties en effectieve leiders van financiële
instellingen" door de Nationale Bank van België. Het gaat om een omzendbrief (hierna de
Circulaire genoemd) met referentie NBB 2013_02, uitgegeven in juni 2013 met de generieke
benaming "fit and proper", waarbij het concept "fit" staat voor de deskundigheid van de
betreffende personen en "proper" voor hun betrouwbaarheid.
Bovendien versterkt de nieuwe bankenwet, goedgekeurd in mei 2014, de maatregelen die al
vervat zaten in de omzendbrief van 2013, zowel wat betreft de toegang tot de activiteit en de
vergunningsvoorwaarden (Boek II, Titel I, Hoofdstuk II) als voor de uitoefening van de
activiteiten (Boek II, Titel II, Hoofdstuk III).
Om zich aan te passen aan deze wet- en regelgeving voorziet het nieuwe artikel 14 van de
statuten van NewB dat de leden van de Raad van Bestuur moeten voldoen aan drie
cumulatieve voorwaarden:
1. elk afzonderlijk moeten zij hun deskundigheid en hun professionele betrouwbaarheid
aantonen;
2. samen moeten zij beschikken over alle kennis, ervaring en vaardigheden die nodig zijn om
te voldoen aan zowel de maatschappelijke als economische vereisten om het
maatschappelijk doel van de coöperatie te verwezenlijken;
3. samen moeten
vertegenwoordigen.
zij
op
passende
wijze
de
diversiteit
van
de
coöperanten
Bij het voorbereiden van de selectieprocedure voor de Raad van Bestuur moet het
‘Benoemings- en Remuneratiecomité’ er op toezien dat de RvB in zijn geheel beschikt over alle
kennis, deskundigheid en vaardigheden die nodig zijn in de zes volgende domeinen:






financiële deskundigheid;
maatschappelijke deskundigheid;
strategische en leidinggevende deskundigheid;
deskundigheid op het vlak van bankbeheer;
deskundigheid op het vlak van human resources en ‘soft skills’;
deskundigheid op het vlak van bedrijfsbeheer.
Overigens verwachten we van alle bestuurders dat ze beide landstalen voldoende beheersen
om discussies te volgen en teksten te lezen.
1
Bijlage formulier – 11 juli 2014
Elke bestuurder moet bovendien voldoen aan de voorwaarden van professionele
betrouwbaarheid (die o.a. worden gecontroleerd aan de hand van het ontbreken van
veroordelingen en relevante sancties).
Tot slot wensen we te komen tot een Raad van Bestuur die een uiting is van de diversiteit van
de coöperatie.
Voor alle duidelijkheid voegen we er aan toe dat artikel 14 van de statuten o.a. het volgende
stelt:


De termijn van het mandaat van de bestuurders bedraagt zes jaar. Zij zijn herkiesbaar.
Als een rechtspersoon wordt aangewezen als bestuurder, duidt deze een natuurlijke
persoon aan als vertegenwoordiger voor de uitoefening van de bevoegdheden
binnen de Raad van Bestuur.
En in artikel 15 :
ARTIKEL 15: ONBEZOLDIGDE MANDATEN:
Het mandaat van de bestuurders en van de controlerende vennoten is niet bezoldigd. Als de
bestuurders een opdracht vervullen met bijzondere of vaste prestaties, mag hiervoor een
vergoeding worden toegekend; deze vergoeding mag in geen geval een participatie in de
vennootschapswinst zijn.
2
M.b.t. de organisatie van de Raad van Bestuur
We kunnen aangeven dat volgens de wet- en regelgeving de Raad van Bestuur drie
hoofdopdrachten moet vervullen:



de opdracht van algemeen beleid, uitgevoerd door de Raad in zijn geheel;
de opdracht van toezicht, uitgevoerd door de voorzitter en de niet-uitvoerende
bestuurders;
de opdracht van management, uitgevoerd door de uitvoerend bestuurders, meestal
het directiecomité.
De Raad van Bestuur van NewB telt ideaal gezien veertien leden, waarvan er vier een
uitvoerende functie hebben.
We danken u bij voorbaat voor het in overweging namen van een kandidatuur.
Voor meer informatie kan u terecht op [email protected] of telefonisch bij Marc
Bontemps 02.225.44.71
3
Toelichting m.b.t. de domeinen van deskundigheid1
De beoordeling van de deskundigheid van de bestuurder (het aspect "fit") gebeurt op basis
van de kennis, geschiktheid en gedrag voor de volgende zes hoofddomeinen:






financiële deskundigheid;
maatschappelijke deskundigheid;
strategische en leidinggevende deskundigheid;
deskundigheid op het vlak van bankbeheer;
deskundigheid op het vlak van human resources en ‘soft skills’;
deskundigheid op het vlak van bedrijfsbeheer.
Zonder exclusief te zijn, hebben de eerste drie domeinen meer specifiek betrekking op nietuitvoerende bestuurders (toezichtfunctie) en de drie volgende zijn meer gericht op
deskundigheid in de betekenis van de Circulaire (en opgenomen in de eerste paragraaf van
1
Titel VII, § 3
2
Bijlage formulier – 11 juli 2014
dit deel) voor kennis, ervaring en gedrag en hebben meer rechtstreeks betrekking op de
managementfunctie. De onderstaande inhoud moet worden gelezen in het licht van deze
opmerking.
Naast die specifieke domeinen van deskundigheid moet de kandidaat in alle gevallen
aantonen dat hij/zij in staat is:





een erkende vrijheid van denken en oordelen te hebben;
een meningsverschil uit te drukken in een groep die voorstander is van een beslissing
en bij dat standpunt te blijven wanneer de groep haar standpunt blijft;
bereid zijn om afstand te doen van zijn/haar mandaat om aan te geven dat hij/zij het
niet eens is met een beslissing, indien de gevolgen van die beslissing dit zouden
rechtvaardigen;
zijn/haar onafhankelijkheid niet te laten inperken door te sterk aan te leunen bij
dezelfde beïnvloedingsnetwerken als één of meer andere bestuurders;
alert te zijn voor vooroordelen die de kwaliteit van de beslissingen van de Raad kunnen
beïnvloeden, door overmatig risico te nemen, door terughoudendheid of ongewenste
volgzaamheid.
Elk van de domeinen van deskundigheid wordt opgesplitst in subdomeinen met de
onderstaande inhoud.
Financiële deskundigheid
De subdomeinen van financiële deskundigheid zijn:

Financiële accounting en rapportering
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is de inhoud van financiële stukken
(balans, verlies- en winstrekening, cash-flowtabel en verklarende nota’s) en hun
onderlinge samenhang te begrijpen, evenals de elementen van de wettelijke en indien
mogelijk reglementaire rapportering voor financiële instellingen. Hij of zij is in staat om
in ruime zin de inhoud van rekeningen te interpreteren en daaruit conclusies te trekken
voor de instelling.

Begrotingen, beheercontrole en boordtabellen
De kandidaat moet bewijzen dat hij/zij de begrotingstechnieken beheerst en de
beheerindicatoren voor het strategisch en ook voor het operationeel beheer kan lezen.
Hij/zij kent de belangrijkste beheercijfers die de gezondheid van een onderneming
aantonen. Hij/zij is in staat op kritische wijze de hem/haar voorgelegde rapportering te
beoordelen.

Management accounting
De kandidaat moet inzicht aantonen in de organisatie van management accounting,
in de samenstellende elementen en de technieken voor verdeling van kosten en
inkomsten over de verschillende beheercentra om de waardeschepping in de
coöperatie te beoordelen.

Boekhoudkundige normen
De kandidaat moet aantonen dat hij in staat is de verschillende types (lokale en/of
internationale) boekhoudkundige normen te onderscheiden, evenals de impact van
hun gebruik bij het opstellen van financiële stukken.
Maatschappelijke deskundigheid
De subdomeinen van maatschappelijke deskundigheid zijn:

Verantwoord en solidair geldwezen
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij inzicht heeft in de problematiek van
3
Bijlage formulier – 11 juli 2014
verantwoord en solidair geldwezen, die erin bestaat doelstellingen van algemeen
belang te bereiken in plaats van in te spelen op particuliere belangen en vooral op die
manier in te gaan op de huidige sociale en ecologische uitdagingen, de doelstelling
om alle mensen, door tussenkomst van ‘klassieke’ dienstverleners, toegang tot en het
gebruik van financiële diensten en producten te verzekeren die aangepast zijn aan
hun noden en die hun de mogelijkheid bieden om een normaal sociaal leven te leiden
in de samenleving waartoe zij behoren, de doelstelling om de oprichting van
netwerken voor sociale uitwisseling te bevorderen, de banden tussen producenten en
consumenten opnieuw aan te halen en lokale initiatieven financieel te ondersteunen.

Economie, sociaal ondernemerschap en transitie
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is de economische mechanismen te
begrijpen en correct te interpreteren, evenals hun mogelijke impact op de werking van
een financiële instelling. Onder meer zal de kandidaat haar/zijn kennis van de realiteit
van sociaal ondernemerschap aantonen, van de behoeften en beperkingen maar
ook van de verwachtingen van deze sector m.b.t. haar financiering.
De kandidaat moet blijk geven van kennis van de principes van "ecologische transitie"
en van de impact die deze transitie kan hebben op de werking van de financiële
sector, in het bijzonder van de financieringsmechanismen voor zowel producenten als
consumenten.

Bescherming van de gebruikers van financiële producten en diensten
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is eenvoudige, transparante, veilige en
passende producten te identificeren en toe te passen, evenals de toegang tot
onafhankelijk en doordacht advies en de voorwaarden voor een vrije keuze voor de
cliënt.

Sociale inclusie
De kandidaat moet blijk geven van kennis van de belangrijkste actoren op het vlak van
sociale inclusie, van de belangrijkste publicaties en normen ter zake, van de
belangrijkste noden en de bijhorende uitdagingen. Hij/zij moet ook aantonen in staat
te zijn duidelijk complexe vragen en uitdagingen die eigen zijn aan deze sector te
formuleren, duidelijk impliciete trends te begrijpen en de rechtstreekse en
onrechtstreekse invloed daarvan op de coöperatie te beoordelen, dit inzicht te
gebruiken voor het formuleren van strategieën om kansen te benutten, cruciale vragen
voor sociale inclusie af te bakenen en oplossingen daarvoor uit te werken.

Leefmilieu
De kandidaat moet blijk geven van kennis van de belangrijkste actoren in de
milieusector, van de belangrijkste publicaties en normen en van de belangrijkste noden
en uitdagingen. Hij/zij moet ook aantonen in staat te zijn duidelijk complexe vragen en
uitdagingen die eigen zijn aan deze sector te formuleren, duidelijk impliciete trends te
begrijpen en de rechtstreekse en onrechtstreekse invloed daarvan op de coöperatie
te beoordelen, dit inzicht te gebruiken voor het formuleren van strategieën om kansen
te benutten, cruciale vragen op het vlak van milieu af te bakenen en oplossingen
daarvoor uit te werken.

Verdediging van de mensenrechten en de sociale rechten
De kandidaat moet blijk geven van kennis van de belangrijkste actoren bij de
verdediging van de mensenrechten en de sociale rechten, van de belangrijkste
publicaties en normen en van de belangrijkste noden en uitdagingen. Hij/zij moet ook
aantonen in staat te zijn duidelijk complexe vragen en uitdagingen die eigen zijn aan
deze sector te formuleren, duidelijk impliciete trends te begrijpen en de rechtstreekse
en onrechtstreekse invloed daarvan op de coöperatie te beoordelen, dit inzicht te
4
Bijlage formulier – 11 juli 2014
gebruiken voor het formuleren van strategieën om kansen te benutten, cruciale vragen
op het vlak van de verdediging van de mensenrechten en de sociale rechten af te
bakenen en oplossingen daarvoor uit te werken.

Cultuur en onderwijs
De kandidaat moet blijk geven van kennis van de belangrijkste actoren binnen cultuur
en onderwijs, van de belangrijkste publicaties en normen en van de belangrijkste
noden en uitdagingen. Hij/zij moet ook aantonen in staat te zijn duidelijk complexe
vragen en uitdagingen die eigen zijn aan deze sector te formuleren, duidelijk impliciete
trends te begrijpen en de rechtstreekse en onrechtstreekse invloed daarvan op de
coöperatie te beoordelen, dit inzicht te gebruiken voor het formuleren van strategieën
om kansen te benutten, cruciale vragen op het vlak van cultuur en onderwijs af te
bakenen en oplossingen daarvoor uit te werken.
Strategische en leidinggevende deskundigheid

Strategisch vermogen
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij beschikt over voldoende en concrete kennis
van de wezenlijke elementen van een businessstrategie en van de manier waarop die
moeten passen binnen een langetermijnvisie voor de instelling. Hij is in staat om de
samenstelling van het businessmodel voor te stellen en kritisch te beoordelen evenals
de inhoud van de ondernemingsstrategie en de operationele strategieën.

Sturing en leiderschap
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is beslissingen te nemen, een visie uit
te dragen voor zichzelf en eventueel voor zijn medewerkers en voor het bedrijf, in een
gunstig sociaal klimaat waarin vertrouwen heerst.

Waarden van de coöperatie
De kandidaat moet blijk geven van kennis van het coöperatiemodel en de
onderliggende waarden. Door zijn/haar kennis kan hij/zij de waarden en het belang
van de naleving ervan bij het invoeren van een ethisch en verantwoord
geldwezen verdedigen.

Toekomstgerichte visie (collectieve intelligentie, belemmeringen, informatie)
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is originele oplossingen te voorzien en
toe te passen om te komen tot reële participatie van de coöperanten en tot de
organisatie
van
een
participatief
burgerschap
dat
in
staat
is
de
“collectieve intelligentie” binnen de coöperatie te benutten, namelijk het cognitieve
vermogen van de coöperatie, dat voortkomt uit de vele interacties tussen de leden.
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij risico’s op een rijtje kan zetten en tijdelijke visies
(scenario’s) kan voorstellen als steun bij strategische beslissingen en vervolgens de
gekozen visie voor de ontwikkelingslijnen van de coöperatie kan laten delen om zo
onzekerheid (en dus eventueel een zekere angst) over de toekomst en over de prioriteit
of de legitimiteit van acties te kunnen beperken.
Deskundigheid op het vlak van bankwezen

Risicobeheer
De kandidaat moet blijk geven van deskundigheid in het domein van beleid en
procedures voor uitgebreid en geïntegreerd risicobeheer en ook in de domeinen van
individuele risico’s (krediet, markt, liquiditeit, rentevoeten, wisselkoersen, operationele
aspecten, …). Hij/zij is in staat de kwaliteit van het beleid en de procedures van
risicobeheer na te gaan en ook het beheerproces op zich in zijn verschillende fasen.
5
Bijlage formulier – 11 juli 2014

Distributiekanalen (inclusief marketing, elektronisch bankieren en front office)
De kandidaat moet zijn/haar deskundigheid aantonen bij de kennis van verschillende
types distributiekanalen en in staat zijn de relevantie van de keuzes te beoordelen die
worden gemaakt in het kader van de strategische ontplooiing van NewB. Zijn/haar
deskundigheid op het vlak van marketing biedt de mogelijkheid om de kwaliteit van
het marketingplan en het nut ervan bij de commerciële ontwikkeling van de
coöperatie te beoordelen.

Rendabiliteit en bankwezen
Rekening houdend met de specifieke aard van bankoperaties en de bijzondere
kenmerken van de balans en de verlies- en winstrekening van een bank, moet de
kandidaat zijn/haar deskundigheid aantonen met betrekking tot de belangrijkste
elementen van het bankwezen die het mogelijk maken om op vooruitziende wijze de
gevolgen voor de rendabiliteit van de instelling te begrijpen.

Juridische conformiteit en regelgeving
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is de belangrijkste inhoud van de weten de regelgeving op de banken en ook de architectuur voor toezicht die wordt
opgezet onder supervisie van de toezichthouder te kennen. Hij/zij kent ook de nietprudentiële elementen die gelden voor kredietinstellingen.
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is geschillen aan te pakken en daarbij
ook rekening te houden met de waarden van de coöperatie.

Interne audit
De kandidaat moet deskundigheid aantonen op het vlak van interne audit en het
belang van zijn onafhankelijke toezichtfunctie, met als belangrijkste taak de organisatie
te confronteren met de interne en externe eisen.

Informatica
De kandidaat moet blijk geven van deskundigheid in het domein van bankinformatica
en van inzicht in de verplichtingen van een dienst van hoge kwaliteit, rekening
houdend met de specificiteit van de behandelde gegevens. Hij/zij beschikt over de
meest volledig mogelijke kennis en ervaring met betrekking tot de
computerarchitectuur van een financiële instelling, die een soepele interactie vereist
tussen front office, back office en interne systemen. Hij/zij is op de hoogte van de
impact van het operationele risico op de werking van de bank en begrijpt dat het
noodzakelijk is om continuïteitsplannen te ontwikkelen die aangepast zijn aan de
omvang en de aard van de activiteiten.

Back office
De kandidaat moet blijk geven van deskundigheid en van inzicht met betrekking tot
het back office als fabriek voor het verwerken van verrichtingen die ontstaan in het
front office bij de cliënten en bij de financieel deskundige. Zijn/haar deskundigheid
biedt de mogelijkheid om te beoordelen of de aanwezige procedures en processen
wel degelijk voldoen aan de normen voor interne controle om zowel de spaarders als
de coöperanten te beschermen.

Betalingssystemen
De kandidaat moet blijk geven van deskundigheid bij het organiseren van de stromen
tussen NewB en externe financiële systemen. Zijn/haar deskundigheid heeft concreet
betrekking op kennis van of ervaring met de technische beperkingen die verband
houden met het gebruik van de online-distributiekanalen.
6
Bijlage formulier – 11 juli 2014
Deskundigheid op het vlak van human resources en ‘soft skills’

Gebruik van HR als strategisch element (motivatie en verbondenheid)
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is individuele en collectieve factoren
van motivatie te bepalen, mensen te verenigen rond het project van de coöperatie,
te begeleiden en te omkaderen door een coöperatieve managementmethode, de te
bereiken doelstellingen en resultaten te bepalen, te informeren om betekenis te geven
aan de actie.

Conflictbeheer en overleg
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is een verbindende rol te spelen tussen
de verschillende stakeholders van de coöperatie en zo preventief de belemmeringen
op te sporen die kunnen opduiken tijdens toekomstige projecten, operationele en
strategische denkoefeningen binnen de coöperatie te stofferen en de informele
netwerken te ontwikkelen die het mogelijk maken om beter te reageren en de
informatie beter te laten doorstromen.
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is procedures in te voeren die het
mogelijk maken om uitwisselingen tussen alle stakeholders van de coöperatie te
ontwikkelen, om gezamenlijke problemen te onderscheiden, om geleidelijk aan een
consensus op te bouwen en de voorstellen voor beslissingen vorm te geven.
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is een conflict te herkennen, de
regeling ervan te bevorderen door voorrang te geven aan de keuze van een oplossing
in plaats van een confrontatie, doeltreffend te onderhandelen en een oplossing toe te
passen.

Personeelsadministratie
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is een personeelsadministratie op te
zetten die overeenstemt met de waarden van de coöperatie en die het personeel
beschouwt als strategisch hulpmiddel voor de harmonische ontwikkeling van de
instelling.

Communicatie
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij zich kan aanpassen zonder de persoonlijkheid
van de individuen te willen veranderen, de typische kenmerken van hun persoonlijkheid
en de bijhorende gedragingen kan identificeren en ontdekken, de juiste houding kan
vinden afhankelijk van de gesprekspartner om te komen tot constructieve
samenwerking en de relatie op gunstige wijze te laten evolueren in de tijd.
Onderhandeling
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is een onderhandelingsproces in te
zetten dat aangepast is aan de omstandigheden en aan de omgeving waarin hij/zich
bevindt, ongeacht of het om interne of externe onderhandelingen gaat. Hij/zij is in staat
een mechanisme op te zetten dat leidt tot een win-winoplossing en dat frustraties
vermijdt die schadelijk zijn voor de goede werking van de gemeenschap.

Aanvaarding van de waarden van de coöperatie in het openbaar en ook privé
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is de waarden die de grondslag
vormen van de coöperatie in de praktijk te brengen: zorg, persoonlijke en onderlinge
verantwoordelijkheid, democratie, gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit.

Coherentie tussen woorden en daden
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is eigenschappen als loyauteit,
eerlijkheid, oprechtheid maar ook integriteit, betrouwbaarheid, transparantie en
7
Bijlage formulier – 11 juli 2014
duidelijkheid over de normen en waarden die eigen zijn aan de cvba New B te
cultiveren en toe te passen en in het openbaar en privé een gedrag aan te nemen dat
die waarden respecteert.
De cvba NewB wil immers een integer bedrijf zijn. Dat betekent dat de eigen normen
en waarden waaraan zij trouw is niet enkel rekening houden met objectieve wettelijke
en reglementaire bepalingen, maar ook met de normen die algemeen aanvaard
worden in de samenleving als de grondslag van haar werking en haar ontwikkeling.

Maatschappelijk verband, sociale en professionele netwerken
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is de coöperatie een plaats te geven
binnen het sectorieel, maatschappelijk en geografisch territorium, netwerken en
partnerschappen te ontwikkelen, informele relaties te benutten om dat partnernetwerk
te ontwikkelen en bij te dragen aan de maatschappelijke verbondenheid.
Deskundigheid op het vlak van bedrijfsbeheer

Bestuur en leiding van coöperatieve structuren
De kandidaat moet blijk geven van deskundigheid bij het specifieke beheer van een
coöperatieve onderneming en van de gevolgen van de beslissingen over het beheer
voor de coöperanten.

Beheer van maatschappelijke externaliteiten op het vlak van duurzame ontwikkeling
De kandidaat moet blijk geven van deskundigheid met betrekking tot de elementen
die de maatschappelijke externaliteiten vormen, namelijk duurzame ontwikkeling, de
bescherming van de gebruikers van producten en diensten en bestuur.

Beslissingsvermogen (keuze, bemiddeling, overleg)
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is ervoor te zorgen dat alle aspecten
van een vraag volledig doorgepraat zijn, de belemmeringen voor de noodzakelijke
veranderingen opzij te ruimen, de weerstand na het nemen van een beslissing te
verminderen, de strategische bondgenootschappen en joint ventures te begrijpen, en
een partneranalyse te maken.

Projectbeheer
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij de huidige toestand kan afbakenen en de ex
ante-evaluatie kan uitvoeren, die bestaat in het opstellen van een diagnose van de
uitgangssituatie, de identificatie van een project, het nagaan of dit project realistisch
is en de voorwaarden voor de uitvoering ervan te verzekeren.
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is in te spelen op de belangrijkste
uitdagingen bij de ontwikkeling van de coöperatie door projecten te begeleiden en te
ondersteunen die die ontwikkeling bevorderen in heel diverse domeinen zoals
innovatie, human resources, interne prestaties (integratie van ICT, duurzame
ontwikkeling, …).

Stressbestendigheid
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij kan weerstaan aan situaties van stress en
beslissingen kan blijven nemen die in de lijn liggen van het beleid, de procedures en
waarden van de coöperatie.

Aanpak van gevoelige situaties
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is om te gaan met moeilijke situaties
die de werking van de coöperatie in gevaar kunnen brengen. Die moeilijke situaties
kunnen zowel betrekking hebben op personen als op de werking en ook op externe
8
Bijlage formulier – 11 juli 2014
elementen.

Logistiek
De kandidaat moet aantonen dat hij/zij in staat is de logistieke organisatie te begrijpen
en te beheersen van een onderneming die vooral bedoeld is om binnenkomende
stromen (post, materiaal, diverse benodigdheden, …), uitgaande stromen (post,
informatie, enz.) en de praktische organisatie van het nodige materiaal en meubilair
voor de werking van de coöperatie te beheren.

Algemene juridische aspecten
De kandidaat moet blijk geven van voldoende kennis en ervaring op het vlak van
vennootschaps- en personenrecht. Hij/zij heeft een algemene kennis van de
wetteksten die een invloed kunnen hebben op het leven van een vennootschap en
meer bepaald van een coöperatieve vennootschap.
4
Toelichting m.b.t. scores voor de auto-evaluatie
De auto-evaluatie gebruikt een schaal gaande van 0 tot 5, waarbij de volgende waarden
gelden:

0 – geen deskundigheid;

1 – basisdeskundigheid;
Heeft al horen spreken over het domein en kan een discussie over het onderwerp
volgen.

2 – basisdeskundigheid;
Kent de grote principes en kan een discussie over het onderwerp volgen.
Heeft evenwel geen praktische ervaring.
Kan eventueel de grote werkingsprincipes valideren.

3 – deskundigheid;
Is al in contact gekomen met het betrokken domein.
In staat een mening te geven over de materie.
In staat beslissingen te nemen voor het domein.

4 – grote deskundigheid;
Heeft al gewerkt rond onderwerpen in verband met het domein.
In staat om advies te geven over de materie.
In staat een weloverwogen oordeel te geven bij besluitvorming in verband met het
domein.

5 –grootste deskundigheid;
Erkende vorming en/of ervaring voor onderwerpen in verband met het domein.
Kan eventueel nuttig advies geven om de processen in verband met het domein te
verbeteren.
In staat beslissingen over de materie voor te stellen.
9
Bijlage formulier – 11 juli 2014