OVERZICHT De Ronde 11-02-2014 Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 19:00 Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning vrz: Van Wijngaarden pfh: Lubbinge secr: Bongers Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsplan Burgerinitiatief ‘Stationsplein Rookvrij’ vrz: Nederkoorn pfh: Van Eijk secr: Verhoef-Franken vrz: Offereins pfh: Bolsius secr: Van Kan 20:00 20:30 SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf vrz: Pongers pfh: Lubbinge secr: Bongers Rekenkamercommissie: Onderzoek Afhandeling klachten en bezwaren vrz: Verhoef-Franken pfh: Van Eijk/Bolsius/Lubbinge/Buijtelaar secr: Van Kan 21:15 Rekenkamercommissie: Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Informatie Brief Rekenkamerfunctie Peiling vrz: Verhoef-Franken secr: Van Kan 21:30 21:45 Rekenkamercommissie: Onderzoek Governance en verbonden partijen vrz: Verhoef-Franken pfh: Van Eijk/Bolsius/Lubbinge/Buijtelaar secr: Van Kan 22:45 1 Grondexploitatie Vathorst Peiling + Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Voorbereiding besluit vrz: Oostlander-Çetin pfh: Lubbinge/Van der Werff secr: Pen De Ronde *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie Datum: Aanvang: dinsdag 11 februari 2014 19:00 Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning Peiling SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf Peiling Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning Peiling Inhoud agendapunt Principekeuzes Wmo 2015 (pdf) Peiling Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 (pdf) Bijlage - Risico-inventarisatie Wmo 2015 - Amersfoort, regio Eemland (pdf) Raadsvoorstel en raadsbesluit (9-7-2013) Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein (pdf) Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit (17-12-2013) Organiseren van de beweging in het sociaal domein (pdf) Bijlage - Tekst inspraak Seniorenraad - Principekeuzes Wmo 2015 (pdf) Bijlage - Tekst inspraak GPPA - Principekeuzes Wmo 2015 (pdf) Besluitenlijst Principekeuzes Wmo 2015 (pdf) Audioverslag SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf Peiling *Inhoud agendapunt SP - Voortbestaan leer-werkbedrijf Zon en Schild (pdf) Bijlage - *Bezuinigingsplan GGZ Centraal 2014 - Uitwerking Oostelijk Utrecht (pdf) Bijlage - Tekst inspraak P. Develing - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf (pdf) Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf (pdf) Audioverslag Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Achterliggende documenten Principekeuzes Wmo 2015 11 februari 2014 Ambtelijk contact College van B&W Reg.nr. 4590810 Hooijschuur (469 4697) Dijkstra (469 4486) Lubbinge In de peilnota legt het college de raad een aantal principekeuzes voor die specifiek zijn voor de Wmo, in vervolg op de uitgangspunten die de raad al heeft vastgesteld met betrekking tot het sociaal domein. De keuzes hebben betrekking op nieuwe taken en bestaande taken die daardoor mee veranderen. De peilpunten hebben betrekking op de positie van informele zorg in de basisinfrastructuur, en maatschappelijke activering. Daarnaast geeft het college aan hoe rijksbeleid en de vastgestelde keuzes sociaal domein uitwerken voor de volgende onderdelen: informele zorg, algemene en maatwerkvoorzieningen, dagactivering, vervoer, persoonsgebonden budget en eigen bijdrage. Soort document Peiling Peiling Tijdens het ronde tafelgesprek in De Ronde op 19 november over de transitie AWBZ/Wmo is afgesproken dat de raad als vervolg op de raadsbesluiten over het sociaal domein in de gelegenheid wordt gesteld zijn mening te geven over de keuzes in de Wmo. Zijn mening te geven over de keuzes met betrekking tot de invulling van de Wmo 2015. Na de peiling wordt de mening van de raadsleden gebruikt bij de verdere voorbereiding van het beleidskader sociaal domein. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Besluitenlijst x BIS Raadsstukken Fractie Peiling Principekeuzes Wmo 2015 x BIS Raadsstukken Fractie Risico-inventarisatie Wmo Raadsstukken Fractie Raadsbesluit Visie en uitgangspunten voor x BIS de beweging in het sociaal domein, 9 juli 2013 Raadsstukken Fractie Raadsbesluit Organisatie van de beweging x BIS in het sociaal domein, 17 december 2013 #4590810 v3 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 PRINCIPEKEUZES WMO 2015 PEILING Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder B.J. Lubbinge Reg.nr. Datum : 4567514 : 21 januari 2014 TITEL Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 PEILPUNTEN De raad wordt gevraagd zich uit te spreken over de volgende peilpunten: 1. We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg. 2. Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep. AANLEIDING De beweging in het sociaal domein gaat over het maken van keuzes, een groter beroep op eigen kracht en zelfredzaamheid en dat de gemeente niet meer in alle gevallen een ondersteuningsaanbod faciliteert. Er komen nieuwe taken over vanuit de Rijksoverheid met grote efficiencykortingen. We moeten dus meer doen met minder middelen en instandhouding van het huidige niveau van ondersteuning is geen vanzelfsprekendheid. In dit verband gaat het specifiek om de volgende AWBZ-functies: individuele en groepsbegeleiding, vervoer, respijtzorg en begeleiding bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (nu nog onderdeel van de persoonlijke verzorging in de AWBZ) en beschermd wonen. Uw raad heeft in de besluiten over het de beweging in het sociaal domein al een basis gelegd voor de invulling van de decentralisaties. Daarnaast zijn wij op verschillende manieren in gesprek gegaan met zorgaanbieders, cliëntenraden en adviesraden om te sparren over de concrete invulling. Ons beeld is dat er over het algemeen op hoofdlijnen draagvlak bestaat voor de veranderingen, maar dat cliënten zich wel zorgen maken over de gevolgen voor hun specifieke situatie. Zorgaanbieders hebben ook zorgen over de continuïteit van zorg voor de cliënten en over het voortbestaan van de eigen organisatie, maar zijn tegelijkertijd al volop aan het nadenken hoe zij zich door innovatie en samenwerking met andere partijen kunnen voorbereiden op de veranderingen. De input die we hebben opgehaald hebben we benut bij het formuleren van de keuzes die nu voorliggen. Voorstellen over de toekomstige invulling van de hulp bij het huishouden en beschermd wonen volgen in een later stadium. BEOOGD EFFECT In deze peilnota leggen wij u een tweetal principekeuzes voor, specifiek voor de Wmo. Hiermee komen we tegemoet aan uw wens om vroegtijdig kaders te stellen voor het nieuwe Wmo beleid. Daarnaast geven wij aan hoe uw keuzes m.b.t. de beweging in het sociaal domein uitwerken voor de invulling van de Wmo en geven wij inzicht in de wijze waarop in de wet kaders voor het persoonsgebonden budget en de eigen bijdrage zijn opgenomen. Deze onderdelen zullen vervolgens nader worden uitgewerkt in het conceptbeleidskader. Het uiteindelijke doel is een zorgvuldige invulling van ons Wmo-beleid, passend binnen het beschikbare budget, inclusief de door het rijk doorgevoerde bezuinigingen. Overigens sluiten wij niet uit dat er scherpere keuzes gemaakt moeten worden vanwege de beschikbare budgetten. RIJKSBELEID EN UITWERKING BESLUITVORMING BEWEGING SOCIAAL DOMEIN Naast de twee peilpunten zijn er een aantal onderdelen die voortvloeien uit het nog vast te stellen rijksbeleid of uit eerdere keuzes die u hebt gemaakt met betrekking tot de beweging in het sociaal domein. Hieronder lichten wij toe hoe deze uitwerking eruit kan zien: Inlichtingen bij : P.N. Dijkstra - de Jager, MO/ZCS, (033) 469 44 86 Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 2 Informele zorg In Amersfoort geeft 14% van de mantelzorgers aan zich overbelast te voelen en de verwachting is dat het aantal gaat stijgen door demografische ontwikkelingen. Het is belangrijk dat mantelzorgers hun werk vol kunnen houden. Het ontvangen van een waardering van degene die zij verzorgen, speelt daarin een belangrijke rol. In Amersfoort maakten in 2012 ruimt 2.400 mensen gebruik van het mantelzorgcompliment (à € 200,- per cliënt per jaar). Als per 2015 het mantelzorgcompliment komt te vervallen willen wij dat ontvangers van mantelzorg hun mantelzorgers kunnen blijven waarderen in de vorm van een geldbedrag of natura. Dit wordt nog nader uitgewerkt. In het wetsvoorstel staat dat hiervoor 70 miljoen aan het gemeentefonds wordt toegevoegd. Wij gaan burgerinitiatieven gericht op het versterken van de informele zorg en innovatieve projecten om mantelzorg(ers) ondersteunen, faciliteren en verbinden met de formele zorg- en welzijnspartners. Algemene voorzieningen gaan voor maatwerkvoorzieningen In aansluiting op de wet en de keuzes die u hebt gemaakt binnen het sociaal domein wordt individuele hulp en ondersteuning zoveel mogelijk geboden als algemene voorziening in de basisinfrastructuur. Centraal staat de vraag wat een individuele inwoner nodig heeft om zelf de regie over het eigen leven te houden en te kunnen participeren. Daarom ontwikkelen we zoveel mogelijk algemene voorzieningen die voor iedere burger toegankelijk zijn in plaats van specifieke voorzieningen met het bijbehorende toegangsbesluit. Vergelijkbaar met de kanteling in de huidige Wmo, moet ook rond de nieuwe taken een omslag in denken ontstaan waarbij het claimgerichte systeem met indicatiestelling en protocollen wordt vervangen door individuele vraagverheldering waarbij in de oplossing algemene voorzieningen een belangrijke rol spelen. Bij algemene voorzieningen betalen de deelnemers/cliënten veelal een deelnemersbijdrage. Deze is voor alle deelnemers gelijk. Differentiatie naar inkomen is niet mogelijk. Bij de verdere vormgeving van de algemene voorzieningen zullen wij hier aandacht aan besteden. Maatschappelijke activering en dagactivering ( in de AWZB begeleiding) Individuele begeleiding in de AWBZ wordt geboden aan mensen die niet goed in staat zijn hun dagelijks leven te structureren. Het gaat bijvoorbeeld om het compenseren van het regelvermogen zoals ondersteuning bij planning van activiteiten, het regelen van dagelijkse zaken, het structureren van de dag, besluiten nemen, maar ook praktische hulp bij administratie, geldbeheer, oefenen van sociale vaardigheden of communicatie. Tot dit deel rekenen wij ook 'Begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen' (het Persoonlijke verzorgingsdeel dat wel in de Wmo wordt opgenomen). Doel is de situatie van de persoon te verbeteren of stabiel te houden. Kortdurende intensieve begeleiding wordt geboden in de beginfase van een begeleidingstraject, bij crisissituaties en life events (bijvoorbeeld het overlijden van een naaste, of ernstige ziekte). Wij beleggen de uitvoering van deze functie in het wijkteam, waarbij eigen regie en oplossingsvermogen worden gestimuleerd. Op onderdelen is het mogelijk taken op informele wijze te vervullen of middels aanbod in de basiszorginfrastuctuur. Het wijkteam heeft hierin een stimulerende, voorbereidende en toeleidende rol. Door de nieuwe werkwijze wordt inhoud gegeven aan de beweging die wij hebben verwoord in onze inhoudelijke principes: een integrale manier van werken, vanuit het principe één huishouden – één plan en zelfredzaamheid stimulerend, ingebed in de sociale omgeving. De ‘grondslag’ (iemands aandoening of beperking) is niet langer leidend voor de inzet, maar de ondersteuningsvragen die iemand heeft. Iemand kan met al zijn vragen terecht bij het wijkteam. Individuele ondersteuning is in principe kortdurend. Ambulante ondersteuning wordt op deze wijze een algemene voorziening die snel beschikbaar is en nabij, doordat zij toegankelijk is zonder indicatie en wijkgericht. Ook een deel van de huidige ondersteuning in het kader van de Wmo willen wij integreren in de wijkteams, zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk of ouderenadvisering. De integrale manier van werken via een en dezelfde toegang, maakt de hulpverlening overzichtelijker en voor hulpvragers duidelijker doordat zij één ingang en aanspreekpunt hebben in de wijk. Bovendien houden we zo beter een vinger aan de pols bij mensen met chronische beperkingen, wat samen met inzet vanuit de basiszorginfrastructuur kan leiden tot minder structureel langdurige inzet van professionals. Nu besloten is om het wijkteam als doorlopende lijn voor de ‘één huishouden, één plan’ aanpak te positioneren, past het om dwang en drang maatregelen zoveel mogelijk ondersteunend in te zetten aan dit Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 3 plan en daarmee aan de aanpak van de wijkteams. In de jeugdzorg krijgt dit al vorm via Saveteams, ook bij huisverboden wordt al op deze manier samengewerkt. Uiteraard hebben beide kaders hun eigen principes en voorwaarden, maar door ze in samenhang in te zetten zijn beide effectiever. Soms is begeleiding te specifiek voor een wijkteam. Dan schakelen we specialisten in die ofwel kunnen adviseren hoe om te gaan met een specifiek probleem, dan wel een deel van de specialistische zorg op zich nemen (bijvoorbeeld gericht op een bepaalde hulpvraag of op een specifieke beperking). Revalidatie van een ernstig ongeluk, waarbij hersenletsel is opgetreden, rekenen we hier bijvoorbeeld toe. Deze vormen van individuele begeleiding zullen tot de specifieke zorg gaan behoren. Wat de aard en omvang er precies van is, moeten we nog vaststellen. De functie individuele begeleiding wordt binnen de AWBZ soms langdurig geïndiceerd voor mensen met chronische problematiek of beperkingen. Denk hierbij aan mensen met verstandelijke beperkingen, chronisch psychiatrische problematiek of niet aangeboren hersenletsel. Zij willen graag zelfstandig blijven wonen, mits er een goed ‘steunsysteem’ is. In principe gebeurt dit in het eigen netwerk van de betreffende persoon, of met hulp van (collectieve) ondersteuning uit de basiszorginfrastructuur. Als er toch een professioneel ‘stut-en-steun’-contact nodig is, is het de vraag of het wijkteam deze kan blijven bieden. Te veel van dergelijke contacten doen een te zwaar beroep op de capaciteit van een wijkteam. We onderzoeken alternatieve mogelijkheden of de mogelijkheid van langduriger toe te wijzen ondersteuning als vorm van specifieke zorg. Vervoer We koppelen vervoer los van dagbesteding. Hierdoor kan worden ingezet op andere, creatieve vervoerssystemen in de wijk met bijvoorbeeld vrijwilligers of cliënten die dit als dagactiviteit doen. Daarnaast is bundeling van vervoer mogelijk waardoor het bereik en de bereikbaarheid groter wordt. Combinaties kunnen worden gezocht met bijvoorbeeld het vervoer van leerlingen, regiotaxi of mensen die beschut werken. Door minder versnipperd om te gaan met vervoersaanbod wordt ook minder bureaucratie in de hand gewerkt. Door vanuit een benadering en eenzelfde methodiek de situatie met cliënten te bespreken wordt gezocht naar de mate waarin mensen zelf oplossingen kunnen vinden. Cliënten worden zodoende gestimuleerd meer zelf te reizen. Bijvoorbeeld op de fiets of met de bus, begeleid door vrijwilligers enz. Door een verbreding in de doelgroepen zal er sprake zijn van een diverse groep cliënten met een vervoersbehoefte. Niet alle doelgroepen zijn echter te combineren. Daar houden we rekening mee in de uitwerking. Er zijn en blijven specifieke eisen voor bepaalde doelgroepen bij het vervoeren. Een aantal criteria wordt bij de inkoop en het beheer opgesteld om kwaliteit te borgen en oog te houden voor specifieke groepen. Persoonsgebonden budget (pgb) Ook in de nieuwe wet blijft een pgb mogelijk, maar de voorwaarden zijn aangescherpt. Zorg in natura (zorg die instellingen leveren) is het uitgangspunt bij ondersteuning. Als een aanvrager van mening is dat dit niet volstaat, moet hij gemotiveerd aangeven waarom hij een PGB aanvraagt. Om cliënten die een voorkeur hebben voor een pgb goed te kunnen faciliteren en om misbruik te voorkomen zullen wij in de verordening een nadere uitwerking opnemen. Hierbij gaat het o.a. gaan om regievoering door een vertegenwoordiger, betaling van een informele zorgverlener of mantelzorger uit een pgb en tariefdifferentiatie afhankelijk van het opleidingsniveau van de hulpverlener. De uitwerking vindt gecombineerd plaats voor Wmo en jeugd. Eigen bijdrage Het uitgangspunt van de Wmo is dat mensen zoveel mogelijk gebruik maken van hun eigen kracht, waaronder financiële draagkracht. Het instrument hiervoor vanuit het rijk is de eigen bedrage. Wij mogen geen rekening houden met de financiële draagkracht van een aanvrager door mensen met een bepaald inkomen een maatwerkvoorziening op grond van hun inkomen of eigen vermogen te weigeren. Hieruit volgt dat wij een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage heffen voor alle maatwerkvoorzieningen voor zover de wet hier ruimte toe biedt. Ook nu al wordt voor begeleiding een eigen bijdrage geheven in de AWBZ. Uitzondering hierop is de bemoeizorg. Hulp wordt zoveel mogelijk vraaggericht ingezet, maar soms is het nodig om bemoeizorg in de te zetten bij mensen waarover grote zorgen zijn, maar die zelf geen hulp vragen en waar dit wel nodig is. Mensen een eigen bijdrage vragen voor hulp waar zij niet om hebben gevraagd leidt tot frustratie bij het motiveren voor het verdere traject. Zijn mensen eenmaal gemotiveerd om hulp te Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 4 accepteren dan kunnen hiervoor de reguliere eigen bijdragen worden gevraagd. Voor hulp die via een dwangmaatregel wordt opgelegd ligt dit anders. De dwangmaatregel functioneert dan als stok achter de deur om het hulptraject aan te gaan. Een eigen bijdrage is dan wel mogelijk. De opbrengst van de eigen bijdrageheffing is naar verwachting relatief beperkt omdat een groot deel van de aanvragers in de lagere inkomenscategorieën valt. Raakvlakken met andere domeinen De Wmo heeft raakvlakken met een groot aantal andere domeinen. Specifiek noemen wij: AWBZ en de Wet Langdurige Intensieve Zorg (Wet LIZ) De basiszorginfrastructuur bestaat uit een mix van allerlei zorg en ondersteuningsaanbod met diverse financieringsstromen. Afstemming hiertussen is belangrijk, bijvoorbeeld tussen huisartsen/wijkverpleegkundigen, geestelijke gezondheidszorg en wijkteams. De wijkverpleegkundige gaat deelnemen aan het wijkteam en werkzaamheden als coördineren, signaleren en coachen worden geborgd in de nieuwe aanspraak wijkverpleging. Wij zullen over de wijkverpleegkundige, maar ook over andere onderwerpen afspraken maken met zorgverzekeraars. Dit is een intensivering van de samenwerking die nu ook al bestaat in de vorm van een convenant. Participatiewet/Jeugdzorg/ Passend onderwijs Als voorbeeld noemen wij de organisatie van de dagbesteding voor jongeren. Nu bereiden het voorgezet speciaal onderwijs en aanbieders van dagbesteding in veel gevallen aanvragen voor dagbesteding voor waarna beoordeling door het CIT plaatsvindt. Door toegang op meer afstand te plaatsen van het aanbod en breed te organiseren in het kader van maatschappelijke participatie, ontstaat een portaal dat alle ondersteuningsvragen afhandelt voor mensen die behoefte hebben aan maatschappelijke activering (werk en dagactiviteiten). Er bestaat immers overlap tussen mensen die momenteel (of in de toekomst) werkzaam zijn in een beschutte omgeving (waaronder de sociale werkvoorziening) en mensen die een indicatie voor dagbesteding hebben of hiervoor in de toekomst bij de gemeente komen. In de kern gaat het bij participatie (al dan niet arbeidsmatig) om het kijken naar mogelijkheden van cliënten. Door (potentiële) cliënten op eenzelfde wijze te beoordelen wordt helderheid en eenduidigheid geboden. Daarnaast is één portaal van belang om zicht en grip te krijgen op de doelgroepen die specifieke dagactiviteiten (gaan) verrichten. Ook vanuit het onderwijsveld is een heldere route en beoordeling voor leerlingen / cliënten van belang om te kunnen beoordelen wat de mogelijkheden zijn. Wijkteams verkennen in eerste instantie samen met een bewoner wat wensen en mogelijkheden zijn. Het coachen en begeleiden naar activiteiten of werk gebeurt vervolgens via het ene portaal op stedelijk niveau. ARGUMENTEN BIJ DE PEILPUNTEN In de voorgestelde principekeuzes en de nadere uitwerking van rijksbeeld en beweging sociaal domein hebben wij specifiek voor de Wmo de volgende maatregelen genomen om de rijksbezuinigingen op te vangen. Het versterken van eigen kracht en zelfredzaamheid en het versterken van de informele zorg; De vernieuwing van het aanbod in de zorg door meer algemene voorzieningen en het ontschotten van doelgroepen; Het heffen van een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage voor individuele Wmo-voorzieningen Deze maatregelen zijn aanvullend op de maatregelen die in het kader van de beweging in het sociaal domein zijn genomen waaronder, de herinrichting van de basis(zorg) infrastructuur, het voorkomen van de inzet van specifieke zorg door eerdere signalering en interventies. Of deze maatregelen voldoende zijn om de financiële taakstelling te realiseren is op dit moment nog onduidelijk. Mede omdat wij ook nog onvoldoende zicht hebben op het aantal (nieuwe) klanten, maar wij verwachten dat we hiermee een basis hebben gelegd. Toch sluiten wij het niet uit dat wij aan de hand van de concretisering in de komende maanden scherpere keuzes voor zullen moeten leggen. Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 5 Peilpunt 1: We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg. 1.1 De mantelzorger of zorgvrijwilliger heeft een eigenstandige positie in de ondersteuning Mantelzorgers en zorgvrijwilligers nemen vaak het leeuwendeel van de ondersteuning op zich. Wij stellen voorwaarden aan de formele zorg om een goede samenwerking tussen formele en informele zorg te borgen en om ervoor te zorgen dat ook de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger of vrijwilliger een plek krijgt in het ondersteuningsplan. Daarbij moet ook worden meegenomen welke ondersteuning zorgverzekeraars kunnen bieden aan mantelzorgers. Hiermee is de positie van de mantelzorger of zorgvrijwilligers geborgd. 1.2 Het mogelijk maken van respijtzorg is een essentiële voorwaarde om mensen langer thuis te kunnen laten wonen. Ondanks alle inspanningen om mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen, kunnen zij door de zware zorg die op hun schouders rust, overbelast raken. Om te voorkomen dat het zover komt, of om verlichting te bieden als het nodig is, is het bieden van ‘respijtzorg’ essentieel. Respijtzorg is totaal vervangende zorg, waardoor de mantelzorger even ‘vrijaf’ kan nemen. Respijtzorg kent vele vormen, die ook nu al beschikbaar zijn als algemeen toegankelijke voorzieningen binnen de Wmo, denk aan Hulp Thuis en maatjesprojecten met vrijwilligers. Maar ook professionele vervanging is mogelijk, in de eigen woonsituatie en middels logeerfaciliteiten op een plek waar professionele zorg aanwezig is. De huidige indicatie voor ‘tijdelijk verblijf’ in de AWBZ komt te vervallen. Via een pgb willen wij overbelaste mantelzorgers in de gelegenheid stellen van professionele logeermogelijkheden gebruik te maken. We doen dit in nauwe afstemming met zorgverzekeraars. Peilpunt 2 Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep. 2.1 Aansluiting bij de leefwereld en de context van bewoners creëert mogelijkheden om beter te signaleren en te interveniëren In de visie beweging in het sociaal domein wordt hulp dichtbij huis als uitgangspunt gehanteerd. Het doel is eerst te zoeken naar oplossingen en mogelijkheden in de eigen omgeving (het gezin, het eigen netwerk, de buurt). Dat geldt ook voor dagactiviteiten. Van oudsher werken instellingen voor dagbesteding afgebakend naar doelgroepen. Kennis, expertise, capaciteit en accommodaties zijn daar op ingericht. Op het gebied van participatie streven we maatwerk na, waarbij bewoners meer zelf de regie hebben in hun zoektocht naar wat bij hen past. Er wordt aangesloten bij de interesses, talenten en mogelijkheden van mensen, ongeacht hun beperking. Maatschappelijke activering wordt zodoende meer benaderd als een beroepskeuze. Door maatschappelijke activering dichtbij en nabij bewoners te organiseren kunnen snelle verbindingen worden gemaakt. Het maakt vroegtijdige signalering mogelijk, dat van belang is om in te kunnen spelen op situaties van mensen, of om problemen te voorkomen. Daarbij vormt het wijkteam een belangrijke spil. 2.2 Door bundeling van activiteiten is een meer efficiënt en integraal aanbod mogelijk Op dit moment is dagbesteding sterk sectoraal ingericht, wat leidt tot verkokering en inefficiëntie. Bundeling van activiteiten is mogelijk, door anders om te gaan met capaciteit en omvang. Er zal, gelet op het bovenstaande, een verschuiving plaatsvinden van de huidige dagbesteding (waar doelgroepen geconcentreerd activiteiten verrichten) naar activiteiten in de wijk, aangeboden door formele en informele organisaties. Er is meer mogelijk in samenwerking met andere partijen (instellingen/bedrijven) die werkzaam zijn in de wijk. Als een aangepaste omgeving (accommodatie, specifieke begeleiding) echt nodig is voor een specifieke doelgroep (bijvoorbeeld mensen met een ernstig fysieke aandoeningen), dan wordt gezocht naar bundeling van activiteiten op een efficiënt (bovenlokaal) schaalniveau, in samenwerking met de regio. Kortom: een meer efficiënte wijze van organiseren is mogelijk. Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 6 2.3 Er wordt geconcentreerd ingezet op ondersteuning en minder op bekostiging van locaties voor activering Gestimuleerd wordt bij maatschappelijke activering waar mogelijk gebruik te maken van bestaande accommodaties of activiteiten. Activiteiten aanbieden bij bedrijven, gemeente, lokale onderneming, verenigingen accommodaties werkt efficiëntie en integratie in de hand. Het uitgangspunt dat wordt gehanteerd is: geen beschutte omgeving, mits…. Het accent komt daarmee te liggen op de begeleiding en niet in accommodaties. Het stimuleert instellingen ondernemend en innovatief om te gaan met mogelijkheden. Voor bepaalde groepen zal een aangepaste omgeving noodzakelijk zijn. Voor specifieke doelgroepen blijft een beschermde/beschutte omgeving beschikbaar. KANTTEKENINGEN 1.1 Toenemende druk op informele zorg De steeds aanwezige dreiging van overbelasting van mantelzorgers en het toenemend aantal mantelzorgers is een continue punt van aandacht. Vrijwilligers willen daarnaast steeds minder vaak langdurig worden ingezet. Vrijwilligerswerk is en blijft vrijwillig, we kunnen mensen alleen uitnodigen om een bijdrage te leveren. Het risico bestaat dat we de maatschappelijke bijdrage van de omgeving overschatten. 1.2 De integratie van informele en formele activiteiten in wijken is geen vanzelfsprekendheid Dit onderdeel dient te worden gefaciliteerd. Wederkerigheid tussen mensen in wijken is de laatste decennia minder vanzelfsprekend geworden en vraag en aanbod kunnen in disbalans zijn: Vrijwilligers weten niet welke bijdrage zij kunnen leveren en cliënten voelen zich onprettig bij het ‘geholpen’ worden. Met de STIPS in de wijken, de wijkteams en de beweging naar een participatiesamenleving dragen bij aan het faciliteren van de beweging en het doorbreken van vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid. 1.3 Professionele respijtzorg in de vorm van verblijfszorg is duur Voor de toewijzing van respijtzorg is het van belang heldere criteria te benoemen, waardoor het beroep erop beperkt blijft. Bovendien is voorkomen beter dan genezen, door mantelzorgondersteuning in brede zin (zie boven). Een toenemend aantal zorgverzekeraars biedt respijtmogelijkheden aan in hun aanvullende zorgpolissen, waarmee bijvoorbeeld zorg in zogenaamde zorghotels mogelijks is. Wij zullen onze voorwaarden afstemmen op de mogelijkheden die verzekeraars bieden en de eigen mogelijkheden die mensen hebben vanuit de zorgverzekering meenemen bij het bepalen van een passende maatwerkvoorziening. 2.1 Voor de organisatie van dagactiviteiten gelden voor sommige groepen specifieke eisen ten aanzien van de omgeving De huidige cliënten die een indicatie hebben voor groepsbegeleiding zijn in veel gevallen kwetsbaar. Een veilige omgeving kan betekenen een omgeving van gelijkgestemden, of een omgeving waar aangepast op mensen met specifieke beperkingen. Aanpassingen die nodig zijn om te kunnen functioneren kunnen kostbaar zijn. Dat pleit voor behoud van bepaalde dagcentra. De mogelijkheden hiertoe worden regionaal bekeken. 2.2 Ten aanzien van participatie moeten we de verwachtingen niet te hoog stellen Vraaggericht werken betekent zorgvuldig in kaart brengen wat de mogelijkheden en daarbij reële verwachtingen te houden. De mogelijkheden van bepaalde cliënten moet niet worden overschat. Door heldere afspraken te maken en dat in een plan vast te leggen kan dit worden ondervangen. FINANCIËN EN RISICO’S Tot nu toe zijn alleen globale macro-budgetten door het rijk bekend gemaakt. In de memorie van toelichting van de Wmo 2015 zijn de voorlopige macrobudgetten opgenomen. Deze budgetten worden nog getoetst door de Algemene Rekenkamer. Het budget wordt definitief bepaald aan de hand van de realisatiecijfers over het jaar 2013. Naar verwachting worden in de meicirculaire het verdeelmodel en de budgetten per gemeente bekend gemaakt. Dan kunnen we exact inzicht geven in de budgetten voor Amersfoort. We sluiten niet uit dat er scherpere keuzes moeten worden gemaakt vanwege het beschikbare budget. Voor nu gaan wij nog uit van de volgende bedragen zoals opgenomen in de memorie van Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 7 toelichting en omgerekend naar Amersfoort gebaseerd op de verdeelsleutel van de huidige integratieuitkering WMO voor Amersfoort: Middelen voor gemeenten voor de nieuwe WMO 2015 Nieuw Middelen voor begeleiding, KV, inloop GGZ, beschermd wonen, cliëntondersteuning en 5 % van PV* Landelijk (x 1 mln.) 2015 Schatting Amersfoort 3.314 22.535.200 216 1.468.800 Budget voor sociale wijkteams* 10 68.000 Budget voor ondersteuning en waardering mantelzorgers* 70 476.000 7 47.600 42 285.600 200 1.360.000 3.859 26.241.200 Budget HH (gecorrigeerd voor korting 40%)* 951 6.466.800 Budget subsidieregelingen AWBZ, WVG, onderdeel bestaande Wmo-budget* 133 904.400 Budget uitvoeringskosten HH, onderdeel bestaande Wmo- budget 135 918.000 3.344 22.739.200 405 6.426.316 4.968 37.454.716 Budget na afschaffing Wtcg en CER* Budget voor doventolk* Aanvullend uitvoeringsbudget* Aanvullend budget zorgvuldige overgang en transitie* Totaal nieuw Al beschikbaar Beschikbaar budget in gemeentefonds voor cluster Maatschappelijke Zorg en Jeugd Budget dec. uitk. Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang** Totaal bestaand Totaal 8.827 * Op basis van aandeel Amersfoort integrale uitkering Wmo ** Op basis van de septembercirculaire (het verdeelmodel vrouwenopvang wordt nog herzien) 63.695.916 Om de risico’s goed in beeld te krijgen hebben wij een aparte risico-analyse opgesteld met beheersmaatregelen (zie bijlage). VERVOLG Met deze uitspraken over de peilpunten zijn de kaders gesteld om het beleidskader op te kunnen stellen. Dit is de eerstvolgende stap in het implementatieproces. Bij de nadere uitwerking zullen wij met partijen in de stad in overleg treden over de uitwerking van de keuzes. Daarnaast worden nog diverse andere besluiten voorbereid over bijvoorbeeld de hulp bij het huishouden, inkoop en beschermd wonen. Op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 zal ook een nieuwe verordening moeten worden opgesteld. Deze leggen wij aan u voor in het vierde kwartaal na een inspraaktraject. In 2015 geldt een overgangssituatie omdat huidige AWBZ-cliënten gedurende 1 jaar recht houden op dezelfde hoeveelheid zorg door de huidige aanbieder. Dit beperkt de mogelijkheden voor innovatie per 2015. Vergelijkbaar met de decentralisatie Jeugd willen wij ook voor de Wmo komen tot een transitiearrangement voor dit overgangsjaar met de regio-gemeenten. Gemeente Amersfoort Peiling 4567514 pagina 8 BETROKKEN PARTIJEN Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen en professionals in de ondersteuning. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, Bijlagen - risico-inventarisatie Wmo 2015 de burgemeester, Risico-inventarisatie Wmo 2015 Amersfoort/regio Eemland Januari 2014 1 Inleiding Deze rapportage bevat de risico’s, onzekerheden en mogelijke beheersmaatregelen rondom de decentralisatie AWBZ/Wmo. Juist in de huidige voorbereidingsfase zijn er nog veel mogelijkheden om beheersmaatregelen te treffen dan wel bij te sturen. Dit is echter niet eenvoudig omdat nog veel risico’s onbekend zijn of de (financiële) impact nog niet in te schatten is. De risico’s en beheersmaatregelen kunnen bij de besluitvorming, plannen en beleidsstukken worden meegenomen. De risico-inventarisatie is opgesteld door Amersfoort en vervolgens verder aangevuld door de overige gemeenten in de regio Eemland. 1.1 Aanleiding Met de invoering van de nieuwe Wmo per 2015 worden krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor het organiseren van een passende ondersteuning aan huis voor mensen die op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Het doel van de wet is het mogelijk maken voor mensen om langer thuis te kunnen blijven wonen en participeren. De decentralisatie gaat gepaard met aanzienlijke kortingen. Gemeenten staan hiermee voor een grote uitdaging: met minder middelen dan de huidige uitgaven een nieuwe taak uitvoeren. Wij zien kansen in het organiseren van betere en betaalbare ondersteuning maar realiseren ons ook terdege dat deze decentralisatie ook grote risico’s op verschillende gebieden (o.a. zorginhoudelijk, financieel, imago) met zich mee brengt. 1.3 Werkwijze en prioritering Tijdens de risicoanalyse zijn in totaal 38 risico’s geïdentificeerd door de Amersfoortse ambtelijke projectgroep AWBZ/Wmo. Omdat het niet mogelijk is de beheersing van alle risico’s evenveel aandacht te geven is een prioritering aangebracht. Deze prioritering is gemaakt op basis van een inschatting van de kans op optreden van het betreffende risico en de mogelijke impact (inschatting voor beheersmaatregelen). Zowel kans als impact zijn voor alle risico’s gescoord op een vijfpuntsschaal zoals in de tabel hieronder is weergegeven. De combinatie van kans en impact levert een prioritering van de risico’s op, zodat de focus snel op de grootste risico’s gelegd wordt. De resultaten zijn vervolgens verfijnd in de regionale werkgroep Wmo Eemland. Deze risico-inventarisatie is gebaseerd op de risicoinventarisatie die al eerder voor de decentralisatie jeugd is opgesteld onder leiding van een extern bureau. De daarin opgenomen aanbevelingen die gericht zijn om op risicobeheersing, monitoring en beoordeling van het proces van risicomanagement en communicatie en overleg over de risico’s en beheersmaatregelen gelden ook voor de decentralisatie Wmo en zijn in deze rapportage niet opnieuw opgenomen. 2 Resultaten van de risicobeoordeling De risico’s zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: politiek, zorginhoudelijk, financieel, juridisch, uitvoering, proces en risico’s voor cliënten en inwoners. In tabellen per categorie staan steeds de risico’s met de grootste kans en impact boven aan. Bovendien is een top 10 opgesteld met de grootste risico’s. De grootste risico’s zijn financieel vanwege de grote kortingen die het rijk oplegt bij de decentralisaties. Door deze kortingen zijn gemeenten genoodzaakt de wijze van ondersteuning op een andere manier vorm te geven, terwijl de beleidsruimte beperkt is en de financiële effecten van het nieuwe beleid onzeker zijn. Een tweede risico dat hiermee samenhangt, is de vraagontwikkeling. Lukt het inderdaad om via een transitie in het sociaal domein tot een partipatiemaatschappij te ontwikkelen? Top 10 risico’s Risicogebeurtenis Nieuw beleid/maatregelen leveren onvoldoende besparingen op. Soort risico Financieel Kans 4 Impact 4 2. Onvoldoende budget om benodigde ondersteuningsaanbod te realiseren. Financieel 4 4 3. Stapeling van effecten bij kwetsbare groepen waardoor zij niet voldoende/ niet de juiste ondersteuning meer kunnen krijgen (passend onderwijs, beleidswijzigingen Werk en inkomen, aanpassingen zorgverzekeringswet, aanpassingen AWBZ etc.). Discontinuïteit van huidige en gewenste zorgaanbod door overdracht naar gemeente. Voor cliënten en inwoners 3 4 Zorginhoudelijk 3 4 1. 4. Maatregelen - Strikte monitoring bij start, zodat snelle bijstelling mogelijk is. - Indicaties voor relatief korte periode afgeven. - Bij raad vast mogelijk bijstelling beleid aankondigen. - Lobby via VNG/G-32 - Zorg anders organiseren: - basisinfrastructuur en burgerkracht versterken - sterk kostenbewustzijn laag in de organisatie te creëren. - bij inkoop naast kwaliteit ook prijs als selectiecriterium mee te laten wegen. - Afspraken maken over tarief - Sturen op volume en/of tarieven - Eventueel regionale inkoop van dure zorg - Stapelingsmonitor continueren. - Cliënttevredenheidsonderzoek integraal uitvoeren. - Voldoende ruimte voor maatwerkoplossingen creëren. - Vangnet regelen voor schrijnende gevallen (opvolging WTCGregeling). - -helder contactadres voor signalen problemen burgers/instellingen - Partners betrekken en zo spoedig mogelijk informeren over gevolgen inrichting nieuwe stelstel voor hun organisatie. - Pilot structuur. - Inventarisatie van lopende afspraken qua aantallen en typen zorg via Vektis en Zorgkantoor. - In alle afspraken rekening houden met lopende 5. 6. 7. Onvoldoende waarborg voor veiligheid/kwaliteit van zorg van kwetsbare groepen. Spanningsveld Wet op de privacy/cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. Niet tijdig beschikken over juiste informatie ten behoeve van beleidsontwikkeling en begroting. Voor cliënten en inwoners 3 4 - Juridisch 3 4 - Uitvoering 4 3 - 8. Onvoldoende rolvastheid College en Raad. Politiek 3 4 9. Lokale teams (wijkteams/sociale teams/stips) bieden onvoldoende kwaliteit. Zorginhoudelijk 3 4 10. Grotere zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden. Zorginhoudelijk 3 4 - afspraken/overgangsmaatregelen treffen. Vereiste kwaliteitsbeleid zorginstellingen. Afspraken maken en helder protocol/klachtenregeling (o.a. in wijkteams) Audit Via G-32 appel doen op transitiebureau voor goede datavoorziening Via G-32 verkorten implementatieperiode door het rijk ter discussie stellen en eventueel aandringen op uitstel als de onzekerheid te lang aanhoudt. Conservatieve inschatting budget In contracten en aanpak zorgen voor voldoende flexibiliteit om bij te sturen. Rollen en verantwoordelijkheden helder omschrijven. Regelmatige terugkoppeling naar de raad. Indien dit risico zich voor doet zal extra capaciteit nodig zijn. Goede monitoring 2014 goed benutten voor pilots/ontwikkelvragen Aangeven dat het om een transitie gaat, vergt ruimte voor doorontwikkeling. Budgetbewaking Investeren in burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur. Budget voor preventie niet afhankelijk maken van eventueel overschot op andere taken. Niet bezuinigen op preventie (politiek risico). 1. Politieke risico’s Risico omschrijving Onvoldoende rolvastheid college en raad. Oorzaken - Verschil van inzicht over rolopvatting - Verschil in informatievoorziening Kans 3 Impact 4 Discontinuïteit in beleid door verkiezingen voorjaar 2014. Verkiezingen maart 2014 2 3 Maatregelen - Rollen en verantwoordelijkheden helder omschrijven. - Regelmatige terugkoppeling naar de raad. - Indien dit risico zich voordoet zal extra capaciteit nodig zijn. - In gesprek blijven over lange termijndoelen. - Vastleggen gemaakte afspraken en beleidskeuzes. - Beleidskader en verordening. - Politiek helpen bij focus lange termijn doelen. Heftige reacties op incidenten na 1 januari 2015. - Incidenten zijn niet te voorkomen. - Ontkenning van de mogelijkheid van incidenten en hier onvoldoende op zijn voorbereid 1 - onvoldoende draagvlak bij lokale partijen 2 3 - - Te optimistische inschatting budgettaire mogelijkheden - Fragmentarische benadering - Verschillende regionale verbanden - Sterke behoefte aan lokale inkleuring 2 2 - inzetten op het creëren / vergroten van draagvlak door het betrekken van lokale partijen (aanbieders, belangenbehartigers) Monitoring Integrale financiële afweging 3 1 - Heldere gemeenschappelijke opdracht en afstemming. Risico omschrijving Discontinuïteit van huidige en gewenste zorgaanbod door overdracht naar gemeente. Oorzaken - Afhaken huidige aanbieders. - Onvoldoende aanbieders die nieuwe aanpak onderschrijven. - Door overdracht onvoldoende aansluiting huidige zorg en toekomstige invulling. Kans 3 Impact 4 Lokale teams (Stips, wijkteams, sociale teams etc.) bieden onvoldoende kwaliteit. Mismatch tussen ingekochte en benodigde zorg. - Te weinig ervaring met lokale teams Taak te veelomvattend 3 4 - Te sterke focus op juist lichte zorg of juist zware zorg Onduidelijkheid taakverdeling gemeente/ZVW/AWBZ 3 3 Maatregelen Partners betrekken en zo spoedig mogelijk informeren over gevolgen inrichting nieuwe stelstel voor hun organisatie. - Pilotstructuur. - Inventarisatie van lopende afspraken qua aantallen en typen zorg via Vektis en Zorgkantoor. - In alle afspraken rekening houden met lopende afspraken/overgangsmaatregelen treffen. - Goede monitoring - 2014 goed benutten voor pilots/ ontwikkelvragen - Aangeven dat het om een transitie gaat, vergt ruimte voor doorontwikkeling. - In inkoop ruimte houden voor verschuivingen - Afspraken maken met Achmea over delen expertise zorginkoop en zorgverlening op grensvlak Wmo/AWBZ/Zvw Onvoldoende lokaal draagvlak voor nieuwe insteek waarbij eigen kracht voorop staat. Mismatch tussen ambities en middelen raad. Mislukken of vertraging door regionale samenwerkingsverbanden. 4 - Bewustwording en protocollen hoe om te gaan met een dergelijke situatie inclusief communicatie. Pro-actief benaderen van de media. Vooraf afspraken maken met raad en college. 2.Zorginhoudelijke risico’s - 3. Financiële risico’s Risico omschrijving Nieuw beleid/maatregelen leveren onvoldoende besparingen op. Oorzaken - Te geringe beleidsvrijheid. - Jurisprudentie. - Onvoldoende zicht op effecten maatregelen -Bezuinigingen rijk op huidig budget. - Aanvullende bezuinigingen vanuit het rijk. -Verdeelmodel pakt ongunstig uit. - Ambitieniveau sluit niet aan bij financiële mogelijkheden. - Gemeenteraad kent onvoldoende budget toe. Kans 4 Impact 4 Maatregelen - Strikte monitoring bij start, zodat snelle bijstelling mogelijk is. - Indicaties voor relatief korte periode afgeven. - Bij raad vast mogelijk bijstelling beleid aankondigen. 4 4 - Grotere ondersteuningsvraag dan waar vooraf rekening mee is gehouden. - Hogere instroom. - Niet realiseren van de verwachte beperking door terugverwijzing naar onderste delen piramide. 3 4 Voorkomt het nieuwe sturingsmodel perverse prikkels en hoe kunnen we onbedoelde neveneffecten tegengaan? Kunnen gemeenten via jurisprudentie worden gedwongen zorg te leveren? Overgangsrecht waardoor nieuw beleid niet gelijk op bestaande cliënten kan worden toegepast. - Winstmaximalisatie bij het zoveel mogelijk verstrekken van zorg. - Onvoldoende prikkels om informele netwerk in te schakelen. 2 3 - Inperking gemeentelijke beleidsvrijheid door jurisprudentie 2 3 - Lobby VNG/ G-32 Meer algemene voorzieningen i.p.v. maatwerkvoorzieningen. - Garantie rechtszekerheid voor cliënten 3 2 - Nieuw aanbod voor totale cliëntengroep pas te realiseren vanaf 2016. Tijdig starten met herindiceren. Kortdurende indicaties afgegeven, zodat bijstelling eenvoudiger is. Met aanbieders voor 2015 overgangsafspraken waarin huidige zorg wordt gecontinueerd tegen een lagere prijs. Wij hebben als gemeente al een vooraankondiging gedaan over het stopzetten van de subsidie. Onvoldoende budget om benodigde ondersteuningsaanbod te organiseren. - - Afbouwkosten/frictiekosten voor rekening van de gemeente. Kwaliteitsnormen voor Wmo - Afwenteling frictiekosten. - Niet tijdig opzeggen langdurige contracten/subsidierelaties. - Andere werelden 1 3 - 1 2 - Lobby via VNG/G-32 Zorg anders organiseren: basisinfrastructuur en burgerkracht versterken sterk kostenbewustzijn laag in de organisatie te creëren. bij inkoop naast kwaliteit ook prijs als selectiecriterium mee te laten wegen. afspraken maken over tarief sturen op volume en/ of tarieven regionale inkoop van dure zorg Budgetbewaking. Investeren in burgerkracht en lokale basis(zorg) infrastructuur. Budget voor preventie niet afhankelijk maken van eventueel overschot op ander taken. Niet bezuinigen op preventie (politiek risico) Inpassen in bekostigingsbeleid. Positieve targets belonen. Invoeren van bonus/ malusregeling om doorverwijzing naar dure zorg te beperken. Benoemen tot 2D-thema. en Jeugd niet op elkaar afgestemd waardoor inkoop ingewikkelder en duurder wordt. - In samenhang beleid ontwikkelen. 4. Juridische risico’s Risico omschrijving Spanningsveld Wet op de privacy/ Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. Vertraging bij de invoering van de nieuwe Wmo. Wijziging in wet- en regelgeving waardoor beleidsvrijheid gemeenten verder wordt ingeperkt. Gemeentelijke verordening niet op tijd gereed of onvoldoende duidelijk in de uitvoering. Partijen gaan in bezwaar bij ongevallige uitkomst aanbesteding. Oorzaken - Onvoldoende afspraken informatiebeveiliging. - Onvoldoende afspraken naleving informatiebeveiliging. - Maatschappelijke discussie - Stevige Lobby. - Geen meerderheid voor coalitie in 1e kamer. Wet- en regelgeving Kans 3 Impact 4 Maatregelen Afspraken maken en helder protocol/klachtenregeling (o.a. in wijkteams) - Audit 4 2 - Monitoring van de ontwikkelingen om hier bij de voorbereiding op voor te sorteren. 2 3 - Prioriteren, basiseisen benoemen, prioriteitsgroepen instellen. - Vertraging rijk en VNG Problemen met afstemming regio 2 3 - Tijdig beginnen op basis van concepten. Scherp kijken hoe de wetswijziging zich verhoudt tot de huidige Wmo-verordening. - Belangenstrijd Opportunisme 2 2 - Tijdig extra inkoopexpertise inzetten om problemen te voorkomen. Gefaseerde invoering nieuw beleid. - 5. Risico’s in de uitvoering Risico omschrijving Door prijsconcurrentie zijn partijen niet in staat de gevraagde kwaliteit te leveren. Innovatie en samenwerking komen onvoldoende tot stand. Door voortdurende onzekerheid discontinuïteit en verlies aan kwaliteit bij uitvoeringsorganisaties (bv. door vertrek medewerkers). Onrust bij uitvoeringsorganisaties: intern, maar kan ook van invloed zijn op het politieke proces. Door prijsconcurrentie of wijze van inkoop komen aanbieders in de problemen. Gemeente is niet in staat de inkoop op tijd en van voldoende kwaliteit te realiseren. Oorzaken - Aanbieders concurreren te sterk. - Gemeente is teveel gefocust op de kosten kant. Kans 2 Impact 4 Maatregelen - Kwaliteitscriteria opstellen en meenemen in selectie. - Scherpe juridische voorbereiding. - Organisatiebelang wordt boven het belang van de cliënt gesteld. - Sterke focus op continuïteit - Bestaande institutionele belangen van aanbieders waardoor onvoldoende ruimte ontstaat voor nieuwe aanbieders. - Onzekerheid duurt te lang. - Beste mensen vertrekken het eerst. 4 2 - 3 2 - Aanbieders betrekken bij het proces. - Zo snel mogelijk duidelijkheid geven over gevolgen voor hun organisatie. - Onduidelijkheid over voortbestaan. Mogelijke ontslagen. 3 2 - Aanbieders betrekken bij het proces. - Zo snel mogelijk duidelijkheid geven over gevolgen voor hun organisatie. - Aanbieders concurreren te sterk. - Gemeente is teveel gefocust op de kosten kant. 2 3 - Kennisachterstand en gebrek aan ervaring. - Onvoldoende concurrentie tussen aanbieders - Te korte implementatietijd na vaststelling wet - Belangentegenstelling gemeenteaanbieders. 2 2 - Besturings- en bekostigingsmodel maken dat ertoe leidt dat zorg wordt geboden tegen de laagst mogelijke kosten zonder dat bedrijven omvallen (?) en met ruimte voor innovatie. - Aanbieders ruimte geven om te innoveren. Invoering nieuwe taken op korte termijn zonder al te veel wijzigingen, op langere termijn echte transformatie. - Deskundigheid inhuren. - Gedeeltelijk bestaande contracten overnemen. - Gedeeld belang zoeken samen met mogelijke aanbieders. - Aanbieders niet alleen verantwoordelijk maken voor de door de gemeente gevraagde diensten/producten, maar ook voor de totstandkoming daarvan (gedeelde verantwoordelijkheid voor opgaven gemeente creëren). Belang cliënt voorop stellen in de onderhandeling. Zorgen voor goede spreiding van allerlei typen aanbieders. Innovatie opnemen in de subsidie c.q. inkoopcriteria. Proefdraaien met pilots. Koplopers belonen met iets hoger tarief. Cliënten en uitvoeringsorganisaties te laat en onvoldoende betrokken bij de inrichting nieuw stelsel (te weinig draagvlak). - Onvoldoende gevoel van urgentie. - Te complex. 2 2 - Vraagstukken benoemen en adresseren - Concreet uitwerken in nieuwe werkwijze en partijen tijdig betrekken. 6. Risico’s voor cliënten en inwoners Risico omschrijving Oorzaken Kans Impact Maatregelen Stapeling van effecten bij kwetsbare groepen. - Onvoldoende deskundigheid voor integrale aanpak. - ontbreken van passende zorg en ondersteuning. 3 4 - Onvoldoende waarborg van veiligheid/kwaliteit van zorg voor kwetsbare groepen (door extramuralisering zwaardere doelgroepen). Toenemende druk op de informele zorg. - Extramuralisering te ver doorgevoerd. - Zware zorgvraag niet goed extramuraal te leveren. 3 4 - Maatschappij niet ingesteld om grotere vraag naar informele zorg. - Claimgedrag/ oude rechten. - Te weinig ruimte om informele zorg te - combineren met een baan. 4 2 - Communicatie. - Beschikbaarheid informele zorg terughoudend ramen. 2 3 - Duidelijke communicatie over overgangsrecht, moment herindicatie en nieuw beleid. 2 3 2 2 - Rechtspositie voor cliënten niet helder in overgangssituatie. Grotere kans op overlast in wijken. Snappen inwoners nog waar ze voor wat terecht kunnen? 7. Procesrisico’s - Extra druk op kwetsbare wijken en buurten door lage huren. - Geringe acceptatie kwetsbare groepen. - Grote veranderingen. Nieuwe structuren. - Stapelingsmonitor continueren. Cliënttevredenheidsonderzoek integraal uitvoeren. Voldoende ruimte voor maatwerkoplossingen creëren. Vangnet regelen voor schrijnende gevallen (opvolging WTCGregeling). - helder contactadres voor signalen problemen burgers/instellingen - Intensievere zorgvraag concentreren waardoor levering door zorgaanbieder eenvoudiger is. - Goede afstemming tussen partijen. Communicatie. Afstemming met woonbeleid en openbare orde en veiligheid. Meldpunt en protocol. Communicatie. Inschakelen van intermediairs. Risico omschrijving Niet tijdig beschikken over juiste informatie ten behoeve van beleidsontwikkeling en begroting. Oorzaken - Vertraging vanuit het rijk. - Onduidelijkheid door verschillende informatiebronnen. Kans 4 Impact 3 Voorbereidingen te laat afgerond. Problemen bij de organisatie van overgang van zorg. - 4 2 1 4 - Te late vaststelling van de wet. Complexiteit onderschat. Ontbreken van koppelingen in de ICTinfrastructuur. Onvolledige gegevensoverdracht. Te weinig tijd om zorgvuldige overgang te waarborgen. Maatregelen - Via G-32 appel doen op transitiebureau voor goede datavoorziening - Via G-32 verkorten implementatieperiode door het rijk ter discussie stellen en eventueel aandringen op uitstel als de onzekerheid te lang aanhoudt. - Conservatieve inschatting budget - In contracten en aanpak zorgen voor voldoende flexibiliteit om bij te sturen. - voortdurend informeren van raad en andere betrokkenen over de voortgang. - Lobby vanuit VNG/G-32 voor zorgvuldige en tijdige informatieoverdracht. - Aanbieders actief betrekken bij de overgang. Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders B.J. Lubbinge, R.G.H. van Muilekom, en C. van Eijk B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit : : : : 21-05-2013 04-06-2013 09-07-2013 09-07-2013 Reg.nr. Datum Agendapunt : 4384952 : 14 mei 2013 : HB-4 11-06-2013 Met inachtneming aangenomen amendementen TITEL Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein BESLISPUNTEN 1. De kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende: 1. De inhoudelijke uitgangspunten Zelfredzaamheid voorop De omgeving doet mee Voorkomen is beter dan genezen Oplossingen per persoon, soms samen We laten niemand vallen Hulp dichtbij huis Één huishouden, één plan 2. De organisatorische principes Wijkgericht werken De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan. 3. De sturingsprincipes Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting Inzet van middelen ontschotten 2. Het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen. AANLEIDING Maatschappelijke ontwikkelingen geven ons aanleiding om met de stad een flinke beweging te maken in het sociale domein. Zorg en ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben, kost steeds meer en lijkt tegelijk niet altijd aan te sluiten bij dat wat mensen echt nodig hebben. In de huidige economische omstandigheden gaan naar verwachting meer mensen een (tijdelijk) beroep doen op het vangnet bij de overheid. De komende jaren worden taken op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ, passend onderwijs en werk en inkomen (Participatiewet) door het Rijk gedecentraliseerd naar de gemeente. Dit gaat gepaard met forse bezuinigingen door het Rijk. Inlichtingen bij : M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28 Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 2 Om deze nieuwe taken op een goede manier over te nemen van het Rijk hebben wij met uw Raad over de verschillende decentralisaties gesproken. Met uw Raad zijn wij van mening dat wij -om tot een goede invulling te komen en de beweging te bewerkstelligen die nodig is- de verschillende taken niet los van elkaar, maar als één geheel moeten benaderen. Alleen dan is het mogelijk ondersteuning dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan. Een samenhangende benadering dus die de beweging in het sociaal domein mogelijk maakt. Ook met de manier waarop wij onze taken uitvoeren op onderwerpen als veiligheid, fysieke leefomgeving, en wijken willen we die beweging ondersteunen. Deze beweging maken we in een situatie waarin er de nodige onzekerheid, onduidelijkheid en nieuwe ontwikkelingen zijn. De totstandkoming van het Sociaal Akkoord en het Zorgakkoord en vooral de onduidelijkheden die er zijn over de concrete invulling daarvan illustreren dit. Wij kiezen ervoor om niet te wachten totdat er meer duidelijkheid komt van het Rijk, maar om nu concreet aan de slag te gaan. Doen we dat niet dan zijn we niet op tijd klaar om de taken per 2015 over te nemen. Wij vragen u daarom de richting te bepalen en een aantal keuzes maken. Dit gaat om een visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes. In dit raadsvoorstel leggen wij u deze achtereenvolgens voor. BEOOGD EFFECT Met dit raadsvoorstel leggen wij u onze visie en uitgangspunten op de beweging in het sociaal domein voor. Dit is het kader waarbinnen wij de invulling van onze nieuwe taken vormgeven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen. Dit voorstel is voor ons de basis voor een verantwoorde invulling van taken die op ons afkomen en het vertrekpunt voor de beweging die wij in het sociale domein voorstaan. We schrijven met nadruk ‘basis’. Veel is nog onzeker en in ontwikkeling. Willen we op tijd voldoende voorbereid zijn dan kunnen we simpelweg niet wachten tot alles zeker is. We markeren met dit voorstel dan ook een vertrekpunt waarbij het eind nog niet altijd even helder is. Dit vraagt om flexibiliteit, ruimte en vertrouwen in de verdere uitwerking. VISIE OP DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN De komende jaren willen we als gemeente een forse beweging in het sociale domein maken. Willen omdat een aantal zaken beter kan worden geregeld dan deze nu zijn geregeld, en omdat we het dichter bij de burger willen organiseren. Vraagstukken die we willen aanpakken zijn: De (jeugd)zorg staat nu te ver van mensen af, is te versnipperd, problematiseert en medicaliseert onnodig, kan kwalitatief beter en is duur. De verkokering in de zorg doorbreken en meer inzetten op preventie en vroegsignalering. Mensen naar vermogen laten meedoen in de samenleving. Bij voorkeur door naar vermogen werkzaam te zijn bij een reguliere werkgever, en als dat niet lukt in de vorm van het vervullen van een maatschappelijke tegenprestatie. Daardoor kunnen meer mensen deelnemen aan het maatschappelijk leven en aan de arbeidsmarkt. Noodzakelijk ook omdat het Rijk belangrijke taken decentraliseert: op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ en werk en inkomen. Het Rijk decentraliseert deze taken omdat ze op gemeentelijk niveau beter en dichter bij onze inwoners kunnen worden uitgevoerd en gaat er vanuit dat de taken kwalitatief beter en met minder middelen door gemeenten kunnen worden uitgevoerd. Ook wordt het passend onderwijs gedecentraliseerd naar de samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. Passend onderwijs kent een sterke samenhang met de jeugdzorg. De uitvoering van al deze taken moet minder bureaucratisch worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in hand te laten gaan. De eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners komt meer centraal te staan. Dit gaat verder dan alleen het sociale domein en geldt bijvoorbeeld ook voor onderwerpen als veiligheid, de fysieke leefomgeving en wijkbeheer- en ontwikkeling. Centraal staat wat mensen zelf kunnen, alleen of met behulp van naaste Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 3 familie, vrienden of buren. Wij doen een beroep op de inzet van de eigen mogelijkheden van mensen. En we vinden dat we van een hulpbehoefte niet meteen een onnodig ingewikkeld probleem moeten maken, dat door professionals moet worden opgelost. We blijven wel zorgen voor een vangnet voor wie ondersteuning nodig heeft, en we maken van het vangnet zoveel mogelijk een springplank naar zelfredzaamheid en volwaardige participatie in de samenleving. Wij vinden dat professionals zich moeten inzetten voor die taken waarvoor ze nodig zijn. Dat zijn taken die niet door mensen zelf of hun omgeving kunnen worden opgepakt omdat deze bijvoorbeeld te zwaar of complex zijn. We willen dat het aantal hulpverleners in één huishouden zo beperkt mogelijk is. Wij willen dat mensen zelf, samen met hun omgeving en vrijwilligers, en als dat indien noodzakelijk samen met professionals doen wat nodig is: van een broodje smeren tot het begeleiden naar een activiteit; van helpen met aan- en uitkleden tot verplegen. Daarbij staat niet de instelling waar de professional voor werkt centraal, maar de Amersfoorter die ondersteuning nodig heeft. De wijkverpleegkundige, wijkagent, onderwijzer, huisarts, welzijnswerker en hulpverlener krijgen alle ruimte om hun werk met elkaar slimmer en beter te doen. Het ondersteunen en toerusten van (soms nu al actieve) vrijwilligers en het bieden van steun aan onze inwoners om ieders eigen mogelijkheden te benutten staat daarbij voorop. De beweging in het sociale domein gaat dus niet alleen over mensen die de weg niet zelf kunnen vinden en ondersteuning nodig hebben, het gaat ons allemaal aan! Er zijn immers volop Amersfoorters die hun buren of familie en vrienden (willen) helpen met sneeuw vegen of grasmaaien, met naar de dokter gaan, de kinderen naar school brengen als de ouders dat even niet zelf kunnen, of ouders ondersteunen bij het opvoeden van hun kinderen. Zulke vrijwilligers zijn voor ons het fundament van de Amersfoortse samenleving. Veel (ondersteunende) activiteiten zouden niet kunnen worden uitgevoerd als onze inwoners niet belangeloos de handen uit de mouwen steken. Denk aan sport, speeltuinen, politieke of culturele activiteiten, maar ook aan het ondersteunen van zieken en mensen met een beperking thuis of in instellingen. Ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vragen wij om een rol te spelen bij het bieden van ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij maken we gebruik van de mogelijkheden die de Participatiewet geeft. We willen zoveel mogelijk doen in de wijken, zodat iedereen die wil en kan binnen zijn mogelijkheden in zijn eigen omgeving zijn bijdrage kan leveren. Bij voorkeur zonder een rol van de gemeente, indien nodig gestimuleerd of ondersteund vanuit de STIPS (Steun- en Informatiepunten in de wijk), wijkteams of bijvoorbeeld de eigen buurtonderneming. Wat we in de wijken en in de stad effectief en efficiënt kunnen organiseren, doen we daar ook. Alleen als het niet anders kan, organiseren we het met de regio of op bovenregionaal niveau. Om deze beweging in het sociaal domein samen met onze inwoners, professionals en bedrijven te maken is tijd nodig en moeten we de dialoog met elkaar aan blijven gaan. Het vergt een omslag in cultuur, structuur en werkwijzen en vertrouwen van een ieder. Dat kan alleen als we bereid zijn om over bestaande schotten heen te denken en te werken, we bereid zijn om nieuwe dingen uit te proberen en we accepteren dat er dingen fout kunnen gaan. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN Op 3 juli 2012 heeft uw Raad de uitgangspunten en leidende principes voor de Jeugdzorg vastgesteld. De transformatie die wij op het gebied van Jeugd – inclusief Passend Onderwijs - voorstaan, is in essentie gelijk aan de transformatie op het gebied van Zorg en het terrein van Werk & Inkomen. We starten vandaag – ondanks alle onzekerheden op Rijksniveau– met de professionals in de wijk aan een nieuwe manier van werken, zoals in de pilot Jeugdzorg Soesterkwartier. Deze transformatie, ofwel ‘beweging in het sociaal domein’ kenmerkt zich door trefwoorden als nabije zorg, eigen verantwoordelijkheid, participatie en het tegengaan van versnippering, problematisering, medicalisering en bureaucratisering. Op basis van de leidende principes uit de jeugdzorg, hanteren wij de volgende uitgangspunten die gelden voor de beweging in het sociale domein. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 4 1. Zelfredzaamheid voorop Als ondersteuning gevraagd wordt, dan kijken we eerst wat iemand zelf kan. We bouwen op, vergroten de zelfredzaamheid en benutten en versterken de contacten met de omgeving. We nemen het probleem daarbij niet over, maar zorgen dat iemand zelf aan het stuur blijft. 2. De omgeving doet mee ‘Iedereen doet mee’ in Amersfoort. Dat geldt niet alleen voor de mensen die hulp nodig hebben, maar voor iedereen. Buurtbewoners, familie, de gemeente, hulpverleners, de politiek en bijvoorbeeld ook werkgevers. Iemand die hulp of ondersteuning nodig heeft, staat nooit alleen. De omgeving is vaak meer dan bereid om te helpen. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Het kan nodig zijn dat iemand helpt organiseren dat de omgeving mee doet in de oplossing van het probleem of de vraag. Een belangrijk uitgangspunt is dus dat we altijd eerst zoeken naar oplossingen in de eigen omgeving: het gezin, het eigen netwerk, de buurt. 3. Voorkomen is beter dan genezen Als we op tijd kunnen signaleren dat er bij iemand een vraag om hulp is, en daar goed op inspelen kunnen we problemen voorkomen. Dat is natuurlijk prettiger voor de mensen waar het om gaat en ook nog eens goedkoper. Daarbij is het nodig dat we oog hebben voor de mensen die geen vraag (durven te) stellen, niet weten dat ze hem kunnen stellen of niet weten waar. We rekenen hierbij op de signalerende rol van zowel formele als informele organisaties en mensen in de persoonlijke omgeving. 4. Oplossingen per persoon, soms samen Het is belangrijk om per persoon te kijken hoe iemand het best geholpen is. Dat betekent niet dat elke oplossing ook persoonlijk hoeft te zijn. De oplossing kan soms juist liggen in het gebruik maken van activiteiten die voor een groep bedoeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan een buurtmaaltijd in plaats van bezorging aan huis. Deelnemen aan een groep geeft de mogelijkheid om contact op te doen met andere mensen. Het ontmoeten van andere mensen is niet alleen prettig, maar kan ook weer nieuwe informatie of hulp opleveren. 5. We laten niemand vallen Als iemand hulp nodig heeft, moet hij of zij eerst proberen om dat zelf in zijn omgeving te regelen. Maar dat is niet altijd wenselijk, of kan of lukt niet altijd meteen. Als het echt niet kan, moet de hulp van professionals komen. Er moet altijd ondersteuning zijn voor mensen die het moeilijk hebben. Die professionele hulp komt alleen nooit in de plaats van de eigen verantwoordelijkheid van mensen. 6. Hulp dichtbij huis Als mensen hulp en ondersteuning nodig hebben, zoeken we die dichtbij huis. In het eigen netwerk, de straat, buurt of wijk. En we maken daarbij gebruiken van het aanbod van zorg en welzijn in de buurt. Ondersteuning in de buurt of wijk is makkelijk te vinden via één ingang, snel toegankelijk en gebundeld. 7. Eén huishouden, één plan Er zijn huishoudens die geholpen moeten worden omdat zij meerdere problemen tegelijk kennen. Deze mensen zijn niet geholpen door op verschillende onderdelen van het dagelijks leven iets te organiseren, maar juist door een plan te maken om alle problemen in 1 keer aan te pakken. Ook in het geval van gezinnen kijken we naar wat de gezinsleden zelf wel kunnen doen en welke mogelijkheden er zijn voor hulp in de omgeving. ORGANISATORISCHE PRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN Ondanks de onzekerheden over de Rijkskaders voor de overdracht van taken, willen we nu de kansen pakken die er zijn om de lange termijn beweging die nodig is in het sociaal domein te stimuleren. Immers om zorg dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan moet er het nodige veranderen. Professionals moeten op een andere manier met elkaar leren samenwerken en de tijd hebben om deze nieuwe manier van werken te ontwikkelen. Om de daarbij Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 5 behorende ontwikkelopgaven in te kunnen vullen, gaan we uit van de volgende principes. Deze zijn gebaseerd op de inhoudelijke uitgangspunten zoals verwoord in de vorige paragraaf. 1. Wijkgericht werken is een van de uitgangspunten voor de drie decentralisaties. We ontwikkelen met inwoners, professionals en instellingen een aanpak die goed aansluit bij de kenmerken en behoeften van bewoners en ondernemers in de wijk. We toetsen onder andere met behulp van proeftuinen in de praktijk wat de beste vorm en schaal is voor wijkgericht werken. Uiteraard blijven we oog houden voor netwerken van onze inwoners die anders zijn dan de geografische schaal van de wijk. Als het werken via deze netwerken effectief is, past een andere dan de wijkgerichte benadering. 2. De toegang voor onze inwoners tot algemene basisvoorzieningen beleggen we primair bij de wijkteams en steunpunten in de wijk (STIPS). Daar waar het effectief en efficiënt is organiseren we ook de toegang voor de tweedelijnszorg op die manier. 3. De toegang voor de ondersteuning die niet is belegd bij de wijkteams en/of STIPS concentreren we zo mogelijk op één plek in de stad. We onderzoeken of en op welke manier de huidige loketten van bijvoorbeeld UWV, WMO en Sociale Zekerheid zouden kunnen worden samengebracht. 4. Ondersteuning die niet effectief en efficiënt in de wijk of in de stad kan worden georganiseerd, organiseren we in de regio Amersfoort en als dat niet kan op schaal van de provincie Utrecht. De Regio Amersfoort bestaat uit negen gemeenten: Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest, Woudenberg. Daar waar bovenregionale inkoop nodig is vormt de Regio Amersfoort voor ons het vertrekpunt. Dat doen we via bestaande, logische verbanden waarbij de inhoud leidend is. De lokale autonomie, kracht en diversiteit van de samenwerkende gemeenten is uitgangspunt. Waar mogelijk voeren de samenwerkende gemeenten taken zelf uit, zo dichtbij onze inwoners als mogelijk. De kern is dat we lokaal uitvoeren wat lokaal kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan worden uitgevoerd. We verkennen samen met de regiogemeenten het onderscheid wat we op de verschillende niveaus doen. STURINGSPRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN 1. In uitwerking op ons uitgangspunt met betrekking tot regionale samenwerking (4) geldt dat voor sommige vormen van ondersteuning het niet efficiënt is deze op lokaal niveau in te kopen. We kopen1 deze ondersteuning en instrumenten in met de gemeente in de Regio Amersfoort. 2. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting, m.u.v. Participatiewet. Dit laatste is in lijn met het coalitieakkoord en het collegeprogramma 2013/2014 en de kadernota. 3. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein. 1 De term ‘inkopen’ moet hier gezien worden in de brede zin van het woord. Hieronder worden verschillende varianten van financiering verstaan waaronder subsidiering, ‘klassiek’ aanbesteden en bestuurlijk aanbesteden. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 6 DE BEWEGING IN HET SOCIAAL DOMEIN IN BEELD De beweging in het sociale domein is hierboven in een piramide weergegeven. De visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes vormen de kern waar vanuit we dit gaan vormgeven. Daarbij staat voorop dat we willen voorkomen dat mensen onnodig gebruik moeten maken van de lokale basis(zorg)voorziening of van de tweedelijnszorg. Als mensen daar toch in terecht komen is alles er op gericht om daar zo kortstondig mogelijk gebruik van te hoeven maken. We investeren daarom vooral in de onderkant van de piramide: de burgerkracht/kracht van de omgeving. Dan gaat het op individueel niveau om mensen die vaardig zijn in het oplossen en aanpakken van problemen. Op groepsniveau kan het bijvoorbeeld gaan om buurtbewoners die initiatieven nemen om de leefbaarheid in de wijk te verbeteren, een familie die samen mantelzorg biedt aan een familielid of ouders die ouders met opvoedproblemen helpen. Ondersteuning op dit niveau komt altijd uit de omgeving, niet van professionals. Als gemeente staan we voor het samen met inwoners, professionals, bedrijven en instellingen inrichten en organiseren van een effectieve en efficiënte lokale basis(zorg)infrastructuur. Deze is ondersteunend aan de burgerkracht. Ondersteuning op dit niveau is bijvoorbeeld gericht op informatie en advies en doorverwijzing, ondersteuning van burgerinitiatieven, ondersteuning van mantelzorgers, coördinatie van vrijwilligers, signaleren van problemen en het toeleiden naar passende zwaardere of specialistische(re) vormen van hulp. Beroepskrachten signaleren en lossen samen met burgers problemen op. Zij worden hierbij bijvoorbeeld ondersteund door leden uit de wijkteams en professionals op de ‘werk- en vindplaatsen’. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 7 Tot slot nemen we als gemeente onze rol om een solide vangnet (de top van de piramide) in te richten als burgerkracht en de lokale basis(zorg)infrastructuur niet toereikend zijn. Het vangnet is gericht op individuen of gezinnen met problemen op een of meerdere levensgebieden die zij niet op eigen kracht kunnen aanpakken. Zij hebben voor korte of lange tijd intensieve ondersteuning nodig. Vaak is een vorm van regie nodig om te zorgen dat deze problemen volgens een duidelijk plan in samenhang worden aangepakt. Ook op dit niveau gelden nog steeds de principes van ondersteuning van eigen kracht en benutten van de mogelijkheden van het informele netwerk, ook kunnen lichtere vormen van ondersteuning uit de andere cirkels een rol blijven spelen. De toegang tot het vangnet is veelal georganiseerd via indicatiestelling. Regionale samenwerking op dit terrein evenals op het terrein van inkoop ligt voor de hand. ARGUMENTEN 1.1 Visie en uitgangspunten zijn nu nodig om ons goed voor te bereiden op nieuwe taken In augustus 2014 wordt het passend onderwijs naar samenwerkingsverbanden van schoolbesturen gedecentraliseerd. Op 1 januari 2015 worden de taken op het gebied van jeugdzorg en de AWBZ gedecentraliseerd en treedt de Participatiewet in werking. Om klaar te zijn voor de overdracht van de taken van het Rijk en om de gewenste beweging in het sociale domein te maken, is het nodig dat we nu een flink aantal stappen zetten op verschillende sporen en in goede samenhang met elkaar. Deze beweging blijft niet beperkt tot het sociale domein, maar vraagt ook dat we de samenhang en verbinding met het economische en fysieke domein opzoeken en vorm geven. 1.2 Samenwerken met inwoners, professionals en instellingen Een grote ontwikkelopgave ligt in een andere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden en de manier waarop de gemeente samenwerkt met professionele partijen en inwoners. De beweging kunnen we immers alleen maken als we dit doen in een goed samenspel met de bewoners, de professionals en de raad. Dat vraagt tijd, een wijze van opereren die dat samenspel alle ruimte geeft en ondersteunt en heldere kaders van uw Raad waarbinnen wij dit kunnen doen. Hierbij gaan we niet voorbij aan de stappen die we moeten zetten om aan onze wettelijke taken en verplichtingen te voldoen en bezuinigingsopgaven te behalen. KANTTEKENINGEN 1.1 Onduidelijkheid over wetgeving Over de wetgeving rond de Jeugdzorg, Passend onderwijs, de Participatiewet, en de AWBZ bestaat nog veel onduidelijkheid. Door niet op duidelijkheid te wachten maar nu al te beginnen aan de ontwikkelopgaven vanuit een aantal leidende principes kan het zijn dat we werkwijzen of beleid ontwikkelen dat niet (meteen) passend is binnen de uiteindelijke wettelijke kaders. 1.2 Onduidelijkheid over financieel kader vanuit het Rijk Door de voortdurende onzekerheden over de budgetten van het Rijk en de provincies die met de taken mee komen, is het mogelijk dat er financiële tegenvallers of meevallers zijn die het noodzakelijk maken om de ambities en beoogde werkwijze bij te stellen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de budgetten, 1.3 Onduidelijkheid over de inwoners die het aangaat Het Rijk heeft tot nog toe onvoldoende informatie beschikbaar gesteld om te kunnen bepalen welke inwoners de beweging in het sociaal domein aangaan en die hulpbehoefte hebben. Deze aantallen kunnen dus mee- of tegenvallen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de aantallen. Per decentralisatie zijn startfoto’s gemaakt waarvan de cijfers ook zijn opgenomen in de bijlagen per decentralisatieopgave bij dit Raadsvoorstel. 1.4 Er kunnen dingen mislukken We willen zaken heel anders gaan doen en zien dus een groot aantal ontwikkelopgaven. Daarvoor is ruimte om te leren van successen en mislukkingen nodig. Als die ruimte er niet is, is de kans groot dat de benodigde vernieuwing niet tot stand komt. Een goed proces met inwoners, professionals en instellingen is Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 8 alleen mogelijk als zij daarvoor open staan. Het is dus van belang om helder te communiceren over de visie, onze uitgangspunten en ruimte te geven aan dit proces. 1.5 Er zitten grenzen aan ‘eigen kracht’ van onze inwoners We zouden misschien graag onbegrensd willen geloven in de draagkracht en capaciteit van ‘de eigen kracht’ van onze inwoners. We geloven immers dat beter is voor ‘de mens’ en ook nog eens beter voor de overheidsportemonnee. Echter, de realiteit is dat er beperkingen zijn aan wat onze inwoners met eigen kracht en hun eigen netwerk kunnen oplossen. We zijn er van overtuigd dat we onze inwoners moeten aanmoedigen deze grens op te zoeken en soms op te rekken. Niet te snel moeten we denken dat het niet kan. Tegelijkertijd is er wel het besef van de begrenzing van wat je van mensen mag/kunt verwachten. Hoe voorkomen we dat we mensen uit het oog verliezen? Dat de focus juist komt te liggen op die groep mondige en assertieve mensen met genoeg vrije tijd en kennis? Juist het besef en oog voor deze begrenzing, versterkt naar onze mening de eigen kracht. Door de grens te (h)erkennen en zekerheid te bieden dat mensen worden opgevangen als ze het op eigen kracht niet redden, durven mensen meer hun eigen kracht – en die van anderen – aan te spreken. FINANCIËN Er is op dit moment nog grote onzekerheid over de definitieve budgetten die beschikbaar zullen zijn en het aantal Amersfoorters dat thans ondersteuning krijgt en in de toekomst nodig heeft. Onze huidige inschatting is dat het thans gaat om de volgende budgetten en aantallen: Jeugd AWBZ (WMO Hulp bij het Huishouden AWBZ (WMO) Ondersteuning, begeleiding en verzorging aan huis (per 1-12015) 2200 (begeleiding 2500 cliënten (schatting op basis van landelijke cijfers 6-8% van de jongeren) 3000 (cliënten hulp bij het huishouden) Korting op huidig budget 17% 40% 25% Schatting resterend budget € 25 miljoen € 5,2 miljoen € 38 miljoen Aantal Amersfoorters 2000 (persoonlijke verzorging) Participatiewet (per 1-1-2015) 2756 WWB uitkeringen ( april 2013) + 50 à 75 cliënten vanuit nieuwe doelgroep Participatiewet ( in de schatting is de herkeuring uit het Sociaal Akkoord van de huidige groep Wajongers niet meegenomen) Re-integratie: er wordt een doelmatigheidskorting op het huidig budget doorgevoerd. Aan het huidig budget worden middelen toegevoegd voor de begeleiding van nieuwe doelgroepen participatiewet. Hiermee dient wel een grotere doelgroep bediend te worden WSW: efficiencykorting regeerakkoord; ca. 13%) en uitstroom WSW (ca. 45 per jaar). Verder is onduidelijk welke middelen worden toegevoegd voor het organiseren van beschut werk. Totaaleffect op budget is onduidelijk i.v.m. uitwerking Sociaal Akkoord. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 9 We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein. RISICO’S Het mag helder zijn dat er door de grote onzekerheden de nodige risico’s zijn die deels beperkt kunnen worden beheerst. De risicorapportage die voor Jeugdzorg is gemaakt en beschikbaar is gesteld aan uw Raad biedt hier een goed eerste overzicht van de risico’s die samenhangen met de overdracht van alle taken van het Rijk naar de gemeente. In de rapportage worden naast risico’s ook beheersmaatregelen genoemd. Hieronder beperken we ons tot het benoemen van de 10 grootste risico’s en laten we onder verwijzing naar de risicorapportage over Jeugdzorg de beheersmaatregelen hier achterwege: 1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015. 2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren. 3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren. 4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor de begroting 2015. 5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig tot stand. 6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de taken naar de gemeente. 7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden. 8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015. 9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. 10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen. De Raad wordt via de reguliere en afgesproken rapportages geïnformeerd over de belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen. COMMUNICATIE De beweging die wordt ingezet in het sociaal domein is een beweging die veel mensen op verschillende manieren raakt. Deze beweging vraagt om zorgvuldige communicatie. Maar zeker ook om communicatie die flexibel is en oog heeft voor individuele behoeftes en maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de basis van onze communicatie-inzet staat een degelijke informatievoorziening die past bij de informatiebehoefte in de stad. Om op korte termijn een gezicht en een stem te geven aan de mensen om wie het gaat, starten we met het vertellen van persoonlijke verhalen. Daarnaast stellen we per decentralisatie een communicatieplan op met daarin onder andere een planning van de belangrijke informatiemomenten. Naast tijdige en gerichte informatie, zijn ook verschillende vormen van interactie belangrijk in onze communicatie. Inzet van deze interactie is het gebruik maken van kennis in de stad en het samen ontwikkelen van nieuwe manieren van werken. Er worden binnen de decentralisaties verschillende vormen van interactie gepland en ingezet: van gesprekken met oudergroepen, tot dialoogsessies met professionals en van het delen van proeftuinervaringen tot een frisse blikken panel. Ook het samenstellen van een stadsbrede kopgroep is een van de vormen van interactie. Zo’n stadsbrede groep van professionals en ervaringsdeskundigen kan een voortrekkersrol vervullen in het sociaal domein door samen te zorgen voor inspiratie, onverwachte verbindingen en initiatieven. VERVOLG In de bijlagen bij dit Raadsvoorstel is per decentralisatieopgave een kernbeschrijving en planning opgenomen. Hieronder vindt u een integrale mijlpalenplanning t.a.v. besluitvorming in uw Raad. De Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 10 planning voor Werk & Inkomen wordt verder ingevuld als er meer duidelijkheid is op Rijksniveau over de invulling van het Sociaal Akkoord. Integrale opgave beweging in het sociaal domein 2013 Juni/Juli Juni/Juli Juli Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 Werk & Inkomen (Participatiewet) Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Peiling over rol gemeente sociaal domein, sturing, bekostiging en kwaliteitsbewaking Peiling over transformatieproces: hoe te komen tot de gewenste verandering Vaststellen begroting 2014 door Raad Peiling over het aanbod: resultaten op cliëntniveau en toegang Concept beleidsplan en concept uitvoeringsplan in de Raad December 2014 Kwartaal 1 AWBZ (WMO) Raadsvoorstel beweging in het sociaal domein ter besluitvorming in de Raad Informeren over STIPS en nieuwe wijkteams Eerste organisatieontwerp bespreken in de Raad Augustus September Oktober November November Jeugdzorg Resultaat pilot tegenprestatie in de Raad Evaluatie wijkteams bespreken met Raad Gemeenteraadsverkiezingen Vaststellen beleidsplan en uitvoeringsplan in de Raad Tussenrapportage voortgang beweging sociaal domein bespreken in Raad Nieuwe taken en budgetten in de begroting 2015 Vaststellen Vaststellen beleidskader en beleidskader en uitvoeringsplan verordening door door Raad Raad Vaststellen begroting 2015 door Raad Vaststellen beleidskader en verordening door Raad Taak formeel overgedragen 2015 Januari Belangrijk onderdeel is dat we dit najaar met u in gesprek willen over de principes van sturing en bekostiging. Het gaat hierbij o.a. om de invulling van de (regie)-rol van de gemeente in het sociaal domein, de vorm van inkoop/subsidiering van zorg/diensten (sturing en bekostiging) en de kwaliteitsbewaking. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 11 Naast de momenten in de mijlpalenplanning informeren we u over de ervaringen die we opdoen met vernieuwende werkwijzen, wijkteams, STIPS etc. Op basis van deze ervaringen en opgedane kennis is het aan een volgend college en een nieuwe Raad om na de verkiezingen in maart 2014 de definitieve beleidskaders en resterende verordeningen voor de uitvoering van deze taken vast te stellen. BETROKKEN PARTIJEN Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen professionals in de ondersteuning. Wij stellen een kopgroep in waarin een aantal van de betrokkenen op persoonlijke titel kunnen plaatsnemen en met ons kunnen meedenken over de wijze waarop we de beweging in het sociaal domein vormgeven. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, Bijlagen - Kernbeschrijving Werk & Inkomen (Participatiewet). - Kernbeschrijving WMO/AWBZ - Kernbeschrijving Jeugdzorg, inclusief Passend onderwijs de burgemeester, Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT Reg.nr .4384952 De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013, sector MO/ZCS (nr.4384952); b e s l u i t: 1. de kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende: 1. De inhoudelijke uitgangspunten - Zelfredzaamheid voorop - De omgeving doet mee - Voorkomen is beter dan genezen - Oplossingen per persoon, soms samen - We laten niemand vallen - Hulp dichtbij huis - Één huishouden, één plan - Snelle interventies als hulp nodig is 2. De organisatorische principes - Wijkgericht werken - De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams - Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad - Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan - Voortbouwen op en/of uitbreiden van de bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken - Zorgbehoevenden die langdurige zorg nodig hebben, krijgen keuzevrijheid in het selecteren van zorgaanbieders die bij hen passen 3. De sturingsprincipes - Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen - Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting - Inzet van middelen ontschotten 2. het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen. Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 2013. de griffier de voorzitter Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders Lubbinge, Van Eijk, Van Muilekom B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit : : : : Reg.nr. Datum Agendapunt : 4543793 : 19 november 2013 : HB-11 03-12-2013 17-12-2013 17-12-2013 TITEL Organiseren van de beweging in het sociaal domein BESLISPUNTEN Het college de opdracht te geven om de organisatie voor het sociaal domein op basis van de volgende kaders verder uit te werken. 1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen: a. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen, behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt) d. vraag verhelderen e. versterken eigen kracht f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en sociale zekerheid g. signaleren 2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale infrastructuur waarbij we onderscheiden: a. Digitaal loket b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de wijkteams d. Backoffice (administraties) e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan) 3. Op onderdelen (waaronder in ieder geval de onder beslispunt 2 genoemde onderwerpen), de meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties hiervan te onderzoeken. 4. Met betrekking tot sturing: a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan ook om uitleenafspraken gaan). b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden ‘uitbesteed’. 5. Met betrekking tot bekostiging: a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of uitlenen binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te bekostigen op basis van prestatie per cliënt of per product te financieren b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van populatiebekostiging. Inlichtingen bij : M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28 Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 2 c. Een vorm van PGB mogelijk te maken en waar nodig het instrument PGB ‘sociaal domein breed’ in te zetten AANLEIDING De komende jaren willen we als gemeente samen met onze burgers en aanbieders van zorg en ondersteuning een forse beweging in het sociale domein maken. Achtergrond hierbij zijn grote maatschappelijke ontwikkelingen met als kern dat de uitvoering van taken in het hele sociale domein minder bureaucratisch moet worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in hand te laten gaan. Kern van de visie en uitgangspunten, zoals door uw Raad op 9 juli vastgesteld is dat de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners meer centraal komt te staan. Op basis van die visie en uitgangspunten werken wij de beweging in het sociaal domein verder uit. Deze uitgangspunten moeten we vertalen naar een wijze waarop we het sociale domein op hoofdlijnen willen organiseren en de beweging kunnen maken. Vragen die in dit verband bijvoorbeeld aan de orde zijn: ‘Wat is de concrete rol van de wijkteams, hoe krijgt de burger toegang tot zorg en ondersteuning op maat (niet teveel, niet te weinig), hoe sturen we dit aan en wie is verantwoordelijk voor welke zaken en tot slot: wat voor een bekostigingssysteem hanteren we ten einde de gewenste beweging in het sociaal domein te bevorderen?’ In voorliggend raadsvoorstel doen wij voorstellen over de kaders waarop wij de zorg en ondersteuning willen organiseren. Het geeft zicht op hoe wij de complexe opgave efficiënt en effectief kunnen uitvoeren. Een ontwerp met oog voor de hulpvrager en financiën, zonder daarbij te vervallen in een bureaucratisch gedrocht. Dit is het kader dat meer inzicht biedt in hoe wij vanuit het principe van 1 huishouden 1 plan de hulpvrager de regie geven en daaromheen de zorg en ondersteuning organiseren. Samenwerken is daarbij het trefwoord: tussen hulpvrager en professional, tussen professionals onderling en met aanpalende voorzieningen. Het gaat om zorg en ondersteuning op de juiste maat: niet teveel, niet te weinig en met garanties waar veiligheid in het geding is. Hiermee faciliteren we de beweging die we samen met de stad, inwoners, organisaties en bestuur, willen maken. De op 9 juli aangenomen moties en amendementen (M.4.1, A.4.2, 4.4, 4.5) en strekking van het ingetrokken amendement (A.4.6), evenals uw inbreng in de Ronde van 12 november (Peiling ‘organiseren van de beweging in het sociale domein’) hebben we verwerkt in voorliggend voorstel. BEOOGD EFFECT Met dit raadsvoorstel leggen wij op basis van de eerder vastgestelde visie en uitgangspunten, de kaders voor verdere (organisatorische) uitwerking vast. Onderstaand figuur geeft naar ons idee goed weer hoe de beweging in het sociale domein er uit ziet en wat dit betekent voor de organisatie van de professionele zorg. Een verschuiving van nadruk op de traditionele 1ste en 2de lijn (huisartsen, specialisten, zorgstructuren) naar een krachtige kern van burgerkracht en basis(zorg)infrastructuur die ondersteund wordt door de wijkteams en waarbij een (dunnere) schil van specialistische zorg als vangnet fungeert. Hierbij bouwen we voort op bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken. Het wijkteam is hierbij voor ons de spil in het systeem. Het geeft toegang tot specialistische/specifieke (gemeentelijke gefinancierde) zorg en leidt toe (wijst de weg) naar vormen van burgerkracht en de basis(zorg)infrastructuur. Het wijkteam wordt hierbij ondersteund door gemeentelijke (en regionale en bovenregionale) voorzieningen, bijvoorbeeld als het gaat om specifieke specialistische expertise. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 3 Alle elementen van de traditionele 0e, 1e, en 2e lijnszorg ondergaan door de beweging in het sociale domein een verandering: de 2e lijnszorg wordt ten dele in meer generalistische vorm door het wijkteam geboden en het volume wordt waar mogelijk verkleind, onderdelen van de 1e lijn worden ook door het wijkteam verzorgd. Om die reden hebben wij het klassieke begrippenkader vervangen door de nieuwe begrippen: basis (zorg) infrastructuur, wijkteam en een ondersteuningsschil, en tot slot het specialistische aanbod (inclusief specifieke Wmo-voorzieningen). ARGUMENTEN 1.1 Met de spilfunctie van het wijkteam brengen we de toegang tot ondersteuning zo dicht mogelijk bij mensen waarbij we het best kunnen aansluiten bij eigen kracht en informele netwerken. Wij stellen voor de toegang tot ‘specialistische/specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen primair, maar niet uitsluitend bij de wijkteams te organiseren. Dit houdt in dat de professional in gesprek met de burger tot afspraken komt over welke zorg en ondersteuning op maat nodig is, welk deel daarvan door het eigen netwerk kan worden verzorgd, welk deel het wijkteam zelf kan bieden en zo nodig voor welk deel toegang wordt verleend tot specialistische zorg of specifieke ondersteuning. De wijkteams verlenen niet uitsluitend toegang tot deze voorzieningen. Er zijn meerdere spelers actief: huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen die kunnen verwijzen naar de jeugd-GGZ, het gedwongen kader voor volwassenen en jeugd met een verwijzende functie naar jeugdbescherming, -reclassering en residentiële voorzieningen, en maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang met een eigen opvangregeling. En om het nog complexer te maken een deel van deze spelers ontvangt ook nog niet gemeentelijke middelen waarmee we combinaties/arrangementen zullen moeten maken. Afstemming met aanpalende toegangverleners, huisartsen op eerste plaats, is dan ook geboden. Het samenspel tussen huisarts, wijkteam en burger/cliënt is van groot belang. Hierbij geldt dat de toegang tot een benodigde interventie op een zo snel mogelijke manier moet worden georganiseerd. 1.2 Een wijkteam is de professionele schakel tussen burgerkracht, de lokale basis zorg infrastructuur en specialistische/specifieke zorg. De beweging in het sociale domein is in onderstaande piramide weergegeven. In deze piramide vormt het wijkteam een schakelfunctie tussen de verschillende lagen: burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur enerzijds en specialistische/specifieke zorg in de top. Nee, het is geen wondermiddel. Ja, het is wel de kern van de beweging. Het wijkteam: 1. Ondersteunt waar mogelijk ‘de beweging naar beneden’ (richting eigen kracht en lokale basis (zorg)infrastructuur); toeleiden betekent niet dat alleen via het wijkteam de basiszorg bereikbaar is, Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 4 burgers kunnen die zorg, bij voorbeeld de huisarts, uiteraard ook op eigen kracht benaderen. Wel betekent het dat daar waar een beroep op het wijkteam of specialistische zorg wordt gedaan ook gekeken wordt of van de basiszorginfrastructuur gebruik kan worden gemaakt. 2. Pakt waar nodig en mogelijk zelf problemen op; 3. Werkt samen met en geeft (indien nodig, snel) toegang tot specialistische vormen van hulp of specifieke wmo-voorzieningen, die het niet in staat is zelf te bieden. Zoals eerder gesteld kunnen verschillende vormen van deze hulp ook via andere ‘toegangspoorten’ worden benaderd, 1.3. Het wijkteam voert regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur Het principe van een wijkteam is dat het integraal (kijkend naar het geheel van hulpvragen in samenhang met elkaar), generalistisch (brede aanpak van vragen door een en dezelfde persoon) en contextgebonden (eigen kracht, omgeving, de wijk etc.) werkt. Dit gebeurt op basis van het principe ‘één plan, één huishouden’ waarvoor de regiefunctie ligt bij de professional in het wijkteam. Deze regiefunctie houdt zo nodig ook doorzettingsmacht in. Overigens geldt ook hierbij het uitgangspunt van de hulpvrager als eigen regisseur. Professionals zijn op basis van maatwerk in the lead als dat echt nodig is. Het wijkteam voert ‘ambulante zorg en ondersteuning’ uit. Dit houdt een verschuiving van taken in die voorheen werden gezien als specialistische, 2de lijns zorg. Voor wat betreft de functies van sociale zekerheid is in onderzoek in welke mate functies op het gebied van minimacoach, schuldhulpverlening en activering door of vanuit het wijkteam kunnen worden aangeboden. Overigens wordt ook ten aanzien van jeugdzorg en Wmo nog onderzocht welke de precieze taken van het wijkteam zullen zijn, bij voorbeeld ten aanzien van dagbesteding. Tot slot, het wijkteam heeft ook een signaleringsfunctie mede in relatie tot de voorzieningen in de basis(zorg)infrastructuur, dit op basis van de ervaringen die het wijkteam bij de toeleiding vanuit en naar de basis(zorg)infrastructuur opdoet. 1.4 Om dit waar te kunnen maken, bestaat het wijkteam uit generalisten en is in de samenstelling afgestemd op basis van wijkkenmerken Dit alles is een veelheid aan kernfuncties, die bovendien op generalistische wijze moeten worden uitgevoerd. De wijkteams worden vooralsnog bemenst vanuit de huidige instellingen in het sociaal domein. Van medewerkers wordt gevraagd het eigen specialisme te verbreden naar een generalistische taakuitvoering. Dit betekent dat zo mogelijk van alle medewerkers een verbreding van expertise wordt Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 5 gevraagd gericht op een zo breed mogelijke inzetbaarheid ten behoeve van de kernfuncties. Overigens is het de bedoeling dat de wijkteams divers worden samengesteld, afhankelijk van de kenmerken van de populatie in de wijk. Niet alle soorten generalistische zorg en ondersteuning hoeft in elk wijkteam aanwezig te zijn. Er zullen ook generalisten met specialistische kennis aan het wijkteam deelnemen. Een belangrijk vraagstuk betreft de expertise die nodig is bij voorbeeld voor een verantwoord besluit over de toegang tot zeer specialistische zorg en ondersteuning. Wij achten het niet verstandig en ook niet realistisch allerlei zeer specialistische kennis, die wel nodig is voor een verantwoord besluit, in het wijkteam onder te brengen en stellen daarom voor hiertoe een ondersteuningsschil op stedelijk of (boven)regionaal niveau te organiseren. Het organiseren van deze ondersteuningsschil biedt betere garanties voor het beschikbaar zijn van een kwalitatief hoogwaardige expertise voor diagnose en advies. Het besluit tot de toegang blijft in principe een zaak van het wijkteam, dat ook de regie behoudt bij het vervolg. 2.1 Stedelijke voorzieningen en ondersteuning van wijkteams bevordert de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiency Zoals we u informeerde in RIB 2013-92 is de schaalgrootte van de wijkteams nog één van de ontwikkelvragen. Vooruitlopend hierop kunnen we al wel concluderen dat alles op wijkteamniveau organiseren, zou leiden tot versnippering van capaciteit en hiermee inefficiëntie. Denk bijvoorbeeld aan de functies op het gebied van kwaliteits- en budgetbewaking, inkoop, het backoffice. Om de wijkteams goed te kunnen laten functioneren, organiseren we daarom een aantal functies op stedelijk (en bovenlokaal) niveau. We zien deze voorzieningen als het ware als een schil om de wijkteams heen, ter ondersteuning en aanvulling van deze. We onderscheiden hierbij de volgende functies: a. Digitaal loket Dit onderdeel is een belangrijk element in de organisatie van het sociaal domein, omdat veel burgers van de gemeente bij het zoeken naar hulp en ondersteuning eerst via internet en de social media hun weg proberen te vinden. Het is de ambitie om antwoorden op hulp en ondersteuning via het digitale loket aan te bieden. Om dit goed te kunnen laten functioneren is ‘een gezicht achter het loket’ van belang. Dit betekent dat een vorm van bemensing achter het loket wordt georganiseerd. Het digitale loket vormt zo een belangrijke stedelijke informatie- en adviesfunctie. Ook bij het vinden van de juiste zorg- of hulpverlener in de specialistische zorg en specifieke ondersteuning kan het digitaal loket een rol spelen. Deze kan weer benut worden om hulpzoekenden toe te leiden naar de efficiënt en doeltreffend werkende instellingen. Wat de toegang tot voorzieningen betreft heeft het digitaal loket alleen een ondersteunende rol. Een burger die zijn of haar weg zoekt via het digitaal loket wordt zodra een persoonlijk advies door een professional nodig is, rechtstreeks in contact gebracht met de juiste professional, die werkzaam is bij een van de wijkteams of bij sociale zaken. Dit bevordert eenduidigheid bij de behandeling van aanvragen en voorkomt versnippering die kan ontstaan bij het inrichten van een stedelijk loket naast dat van de wijkteams. b. Toegang voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding Toegang voor inkomensvoorzieningen willen wij stedelijk blijven organiseren. Deze expertise in generalistische vorm onderbrengen in het wijkteam achten wij vooralsnog niet efficiënt en ook niet doeltreffend. Dat geldt ook voor de hiermee nauw samenhangende arbeidstoeleiding. De toegevoegde waarde van het wijkteam verwachten wij wel op de onderdelen minimacoach, schuldhulpverlening en activering, dit wordt in de proeftuinen onderzocht. c. Ondersteuningsschil Wijkteams vormen een scharnierpunt tussen specialistische/specifieke zorg enerzijds en de lokale informele en formele preventie en ondersteuning anderzijds. Beiden vormen als het ware een schil om het team heen. Voor het goed laten functioneren van het team is het van belang dat het team toegang heeft tot specialistische consultatie, advies en diagnostiek om te bepalen wanneer specialistische zorg in het kader van één gezin, één plan aan de orde is. Op dit onderdeel zijn bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt in het kader van het regionaal transitiearrangement jeugdzorg. Wat de organisatie van dit specialisme betreft, zijn wij nog in overleg met instellingen die over de benodigde expertise beschikken. d. Inkoop en backoffice Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 6 De subsidiëring en contractering (verder kortheidshalve inkoop genoemd) van zorgaanbieders geschiedt niet door de wijkteams. Afhankelijk van de soorten zorg en onder meer de complexiteit en omvang vindt inkoop plaats op landelijk, bovenregionaal, regionaal en lokaal nivo plaats. Voor de decentralisatie jeugdzorg is uw raad een overzicht gegeven welke soorten zorg op welk niveau zullen worden ingekocht. In vervolg op het opstellen van de regionale transitiearrangementen en in overleg met de betrokken gemeenten in regio Eemland en de provincie Utrecht wordt thans een voorstel voor de vormgeving van de inkoop en contractering voorbereid. Wij vinden daarbij onder meer belangrijk dat: goede afstemming plaatsvindt tussen de diverse niveaus waarop wordt ingekocht (vergelijkbare werkwijzen, geen dubbelingen). aangezien met alle zorg en ondersteuning leverende partijen een relatie moet worden onderhouden, professionele inkooporganisaties noodzakelijk zijn dat iedere toegelaten zorgaanbieders een contract heeft met één heldere set verantwoordingscriteria. Zo houdt de gemeente overzicht over de taken die zorgaanbieders voor de gemeente uitvoeren en worden meerdere verantwoordingsregiems voorkomen. dat getoetst en bewaakt wordt of zorgaanbieders voldoen aan de toelatingscriteria en de overige contractuele afspraken om door de gemeente bekostigde zorg te mogen leveren. dat samen met de betrokken beleidsafdelingen van de gemeente het contractmanagement en relatiebeheer uitgevoerd wordt en samen met de beleidsafdeling wordt toegezien op de kwalitatieve en kwantitatieve levering en beschikbaarheid van het aanbod. Een belangrijke functie bij de toetsing van de afspraken is de analyse van de productie-, waardering- en kwaliteitsgegevens van en over de zorgaanbieder. Slecht presterende zorgaanbieders (bijvoorbeeld lage waarderingen, lage scores op effectmetingen, veel klachten of relatief dure behandelingen) worden ter verantwoording geroepen. 3.1 (boven) regionale samenwerking kan op onderdelen efficiencywinst en een verhoogde effectiviteit opleveren Naast subsidie en/of contractadministraties dienen ook cliëntenadministraties, financiële administraties en voorraadadministraties te worden gevoerd. Ook deze worden niet gevoerd door de wijkteams. Wij bezien of wij deze backofficetaken geheel of gedeeltelijk in de regio samen met andere gemeenten kunnen uitvoeren, dan wel dat wij deze taken geheel of gedeeltelijk binnen de gemeentelijke organisatie beleggen. Andere onderdelen waarop wij de mogelijkheden tot regionale samenwerking verder verkennen zijn: 1. Beheer digitaal loket 2. Inkoop en contractering 3. Kwaliteits- en budgetbewaking/Verzorging stuurinformatie en beheersmaatregelen 4. Verzorgen kennissysteem en ondersteunende expertises 5. Gemeentelijke samenwerking bij beleidsvoorbereiding en beleidsvertaling: beleidskeuzes worden binnen elke afzonderlijke gemeente gemaakt. Bij de organisatie van de regionale samenwerking betrekken wij ook wat de gevolgen zullen zijn voor het SbG. De huidige toegangsfunctie van SbG ten behoeve van de Wmo gaat op grond van onze voorstellen met betrekking tot de wijze waarop wij de toeleiding en toegang willen organiseren met de spilrol van de wijkteams, in ieder geval veranderen. 4.1 We willen de professional de ruimte geven, naast de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg en ondersteuning. In het organisatieontwerp is een belangrijke vraag wie waarvoor verantwoordelijk is, meer specifiek: hoe verantwoordelijkheden worden afgebakend. Rond de basis(zorg)infrastructuur en de specialistische zorg of specifieke ondersteuning is het antwoord helder: de gemeente is verantwoordelijk voor kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de door haar bekostigde zorg, maar de uitvoering van de zorgverlening zelf is geen gemeentelijke verantwoordelijkheid. De vraag is of deze afbakening ook voor de wijkteams geldt. Wij denken van niet, althans niet bij de start. De beweging in het sociaal domein betreft niet alleen onze burgers en instellingen, maar ook de gemeentelijke organisatie zelf. Onze kennis en ervaring bij het aansturen van dit soort dienstverlening, die bovendien naar aard en omvang in hevige beweging is, is beperkt en de belangen voor de burgers die zorg en ondersteuning op maat zoeken en voor instellingen die het aanbod verzorgen zijn groot. Ons inziens is nauwe samenwerking in de startfase tussen gemeente en instellingen bij het inrichten en functioneren van de wijkteams geboden, waarbij ieder wel in die samenwerking primair positie kiest vanuit de beoogde afbakening van verantwoordelijkheden. De gemeente blijft in deze opzet overall verantwoordelijk. Dit betekent dat de medewerkers in de wijkteams Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 7 vooralsnog werken onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Aan de hand van de ervaringen van de proefteams zullen uitspraken worden gedaan over de wijze waarop de gemeente de regie uitoefent. Dit volgt in het tweede kwartaal van volgend jaar/2014. Indien een burger een klacht over het werk van een wijkteam of bezwaar over een beslissing heeft wordt dit onder gemeentelijke verantwoordelijkheid afgehandeld. We richten hiertoe procedures in. 5.1 We moeten kunnen sturen op kosten Bekostiging van de wijkteams Alleen bij een kwalitatief hoogwaardige invulling van de functies van de wijkteams is het beoogde effect van meer eigen kracht, toeleiding naar basiszorg en het beperken van specialistische inzet haalbaar. Om die reden willen wij in de bekostiging tot uitdrukking brengen dat niet het volume bepalend is (het aantal cliënten), noch de prestatie per cliënt, maar de kwaliteit om te komen tot een hoogwaardige regievoering en zorgverlening op de juiste maat. Dit houdt in dat wij voorstellen in de eerste fase de wijkteams functiegericht te bekostigen. De omvang en samenstelling van de wijkteams wordt mede bepaald op grond van kenmerken van de populatie in de wijk en in die zin is hier al sprake van een voorloper van populatiebekostiging, maar de wijkteams worden niet afgerekend op het te meten resultaat voor de gehele populatie in de wijk. Bekostiging van de Specialistische zorg en specifieke ondersteuning Voor specialistische zorg en specifieke voorzieningen streven wij het juiste maatwerk na. Bekostiging die volumeopdrijvend werkt of die standaardproducten bevordert dragen niet aan deze doelstelling bij. De professionals en instellingen die zorg leveren in het ‘specialistische’ aanbod zullen in het eindbeeld overwegend worden bekostigd op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde tarief. Het gaat hier dus om een prestatiebekostiging. Tijd die een zorgprofessional aan de cliënt besteedt, wordt vergoed. Het maximaal te besteden aantal uur per cliënt is bepaald in het toegangsbesluit. In die zin kan ook gesproken worden van een cliëntvolgende bekostiging. De regiefunctie van het wijkteam is hier essentieel om de prikkels tot overproductie te voorkomen. Voor een ander deel zal specialistische zorg worden bekostigd op basis van beschikbaarheid, of een combinatie van beschikbaarheid en prestatiebekostiging. Gemeentelijk kwaliteits- en budgetbeheer vanaf de startfase. Budgetten worden al vanaf de startfase geoormerkt per wijk(team), maar blijven (vooralsnog) in beheer bij de gemeente. Dit noemen wij het wijkteambudget. Binnen de gemeente worden budget- en kwaliteitsbeheerders aangewezen. Deze zijn onder meer verantwoordelijk voor de planning en control van deze budgetten en kunnen waar nodig tijdens het jaar voorstellen doen om budgetten over de wijken her te verdelen, dit op basis van signalen van dreigende budgetover- en onderschrijding. Op termijn is onze ambitie om de wijkteambudgetten wel te baseren op populatiebekostiging. Dat wil zeggen dat de bekostiging plaatsvindt op basis van kenmerken van de populatie in een wijk en dat afgerekend wordt op het behalen van prestaties voor de populatie als geheel. Dit noemen wij wijkbudgetten. Ook op termijn blijven de professionals en instellingen die zorg leveren in het ‘specialistische’ aanbod voor een belangrijk deel bekostigd worden op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde tarief. Ons streven is de bekostiging op basis van beschikbaarheid zo veel mogelijk te verminderen. 5.2 We willen eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid bevorderen Bekostigingspincipes zijn een essentieel onderdeel van de beweging in het sociale domein. Met de keus voor een bekostigingsmodel moeten prikkels ontstaan om eigen verantwoordelijkheid, keuzevrijheid en zorg en ondersteuning op maat te bevorderen. Dat betreft enerzijds de bekostiging van het wijkteam zelf. Anderzijds willen wij bevorderen dat bij de toegang tot specialistische inzet van capaciteit meer maatwerk wordt geboden, in plaats van standaardtrajecten zoals nu nog vaak het geval is. Dit doen we bijvoorbeeld door de inzet van het persoonsgebonden budget (PGB) mogelijk te maken. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 8 Het PGB werkt in hoofdlijnen als volgt. Iemand met een ondersteuningsvraag meldt zich bij het wijkteam. Als op basis van het gesprek in het wijkteam blijkt dat er behoefte is aan een vorm van specialistische/specifieke vorm van zorg, verleent het wijkteam toegang (‘indicatiebesluit’) tot deze zorg. Het toegangsbesluit kan worden ‘verzilverd’ in de vorm van een PGB of in de vorm van Zorg in natura (ZIN). ZIN wordt geleverd door, door ons (soms in bovenlokaal verband) gecontracteerde zorgaanbieders. Het PGB kan een cliënt besteden bij een door hemzelf uitgezochte zorgaanbieder. Doordat de toegang tot deze voorziening, integraal vanuit het wijkteam is georganiseerd, ligt het hiermee ook voor de hand het PGB-systeem integraal (in ieder geval vanuit jeugd en Wmo) te organiseren. KANTTEKENINGEN 1 Maatwerk in wijkteams kan leiden tot willekeur De vraag is of de toegang verlenende functie van de wijkteams niet gaat leiden tot eigen toegangsregels per team. Wij vinden dat de regels rond toegang een beleidszaak is die gemeentelijk moet worden bepaald en in het beleidsplan en in verordening(en) moet worden vastgelegd. Bij de toepassing van de regels is een zeker maatwerk wenselijk, dit kan namelijk bijdragen aan oplossingen op maat die ook rekening kunnen houden met verschillen tussen de wijken. Ook willen wij dat in alle gevallen waar dat nodig is snelle interventie zonder bureaucratische rompslomp geboden kan worden. Ook dat vergt een voldoende zelfstandige beoordelingsruimte van de professionals. Maar dit mag niet tot willekeur leiden. Het gemeentelijk kwaliteitsbeheer vervult hier een belangrijke taak. 2 Het (her)inrichten van stedelijke voorzieningen heeft gevolgen voor huidige voorzieningen We proberen de ‘ondersteuningsschil’ rondom te wijkteams zo efficiënt mogelijk in te richten. Dit heeft mogelijk consequenties voor bestaande, stedelijk functionerende organisaties. Digitale en fysieke loketten worden soms verplaatst naar de wijkteams of waar mogelijk samengevoegd op stedelijk niveau. Zo worden in 2014 de uitvoerende werkzaamheden van het CJG verder verplaatst richting de wijkteams. In 2014 zet het CJG haar functie op stedelijk niveau voort waarbij het accent ligt op informatie en advies. De vormgeving van het stedelijke voorzieningenniveau werken wij nog nader uit. 3 Regionale samenwerking vergt regionaal gelijk oplopende besluitvormingsprocessen Regionale samenwerking vergt een gelijktijdige en gelijkluidende besluitvorming binnen de betrokken gemeenten. Als dat niet of onvoldoende lukt, kan dit resulteren in vertraging. Regionale samenwerking kan bijvoorbeeld onder druk komen te zijn omdat nog niet elke gemeente de lokale afweging heeft gemaakt of een dusdanig afwijkend standpunt heeft ingenomen. Waar dit niet lukt, en mogelijk vertraging ontstaat waardoor het tijdig goed uit kunnen voeren van de taken in gevaar komt, gaan wij uit van uitwerking op lokaal niveau. 4 De gemeente is overall verantwoordelijk, maar kan niet alle risico’s uitsluiten. Wat als er een ongewenste situatie ontstaat? Behalve het goed afspreken en vastleggen van randvoorwaarden, werkprocessen, het investeren in en bewaken van kwaliteit is het ook van belang om te erkennen dat er ondanks dat toch ongewenste situaties kunnen ontstaan. Wij vinden het van belang om voordat een dergelijke situatie zich voordoet met elkaar te spreken over ieders verantwoordelijkheid: raad, college, uitvoering, betrokkenen zelf, in het streven naar een kwalitatief goede aanpak. Hoe spreken we met elkaar af dat we wel streven naar veiliger en beter maar nooit ieder risico kunnen uitsluiten. Door het met elkaar hier van te voren over te hebben en dit ook vast te leggen hoeft dat minder op het moment dat er een incident speelt. Hiermee kunnen we de ongewenste reactie om te zoeken naar schuldigen en ‘meer regels om het voortaan te voorkomen' beperken. Dit werkt immers de gewenste ruimte voor de professional om passend bij de situatie op te treden en een omgeving waarin op basis van ervaringen wordt geleerd tegen. Wij gaan hierover graag met u in gesprek. 5 Hanteren van het PGB systeem kan kostenverhogend werken Het PGB wordt veelal in verband gebracht met de toename van zorgkosten. Wij zien dit risico. Echter, door de toegang tot het PGB goed te organiseren, denken wij dit risico te beperken. Sterker, als uit het brede vraagverhelderingsgesprek blijkt dat een vorm van specifieke hulp noodzakelijk is, is het verstrekken van die hulp in de vorm van een PGB vaak goedkoper dan zorg in natura. Voor de Wmo geldt op dit moment bijvoorbeeld dat het PGB tarief 75% bedraagt van de kosten voor zorg in natura. Van belang is als Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 9 vertrekpunt het resultaat van het brede vraagverhelderingsgesprek te nemen en niet ‘het recht op PGB’. Dit vertrekpunt, aangevuld met niet teveel maar wel de juiste drempels, moet bijdragen aan een efficiënt en effectief PGB systeem. FINANCIËN In de vastgestelde visie op de beweging in het sociaal domein is opgenomen dat ondersteuning moet plaatsvinden binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (bijv. Jeugd en Algemeen maatschappelijk werk). Kortingen op de rijksbudgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein. Stand van zaken budgetten Duidelijkheid over de per decentralisatie in 2015 beschikbare middelen ontbreekt nog. Voor jeugdzorg is het landelijke decentralisatiebudget nog niet definitief vastgesteld. Via de meicirculaire 2013 is recent door het Rijk een eerste raming bekend gemaakt, waarin nog veel onzekerheden zitten. Er blijkt ook landelijk een verschil te zitten van circa 15% (voor Amersfoort 10%) tussen het in de meicirculaire opgenomen budget en gegevens bij de zorgaanbieders. Dit verschil wordt thans geanalyseerd en leidt naar verwachting tot ophoging van de toegekende budgetten. Voor de gemeente Amersfoort is in de meicirculaire een bedrag geraamd van € 29,7 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een verdeelmodel dat uitgaat van een historisch gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau. Vanaf 2015 worden de functies begeleiding en kortdurend verblijf van de AWBZ naar de gemeenten overgeheveld. Ook worden een aantal zorgzwaartepakketten binnen de AWBZ afgeschaft waardoor mensen langer thuis blijven wonen en langer of extra beroep op de gemeenten zullen doen. In de septembercirculaire 2013 is in tegenstelling tot de toezegging geen eerste inzicht gegeven in de verdeling van het macrobudget nieuwe WMO voor 2015 op basis van historische budgetten. Het gaat om een macrobudget van € 3,7 miljard voor de nieuwe WMO (exclusief persoonlijke verzorging). De macrobudgetten van het Rijk worden voor de nieuwe taken voor zover nu bekend gekort met circa 25% gekort. De bedragen worden nog getoetst door de Algemene rekenkamer. Het bedrag voor Amersfoort voor deze functies zou o.b.v. een grove eerste inschatting circa 25 miljoen bedragen. Voor 2014 is er door het Rijk een macrobudget Wsw geraamd van € 2,6 miljard en een Participatiebudget van € 685 miljoen (budgetten zijn vergelijkbaar met 2013). Op 1-1-2015 treedt de Participatiewet in werking. Het kabinet beoogt met deze wet één regime voor iedereen met arbeidsvermogen die voorheen een beroep zou doen op WSW, Wajong of WWB. De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen. De maatregelen in het Sociaal akkoord leiden tot een structurele bezuiniging van € 1,62 miljard (1,25 miljard Participatiewet en 370 miljoen baangarantie. In deze bezuiniging zijn de extra middelen uit het Sociaal Akkoord van € 550 miljoen structureel voor de nieuwe Participatiewet (inclusief baangarantie) verwerkt. De implicaties van de Participatiewet zijn nog onderwerp van gesprek tussen de VNG, ministerie van SZW, de sociale partners en andere betrokkenen en worden de komende maanden uitgewerkt in de recent opgerichte Werkkamer. Bekostiging Uit de door het Rijk beschikbaar te stellen budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen dienen de kosten voor zorg (incl. wijkteams), maar ook de kosten van uitvoering en backoffice te worden bekostigd. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 10 RISICO’S Eerder hebben wij uw Raad geïnformeerd over de tien grootste risico’s die in het kader van de decentralisatie jeugdzorg zijn geïnventariseerd. Het betreft: 1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015. 2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren. 3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren. 4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor de begroting 2015. 5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig tot stand. 6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de taken naar de gemeente. 7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden. 8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015. 9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. 10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen. Sinds 9 juli zijn de risico’s niet substantieel gewijzigd. Zij vormen mede de aanleiding waarom wij in de voorstellen rond toegang, sturing en bekostiging een voorzichtig begin met een startfase hebben voorgesteld, waarin de gemeentelijke betrokkenheid maximaal tot zijn recht kan komen. Ook is ons voorstel van een krachtige budgetbewaking hierop geënt, aangevuld met de afspraak de gemeenteraad bij budgetoverschrijding te informeren, vergezeld van voorstellen voor passende maatregelen. Thans wordt gewerkt aan risicoanalyses voor de decentralisaties AWBZ en Participatiewet. De risico’s welke specifiek betrekking hebben op dit raadsvoorstel, willen wij nog onder de aandacht brengen: a. Wijkteams gaan tijdelijk opereren als “onderdeel van de gemeente”. De gemeente is echter geen zorgverlener. Er moet kennis opgebouwd worden. Bijvoorbeeld niet alle protocollen zullen bij de aanvang aanwezig, dan wel verinnerlijkt zijn. Lerend werken, kennis van huidige organisaties/andere gemeenten benutten en detachering zijn o.a. maatregelen om risico’s – met name op kwaliteit zorg - te beheersen. b. Wijkteams zijn het instrument om kosten te beperken, maar kosten zelf ook geld. Het risico is dat de kosten van de wijkteams en de bezuiniging niet worden goedgemaakt door lagere zorgkosten. c. Vanuit het Rijk zijn beperkte budgetten voor implementatie beschikbaar gesteld. Bij de inrichting van de wijkteams zijn de ontwikkelaanpak en detachering instrumenten om frictiekosten te beperken. d. Het risico op frictiekosten ligt voor de nieuwe taken ten principale niet bij de gemeente, maar we spannen ons in om onnodige frictiekosten te beperken. Met betrekking tot SBG wordt bij het voorstel voor de inrichting van een backoffice dit element expliciet betrokken. e. Er is weinig tijd voor inrichting backoffice, ICT en budget en kwaliteitsbewaking. We willen mede daarom gebruik maken van kennis en hulpmiddelen van organisaties die thans de uitvoering verzorgen. f. Door te kiezen voor detachering in de aanvangfase is het risico aanwezig dat “overheadkosten” blijven ‘hangen”bij huidige zorgaanbieders. DUURZAAMHEID Met de voorgestelde inrichting van zorg en ondersteuning denken wij een toekomstbestendig ‘systeem’ te organiseren. Het gaat hierbij om zowel financiële (efficiënter) als maatschappelijke (effectieve) toekomstbestendigheid. VERVOLG Op basis van deze kaders geven we verder invulling aan de beweging in het sociale domein. Een vervolgstap richting uw Raad is het voorleggen van de contouren van de beleidsplannen. Dit is voorzien in het eerste kwartaal van 2014. Parallel hieraan werken wij samen met partners in de stad aan de verdere uitwerking en invulling van deze beweging. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 11 BETROKKEN PARTIJEN De beweging in het sociaal domein kunnen we alleen doen slagen als we die beweging samen met de stad (burgers, maatschappelijke organisaties en gemeente) maken. Op basis van de kaders in dit voorstel geven we met hen verder uitwerking aan deze beweging. In aanvulling op de manier waarop we al verschillende partijen op verschillende manieren betrekken (regionaal transitiearrangement, in de proeftuinen, begeleidingsgroep, overleg adviesraden en cliëntenorganisaties, bijeenkomsten etc) vinden we het van belang om de samenwerking met aanbieders verder te verstevigen. Dit deden we al in het kader van het regionaal transitiearrangement jeugd (RTA) en gaan we op korte termijn verbreden. Zo stellen we analoog aan de RTA aanpak overlegtafels in met Wmo/Awbz aanbieders, partijen die deelnemen in de wijkteams en organisaties die een belangrijke rol spelen bij de invulling van de basiszorginfrastructuur (civil society). Met deze aanpak maken we afspraken over de transitiefase, bijvoorbeeld met betrekking tot de continuïteit van zorg, financiële consequenties en het benutten van expertise Ook gaan we bijeenkomsten met bewoners organiseren. Deze vinden plaats in de Stips. Met hen gaan we in gesprek over praktische vraagstukken in de civil society, welke rol kunnen Amersfoorters voor elkaar vervullen en waar liggen grenzen? Tenslotte geven we in het webdossier http://www.amersfoort.nl/sociaaldomein uitleg over veranderingen, actuele informatie, persoonlijke verhalen van Amersfoorters en een overzicht van bijeenkomsten en gesprekken met professionals en inwoners. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, Bijlagen - geen de burgemeester, Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT Reg.nr .4543793 De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2013, sector MO/ZCS (nr.4543793); b e s l u i t: Het college de opdracht te geven om de organisatie voor het sociaal domein op basis van de volgende kaders verder uit te werken. 1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen: a. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen, behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt) d. vraag verhelderen e. versterken eigen kracht f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en sociale zekerheid g. signaleren 2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale infrastructuur waarbij we onderscheiden: a. Digitaal loket b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de wijkteams d. Backoffice (administraties) e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan) 3. Op onderdelen (waaronder in ieder geval de onder beslispunt 2 genoemde onderwerpen), de meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties hiervan te onderzoeken. 4. Met betrekking tot sturing: a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan ook om uitleenafspraken gaan). b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden ‘uitbesteed’. 5. Met betrekking tot bekostiging: a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of uitlenen binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te bekostigen op basis van prestatie per cliënt of per product te financieren b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van populatiebekostiging. c. Een vorm van PGB mogelijk te maken en waar nodig het instrument PGB ‘sociaal domein breed’ in te zetten. Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013. de griffier de voorzitter Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter van 19.00 tot aantal bezoekers: 20.30 uur 20 Reg.nr. 4610616 Principekeuzes Wmo 2015 Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Peiling Peiling Peilpunten: De raad wordt gevraagd zich uit te spreken over de volgende peilpunten: 1. We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg. 2. Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep. Portefeuillehouder Lubbinge Van Wijngaarden (tevens woordvoerder) Opsteller Bongers Hooijschuur, Dijkstra Portefeuillehouder Lubbinge Van Bruggen (PvdA), Houwing (D66), Kennedy-Doornbos (CU), Koet-Minis (Groep Ambtenaren Hooijschuur, Koet), Meijer (SP), Pongers (CDA), Van Vliet Dijkstra (GL), Van Wijngaarden (VVD) - de heer H. Hooijer, namens de Seniorenraad - de heer H. van Essen, namens GPPA De insprekers hebben het woord gevoerd en de woordvoerders hebben vragen gesteld. Daarna hebben de woordvoerders hun reactie gegeven op de peilpunten. De woordvoerders hebben vooral veel vragen rond de uitwerking van de peilpunten en geven daartoe o.a. de volgende aandachtspunten mee*: - inzicht in dagbesteding (o.a. wie behoudt rechten, aantal uren, wie bepaalt dat) in relatie tot wat in peiling wordt voorgesteld - redelijkheid en billijkheid voor inwoners - inzicht in mogelijkheden van persoonsvolgend budget, naast persoonsgebonden budget - respijtzorg: voucher of pgb - inzicht in consequenties van voorstel voor maatschappelijke activering in relatie tot doelgroepen - positie vrijwilligers en mantelzorgers borgen in relatie tot professionals - klachtenregeling - inzicht in uitwerking van drang en dwang - eigen bijdrage en voorkomen van stapeling - vervoer in relatie tot dagbesteding Advies aan presidium: Vervolgstap college: beleidskader ter vaststelling aan de raad voor leggen Toezeggingen / Afspraken De portefeuillehouder zegt toe: - de voorbereiding van de implementatie ook in overleg met adviesraden te doen, dus niet alleen met cliëntenraden; - in het beleidskader de genoemde *aandachtpunten voor uitwerking te betrekken en het beleidskader ter vaststelling aan de raad voor te leggen. Aantekeningen voor verslag #4610616 v2 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 PRINCIPEKEUZES WMO 2015 Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Reg.nr. 4599689 SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf 11 februari 2014 Ambtelijk contact SP/Meijer Bongers (033-469 4301) Lubbinge 13 december 2013 hebben raadsleden een bezoek gebracht aan Zon en Schild om o.a. de extramuralisering en de overdracht van cliënten aan de FACT-teams te bespreken. De werkdag erna overhandigde het bestuur van Ggz-centraal een pakket bezuinigingen ter grootte van 13 miljoen aan het personeel en de cliëntenraad. Hoe kan de 'warme overdracht' van bewoners naar de stad worden gegarandeerd? Voor 2014 gaat het om 26 cliënten die vanuit de paviljoens worden uitgeplaatst, in de opvolgende jaren zullen dit er aanzienlijk meer zijn. Een groot deel van hen zijn bewoners van de terreinwoningen die in 2013 gesloten zijn. Voor hen gaat het dus om de tweede verhuizing binnen een jaar, bovendien met grote onzekerheden. Een uitermate zwaar proces dat de mentale conditie ernstig ondermijnt. De financiële situatie van de organisatie is inmiddels dusdanig ernstig, de solvabiliteit dreigt onder de 15% te zakken, dat er op veel grotere schaal zal worden ingegrepen. Ggz-Centraal wil deze reorganisatie op concern niveau afhandelen, maar de grote klappen vallen in Amersfoort. Hierdoor zal de Onderneming, een leer-werkbedrijf van Ggz-centraal, over enkele weken moeten sluiten, loopt de werkgelegenheid gevaar en zal er op grote schaal 'geschoven' gaan worden met de bewoners van het terrein. De sluiting van het leer-werkbedrijf betekent opheffing van dagbesteding voor de bewoners. Soort document Peiling n.v.t. Het gaat om zeer kwetsbare inwoners van onze stad en op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft de gemeente Amersfoort een plicht ten opzichte van de cliënten. Daarom wil de fractie van de SP de mening van de andere fracties peilen. Zich uit te spreken over de peilpunten: 1. Voortbestaan van leer-werkbedrijf De Onderneming is Amersfoorts belang, waardoor snelle gemeentelijke interventie is vereist. 2. Amersfoort zal nu gedetailleerd aan moeten geven op welke wijze de uit te plaatsen bewoners gaan worden opgevangen. 3. De exacte rol van de FACT-teams dient nu nauwgezet te worden omschreven. 4. De opvangcapaciteit die ter beschikking staat, de partijen die daarbij een rol spelen en de wijze waarop die rol wordt vormgegeven dient nu te worden bepaald. 5. Beschermd wonen is voor cliënten en hun leefomgeving van vitaal belang en daarom moet de kwaliteit van die bescherming nu worden gegarandeerd. 6. Amersfoort moet bij het kabinet krachtig protesteren tegen deze gevolgen van het gevoerde beleid. 7. Amersfoort moet extra middelen ter beschikking stellen om een “warme overdracht” van deze zeer kwetsbare groep inwoners te garanderen. Afhankelijk van bespreking in De Ronde. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Besluitenlijst x BIS Raadsstukken Fractie *Bezuinigingsplan GGZ Centraal 2014 Uitwerking Oostelijk Utrecht *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie #4599689 v2 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 SP VOORTBESTAAN LEER-WERKBEDRIJF ZON EN SCHILD Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter van 20.30 tot aantal bezoekers: 21.30 uur 20 4611466 SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing Reg.nr. leer-werkbedrijf Soort verslag SP-fractie Besluitenlijst Soort activiteit Peiling Peiling Peilpunten: 1. Voortbestaan van leer-werkbedrijf De Onderneming is Amersfoorts belang, waardoor snelle gemeentelijke interventie is vereist. 2. Amersfoort zal nu gedetailleerd aan moeten geven op welke wijze de uit te plaatsen bewoners gaan worden opgevangen. 3. De exacte rol van de FACT-teams dient nu nauwgezet te worden omschreven. 4. De opvangcapaciteit die ter beschikking staat, de partijen die daarbij een rol spelen en de wijze waarop die rol wordt vormgegeven dient nu te worden bepaald. 5. Beschermd wonen is voor cliënten en hun leefomgeving van vitaal belang en daarom moet de kwaliteit van die bescherming nu worden gegarandeerd. 6. Amersfoort moet bij het kabinet krachtig protesteren tegen deze gevolgen van het gevoerde beleid. 7. Amersfoort moet extra middelen ter beschikking stellen om een “warme overdracht” van deze zeer kwetsbare groep inwoners te garanderen. Portefeuillehouder Lubbinge Pongers (tevens woordvoerder) Opsteller Bongers Meijer (SP) Portefeuillehouder Lubbinge Ballast-Tatarian (VVD), Van Bruggen (PvdA), Kennedy-Doornbos (CU), Koet-Minis Ambtenaren Dijkstra (Groep Koet), Meijer (SP), Pongers (CDA), Van Vliet (GL), Van de Voort (D66) - de heer P. Develing - de heer K. van der Meer De initiatiefnemer heeft het onderwerp toegelicht. De insprekers hebben het woord gevoerd en de woordvoerders hebben vragen aan hen gesteld. Woordvoerders betreuren de geschetste gang van zaken rond uithuisplaatsingen maar zijn ook van mening dat dit een zaak is van de directie van Zon en Schild en niet van de gemeente(raad). Advies aan presidium: Voldoende besproken Toezeggingen / Afspraken Portefeuillehouder zegt toe: - na te gaan of er blokkades liggen bij Amfors voor mensen die zich daar melden die niet meer in de Onderneming kunnen werken. Aantekeningen voor verslag #4611466 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 SP: UITHUISPLAATSING BEWONERS ZON EN SCHILD EN OPHEFFING LEER-WERKBEDRIJF Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . . De Ronde *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie Datum: Aanvang: dinsdag 11 februari 2014 19:00 Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsplan Peiling Rekenkamercommissie: Onderzoek Afhandeling klachten en bezwaren Voorbereiding besluit Rekenkamercommissie: Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Informatie Brief Rekenkamerfunctie Peiling Rekenkamercommissie: Onderzoek Governance en verbonden partijen Voorbereiding besluit Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . . Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsplan Peiling Inhoud agendapunt Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) (pdf) Peiling Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) (pdf) Bijlage - Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014 (pdf) Bijlage - Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014 Bijlage - www.amersfoort.nl/veilig Bijlage - *M-x.1 VVD, CDA, SP, Amersfoort weg uit top inbraakgemeenten (pdf) Besluitenlijst Jaarplan 2014 Integraal veiligheidsprogramma (IVP) (pdf) Audioverslag Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . . Rekenkamercommissie: Onderzoek Afhandeling klachten en bezwaren Voorbereiding besluit Inhoud agendapunt Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van klachten en bezwaren’ (pdf) Raadsvoorstel Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek afhandeling klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’ (pdf) Bijlage - Rekenkamerrapport Afhandeling van klachten en bezwaren gemeente Amersfoort Bijlage - Bestuurlijke reactie op rekenkamerrapport afhandeling klachten en bezwaren Bijlage - Onderzoeksdossier afhandeling klachten en bezwaren Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van klachten en bezwaren’ (pdf) Bijlage - *Beantwoording feitelijke vragen BPA (pdf) Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . . Rekenkamercommissie: Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Informatie Brief Rekenkamerfunctie Peiling Inhoud agendapunt Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie en Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode (pdf) Peiling Rekenkamerfunctie en budget komende raadsperiode (pdf) Bijlage - Jaarverslag 2013 en Jaarplan 2014 Bijlage - Rekenkamerbrief voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode Verordening op de Rekenkamercommissie 2011 Bijlage - Website Rekenkamercommissie Besluitenlijst Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie en Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode (pdf) Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . . Rekenkamercommissie: Onderzoek Governance en verbonden partijen Voorbereiding besluit Inhoud agendapunt Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en verbonden partijen’ (pdf) Raadsvoorstel Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Amersfoort’ (pdf) Bijlage - Rekenkamerrapport Governance en Verbonden Partijen gemeente Amersfoort Bijlage - Bestuurlijke reactie op rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Bijlage - Onderzoeksdossier Governance en verbonden partijen gemeente Amersfoort Motie - *M-X.1 GL CU VVD D66 Grip op verbonden partijen (pdf) Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en verbonden partijen’ (pdf) Audioverslag Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) 11 februari 2014 Ambtelijk contact College van B&W Reg.nr. 4562082 Bakker – van der Bijl (033-4694230 ) Bolsius Op 15 februari 2011 is het meerjaren veiligheidsbeleid (Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014) door de gemeenteraad vastgesteld. In het Integraal Veiligheidsprogramma worden de kaders en prioriteiten van ons veiligheidsbeleid voor een periode van 4 jaar vermeld. De reguliere inzet op onder meer de onderwerpen: crisisbeheersing en fysieke veiligheid, jeugd en veiligheid, huiselijk geweld, veilig uitgaan, coffeeshops, prostitutie, cameratoezicht, georganiseerde criminaliteit en de nazorg voor ex-gedetineerden blijft ongewijzigd. Om adequaat te kunnen inspelen op de actuele veiligheidssituatie, geeft het college jaarlijks een aantal specifieke veiligheidsonderwerpen extra prioriteit. In het Jaarplan staat op welke onderwerpen in 2014 de gemeente en de veiligheidspartners gezamenlijk extra inzet plegen en welke ambities wij daarbij hebben. Voorgesteld wordt de volgende onderwerpen in 2014 extra prioriteit te geven: 1. Woninginbraken 2. Veelvoorkomende criminaliteit 3. Woon(gerelateerde) overlast 4. Bewonersbetrokkenheid bij veiligheid Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Achterliggende documenten Politie en Openbaar Ministerie zijn aanwezig voor het beantwoorden van vragen die specifiek hen aangaan. Soort document Peiling Peiling Volgens het Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014 stelt het college een Jaarplan op, waarin wordt aangegeven op welke onderwerpen (binnen de kaders van de hoofdthema’s) gedurende dat jaar extra inzet wordt gepleegd door de veiligheidspartners. Daaraan voorafgaand wordt de raad gepeild over het voornemen om in 2014 extra aandacht te geven aan de genoemde onderwerpen. Zich uit te spreken over het voorstel van het college om in 2014 extra in te zetten op woningbraken, woon(gerelateerde) overlast, veelvoorkomende criminaliteit en betrokkenheid van bewoners bij veiligheid. Nadat de fracties zijn gepeild stelt het college in februari 2014 het Jaarplan 2014 vast. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Besluitenlijst BIS Raadsstukken Fractie Peiling Jaarplan IVP 2014 BIS Raadsstukken Fractie Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma 2011 - 2014 BIS Raadsstukken Fractie Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014 BIS Raadsstukken Fractie www.amersfoort.nl/veilig #4562082 v2 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 JAARPLAN IVP 2014 PEILING Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Burgemeester L.M.M. Bolsius Reg.nr. Datum : 4562106 : 14 januari 2014 TITEL Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) PEILPUNTEN 1. Het doel van deze peiling is om de mening van de gemeenteraad te peilen over het voorstel om in 2014 extra prioriteit te geven aan: 1. Woninginbraken 2. Woon(gerelateerde) overlast 3. Veelvoorkomende criminaliteit 4. Bewonersbetrokkenheid bij veiligheid AANLEIDING Binnen de kaders van het vierjarig Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) geven wij jaarlijks prioriteit aan een beperkt aantal veiligheidsonderwerpen. In dit jaarplan staat vermeld op welke onderwerpen de veiligheidspartners in 2014 extra inzet plegen met de bijbehorende ambities. Het Jaarplan 2014 is geen weergave van alle onderwerpen waarop wordt ingezet maar geeft weer op welke onderwerpen we in 2014 extra willen inzetten. De reguliere inzet op onder meer crisisbeheersing en fysieke veiligheid, jeugd en veiligheid, huiselijk geweld, veilig uitgaan, coffeeshopbeleid, prostitutie, cameratoezicht, georganiseerde criminaliteit en de nazorg voor ex-gedetineerden blijft ongewijzigd. Daarnaast kunnen er tijdens het jaar actuele ontwikkelingen zijn die extra inzet vragen maar niet zijn geprioriteerd zijn. Uiteraard zullen we deze ontwikkelingen volgen en waar nodig inzet leveren. Onze aanpak kenmerkt zich voor een groot deel door preventie. Voor 2014 worden vier projectleiders benoemd die per onderwerp in afstemming met de veiligheidspartners een concreet werkplan maken waarin de activiteiten van elke veiligheidspartner met bijbehorende doelstellingen staan benoemd. Bij het opstellen van de prioriteiten voor 2014 voor de stad Amersfoort hebben de volgende uitgangspunten meegewogen: 1. De vier voorgestelde onderwerpen passen binnen de kaders van het Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014 2. Het veiligheidsbeeld van de eerste elf maanden van 2013 ten opzichte van 2012 en de actuele ontwikkelingen. 3. Prioriteiten van de veiligheidspartners; veiligheidsissues moeten over het algemeen integraal worden opgepakt om tot een goed resultaat te komen. Een gezamenlijke focus verdient de voorkeur. 4. 2014 is het laatste jaar van het vierjarige Integraal Veiligheidsprogramma. In de tweede helft van 2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsprogramma 2015 – 2018 opgesteld. Dit proces loopt gelijk met de nieuwe regionale Veiligheidsstrategie Midden-Nederland. Het verdient daarom de voorkeur om in 2014 niet een groot nieuw thema te prioriteren. In het voorjaar van 2014 wordt de gemeenteraad gevraagd om input voor het nieuwe meerjaren veiligheidsprogramma. 5. De financiële middelen voor 2014 (100.000 euro) zijn met een derde afgenomen ten opzichte van 2013 (150.000 euro). We zullen dus creatief moeten omgaan met de beperkte middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de thema’s in het jaarplan. Inlichtingen bij : Drs. D.J. Bakker - van der Bijl, MO/VW, (033) 469 42 30 Gemeente Amersfoort Peiling 4562106 pagina Peiling 4562106 pagina 2 2 BEOOGD EFFECT Met de extra inzet op de onderwerpen woninginbraken, woon(gerelateerde) overlast, veelvoorkomende criminaliteit en bewonersbetrokkenheid bij veiligheid, willen we in 2014 bijdragen aan het realiseren van onze strategische doelstelling ‘het voorkomen en zichtbaar bestrijden van criminaliteit en overlast en het voorkomen en adequaat aanpakken van calamiteiten in Amersfoort’. Daarnaast willen we hiermee bijdragen aan het realiseren van onze ambities zoals deze staan vermeld in het Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014. ARGUMENTEN 1.1 Woninginbraken De ernst van het delict, de impact daarvan op de slachtoffers, en de recente golf aan woninginbraken eind 2013 vormen aanleiding om woninginbraken in 2014 extra prioriteit te geven. 1.2 Woon(gerelateerde) overlast In april 2013 zijn we met een nieuwe aanpak gestart waarbij de gemeente de regie vormt. Gezien de complexe, soms langlopende problematiek willen we deze aanpak in 2014 voortzetten. Daarnaast is de afgelopen periode gebleken dat niet alleen woonoverlast om een specifieke aanpak vraagt, maar in Amersfoort verschillende woongerelateerde problemen zich voordoen die een dergelijke aanpak vereisen. Voorgesteld wordt om het onderwerp woonoverlast in 2014 te verbreden naar woongerelateerde overlast. Hieronder verstaan we complexe vormen van overlast die het woongenot van een (groep) inwoner(s) onrechtmatig belemmert. 1.3 Veelvoorkomende criminaliteit Het totaal aantal misdrijven veelvoorkomende criminaliteit vormt een groot aandeel van het totaal aantal misdrijven. Daarnaast was een stijging zichtbaar bij fietsendiefstal en zakkenrollerij. Voor 2014 willen we veelvoorkomende criminaliteit in brede zin extra prioriteit geven. 1.4 Bewonersbetrokkenheid bij veiligheid De afgelopen jaren vormde het vergroten van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het versterken van het zelfoplossend vermogen van bewoners een belangrijke pijler van onze veiligheidsaanpak. In 2014 willen we dit nog verder versterken omdat de afgelopen tijd meer dan eens zichtbaar werd dat de bewoners van Amersfoort een cruciale rol spelen bij het oplossen van veiligheidsvraagstukken. NB. Jeugd en veiligheid In de afgelopen Integraal Veiligheidsprogramma’s en ook in het huidige Integraal Veiligheidsprogramma is Jeugdoverlast steeds prominent prioriteit geweest. Dit heeft ertoe geleid dat de afgelopen jaren flink in dit onderwerp is geïnvesteerd. De groepsaanpak is de afgelopen jaren ontwikkeld en geborgd. Als we kijken naar de cijfers en meldingen met betrekking tot overlast van jongeren constateren we, dat het aantal jeugdgroepen sterk is afgenomen. Ook het aantal meldingen neemt af. Er is veel geïnvesteerd in de samenwerking tussen jongerenwerk, politie en gemeente wat resulteert in de Jeugdgroepenoverleggen (JGO’s) waar deze partijen actuele zorgen, overlast en ander gedrag van jongeren delen en concrete acties afstemmen. Deze ontwikkelingen zijn geborgd in een reguliere aanpak van werken die ook in 2014 wordt voortgezet. Daarom stelt het college voor om jeugd en veiligheid niet meer als onderwerp te prioriteren waarop we in 2014 extra willen inzetten. FINANCIËN Het beschikbare extra budget voor het uitvoeren van de prioriteiten van het jaarplan 2014 bedraagt 100.000 euro. Daarnaast worden diverse andere begrotingsposten uit het Integraal Veiligheidsprogramma (zoals de straatcoaches, cameratoezicht, het veiligheidshuis, veilig uitgaan etc) ingezet om uitvoering te geven aan het Jaarplan. In de financiële paragraaf van het Jaarplan is zowel het totale budget voor Veiligheid en Leefbaarheid opgenomen als de verdeling van de IVP-middelen over de vier geprioriteerde thema’s. Gemeente Amersfoort Peiling 4562106 pagina Peiling 4562106 pagina 3 3 VERVOLG Na peiling van de gemeenteraad, stelt het college daarna het Jaarplan 2014 definitief vast. BETROKKEN PARTIJEN Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, Bijlagen - geen de burgemeester, Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014 Jaarplan 2014 Afdeling Veiligheid & Wijken December 2013 Docs nr. #4566629 Stad met een hart 1 I. Aanleiding Op 15 februari 2011 is het meerjaren veiligheidsbeleid (Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014) door de gemeenteraad vastgesteld. In dit Integraal Veiligheidsprogramma staan de kaders en prioriteiten van ons veiligheidsbeleid voor vier jaar vermeld. Om adequaat te kunnen inspelen op de actuele veiligheidssituatie in Amersfoort geven wij jaarlijks een aantal specifieke onderdelen binnen de kaders van het Integraal Veiligheidsprogramma extra prioriteit. In 2013 waren de prioriteiten woninginbraken, autoinbraken, jeugdoverlast en woonoverlast. In dit jaarplan staat vermeld op welke onderwerpen de gezamenlijke veiligheidspartners in 2014 extra inzet willen plegen en welke ambities we daarbij nastreven. Naast de prioriteiten in het jaarplan 2014 zijn er veel reguliere onderwerpen die vanuit onze integrale veiligheidsaanpak worden aangepakt. De aanpak van huiselijk geweld, Oud & Nieuw, het beleid gericht op crisisbeheersing en fysieke veiligheid, coffeeshops, prostitutie, cameratoezicht, mensenhandel en de nazorg voor ex-gedetineerden zijn onderwerpen die in onze meerjarenbeleid een vaste plek hebben en waarop continue inzet plaatsvindt. Daarnaast zetten we de aanpak van onder meer jeugdoverlast en auto-inbraken, die we in 2013 extra prioriteit hebben gegeven, onverminderd door. In de praktijk kunnen er tijdens het jaar op het gebied van openbare orde en veiligheid actuele ontwikkelingen zijn die extra aandacht verdienen maar niet zijn opgenomen in de prioriteiten. In 2013 constateerden we bijvoorbeeld een stijging van het aantal aangiften zakkenrollerij en fietsendiefstal. Ondanks dat deze onderwerpen geen prioriteiten vormden in ons jaarplan, hebben wij hier wel extra inzet op gepleegd. Dit is het laatste jaarplan dat binnen de kaders van het huidige Integraal Veiligheidsprogramma valt. In 2014 loopt het huidige Integraal Veiligheidsprogramma af en wordt een nieuw meerjaren veiligheidsbeleid opgesteld. Hiermee loopt onze beleidscyclus gelijk met de Regionale Veiligheid Strategie van Regio Midden Nederland. In de afgelopen jaren hebben wij aangegeven dat bezuinigingen en schaarste aan financiële en personele middelen bij zowel de gemeente als onze veiligheidspartners ons noodzaakten tot het maken van scherpe keuzes. Ook voor 2014 staan wij voor deze uitdaging. Op basis van actuele criminaliteitscijfers, lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen, stellen we voor om de volgende onderwerpen in 2014 extra prioriteit te geven. Kernboodschap 1. Woninginbraken 2. Veelvoorkomende criminaliteit 3. Woon(gerelateerde)overlast 4. Bewoners betrokkenheid bij veiligheid Hoewel deze onderwerpen voor een deel overeenkomen met regionale en landelijke prioriteiten, maken we in Amersfoort ook andere keuzes. Zo willen we in 2014 woongerelateerde overlast extra prioriteit geven terwijl dit onderwerp regionaal niet geprioriteerd is. 2 Ambities 2014 Prioriteit Aantal 2012 Geëxtrapoleerd Doelstelling naar heel 2013 2014 gebaseerd op 1e 11 mnd ‘13 Woninginbraken Aantal geregistreerde woninginbraken *geslaagde inbraken *pogingen tot inbraak 1.201 1.125 797 404 723 402 550 450 1.325 1.316 1.200 Fietsdiefstal 717 931 700 Zakkenrollerij1 292 398 300 43%2 In 80% van de casussen 1.000 Veelvoorkomende criminaliteit Auto-inbraken Woonoverlast De woonoverlast is binnen 3 maanden gestopt nvt 1 Zakkenrollerij valt formeel niet onder de noemer Veelvoorkomende Criminaliteit (dit zijn auto-inbraken, fietsdiefstal en vernielingen) maar willen wij gezien de toename van dit delict wel aandacht blijven geven. 2 Van de 21 afgesloten cases is bij 16 cases binnen 3 maanden de overlast gestopt. Dit is een percentage van 70%. In totaal zijn in 2013 37 cases binnengekomen, van dit aantal is bij 16 cases de overlast binnen 3 maanden gestopt, dat is 43%. Bij een aantal cases is de uitvoeringsfase langer dan 3 maanden gezien de complexiteit van de casus. 3 II Kader Integraal veiligheidsprogramma 2011-2014 We streven naar een veilig en leefbaar Amersfoort, waarin bewoners zich verbonden voelen met de stad, zich (mede) verantwoordelijk voelen en zich vanuit hun eigen kracht, actief inzetten voor de veiligheid en leefbaarheid in hun buurt waarin vertrouwen is in de overheid, de overheid handhaaft waar nodig en er alles aan doet om de veiligheid te waarborgen en ernstige calamiteiten te voorkomen. Onze strategische doelstelling luidt: het voorkomen en zichtbaar bestrijden van criminaliteit en overlast en het voorkomen en adequaat aanpakken van calamiteiten in Amersfoort. Om onze doelstelling te realiseren zijn in het IVP 2011 - 2014 vijf hoofdthema’s benoemd. I. Overlast en verloedering (jeugdoverlast, verloedering fysieke woonomgeving) II. Aandachtsbuurten III. Veelvoorkomende criminaliteit (fietsdiefstal, auto-inbraak en vernieling) IV. Ingrijpende misdrijven (woninginbraken, overvallen (uitgaans)geweld) V. Georganiseerde criminaliteit en Bestuurlijke aanpak criminaliteit Zelfredzaamheid bewoners De afgelopen jaren vormde het vergroten van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het versterken van het zelfoplossend vermogen van burgers een belangrijke pijler van onze veiligheidsaanpak. In 2014 willen we dit nog verder versterken door dit onderwerp apart als prioriteit te benoemen. De afgelopen tijd werd meer dan eens zichtbaar dat de bewoners van Amersfoort een cruciale rol spelen bij het oplossen van veiligheidsvraagstukken. Steeds meer bewoners willen hun verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen aan de veiligheid en leefbaarheid van hun buurt en wijk. De stijging van het aantal deelnemers aan Burgernet van 3.000 naar 13.000 in 2013 is hier een prachtig voorbeeld van. We kunnen niet genoeg blijven benadrukken dat door de inzet en alertheid van bewoners verdachten van woninginbraken, auto-inbraken, fietsendiefstal worden opgepakt. Onze ambitie reikt verder! In 2014 willen we meer goede initiatieven onder de aandacht brengen bij onze bewoners met daarbij de oproep tot het versterken van hun bijdragen. Veiligheidsstrategie Midden-Nederland 2012-2014 Sinds 2013 maakt Amersfoort onderdeel uit van de politieregio Midden-Nederland (regio’s Utrecht, Flevoland en Gooi- en Vechtstreek). De politieregio Midden-Nederland heeft een gemeenschappelijke veiligheidstrategie opgesteld om gezamenlijk met de 41 gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie van Midden-Nederland de veiligheid en leefbaarheid te vergroten. Voor 2014 zijn voor Midden-Nederland de volgende gezamenlijke (politie, openbaar ministerie, gemeenten) prioriteiten in een jaarplan vastgesteld. 1) Woninginbraken 2) Aanpak georganiseerde criminaliteit 3) Overlast en criminaliteit door jeugdgroepen 4) Geweld 4 III Prioritering Bij het opstellen van de prioriteiten voor 2014 voor de stad Amersfoort hebben de volgende uitgangspunten meegewogen: 1. Wat is het veiligheidsbeeld van de eerste elf maanden van 2013 ten opzichte van 2012 en wat zijn de actuele ontwikkelingen? 2. Prioriteiten van de veiligheidspartners; veiligheidsissues moeten over het algemeen integraal worden opgepakt om tot een goed resultaat te komen. Een gezamenlijke focus verdient de voorkeur. 3. 2014 is het laatste jaar van het vierjarige Integraal Veiligheidsprogramma. In de tweede helft van 2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsprogramma 2015 – 2018 opgesteld. Dit proces loopt gelijk met de nieuwe regionale Veiligheidsstrategie Midden-Nederland. Het verdient daarom de voorkeur om in 2014 niet een groot nieuw thema te prioriteren. In het voorjaar van 2014 wordt de gemeenteraad gevraagd om input voor het nieuwe meerjaren veiligheidsprogramma. 4. De financiële middelen voor 2014 (100.000 euro) zijn met een derde afgenomen ten opzichte van 2013 (150.000 euro). We zullen dus creatief moeten omgaan met de beperkte middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de thema’s in het jaarplan. Niet geprioriteerde thema’s in 2014 Jeugdoverlast In de afgelopen Integraal Veiligheidsprogramma’s en ook in het huidige Integraal Veiligheidsprogramma is Jeugdoverlast steeds prominent prioriteit geweest. Dit heeft ertoe geleid dat de afgelopen jaren flink in dit onderwerp is geïnvesteerd. De groepsaanpak is de afgelopen jaren ontwikkeld en geborgd. Naast de groepsaanpak zijn we gaan werken met Jongeren in Kaart, een digitale applicatie voor het monitoren van risicojongeren. We hebben in 2012 de Kopstukkenaanpak geïmplementeerd voor zorgmijdende gezinnen en jongeren die niet willen meewerken en blijvend voor overlast en criminaliteit zorgen. Straatcoaches zijn de afgelopen jaren actief geweest in het aanspreken van jongeren en het handhaven op negatief gedrag. Tevens heeft het Jeugdinterventieteam (JIT) bijgedragen aan ambulante hulpverlening. Ook in 2014 zullen zij hiervoor worden ingezet. Daarnaast is veel geïnvesteerd in de samenwerking tussen jongerenwerk, politie en gemeente, wat resulteert in de Jeugdgroepenoverleggen (JGO’s) waar deze partijen, actuele zorgen, overlast en ander gedrag van jongeren delen en concrete acties bespreken. Al deze ontwikkelingen zijn geborgd in een reguliere aanpak van werken die ook in 2014 wordt voortgezet. Als we nu kijken naar de cijfers en meldingen met betrekking tot overlast van jongeren, constateren we, dat het aantal jeugdgroepen sterk is afgenomen. Ook het aantal meldingen, dat is sinds 2012 weer meetbaar is, neemt af. Bovenstaande vormt de aanleiding om Jeugdoverlast in 2014 niet meer als prioriteit vast te stellen maar als regulier onderdeel van onze veiligheidsaanpak in te bedden. Wel zullen we in 2014 starten met Communities that Care. Dit is een wijkgerichte preventiestrategie om probleemgedrag en maatschappelijke uitval van kinderen en jongeren te voorkomen of terug te dringen. CtC is een van oorsprong door twee Amerikaanse wetenschappers ontwikkelde methode. De positieve resultaten in de VS vormden aanleiding om ook in Nederland te experimenteren met CtC. Door de Ministeries van Justitie en VWS is in 1999 besloten om pilotprojecten CtC te starten in Amsterdam, Arnhem, Rotterdam en 5 Zwolle. Inmiddels is de CtC-aanpak ingevoerd in vijf landen en in ruim 30 Nederlandse grote en middelgrote gemeenten. Met CtC krijgen gemeenten een beeld van de ontwikkeling van de jeugdproblematiek in de wijken. Op basis van wijkonderzoek en de afname van een scholierenenquête op de basisschool (groepen 7 en 8) zal de gemeente Amersfoort bepalen welke programma’s zij gaan inzetten om de jeugdproblematiek tegen te gaan. Een van de belangrijkste uitgangspunten van CtC is dat de preventie van probleemgedrag kan plaatsvinden door terugdringing van risicofactoren en versterking van beschermende factoren gericht op het gezin, school, individu (en sociale relaties/peers), en de wijk als woon- en leefomgeving. De scholierenenquête met bijbehorende methodische opvolging vormt bij uitstek een geschikt instrument op basis waarvan een wijkpreventieprogramma kan worden vormgegeven waarmee een verbinding wordt gelegd tussen de drie socialisatiedomeinen gezin, school en vrije tijd (wijk, individu en peers). Dit in samenhang met het ABC beleid en ter versterking van de pedagogische civil society in wijken en buurten. Toelichting geprioriteerde thema’s in 2014 1.Woninginbraken Prioriteit *geslaagde inbraken *pogingen tot inbraak Totaal Woninginbraken Aantal 2012 Geëxtrapoleerd Doelstelling naar heel 2013 2014 gebaseerd op 1e 11 mnd ‘13 797 404 723 402 550 450 1.201 1.125 1.000 In 2012 is het aantal woninginbraken explosief toegenomen. Meer dan gemiddeld in de regio kampte Amersfoort met een hoog aantal woninginbraken. Dit ondanks een actieve rol van de gemeente en politie in de bestrijding hiervan. In 2013 is een landelijke Taskforce Woninginbraken ingesteld aangezien veel gemeenten te maken hebben met een stijging van het aantal woninginbraken. In 2013 heeft de gemeente Amersfoort in samenwerking met de politie en woningcorporaties veel inzet geleverd om het aantal woninginbraken tegen te gaan. Zo is het Digitaal Opkopers Register (DOR) ingevoerd waarbij ondernemers in tweedehands goederen de in- en verkoop van deze goederen moeten registreren. Gemeentelijke toezichthouders en de politie controleren hierop. Met de invoering van het DOR willen we de afzetmarkt voor helers verstoren, de opsporing van gestolen goederen vereenvoudigen en de pakkans van stelers en helers vergroten. In 2013 zijn hiermee de eerste successen behaald. In 2013 is ook veel gedaan aan publieksvoorlichting, zo zijn in verschillende wijken in samenwerking met de politie en een ex-inbreker bijeenkomsten georganiseerd om bewoners bewust te maken van hun eigen gedrag en handelingsperspectief te bieden om woninginbraak te voorkomen. 6 Ook zijn we gestart met het aanbieden van gratis woningscans door een PKVW erkend bedrijf. In de eerste acht maanden van 2013 is een dalende lijn zichtbaar van 15% ten opzichte van dezelfde periode in 2012. Helaas is er in de maanden oktober en november vaak ingebroken wat de dalende lijn doet afzwakken. De ernst van het delict, de impact daarvan op de slachtoffers, en de recente golf aan woninginbraken vormen voldoende aanleiding om woninginbraken in 2014 weer als prioriteit vast te stellen. Aanpak in 2014 In 2014 willen politie en gemeente hun inzet in het kader van aanpak woninginbraken verder op elkaar afstemmen. De informatie uitwisseling en afstemming tussen politie en de twee grootste woningcorporaties wordt versterkt. Onze aanpak kenmerkt zich door drie sporen; dadergericht, (potentieel) slachtoffergericht, situationeel gericht. Hieronder staan per spoor een aantal activiteiten genoemd. Deze opsomming is niet limitatief. Dadergericht • In 2014 gaan de veldtafels en casusoverleggen woninginbrekers op in een persoonsgerichte aanpak Top X. Amersfoort is een van de pilotgemeentes in de regio Midden Nederland die hiermee gaat werken. De Top X bevat niet alleen woninginbrekers maar ook personen die zich schuldig hebben gemaakt aan andere HIC (High Impact Crime) delicten zoals straatroof, geweld en/of overvallen. • We zetten het Digitaal Opkopers Register voort om zo de keten van stelen en helen te doorbreken • Inzet ANPR-controles (potentieel) Slachtoffergericht • Ook in 2014 zullen we actief deelnemen aan de Week tegen de Woninginbraak. Dit vormt de opmaak van het Donkere Dagen Offensief • Naast het Donkere Dagen Offensief (DDO) willen we in 2014 ook tijdens de andere vakanties een soortgelijke aanpak ontwikkelen. De afgelopen jaren waren met name tijdens de vakanties het aantal woninginbraken significant hoger. • Gerichte analyse met politie en woningcorporatie in gebiedjes met (huur)woningen in het geval van een concentratie van woninginbraken. • Voortzetten berichtgeving via Stadsberichten, huis-aan-huisbrieven, Veiligheidsambassadeurs, Maatjes van Jack, etc • Voortzetten van wijkgerichte of doelgroepgerichte voorlichtingsbijeenkomsten ter preventie van woninginbraak • In 2014 willen we aanhaken bij de pilot in politieregio Midden-Nederland waarbij Burgernetters bij een woninginbraak binnen een straal van 300 meter een sms ontvangen om hen te waarschuwen voor potentiële nieuwe inbraken (besmette gebieden) • Verkennen van de mogelijkheden om Verzekeraars aan te laten haken bij de integrale aanpak van woninginbraken. 7 Situationeelgericht • We stimuleren bij bewoners het treffen van fysieke aanpassingen aan hun woning door te werken met woningscans door PKVW-gecertificeerde bedrijven. • Politie, gemeente en woningcorporaties houden bij een concentratie van woninginbraken een buurtschouw. • Verder ontwikkelen van de projecten gericht op de inzet van bewoners bij het tegengaan van woninginbraken zoals de groep Burgernetters, Veiligheidsambassadeurs en de Maatjes van Jack. • Inzet MobEyes 2.Veelvoorkomende criminaliteit Prioriteit Aantal 2012 Geëxtrapoleerd Doelstelling naar heel 2013 2014 op basis van 1e 11 mnd ‘13 Veelvoorkomende criminaliteit Auto-inbraken 1.325 1.316 1.200 Fietsdiefstal 717 931 700 Zakkenrollerij 292 398 300 Onder de noemer veelvoorkomende criminaliteit vallen autokraken, fietsdiefstal en vernielingen. Zakkenrollerij valt hier officieel niet onder maar die nemen we wel mee in onze aanpak. In 2013 was namelijk een stijging zichtbaar waarna we hier ook de nodige aandacht aan hebben gegeven. Het totaal aantal misdrijven veelvoorkomende criminaliteit vormt een groot aandeel van het totaal aantal misdrijven. In 2013 vormde het tegengaan van autoinbraken prioriteit. Halverwege het jaar zagen we op specifieke locaties het aantal autoinbraken en fietsdiefstallen toenemen. Ondanks dat fietsdiefstal in 2013 niet is opgenomen in het jaarplan, hebben we hier wel aandacht aan gegeven in de vorm van publieksvoorlichting, borden en het continue inzetten van de lokfietsen. In 2014 willen we veelvoorkomende criminaliteit in de brede zin weer als prioriteit vaststellen. Aanpak in 2014 In 2014 hopen we nog meer succes te behalen met het ingevoerde Digitaal Opkopers Register om zo de keten tussen steler en heler te doorbreken. In 2013 zijn hier al de eerste successen mee behaald. Verder zullen we in 2014 nog meer gebruik gaan maken van innovatieve instrumenten om het aantal auto-inbraken en aantal fietsdiefstallen tegen te gaan. In 2013 hebben we al ervaring opgedaan met de inzet van GPS Lokfietsen en track en trace navigatiesystemen. In 2014 zullen we verder inzetten op samenwerking tussen politie, 8 gemeente en leasemaatschappijen om track and trace in navigatiesystemen in te bouwen en zo de pakkans van auto-inbrekers significant te verhogen. Ook continueren we de aanpak van de lokauto. 3.Woon(gerelateerde)overlast Prioriteit Aantal 2012 Geëxtrapoleerd Doelstelling naar heel 2013 2014 op basis van 1e 11 mnd ‘13 Woonoverlast De woonoverlast is binnen 3 maanden gestopt nvt 43%3 In 80% van de casussen In 2013 is het thema woonoverlast als nieuw thema opgenomen in het jaarplan. Hoewel dit thema niet is opgenomen in het vierjarig Integraal Veiligheidsprogramma, zagen we in 2013 dat er voldoende aanleiding was om dit onderwerp te prioriteren. De burgemeester wordt als portefeuillehouder met regelmaat geconfronteerd met ernstige, complexe gevallen waarbij tussen buren c.q. buurtbewoners de situatie dreigt te escaleren. In samenwerking met de partners is een integrale aanpak ontwikkeld, waarbij de gemeente de regie voert. In april 2013 zijn we met de nieuwe aanpak gestart en hebben deze in de loop van dat jaar verder verfijnd. Hoewel de evaluatie nog moet plaatsvinden (maart/april 2014) kunnen we de voorzichtige conclusie trekken dat deze aanpak: • concrete resultaten oplevert; • voorziet in een dringende behoefte aan daadkrachtige regie met doorzettingsmacht, resultaatgerichte interventiekracht en probleemoplossend vermogen, waarbij ‘veilig’ en ‘sociaal’ op een goede manier met elkaar worden verbonden. Aanpak in 2014 De afgelopen periode is gebleken dat niet alleen woonoverlast om een specifieke aanpak vraagt, maar in Amersfoort verschillende woongerelateerde problemen4 zich voordoen die een dergelijke aanpak vereisen. Voorgesteld wordt om ook in 2014 dit onderwerp te prioriteren maar dan met die aanpassing dat we het thema willen verbreden naar woongerelateerde overlast. 3 Van de 21 afgesloten cases is bij 16 cases binnen 3 maanden de overlast gestopt. Dit is een percentage van 70%. In totaal zijn in 2013 37 cases binnengekomen, van dit aantal is 16 cases de overlast binnen 3 maanden gestopt, dat is 43%. Bij een aantal cases is de uitvoeringsfase langer dan 3 maanden gezien de complexiteit van de casus. 4 Met ‘woongerelateerde overlast’ doelen we op complexe vormen van overlast die het woongenot van een (groep) inwoner(s) onrechtmatig belemmert. Aangezien jeugdoverlast en horecaoverlast een eigen specifieke aanpak kennen, vallen deze vormen van overlast buiten de reikwijdte van de aanpak woongerelateerde overlast. 9 IV Communicatie Net als in 2013 wordt in 2014 gestreefd naar het meer benutten van de eigen kracht van bewoners. In onze communicatiemiddelen geven we actuele informatie over veiligheid en informeren we over wat gemeente, politie en OM inzetten op het gebied van veiligheid. We benadrukken hierbij vooral ook wat bewoners zelf kunnen doen aan de veiligheid in hun eigen omgeving (zelfredzaamheid). Bewonersinitiatieven die de veiligheid in eigen buurt bevorderen, zal de gemeente in 2014 zoveel mogelijk stimuleren en faciliteren. Actieve en betrokken bewoners We investeren al een paar jaar in het regelmatig informeren en betrekken van onze veiligheidsambassadeurs en Maatjes van Jack (450 Amersfoorters). Deze actieve en betrokken bewoners spelen ook in 2014 een belangrijke rol in de communicatie rondom veiligheid. Een groot deel van deze bewoners is ook bereid om gemeente en politie te ondersteunen bij preventieve acties. Daar gaan we het komende jaar nog meer een beroep op doen. We kijken ook naar mogelijkheden om gebruik te maken van onze Burgernetters (bijna 13.000 Amersfoorters). Wij informeren hen over veiligheid middels digitale nieuwsbrieven en via www.amersfoort.nl/burgernet. In 2014 gaat de gemeente in samenwerking met de politie een aantal workshops ‘Signaleren en Observeren’ organiseren om de betrokkenheid van deze groep bewoners verder te stimuleren en hen een actieve rol te geven in de veiligheidsaanpak van de gemeente. Communicatie op straat-, buurt- en wijkniveau De onderwerpen op het gebied van veiligheid in de ene buurt, kunnen heel anders zijn in de andere buurt. En wat de ene bewoner onveilig vindt, geldt misschien niet voor een andere bewoner. Dit betekent dat onze communicatie over veiligheid vooral gericht moet zijn op buurt-, straat- en wijkniveau en op persoonlijk contact. Hierdoor weten we sneller wat er speelt in een bepaalde buurt en kan communicatie gerichter worden ingezet. Gemeente en politie stimuleren en ondersteunen hierbij de bewoners die hun eigen buurt willen informeren of waarschuwen: zoals het flyers uitdelen in de wijk, het organiseren van een veiligheidsavond op buurtniveau of het opzetten van een belcirkel of een WhatsApp groep op straatniveau. Communicatie op wijkniveau De communicatiekanalen in de wijken (wijkwebsites, wijkkranten of wijk-tv) en sociale media (Facebook, LinkedIn en Twitter) gaan we in 2014 nog meer inzetten. Daarnaast kijken we welke middelen er op wijk- of straatniveau nodig zijn om bewoners zoveel mogelijk persoonlijk te informeren. We doen dit door huis aan huis brieven te verspreiden, maken gebruik van politie (in opleiding) en bijvoorbeeld ook van veiligheidsambassadeurs. In een persoonlijk contact met bewoners kan direct over de beleving van veiligheid worden gesproken en voelen mensen zich meer betrokken en/of verantwoordelijk. Ook bij een veiligheidsavond kunnen de burgemeester, de wijkagent of toezichthouders een belangrijke rol vervullen in de communicatie naar en met bewoners. Communicatie op wijk-, buurt- en straatniveau wordt met name ingezet als een (actuele) gebeurtenis in een bepaald gebied in Amersfoort daar aanleiding toe geeft en heeft als doel de bewoners te informeren en aan te zetten tot actie. Denk hierbij aan een bewonersbrief bij een piek aan woninginbraken of auto-inbraken in dezelfde straat of buurt. 10 We vragen dan de bewoners in die omgeving om extra alert te zijn, verdachte situaties direct te melden en (extra) maatregelen te nemen. Stadsbrede communicatie Via de maandelijkse Veilig Amersfoort Special in de Stadsberichten, de AmersfoortMail en op de website www.amersfoort.nl/veilig blijven we preventieboodschappen communiceren. Actuele informatie over wat de gemeente en de veiligheidspartners doen staan in deze media ook centraal. Indien nodig zetten we ook posters, flyers of borden in de openbare ruimte in om onze boodschap over te brengen. Via deze stadsbrede media laten we in 2014 vaker bewoners aan het woord die bijdragen aan het vergroten van de veiligheid. Persoonlijke verhalen en ervaringen maken meer indruk of inspireren en kunnen anderen aanzetten tot het zelf nemen van preventieve maatregelen. Hiermee dragen we bij aan het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en eigen handelen van bewoners. Meldingsbereidheid We willen graag dat inwoners alerter zijn op verdachte situaties en dit actief gaan melden bij de politie en/of gemeente. Het melden van verdachte situaties vergroot de pakkans van daders en daarom blijven we dit onderwerp communiceren. Ook zetten we onze actieve werving en voorlichting over deelname aan Burgernet voort. Burgernetters leveren een actieve bijdrage als zij meehelpen uitkijken na een Burgernetoproep en melden als zij een verdacht of vermist persoon signaleren. Deelnemers aan Burgernet bieden we hiervoor een workshop Signaleren en Observeren aan. 11 V Financiën Hieronder is het totale budget voor Veiligheid en Leefbaarheid zoals opgenomen in programma 2 van de begroting weergegeven. Veiligheid en leefbaarheid 2014 - 2017 1. Straatcoaches5 2. RIEC6 3. Veiligheidshuis 4. Veilig Uitgaan 5. Nazorg ex-gedetineerden/terugdringen recidive 6. Cameratoezicht 7. Bopz-online 8. Oud en nieuw-aanpak 9. Regionale Veiligheidstrategie 10. Veiligheid Valleilijn 11. Overige activiteiten 12. Communicatie 13. Uitvoering jaarplan Integraal Veiligheidsprogramma Totaal Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 125.000 125.000 125.000 125.000 9.000 9.000 9.000 9.000 40.000 40.000 40.000 40.000 10.000 10.000 10.000 10.000 50.000 50.000 50.000 50.000 160.000 160.000 160.000 160.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 31.000 31.000 31.000 31.000 5.000 5.000 5.000 5.000 45.700 45.700 45.700 45.700 20.000 20.000 20.000 20.000 100.000 100.000 100.000 100.000 695.700 695.700 695.700 695.700 Voor 2014 is voor uitvoering van het Jaarplan IVP 2014 100.000 euro beschikbaar. In bijgaand overzicht is de verdeling van het budget weergegeven. Onderwerp Woninginbraken Veelvoorkomende criminaliteit Woongerelateerde overlast Jeugd en veiligheid Communicatie Zelfredzaamheid Totaal Budget 30.000 15.000 10.000 15.000 20.000 10.000 100.000 5 naast deze 125.000 euro vanuit Veiligheid en Leefbaarheid heeft de raad een motie aangenomen waarbij ook 125.000 euro beschikbaar is gesteld. Deze middelen zijn toegevoegd aan Handhaving. In totaal is er 250.000 euro beschikbaar voor de straatcoaches. 6 Regionaal Informatie en Expertise centrum 12 M-x.1 MOTIE Amersfoort weg uit top van inbraakgemeenten Amersfoort, 9 februari 2014 Peiling Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma nr. 4562106 De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat 1. volgens RTL Nieuws in het laatste halfjaar van alle grotere gemeenten, in Amersfoort de meeste inbraken zijn gepleegd: gemiddeld 11,7 inbraken op 1000 woningen, maar in de Kruiskamp zelfs 30,7 inbraken op 1000 woningen; 2. hierover dit weekeinde tal van verontruste reacties zijn binnengekomen met het verzoek dit te verklaren en actie te ondernemen; 3. in het jaarplan 2014 van het Integraal Veiligheidsprogramma het voorstel staat om extra prioriteit te geven aan de bestrijding van woninginbraken; 4. vastgesteld is dat de woninginbraken of een poging daartoe in 2012 explosief is toegenomen en Amersfoort meer dan gemiddeld kampt met een hoog aantal woninginbraken, niettegenstaande een actieve rol van gemeente en politie in de bestrijding ervan; 5. gerichte acties, zoals een Landelijke Taskforce Woninginbraken, een Digitaal Opkopers Register, publieksvoorlichting en aangeboden woningscans enige daling in het aantal woninginbraken hebben bewerkstelligd; 6. politie en gemeente hun inzet bij de aanpak van woninginbraken verder gaan afstemmen, mede gezien ernst van het delict en de uitwerking ervan op slachtoffers, op drie onderdelen: dadergericht, slachtoffergericht en situatiegericht; 7. de gemeenteraad daarom een beroep doet op de burgemeester om in samenwerking met politie en justitie Amersfoort uit de top van inbraakgemeenten te halen. dringt er bij het college op aan 1. alles op alles te zetten om de golf aan inbraken tot staan te brengen en de inbraakcijfers tot normale proporties terug te brengen; 2. in deze donkere dagen extra (nachtelijke) surveillances mogelijk te maken en o.a. inwoners nogmaals op te roepen verdachte situaties te melden; 3. de raad halfjaarlijks over de uitkomsten ervan te informeren en tevens daarover te publiceren in Stadsberichten. 9 februari 2014 VVD Koos Voogt en Daniëlle van Wijngaarden CDA SP Wim van Bekkum Ad Meijer Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter van 19.00 tot aantal bezoekers: 20.30 uur 7 Reg.nr. 4611498 Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Peiling Peiling Van de raadsleden wordt gevraagd zich uit te spreken over het voorstel van het college om in 2014 extra in te zetten op woninginbraken, woon(gerelateerde) overlast, veelvoorkomende criminaliteit en betrokkenheid van bewoners bij veiligheid. Portefeuillehouder Bolsius Offereins Opsteller Van Kan Bakker- van der Bijl Portefeuillehouder Bolsius Van Bekkum (CDA), Beltman (SP), ElMessaoudi (PvdA), Hunink (CU), Land (GL), Ambtenaren Bakker- van der Bijl Schulten (BPA), Van Vliet (Groep Van Vliet), Voogt (VVD), Van de Voort (D66) Tijdens een 1-minuntenronde hebben woordvoerders zich uitgesproken over het peilpunt. Op SP en Groep Van Vliet na kunnen zij zich vinden in de vier voorgestelde punten voor extra prioritering. SP ziet het liefst dat alleen extra wordt ingezet op woninginbraken en bewonersbetrokkenheid bij veiligheid. Groep Van Vliet mist onderbouwing voor de prioritering op deze punten. Vervolgens hebben woordvoerders vragen gesteld en zijn deze beantwoord door de portefeuillehouder, mevrouw Hondema en de heer Vuylsteke. Hierna is men met elkaar in debat gegaan, punten van discussie waren: - aangekondigde motie van VVD, CDA en SP over tegengaan woninginbraken - verlaging budget - heterdaadkracht - opsporingscapaciteit en nut van extra inzet hier op - aantallen aanhoudingen en uiteindelijke vervolgingen door OM - dadersgroepen en hun achtergronden Advies aan presidium: Vervolgstap college: definitief vaststellen Jaarplan 2014 Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag Portefeuillehouder zegt toe: - een plan van aanpak voor het tegengaan van woninginbraken en het betrekken van bewoners hierbij aan de raad te sturen; - de raad te informeren over beleid rond het ’s nachts uitschakelen van straatverlichting. Portefeuillehouder heeft per e-mail (12 februari) laten weten dat er geen beleid is om ’s nachts straatverlichting uit te schakelen en aangegeven dat het bij de in de vergadering genoemde gevallen om storingen ging. Tevens aanwezig waren mevrouw Y. Hondema (Politie) en de heer M. Vuylsteke (Openbaar Ministerie). #4611498 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 JAARPLAN 2014 INTEGRAAL VEILIGHEIDSPROGRAMMA (IVP) Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van klachten en bezwaren’ 11 februari 2014 Rekenkamercommissie Ambtelijk contact Reg.nr. 4601014 Van den Nieuwendijk (033-469 4312) Bolsius, Buijtelaar, Van Eijk, Lubbinge De rekenkamercommissie Amersfoort heeft haar onderzoek ‘Afhandeling van klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’ afgerond. De conclusie van het onderzoek is dat de afhandeling niet altijd even effectief en efficiënt verloopt. De afhandeling van WOZ-bezwaren (Wet Waardering onroerende zaken) en van klachten komen als voldoende effectief en efficiënt uit de bus. Dit geldt echter niet voor sociale bezwaren en algemene bezwaren. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de indieners van sociale bezwaren, algemene bezwaren en klachten niet tevreden (genoeg) zijn over de afhandeling, over de afhandeling van WOZbezwaren zijn de indieners wel tevreden. De rekenkamercommissie heeft aanbevelingen gedaan om de afhandeling en de tevredenheid te verbeteren. Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject *Het onderzoek is in samenwerking met het bureau ProFacto uitgevoerd, prof. dr. H.B. Winter zal een korte presentatie over het onderzoek verzorgen. Voorbereiding besluit Soort document Raadsvoorstel Op 14 januari 2014 heeft de rekenkamercommissie tijdens Het Besluit haar rapporten aan de voorzitter van de gemeenteraad aangeboden. De rapporten van de rekenkamercommissie worden door de raad behandeld. Daarnaast hebben woordvoerders in De Ronde van 29 januari 2013 aangegeven dat rapporten van de rekenkamercommissie intensiever in de raad besproken kunnen worden. Bespreking rapport, in het bijzonder conclusies en aanbevelingen, ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit over beslispunt: het overnemen van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Besluitvorming in Het Besluit. Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Besluitenlijst Raadsvoorstel Rekenkamerrapport Bestuurlijke reactie Onderzoeksdossier x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie. #4601014 v2 - AGENDAPUNT REKENKAMERONDERZOEK KLACHTEN EN BEZWAREN Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder : Rekenkamercommissie : Gemeenteraad : B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit : -: 11-02-2014 : : Reg.nr. Datum : 4598338 : 28 januari 2014 TITEL Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek afhandeling klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’ BESLISPUNTEN 1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. 2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd1: Na de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht altijd en zo snel mogelijk – bij voorkeur binnen een of twee dagen – (liefst telefonisch) contact op te nemen met de indiener. De communicatie met de indiener van een bezwaarschrift of een klacht centraal te stellen, ook gedurende de procedure. Informeer de indiener dus ook over de voortgang. Ervoor te zorgen, door bijvoorbeeld een andere behandelingswijze of inhuur van tijdelijke extra capaciteit, dat achterstanden worden weggewerkt zodat tijdig besluiten op de bezwaren en klachten kunnen worden genomen. Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke gegevens periodiek de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek gesprekken met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale zaken en het bestuur. Nader onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de primaire besluitvorming sociale zekerheid. Deze aanbeveling is ingegeven door de signalen dat matige primaire besluiten de oorzaak zijn van het hoge aantal gegronde bezwaren sociale zekerheid. Om daar waar zich knelpunten voordoen de wijze van behandelen te herijken en hierbij ook de informele aanpak in overweging te nemen. 1 Naast de in dit raadsvoorstel opgesomde aanbevelingen zijn in het rapport nog een aantal aanbevelingen opgenomen waarover u als raad al eerder een besluit genomen heeft, namelijk in het kader van het overall rapport over de doorwerking van aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, deze zijn in het rapport opgenomen met als doel de set van aanbevelingen voor dit onderliggende onderzoek compleet weer te geven. Het betreft de volgende algemene aanbevelingen aan het college: Rapporteer over een jaar aan de rekenkamercommissie hoe bovenstaande aanbevelingen zijn opgevolgd. Zet de opdrachten vanuit de raad, i.c. de door de raad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, expliciet als opdrachten door aan de organisatie. Rapporteer binnen één kwartaal aan de raad over de aanpak of implementatie van de opdrachten. Het college draagt er zorg voor dat de status van en ontwikkelingen in de uitvoering van de door de raad aangenomen aanbevelingen van de rekenkamercommissie geregistreerd en geborgd worden en informeert de raad in een jaarlijkse rapportage over de stand van zaken. Deze rapportage omvat in ieder geval hoe de aanbevelingen zijn opgepakt, wat er gedaan is en of dit conform de afspraken gebeurt. Inlichtingen bij : M.P. van den Nieuwendijk, (033) 469 43 12 Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4598338 pagina 2 AANLEIDING Ondanks de continue zorg voor een hoog niveau van dienstverlening, kan er voor burgers toch aanleiding zijn ontevreden te zijn over de dienstverlening of besluiten van de gemeente. Ook in Amersfoort is een adequate afhandeling van deze conflicten een essentieel onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening. De rekenkamercommissie wilde graag meer inzicht in de manier waarop de gemeente Amersfoort met deze conflictsituaties om gaat en wat zij doet om deze te vermijden. BEOOGD EFFECT Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de vraag in hoeverre de wijze waarop de gemeente Amersfoort klachten en bezwaren afhandelt effectief en efficiënt is en in hoeverre klagers en bezwaarmakers tevreden zijn over deze afhandeling. ARGUMENTEN De uitvoering van de aanbevelingen leidt tot een verbetering van de afhandeling van klachten en bezwaren en tot een verbetering van de tevredenheid van de indieners. KANTTEKENINGEN Geen. FINANCIËN De uitwerking van de aanbevelingen alsmede de raming van de eventuele kosten hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in overleg met de raad. VERVOLG De uitwerking van de aanbevelingen alsmede planning hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in overleg met de raad. BETROKKEN PARTIJEN Geen De Rekenkamercommissie de secretaris, de voorzitter, M.P. van den Nieuwendijk S.J. Oostlander Bijlagen - raadsbesluit Ter inzage - rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek afhandeling klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’ Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT Reg.nr. 4598338 De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van de Rekenkamercommissie d.d. 28 januari 2014; b e s l u i t: 1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. 2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd: Na de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht altijd en zo snel mogelijk – bij voorkeur binnen een of twee dagen – (liefst telefonisch) contact op te nemen met de indiener. De communicatie met de indiener van een bezwaarschrift of een klacht centraal te stellen, ook gedurende de procedure. Informeer de indiener dus ook over de voortgang. Ervoor te zorgen, door bijvoorbeeld een andere behandelingswijze of inhuur van tijdelijke extra capaciteit, dat achterstanden worden weggewerkt zodat tijdig besluiten op de bezwaren en klachten kunnen worden genomen. Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke gegevens periodiek de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek gesprekken met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale zaken en het bestuur. Nader onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de primaire besluitvorming sociale zekerheid. Deze aanbeveling is ingegeven door de signalen dat matige primaire besluiten de oorzaak zijn van het hoge aantal gegronde bezwaren sociale zekerheid. Om daar waar zich knelpunten voordoen de wijze van behandelen te herijken en hierbij ook de informele aanpak in overweging te nemen. Vastgesteld in de openbare vergadering van …. de griffier de voorzitter Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden van 20.40 tot aantal bezoekers: 21.30 uur 8 Reg.nr. 4611518 Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van klachten en bezwaren’ Soort verslag Rekenkamercommissie Besluitenlijst Soort document Voorbereiding besluit Raadsvoorstel Beslispunten: 1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. 2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen: Na de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht altijd en zo snel mogelijk – bij voorkeur binnen een of twee dagen – (liefst telefonisch) contact op te nemen met de indiener. De communicatie met de indiener van een bezwaarschrift of een klacht centraal te stellen, ook gedurende de procedure. Informeer de indiener dus ook over de voortgang. Ervoor te zorgen, door bijvoorbeeld een andere behandelingswijze of inhuur van tijdelijke extra capaciteit, dat achterstanden worden weggewerkt zodat tijdig besluiten op de bezwaren en klachten kunnen worden genomen. Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke gegevens periodiek de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek gesprekken met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale zaken en het bestuur. Nader onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de primaire besluitvorming sociale zekerheid. Deze aanbeveling is ingegeven door de signalen dat matige primaire besluiten de oorzaak zijn van het hoge aantal gegronde bezwaren sociale zekerheid. Om daar waar zich knelpunten voordoen de wijze van behandelen te herijken en hierbij ook de informele aanpak in overweging te nemen. Portefeuillehouder Bolsius, Van Eijk Land (pro-forma) Opsteller Verhoef-Franken (technisch) Van den Van Kan Nieuwendijk - Houwing (D66), Hunink (CU), Land (GL), Offereins (CDA), Schulten (BPA), Van Vliet (Groep Van Vliet), Voogt (VVD), De Vries (PvdA) Portefeuillehouder Ambtenaren Bolsius, Van Eijk Reijlink Inspreker(s) Conclusie voorzitter Na een korte introductie door de heer Oostlander heeft de heer Winter namens ProFacto een presentatie gegeven over uitkomsten van het onderzoek en de daarbij horende aanbevelingen. Vervolgens hebben woordvoerders vragen gesteld aan de heer Winter, de portefeuillehouders en de heer Oostlander. Verder hebben ze zich uitgesproken over het onderzoeksrapport en de beslispunten uit het raadsvoorstel. Alle woordvoerders kunnen instemmen met de beslispunten. BPA kondigt een motie aan over evaluatie. Advies aan presidium: Naar Het Besluit zonder debat, met moties en amendementen #4611518 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 REKENKAMERCOMMISSIE REKENKAMERONDERZOEK 'AFHANDELING VAN KLACHTEN EN BEZWAREN' Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag Portefeuillehouder Bolsius zegt toe de raad in mei te informeren over hoe het college invulling geeft aan de aanbevelingen. Woordvoerders hebben aangegeven verder te willen praten over het onderwerp in De Ronde en hierbij de toegezegde informatie te willen betrekken. Aanwezig namens ProFacto: prof. dr. H.B. Winter. Aanwezig namens de Rekenkamercommissie: de heer. S.J. Oostlander, voorzitter; mevrouw R.C.M. Stadhouders, extern lid; mevrouw I.N. Hento, extern lid; mevrouw M.P. van den Nieuwendijk, secretaris. #4611518 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 REKENKAMERCOMMISSIE REKENKAMERONDERZOEK 'AFHANDELING VAN KLACHTEN EN BEZWAREN' Feitelijke vragen n.a.v. De Ronde 11 februari 2014 Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek Afhandeling van klachten en bezwaren Onderwerp : Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek Afhandeling van klachten en bezwaren Beh. afdeling : SB Nr. 1. Reg.nr.: 4617045 Vragensteller (partij) Vraag BPA Tijdens de Ronde bracht ik vragen in over onder meer de mondelinge afhandeling van klachten met name het aspect dat een mondeling klagende burger zich moet verstaan met de ambtenaar en of bestuurder over wie hij een klacht over onheuse behandeling heeft. Ook bracht ik de stelling in dat de geregistreerde klachten slects het topje van de ijsberg betreffen en noemde ik het feit dat volgens het rapport Amersfoort geen evaluatie kent, ook niet naar de raad. Bij dit laatste baseerde ik me op het volgende rapportcitaat: Antwoord 13. Worden met de bezwaar- en klachtafhandeling leereffecten bereikt? Zo nee, waarom niet? Het is de vraag in hoeverre van de ingediende bezwaren wordt geleerd gelet op het niet altijd aanwezig zijn van sturingsinformatie, het ontbreken van een periodieke evaluatie van de bezwaar- en klachtafhandeling in de vorm van een jaarverslag en het gebrek aan periodiek overleg bij de sociale en algemene bezwaren. De vertegenwoordigers van de vakafdelingen worden nauwelijks betrokken bij de behandeling van deze bezwaren en van intervisie tussen de verschillende organisatieonderdelen die zich bezig houden met de behandeling van bezwaren lijkt geen sprake te zijn. Bij klachtafhandeling wordt er wel ingezet op een leereffect door elke klacht terug te koppelen naar de persoon waartegen deze klacht is gericht en daarbij te kijken hoe een dergelijke klacht in de toekomst kan worden voorkomen. Op dat punt meldde de burgemeester dat in het jaarverslag een paragraaf is opgenomen over klachten en bezwaren Tijdens de Ronde kon het niet tot een wezenlijke discussie komen wegens tijdgebrek. Naar aanleiding van mijn aankondiging van een motie /amendement over evaluatie van het klachten - en bezwarenproces, stel ik ter voorbereiding van de motie of amendement de volgende feitelijke vragen: a) hoe moet ik de passage in het rapport (het ontbreken van een periodieke evaluatie van de bezwaar- en klachtinformatie in de vorm van een jaarverslag) verstaan? Toch niet anders dan dat een periodieke kwalitatieve weging niet voorkomt? a) (Antwoord Rekenkamer) De rekenkamercommissie constateert in haar onderzoek dat in de organisatie onvoldoende geleerd wordt van de afhandeling van klachten en bezwaren. Er is geen sprake van een gestructureerde periodieke evaluatie van de bezwaar- en klachtbehandeling. Jaarverslagen worden, behalve bij de klachtafhandeling, niet opgesteld. b) het klopt toch dat in het verzoek van de rekenkamercommissie alsmede in de aanbevelingen geen verzoek dan wel aanbeveling opgenomen is die een dergelijke evaluatie in een jaarverslag wel noodzakelijk maakt c) het klopt toch dat de rapportage via jaarverslag, waarvan melding wordt gemaakt in de bestuurlijke reactie van het college uitsluitend melding maakt van de vermelding in het jaarverslag van de voortgang van de verzoeken/aanbevelingen van de Rekenkamercommissie? Ergo dus geen melding maakt van evaluatie van de klachten en bezwaren zelf. d) welke kwalitatieve (inhoudelijke evaluatieaspecten) bevat het door de burgemeester genoemde jaarverslag? Of doelde hij hier louter op de kwantitatieve aspecten. Hoe kan ik uit dit jaarverslag afleiden hoeveel klachten bijvoorbeeld mondeling zijn afgehandeld? Zijn er verslagen, cq processen-verbaal van deze mondelinge afhandeling? b) (Antwoord Rekenkamer) Op pagina 51 van haar rapport beveelt de Rekenkamer aan: “Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke gegevens periodiek de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek gesprekken met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale zaken en het bestuur.” Deze aanbeveling richt zich op de organisatie en niet op de informatievoorziening aan de Raad. De rekenkamercommissie onderschrijft de noodzaak van een adequate informatievoorziening aan de Raad en heeft daarom ook de volgende aanbeveling opgenomen: “Het college draagt er zorg voor dat de status van en ontwikkelingen in de uitvoering van de door de raad aangenomen aanbevelingen van de rekenkamercommissie geregistreerd en geborgd worden en informeert de raad in een jaarlijkse rapportage over de stand van zaken. Deze rapportage omvat in ieder geval hoe de aanbevelingen zijn opgepakt, wat er gedaan is en of dit conform de afspraken gebeurt.” c) (Antwoord college) Ja het klopt dat het jaarverslag melding maakt van de voortgang van de door de Raad aangenomen aanbevelingen, hoe deze zijn opgepakt en of dit conform de afspraken gebeurt. Het jaarverslag evalueert de klachten en bezwaren niet. d) (Antwoord college) In het jaarverslag rapporteren we over het aantal ingediende klachten, het aantal ingetrokken klachten, het aantal gegrond verklaringen en het aantal openstaande klachten. Klachten die mondeling worden afgehandeld zijn hierin opgenomen. Als een mondelinge klager een schriftelijke bevestiging wenst, krijgt hij of zij een afhandelingsbrief. Als dit niet het geval is dan sluiten we het dossier zonder verdere rapportage. Graag verwijs ik u naar de RIB die wij eind 2011 aan de Raad stuurden over de wijze waarop wij klachten herkennen, behandelen en als organisatie leren (RIB 2011-118). Specifiek aandachtspunt hierin was het herkennen van ‘elke uiting van ongenoegen’ ook als een klager niet expliciet het woord klacht gebruikt. Wat betreft de inhoudelijke evaluatie is het zo dat wij voornemens zijn elke collegeperiode de programma-onderdelen uit de begroting in het kader van de permanente beleidsevaluatie te evalueren. In het voorstel dat op 25 februari voorligt in Het Besluit staat het onderdeel public affairs, waar de klachtenbehandeling deel van uitmaakt, voor het eerste kwartaal van 2016 geagendeerd. e) is het niet zo dat om een controleerbare alsmede openbare raadsdiscussie te bereiken over een evaluatie van bezwaren en klachten in het jaarverslag amendering/aanvulling van de aanbevelingen van het rapport van de rekenkamercommissie nodig is die voorziet in een jaarlijkse evaluatie via het door het college aan de gemeenteraad aan te bieden jaarverslag Alvorens de voorbereiding van een dergelijk amendement ter hand te nemen, verneem ik via Rekenkamercommissie en college graag het antwoord op deze vragen. e) (Antwoord Rekenkamer) Rekenkamercommissie onderschrijft, zoals gezegd, het belang van een goede informatievoorziening aan de Raad en doet regelmatig aanbevelingen om deze te verbeteren. Ook in het onderzoek naar de afhandeling van klachten en bezwaren beveelt de rekenkamercommissie aan om de informatievoorziening in de organisatie te verbeteren en beveelt tevens aan de Raad periodiek te informeren. Het is vervolgens aan de Raad om met het college afspraken te maken over de precieze vorm en het moment. Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Reg.nr. 4598397 Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie en Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode 11 februari 2014 Rekenkamercommissie Ambtelijk contact Van den Nieuwendijk (033-469 4312) Een bijeenkomst met de rekenkamercommissie aan de hand van haar jaarverslag en -plan 2013/2014 en haar voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode. In het jaarverslag geeft de rekenkamercommissie een uiteenzetting van haar werkzaamheden over 2013 en in het jaarplan 2014 ontvouwt zij de plannen voor het komende jaar. Doel activiteit Reden van aanbieding Daarnaast wil de rekenkamercommissie graag met de gemeenteraad van gedachten wisselen over de inrichting van de rekenkamerfunctie na 19 maart 2014. In een brief heeft de rekenkamercommissie hiertoe een voorstel gedaan. Reden voor grote veranderingen ziet zij niet, maar dat laat onverlet dat er aanleiding en mogelijkheden bestaan voor verbetering en intensivering. Soort document Informatie en Peiling Peiling Jaarverslag en -plan: Op 30 januari jl. heeft de rekenkamercommissie haar jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 aan de gemeenteraad aangeboden. Om het contact tussen raad en commissie te blijven intensiveren wordt evenals vorig jaar tijdens een bijeenkomst met de rekenkamercommissie teruggeblikt op het afgelopen onderzoeksjaar en een doorkijk gegeven naar de plannen voor het komende jaar. Rekenkamerbrief voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode: De griffier heeft de rekenkamercommissie gevraagd een voorstel te doen voor de inrichting van de rekenkamerfunctie in de komende raadsperiode. De rekenkamercommissie heeft dit voorstel 16 januari jl. per brief aan de gemeenteraad aangeboden. Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Aanwezig van de rekenkamercommissie: de heer S.J. Oostlander (voorzitter), mevrouw R.C.M. Stadhouders (lid), mevrouw I. Hento (lid), mevrouw M.P. van den Nieuwendijk (secretaris) en mevrouw E.M.H. KoetMinis (raadslid). - Kennis te nemen van het jaarverslag en -plan - Kennis te nemen van de brief en zijn mening te geven over de peilpunten Afhankelijk van bespreking in De Ronde. Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Achterliggende documenten Besluitenlijst Peiling Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamerbrief voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode Website rekenkamercommissie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie #4598397 v2 - RKC AGENDAPUNT BEHANDELING JAARVERSLAG, JAARPLAN EN TOEKOMSTBRIEF PEILING Van Aan Portefeuillehouder : Rekenkamercommissie : Gemeenteraad : B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit : -: 11-02-2014 : : Reg.nr. Datum Agendapunt : 4601141 : 30 januari 2014 : TITEL Rekenkamerfunctie en budget komende raadsperiode PEILPUNTEN 1. het continueren van de gemengd samengestelde vorm met drie externe leden (onder wie de voorzitter) en twee gemeenteraadsleden; 2. het verhogen van het budget van de rekenkamercommissie met € 30.000,- gericht op onderzoek op het beleidsterrein van de decentralisaties. AANLEIDING De griffier heeft de rekenkamercommissie gevraagd een voorstel te doen voor de inrichting van de rekenkamerfunctie in de komende raadsperiode. Komende personele wisselingen binnen de rekenkamercommissie, het afscheid van zittende raadsleden en het einde van de zittingstermijn van de voorzitter, zijn tevens aanleiding geweest na te denken over de verdere ontwikkeling. BEOOGD EFFECT De gemeenteraad heeft recht op een goed uitgeruste rekenkamerfunctie. Met de huidige samenstelling van 3 externe leden en 2 gemeenteraadsleden kan de rekenkamercommissie haar rol en verantwoordelijkheid goed uitoefenen. Om de continuïteit te borgen zal een getrapt schema van zittingstermijnen van externe leden worden opgesteld. Momenteel lopen deze termijnen nog gelijk met de raadsperiode wat een risico op verlies van (historische) kennis met zich meebrengt. ARGUMENTEN 1.1 De huidige praktijk functioneert goed De rekenkamercommissie krijgt signalen dat de raad tevreden is over de huidige constellatie en output. Zelf is zij ook van mening dat de huidige praktijk goed functioneert. 2.1 De controlerende taak van de gemeenteraad zal bij decentralisaties meer aandacht vragen Hierbij kan de gemeenteraad een sterke rekenkamerfunctie goed gebruiken. Een voorbeeld: de rekenkamercommissie vindt het uitvoeren van nulmetingen zeer belangrijk, om later de effecten van de decentralisaties te kunnen beoordelen. Het huidige budget biedt echter geen ruimte voor dergelijk onderzoek. Goed beschouwd zou het onderzoeksbudget evenredig moeten groeien met de groei van gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden. KANTTEKENINGEN - FINANCIËN Bij de begroting wordt het budget voor de rekenkamercommissie beschikbaar gesteld. Gemeente Amersfoort raadsbesluit 4598182 pagina 2 VERVOLG Bespreking van resultaat van deze peiling in De Ronde in het presidium. BETROKKEN PARTIJEN nvt De Rekenkamercommissie de secretaris, de voorzitter, M.P. van den Nieuwendijk S.J. Oostlander Bijlagen - brief ‘Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode’ - Verordening op de Rekenkamercommissie 2011 Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter van 21.30 tot aantal bezoekers: 22.00 uur 5 4611761 Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie Reg.nr. en Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode Soort verslag Rekenkamercommissie Besluitenlijst Soort activiteit Peiling Peiling Peilpunten: 1. het continueren van de gemengd samengestelde vorm met drie externe leden (onder wie de voorzitter) en twee gemeenteraadsleden; 2. het verhogen van het budget van de rekenkamercommissie met € 30.000,gericht op onderzoek op het beleidsterrein van de decentralisaties. Portefeuillehouder Verhoef-Franken (technisch) Opsteller Land (pro-forma) Van den Van Kan Nieuwendijk Portefeuillehouder Houwing (D66), Kennedy-Doornbos (CU), Land (GL), Offereins (CDA), Schulten (BPA), Ambtenaren Voogt (VVD), De Vries (PvdA) Na een korte introductie door de heer Oostlander hebben woordvoerders zich uitgesproken over de peilpunten. Op PvdA na kunnen de woordvoerders zich vinden in het eerste peilpunt. PvdA geeft de voorkeur aan een rekenkamercommissie met alleen externe leden. CDA, CU, BPA en VVD kunnen instemmen met peilpunt 2, waarbij VVD aangeeft het liefst een voorstel bij de begrotingsbehandeling voor 2015. D66 kan op dit moment niet instemmen met peilpunt 2. GL en PvdA zien liever dat er wordt geschoven met onderwerpen. De heer Oostlander geeft aan dat de rekenkamercommissie waarschijnlijk voor de begrotingsbehandeling van 2015 met een voorstel zal komen voor budgetverhoging. Advies aan presidium: Voldoende besproken Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag Aanwezig namens de Rekenkamercommissie: de heer. S.J. Oostlander, voorzitter; mevrouw R.C.M. Stadhouders, extern lid; mevrouw I.N. Hento, extern lid; mevrouw M.P. van den Nieuwendijk, secretaris. #4611761 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 JAARVERSLAG 2013 EN JAARPLAN 2014 REKENKAMERCOMMISSIE EN VOORSTEL REKENKAMERFUNCTIE KOMENDE RAADSPER Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en verbonden partijen 11 februari 2014 Rekenkamercommissie Ambtelijk contact Reg.nr. 4601011 Van den Nieuwendijk (033-469 4312 ) Bolsius, Buijtelaar, Van Eijk, Lubbinge De rekenkamercommissie Amersfoort heeft haar onderzoek ‘Governance en verbonden partijen gemeente Amersfoort’ afgerond. Het betreft een onderzoek naar de manier waarop de gemeente Amersfoort invulling geeft aan sturing, beheersing, verantwoording en toezicht met betrekking tot haar verbonden partijen. De conclusie van het onderzoek is dat de formele governance op orde is, er zijn echter aandachtspunten. Het is voor de gemeenteraad lastig om zijn kaderstellende en controlerende rol in te vullen, de soft skills (bijvoorbeeld de gedragskant en de cultuur component) kunnen worden versterkt en het zou goed zijn om de keuzes die gemaakt zijn rond samenwerking regelmatig tegen het licht te houden. De rekenkamercommissie doet aanbevelingen om deze aandachtspunten aan te pakken. Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject *Het onderzoek is in samenwerking met het bureau Twynstra Gudde uitgevoerd, mevrouw M. Kilic-Karaaslan zal een korte presentatie over het onderzoek verzorgen. Voorbereiding besluit Soort document Raadsvoorstel Op 14 januari 2014 heeft de rekenkamercommissie tijdens Het Besluit het rapport aan de voorzitter van de gemeenteraad aangeboden. De rapporten van de rekenkamercommissie worden door de raad behandeld. Daarnaast hebben woordvoerders in De Ronde van 29 januari 2013 aangegeven dat rapporten van de rekenkamercommissie intensiever in de raad besproken kunnen worden. Bespreking rapport, in het bijzonder conclusies en aanbevelingen, ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit over beslispunt: het overnemen van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Besluitvorming in Het Besluit. Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Besluitenlijst Raadsvoorstel Rekenkamerrapport Bestuurlijke reactie Onderzoeksdossier x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie x BIS Raadsstukken Fractie *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie. #4601011 v2 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 REKENKAMERONDERZOEK GOVERNANCE EN VERBONDEN PARTIJEN Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder : Rekenkamercommissie : Gemeenteraad : B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit : -: 11-02-2014 : : Reg.nr. Datum : 4598182 : 28 januari 2014 TITEL Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Amersfoort” BESLISPUNTEN 1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. 2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd1: Aanbevelingen gericht aan de gemeenteraad 1) Doe iets aan uw kennis- en informatieachterstand. Organiseer op structurele wijze de nodige kennis, expertise en informatie waarmee u als gemeenteraad meer zicht kunt krijgen op (en inzicht in) het functioneren van de verschillende verbonden partijen. 2) Verdiep u in de (formele/wettelijke en informele) instrumenten en mogelijkheden die uw gemeenteraad ter beschikking staan om de kaderstellende en controlerende rollen ten opzicht van de verschillende verbonden partijen adequaat uit te voeren. Zorg voor een gestructureerd overzicht van deze gegevens, zodat de raad per verbonden partij weet wat zijn rol, verantwoordelijkheid en instrumenten zijn. 3) Maak concrete afspraken met het college van B en W en indien gewenst met specifieke verbonden partijen over de schriftelijke en mondelinge informatievoorziening van uw raad. 4) Zoek actief, zoals bij de recente bijeenkomst in Leusden, de samenwerking met andere gemeenteraden waarmee de gemeente Amersfoort in de vorm van verbonden partijen samenwerkt. Immers, waar afgevaardigden van het college hun regionale collegae frequent treffen in de verschillende bestuurlijke gremia (AB, DB, AVA), ontbreekt dit natuurlijke contactmoment voor de gemeenteraden. Dergelijke 1 Naast de in dit raadsvoorstel opgesomde aanbevelingen zijn in het rapport nog een aantal aanbevelingen opgenomen waarover u als raad al eerder een besluit genomen heeft, namelijk in het kader van het overall rapport over de doorwerking van aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, deze zijn in het rapport opgenomen met als doel de set van aanbevelingen voor dit onderliggende onderzoek compleet weer te geven. Het betreft de volgende algemene aanbevelingen aan het college: Rapporteer over een jaar aan de rekenkamercommissie hoe bovenstaande aanbevelingen zijn opgevolgd. Zet de opdrachten vanuit de raad, i.c. de door de raad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, expliciet als opdrachten door aan de organisatie. Rapporteer binnen één kwartaal aan de raad over de aanpak of implementatie van de opdrachten. Het college draagt er zorg voor dat de status van en ontwikkelingen in de uitvoering van de door de raad aangenomen aanbevelingen van de rekenkamercommissie geregistreerd en geborgd worden en informeert de raad in een jaarlijkse rapportage over de stand van zaken. Deze rapportage omvat in ieder geval hoe de aanbevelingen zijn opgepakt, wat er gedaan is en of dit conform de afspraken gebeurt. Inlichtingen bij : M.P. van den Nieuwendijk, (033) 469 43 12 Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4549639 pagina 2 contacten kunnen bijdragen aan kennisuitwisseling en het inzicht vergroten in de wisselwerking tussen lokale belangen en het gemeenschappelijke belang van de verbonden partij. 5) Maak een concreet plan voor de uitvoering van de bovenstaande aanbevelingen. Aanbevelingen gericht aan het college van B en W a) De financiële en de inhoudelijke cyclus koppelen. Het college moet de gemeenteraad in de positie brengen waarin hij zijn rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van verbonden partijen adequaat kan uitvoeren. Cruciaal daarvoor is dat in de besluitvorming over taken uitgevoerd door verbonden partijen de inhoud en financiën zijn gekoppeld. De facto kan deze aanbeveling resulteren in afschaffing of aanpassing van het huidige instrument van de permanente beleidsevaluatie. b) Zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang expliciet opnemen in raadsinformatie. Om de gemeenteraad in positie te brengen dient het college raadsinformatie, in het geval van verbonden partijen waarin meerdere gemeenten (of private partijen) participeren, dusdanig in te richten dat de raad zicht heeft op zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang. c) Het toezichthouderschap verder ontwikkelen. Binnen het college ontbreekt het aan een gedeeld beeld over goed toezichthouderschap. Daarnaast is een groot deel van het toezicht op de verbonden partijen belegd bij de wethouder Financiën. Bij een verdere ontwikkeling valt te denken aan: Het toezichthouderschap beter te verdelen, uiteraard met behoud van de strikte scheiding tussen opdrachtgever en eigenaar. Duidelijke afspraken over het tijdig onderling delen van informatie en het tijdig informeren van de gemeenteraad over relevante ontwikkelingen bij verbonden partijen. Het definiëren van een visie op goed toezichthouderschap op verbonden partijen en deze visie ook te delen met de gemeenteraad. d) De samenwerkingscompetenties met verbonden partijen verder doorontwikkelen. Met name verbonden partijen karakteriseren de relatie met de gemeente Amersfoort als zakelijk en hiërarchisch. Ze benadrukken dat de gemeente een professionele counterpart is die de materie goed in de vingers heeft. Er valt echter nog ‘winst’ te behalen op het vlak van de samenwerking. Wanneer beide actoren op een gelijkwaardigere manier samenwerken in de toekomst kan dat voordelen bieden. Zo dient ook de ambtelijke organisatie de samenwerkingsrelatie met de verbonden partijen te optimaliseren door zich in toenemende mate op te stellen als partner. Tevens dient zij de doorlooptijd en transparantie van haar ambtelijke processen te ontwikkelen zodat verbonden partijen weten waar zij aan toe zijn en tijdig het product/dienst ontvangen. e) Periodiek een strategische herijking borgen. Organiseer periodiek het strategische gesprek over het regiemodel en de samenwerkingsportfolio en betrek de raad hierbij. Hierin worden de eerder benoemde fundamentele vragen gesteld zodat expliciet wordt stilgestaan bij strategische thema’s als risicoverdeling, financieel en bestuurlijke verantwoordelijkheden, type construct, externe ontwikkelingen, toekomstbestendigheid en het doel van de samenwerking. Het werken met scenario’s kan hierin waardevol zijn. f) Een risicosignaleringssysteem inrichten. Aanvullend op NARIS, waarin de risico’s zijn vastgelegd, en de individuele kennis van collegeleden, dient een risicosignaleringssysteem aanwezig te zijn binnen het college waarin alle actuele risico’s en bijbehorende pro- en reactieve beheersmaatregelen zijn opgenomen. Vervolgens dient het college periodiek deze risico’s en beheersmaatregelen te bespreken om opvolging en monitoring te borgen. Dit draagt binnen het college bij aan een gedeeld risicobewustzijn op het niveau van de totale samenwerkingsportfolio en niet alleen richting de verbonden partijen waarbij de individuele collegeleden betrokken zijn. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4549639 pagina 3 g) Concrete afspraken maken met de raad over de informatievoorziening rond verbonden partijen. Om het zwaartepunt van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken dienen het college en de raad concrete afspraken te maken over de informatievoorziening rondom verbonden partijen. Immers, het sturen aan de voorkant en het controleren achteraf is alleen mogelijk wanneer de raad tijdig over volledige en juiste informatie beschikt. In deze afspraken dienen zowel het type informatie per verbonden partij (jaarverslag, begroting, prestatieafspraken, beleidsplannen) als de timing daarvan in het proces centraal te staan. h) Voorsorteren op de aanpassing in de Wgr en deze doortrekken naar alle verbonden partijen. Vooruitlopend op de aanpassing in de Wgr, waarin 15 april als uiterste datum gaat gelden voor het aanbieden van de algemene financiële en beleidsmatige kaders en waarin de reactietermijn op de conceptbegroting wordt uitgebreid, verdient het aanbeveling hier vanaf heden naar te handelen. En niet alleen voor gemeenschappelijke regelingen maar voor alle verbonden partijen, zowel publiek- als privaatrechtelijk. Deze aanpassing stelt de gemeenteraad in staat om meer dan nu het geval is ‘vooraf’ te sturen. i) Het opdrachtgeverschap verder ontwikkelen. Organiseer periodiek een overkoepelend ambtelijk werkoverleg (sectoren MO en SOB) waarin het opdrachtgeverschap wordt doorontwikkeld naar een meer uniforme werkwijze en waarin van elkaar geleerd wordt. Betrek hierbij ook de ambtenaren die op de eigenaarsrol ambtelijk adviseren, zowel vanuit Concernmiddelen als vanuit de sectorafdelingen Control, om de benodigde afstemming te borgen. Aandachtspunten in dit overleg zijn: - afspraken over risicoverdeling en de beheersing daarvan met verbonden partijen. Alsmede heldere en eenduidige afspraken over de financiële verantwoordelijkheden (wie betaalt wanneer) - heldere en scherpe afspraken aan de voorkant over beïnvloedingsmogelijkheden en/of sanctiemogelijkheden op het moment dat de verbonden partij niet levert conform afspraken - evaluatie van de efficiëntie en effectiviteit van de uitvoering door verbonden partijen. Zo kan de gemeente zich een scherper beeld vormen over de verbeterpunten voor zichzelf en voor de verbonden partij en kan zij gedegen keuzes maken over voortzetting dan wel beëindiging van de relatie - heldere en scherpe afspraken over wanneer een relatie wordt beëindigd en welke consequenties dat met zich meebrengt voor betrokken partijen. AANLEIDING Sinds een aantal jaren staat een onderzoek naar de toezichthoudende rol van de gemeente in deelnemingen op de groslijst van mogelijke onderzoeksonderwerpen van de rekenkamercommissie. Een belangrijke overweging om juist nu een onderzoek te doen naar de wijze waarop de gemeente Amersfoort haar rol in samenwerkingstrajecten invult, heeft te maken met de decentralisaties die worden voorbereid en de verschuiving van verantwoordelijkheden tussen de rijksoverheid, provincies, gemeenten en hun regionale samenwerkingsverbanden. BEOOGD EFFECT Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de vraag op welke onderdelen de invulling van governance goed verloopt en welke aspecten om meer aandacht vragen. Daarnaast is in het onderzoek specifiek gekeken naar hoe de gemeenteraad de uitvoering van op afstand gezette taken beleeft en of hij voldoende en de juiste tools heeft om zijn kaderstellende en controlerende rol te vervullen en of hij daarvan optimaal gebruikmaakt. ARGUMENTEN De uitvoering van de aanbevelingen leidt tot een verbetering van de inrichting en uitvoering van de governance aspecten, van kaderstelling en controle door de gemeenteraad, van de informatievoorziening aan de gemeenteraad en de basis van besluiten in de toekomst. KANTTEKENINGEN Geen. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4549639 pagina 4 FINANCIËN De uitwerking van de aanbevelingen alsmede de raming van de eventuele kosten hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in overleg met de raad. VERVOLG De uitwerking van de aanbevelingen alsmede planning hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in overleg met de raad. BETROKKEN PARTIJEN Verbonden partijen De Rekenkamercommissie de secretaris, de voorzitter, M.P. van den Nieuwendijk S.J. Oostlander Bijlagen - raadsbesluit Ter inzage - rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Amersfoort” Gemeente Amersfoort RAADSBESLUIT Reg.nr. 4598182 De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van de Rekenkamercommissie d.d. 28 januari 2014; b e s l u i t: 1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. 2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd: Aanbevelingen gericht aan de gemeenteraad 1) Doe iets aan uw kennis- en informatieachterstand. Organiseer op structurele wijze de nodige kennis, expertise en informatie waarmee u als gemeenteraad meer zicht kunt krijgen op (en inzicht in) het functioneren van de verschillende verbonden partijen. 2) Verdiep u in de (formele/wettelijke en informele) instrumenten en mogelijkheden die uw gemeenteraad ter beschikking staan om de kaderstellende en controlerende rollen ten opzicht van de verschillende verbonden partijen adequaat uit te voeren. Zorg voor een gestructureerd overzicht van deze gegevens, zodat de raad per verbonden partij weet wat zijn rol, verantwoordelijkheid en instrumenten zijn. 3) Maak concrete afspraken met het college van B en W en indien gewenst met specifieke verbonden partijen over de schriftelijke en mondelinge informatievoorziening van uw raad. 4) Zoek actief, zoals bij de recente bijeenkomst in Leusden, de samenwerking met andere gemeenteraden waarmee de gemeente Amersfoort in de vorm van verbonden partijen samenwerkt. Immers, waar afgevaardigden van het college hun regionale collegae frequent treffen in de verschillende bestuurlijke gremia (AB, DB, AVA), ontbreekt dit natuurlijke contactmoment voor de gemeenteraden. Dergelijke contacten kunnen bijdragen aan kennisuitwisseling en het inzicht vergroten in de wisselwerking tussen lokale belangen en het gemeenschappelijke belang van de verbonden partij. 5) Maak een concreet plan voor de uitvoering van de bovenstaande aanbevelingen. Aanbevelingen gericht aan het college van B en W a) De financiële en de inhoudelijke cyclus koppelen. Het college moet de gemeenteraad in de positie brengen waarin hij zijn rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van verbonden partijen adequaat kan uitvoeren. Cruciaal daarvoor is dat in de besluitvorming over taken uitgevoerd door verbonden partijen de inhoud en financiën zijn gekoppeld. De facto kan deze aanbeveling resulteren in afschaffing of aanpassing van het huidige instrument van de permanente beleidsevaluatie. Gemeente Amersfoort raadsbesluit 4598182 pagina 2 b) Zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang expliciet opnemen in raadsinformatie. Om de gemeenteraad in positie te brengen dient het college raadsinformatie, in het geval van verbonden partijen waarin meerdere gemeenten (of private partijen) participeren, dusdanig in te richten dat de raad zicht heeft op zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang. c) Het toezichthouderschap verder ontwikkelen. Binnen het college ontbreekt het aan een gedeeld beeld over goed toezichthouderschap. Daarnaast is een groot deel van het toezicht op de verbonden partijen belegd bij de wethouder Financiën. Bij een verdere ontwikkeling valt te denken aan: Het toezichthouderschap beter te verdelen, uiteraard met behoud van de strikte scheiding tussen opdrachtgever en eigenaar. Duidelijke afspraken over het tijdig onderling delen van informatie en het tijdig informeren van de gemeenteraad over relevante ontwikkelingen bij verbonden partijen. Het definiëren van een visie op goed toezichthouderschap op verbonden partijen en deze visie ook te delen met de gemeenteraad. d) De samenwerkingscompetenties met verbonden partijen verder doorontwikkelen. Met name verbonden partijen karakteriseren de relatie met de gemeente Amersfoort als zakelijk en hiërarchisch. Ze benadrukken dat de gemeente een professionele counterpart is die de materie goed in de vingers heeft. Er valt echter nog ‘winst’ te behalen op het vlak van de samenwerking. Wanneer beide actoren op een gelijkwaardigere manier samenwerken in de toekomst kan dat voordelen bieden. Zo dient ook de ambtelijke organisatie de samenwerkingsrelatie met de verbonden partijen te optimaliseren door zich in toenemende mate op te stellen als partner. Tevens dient zij de doorlooptijd en transparantie van haar ambtelijke processen te ontwikkelen zodat verbonden partijen weten waar zij aan toe zijn en tijdig het product/dienst ontvangen. e) Periodiek een strategische herijking borgen. Organiseer periodiek het strategische gesprek over het regiemodel en de samenwerkingsportfolio en betrek de raad hierbij. Hierin worden de eerder benoemde fundamentele vragen gesteld zodat expliciet wordt stilgestaan bij strategische thema’s als risicoverdeling, financieel en bestuurlijke verantwoordelijkheden, type construct, externe ontwikkelingen, toekomstbestendigheid en het doel van de samenwerking. Het werken met scenario’s kan hierin waardevol zijn. f) Een risicosignaleringssysteem inrichten. Aanvullend op NARIS, waarin de risico’s zijn vastgelegd, en de individuele kennis van collegeleden, dient een risicosignaleringssysteem aanwezig te zijn binnen het college waarin alle actuele risico’s en bijbehorende pro- en reactieve beheersmaatregelen zijn opgenomen. Vervolgens dient het college periodiek deze risico’s en beheersmaatregelen te bespreken om opvolging en monitoring te borgen. Dit draagt binnen het college bij aan een gedeeld risicobewustzijn op het niveau van de totale samenwerkingsportfolio en niet alleen richting de verbonden partijen waarbij de individuele collegeleden betrokken zijn. g) Concrete afspraken maken met de raad over de informatievoorziening rond verbonden partijen. Om het zwaartepunt van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken dienen het college en de raad concrete afspraken te maken over de informatievoorziening rondom verbonden partijen. Immers, het sturen aan de voorkant en het controleren achteraf is alleen mogelijk wanneer de raad tijdig over volledige en juiste informatie beschikt. In deze afspraken dienen zowel het type informatie per verbonden partij (jaarverslag, begroting, prestatieafspraken, beleidsplannen) als de timing daarvan in het proces centraal te staan. h) Voorsorteren op de aanpassing in de Wgr en deze doortrekken naar alle verbonden partijen. Vooruitlopend op de aanpassing in de Wgr, waarin 15 april als uiterste datum gaat gelden voor het aanbieden van de algemene financiële en beleidsmatige kaders en waarin de reactietermijn op de conceptbegroting wordt uitgebreid, verdient het aanbeveling hier vanaf heden naar te handelen. En niet alleen voor gemeenschappelijke regelingen maar voor alle verbonden partijen, zowel publiek- als Gemeente Amersfoort raadsbesluit 4598182 pagina 2 privaatrechtelijk. Deze aanpassing stelt de gemeenteraad in staat om meer dan nu het geval is ‘vooraf’ te sturen. i) Het opdrachtgeverschap verder ontwikkelen. Organiseer periodiek een overkoepelend ambtelijk werkoverleg (sectoren MO en SOB) waarin het opdrachtgeverschap wordt doorontwikkeld naar een meer uniforme werkwijze en waarin van elkaar geleerd wordt. Betrek hierbij ook de ambtenaren die op de eigenaarsrol ambtelijk adviseren, zowel vanuit Concernmiddelen als vanuit de sectorafdelingen Control, om de benodigde afstemming te borgen. Aandachtspunten in dit overleg zijn: - afspraken over risicoverdeling en de beheersing daarvan met verbonden partijen. Alsmede heldere en eenduidige afspraken over de financiële verantwoordelijkheden (wie betaalt wanneer) - heldere en scherpe afspraken aan de voorkant over beïnvloedingsmogelijkheden en/of sanctiemogelijkheden op het moment dat de verbonden partij niet levert conform afspraken - evaluatie van de efficiëntie en effectiviteit van de uitvoering door verbonden partijen. Zo kan de gemeente zich een scherper beeld vormen over de verbeterpunten voor zichzelf en voor de verbonden partij en kan zij gedegen keuzes maken over voortzetting dan wel beëindiging van de relatie - heldere en scherpe afspraken over wanneer een relatie wordt beëindigd en welke consequenties dat met zich meebrengt voor betrokken partijen. Vastgesteld in de openbare vergadering van …. de griffier de voorzitter M-X.1 MOTIE Grip op verbonden partijen De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: de rekenkamercommissie een rapport heeft uitgebracht over verbonden partijen; uit dit rapport blijkt dat de raad zijn grip op verbonden partijen dient te verbeteren; aanbevelingen worden gedaan die de raad oproepen om: o iets te doen aan de kennis- en informatieachterstand; o zich te verdiepen in instrumenten die de raad heeft om de kaderstellende en controlerende rollen uit te voeren; o met het college concrete afspraken te maken over informatievoorziening; o met andere gemeenten die een belang hebben in een verbonden partij meer te overleggen en samen te werken; de rekenkamercommissie de raad oproept om een plan te maken dat uitvoering geeft aan bovengenoemde punten; draagt het college op: 1. in een jaarplanning exact aan te geven wanneer verbonden partijen P&C-documenten (jaarverslag, begroting) aanleveren, zodat de raad voldoende tijd kan inruimen om deze zorgvuldig te bespreken in De Ronde; 2. in een jaarplanning exact aan te geven wanneer strategische discussies (gaan) spelen, wanneer strategische herijking plaatsvindt en wanneer de raad hierover kan spreken in De Ronde; 3. in beleidsevaluaties (onderdeel van de ‘permanente beleidsevaluatie’) verantwoording af te leggen over de rol van een verbonden partij in de uitvoering van het beleid, incl. prestatieafspraken, resultaten en financiën; 4. de raad jaarlijks actief te informeren over alle strategische en tactische ontwikkelingen t.a.v. een verbonden partij die relevant zijn voor de raad om kennis van te nemen (in het licht van de kaderstellende en controlerende bevoegdheden); 5. de raad op korte termijn inzicht te verschaffen in de organisatie en aansturing van verbonden partijen en de rolverdeling raad-college. en verzoekt de griffier: - om het voortouw te nemen in het organiseren van bijeenkomsten voor raadsleden uit de regio. Deze bijeenkomsten moeten bijdragen aan een betere afstemming tussen raden uit de regio die betrokken zijn bij een gemeenschappelijke verbonden partij. De informatieuitwisseling en het overleg in de bijeenkomsten moet de kaderstellende en controlerende rol van de raden versterken. 28 januari 2014 Fractie GroenLinks, Frans Prins Fractie ChristenUnie, Simone Kennedy Fractie VVD, Koos Voogt Fractie D66, Bertien Houwing Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2011 vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel van 21.45 tot aantal bezoekers: 22.45 uur 8 Notulist Reg.nr. 4611807 Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en verbonden partijen Soort verslag Rekenkamercommissie Besluitenlijst Soort document Voorbereiding besluit Raadsvoorstel Van de raadsleden wordt gevraagd het rapport te bespreken, in het bijzonder conclusies en aanbevelingen, ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit over beslispunt: het overnemen van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Portefeuillehouders Bolsius, Buijtelaar, Houwing (pro-forma) Verhoef-Franken (technisch) Van Eijk, Lubbinge Opsteller Van Kan Van den Nieuwendijk Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Houwing (D66), Kennedy-Doornbos (CU), Prins (GL), Van Vliet (Groep Van Vliet), Voogt (VVD), De Vries (PvdA) Inspreker(s) Na een korte introductie door mevrouw Stadhouders heeft mevrouw Kilic-Karaaslan namens TwynstraGudde een presentatie gegeven over uitkomsten van het onderzoek en de daarbij horende aanbevelingen. Hierna hebben woordvoerders hier vragen over gesteld en zich uitgesproken over de beslispunten. D66, CU, GL en VVD kunnen instemmen met de beslispunten. Groep Van Vliet is kritisch over de aanbevelingen. PvdA heeft bedenkingen bij de aanbevelingen richting de raad en ziet meer in een vetorecht voor de raad binnen verbonden partijen. GL, CU, D66 en VVD hebben een motie toegelicht waarin uitvoering wordt gegeven aan de aanbevelingen richting raad. PvdA geeft aan niet tegen deze motie te kunnen zijn. Groep Van Vliet noemt de motie onuitvoerbaar. Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Conclusie voorzitter Portefeuillehouder Ambtenaren Bolsius, Buijtelaar, Van Eijk - Advies aan presidium: Naar Het Besluit Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag zonder debat, met moties en amendementen Aanwezig namens TwynstraGudde: mevrouw M. Kilic-Karaaslan; de heer J. Voets Aanwezig namens de Rekenkamercommissie: de heer. S.J. Oostlander, voorzitter; mevrouw R.C.M. Stadhouders, extern lid; mevrouw I.N. Hento, extern lid; mevrouw M.P. van den Nieuwendijk, secretaris. #4611807 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 REKENKAMERCOMMISSIE REKENKAMERONDERZOEK 'GOVERNANCE EN VERBONDEN PARTIJEN Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en . . . De Ronde *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie Datum: Aanvang: dinsdag 11 februari 2014 19:00 Burgerinitiatief ‘Stationsplein Rookvrij’ Voorbereiding besluit Grondexploitatie Vathorst Peiling + Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Voorbereiding besluit Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en . . . Burgerinitiatief ‘Stationsplein Rookvrij’ Voorbereiding besluit Inhoud agendapunt Burgerinitiatief - Stationsplein rookvrij (pdf) Initiatiefvoorstel Stationsplein rookvrij (pdf) Presentatie 11-2-2014 - Busstation Amersfoort Rookvrij (pdf) Besluitenlijst Burgerinitiatief - Stationsplein rookvrij (pdf) Audioverslag Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en . . . Grondexploitatie Vathorst Peiling + Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Voorbereiding besluit Inhoud agendapunt Grondexploitatie Vathorst 2013 - 2014 (PEILING) (pdf) *Peiling Grondexploitatie Vathorst 2013-2014 (pdf) Bijlage - *Concept grondexploitatie Vathorst 2013-2014 (pdf) Inhoud agendapunt Vathorst - additionele kapitaalstorting in OBV (VOORBEREIDING BESLUIT) (pdf) Raadsvoorstel Vathorst - additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) (pdf) Bijlage - Conceptovereenkomst van additionele kapitaalstorting, 14-01-2014 (pdf) Raadsinformatiebrief - RIB 2013-141 Onderhandelingsresultaat Vathorst (pdf) Bijlage - *Structuur PPS Vathorst (pdf) Bijlage - *Bijdrage Groep Van Vliet Grondexploitatie Vathorst en kapitaalstorting OBV (pdf) Verslag Grondexploitatie Vathorst en Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (pdf) Besluitenlijst Grondexploitatie Vathorst 2013 2014 (pdf) Besluitenlijst Vathorst additionele kapitaalstorting in OBV (pdf) Audioverslag Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Burgerinitiatief: Stationsplein rookvrij 11 februari 2014 Ambtelijk contact Presidium Reg.nr. 4599793 Verhoef-Franken (033-469 4354) Lubbinge In het Huis van Gezondheid zijn veertien organisaties gevestigd, waaronder het Longfonds, Diabetesfonds, Alzheimer Nederland, Maag Lever Darmstichting, Fonds Psychische Gezondheid. Zij hebben het initiatief genomen om het Stationsplein rookvrij te maken. De rookvrije zone zou zich moeten uitstrekken van de gevel van de winkels tot de stoep van het busstation over een breedte van ca. 10 meter verder. Ze vragen de gemeenteraad om mee te denken over, en samen te werken aan, een oplossing van het probleem. Ze willen de mogelijkheden onderzoeken, die binnen de bevoegdheden van de gemeente liggen, om het plein daadwerkelijk rookvrij te krijgen. Dat kan gaan van een verbod tot een aanwijzing tot andere methoden die effectief zijn en bijdragen aan het doel om Amersfoort een gezonde stad te maken, te beginnen bij de rokers op het Stationsplein. Voorbereiding besluit Soort document Burgerinitiatief Dit voorstel valt onder het initiatiefrecht voor burgers en voldoet aan de eisen gesteld in het Reglement van Orde van de raad 2013 (artikel 20). De verordening vraagt van De Ronde om de gemeenteraad te adviseren over het wel of niet plaatsen op de agenda van Het Besluit. De Ronde kan het initiatief, vergezeld van haar standpunt, ter kennis van het college brengen. De initiatiefnemers lichten hun voorstel kort toe. Daarna wordt van de raadsleden gevraagd zich uit te spreken over het vervolg: a. steunt De Ronde het voorstel? Zo ja: b. wil De Ronde het voorstel agenderen voor de raad en/of stuurt De Ronde het initiatief naar het college vergezeld van haar advies Afhankelijk van uitkomst bespreking. Op 28 januari heeft het presidium geadviseerd om het initiatief toe te laten als burgerinitiatief en te agenderen in De Ronde. Besluitenlijst x BIS Raadsstukken Fractie Burgerinitiatief #4599793 v1 - AGENDAPUNT DR 11-2-204 BURGERINITIATIEF STATIONSPLEIN ROOKVRIJ Busstation Amersfoort Rookvrij De Ronde 11 februari 2014 Simone over longkanker Een rookvrij busstation: • Helpt voorkomen dat jongeren beginnen met roken • Past in een landelijke trend • Is gastvrij naar bewoners en bezoekers Voorkomen dat jongeren beginnen met roken Afgelopen 4 weken gerookt 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar Zien roken, doet roken! 17 jaar 18 jaar 19 jaar Niet beginnen met roken • 75% van de rokers start voor hun 18e – 99% start voor hun 25e • Roken is verslavend, vooral voor jongeren – Hoe jonger iemand begint hoe erger de verslaving ( en dus moeilijker om te stoppen) – 80% van rokers wil graag stoppen • Roken doodt 22.500 mensen per jaar – 1 op de 2 rokers overlijdt aan hun verslaving – 1 op de 4 jongeren die gaat roken haalt de 65 jaar niet De trend is rookvrij • De ingang van ziekenhuizen • Wachtrijen in pretparken • Voetbalstadions • Schoolterreinen Amersfoort gezondste stad van Nederland? Gastvrij = toegankelijk Rookvrij = toegankelijk De ruimte is er al Rookvrij busstation is een succes bij • Een positief verhaal rookvrij ≠ rookverbod • Duidelijkheid over regels toezicht en handhaving • Benutten rookvrije plek voor gezond en vooruitstrevend imago Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter van 19.00 tot aantal bezoekers: 20.00 uur 2 Reg.nr. 4611963 Burgerinitiatief: Stationsplein rookvrij Soort verslag Presidium Besluitenlijst Soort document Voorbereiding besluit Burgerinitiatief In het Huis van Gezondheid zijn veertien organisaties gevestigd, waaronder het Longfonds, Diabetesfonds, Alzheimer Nederland, Maag Lever Darmstichting, Fonds Psychische Gezondheid. Zij hebben het initiatief genomen om het Stationsplein rookvrij te maken. De rookvrije zone zou zich moeten uitstrekken van de gevel van de winkels tot de stoep van het busstation over een breedte van ca. 10 meter verder. De gemeenteraad wordt gevraagd om mee te denken over, en samen te werken aan, een oplossing van het probleem. Initiatiefnemers willen de mogelijkheden onderzoeken, die binnen de bevoegdheden van de gemeente liggen, om het plein daadwerkelijk rookvrij te krijgen. Dat kan gaan van een verbod tot een aanwijzing tot andere methoden die effectief zijn en bijdragen aan het doel om Amersfoort een gezonde stad te maken, te beginnen bij de rokers op het Stationsplein. Van de raadsleden wordt gevraagd zich uit te spreken over het vervolg: a. steunt De Ronde het voorstel? Zo ja: b. wil De Ronde het voorstel agenderen voor de raad en/of stuurt De Ronde het initiatief naar het college vergezeld van haar advies Portefeuillehouder Lubbinge Nederkoorn Opsteller Verhoef-Franken Verhoef-Franken Portefeuillehouder Van Eijk Dijksterhuis (CU), Killi (PvdA), Van Ambtenaren Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Nederkoorn (D66), Prins (GL) De initiatiefnemers hebben hun voorstel toegelicht, dmv een filmpje en een presentatie. De aanwezige woordvoerders hebben hun reactie gegeven. Er wordt onder andere gesproken over (on)mogelijkheden voor handhaving, het stellen van een norm, verleiden (geen verbod), Amersfoort als pilotgemeente, het eigendom van het terrein. Het college geeft enkele overwegingen aan en wil meedenken over de mogelijke uitwerking. De voorzitter concludeert dat de meningen uiteen lopen van terughoudend tot omarmen. Alle aanwezige woordvoerders willen nadenken over invulling van het idee. Het college wordt gevraagd hierover met de initiatiefnemers in gesprek te gaan. Advies aan presidium: Vervolgstap college Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag College gaat in gesprek met initiatiefnemers om na te denken over invulling van het idee. Aanwezige initiatiefnemers: de heren M. Rutgers en B. van Wijngaarden van het Longfonds/Huis van Gezondheid #4611963 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 BURGERINITIATIEF: STATIONSPLEIN ROOKVRIJ Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Achterliggende documenten Reg.nr. 4599135 Grondexploitatie Vathorst 2013/2014 (PEILING) 11 februari 2014 Ambtelijk contact College van B&W Hoogland (033-469 5091) Lubbinge, Van der Werff, Buijtelaar Het onderhandelingsresultaat Vathorst, waarover de raad via RIB 2013-141 is geïnformeerd, is verwerkt in een conceptgrondexploitatie Vathorst 2013 / 2014. Bij de bespreking van RIB 2013-141 in De Ronde op 3 december 2013 is met fractiewoordvoerders afgesproken dat de conceptgrondexploitatie 2013/2014 via een peiling aan de raad wordt voorgelegd. N.B. De behandeling van deze peiling wordt gecombineerd met de behandeling van het raadsvoorstel “Vathorst: additionele kapitaalstorting in OBV” (voorbereiding besluit). Soort document Peiling Peilnota Conform afspraak wordt de conceptgrondexploitatie besproken met de raad. Zich uit te spreken over de peilpunten: 1. Wij stemmen in met de verwerking van het ‘Onderhandelingsresultaat Vathorst’ in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als belangrijkste elementen: * aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van de toekomstige woningmarkt * aanpassing indexering kosten en opbrengsten aan de actualiteit * besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente * de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten * voor de resterende risico’s de komende jaren een nieuwe risicovoorziening binnen de grondexploitatie op te bouwen 2. Wij stemmen er mee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst worden ingezet. Na de peiling is de gemeentelijke aandeelhouder gemachtigd om in te stemmen met de grondexploitatie Vathorst 2013/2014, tenzij de raadspeiling daartoe geen aanleiding geeft. De peiling zelf is pas op 4 februari beschikbaar. Presidium is akkoord met agendering van deze peiling op 11 februari. Verslag x BIS Raadsstukken Fractie *Peiling Grondexploitatie Vathorst 2013/2014 x BIS Raadsstukken Fractie *Conceptgrondexploitatie Vathorst 2013/2014 Raadsvoorstel Vathorst additionele kapitaalstorting in OBV x BIS Raadsstukken Fractie Conceptovereenkomst van additionele kapitaalstorting, 14-01-2014 x BIS Raadsstukken Fractie Raadsinformatiebrief 2013-141 *Toegevoegd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie #4599135 v3 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 GRONDEXPLOITATIE VATHORST 2013/2014 PEILING Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouders J.C. Buijtelaar , B.J. Lubbinge, G.J. van der Werff Reg.nr. Datum : 4584389 : 4 februari 2014 TITEL Grondexploitatie Vathorst 2013/2014 AANLEIDING Met de RIB 2013-141 van 19 november 2013 berichtten wij u over het ‘Onderhandelingsresultaat Vathorst’. Dat resultaat is toegelicht en besproken in De Ronde op 3 december 2013. In vervolg daarop hebben wij 45 nadere raadsvragen schriftelijk beantwoord. We hebben aangekondigd het onderhandelingsresultaat te laten verwerken in een herziene grondexploitatie Vathorst en de raad daarover te peilen. Daar geven we nu gevolg aan. Daarna kunnen aandeelhouders een besluit nemen over de vaststelling van de grondexploitatie. Voor uw informatie merken wij op dat op 27 januari jl. de accountant van OBV goedkeurende controleverklaringen heeft afgegeven bij de Jaarrekeningen 2012 en 2013 van OBV (Beheer BV en CV). Die verklaringen zijn afgegeven met inbegrip van de beoordeling van de onderhandelingsresultaten Vathorst en de verwerking daarvan in de actuele grondexploitatie Vathorst 2013/2014. PEILPUNTEN 1. Wij stemmen in met de verwerking van het ‘Onderhandelingsresultaat Vathorst’ in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als belangrijkste elementen: * aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van de toekomstige woningmarkt * aanpassing indexering kosten en opbrengsten aan de actualiteit * besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente * de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten * voor de resterende risico’s de komende jaren een nieuwe risicovoorziening binnen de grondexploitatie op te bouwen 2. Wij stemmen er mee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst worden ingezet. Voor de motivering van deze peilpunten verwijzen wij naar de RIB 2013-141 die u als bijlage aantreft. U ontvangt bijgaand ook de concept grondexploitatie 2013/2014 waarin het onderhandelingsresultaat een actuele financiële vertaling heeft gekregen. BEOOGD EFFECT Na de raadspeiling kunnen beide aandeelhouders van OBV overgaan tot het nemen van een aandeelhoudersbesluit over de Grondexploitatie Vathorst 2013/2014. ARGUMENTEN Met deze herziening van de grondexploitatie Vathorst bereiken we een financieel gezonde en beheersbare basis voor de verdere ontwikkeling van Vathorst. Inlichtingen bij : J.S. Hoogland, SOB/PO, (033) 469 50 91 Gemeente Amersfoort Peiling 4584389 pagina 2 KANTTEKENINGEN Inzet van eerder genomen winsten vraagt afzonderlijk besluit van de raad De eerder (in 2006/2007) genomen winsten worden nu door aandeelhouders ingezet c.q. terugbetaald om de grondexploitatie financieel op orde te brengen. Dat gebeurt in de vorm van een zogenaamde additionele kapitaalstorting in OBV, juridisch nader vast te leggen in een overeenkomst. Met deze storting wordt afgeweken van een bepaling uit de Grondexploitatie- en Realiseringsovereenkomst Vathorst (GROK) uit 1998, waarmee de raad destijds heeft ingestemd. Daarom wordt deze wijziging met een afzonderlijk voorstel ook ter instemming aan de raad aangeboden. Jaarlijks beoordelen van nieuwe ontwikkelingen De komende jaren zullen we zien hoe het exploitatiebeeld van Vathorst zich verder zal ontwikkelen. Onzekerheden blijven bestaan. De ingrepen die nu worden gedaan vinden wij verantwoord, ze bieden echter geen garantie voor de toekomst. De jaarlijkse herziening van de grondexploitatie is het kader waarbinnen sturing wordt gegeven aan de afronding van Vathorst. Daarbij zullen ook nieuwe ontwikkelingen op hun effecten, - negatief of positief - worden verwerkt. Dat kan er toe leiden dat nieuwe besluiten worden gevraagd. De raad wordt daarbij op de gebruikelijke wijze betrokken. FINANCIËN De grondexploitatie Vathorst 2013/2014 heeft een sluitend beeld. Daarin zijn de afspraken verwerkt uit de vordering van OBV op beide aandeelhouders en waarvoor de overeenkomst additionele kapitaalstorting zal worden gesloten. De gemeentelijke risico’s die daar uit voortvloeien bewegen zich binnen de gemeentebegroting gereserveerde bedragen voor tekorten in grondexploitaties. In de Gemeentebegroting 2014-2017 zijn daarvoor de noodzakelijke middelen opgenomen. VERVOLG Na de peiling van de raad over de verwerking van het Onderhandelingsresultaat Vathorst in een actuele grondexploitatie, zullen aandeelhouders een besluit nemen tot vaststelling van die grondexploitatie. BETROKKEN PARTIJEN Vathorst Beheer (private partijen), OBV, Gemeente Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, Bijlagen * RIB 2013-141 van 19 november 2011 * concept grondexploitatie Vathorst 2013/2014 de burgemeester, Concept Grondexploitatie 2013/2014 OBV, 24 januari 2013 3 4 Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Samenvatting Woningbouwprogramma Kantoren en bedrijven Commerciële voorzieningen Niet-commerciële voorzieningen Uitvoeringskosten Algemene kosten OBV Fasering Rente en indexering Risicoreservering Additionele kapitaalstorting Bijlagen pagina 6 8 22 24 26 28 32 36 42 44 46 48 5 1. Samenvatting 6 In opdracht van de aandeelhouders is door OBV een Grondexploitatie 2013/2014 opgesteld. Hierin zijn de afspraken verwerkt, die de aandeelhouders hebben gemaakt om tot een sluitende grondexploitatie te komen. Alle in deze rapportage opgenomen bedragen zijn excl. BTW. De opgenomen vergelijkingen zijn ten opzichte van de Grondexploitatie 2011. GREX 2013/2014 Samenvattend leiden de mutaties tot de volgende uitkomst: (* € mln) planning verl engi ng expl oi ta ti eperi ode bijstelling opbrengs ten woni ngbouw overi ge muta ti es l a ngere a fzetpl a nni ng verl a gi ng pri js i ndex dekking bi js tel l i ng kos ten effi center werka ppa ra a t opbrengs twa a rde werkl oca ti e OBV l a ger rentepercenta ge i nzet ri s i cores erveri ng kapitaalstorting a ddi ti onel e ka pi ta a l s torti ng te beta l en rente financieel effect op eindwaarde mutaties grex 2013/14 + 8 jr -49,5 1,4 -50,0 -14,1 -112,2 13,3 4,7 1,5 20,5 45,5 85,5 18,0 7,8 25,8 -0,9 mln Financieel effect Eindwaarde GREX 2011 € 1,0 mln Mutaties - € 0,9 mln Eindwaarde GREX 2013/2014 € 0,1 mln Op basis van een rekenrente van 3,5% (gelijk aan het gemiddelde rentepercentage van de GREX) is de bijbehorende netto contante waarde (NCW) € 0,1 mln. Risico’s De bijstelling van het woningbouwprogramma, de verlaging van de prijsindex en de temporisering van de afzet leiden tot een reductie van de risico’s voor de grondexploitatie. Desondanks zijn voor de resterende planperiode nog wel risico’s gecalculeerd, die vooral liggen in de afzet van resterende gronden voor woningbouw, voor winkels en voor kantoren in het kantorengebied Podium. Deze risico’s zijn berekend op een bedrag van € 11,6 mln. Voor de risico’s in de grondexploitatie is het nodig de komende jaren een voorziening op te bouwen. In de eerste plaats en vooral door kansen te benutten om het behoedzame afzettempo te verhogen, met daarnaast aanvullende mogelijkheden voor kostenreducties op uitvoering van werk, gunstige aanbestedingen en prijsvoordelen. Bij de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie zullen de resultaten daarvan financieel worden vertaald. De contractuele GROK-garantstelling van de aandeelhouders richting OBV dient als financiële achtervang. De gecalculeerde risico’s vallen binnen de GROK-garantstelling van € 21,8 mln. Deze garantstelling biedt de grondexploitatie voldoende comfort, waardoor een aanvullende voorziening niet noodzakelijk is. 7 Woningbouwprogramma GREX 2013/2014 VON prijs sociale sector -huurwoningen -koopwoningen tot € 185.000 vrije sector -goedkoopsegmenttot € 220.000 -middensegment tot € 280.000 -duursegment vanaf € 280.000 totaal GREX 2013/14 % GREX 2011 % verschil 1717 1194 2911 17,6% 12,2% 29,8% 1746 1225 2971 17,4% 12,2% 29,6% -29 -31 -60 1711 1999 3153 6863 17,5% 20,5% 32,3% 70,2% 1229 1762 4059 7050 12,3% 17,6% 40,5% 70,4% 482 237 -906 -187 9774 100,0% 10021 100% -247 2. Woningbouwprogramma (€ 185,6 mln) Landelijk dalende trends De afzet van nieuwbouwwoningen ondervindt blijvende hinder van de huidige situatie op de woningmarkt. Er is nog steeds sprake van een druk op de verkoopprijzen en het afzettempo. | De neerwaartse trend lijkt de afgelopen periode enigszins te stabiliseren. Potentiële kopers blijven echter terughoudend. Het verkoopvolume is nog altijd laag en dit zal op basis van de macro-economische prognoses binnen afzienbare tijd niet veranderen. Opbrengsten De woningopbrengsten nemen in de GREX 2013/2014 af met € 15,4 mln. De blokkades in de woningmarkt zijn dermate ingrijpend, dat een spoedig herstel van de markt niet reëel is. De diverse oorzaken hebben een structureel karakter. Door de samenloop en complexiteit van diverse oorzaken, verwachten wij pas vanaf 2017 een langzame macroeconomische verbetering. Eventuele politieke maatregelen zullen een versnelling van een mogelijk herstel van de markt slechts marginaal kunnen bevorderen. Werkvoorraad OBV heeft met diverse ontwikkelaars afspraken over grondprijzen en afname van 329 woningen. Deze woningen zijn in verkoop. Voor 292 woningen is de planontwikkeling in voorbereiding. Programma In de volgende hoofdstukken is per deelplan een opsomming gegeven van de resterende woningbouwopgave en de uitgangspunten voor de Grondexploitatie 2013/2014. Het resultaat hiervan is dat het totale woningbouwprogramma afneemt met 247 kavels, voornamelijk als gevolg van een verdunning van het programma in De Laak en De Bron. Het totale woningbouwprogramma komt daarmee op 9.774 kavels: stand per Reeds afgenomen bouwrijpe kavels Nog af te nemen bouwrijpe kavels totaal GREX 2011 1-1-2011 GREX 2013/14 1-1-2013 6.346 3.675 10.021 6.990 2.784 9.774 Deze bijstelling is als volgt opgebouwd (t.o.v. GREX 2011): - aanpassing woningbouwprogramma - € 49,5 - Voorziening herprogrammering Woningbouw € 11,8 - Risicoreservering € 22,3 Financieel effect GREX 2013/2014 - € 15,4 mln Daarnaast heeft OBV 122 bouwrijpe kavels in eigen portefeuille voor de verkoop van vrije kavels. Er zijn 25 kavels in voorbereiding. In hoofdstuk 2.1 is de orderportefeuille nader gespecificeerd. Deelplannen Per deelplan zijn de woningbouwprogramma’s bijgesteld en geoptimaliseerd naar de huidige marktsituatie. Daarbij is zo veel mogelijk uitgegaan van reëel en haalbare aannames. De bijstelling van het woningbouwprogramma van - € 49,5 mln is als volgt over de deelplannen verdeeld: De Bron - € 18,7 Laak 2a - € 15,9 Laak 2b - € 12,6 Velden 1f - € 1,5 Overig - € 0,8 In de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6 is per deelplan een beschrijving gegeven van de stedenbouwkundige opgave en eventuele aanpassingen. 8 9 Werkvoorraad aantal grondwaarde woningen * € mln Vathorst Beheer - prijsafspraak - in voorbereiding overig - prijsafspraak - in voorbereiding vrije kavels - in verkoop - in voorbereiding Totaal gem €/ won 234 216 450 13,8 13,7 27,5 59.169 63.864 95 76 171 6,7 4,9 11,5 70.253 64.078 122 25 147 23,4 2,5 25,9 187.865 99.522 768 64,9 2.1 Werkvoorraad (€ 43,9 mln) Projectwoningen Prijsafspraken OBV heeft met meerdere ontwikkelaars grondprijsafspraken over de afname van bouwrijpe kavels. Deze afspraken hebben betrekking op 329 bouwrijpe kavels, met een totale grondwaarde van € 20,5 mln. Voor diverse projecten zijn afspraken gemaakt over grondafnamemomenten in 2013 en 2014. Tevens zijn er beslismomenten voor eventuele teruggave van productierechten, in geval de verkoop onvoldoende tot stand komt. Van het genoemde aantal van 329 bouwrijpe kavels, zijn 283 kavels op voorraad beschikbaar. in 2013 zijn 46 kavels bouwrijp gemaakt. Dit betreft het project Veenhof (Velden 2d/Hooglanderveen), waarvan de 1e fase eind 2013 is afgenomen. In voorbereiding In totaal zijn voor 292 woningen projecten in voorbereiding. De afname van deze projecten is gepland vanaf 2015/2016. Deze kavels zijn eveneens op voorraad beschikbaar. 10 Vrije kavels Naast de afspraken met ontwikkelaars heeft OBV een aantal projecten in eigen beheer voor de verkoop van vrije kavels. Op dit moment zijn dat 9 locaties, met een totaal van 122 kavels en een totale grondwaarde van € 23,4 mln. Hiervan zijn per 1-10-2013 in totaal 69 kavels van verkocht. In de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6 is per deelplan aangegeven hoeveel vrije kavels in de toekomst nog mogelijk zijn. Hiervan zijn 25 vrije kavels in ontwikkeling voor verkoop vanaf 2014. De vrije kavels in Vathorst hebben een gemiddelde kavelprijs van ca. € 500/m2 vrij op naam. 11 2.2 Deelplan De Bron (€ 41,5 mln) Om de kwaliteiten van De Bron beter zichtbaar en ervaarbaar te maken is prioriteit gegeven aan de aanleg van het waterbassin en het BRONpark. Dit zijn belangrijke identiteitsdragers van De Bron. Het bassin en het BRONpark zijn inmiddels grotendeels gereed. In combinatie met paviljoen De Kas vormt het park inmiddels het levendige hart van De Bron. De aantrekkelijkheid van De Bron is hierdoor duidelijk verbeterd, met een gunstig effect op de verkooppositie voor nieuwe woningen. De Omlijsting De Omlijsting is een stedelijke bebouwingsrand, als kader rondom De Bron. In de stedenbouwkundige opzet van De Omlijsting zijn de volgende wijzigingen aangebracht: - Het parkeren wordt niet meer in de voortuin opgelost, maar in groene parkeerkoffers tussen de woningen. Dit verbetert het straatbeeld, zorgt voor grotere tuinen en vergroot de verkoopbaarheid. - De dure gemetselde kadewand is vervangen door een lage groene oever. - In de verkaveling zijn vrije kavels toegevoegd. Hierdoor ontstaat meer variatie in architectuur en beeldkwaliteit. De wijzigingen in de stedenbouwkundige opzet, in combinatie met een aansprekende architectuur, zorgt op dit moment voor een toenemende verkoop. Het project @yourplace heeft goede verkoopscores, waardoor begin 2014 het startsein kan worden gegeven voor de bouw van 48 woningen. Eilandenrijk De stedenbouwkundige opzet van Het Eilandenrijk bestaat uit vier eilanden met rijwoningen. De verkaveling met te kleine achtertuin en het parkeren in de voortuin noodzaakt tot aanpassing. Door het aantal 12 woningen met ca. 1/3-deel (80 woningen) te verminderen ontstaan grotere tuinen en verlaagt de parkeerdruk. Voor de totale uitstraling en verkoopbaarheid is dit een verbetering. De grondprijs van de woningen is bovendien verlaagd. Het Eilandenrijk is beeldbepalend voor het totaal van De Bron. Ieder eiland wordt ontwikkeld als een eigen ‘buurtje’, met verschillende architectuur en eigen collectieve ruimte. Dit gevarieerde woningbouwprogramma zorgt voor een goede compensatie en mix met de bestaande rijwoningen. Zuidwest kwadrant (L5, L11 en L12) Het zuidwestelijk deel van De Bron vormt de afsluiting van De Bron. Door dit deelgebieden te splitsen in kleinere velden is een verdere verfijning en verkleining van projectgroottes en hun identiteit mogelijk. Een kleinschalige opzet biedt de mogelijkheid verschillende woonmilieus te creëren. Dit geeft een grotere variatie in de beeldkwaliteit en meer keuzevrijheid voor de koper. Om de haalbaarheid van het Zuidwest kwadrant te vergroten is het programma aangepast naar een goedkoper marktsegment. Ter financiële compensatie zijn in het programma 15 vrije kavels opgenomen. Grondexploitatie 2013/2014 In de herziene Grondexploitatie 2013/2014 is het resterende programma voor De Bron aangepast, met een totaal financieel effect van - € 18,7 mln. Voor De Bron zijn in totaal 42 vrije kavels opgenomen: 15 reeds in verkoop en 27 nieuwe kavels. 13 2.3 Deelplan Laak 2a (€ 36,6 mln) Deelplan Laak 2a bestaat uit drie fasen met in totaal ca. 921 woningen. Fase 1 is op dit moment in aanbouw. Fase 2 en 3 zijn nog niet opgestart. Voor het totaal van Laak 2a is een stedenbouwkundig plan beschikbaar. Dit stedenbouwkundig plan is in 2010 aangepast en in 2011 geoptimaliseerd en vormt de planologische onderlegger voor het vigerende uitwerkingsplan. De principes en basisopzet van het stedenbouwkundig plan zijn voor de Grondexploitatie gecontinueerd: - sfeer van eigentijdse waterstad met grachtenpanden; - woonblokken met uitgeefbare binnenterreinen of parkeerkoffers; - variatie en verspringing in gevels, kapvorm, dakvlakken en maaiveldhoogtes; - lintstructuur langs de Hogesteeg en De Laak; - grachtenstructuur als openbare gebiedskwaliteit; - verbreding van De Laak richting Randmeer (laakzoneproject); - onderschaatsbare bruggen. Door het creëren van meer (groene) ruimte in het openbare gebied, bijvoorbeeld door groene oevers, ontstaat een extra ruimtelijke kwaliteit. Dure kadeoplossingen worden hiermee vermeden. Fase 1 Deelgebied fase 1 bestaat uit 518 woningen. Hiervan zijn op dit moment in totaal 393 woningen in aanbouw en/of reeds opgeleverd. De resterende 125 woningen zijn in verkoop (51), in onderhandeling met een belegger (35) dan wel in (her)ontwikkeling (30). OBV heeft langs De Laak 9 vrije kavels in de verkoop, waarvan er 4 zijn verkocht. Daarnaast is eind 2013 het project Vrij-in-een-rij in verkoop 14 gebracht, waarbij de consument zelf een rij-kavel koopt en z’n eigen woning ontwerpt. In andere projecten (Roombeek, Nieuw Leyden, Woerden en Amsterdam) zijn hier goede ervaringen mee opgedaan. Fase 2 en 3 Voor fase 2 en 3 is in de grondexploitatie 2013/2014 rekening gehouden met een geoptimaliseerde verkaveling. Desondanks blijft de verkoopbaarheid van sommige projectgebieden kwetsbaar vanwege ondiepe tuinen en/of ongunste zonligging. Bij herziening van het woningbouwprogramma zijn deze projecten afgewaardeerd. In sommige gevallen lijkt de verkoop als vrije kavel met een vrijstaande woning een goed alternatief. Langs De Laak zijn eveneens vrije kavels opgenomen. De Hogesteeg is een oude lintstructuur met oude bomen en boerderijen. Deze bestaande situatie blijft gehandhaafd. Door te kiezen voor een gefaseerde opbouw van verkoop en realisatie, kan deze lintstructuur een positieve uitwerking hebben op de totale uitstraling en verkoopbaarheid van deelplan Laak 2. Fase 2 en 3 zal vanaf 2014 projectgewijs worden ontwikkeld. Samen met ontwikkelaars en de stedenbouwkundige zal een verdere optimalisatie plaatsvonden, rekening houden met de marktwensen en de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit. Grondexploitatie 2013 /2014 De opbrengsten voor Laak 2a zijn afgeboekt met € 15,9 mln. Voor Laak 2a zijn 65 vrije kavels opgenomen. Hiervan zijn er 28 reeds in verkoop in Fase 1. 2.4 Deelplan Laak 2b (€ 68,1 mln) Door stedenbouwkundig bureau West8 is voor het nog te ontwikkelen deelplan Laak 2b een stedenbouwkundige visie opgesteld, waarbij met name de mogelijke aansluitingen met de omliggende gebieden in kaart zijn gebracht (zie bijgaande tekening). Belangrijke kenmerken zijn: - Het tracé van de hoofdverkeersontsluiting vanaf de Boulevard richting Vathorst West, gebruik makend van de hindercontour van het gasleidingtracé; - Tussen Laak 2b en Vathorst West komt een groenbuffer, eveneens in de hindercontour van het gasleidingtracé; - Reservering voor een auto/fiets-aansluiting richting Vathorst Noord; - Doorgaande waterstructuur. Vooralsnog is de geschetste visie als uitgangspunt gehanteerd voor de ruimtelijke en financiële uitgangspunten van de grondexploitatie. Er dient op termijn nog een verdere uitwerking plaats te vinden. Bij de vaststelling van de Grondexploitatie 2009 is afgesproken om voor Laak 2b te kiezen voor een nieuwe stedenbouwkundige structuur. De opzet van een grachtenstad is toen omgezet in een plan met een lagere dichtheid en een overwegend groen karakter, conform het kwaliteitsniveau van De Velden. Dit uitgangspunt is voor de Grondexploitatie 2013/2014 gehandhaafd. Grondexploitatie 2013/2014 Voor de grondexploitatie 2013/2014 is het woningbouwprogramma van Laak 2b aangepast naar de huidige marktinzichten. Dit heeft geleid tot een bijstelling naar goedkopere marktsegmenten, in combinatie met een vermindering van 45 woningen. Deze verdunning van het aantal woningen vergroot in vrijwel alle gevallen de tuin, waardoor de verkoopbaarheid van de woning verder kan worden verbeterd. 16 In het gewijzigde programma zijn 140 woningen opgenomen, die in de toekomst eventueel kunnen worden omgezet in vrije kavels. De totale bijstelling van het programma leidt tot een vermindering van de grondopbrengst met - € 12,6 mln. 17 2.5 Deelplan Laak 3 (€ 6,0 mln) In de afgelopen jaren zijn diverse bestemmingsmogelijkheden voor deelplan Laak 3 de revue gepasseerd. De meest recente plannen betroffen een nationaal Tenniscentrum en een vestiging van een ROC. Beide opties zijn om uiteenlopende redenen niet haalbaar gebleken. In de Grondexploitatie is deelplan Laak 3, binnen het totale aanbod van Vathorst, een geschikte locatie voor voorzieningen. Het voordeel is de loopafstand vanaf het station, de winkels en de bereikbaarheid langs de A28. Nadeel is het ontbreken van zicht vanaf de snelweg door het tussenliggende geluidsscherm. Ook de te lange aanrijroute vanaf de A1 (via de A28) wordt als een nadeel ervaren. Naast een programma voor voorzieningen is een beperkt woningprogramma opgenomen. Grondexploitatie 2013/2014 In de Grondexploitatie 2013/2014 is voor deelplan Laak 3 een niet nader gespecificeerd voorzieningenprogramma opgenomen. Hierbij is uitgegaan van een lage, niet-commerciële grondprijs. Het woningbouwprogramma gaat eveneens uit van een lage grondprijs. Ten opzichte van de GREX 2011 zijn geen wijzigingen aangebracht in de grondopbrengsten. Zodra daartoe aanleiding is zal OBV de toekomstmogelijkheden van deelplan Laak 3 onderzoeken en uitwerken, zowel ruimtelijk als financieel. 18 19 Stortlocatie Smink 2.6 Deelplan Velden 1f (€ 17,7 mln) Tussen de Bergenboulevard en de stortlocatie Smink ligt deelplan Velden 1f. Voor dit nog te ontwikkelen deelplan is een uitwerkingsplan beschikbaar, gebaseerd op het stedenbouwkundig plan Velden 1. In het uitwerkingsplan voor Velden 1f is nog een hindercontour opgenomen voor de stortlocatie Smink. In het nieuwe Bestemmingsplan Hooglanderveen-Vathorst is deze hindercontour inmiddels verplaatst tot buiten het plangebied, waarvoor overigens nog een bezwaarprocedure loopt bij de Raad van State. Deelplan Velden 1f ligt aan de groene rand van Vathorst, dicht bij de ontsluiting op de A1. Dit geeft Velden 1f een gunstige uitgangspositie. Minder aantrekkelijk is de naastgelegen stortlocatie, die overigens grotendeels aan het zicht is onttrokken door een tijdelijke wal met begroeiing, zodat het woongebied hier geen hinder van ondervindt. In totaal zijn voor dit deelplan 290 woningen voorzien, in de mix van alle woningbouw-categorieën. Grondexploitatie 2013/2014 In de grondexploitatie 2013/2014 is het woningbouwprogramma bijgesteld naar een goedkoper programma met lagere grondprijzen. De opbrengstwaarde is bijgesteld met - € 1,5 mln. 20 21 3. Kantoren en bedrijven (€ 36,9 mln) Voortgang grondafname Voor de afzet van bouwrijpe grond voor bedrijven en kantoren gelden specifieke leveringsafspraken. Deze zijn vastgelegd in de GROK. In tegenstelling tot de woningmarkt, draagt OBV hiervoor geen marktrisico. Contractueel is afgesproken dat de gemeente Amersfoort deze gronden in vaste tranches afneemt, welke verplichting vervolgens is overgedragen aan VOF Kantorenpark Podium. De afname van deze gronden verloopt echter moeizaam, waardoor OBV genoodzaakt is tot het voeren van een juridische procedure. Voor het bedrijvenpark zijn vrijwel alle gronden afgenomen en de afzet van geluidswalkavels verloopt volgens schema. Kantorenlocatie Fase 3 t/m 5 dienen te worden afgenomen, maar zijn vertraagd vanwege het ontbreken van overeenstemming binnen VOF Podium. Tot nu toe zijn op verzoek van VOF Podium steeds afspraken gemaakt over een uitgestelde afname en staan de gronden op rente. Bovendien is er discussie over de betaling van uitgevoerd meerwerk. De openstaande vordering is in totaal ca. € 13 mln. (excl. BTW en rente). Eerdere toezeggingen over een grondafname en betaling zijn helaas niet geeffectueerd. Inmiddels is er een gerechtelijke procedure in gang gezet om de grondafname en betaling door VOF Podium af te dwingen. Uiteindelijk staat de gemeente Amersfoort op basis van de GROK contractueel garant voor de afname van de bouwrijpe grond door VOF Podium. Over de afname van fase 6 t/m 8 van de kantorenlocatie vindt nader overleg plaats met de gemeente Amersfoort. Ondanks de afnameverplichting is het, gezien het slechte marktperspectief, niet voor de hand liggend om nog meer kosten te maken en extra bouwrijp kantoorgebied op voorraad te realiseren. Grondexploitatie 2013/2014 Op basis van de contractuele bepalingen in de GROK voorziet OBV vooralsnog voor de kantorenlocatie Podium wel een verhoogd financieel risico, maar geen aanleiding tot bijstelling van de grondopbrengsten. De uitgangspunten in de Grondexploitatie 2013/2014 blijven daarom onveranderd, evenals voor het bedrijvenpark en de geluidswalprojecten. In de Grondexploitatie zijn de opbrengsten voor het Bedrijventerrein verhoogd met € 0,5 mln gerealiseerde verkoopopbrengsten. 22 4. Commerciële voorzieningen (€ 11,5 mln) Commerciële voorzieningen Over de ontwikkeling van de winkels in Vathorst zijn door OBV in 2004 contractuele afspraken gemaakt met MAB Development. Eind 2012 heeft MAB Development de gronden van hoofdwinkelcentrum fase 2 afgenomen en betaald. Met deze transactie van 3.510 m2 is in totaal 11.710 m2 BVO van het hoofdwinkelcentrum afgenomen. Voor het hoofdwinkelcentrum resteert nog een afname van 6.290 m2 (fase 3). Daarnaast zijn afspraken gemaakt over een buurtwinkelcentrum van 3.500 m2. Voor het hoofdwinkel-centrum fase 3 worden daarom samen met MAB Devolpment en ASR (belegger) meerdere varianten uitgewerkt, om de haalbaarheid van hoofdwinkelcentrum fase 3 te vergroten. Een belangrijke sleutel daarbij is het omzetten van de dure parkeergarage naar een goedkopere maaiveld-oplossing. De hiervoor gereserveerde financiële bijdrage kan, bij een haalbare ruimtelijke oplossing, worden ingezet voor de verlaging van de grondprijs naar een meer marktconform niveau. Grondexploitatie 2013/2014 Bovenstaande grondwaarden en uitgangspunten leiden voor de Grondexploitatie 2013/2014 niet tot mutaties. Voor de winkelvoorziening is de nog te realiseren grondwaarde € 11,5 mln. 24 25 5. Niet-commerciële voorzieningen (€ 15,1 mln) Programma In de grondexploitatie resteert een programma van 81.000 m2 voor nietcommerciële voorzieningen, met een totale grondwaarde van ca. € 10,8mln (excl. BTW). het programma is als volgt gespecificeerd: - Scholencluster Laak 2b - Deelplan Laak 3 - Deelplan Velden 1g - Velden 3g/Fithorst - Centrumgebied 12.800 m2 37.500 m2 41.000 m2 4.600 m2 6.000 m2 Het programma voor Deelplan Laak 3 is in de voorgaande hoofdstukken aan de orde geweest. Scholencluster Laak 2b Het scholencluster (en bijbehorende overige voorzieningen) in deelplan Laak 2b is voorzien na 2021. T.z.t. zullen met de gemeente Amersfoort nadere afspraken worden gemaakt over de definitieve omvang en locatie. Velden 1g De huidige marktomstandigheden leiden op korte termijn niet tot een financieel haalbare ontwikkelingen. Het terrein is daarom, in overleg met de aandeelhouders, beschikbaar gesteld voor twee tijdelijke hockeyvelden. Op langere termijn kunnen voor deze locatie nieuwe kansen ontstaan. De niet-commerciële grondprijs en ligging langs de A1 biedt voldoende perspectief. Laak 3 Zie hiervoor hoofdstuk 2.5 Deelplan Laak 3. Velden 3g/Fithorst In het project Fithorst, naast het skatepark, is nog één kavel beschikbaar voor een maatschappelijke voorziening. Daarnaast is er bij Rotonde 14 nog ca. 3.000 m2 beschikbaar. Deze zichtlocatie en is voor diverse functies geschikt. Voor beide locatie is in de grondexploitatie de grondwaarde conservatief ingeschat op basis van een niet-commerciële grondprijs. Centrumgebied Rondom het hoofdwinkelcentrum zijn diverse locaties beschikbaar voor bebouwing: • Blok 3b (naast station) Deze locatie (ca. 1.500 m2) heeft nog geen nadere bestemming en wordt betrokken bij de variantuitwerking van winkelcentrum fase 3. • Blok 4b (tegenover Veencampus) Voor deze locatie zijn contractafspraken gemaakt voor een cluster van zorgvoorzieningen, een kerk en kinderopvang. De geplande afname is medio 2014. Grondexploitatie 2013/2014 Voor de niet-commerciële voorzieningen hebben in de Grondexploitatie 2013/2014 bijstellingen en optimalisaties plaatsgevonden met per saldo een financieel effect € 0,6 mln. 26 27 Overzicht Kostenreductie GREX 2013/2014 bedrag (* mln) prijs- en aanbestedingsvoordelen Projectresultaat Bedrijventerrein fase I aanbestedingsvoordeel Laak 2a vrijval budget botenproject -1,5 -1,0 -0,4 hercalculatie resterende projectopgave raming geluidswal kabels en leidingen grondwaterontrekkingsbelasting vrijval budget nazorg/herstel vrijval sloopbudget vrijval post onvoorzien -3,6 -1,5 -1,0 -0,6 -0,6 -2,1 planwijzigingen vervallen brug Laak 3 extra budget bruggen Laakzone kostenbijdrage aanleg warmte/koudeopslag -0,4 0,3 1,5 taakstellende besparingen taakstellende besparingsdoelstelling -2,4 Totaal -13,3 6. Uitvoeringskosten (€ 92,5 mln) De nog te realiseren uitvoeringskosten zijn gebaseerd op kostenramingen van stedenbouwkundige plannen, inrichtintingsplannen en uitvoeringsbestekken. Naarmate civieltechnische beschrijving van de verder is gedetailleerd, kan een meer precieze kostenraming worden opgesteld. Voor alle nog uit te voeren werkzaamheden zijn dit soort kostenraming beschikbaar. Deze fungeren als basis voor de grondexploitatie. Ten opzichte van de GREX 2011 zijn de volgende mutaties uitgevoerd, voor een totaalbedrag van - € 13,3 mln. Prijs- en aanbestedingsvoordelen Binnen het budget Bouw- en woonrijp maken zijn door gunstige aanbestedingen diverse resultaten geboekt, die leiden tot een verlaging van het budget. Het gaat daarbij om een bedrag van € 2,9 mln, waarvan de specificatie is opgenomen in het bijgaande overzicht. Hercalculaties Ter voorbereiding op de GREX 2013/2014 is het merendeel van de nog te realiseren projecten opnieuw gecalculeerd. Dit heeft geleid tot de volgende mutaties: Milieukosten/geluidswering Het budget voor Milieukosten/geluidswering is verlaagd met € 3,6 mln. De budget-verlaging is gebaseerd op een nieuwe kostenraming voor de geluidswal langs de A1. Deze geluidswal wordt uiteindelijk 9 meter hoog, met daarboven nog een scherm van 3 meter. Op basis van de tot nu toe gemaakte kosten en de kostenraming voor de nog te realiseren werkzaamheden, kan volstaan worden met een lager budget en een verlaging van € 3,6 mln. 28 Kabels en leidingen Voor het verwijderen en/of verleggen van bestaande kabels en leidingen was in de GREX 2011 een budget opgenomen van € 2,3 mln. Hiervan is t/m 2011 een bedrag van € 0,2 mln. besteed. Voor de resterende planperiode wordt een restant budget van € 0,7 mln. voldoende geacht. Grondwateronttrekkingbelasting Door de verlenging van de exploitatieperiode en een meer gespreide realisatie van het woningbouwprogramma, zal het bouwrijp maken in kleinere eenheden plaatsvinden. Dit heeft o.a. tot gevolg dat de norm waarboven grondwateronttrekkingbelasting betaald moet worden, slechts in beperkte mate wordt overschreden. Als gevolg hiervan is een budgetvrijval van € 1,0 mln. mogelijk. Nazorg en herstel Naar rato van de voortgang in de oplevering van het openbaar gebied kan een deel van het budget voor nazorg en herstel komen te vervallen. Het gaat om een bedrag van € 0,6 mln. Sloopkosten Op basis van een raming van de nog te slopen objecten is het budget voor sloopkosten verlaagd met € 0,6 mln. Budget onvoorzien Doordat inmiddels een aantal deelprojecten van Vathorst zijn afgesloten is een vrijval mogelijk voor een bedrag van € 2,1 mln. Dit betreft de restantbudgetten onvoorzien van deze projecten. 29 30 Planwijzigingen Vervallen brug Laak 3 Tussen deelplan Laak 1 en laak 3 zijn drie bruggen voorzien: twee fietsbruggen en één autobrug. Omdat de drie bruggen allen kort bij elkaar liggen, en er dus voldoende alternatieven zijn, is besloten één fietsbrug (overspanning ca. 40 meter) te laten vervallen. Dit levert een besparing op van € 0,4 mln Extra brug De Laak Bij de vaststelling van het Ontwikkelingsplan Vathorst (1998) zijn geen brugverbindingen over De Laak voorzien. Inmiddels ontstaat er behoefte aan het handhaven van de bestaande brugverbinding bij de Achterhoekerweg. Door de verbreding van De Laak is de huidige brug te smal en heeft onvoldoende doorvaarhoogte. In de GREX 2013/2014 is een budget van € 0,3 mln voor een nieuwe brug. Uitvoering kan in combinatie met het Laakzoneproject plaatsvinden. Warmte/Koude-opslag In 2007 is een besluit genomen om in De Bron grootschalig warmte/koude-opslag (WKO) toe te passen. Dit aandeelhoudersbesluit is genomen voor 650 woningen, om daarmee voor het volledige deelplan De Bron te voldoen aan de energie-ambitie van -10%. Bij het bouwrijp maken van De Bron hebben de nutsbedrijven geanticipeerd op de aanleg van WKO. Er is geen gas voorzien en voor de WKO is extra energie-capaciteit aangelegd. Tot nu toe was de haalbaarheid van WKO uitsluitend mogelijk door middel van een korting op de grondwaarde. Voor het resterend WKOprogramma van ca. 250 woningen is hiervoor geen budget beschikbaar. In de GREX 2013/2014 is een WKO-budget opgenomen van € 1,5 mln. Dit budget gaat uit van een bijdrage van € 6.000,- per woning, ca. 50% van de totale kosten. De overige aanlegkosten dient de ontwikkelaar zelf te financieren vanuit de VON-prijs en/of een opslag bij de overige woningen in De Bron. Taakstellende besparingen Binnen het totale uitvoeringsbudget is een taakstellende besparing afgesproken van € 2,4 mln. Deze besparingen moeten in de loop van de resterende uitvoeringsperiode gerealiseerd worden, bijvoorbeeld in de vorm van gunstige aanbestedingen, slimmere civieltechnische oplossingen of efficiëntere verkavelingen met minder openbaar gebied. In relatie tot de nog te realiseren kosten is de taakstellende besparing ongeveer 2,5%. 31 bezetting OBV (fte) algemene kosten OBV incl. inhuur en directievoering budget 2013 t/m 2025 20 personeelskosten 6% 10% 15 huisvesting 10 46% 20% 5 planontwikkeling engineering communicatie 0 9% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2018 2023 9% overig 7. Algemene kosten OBV (€ 19,7 mln) De verlenging van de exploitatieperiode met 8 jaar heeft een negatief effect op de algemene kosten van € 8,2 mln. In de grondexploitatie 2013/14 is een kostenbesparing van € 5,2 mln opgenomen voor de Algemene Kosten OBV. Per saldo nemen hierdoor de kosten toe met € 3,0 mln. Daarnaast is rekening gehouden met de opbrengstwaarde van de bestaande bedrijfslocatie. Voor het kantoor OBV is een opbrengstwaarde van € 1,0 mln aangehouden. Deze waarde is als opbrengst in de Verweringskosten (post te handhaven panden) verantwoord. De kostenbesparing bevat de volgende elementen: Algemene Kosten OBV Besparing personele lasten Reductie supervisie Besparing en verkoopwaarde I-Centrum minder marketing € 2,0 mln € 0,5 mln € 1,5 mln € 1,2 mln € 5,2 mln Het restant budget voor de Algemene Kosten bedraagt € 19,0 mln. Ondanks de verlenging van de exploitatieperiode t/m 2025 blijven de Algemene Kosten onder de gebruikelijke benchmark van 24%. Bedrijfskosten In de afgelopen periode is de bezetting van OBV verder afgenomen. Dit leidt tot een verdere reductie van de personele lasten. Aanvullend is er vanaf 2011 sprake van een bevriezing van de loonkosten en een versobering van de arbeidsvoorwaarden. Het totale financiële effect van deze maatregelen is € 2,0 mln. De bedrijfskosten van OBV (loonkosten, huisvesting en overige kosten) zijn vanaf 2014 gemiddeld € 820.000 per jaar. Supervisie Vanaf begin 2012 is gestart met een aangepaste en versnelde toetsingsprocedure voor bouwplannen, in plaats van een separate toetsing door de supervisor, het kwaliteitsteam en de welstandcommissie. Deze tijdrovende procedure is vervangen door een sneller en goedkoper Toetsteam, waarin alle disciplines gezamenlijk zijn vertegenwoordigd. Met de vorming van het Toetsteam is het budget voor het kwaliteitsteam neerwaarts bijgesteld. Op basis van de ervaringen in het Toetsteam is voor de GREX 2013/2014 het budget voor supervisie verder verlaagd. Een toetsing door de supervisor vindt ad hoc en op afroep plaats. Dit levert een extra besparing op van € 0,5 mln. 32 33 Bezoekersaantallen i-Centrum 10000 8000 6000 4000 individueel groepen manifestaties 2000 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 34 Marketing Om Vathorst prominenter op de kaart te zetten, is vanaf 2012 minder ingezet op klassieke marketingcampagnes en meer op bewonerscommunicatie. Dat betekent dat de bewoners van Vathorst worden gezien als ambassadeurs van de wijk en dat met name zij het verhaal over Vathorst vertellen. Met deze communicatiestrategie wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan een hogere bewonerstevredenheid, maar het verhoogt ook de naamsbekendheid en het geeft kleur/inhoud aan het imago van Vathorst als een levendig en gezellig ‘dorp’. Voor 2013 wordt verder op deze strategie van gebiedscommunicatie ingezet, om daarmee de aantrekkingskracht van Vathorst te verhogen. Bij de marketing van Vathorst richt OBV zich steeds meer op de online gebiedspromotie door middel van internet en social media. Er is een duidelijke verschuiving, met steeds minder aandacht voor traditionele vormen van markering, zoals advertenties en magazines. De onlinemarketing vereist daarentegen wel extra investering, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van een nieuwe Vathorst-app en een tabloid-applicatie. Daarnaast wordt prioriteit gegeven aan de verkoop en marketing van de vrije kavels. Tot 2012 is de marketing van de vrije kavels beperkt beleven tot publicatie op Funda en enkele kavelsites. Vanaf 2013 is de marketing geïntensiveerd, vooral door gebruik te maken van partners en social media. Hiervoor is o.a. de website vrijekavelsvathorst.nl gelanceerd. Als bijdrage aan de besparingsdoelstelling zijn vanaf 2013 de traditionele uitingen verder terug gebracht. Besparing € 1,2 mln. Huisvesting OBV Het kantoor van OBV is gehuisvest in een boerderij, die indertijd is aangekocht vanuit het totale verwervingsbudget. De aanschaf van deze boerderij is in derhalve in de grondexploitatie opgenomen. De geprognosticeerde eindwaarde, op basis van 5% afschrijving per jaar is € 1,0 mln voor het kantoor OBV. Tot nu toe is deze verwachte eindwaarde niet als opbrengst verwerkt. In de GREX 2013/2014 is de berekende eindwaarde van € 1,0 mln als verkoopopbrengst opgenomen (Verwervingskosten, post te handhaven panden). I-Centrum De komende periode worden de toekomstmogelijkheden en opties voor het i-Centrum uitgewerkt. De aanleidingen hiervoor zijn teruglopende verkopen en bezoekersaantallen. Desondanks voorziet het i-Centrum en de informatiefunctie over Vathorst nog steeds in een duidelijke behoefte, maar de invulling kan mogelijk ook op een andere wijze plaatsvinden. De toekomstmogelijkheden en opties voor het i-Centrum zijn nog in onderzoek. Getracht wordt om de informatiefunctie meer in combinatie te organiseren, zodat kosten beter gedeeld kunnen worden. Binnen de begroting van het i-Centrum is hiervoor een taakstellende besparing van € 1,0 mln opgenomen. Bovendien is rekening gehouden met een opbrengstwaarde van € 0,5 mln. Beheer Met ingang van 1 maart 2013 is de aansturing van het beheer van het openbaar gebied gewijzigd. Om overheadkosten te besparen is de aansturing vanuit de Beheerorganisatie HIM overgedragen aan OBV. Van de gemeente Amersfoort ontvangt OBV hiervoor een vaste vergoeding, behorende bij 1 fte inclusief bijbehorende overhead. Deze personeelsuitbreiding heeft geen financiële consequenties voor OBV. Wel wordt op deze wijze een bijdrage geleverd aan de doelstelling om met minder kosten een hoger kwaliteitsniveau te bereiken. 35 Planning afzet bouwrijpe kavels Grex 2013 700 600 500 400 300 200 100 0 Grex 2011 2013 2016 2019 2022 2025 8. Fasering 36 Grondafname en fasering In de voorgaande hoofdstukken is per deelplan een opsomming gegeven van de resterende woningbouwopgave en de uitgangspunten voor de Grondexploitatie 2013. Het resultaat hiervan is dat het totale woningbouwprogramma afneemt met 247 kavels, voornamelijk als gevolg van een verdunning van het programma in De Bron (Eilandenrijk) en De Laak. Het totale woningbouwprogramma komt daarmee op 9.774 kavels: Stand per 1-1 Reeds afgenomen bouwrijpe kavels Nog af te nemen bouwrijpe kavels totaal GREX 2011 GREX 2013/14 6.346 3.675 10.021 6.990 2.784 9.774 Afzettempo Woningbouw De verkoop stabiliseert zich in 2012 en 2013 rond de ca. 150 woningen per jaar, opgebouwd in een mix van sociale sector, vrije sector koop, beleggerswoningen en vrije kavels. Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 wordt voor de komende jaren geen spoedig herstel voorzien. Voor de planning van de GREX 2013/2014 is de huidige afzet van 150 woningen per jaar doorgezet tot en met 2017. Vanaf 2017 is een beperkte afzetgroei gecalculeerd van jaarlijks +25 woningen, tot een maximum van 300 woningen per jaar. De totale exploitatieperiode komt daarmee uit op 2025, waardoor de uitgiftetermijn met 8 jaar wordt verlengd. Ten opzichte van de GREX 2011 is er sprake van een neerwaartse bijstelling van de jaarlijkse afzetprognose (zie bijgaande grafiek). Het financieel effect hiervan is - € 50,0 mln. Dit bedrag bestaat voor uit rentekosten en extra algemene kosten OBV (loonkosten, huisvesting en communicatie). Afzettempo overige bestemmingen Evenals voor de woningbouw, is ook de fasering van de overige bestemmingen aangepast. Er is uitgegaan van de volgende fasering: - Bedrijventerrein/geluidswal (57.000 m2 uitgeefbaar) Restant uitgifteperiode 2015 t/m 2024 - Kantorenpark (37.500 m2 bvo) restant uitgifteperiode 2018 t/m 2023 - Commerciële voorzieningen Restant hoofdwinkelcentrum: 2015/2016 Buurtwinkelcentrum: 2020 - Niet-commerciële voorzieningen volgend op het woningbouwprogramma 37 Verkoop per categorie Verkopen per kwartaal 250 140 120 100 80 60 40 20 0 project huur vrije kavel 200 150 120 100 67 50 20 0 2010 2011 2012 2013 2011 2012 prognose 2013 37 8.1 Verkoopverwachting woningen Huurwoningen Vanaf 2011 is een groeiende vraag merkbaar naar huurwoningen. De groeiende vraag naar huurwoningen is een reactie op de stroeve koopmarkt. Door de centrale ligging van Amersfoort en de stedenbouwkundige opzet en kwaliteit, ligt Vathorst bij beleggers en corporaties blijkbaar goed in de markt. Ingegeven door de slechte woningmarkt zijn beleggers en corporaties wel ‘koopjesjagers’ geworden, op zoek naar financieel aantrekkelijke nieuwbouwprojecten. Dit levert discussies op over een verlaging van de grondwaarde, waarbij soms aanzienlijke kortingen worden gevraagd. Hierdoor is, ondanks de gestegen vraag, op dit moment voor huurwoningen geen groeiend afzetperspectief. Verwachting t/m 2016: ca. 30-50 eg huurwoningen per jaar Starterswoningen (tot VON ca. € 200.000) De traditionele nieuwbouwontwikkeling wordt door de neergaande woningmarkt steeds verder teruggedrongen richting het goedkoopste segment. In deze markt voor starters is nog een redelijk afzetvolume mogelijk. Starters hebben niet de onzekerheid over de verkoop van een eigen woning. Mits er sprake is van een scherpe prijsstelling zijn er nog mogelijkheden om in deze categorie haalbare projecten te realiseren. Een goed voorbeeld hiervan is het project @yourplace, waarvan in 2013 alle 48 woningen zijn verkocht. Voor de toekomst blijft de starterswoning een belangrijk marktsegment. Een groei is de komende jaren echter nauwelijks te verwachten. Door de strengere hypotheekregels komen starters vanaf 1-1-2013 alleen voor renteaftrek in aanmerking, indien ze in 30 jaar de schuld volledig aflossen. Bovendien hebben starters meer eigen geld nodig, om voor een hypotheek in aanmerking te komen. 38 Meer eigen geld en hogere woonlasten zullen ertoe leiden dat starters later ‘instappen’ en langer een woning zullen blijven huren. Verwachting t/m 2016: ca. 50-60 eg woningen per jaar Middensegment (tot VON ca. € 325.000) In het middensegment is veelal sprake van een doorgroei naar een grotere woning. Kopers zijn op zoek naar bijvoorbeeld een 2^1 kap, als volgende stap in hun woonbehoefte. In deze middencategorie is de vraaguitval nog steeds groot. De verkoop van de bestaande woning is een belangrijk struikelblok, omdat er veelal sprake is van verlies en/of een restschuld. Bovendien is de leencapaciteit voor een nieuwe woning lager dan voorheen en moet er vanaf 1-1-2013 verplicht worden afgelost. De projecten die in de middencategorie worden aangeboden, zijn vaak gebaseerd op minimale voorverkooppercentages. Om de verkoopdrempel te halen moet veel geïnvesteerd worden in het ‘ontzorgen’ van de koper voor z’n bestaande woning. Het wegnemen van drempels ten aanzien van de bestaande woning en een breed palet aan keuzemogelijkheden zijn belangrijke randvoorwaarden in dit marktsegment. De eigen keuzevrijheid speelt een toenemende tol. Naarmate mensen meer te besteden hebben verwachten zij meer keuzevrijheid en wordt grotere waarde gehecht aan de eigen invulling van de nieuwbouwwoning. In Vathorst wordt inmiddels steeds meer in deze keuzebehoefte voorzien, bijvoorbeeld voor de projecten Jutterseiland, Cre8 en Veenhof. 39 Grondwaarde marktsegment o.b.v. verkoopaantallen 2012 5% appartementen 4% sociale koop 31% rijwoning 29% 2^1 kapwoning vrijstaand 8% vrije kavel 23% 40 Ondanks de ruimere keuzemogelijkheden is de verwachting voor het middensegment de komende jaren niet optimistisch. Het verlies op de verkoop van de bestaande woningen en de strengere hypotheekregels vormen een belangrijke blokkade in een herstel van de markt. Een groei in de afzet is voorlopig nog niet te verwachten. Om de kwaliteit te waarborgen wordt per project een beeldkwaliteitsplan opgesteld, met de mogelijkheden en randvoorwaarden voor de particuliere opdrachtgever. Het beeldkwaliteitsplan kan per project/deelplan verschillen. Het geeft houvast voor het ontwerp van de eigen woning, maar ook een bepaalde mate van kwaliteit-zekerheid over de omliggende vrije kavels. Verwachting t/m 2016: ca. 25-35 woningen per jaar Verwachting t/m 2016: gemiddeld 20-25 kavels/vrijstaande woningen per jaar Dure woningen/vrije kavels (vanaf VON € 325.000) Meer vrije kavels past in het beeld van de huidige tijd met een toenemend aandeel particulier opdrachtgeverschap. Ondanks de krimpende markt is in het duurdere segment sprake van een groeiende afzet van vrije kavels. Het betreft voornamelijk kopers die geen ballast ondervinden van de verkoop van een bestaande woning. De kopers hebben hun woning al verkocht of zijn voldoende financieel onafhankelijk. De verkoop van vrije kavels ligt bij OBV. Het betreft veelal projecten met oorspronkelijke vrijstaande projectwoningen. Deze projecten zijn geannuleerd en omgezet naar vrije kavels. De traditionele (grotere) kavels bedienen het hoogste marktsegment boven de € 500.000 (kavel en woning). Voor veel mensen is dit te duur. Daarom is het vrije kavelaanbod inmiddels verruimd, zodat ook tussen het middelsegment ( tot ca. € 325.000) en de duurdere kavels (vanaf € 500.000) een aanbod beschikbaar is. OBV heeft nieuwe projecten ontwikkeld met kleine kavels en kavels met voorgeprogrammeerde woningtypes. Het project Vrij in een Rij is bedoeld voor kopers die zich niet de luxe van een vrije kavels kunnen periteren, maar wel graag een eigen woning willen ontwerpen. 41 150 Financieringsbehoefte per kwartaal Rentekosten en % per jaar 10 8 140 4,9% 6 130 2,9% 4 120 2 110 0 2010 2011 2012 2013 2008 2009 2,2% 2010 2,9% 2011 2,3% 2012 9. Rente en indexering (€ 25,4 mln) Faseringskosten De faseringskosten bestaan uit rentekosten en het saldo van geprognosticeerde kosten- en opbrengstenstijgingen. De faseringskosten in de grondexploitatie 2013/2014 zijn ten opzichte van de grondexploitatie 2011 met € 27,6 mln. gestegen. Dit saldo is als volgt veroorzaakt: Effect langere looptijd Effect lagere prijsindex Effect lagere rentepercentage Rente kapitaalrekening vennoten (hfd. 11) Totaal - € 41,8 - € 14,1 € 20,5 € 7,8 - € 27,6 mln Langere looptijd In de GREX 2013/2014 is de exploitatieperiode verlengt met 8 jaar. Deze verlenging heeft drie effecten: - Door de lagere jaarlijkse afzet komen er minder inkomsten binnen; Door deze stagnatie in de cashflow verloopt de aflossing trager; - De langere looptijd zorgt ervoor dat over een langere periode rente betaald moet worden. 42 - t/m 2015 2016 vanaf 2016 vanaf 2022 2,5% 3,0% 3,5% 4,5% De bijstelling naar een gemiddeld lagere rente levert een voordeel op van in totaal € 20,5 mln. Prijsindexering kosten en opbrengsten In de concept Grondexploitatie 2011 is voor de resterende planperiode een opbrengstindexering voorzien van + 2,5% per jaar. Dit percentage is in de huidige markt niet realistisch. Voor de periode t/m 1-1-2016 zijn in de GREX 2013/2014 de grondopbrengsten voor alle opbrengstcategorieën constant gehouden en is geen indexering toegepast. Vanaf 1-1-2016 is een prijsindexering 1,5% aangehouden. De kostenbudgetten zijn in 2013 niet geïndexeerd. Voor 2014 en 2015 wordt uitgegaan van een index van 1% en daarna 2%. Het financieel effect van deze index-aanpassing is - € 14,1 mln. Per saldo leiden bovenstaande effecten tot € 41,8 mln hogere rentekosten. Rentekosten In de Grondexploitatie 2011 is voor de rentekosten een percentage aangehouden van 5,5%. Mede op basis van de (nieuwe) langlopende geldleningen, waarmee voor de lange termijn lange rentepercentages zijn vastgelegd, zijn in de GREX 2013/2014 de volgende rentepercentages opgenomen: Financieringsbehoefte De verwachte bankstand per 1-1-2014 is - € 138,0 mln. Dit bedrag is voor € 115,0 mln gefinancierd met langlopende leningen: Langlopende lening € 55,0 mln (3,32%) aflossing t/m 2017 Langlopende lening € 60,0 mln (2,35%), aflossing 2016-2023 Het overige is gefinancierd door middel van een rekening courant. De totale kredietlimiet is € 175,0 mln. 43 10. Risico-reservering (€ 11,6 mln) 44 Woningbouwprogramma De aanpassing van het woningbouwprogramma aan de huidige prijs- en afzetontwikkeling zorgt voor een verlaging van het risicoprofiel van de grondexploitatie. Door de lagere opbrengstwaarde, de vertraagde afzetplanning en de gereduceerde prijsindexering is de haalbaarheid reëler en minder risicovol. Winkelvoorziening De dalende huurprijs voor winkels en de stijgende verkoop via internet leidt tot een verhoogd risico voor de grondopbrengst van de resterende winkelvoorziening. Dit betreft dan de opbrengst voor fase 3 van het hoofdwinkelcentrum (ca. 6.300 m2) en het Buurtwinkelcentrum (ca. 3.500 m2). Desondanks kunnen zich nieuwe risico’s voordoen, omdat de marktontwikkelingen ongewis zijn en de aannames voor een langzaam herstel wellicht toch nog te optimistisch blijken. Voor eventuele prijs- en afzettegenvallers is een risico geraamd van € 5,0 mln. Voor het hoofdwinkelcentrum is een verlaging van de kosten mogelijk door de gebouwde parkeervoorziening om te zetten naar maaiveldparkeren. Indien dit haalbaar blijkt, kan de bijbehorende bijdrage van OBV worden ingezet in grondprijsverlaging. De win-win van lagere bouwkosten en lagere grondkosten biedt perspectief en brengt de financiële haalbaarheid een stap dichterbij. Kantorenlocatie Podium In de GROK zijn specifieke afspraken gemaakt over de afname van kantorenlocatie Podium, waarbij de gemeente Amersfoort de commerciële risico’s draagt. Door de lopende juridische procedure en het niet kunnen/willen afnemen van bouwrijpe grond door VOF Podium liggen de financiële gevolgen van de oninbare vordering vooralsnog wel bij OBV. Voor de fase 6 t/m 8 worden eveneens risico’s voorzien, met name in het licht van de komende herziening van het bestemmingsplan. De noodzaakt van een alternatief programma komt hierdoor naderbij, waarbij een combinatie van woningbouw, voorzieningen en kleinschalige bedrijvigheid een voordehand liggende optie is. De risico’s van een alternatief plan, als gevolg van lagere grondopbrengsten en hogere kosten (o.a. geluidsvoorzieningen) zijn geraamd op € 5,0 mln. De financiële haalbaarheid van het buurtwinkelcentrum is door de hoge grondprijs eveneens kwetsbaar. Temeer daar contractpartner MAB Development heeft aangegeven dat zij hun organisatie gaan afbouwen en het buurtwinkelcentrum inmiddels buiten hun realisatiescope valt. Het risico voor de grondexploitatie is ingeschat op ca. -15% van de restant grondwaarde, zijnde € 1,6 mln. Risicoreservering De risicoposten leiden tot een gecalculeerd risico van € 11,6 mln. Hiervoor is in de grondexploitatie geen reservering meer aanwezig. Deze reservering zal de komende jaren weer opnieuw moeten worden opgebouwd. 45 11. Additionele kapitaalstorting Om tot een financieel sluitende Grondexploitatie 2013/2014 te komen hebben de aandeelhouders van OBV besloten om de eerdere kapitaaluitnames uit 2006 en 2007 van € 18,3 mln te retourneren en aan te wenden voor een additionele kapitaalstorting van € 18,0 mln. De additionele kapitaalstorting vindt plaats in de vorm van een vordering van OBV CV op de commanditaire vennoten, naar rato van de inbrengverhouding. Deze vordering is opeisbaar aan het einde van de exploitatieperiode in 2025. Gedurende deze periode wordt door OBV CV rente in rekening gebracht, die jaarlijks aan OBV betaald moet worden. De rente die in rekening wordt gebracht is gelijk aan de rente van de grondexploitatie. Door de additionele kapitaalstorting en de jaarlijkse rentebetaling is er voor OBV sprake van een sluitende grondexploitatie. 46 47 12. Bijlage financieel overzicht GREX 2013/2014 48 49 50 51 52 Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten Achterliggende documenten 4600449 Vathorst: additionele kapitaalstorting in Reg.nr. OBV (VOORBEREIDING BESLUIT) 11 februari 2014 Ambtelijk contact College van B&W Hoogland (033-469 5091) Lubbinge, Van der Werff, Buijtelaar Binnen het totale afsprakenpakket voor Vathorst is de terugbetaling van eerdere kapitaalopnames essentieel om te komen tot afdekking van het resterende tekort in de actuele grondexploitatie. Via het raadsvoorstel wordt de raad gevraagd te besluiten om af te wijken van de GROK 1998. Het raadsvoorstel houdt verband met de conceptgrondexploitatie Vathorst 2013/2014 die met de raad wordt besproken via een peiling. N.B. De behandeling van dit raadsvoorstel wordt gecombineerd met de behandeling van de peiling over de conceptgrondexploitatie Vathorst 2013/2014 (peiling). Voorbereiding besluit Soort document Raadsvoorstel Omdat de raad in 1998 heeft ingestemd met de GROK en met de voorgestelde vordering daarvan wordt afgeweken wordt het besluit over de additionele kapitaalstorting aan de raad voorgelegd. Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel en zich voor te bereiden op besluitvorming. Na instemming van de raad met de afwijking van de GROK 1998 kan tot ondertekening worden overgegaan van de ‘Overeenkomst additionele kapitaalstorting’ door de directeur van Grondexploitatiebedrijf Amersfoort BV, die daartoe gemachtigd is. Verslag x BIS Raadsstukken Fractie Raadsvoorstel Vathorst additionele kapitaalstorting in OBV x BIS Raadsstukken Fractie Conceptovereenkomst van additionele kapitaalstorting, 14-01-2014 x BIS Raadsstukken Fractie Peiling Grondexploitatie Vathorst 2013/2014 (vanaf 4 februari beschikbaar) x BIS Raadsstukken Fractie Conceptgrondexploitatie Vathorst 2013/2014 (vanaf 4 februari beschikbaar) x BIS Raadsstukken Fractie Raadsinformatiebrief 2013-141 #4600449 v1 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 VATHORST: ADDITIONELE KAPITAALSTORTING IN OBV Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders J.C. Buijtelaar, B.J. Lubbinge, G.J. van der Werff B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit : 28-01-2014 : 11-02-2014 : : Reg.nr. Datum : 4572350 : 21 januari 2014 TITEL Vathorst: additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) BESLISPUNTEN In te stemmen met een additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, zonder die in mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private partijen om bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen in een eventueel verlies van OBV. AANLEIDING Gemeente en vijf ontwikkelende private partijen, verenigd in Vathorst Beheer, werken in een publiek private samenwerking aan de ontwikkeling van Vathorst. Voor deze gebiedsontwikkeling is OBV (Ontwikkelingsbedrijf Vathorst) opgericht waarin beide partijen participeren. De samenwerking is in 1998 vastgelegd in de Grondexploitatie- en Realiseringsovereenkomst (GROK). Sinds die tijd is met voortvarendheid gewerkt aan Vathorst als een ‘wereld van verschil’. Vathorst is een wijk met onderscheidende kwaliteit op terreinen als woningbouw, voorzieningen, openbare ruimte en sociaal-cultureel klimaat. Door de economische crisis en de gevolgen daarvan voor de woningmarkt is de financiële uitvoering van Vathorst rond 2011/2012 ernstig onder druk komen te staan. Dat maakte een herbezinning op de resterende opgave - een derde van de totale wijk - noodzakelijk. Daarom is in de eerste helft van 2012 een traject gestart van onderzoek, overleg en onderhandeling met Vathorst Beheer. We hebben de raad over dit traject, onze inzet, de voortgang en resultaten de afgelopen anderhalf jaar intensief geïnformeerd, met Raadsinformatiebrieven en in de vele besprekingen in De Ronde. Op deze wijze heeft de raad het onderhandelingstraject kunnen ‘meebeleven’ en hebben wij steeds bij de raad kunnen sonderen of we ‘op de goede weg waren’. Als sluitstuk van dit traject hebben wij met onze RIB 2013 – 141 van 19 november jl. de raad ingelicht over het bereikte onderhandelingsresultaat. Op 3 december jl. hebben wij in de Ronde dat resultaat nader toegelicht. Vathorst Beheer en gemeente hebben afspraken gemaakt over hoe te komen tot een sluitende grondexploitatie voor Vathorst. Enerzijds door het nemen van allerlei maatregelen, aan de opbrengstenkant en aan de kostenkant. Anderzijds door de in de jaren 2006/2007 door aandeelhouders gedane kapitaalopnames c.q. genomen winsten terug te betalen aan OBV. Partijen hebben in het onderhandelingstraject afgesproken dat deze terugbetaling de in artikel 4.10 GROK vastgelegde verdeling in een mogelijk verlies van Vathorst tot een bedrag van maximaal € 22 mln. ongewijzigd laat en daarmee niet in mindering op het bedrag van deze verplichting komt. BEOOGD EFFECT Binnen het totale afsprakenpakket voor Vathorst is de terugbetaling van eerdere kapitaalopnames (in de vorm van een vordering) essentieel om te komen de afdekking van het resterende tekort in de actuele grondexploitatie. Het belang daarvan is groot omdat daarmee naar huidige inzichten aan de uitvoering van Vathorst een financieel gezonde basis wordt gegeven en risico’s beheerst kunnen worden. Omdat de raad in 1998 heeft ingestemd met de GROK en met deze vordering daarvan wordt afgeweken, leggen wij ons besluit over de additionele kapitaalstorting aan de raad ter instemming voor. Inlichtingen bij : J.S. Hoogland, SOB/PO, (033) 469 50 91 Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4572350 pagina 2 ARGUMENTEN Een sluitende grondexploitatie als uitgangspunt Met het bereikte onderhandelingsresultaat zullen de volgende aanpassingen in Vathorst worden gedaan: - een marktconform programma voor de resterende 2800 woningen, uitgaande van 30% sociaal en 70% vrije sector; een verschuiving binnen het segment vrije sector naar meer woningen in het goedkope- en middensegment (ten koste van het dure segment) en naar meer vrije kavels; - een behoedzame fasering van de resterende opgave, met verlenging van de exploitatieperiode tot 2026; - een aan de economische situatie aangepaste indexering van kosten en opbrengsten; - besparingen op de algemene kosten van OBV en op uitvoeringskosten civiel werk; - lagere financieringslasten als gevolg van de lage(re) rente; - inzet van de binnen OBV opgebouwde risicovoorziening. In de RIB 2013-141 hebben wij deze aanpassingen nader toegelicht en aangegeven dat dan nog een tekort resteert van € 18 mln. Omdat aandeelhouders blijven streven naar een op zijn minst sluitende grondexploitatie, hebben partijen afgesproken ter afdekking van dat tekort de eerdere kapitaalopnames terug te betalen. Afspraken over terugbetaling juridisch verankerd Binnen de kaders van de PPS voor Vathorst en de gesloten GROK is het van belang dat de gemaakte afspraken juridisch goed worden uitgewerkt en vastgelegd in een aanvullende overeenkomst. Wij hebben Advocaten van der Feltz uit Den Haag gevraagd ons hierin bij te staan. Het resultaat daarvan is terug te vinden in de tussen partijen te sluiten ‘Overeenkomst van Additionele Kapitaalstorting’. Een exemplaar van die overeenkomst is als bijlage toegevoegd. Essentieel hierbij is dat de kapitaalstorting van in totaal € 18 mln. wordt gedaan in OBV CV. Deelnemers in het kapitaal van die CV zijn Vathorst Beheer voor 48%, de Gemeente voor 48% en OBV Beheer BV. Binnen het (juridisch) geheel van de PPS Vathorst is het van belang dat deze verhouding ongewijzigd blijft. Daarom is het nodig dat ook OBV Beheer BV voor zijn deel additioneel kapitaal stort. De verdeling van het totaalbedrag van € 18 mln. is dan als volgt: Vathorst Beheer € 8,64 mln., de Gemeente € 8,64 mln. en OBV Beheer BV € 0,72 mln. OBV Beheer BV heeft aan eigen middelen € 0,42 mln. beschikbaar. Het tekort van € 0,3 mln. zal door beide aandeelhouders elk voor de helft worden bijgestort in de vorm van een zogenaamde agioreserve. Voor zowel Vathorst Beheer als de gemeente gaat het hierbij dus om een bedrag van € 150.000,-. In de te sluiten overeenkomst worden de volgende zaken geregeld: - de eerdere kapitaalopnames worden als additionele kapitaalstorting aangewend; - die kapitaalstorting betreft een totaalbedrag van € 18 mln. in OBV CV; - de verdeling van dit bedrag volgt de verhouding in de deelname van het kapitaal van OBV CV; - de kapitaalstorting komt niet in mindering op de verplichtingen van partijen om tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen in een verlies van OBV bij voltooiing van Vathorst; - feitelijke betaling moet uiterlijk 31-12-2025 plaatsvinden of zoveel eerder als nader is bepaald; - indien gedurende de resterende exploitatieperiode van Vathorst positieve resultaten blijken, zullen partijen in overleg treden over een eventuele bijstelling van de kapitaalstorting; - partijen zullen jaarlijks rente aan OBV betalen over ( het niet voldane bedrag van) de kapitaalstorting; - partijen kunnen tussentijds aflossen; - bij niet voldoen aan de verplichting tot betaling wordt een boete in rekening gebracht; - elke private partij geeft een concerngarantie af, ieder voor het door hem verschuldigde bedrag. De directeur van Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V. ondertekent de overeenkomst namens de gemeentelijke aandeelhouder. Wij hebben inmiddels besloten een garantie te verlenen aan Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V. als de BV wordt aangesproken op betaling van de vordering. Meer evenwichtige risicodeling door afwijking van de GROK Zoals gezegd wordt met deze kapitaalstorting afgeweken van de GROK. In artikel 4.10, derde alinea staat: ‘indien en voor zover de vennoten van OBV mochten besluiten c.q. mochten hebben besloten tot verhoging van het commanditaire kapitaal van OBV, komt elk door een vennoot ingebracht geldbedrag wegens kapitaalverhoging in mindering op diens verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in de vorige alinea’ (dat is de bijdrage in een eventueel verlies tot maximaal € 22 mln.). Vanwege de hoofdelijke aansprakelijkheid van de gemeente voor de financiering van OBV (BNG financieringsarrangement), loopt de gemeente bij een groter verlies dan € 22 mln. het gehele risico voor het meerdere. Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4572350 pagina 3 Bovenop de contractueel vastgelegde afspraak over de € 22 mln. is nu contractueel een afspraak gemaakt over een aanvullende regeling van € 18 mln. waarvoor beide partijen garant staan. Daarmee worden de risico’s voor Vathorst meer evenwichtig gedeeld tussen de samenwerkende partijen. KANTTEKENINGEN Geen onbeperkte risicodeling Onze inzet in de onderhandelingen was een fifty-fifty risicodeling voor het totaal aan risico’s. Gaandeweg het onderhandelingsproces hebben wij ingebracht eerst en alleen voor het bestaande Vathorst nieuwe afspraken te willen maken en niet daarbij ook Vathorst West en Vathorst Noord te betrekken. Dat was voor Vathorst Beheer aanleiding om op dit punt geen verdergaande stappen te zetten dan nu gedaan. Zoals wij dat hebben verwoord in onze RIB 2013-141, vinden wij dat er niettemin sprake is van een evenwichtig en bevredigend onderhandelingsresultaat. Een resultaat waardoor er vertrouwen is dat Vathorst verantwoord kan worden afgerond, zowel in programmatische als in financiële zin. Resterende risico’s beheersbaar Als gevolg van de aanpassingen in Vathorst en uitgaande van een behoedzaam scenario voor de verdere ontwikkeling, zijn de risico’s in hoge mate verkleind. Uiteraard zijn aan de resterende planperiode nog risico’s verbonden, die naar huidige inzichten echter overzienbaar en beheersbaar zijn. De risico’s liggen vooral in de afzet van de resterende gronden voor woningbouw, winkels en kantoren in het gebied Podium. Daarvoor zal de komende jaren binnen de grondexploitatie Vathorst een risicovoorziening - waarvan de omvang is bepaald op € 11 mln.- worden opgebouwd en waarvoor ook mogelijkheden worden gezien. FINANCIËN De financiële gevolgen voor de gemeente vloeien voort uit de verplichting tot de additionele kapitaalstorting en tot het jaarlijks vergoeden van de rente. Bij de additionele kapitaalstorting, inclusief de bijstorting in de vorm van een agioreserve binnen OBV Beheer BV, gaat het om een bedrag van € 8,79 mln. (€ 8,64 mln. + € 0,15 mln.). Aan de vordering wordt binnen de grondexploitatie Vathorst rente toegerekend en dat is dus een kostenpost. Daarom hebben partijen afgesproken deze jaarlijks door partijen te vergoeden aan OBV. Op basis van een gemiddelde rekenrente van 3,5% is dat voor de gemeente (en ook voor Vathorst Beheer) een bedrag van ongeveer € 300.000,- per jaar. De hier genoemde gevolgen zijn binnen de in de Gemeentebegroting gereserveerde bedragen voor tekorten in grondexploitaties op te vangen. In de Gemeentebegroting 2014-2017 zijn daarvoor de noodzakelijke middelen opgenomen. We hebben u daarover geïnformeerd in de RIB 2013-141. De vordering die OBV op de gemeente heeft, zal in de vorm van een financiële voorziening ook in de gemeentelijke Jaarrekening 2013 worden verantwoord. De dekking van deze voorziening is geregeld in de Gemeentebegroting. Over de Jaarrekening 2013 neemt de raad in het voorjaar van 2014 een besluit. VERVOLG Na instemming van de raad met de afwijking van de GROK 1998 ten aanzien van deze kapitaalstorting, kan tot ondertekening worden overgegaan van de ‘Overeenkomst Additionele Kapitaalstorting’ door de directeur van Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V., die wij daartoe gemachtigd hebben. Het onderhandelingsresultaat c.q. de gemaakte afspraken zullen worden verwerkt in een actuele grondexploitatie Vathorst 2013/2014. Wij hebben met de raad afgesproken deze grondexploitatie begin 2014 ter peiling voor te leggen, alvorens aandeelhouders hierover een besluit nemen. BETROKKEN PARTIJEN Private partijen binnen Vathorst Beheer, OBV, Gemeente. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4572350 pagina 4 Bijlagen - overeenkomst additionele kapitaalstorting Gemeente Amersfoort raadsbesluit pagina 1 RAADSBESLUIT Reg.nr .4572350 De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2014, sector SOB/PO (nr.4572350); b e s l u i t: In te stemmen met een additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, zonder die in mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private partijen om bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen in een eventueel verlies van OBV. Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier de voorzitter Gemeente Amersfoort RAADSINFORMATIEBRIEF 2013-141 Van Aan Portefeuillehouder : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad Wethouder B.J. Lubbinge, Wethouder B. van der Werff, : Wethouder H. Buijtelaar Reg.nr. Datum : 4525673 : 19 november 2013 Programma 7. Ruimtelijke : ontwikkeling TITEL[info1] Onderhandelingsresultaat Vathorst KENNISNEMEN VAN[info2] Het onderhandelingsresultaat Vathorst en de vervolgstappen. AANLEIDING[info3] In onze Raadsinformatiebrief 2013-109 van 24 september en in de openbare bijeenkomst van De Ronde op 8 oktober jl. spraken wij de verwachting uit dit najaar het onderhandelingsresultaat Vathorst aan de raad te kunnen voorleggen. Bestuurlijke vertegenwoordigers van beide aandeelhouders van OBV - Vathorst Beheer en gemeente hebben onlangs afspraken gemaakt waardoor een voor beide partijen aanvaardbaar onderhandelingsresultaat is bereikt. Met deze RIB informeren wij de raad over de gemaakte afspraken en de vervolgstappen. KERNBOODSCHAP [info4] Vathorst Beheer en gemeente hebben overeenstemming bereikt over hoe te komen tot een sluitende grondexploitatie Vathorst. Daarnaast zijn procesafspraken gemaakt voor de verdere samenwerking. Met dit onderhandelingsresultaat is de weg vrij gemaakt om gezamenlijk als aandeelhouders een actuele en sluitende grondexploitatie 2013/2014 vast te stellen. Passend bij de actualiteit van de opgave kan nu verder gewerkt kan worden aan de voltooiing van Vathorst. HOOFDLIJNEN ONDERHANDELINGSRESULTAAT Wij geven hierna onder 1 t/m 8 op hoofdlijnen een beschrijving van het onderhandelingsresultaat. Voor de goede orde merken wij op dat het bij de gemaakte afspraken over aanpassingen in de grondexploitatie - de punten 1 tot en met 6 - altijd gaat om aanpassingen in vergelijking met de grondexploitatie 2011. Dat is de laatst vastgestelde en sluitende grondexploitatie Vathorst. Zoals u bekend, hebben aandeelhouders daarna geen nieuwe grondexploitatie vastgesteld in afwachting van de resultaten van het proces van overleg, onderzoek en onderhandeling. Daarmee is in de eerste helft van 2012 een aanvang genomen en dat is nu tot een afronding gekomen. Als bijlage treft u bij deze RIB aan het document ‘Procesafspraken Vathorst’ d.d. 9 oktober 2013 (zie ook punt 7). Inlichtingen bij : J.S. Hoogland, SOB/PO, (033) 469 50 91 Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 2 [info5] 1. Woningbouwprogramma en grondwaarden, fasering en indexering Marktconform woningbouwprogramma met bijbehorende grondwaarden Met verwijzing naar onderstaande tabel, is ten opzichte van de grondexploitatie 2011 het woningbouwprogramma bijgesteld door een verschuiving van een deel van het dure woningsegment naar het goedkopere deel (vooral het middensegment), door meer vrije kavels in het programma op te nemen en door een marktconforme verlaging van te hoge grondwaarden. Dat leidt per saldo tot een verlaging van opbrengsten in de grondexploitatie voor een bedrag van € 49,2 mln. Bijstellingen woningbouwprogramma concept GREX 2013/2014 VON prijs sociale sector -huurwoningen -koopwoningen vrije sector -goedkoopsegment -middensegment -duursegment totaal tot € 185.000 tot € 220.000 tot € 280.000 vanaf € 280.000 GREX 2013/14 % GREX 2011 % verschil 1717 1194 2911 17,6% 12,2% 29,8% 1746 1225 2971 17,4% 12,2% 29,6% -29 -31 -60 1711 1999 3153 6863 17,5% 20,5% 32,3% 70,2% 1229 1762 4059 7050 12,3% 17,6% 40,5% 70,4% 482 237 -906 -187 9774 100,0% 10021 100% -247 Fasering aangepast aan onzekere situatie op de woningmarkt Gezien de onzekerheden op de woningmarkt is gekozen voor een behoedzaam scenario. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een gemiddelde productie van 150 woningen per jaar, daarna stapsgewijs oplopend naar 250 à 300 woningen per jaar. Zie ook de volgende tabel. Dat betekent dat de exploitatieperiode voor Vathorst ten opzichte van de grondexploitatie 2011 met 8 jaar verlengd wordt naar 2025. Dit is een forse verlenging, met als consequentie ook fors hogere renteen apparaatskosten. In zijn totaliteit zijn die geraamd op een bedrag van € 50,9 mln. Een behoedzaam scenario houdt ook in dat een mogelijk aantrekkende woningmarkt – waardoor bijvoorbeeld het productietempo naar boven kan worden bijgesteld - al snel een positief effect heeft op de grondexploitatie. De vulling van de risicovoorziening komt dan als eerste in beeld (zie ook punt 6). Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 3 Planning woningbouw concept GREX 2013/2014 GREX 2013/2014 GREX 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 58 94 156 157 176 162 170 201 246 257 260 331 329 262 408 488 531 578 590 511 -350 -394 -375 -421 -414 -349 170 201 246 257 260 331 329 262 totaal 2859 3106 -247 jaar verschil Indexering van opbrengsten en kosten aangepast aan actuele situatie De indexering van de opbrengsten is tot en met 2016 op nihil gezet en vanaf 2017 op 1,5%. Ten opzichte van 2011 is dit een lagere indexering met als gevolg een minder sterke stijging van opbrengsten dan eerder geraamd. De kostenindex voor uitvoering van werk is ook naar beneden bijgesteld, met als gevolg lagere kosten dan geraamd in 2011. Per saldo leveren deze bijstellingen een negatief effect op van € 14,2 mln. 2. Algemene kosten OBV en uitvoering van werk Algemene kosten OBV naar beneden De OBV organisatie wordt verder aangepast en afgestemd op de aard en omvang van de resterende opgave voor Vathorst. Zowel in personele als in budgettaire zin kan OBV de komende jaren met (steeds) minder toe. Hier ligt vooral een relatie met de nieuwe procesafspraken voor de samenwerking, die leiden tot meer efficiency en lagere planontwikkelingskosten (zie ook punt 7). Tezamen met het onder één dak brengen van de informatie- en kantoorfunctie van OBV en het inboeken van de opbrengstwaarde van het kantoor, levert dit een besparing op van € 6,2 mln. Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 4 Besparingen op kosten uitvoering van werk: Al in 2012 bleek dat (taakstellende) besparingen voor een bedrag van € 8,2 mln. mogelijk zijn, onder meer vanwege dalende uitvoeringsprijzen. De afgelopen tijd is opnieuw kritisch gekeken naar het nog uit te voeren werk met bijbehorende posten. Dat levert besparingen op. In de volgende tabel is dat nader uitgewerkt. Voor een tweetal posten was in de grondexploitatie geen budget voorzien, namelijk voor de realisering van warmte/koudeopslag voor circa 250 woningen in de Bron (de helft van die kosten komen ten laste van de grondexploitatie, de andere helft ten laste van de woningen) en voor de aanleg van een brug tussen Vathorst en Vathorst Noord (interne verbinding). Per saldo wordt hiermee een aanvullende besparing bereikt van € 5,1 mln. Ten opzichte van 2011 kan daarmee voor een totaalbedrag van € 13,3 mln. als besparing worden ingeboekt zonder hiermee afbreuk te doen aan de (duurzame) kwaliteit van Vathorst. Overzicht Kostenreductie concept GREX 2013/2014 bedrag (* mln) prijs- en aanbestedingsvoordelen Projectresultaat Bedrijventerrein fase I aanbestedingsvoordeel Laak 2a vrijval budget botenproject -1,5 -1,0 -0,4 hercalculatie resterende projectopgave raming geluidswal kabels en leidingen grondwaterontrekkingsbelasting vrijval budget nazorg/herstel vrijval sloopbudget vrijval post onvoorzien -3,6 -1,5 -1,0 -0,6 -0,6 -2,1 planwijzigingen vervallen brug Laak 3 extra budget bruggen Laakzone kostenbijdrage aanleg warmte/koudeopslag -0,4 0,3 1,5 taakstellende besparingen taakstellende besparingsdoelstelling -2,4 Totaal -13,3 Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 5 3. Lagere financieringslasten door lagere rente Als gevolg van de lagere marktrente is het rentepercentage op (BNG) leningen ter financiering van OBV activiteiten bijgesteld van gemiddeld 5% naar 3,5%. Dit leidt tot lagere financieringslasten binnen de grondexploitatie voor een bedrag van € 20,5 mln. 4. Inzet opgebouwde risicovoorziening Vanaf de start van Vathorst is een risicovoorziening opgebouwd om risico’s binnen de grondexploitatie te kunnen opvangen. Voor een belangrijk deel zijn dat risico’s die betrekking op de realisering van het woningbouwprogramma met bijbehorende grondwaarden. Deze risicovoorziening was in 2011 gevuld met een bedrag van € 45,5 mln. De afgelopen jaren zijn vanwege de situatie op de woningmarkt de woningprijzen aanzienlijk gedaald, gemiddeld met ongeveer 20%. Daardoor zijn ook de relatief hoge grondwaarden in Vathorst niet langer realistisch en zullen deze naar rato ook naar beneden moeten worden bijgesteld. Omdat de risicovoorziening voor dit soort situaties is bedoeld, wordt deze voorziening binnen het actuele exploitatiebeeld vrijgemaakt en in zijn geheel ingezet . 5. Exploitatiesaldo Vathorst naar - € 18 mln. De bijstellingen onder 1 hebben binnen de grondexploitatie opgeteld een negatief effect van in totaal € 114,3 mln. De bijstellingen onder 2, 3 en 4 hebben opgeteld een positief effect van in totaal € 85,5 mln. Per saldo is dat een bedrag van - € 28,8 mln. Dit zijn zogenaamde nominale bedragen, dat wil zeggen in geldwaarde uitgedrukt op basis van het eindresultaat in 2025. Om het saldo van de actuele grondexploitatie 2013/2014 te bepalen moet het nominale eindresultaat (€ 28,8 mln.) omgerekend worden naar de netto contante waarde (NCW) per 2013. Die NCW bedraagt - € 18 mln. waarmee de omvang van het actuele exploitatietekort over de periode 2013 tot 2025 is bepaald. Inde volgende tabel is het nieuwe exploitatiebeeld samengevat. Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 6 Overzicht mutaties concept GREX 2013/2014 (* € mln) planning verlenging exploitatieperiode kosten en opbrengsten bijstelling woningbouwprogramma vrijval risicoreservering kostenbesparing budget WKO en brug Laak 2 besparing algemene kosten OBV rente- en faseringskosten bijstelling indexering gevolgen vertraging en verlenging bijstelling rekenrente financiering nominale financieel effect Netto contante waarde (NCW) mutaties grex 2012 mutaties grex 2013/14 totaal + 3 jr + 5 jr -18,3 30,5 8,2 € 20,4 -30,9 15,0 6,9 -1,8 6,2 € -4,6 -49,2 45,5 15,1 -1,8 6,2 15,8 -8,1 -19,2 6,3 € -21,0 -6,1 -31,7 14,2 € -23,6 -14,2 -50,9 20,5 -44,6 -0,6 € -28,2 -28,8 € -18,0 6. Afspraken over een sluitende grondexploitatie en over resterende risico’s Aandeelhouders onderkennen de noodzaak en het belang van een sluitende grondexploitatie en dat het actuele exploitatiebeeld – een tekort van NCW € 18 mln.- daarom om aanvullende maatregelen vraagt. Wij hebben met Vathorst Beheer afgesproken daarvoor de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie - als zijnde te vroeg genomen voorschotten op het eindresultaat- als volgt in te zetten: Sluitende grondexploitatie de in 2006/2007 door beide aandeelhouders genomen winsten (totaalbedrag van € 18,3 mln.) worden gebruikt om het tekort van € 18 mln. in de grondexploitatie 2013/2014 af te dekken; dat gebeurt in de vorm van een vordering van OBV op beide aandeelhouders, elk voor € 9 mln.; de vordering van € 9 mln. per aandeelhouder dient door de aandeelhouders te worden terugbetaald, in ieder geval uiterlijk bij voltooiing van Vathorst; aan de vordering wordt jaarlijks de binnen de grondexploitatie gehanteerde rekenrente toegerekend die door aandeelhouders vanaf 1 januari 2014 jaarlijks vóór 31 december van elk jaar aan OBV wordt vergoed (op basis van 3,5% is dat per aandeelhouder ca. € 300.000,-); de marktpartijen binnen Vathorst Beheer geven ieder een concerngarantie af aan OBV, ter zekerstelling van deze vordering van in totaal € 9 mln.; Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 7 de vordering van € 9 mln. van OBV op elk der aandeelhouders staat los van en naast de in de artikel 4.10 GROK vastgelegde 50-50% deling in een mogelijk verlies bij voltooiing van Vathorst tot een bedrag van maximaal 22 mln.; deze afspraken zullen nader worden uitgewerkt in een tussen partijen te sluiten overeenkomst. Resterende risico’s Voor de resterende planperiode doen zich nog wel risico’s voor, die vooral liggen in de afzet van resterende gronden voor woningbouw, voor winkels en voor kantoren in het kantorengebied Podium. Voor deze risico’s in de grondexploitatie is het nodig de komende jaren een voorziening op te bouwen, waarvan het totaalbedrag nu gecalculeerd wordt op € 11 mln. In de eerste plaats en vooral door kansen te benutten om het behoedzame afzettempo te verhogen, met daarnaast aanvullende mogelijkheden voor kostenreducties op uitvoering van werk, gunstige aanbestedingen en prijsvoordelen. Bij de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie zullen de resultaten daarvan financieel worden vertaald. 7. Nieuwe procesafspraken voor de samenwerking in Vathorst Partijen hebben nieuwe afspraken gemaakt over de samenwerking die passen bij de actualiteit van de huidige opgave voor Vathorst, met een verscherpte focus op risicobeheersing, doorlooptijd en markt. Die afspraken zijn neergelegd in het document ‘Procesafspraken Vathorst’ van 9 oktober 2013, dat u als bijlage aantreft. Belangrijke onderdelen van die afspraken zijn de wijze van gronduitgifte in relatie tot harde afspraken over grondafname dan wel teruggave van projecten . Op basis daarvan kan aan derden ontwikkelaars de gelegenheid worden geboden projecten te ontwikkelen in Vathorst. Daarmee heeft OBV een breder spectrum aan mogelijkheden voor en ontstaat meer zekerheid over het verkrijgen van de noodzakelijke opbrengsten. Periodiek zullen deze procesafspraken worden geëvalueerd. 8. Verdere afspraken Versterken rol aandeelhouders Vanwege de sterk veranderende marktomstandigheden en de effecten daarvan voor de resterende opgave voor Vathorst hebben aandeelhouders - na een intensief proces van bijna 2 jaar onderzoek, overleg en onderhandeling – ook voor het vervolg afgesproken actief en nauwlettend de vinger aan de pols te houden. Meer specifiek willen aandeelhouders hun sturende en toezichthoudende rol binnen OBV meer gezamenlijk - met als uitgangspunten transparantie en integraliteit- inhoud en vorm geven. Daartoe zal de inrichting van de grondexploitatie Vathorst worden aangepast, waardoor het ook mogelijk is op de uitvoering van die rol meer toegesneden managementrapportages te presenteren. Hier ligt ook een belangrijke rol voor de stuurgroep Vathorst. Dat alles in het besef dat de voltooiing van Vathorst een bijzondere inspanning vraagt. In dat kader hebben aandeelhouders ook besloten nader te bekijken of de huidige overlegstructuur nog verder kan worden gestroomlijnd. Geen afspraken over Vathorst West en Noord De nu gemaakte afspraken hebben alleen betrekking op Vathorst Bestaand. Over Vathorst West en Noord zijn in dit onderhandelingstraject géén afspraken gemaakt . Wij hebben Vathorst Beheer meegedeeld dat wij eerst met de gemeenteraad zullen bespreken hoe nu verder om te gaan met Vathorst West en Vathorst Noord. Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 8 BEOORDELING ONDERHANDELINGSRESULTAAT Evenwichtig en bevredigend Wij kunnen instemmen met het totale pakket maatregelen binnen de grondexploitatie Vathorst, met de wijze waarop voorzien wordt in een sluitende grondexploitatie en met de nieuwe procesafspraken voor de samenwerking We vinden dit een evenwichtig pakket voor beide aandeelhouders. Voor ontwikkelende en bouwende partijen is het van belang dat het woningbouwprogramma is aangepast aan de marktvraag met daarbij passende grondwaarden. Daarmee kunnen zij tegemoet komen aan de vraag van de (woning)consument en betere afnamegaranties aan OBV bieden. Voor de langere termijn wordt perspectief op productie geboden. Onze inzet was er primair op gericht de grondexploitatie Vathorst en OBV financieel ‘op orde te brengen en te houden’ met het oog op een financieel gezonde en beheersbare basis voor de verdere ontwikkeling van Vathorst. Dat is nu met een bevredigend resultaat gebeurd. We hebben nieuwe afspraken gemaakt over de resterende risico’s, hoe daarmee om te gaan en hoe die te delen. Naast de in de GROK vastgelegde risicodeling in geval van tekorten bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van € 22 mln. , hebben we daar bovenop afspraken gemaakt over een aanvullende voorziening voor een bedrag van € 18 mln. ten gunste van de grondexploitatie. Dat in de vorm van een vordering van OBV op partijen (zie punt 6). Gegeven de productierechten die partijen binnen Vathorst Beheer (VB) hebben, zijn de afspraken over planontwikkeling en afname van gronden aangescherpt met mogelijkheden voor OBV – in geval van teruggave door VB partijen - derden ontwikkelaars in te schakelen. Het woningbouwprogramma is aan de huidige woningmarkt aangepast, waarbij Vathorst Beheer productierechten heeft afgestaan ten gunste van meer vrije kavels. Het pakket is ook evenwichtig en bevredigend vanuit het gezamenlijke belang om te blijven werken aan de ontwikkeling van een duurzame wijk Vathorst. De nu gemaakte afspraken waarborgen dat we op kwalitatief verantwoorde wijze ‘een wereld van verschil’ in Vathorst realiseren, als aantrekkelijke plek om te leven en te wonen. Wij zullen de komende tijd het afsprakenpakket nog nader op zijn juridische merites (laten) beoordelen en uitwerken, in het bijzonder ook op het punt van de te sluiten overeenkomst inzake de vordering van OBV op aandeelhouders van € 18 mln. (zie punt 6). Jaarlijkse herziening van de grondexploitatie Wij willen hierbij niet onvermeld laten dat de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie Vathorst het kader vormt waarbinnen de komende jaren aandeelhouders sturing geven aan de ontwikkeling van Vathorst. Dat betekent concreet dat elk jaar nieuwe ontwikkelingen op hun effecten zullen worden verwerkt in de grondexploitatie waarover aandeelhouders op gebruikelijke wijze besluiten zullen nemen. Wij hebben afgesproken de raad te raadplegen over de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie. CONSEQUENTIES VOOR DE JAARREKENING OBV/GEMEENTEBEGROTING Na verwerking van het onderhandelingsresultaat in een actuele en sluitende grondexploitatie, vast te stellen door de aandeelhouders, kunnen aan de accountant van OBV de Jaarrekeningen van 2012 en 2013 van OBV worden voorgelegd met het oog op het verkrijgen van goedkeurende verklaringen. Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4525673 pagina 9 Daarmee zijn ook de gemeentelijke risico’s zoals die voortvloeien uit de afspraken over de vordering van € 9 mln. (zie punt 6) in relatie tot de Gemeentebegroting duidelijk en financieel op te vangen Die risico’s bewegen zich binnen de in de gemeentebegroting gereserveerde bedragen voor tekorten in grondexploitaties. In de Gemeentebegroting 2014-2017 zijn daarvoor de noodzakelijke middelen opgenomen. De vordering van € 9 mln. van OBV op de gemeente zal in de gemeentelijke Jaarrekening 2013 als last worden opgenomen door de vorming van een voorziening. Wij willen dit bedrag dekken door binnen de Reserve Afdekking Kapitaallasten – waarvan de omvang ongeveer € 50 mln. bedraagt en de looptijd ruim 30 jaar - een bedrag van € 9 mln. vrij te maken. Dat is te realiseren door jaarlijks € 0,7 mln. minder te onttrekken aan deze reserve dan in de gemeentebegroting is voorzien. Het structurele nadeel daarvan kan worden opgevangen door de gedeeltelijke inzet van de hiervoor bestaande stelpost ‘risico’s grondexploitaties’. Aan de in de jaarrekening in te stellen voorziening wordt jaarlijks gemiddeld 3,5% rente toegevoegd. Dit kan worden opgevangen binnen het geheel van de totale rente-exploitatie. HET VERVOLG Met deze Raadsinformatiebrief informeren wij u over de gemaakte afspraken als resultaat van de gevoerde onderhandelingen. Zoals past bij ons bestuurlijk handelen, maken wij afspraken voor zover aan de orde ‘onder voorbehoud van instemming van de raad’. Daarom leggen wij deze aan u ter beoordeling voor. We kunnen ons goed voorstellen dat er bij de raad behoefte is aan een nadere toelichting op en het kunnen stellen van vragen over het bereikte onderhandelingsresultaat. Daarom is ons voorstel om eerst op korte termijn een informatieve bijeenkomst met de raad te houden (daar ook voldoende tijd voor te nemen) en daarna het onderhandelingsresultaat voor debat met de raad voor De Ronde te agenderen. Aandeelhouders hebben OBV gevraagd het onderhandelingsresultaat in een actuele grondexploitatie Vathorst 2013/2014 te verwerken. Daar is nog enige tijd mee gemoeid. Met de raad is afgesproken dat de raad over ingrijpende aanpassingen van de grondexploitatie gepeild wordt. Wij streven ernaar dat te doen in de loop van januari 2014. BETROKKEN PARTIJEN Vathorst Beheer, OBV, gemeenteraad, provincie Utrecht Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester Procesafspraken Vathorst OBV, 9 oktober 2013 2 inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Inleiding Gebiedsontwikkeling en grondexploitatie Gronduitgifte Betrokkenheid derden Woningbouwontwikkeling Kwaliteitsbewaking en toetsing Vrije kavels Beheer openbare ruimte Overleg en rapportage 3 1. Inleiding De huidige marktomstandigheden en de verscherpte focus op risicobeheersing , doorlooptijd en markt hebben invloed op de samenwerking binnen Vathorst en de positie van OBV daarbinnen. Hierdoor is het nodig processen te herijken, passend bij de actualiteit van dit moment. In deze notitie zijn de belangrijkste procesafspraken genoteerd. Voor sommige thema’s is gekozen voor een andere aanpak, die beter aansluit bij de gewijzigde omstandigheden. Hiervoor zijn nieuwe procesafspraken gemaakt. De contouren hiervan zijn vastgelegd in deze notitie. Per thema (8 in totaal) zijn puntsgewijs de hoofdlijnen beschreven, die desgewenst nader kunnen worden uitgewerkt. Door de omstandigheden en gesprekken is er de afgelopen jaren al veel veranderd in de manier van samenwerken. Veel van de beschreven thema’s worden al uitgevoerd zoals opgeschreven. Desondanks is het goed om dit nogmaals te markeren. Deze procesafspraken gelden voor de resterende opgave voor Vathorst. Voor een deel gaat het dan om de uitwerking van projectgebieden (bouwenveloppen) binnen eerder vastgestelde stedenbouwkundige kaders (De Bron, Laak 2A en De Velden 1F), voor een ander deel om nieuwe stedenbouwkundige plannen (voor de Laak 2B en Laak 3), gevolgd door de uitwerking van projectgebieden. VB heeft de resterende ontwikkeling binnen Vathorst opgedragen aan 033NieuweWonen (033NW) -waarin alle VB-partners participeren- en laat zich dus voor de feitelijke ontwikkeling door 033NW vertegenwoordigen. De inhoud van dit document is tot stand gekomen in samenwerking met vertegenwoordigers van Vathorst Beheer (VB) en de gemeente Amersfoort. 2. Gebiedsontwikkeling en grondexploitatie Hoofdtaken OBV • gebiedsontwikkeling en vastgoedprogrammering: stedenbouwkundige kaders/plannen (hoofdopzet, globaal, flexibel); programma (gedifferentieerd, marktconform, onderscheidend) • sturen op kwaliteit, binnen vooraf vastgestelde kaders en daarover rapporteren aan de aandeelhouders • bouw- en woonrijp maken • gronduitgifte • gebiedsmarketing en –communicatie, bewonerscommunicatie • (tijdelijk) beheer • grondexploitatie (financiële sturing en risicobeheersing) opgesteld, passend bij het uitgiftetempo; - Beeldkwaliteitsplan: de beoogde sfeer en identiteit van de architectuur en de openbare ruimte. Toetsingskader voor uitwerking woningbouw en openbaar gebied. Dit document is globaal van opzet en geeft de essenties aan . - Uitwerkingsplan: planologische/juridische kader; - Civieltechnische uitgangspunten, matenplan en bestek: technische uitgangspunten en randvoorwaarden voor woningbouw (maaiveldhoogte, riolering, nuts) en openbaar gebied (water, verharding, groen, verlichting, etc.); - Productieverdeling en bouwenveloppen. Randvoorwaarden/input - Bestemmingsplan Vathorst - Ontwikkelingsplan Vathorst (duurzaamheid, sfeer, identiteit, landschap) - Standaard programma van eisen openbare ruimte - Grondexploitatie - Waterstructuurplan - Verkeer, parkeren, hindercontouren, flora/fauna, geluid, grondbalans Proces Het maken van stedenbouwkundige plannen vindt plaats in samenwerking met VB (partners) , de gemeente en het Kwaliteitsteam Vathorst, bij voorkeur in workshops en zo nodig in parallelsessies. Hiervoor wordt een aparte overlegstructuur afgesproken, zodat met voldoende voortvarendheid en betrokkenheid het beoogde eindresultaat kan worden bereikt. De eindproducten worden onder regie van OBV na inbreng van bovengenoemde partijen opgesteld. Stedenbouwkundig plan Op basis van bovenstaand takenpakket is OBV o.a. verantwoordelijk voor het maken van stedenbouwkundige plannen en de verdere uitwerking hiervan. Eindproducten: - Stedenbouwkundig plan dat op hoofdlijnen een visie geeft op het beoogde eindbeeld; - Inrichtingsplan, met een nadere uitwerking van de verkaveling tussen openbaar en uitgeefbaar gebied. Het inrichtingsplan wordt gefaseerd Een stedenbouwkundig plan wordt vastgesteld in de Stuurgroep/AvA. Aandachtspunten - Voldoende globaliteit in de planvorming, zodat er in een latere fase ruimte en flexibiliteit overblijft voor de opstalontwikkeling; - Betrokkenheid van inbreng vanuit de markt/consument; - Voldoende mandaat voor alle betrokkenen. 4 3. Gronduitgifte Op basis van het stedenbouwkundig plan worden uitgeefbare projectengebieden (bouwenveloppen) omlijnd. OBV is verantwoordelijk voor de uitgifte van deze gebieden, rekening houdend met o.a. fasering en productierechten. 5 - Een bouwenvelop bestaat uit de volgende componenten: - Uitgeefbaar gebied en concept stedenbouwkundige verkaveling; - Richtinggevend woningbouwprogramma; - Minimale grondprijs GREX; - Stedenbouwkundige beeldkwaliteit; - Planning en afnameschema GREX; - Overige randvoorwaarden (parkeernorm, GPR, politiekeurmerk, etc). Bovenstaande aspecten worden door OBV per project/bouwenvelop op hoofdlijnen nader uitgewerkt in een Uitgangspuntennotitie (zie hoofdstuk 5). Deze uitgangspuntennotitie is leidraad en toetsingskader voor het vervolgproces. Aanbieding projectgebieden/bouwenvelop - OBV zorgt voor de verdeling van de productierechten over de projectgebieden; - OBV zorgt voor aanbieding van een projectgebied/bouwenvelop aan de geselecteerde productiehouder van VB. Deze aanbieding is inclusief de hierna beschreven Uitgangspuntennotitie; - De productiehouder bepaalt binnen 3 maanden of hij de bouwenvelop kan/wil aannemen. Binnen deze periode van 3 maanden vindt overleg plaats tussen OBV en VB over de actualiteit van de oorspronkelijke componenten van de bouwenvelop. OBV zorgt voor een bijstelling van de aanbieding van de bouwenvelop, indien dit gezamenlijk gewenst wordt geacht. Acceptatie en afname bouwenvelop - Indien VB de bouwenvelop accepteert, dan worden de afnamecondities door OBV in een prijsafsprakenbrief vastgelegd. Deze prijsafsprakenbrief, met de Uitgangspuntennotitie als bijlage, - - wordt binnen de gestelde termijn van 3 maanden door VB, als blijk van instemming mede getekend. VB heeft vervolgens 12 -15 maanden de tijd om de bouwenvelop te ontwikkelen en in de markt te zetten; De grondafname vindt plaats conform het afnameschema van de GREX; Indien VB de bouwenvelop afwijst, dan is OBV vrij om deze aan derden aan te bieden. Hiervoor geldt de werkwijze zoals opgenomen in hoofdstuk 4; VB heeft de mogelijkheid om de afname uit te stellen tegen betaling van een rentevergoeding. De rentevergoeding is gelijk aan de rentevoet van de GREX. Herontwikkeling of ontbinding - Bij onvoldoende verkoop heeft VB de mogelijkheid de bouwenvelop te herontwikkelen of te ontbinden, binnen de kaders van de oorspronkelijke Uitgangspuntennotitie en prijsafsprakenbrief. - Indien VB de bouwenvelop binnen de periode van 12-15 maanden annuleert en teruggeeft aan OBV, wordt hiervoor geen aanvullende vergoeding gerekend; - Wil VB het project herontwikkelen en ontbinden na 15 maanden, dan betaalt VB vanaf dat moment een reserveringsvergoeding, ter dekking van de financiële schade van de GREX; De reserveringsvergoeding is gelijk aan de indexering van de GREX. - Het uiterste beslismoment van een eventuele ontbinding wordt in de prijsafsprakenbrief vastgelegd. Op het uiterste beslismoment wordt een project terug gegeven aan OBV of garandeert VB de grondafname. - Ingeval er sprake is van ontbinding en teruggave onder minder gunstige condities dan de oorspronkelijke bouwenvelop, ontvangt OBV een aanvullende vergoeding, gebaseerd op redelijkheid en billijkheid. - Herontwikkeling en/of ontbinding vindt plaats binnen de termijnen/condities en de betaling van een rente- en/of reserveringsvergoeding, zoals vastgelegd in de prijsafsprakenbrief. 4. Betrokkenheid derden De woningbouwproductie in Vathorst wordt door OBV toegewezen aan de productie- en claimhouders. Er kunnen situaties ontstaan, waarbij de productie- of claimhouders een toegewezen project aan OBV teruggeven. OBV kan dan andere ontwikkelaars benaderen voor het betreffende project. Bij de inzet van derden-ontwikkelaars werkt OBV eveneens met de systematiek van de bouwenvelop, uitgangspuntennotitie en prijsafsprakenbrief. Richtinggevend kader De vigerende grondexploitatie is het uitgangspunt, waaronder begrepen de verkaveling, programmering, grondwaarden, planning , index etc. Dit geldt eveneens voor de na te streven kwaliteitsambitie, zoals vastgelegd in stedenbouwkundige plannen, uitwerkingsplannen etc. Samenwerking derden Uitgangspunt voor samenwerking met andere ontwikkelaars: • Maatgevend is het realiseren van de taakstellende grondwaarde (GREX) en beeldkwaliteit. Beide minimaal conform de voorwaarden aan vaste productiehouders; • De (herziene) afnameplanning wordt afgeleid van de GREX; • Het programma is door de ontwikkelaar (samen met OBV) nader uit te werken; • OBV zal de bouwenvelop in beginsel in concurrentie op de markt brengen (meerdere partijen). • Indien OBV over een bouwenvelop rechtstreeks met één partij afspraken wenst te maken, vindt vooraf overleg plaats met een vertegenwoordiger van beide aandeelhouders; • OBV rapporteert aan de Stuurgroep (hoofdstuk 9) over de inzet van derden ontwikkelaars; • De processtappen met derden-ontwikkelaars worden op een vergelijkbare manier doorlopen als met vaste productiehouders. 6 Nadere besluitvorming Indien mocht blijken dat OBV met een andere ontwikkelaar de taakstellende grondwaarde en kwaliteit niet kan realiseren, dan volgt nadere besluitvorming over het project door de aandeelhouders. 5. Woningbouwontwikkeling 7 Uitgangspuntennotitie Belangrijk is dat de uitgangspunten voor de woningbouwontwikkeling helder en eenduidig zijn en hiermee ook de toetsingskaders. Deze worden door OBV samengevat in een Uitgangspuntennotitie en komen voort uit de in hoofdstuk 2 benoemde eindproducten en de Grondexploitatie. De opzet van de uitgangspuntennotitie is beschreven in hoofdstuk 3. Meer ruimte en verantwoordelijkheid voor de ontwikkelaar stelt uiteraard ook een aantal eisen aan de capaciteit en ervaring. Er moet sprake zijn van voldoende kwaliteitsnotie, mandaat/ruimte voor creativiteit en eigen verantwoordelijkheid, zodat iedereen in zelfstandigheid z’n werk kan doen. Indien geen gezamenlijk resultaat bereikt kan worden, vindt overleg plaats op directieniveau. Woningbouwontwikkeling Aan de hand van de Uitgangspuntennotitie zal de opstalontwikkelaar de ontwikkeling oppakken en uitwerken. OBV bewaakt de planning en stuurt op de stedenbouwkundige kwaliteitsaspecten mede in relatie tot het bouwenvelop/woningbouwniveau, terwijl VB stuurt op het marktconform ontwikkelen van de bouwenvelop/woningbouw mede in relatie tot de stedenbouwkundige aspecten. Ontwerpteam 033NW Het planproces en de samenwerking tussen OBV en 033NW krijgt concreet gestalte in de vorm van een zgn. Ontwerpteam: Verantwoordelijkheid voor de ontwikkelaars De Uitgangspuntennotitie geldt als afsprakenkader voor de woningbouwontwikkeling, met daarbinnen een voldoende vrijheid en eigen verantwoordelijkheid voor de ontwikkelaars: • door het op een hoger abstractieniveau formuleren van de stedenbouwkundige kaders en daarmee de essentie van het deelplan/de bouwenvelop te identificeren, ontstaat meer ruimte binnen het beoogde kwaliteitsniveau; • vrijheid in de opgave van de woningbouwinvulling en mogelijke verdichting/verdunning, passend binnen een lumpsum grondprijs en gemeentelijke randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld de parkeernorm, passend binnen de uitgangspunten; • Vroegtijdige toetsing van de prijs-kwaliteitverhouding (stedenbouwkundig plan vs. bouwprogramma) en integratie van stedenbouw en architectuur. Samenstelling OBV: 1 procesmanager O33NW: 1-2 ontwikkelaars Vertegenwoordiger Toetsteam en/of architect (indien gewenst) Taken • onderling afstemmen en tot stand brengen van uitgangspuntennotitie per projectgebied/bouwenvelop • afstemming woningontwerpen • afstemming ontwerp met raakvlakken openbaar/privé en daarmee samenhangende inrichting openbare ruimte • bewaken voortgang en planning Workshopmodel • Slagvaardig, frequent • Indien nodig/gewenst gezamenlijk met architect/Toetsteam. Sturing De directies van OBV en VB/033NW staan op afstand en monitoren het proces. 6. Kwaliteitsbewaking en toetsing Kwaliteitsteam Het Kwaliteitsteam toetst uitsluitend de Vathorstbrede plannen, zoals stedenbouwkundige plannen, inrichtingsplannen, structuurvisies, aangepaste beeldkwaliteitseisen, algemeen beleid, etc. Het kwaliteitsteam komt 1 à 2 keer per jaar bij elkaar, of zoveel vaker als noodzakelijk. Het Kwaliteitsteam bestaat uit vier leden, met expertise op het gebied van stedenbouw, architectuur, beheer en duurzaamheid. De leden worden benoemd door de Stuurgroep, op voordracht van de directie OBV. Toetsteam Het Toetsteam zorgt voor bewaking en toetsing van de woningbouwontwikkeling. Toetsing vindt plaats op aspecten architectuur en stedenbouw, binnen de totale ontwikkelingsopgave van Vathorst. Het Toetsteam vergadert in de regel één keer per maand. In het Toetsteam zijn de supervisor, het Kwaliteitsteam en welstand (in de persoon van de stadsbouwmeester) vertegenwoordigd. Uitgangspunt voor het Toetsteam is de in het vorige hoofdstuk benoemde Uitgangspuntennotitie. OBV faciliteert het Toetsteam. Dat wil zeggen dat de voorzitters- en secretariaatsrol door OBV wordt vervuld. OBV zal de agenda, verslaglegging en de stukken verzorgen. Bij de behandeling van planvoorstellen door het Toetsteam, is de ontwikkelaar en/of architect aanwezig. Welstand Bouwplannen worden inhoudelijk op welstandsaspecten getoetst door de stadsbouwmeester, die deel uit maakt van het Toetsteam. 8 Supervisor De directe inbreng van de supervisor is afgenomen, omdat de Uitgangspuntennotitie als leidraad geldt. Hiermee wordt tijd (en geld) gewonnen in de doorlooptijd van het planproces. Om de kwaliteitsopinie te borgen maakt de supervisor van het stedenbouwkundige bureau deel uit van het Toetsteam. Hij is ad hoc beschikbaar bij eventuele wijziging van de uitgangspunten en/of bij behoefte aan aanvullende expertise. 7. Vrije kavels OBV heeft o.a. als taak het uitgeven van bouwrijpe grond en is daarmee ook verantwoordelijk voor de verkoop van vrije kavels aan particuliere opdrachtgevers. Het principe is dat OBV de vrije kavels verkoopt. Vrije kavels ’oude’ projecten De vrije kavel-projecten worden veelal gerealiseerd op teruggegeven grondposities van dure en/of onverkochte projecten. Deze projecten worden voor rekening/risico van de grondexploitatie als vrije kavel verkocht. Over de verkoop van vrije kavels zijn de volgende afspraken gemaakt: • Indien een ontwikkelaar een project wil annuleren en de verkoop van vrije kavels een voor de hand liggende optie is, worden afspraken gemaakt over teruggave van het project aan OBV; • Mocht bij de verkoop van een project een koper de wens uitspreken om de woning om te zetten naar een vrije kavel, dan worden hiervoor specifieke afspraken gemaakt tussen OBV en de ontwikkelaar; • OBV bepaalt de verkoopprijs voor een vrije kavel, passend binnen de kaders van de vigerende grondexploitatie. Vrije kavels ‘nieuwe’ projecten Meer vrije kavels past in het beeld van de huidige tijd met een toenemend aandeel particulier opdrachtgeverschap. Ondanks de krimpende markt is in het duurdere segment sprake van een groeiende afzet van vrije kavels. Deze marktvraag biedt de mogelijkheid om hogere grondwaarden te realiseren en daarmee de opbrengsten van de GREX ‘op peil’ te houden. Ook kunnen vrije kavels strategisch worden ingezet, om een deelgebied (op voorhand) beter te positioneren voor de verkoop van projectwoningen. Indien er sprake is van projectgebieden die direct als vrije kavel worden uitgegeven en verkocht, dan is dit gebaseerd op een besluit van de stuurgroep/aandeelhouders. 9 Kostentoerekening De directe kosten die samenhangen met de verkoop van de vrije kavels, zoals marketingkosten, makelaarsprovisie, notariskosten etc. komen ten laste van het project. In de VON-prijs wordt hiervoor een opslag verdisconteerd. De indirecte kosten (personeel, overhead), behorende tot de primaire taak van verkoop en uitgifte van bouwrijpe grond, maken onderdeel uit van de algemene kosten OBV. 8. Beheer openbare ruimte Tijdelijk beheer Gedurende de bouwperiode zorgt OBV ervoor dat de braakliggende terreinen netjes blijven. Dit gebeurt op verschillende manieren: - inzaaien met gras en extensief maairegime; - Inzaaien met bloemenmengels; - tijdelijk gebruik door loonwerker (mais); - tijdelijk gebruik door Stichting Stadslandbouw Amersfoort (akkerbouw en koeien); - tijdelijk gebruik voor het laten grazen van schapen (Podium). Voor de komende jaren zetten wij deze manier van tijdelijk beheer verder voort. Getracht wordt met minimale middelen de nog niet bebouwde terreinen een aantrekkelijke aanblik te geven. Beheer opgeleverd openbaar gebied Op basis van een eerder genomen aandeelhoudersbesluit voert OBV het beheer over het opgeleverde openbaar woongebied. Hiervoor betaalt de gemeente Amersfoort aan OBV een vergoeding. Voor het beheer van het openbaar gebied is door de gemeente en OBV een contract gesloten. Uitgangspunten zijn: - OBV zorgt ervoor dat het beheer conform de afgesproken kwaliteit wordt uitgevoerd (niveau a t/m c); - OBV handelt de klachten/meldingen van bewoners af; - OBV ontvangt een kostendekkende vergoeding voor de uitvoeringswerkzaamheden; - OBV ontvangt een kostendekkende vergoeding voor de personele bezetting en bijbehorende overhead. Het bedrijvenpark en de kantorenlocatie Podium maken geen onderdeel uit van het beheer door OBV. 10 9. Overleg en rapportage Stuurgroep Belangrijkste bestuurlijke overlegorgaan van Vathorst Beheer en de gemeente Amersfoort. In dit overleg staat het aandeelhoudersbelang centraal. OBV is als adviseur aanwezig en faciliteert het overleg met agenda en verslag. Doel/inhoud: - Bepalen strategie en beleid; - Voorbereiding besluitvorming over planvorming, grondexploitatie, financiering, etc; - Onderlinge afstemming over de uitvoering en voortgang. Daar waar partijen (gemeente, VB of OBV) niet tot onderlinge overeenstemming kunnen komen, vindt agendering in de Stuurgroep plaats ter nadere besluitvorming. Aandeelhoudersvergadering De aandeelhoudersvergadering neemt de formele besluiten, zoals die door de Stuurgroep Vathorst zijn voorbereid. De aandeelhoudersvergadering vindt ten minste één maal per jaar plaats, ter vaststelling van de jaarrekeningen van OBV Beheer BV en OBV CV en de vaststelling van de grondexploitatie. Operationele overleggen Voor de operationele voortgang en afstemming vinden op meerdere niveaus overleggen plaats tussen OBV en vertegenwoordigers van de aandeelhouders. Het betreft o.a. de volgende overleggen: - Marketingoverleg met marketingvertegenwoordigers van VB; - Communicatieoverleg met communicatieadviseurs van de gemeente; - Grondexploitatieoverleg met planeconomen van VB en gemeente; 11 - Bestuurlijk overleg met wethouders; - Coördinatieoverleg met ambtelijke vertegenwoordigers; - Vathorst Beheer met directie OBV De verschillende overleggen hebben ieder een eigen overlegfrequentie die in overleg met deelnemers/betrokkenen wordt vastgesteld. Rapportage De directie van OBV rapporteert periodiek aan de Stuurgroep. De frequentie en de inhoud van de rapportage dient nader in de Stuurgroep/AvA te worden vastgesteld. Deze rapportage bevat o.a. : - Financiële voortgang i.r.t. grondexploitatie (kosten, opbrengsten, planning, cashflow); - Voortgang en forecast planontwikkeling en verkoop - Prijsafspraken derden; - Verkoop vrije kavels; - Productierechten; - Kwaliteitsthema’s. Vathorst Tijdlijn ontwikkeling GREX: grondprijs wordt geindexeerd cf parameters GREX tot de beoogde afname data van de grond wegens uitblijven inkomsten rentevergoeden cf rekenrente GREX afsprakenbrief+ uitgangspuntennotitie Grondafname bij: verkoop (fase) > 70% Grondafname bij: verkoop (fase) > 70% Tijdlijn: 6-9 mnd stedenb.plan: - workshops - globaal stedenbouwkundig plan - bouwenveloppen - uitgiftenotitie - grondwaarden bouwenv. - richtinggevend woningb.progr. - globaal inrichtingsplan (max) 3 mnd. bouwenvelop overleg 12-15 mnd Buurt/opstalontw.: (ruimte voor inbreng consument) - exacte verkaveling bouwenvelop of fase - opstalontwikkeling - uitwerking inrichtingsplan - verkoop VB besluit tot: herontwikkelen (max) 6 mnd. Extra verkooptijd Grondafname bij: verkoop (fase) > 70% 12 mnd - herontwikkelen - vergoeding: index uit grex VB besluit tot: teruggave VB besluit tot: teruggave derden ontwikkelen de locatie - cf. uitgangspunten notitie - grondwaarde te verhogen met de index derden ontwikkelen de locatie - cf. uitgangspunten notitie - grondwaarde te verhogen met de index PPS Vathorst (joint-venture) B Vathorst Beheer B.V. A Gemeente Amersfoort Consortium van 5 private partijen Raad / College 100% Commanditaire vennoten 50% 5 vennootschappen Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V. 50% 1 directeur A OBV Beheer B.V. 1 / 2 directeuren Algemene vergadering van aandeelhouders A + B 48% 4% 48% Stuurgroep Leden A + B A = 2 / 3 wethouders B = directeuren private partijen Commanditaire Vennootschap Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Gem. grondexploitatie / Grondbank Vergadering van vennoten A + B De Ronde 11 februari 2014 Grondexploitatie Vathorst + kapitaalstorting OBV Enkele opmerkingen De grondexploitatie voor 2013/2014 (grex2013/2014) is feitelijk een actuele inventarisatie met als uitgangspunt het creëren van een sluitende exploitatie in 2026. Een aantal uitgangspunten is speculatief, zoals de ontwikkeling van de woningmarkt, de renteontwikkeling en het te dekken tekort. Dit kan ook niet anders omdat de markt in beweging is en de ontwikkelingen gedurende de komende tien tot twaalf jaar onvoorspelbaar zijn. Elke wijziging in de gepresenteerde grondexploitatie zou in gelijke mate speculatief zijn. Belangrijk voor de gemeenteraad is een jaarlijkse beoordeling aan de hand van actuele feiten en ontwikkelingen. De grex2013/2014 bevat een aantal risico's die ingrijpend kunnen zijn voor het financiële verloop bij de ontwikkeling van Vathorst gedurende de komende tijd. De belangrijkste hiervan zijn de gehanteerde rentepercentages (grex pagina 42). Hieruit spreekt een optimisme dat door de tijd makkelijk kan worden ingehaald. Een voorbeeld: 15 jaar geleden meenden economen dat door de IT-economie grote tegenvallers tot het verleden behoorden. Twee jaar later moest er puin worden geruimd en bleken alle prognoses op los zand te zijn gebouwd. Een les voor de renteprognoses voor de komende tien jaar. Interessant hierbij is de uitgebreide berichtgeving in het FD van 10 februari j.l.: 'Gemeente verhult grondverliezen met dubieuze boekhoudtrucks'. Gegoochel met rentepercentages vormt hierbij een belangrijke factor. De grex2013/2014 bevat meerdere risico's die onvoldoende aandacht krijgen. Enkele voorbeelden: de uitgifte van vrije kavels. De recente uitgifte blijft achter bij de prognoses en de prijs van € 500/m2 ligt erg hoog in de markt – zeker gezien het aanbod elders gedurende de komende jaren, zoals De Lichtenberg als veel aantrekkelijker locatie. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van deelplan Velden 1f (pagina 20). Het onttrekken van de vuilnisstort met een begroeide wal is een hypocriete oplossing die het feitelijke probleem – de nabije vuilstort – niet kan wegpoetsen. De grex2013/2014 vermeldt enkele ontwikkelingen die voor de OBV-organisatie geen problemen hoeven op te leveren, maar voor de gemeente des te meer. De uitgifte van bouwrijpe grond voor het bedrijventerrein verloopt volgens afspraken. Het gevolg hiervan is wel dat de gemeente met een groeiende grondvoorraad wordt geconfronteerd en het exploitatieresultaat voor dit gebied van een kleine plus in een min is veranderd. Een nog grotere risicoverschuiving van de OBV naar de gemeente betreft Podium. Op pagina 22 van de grex2013/2014 wordt terecht opgemerkt dat de gemeente contractueel garant staat voor de afname van bouwrijpe grond door VOF Podium. Indien de provincie daarnaast haar restrictief beleid ten aanzien van kantorenlocaties doorzat, ontstaat er voor de gemeente een tekort op Podium dat in de Begroting 2014 van de gemeente niet is voorzien. In de grex2013/2014 wordt een bezuiniging van € 1,2 miljoen opgevoerd door minder marketing. Dit is middenstandsbeleid. Juist bij tegenvallende ontwikkelingen is het handhaven of uitbreiden van marketingactiviteiten noodzakelijk. Overigens zou het een goede gedachte zijn om de OBV-organisatie en het informatiecentrum te huisvesten in het leegstaande C1000-pand aan de Bergenboulevard. Leegstand op deze 'zichtlocatie' is jammer en het pand is groot genoeg om de maquette en overige onderdelen van het centrum onderdak te bieden. De gevraagde kapitaalstorting is een logisch gevolg van het accepteren van de grex2013/2014. De illusie die wordt gewekt dat gemeente en private partners op gelijkwaardige wijze voor het berekende tekort van € 18 miljoen NCW garant staan, is echter onjuist. De gemeente moet omstreeks 2015 € 9 miljoen beschikbaar stellen, een bedrag dat gefaseerd of ineens binnen de gemeentelijke begroting moet worden gedekt. Dit geldt eveneens voor de jaarlijkse rentestorting van € 300.000 aan het OBV. De private partners kunnen het door hen gegarandeerde bedrag op het fiscaal meest gunstige moment gedurende de exploitatieperiode storten (zie artikel III.5 in de Overeenkomst van additionele kapitaalstorting). De jaarlijkse rentebijstorting van € 300.000 is voor de private partijen relatief makkelijk te dekken. Bij een nagestreefde woningproductie van 300 woningen per jaar betekent dit dat de private partijen omgerekend € 1.000 per woning in de verkoopprijs moeten wegwerken. Ondanks een aantal kanttekeningen en bedenkingen steunt de GVV de voorliggende grex2013/2014, dit in het besef dat elke wijziging hierin het fragiele evenwicht in de voorgestelde grondexploitatie op moeilijk te repareren wijze verstoort. De toekomst zal uitwijzen of de uitgangspunten in de grex2013/2014 de toets der tijd kunnen doorstaan. De toekomst is te onvoorspelbaar om voor het actuele moment zekerheden te verschaffen. Raphaël Smit Groep Van Vliet (ongecorrigeerde tekst) Verslag De Ronde op 11 februari 2014: Grondexploitatie Vathorst (PEILING) + Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (VOORBEREIDING BESLUIT) Voorzitter: Oostlander-Çetin Secretaris: Pen Aanwezig: Beltman, Dijksterhuis, Killi, Van Koningsveld, Kraanen, Nederkoorn, Prins Pers: ja Publiek: 10 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Buijtelaar, Van der Werff Ambtenaar/Gast: Hoogland (gemeente Amersfoort) Reg. nr.: 4613848 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail: [email protected] Punt Inhoud Actie Peiling grondexploitatie 2013/2014: Peilpunten: 1. Wij stemmen in met de verwerking van het 'Onderhandelingsresultaat Vathorst' in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als belangrijkste elementen: aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van de toekomstige woningmarkt; aanpassing indexering kosten en opbrengsten van de actualiteit; besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente; de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten; voor de resterende risico's de komende jaren een nieuwe risicovoorziening binnen de grondexploitatie op te bouwen; 2. Wij stemmen ermee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst worden ingezet. Raadsvoorstel kapitaalstoring in OBV Beslispunt: In te stemmen met een additionele kapitaalstoring in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, zonder die in mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private partijen om bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van €22 miljoen bij te dragen in een eventueel verlies van OBV. Voorzitter (Oostlander-Çetin): - De heer Smit van Groep Van Vliet is ziek. Zijn schriftelijke inbreng wordt aan het verslag toegevoegd. PvdA (Killi): - De raad had actiever betrokken moeten zijn bij het proces. Goed inzichtelijk is geworden op welke punten nog invloed kan worden uitgeoefend. Het gaat om enorme bedragen. In de toekomst moet de raad een andere betrokkenheid hebben bij dergelijke grote projecten. - Is blij met het eindresultaat en heeft het college hiervoor gecomplimenteerd. - Het is een mondiaal probleem: woningen die niet worden gebouwd/verkocht wat invloed heeft op de prijs van deze woningen en de belastinginkomsten. SP (Beltman): - Het is een groot probleem en het gaat om veel geld. De raad is slechts fragmentarisch betrokken en kan zich moeilijk een oordeel vormen over de collegevoorstellen. Dringt aan op een grondiger en gedegener discussie in de raad. Voor de complexiteit en de grootte van de problematiek is in de raad te weinig ruimte. 1 - Verwijst naar krantenartikel: "Gemeente verhult grondadviezen met dubieuze boekhoudtrucs". Door de rente te verlagen wordt op korte termijn financieel theoretisch winst gegenereerd wat over een aantal jaren kan omslaan. Hoe wordt daarmee omgegaan? VVD (Kraanen): - Is het in Amersfoort een boekhoudkundige truc? - Betreurt het dat Groep Van Vliet niet aanwezig is om hun kijk hierop te kunnen geven. SP (Beltman): - De renteverlaging levert in dit voorstel € 20 miljoen op. D66 (Nederkoorn): - Het is een middel om het financiële plaatje nu goed te krijgen, maar er wordt een risico gecreëerd. SP haalt het krantenartikel terecht aan. - De raad is de afgelopen maanden door het college geïnformeerd. Nu wordt het onderhandelingsresultaat afrondend besproken. Daarna zou het goed zijn als een werkgroep de raad betrokken houdt. PvdA (Killi): - Na de verkiezingen moet worden gediscussieerd of grote projecten door een raadscommissie kunnen worden opgepakt die dossier kan opbouwen en aan de knoppen kan draaien. De huidige werkwijze zet de raad op afstand, waardoor de controlerende functie onvoldoende kan worden ingevuld. Voorzitter (Oostlander-Çetin): - Stelt vast dat er behoefte is aan een grotere betrokkenheid, ook over het nemen van risico’s en het controleren. Stelt voor het presidium naar een werkvorm te vragen. SP (Beltman): - Hoe kan deze peiling worden afgerond als nog moet worden nagedacht over de renteverlagingsproblematiek? - Het gebruiken van de risicovoorzieningen is geen boekhoudkundig trucje maar goed bestuur. Wat betekent dat voor het weerstandsvermogen? D66 (Nederkoorn): - Het krantenartikel verwijst naar gemeenten die een veel groter risico nemen. Als de peiling nu niet wordt afgerond, is de onderhandeling voor niets gedaan, is het probleem niet opgelost en kan niet op korte termijn tot een goedgekeurde jaarrekening worden gekomen. Het probleem wordt daarmee vergroot. Wil de onderhandeling afsluiten om verder te kunnen met Vathorst. Hiermee wordt een enorm verlies genomen. CDA (Van Koningsveld): - Is het eens met de aanpassing van het woningbouwprogramma en fasering. De markt is veranderd en moet worden gevolgd. Ziet een markt voor eenpersoonswoningen. - De aanpassing van de indexering is een boekhoudkundig trucje. Heeft daarmee enige moeite. Waarom wordt de indexering aangepast? - Besparingen doorvoeren op het OBV en uitgaan van lagere financieringslasten door een lagere rente is een risico. Er moet rekening worden gehouden met andere scenario’s. Kan hiermee nu instemmen. Het risico is niet lang vol te houden. 2 - De bestaande risicovoorziening geheel inzetten is een rug-tegen-demuurbesluit. Als het niet wordt gedaan, wordt het erger. Wil binnen de grondexploitatie een nieuwe risicovoorziening opbouwen en niet extern. De gemeente levert € 9 miljoen van de winst in. De andere partijen doen dit ook, maar hebben hiervan een belastingvoordeel. VVD (Kraanen): - Complimenteert het college voor het behaalde resultaat. - Waarom wordt de risicovoorziening leeggemaakt en een volgende direct weer opgebouwd? - Stemt in met alle peilpunten. - De kwaliteit van de openbare ruimte mag niet achteruitgaan door dit onderhandelingsresultaat. ChristenUnie (Dijksterhuis): - Kan op hoofdlijnen instemmen met de peilpunten. - Twijfelt bij de toekomstbestendigheid van deze oplossing. Hoe toekomstbestendig is een rekenrente van 3,5%? - Het is verstandig de risicovoorziening langzaam weer op te bouwen. GroenLinks (Prins): - Stemt in met de peilpunten. - Deelt de zorg van de andere partijen. De risico’s blijven. - Heeft zorgen over de kwaliteit van de wijk door de aanpassing van het woningbouwprogramma. - Is tevreden over de informatievoorziening. D66 (Nederkoorn): - Kan geen grip krijgen vanwege complexiteit. Vindt het moeilijk op dit voorstel te reageren. Heeft het gevoel dat het goed is, maar kan niet reageren vanuit deskundigheid. - Betreurt het dat voor een peiling is gekozen voor een dergelijke wezenlijke aanpassing. Met een raadsbesluit kan nog een wijziging worden aangebracht. - Volgens een rapport van Fakton moeten gemeenten zich herbezinnen over woningbouw. Vathorst blijft op de agenda staan. Vraagt het college de raad goed te informeren. - De raad zou een bredere discussie moeten hebben over boekhoudkundige technieken. Kan de raad zijn controlerende taken nog uitvoeren? Geeft dit de heer Prins mee naar de commissie Begroting & Verantwoording. - Het duurdere segment is nog groot. Denkt dat dit het maximaal haalbare is. Is blij dat de private partijen een terugstorting doen. De overige punten zijn voornamelijk pijnlijk. - Is voor peilpunt 2 om het risico voor de toekomst beter te verdelen. Wethouder (Van der Werff): - Wethouder Buijtelaar is de aandeelhouder die de gemeente vertegenwoordigt en heeft mandaat om in onderhandeling te gaan. - Heeft geprobeerd de raad na iedere onderhandeling te informeren. Niet alle partijen hebben dat altijd bijgewoond. - Waar de gemeente een storting doet en verplicht is rente te betalen, geldt dezelfde lage rente. Heeft geprobeerd de risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. De rente is afgedekt. Hoopt dat het beter gaat met de economie en de bouwsector. - Vindt het belangrijk de raad mee te nemen in de toekomst. Vindt het belang3 - - rijk dichter op het proces te zitten. De directeur van het OBV is aanwezig en heeft het signaal over eenpersoonswoningen ongetwijfeld gehoord. Wil de risicovoorziening zo snel mogelijk weer opbouwen. Is uitgegaan van een sober scenario. Is blij dat ook de marktpartijen zich hebben laten overtuigen om dit traject in te gaan. Het is goed voor Amersfoort dat een doorstart wordt gemaakt. De kwaliteit van de wijk heeft aandacht gehad en mag niet worden aangetast vanwege een financieel dilemma. Wil de bestaande bewoners niet opzadelen met een mindere kwaliteit. Wethouder (Buijtelaar): - Tegenover een wens staan kosten en opbrengsten. Het is moeilijk dat te prognosticeren. Dit traject heeft een zeer lange looptijd. Het langjarige "blauwdruk denken" is niet meer mogelijk. Het college heeft de nieuwe nota Grondbeleid vastgesteld. Waar meer de regie voor belangrijke zaken wordt genomen, moet worden geaccepteerd dat daarmee risico wordt gelopen. - De parameters bij het vaststellen van de Grex worden jaarlijks geïndexeerd. Op basis van wat experts denken worden elementen bepaald die geïndexeerd moeten worden en met welke percentages. De indexering is aangepast, waardoor nu een negatief effect zichtbaar is van € 14,2 miljoen. Ook het uitsmeren en veranderen van het woningprogramma heeft negatieve effecten. - Wil bouwen wat de markt wil, rekening houdend met de eisen aan de samenstelling van de woningen en de kwaliteit van de openbare ruimte. - De opgebouwde risicovoorziening is een dekkingsmiddel en zit binnen het OBV. Deze wordt nu uitgenut. Dit is naar het huidige prijspeil netto contant € 18 miljoen, waarvan € 9 miljoen voor de gemeente. - De grondexploitatie wordt sluitend gemaakt met de huidige kennis. Prognoses worden jaarlijks herzien. Als de prognoses negatief worden, moet worden bijgepast. Opplussen is niet mogelijk. - Er is ruimte voor € 175 miljoen om als werkkapitaal het gebied te ontwikkelen. Dat kapitaal is niet geheel uitgenut. Met het huidige rentepercentage van 2,35 is een nieuwe lening aangegaan. Dit telt mee in het totaal van de aangegane leenverplichtingen van het OBV. Als de looptijd is afgelopen moet een nieuwe lening worden aangegaan voor het bedrag dat dan nodig is. - Het risico van het OBV kan wellicht op een andere manier worden beoordeeld. De risicovoorziening van het OBV doet niets voor de bepaling van het weerstandsvermogen van de gemeente. D66 (Nederkoorn): - Omdat de risicovoorziening bij het OBV zat, telt het bedrag niet mee in het weerstandsvermogen van de gemeente. Nu de risicovoorziening op is, wordt het risicoprofiel wel zwaarder. Daarmee wordt de weerstandsratio lager. Wethouder (Buijtelaar): - Deze redenering is juist. De pot wordt weer aangevuld om weer "vet op de botten" te creëren. Het is prettig als er een risicovoorziening is. SP (Beltman): - Wat is het risico voor de gemeente ten aanzien van het bedrag van € 22 miljoen? 4 Wethouder (Buijtelaar): - Het bedrag voor de gemeente is € 11 miljoen. Dat is het in het contract vastgestelde risico. Het maximum geldt alleen voor de marktpartijen. Dat wordt nu verhoogd, omdat de marktpartijen meedoen met de voorziening van € 18 miljoen. Het totale risico gaat van € 22 naar € 40 miljoen. Alles wat daarboven zit, gaat volledig richting de gemeente. CDA (Van Koningsveld): - Vraagt verduidelijking over de indexering. Parameters leiden tot een index die wordt gevolgd of is het een niet-bestaande index die wordt gevolgd? Wethouder (Buijtelaar): - De raad stelt jaarlijks de parameters voor de grondexploitaties vast. Hier wordt daarvan afgeweken bij een aantal parameters. Het effect daarvan is terug te zien in de opbrengsten. De stijging van de opbrengsten wordt tot 2016 op nul gezet. De kosten gaan naar beneden. Deze worden gesaldeerd. Voorzitter (Oostlander-Çetin): - De concept Grondexploitatie 2013/2014 is voldoende besproken. Er moet worden nagedacht hoe de raad verder betrokken kan worden. - Vraagt aanwezigen te reageren op peilpunt 2. CDA (Van Koningsveld): - Het is een rug-tegen-de-muurbesluit. Het is op dit moment het beste om te doen. Stemt in met peilpunt 2. D66 (Nederkoorn): - Is akkoord met peilpunt 2. Vindt het principieel juist dat de eerdere winstneming wordt terugbetaald. - De gemeente sluit een lening af en gaat daarover rente betalen. Wordt een strategie ontwikkeld om de gemeente voor te bereiden op eventuele terugbetaling? Wethouder (Buijtelaar): - De rente wordt jaarlijks betaald. - Structureel is tot 2017 een bedrag van € 3,5 miljoen vastgelegd. Incidenteel gaat het om een bedrag tussen € 40 en € 45 miljoen. Het bedrag van circa € 9 miljoen wordt daaruit gefinancierd. Conclusie: - Fracties oordelen positief de peilpunten 1 en 2. - Enkele fracties vinden dat de raad actief betrokken moet worden/blijven bij grote projecten en relevante ontwikkelingen in een vaste samenstelling moet bespreken. - Enkele fracties verzoeken om een nader gesprek in De Ronde (bij voorkeur in de Commissie B&V) over de gevolgen en risico’s van boekhoudkundige maatregelen (rentewijziging, risicovoorziening, gemeentelijke weerstandsratio). - Het raadsvoorstel over de additionele kapitaalstorting kan naar Het Besluit zonder debat en zonder moties of amendementen. Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 maart 2014 de griffier, de voorzitter, 5 Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03) Titel van 20.00 tot aantal bezoekers: 21.30 uur 10 Notulist Reg.nr. 4612015 Grondexploitatie Vathorst 2013/2014 (PEILING) Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Peiling Peiling Peilpunten: 1. Wij stemmen in met de verwerking van het ‘Onderhandelingsresultaat Vathorst’ in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als belangrijkste elementen: * aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van de toekomstige woningmarkt * aanpassing indexering kosten en opbrengsten aan de actualiteit * besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente * de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten * voor de resterende risico’s de komende jaren een nieuwe risicovoorziening binnen de grondexploitatie op te bouwen 2. Wij stemmen er mee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst worden ingezet. Portefeuillehouder Buijtelaar, Lubbinge, Oostlander-Çetin Pen Van der Werff Opsteller Verslag Hoogland Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Beltman (SP), Dijksterhuis (CU), Killi (PvdA), Van Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Nederkoorn (D66), Prins (GL) Inspreker(s) Fracties oordelen positief de peilpunten 1 en 2. Enkele fracties vinden dat de raad actief betrokken moet worden/blijven bij grote projecten en relevante ontwikkelingen in een vaste samenstelling moet bespreken. Enkele fracties verzoeken om een nader gesprek in De Ronde (bij voorkeur in de Commissie B&V) over de gevolgen en risico’s van boekhoudkundige maatregelen (rentewijziging, risicovoorziening, gemeentelijke weerstandsratio). Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Conclusie voorzitter Portefeuillehouder Ambtenaren Buijtelaar, Van der Werff Hoogland Advies aan presidium: voldoende besproken Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag De heer R. Smit (Groep van Vliet) is wegens ziekte afwezig. Zijn schriftelijke bijdrage aan de vergadering wordt toegevoegd aan de stukken. #4612015 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 GRONDEXPLOITATIE VATHORST 2013/2014 Besluitenlijst De Ronde datum: 11 februari 2014 vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03) Titel van 21.00 tot aantal bezoekers: 21.30 uur 10 Notulist Reg.nr. 4612122 Vathorst: additionele kapitaalstorting in OBV (VOORBEREIDING BESLUIT) Soort verslag College van B&W Verslag Soort document Voorbereiding besluit Raadsvoorstel Beslispunt: In te stemmen met een additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, zonder die in mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private partijen om bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen in een eventueel verlies van OBV. Portefeuillehouder Buijtelaar, Lubbinge, Oostlander-Çetin Pen Van der Werff Opsteller MKW Hoogland Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Beltman (SP), Dijksterhuis (CU), Killi (PvdA), Van Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Nederkoorn (D66), Prins (GL) Inspreker(s) Enkele fracties verzoeken om een nader gesprek in De Ronde (bij voorkeur in de Commissie B&V) over de gevolgen en risico’s van boekhoudkundige maatregelen (rentewijziging, risicovoorziening, gemeentelijke weerstandsratio). Fracties stemmen in met het beslispunt van het raadsvoorstel over de additionele kapitaalstorting in het OBV. Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Conclusie voorzitter Portefeuillehouder Ambtenaren Buijtelaar, Lubbinge, Van der Werff Hoogland Advies aan presidium voor wat betreft raadsvoorstel: - Naar Het Besluit, zonder debat en zonder moties en amendementen Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag De heer R. Smit (Groep van Vliet) is wegens ziekte afwezig. Zijn schriftelijke bijdrage aan de vergadering wordt toegevoegd aan de stukken. #4612122 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 VATHORST: ADDITIONELE KAPITAALSTORTING IN OBV (VOORBEREIDING BESLUIT)
© Copyright 2024 ExpyDoc