De Ronde - dinsdag 11 februari 2014

OVERZICHT
De Ronde 11-02-2014
Aanvang: 19:00
Tijd
Raadzaal 1.02
19:00 Principekeuzes Wet
maatschappelijke ondersteuning
vrz: Van Wijngaarden
pfh: Lubbinge
secr: Bongers
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
Jaarplan 2014 Integraal
Veiligheidsplan
Burgerinitiatief ‘Stationsplein
Rookvrij’
vrz: Nederkoorn
pfh: Van Eijk
secr: Verhoef-Franken
vrz: Offereins
pfh: Bolsius
secr: Van Kan
20:00
20:30 SP: Uithuisplaatsing bewoners
Zon en Schild en opheffing
leer-werkbedrijf
vrz: Pongers
pfh: Lubbinge
secr: Bongers
Rekenkamercommissie:
Onderzoek Afhandeling klachten en
bezwaren
vrz: Verhoef-Franken
pfh: Van Eijk/Bolsius/Lubbinge/Buijtelaar
secr: Van Kan
21:15
Rekenkamercommissie:
Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014
Informatie Brief Rekenkamerfunctie
Peiling
vrz: Verhoef-Franken
secr: Van Kan
21:30
21:45
Rekenkamercommissie:
Onderzoek Governance en
verbonden partijen
vrz: Verhoef-Franken
pfh: Van Eijk/Bolsius/Lubbinge/Buijtelaar
secr: Van Kan
22:45
1
Grondexploitatie Vathorst
Peiling +
Kapitaalstorting in
Ontwikkelingsbedrijf Vathorst
Voorbereiding besluit
vrz: Oostlander-Çetin
pfh: Lubbinge/Van der Werff
secr: Pen
De Ronde *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
Datum:
Aanvang:
dinsdag 11 februari 2014
19:00
Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning
Peiling
SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf
Peiling
Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning
Peiling
Inhoud agendapunt Principekeuzes Wmo 2015 (pdf)
Peiling Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 (pdf)
Bijlage - Risico-inventarisatie Wmo 2015 - Amersfoort, regio Eemland (pdf)
Raadsvoorstel en raadsbesluit (9-7-2013) Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein (pdf)
Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit (17-12-2013) Organiseren van de beweging
in het sociaal domein (pdf)
Bijlage - Tekst inspraak Seniorenraad - Principekeuzes Wmo 2015 (pdf)
Bijlage - Tekst inspraak GPPA - Principekeuzes Wmo 2015 (pdf)
Besluitenlijst Principekeuzes Wmo 2015 (pdf)
Audioverslag
SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf
Peiling
*Inhoud agendapunt SP - Voortbestaan leer-werkbedrijf Zon en Schild (pdf)
Bijlage - *Bezuinigingsplan GGZ Centraal 2014 - Uitwerking Oostelijk Utrecht
(pdf)
Bijlage - Tekst inspraak P. Develing - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en
opheffing leer-werkbedrijf (pdf)
Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing leer-werkbedrijf (pdf)
Audioverslag
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Principekeuzes Wmo 2015
11 februari 2014
Ambtelijk contact
College van B&W
Reg.nr.
4590810
Hooijschuur (469 4697)
Dijkstra
(469 4486)
Lubbinge
In de peilnota legt het college de raad een aantal principekeuzes voor die
specifiek zijn voor de Wmo, in vervolg op de uitgangspunten die de raad
al heeft vastgesteld met betrekking tot het sociaal domein.
De keuzes hebben betrekking op nieuwe taken en bestaande taken die
daardoor mee veranderen. De peilpunten hebben betrekking op de positie
van informele zorg in de basisinfrastructuur, en maatschappelijke
activering. Daarnaast geeft het college aan hoe rijksbeleid en de
vastgestelde keuzes sociaal domein uitwerken voor de volgende
onderdelen: informele zorg, algemene en maatwerkvoorzieningen,
dagactivering, vervoer, persoonsgebonden budget en eigen bijdrage.
Soort document
Peiling
Peiling
Tijdens het ronde tafelgesprek in De Ronde op 19 november over de
transitie AWBZ/Wmo is afgesproken dat de raad als vervolg op de
raadsbesluiten over het sociaal domein in de gelegenheid wordt gesteld
zijn mening te geven over de keuzes in de Wmo.
Zijn mening te geven over de keuzes met betrekking tot de invulling van
de Wmo 2015.
Na de peiling wordt de mening van de raadsleden gebruikt bij de verdere
voorbereiding van het beleidskader sociaal domein.
In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde.
Besluitenlijst
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Peiling Principekeuzes Wmo 2015
x
BIS
Raadsstukken
Fractie
Risico-inventarisatie Wmo
Raadsstukken
Fractie
Raadsbesluit Visie en uitgangspunten voor x BIS
de beweging in het sociaal domein, 9 juli
2013
Raadsstukken
Fractie
Raadsbesluit Organisatie van de beweging x BIS
in het sociaal domein, 17 december 2013
#4590810 v3 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 PRINCIPEKEUZES WMO 2015
PEILING
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: gemeenteraad
: Wethouder B.J. Lubbinge
Reg.nr.
Datum
: 4567514
: 21 januari 2014
TITEL
Principekeuzes Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015
PEILPUNTEN
De raad wordt gevraagd zich uit te spreken over de volgende peilpunten:
1. We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de
basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de
ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg.
2. Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel
mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep.
AANLEIDING
De beweging in het sociaal domein gaat over het maken van keuzes, een groter beroep op eigen kracht en
zelfredzaamheid en dat de gemeente niet meer in alle gevallen een ondersteuningsaanbod faciliteert. Er
komen nieuwe taken over vanuit de Rijksoverheid met grote efficiencykortingen. We moeten dus meer
doen met minder middelen en instandhouding van het huidige niveau van ondersteuning is geen
vanzelfsprekendheid.
In dit verband gaat het specifiek om de volgende AWBZ-functies: individuele en groepsbegeleiding,
vervoer, respijtzorg en begeleiding bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (nu nog onderdeel van
de persoonlijke verzorging in de AWBZ) en beschermd wonen.
Uw raad heeft in de besluiten over het de beweging in het sociaal domein al een basis gelegd voor de
invulling van de decentralisaties. Daarnaast zijn wij op verschillende manieren in gesprek gegaan met
zorgaanbieders, cliëntenraden en adviesraden om te sparren over de concrete invulling. Ons beeld is dat er
over het algemeen op hoofdlijnen draagvlak bestaat voor de veranderingen, maar dat cliënten zich wel
zorgen maken over de gevolgen voor hun specifieke situatie. Zorgaanbieders hebben ook zorgen over de
continuïteit van zorg voor de cliënten en over het voortbestaan van de eigen organisatie, maar zijn
tegelijkertijd al volop aan het nadenken hoe zij zich door innovatie en samenwerking met andere partijen
kunnen voorbereiden op de veranderingen. De input die we hebben opgehaald hebben we benut bij het
formuleren van de keuzes die nu voorliggen.
Voorstellen over de toekomstige invulling van de hulp bij het huishouden en beschermd wonen volgen in
een later stadium.
BEOOGD EFFECT
In deze peilnota leggen wij u een tweetal principekeuzes voor, specifiek voor de Wmo. Hiermee komen we
tegemoet aan uw wens om vroegtijdig kaders te stellen voor het nieuwe Wmo beleid. Daarnaast geven wij
aan hoe uw keuzes m.b.t. de beweging in het sociaal domein uitwerken voor de invulling van de Wmo en
geven wij inzicht in de wijze waarop in de wet kaders voor het persoonsgebonden budget en de eigen
bijdrage zijn opgenomen. Deze onderdelen zullen vervolgens nader worden uitgewerkt in het conceptbeleidskader. Het uiteindelijke doel is een zorgvuldige invulling van ons Wmo-beleid, passend binnen het
beschikbare budget, inclusief de door het rijk doorgevoerde bezuinigingen. Overigens sluiten wij niet uit
dat er scherpere keuzes gemaakt moeten worden vanwege de beschikbare budgetten.
RIJKSBELEID EN UITWERKING BESLUITVORMING BEWEGING SOCIAAL DOMEIN
Naast de twee peilpunten zijn er een aantal onderdelen die voortvloeien uit het nog vast te stellen
rijksbeleid of uit eerdere keuzes die u hebt gemaakt met betrekking tot de beweging in het sociaal domein.
Hieronder lichten wij toe hoe deze uitwerking eruit kan zien:
Inlichtingen bij :
P.N. Dijkstra - de Jager, MO/ZCS, (033) 469 44 86
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
2
Informele zorg
In Amersfoort geeft 14% van de mantelzorgers aan zich overbelast te voelen en de verwachting is dat het
aantal gaat stijgen door demografische ontwikkelingen. Het is belangrijk dat mantelzorgers hun werk vol
kunnen houden. Het ontvangen van een waardering van degene die zij verzorgen, speelt daarin een
belangrijke rol. In Amersfoort maakten in 2012 ruimt 2.400 mensen gebruik van het mantelzorgcompliment
(à € 200,- per cliënt per jaar). Als per 2015 het mantelzorgcompliment komt te vervallen willen wij dat
ontvangers van mantelzorg hun mantelzorgers kunnen blijven waarderen in de vorm van een geldbedrag of
natura. Dit wordt nog nader uitgewerkt. In het wetsvoorstel staat dat hiervoor 70 miljoen aan het
gemeentefonds wordt toegevoegd.
Wij gaan burgerinitiatieven gericht op het versterken van de informele zorg en innovatieve projecten om
mantelzorg(ers) ondersteunen, faciliteren en verbinden met de formele zorg- en welzijnspartners.
Algemene voorzieningen gaan voor maatwerkvoorzieningen
In aansluiting op de wet en de keuzes die u hebt gemaakt binnen het sociaal domein wordt individuele hulp
en ondersteuning zoveel mogelijk geboden als algemene voorziening in de basisinfrastructuur.
Centraal staat de vraag wat een individuele inwoner nodig heeft om zelf de regie over het eigen leven te
houden en te kunnen participeren. Daarom ontwikkelen we zoveel mogelijk algemene voorzieningen die
voor iedere burger toegankelijk zijn in plaats van specifieke voorzieningen met het bijbehorende
toegangsbesluit.
Vergelijkbaar met de kanteling in de huidige Wmo, moet ook rond de nieuwe taken een omslag in denken
ontstaan waarbij het claimgerichte systeem met indicatiestelling en protocollen wordt vervangen door
individuele vraagverheldering waarbij in de oplossing algemene voorzieningen een belangrijke rol spelen.
Bij algemene voorzieningen betalen de deelnemers/cliënten veelal een deelnemersbijdrage. Deze is voor
alle deelnemers gelijk. Differentiatie naar inkomen is niet mogelijk. Bij de verdere vormgeving van de
algemene voorzieningen zullen wij hier aandacht aan besteden.
Maatschappelijke activering en dagactivering ( in de AWZB begeleiding)
Individuele begeleiding in de AWBZ wordt geboden aan mensen die niet goed in staat zijn hun dagelijks
leven te structureren. Het gaat bijvoorbeeld om het compenseren van het regelvermogen zoals
ondersteuning bij planning van activiteiten, het regelen van dagelijkse zaken, het structureren van de dag,
besluiten nemen, maar ook praktische hulp bij administratie, geldbeheer, oefenen van sociale vaardigheden
of communicatie. Tot dit deel rekenen wij ook 'Begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen'
(het Persoonlijke verzorgingsdeel dat wel in de Wmo wordt opgenomen).
Doel is de situatie van de persoon te verbeteren of stabiel te houden. Kortdurende intensieve begeleiding
wordt geboden in de beginfase van een begeleidingstraject, bij crisissituaties en life events (bijvoorbeeld
het overlijden van een naaste, of ernstige ziekte).
Wij beleggen de uitvoering van deze functie in het wijkteam, waarbij eigen regie en oplossingsvermogen
worden gestimuleerd. Op onderdelen is het mogelijk taken op informele wijze te vervullen of middels
aanbod in de basiszorginfrastuctuur. Het wijkteam heeft hierin een stimulerende, voorbereidende en
toeleidende rol.
Door de nieuwe werkwijze wordt inhoud gegeven aan de beweging die wij hebben verwoord in onze
inhoudelijke principes: een integrale manier van werken, vanuit het principe één huishouden – één plan en
zelfredzaamheid stimulerend, ingebed in de sociale omgeving.
De ‘grondslag’ (iemands aandoening of beperking) is niet langer leidend voor de inzet, maar de
ondersteuningsvragen die iemand heeft. Iemand kan met al zijn vragen terecht bij het wijkteam. Individuele
ondersteuning is in principe kortdurend.
Ambulante ondersteuning wordt op deze wijze een algemene voorziening die snel beschikbaar is en nabij,
doordat zij toegankelijk is zonder indicatie en wijkgericht. Ook een deel van de huidige ondersteuning in
het kader van de Wmo willen wij integreren in de wijkteams, zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk of
ouderenadvisering. De integrale manier van werken via een en dezelfde toegang, maakt de hulpverlening
overzichtelijker en voor hulpvragers duidelijker doordat zij één ingang en aanspreekpunt hebben in de wijk.
Bovendien houden we zo beter een vinger aan de pols bij mensen met chronische beperkingen, wat samen
met inzet vanuit de basiszorginfrastructuur kan leiden tot minder structureel langdurige inzet van
professionals.
Nu besloten is om het wijkteam als doorlopende lijn voor de ‘één huishouden, één plan’ aanpak te
positioneren, past het om dwang en drang maatregelen zoveel mogelijk ondersteunend in te zetten aan dit
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
3
plan en daarmee aan de aanpak van de wijkteams. In de jeugdzorg krijgt dit al vorm via Saveteams, ook bij
huisverboden wordt al op deze manier samengewerkt. Uiteraard hebben beide kaders hun eigen principes
en voorwaarden, maar door ze in samenhang in te zetten zijn beide effectiever.
Soms is begeleiding te specifiek voor een wijkteam. Dan schakelen we specialisten in die ofwel kunnen
adviseren hoe om te gaan met een specifiek probleem, dan wel een deel van de specialistische zorg op zich
nemen (bijvoorbeeld gericht op een bepaalde hulpvraag of op een specifieke beperking). Revalidatie van
een ernstig ongeluk, waarbij hersenletsel is opgetreden, rekenen we hier bijvoorbeeld toe. Deze vormen van
individuele begeleiding zullen tot de specifieke zorg gaan behoren. Wat de aard en omvang er precies van
is, moeten we nog vaststellen.
De functie individuele begeleiding wordt binnen de AWBZ soms langdurig geïndiceerd voor mensen met
chronische problematiek of beperkingen. Denk hierbij aan mensen met verstandelijke beperkingen,
chronisch psychiatrische problematiek of niet aangeboren hersenletsel. Zij willen graag zelfstandig blijven
wonen, mits er een goed ‘steunsysteem’ is. In principe gebeurt dit in het eigen netwerk van de betreffende
persoon, of met hulp van (collectieve) ondersteuning uit de basiszorginfrastructuur.
Als er toch een professioneel ‘stut-en-steun’-contact nodig is, is het de vraag of het wijkteam deze kan
blijven bieden. Te veel van dergelijke contacten doen een te zwaar beroep op de capaciteit van een
wijkteam. We onderzoeken alternatieve mogelijkheden of de mogelijkheid van langduriger toe te wijzen
ondersteuning als vorm van specifieke zorg.
Vervoer
We koppelen vervoer los van dagbesteding. Hierdoor kan worden ingezet op andere, creatieve
vervoerssystemen in de wijk met bijvoorbeeld vrijwilligers of cliënten die dit als dagactiviteit doen.
Daarnaast is bundeling van vervoer mogelijk waardoor het bereik en de bereikbaarheid groter wordt.
Combinaties kunnen worden gezocht met bijvoorbeeld het vervoer van leerlingen, regiotaxi of mensen die
beschut werken. Door minder versnipperd om te gaan met vervoersaanbod wordt ook minder bureaucratie
in de hand gewerkt.
Door vanuit een benadering en eenzelfde methodiek de situatie met cliënten te bespreken wordt gezocht
naar de mate waarin mensen zelf oplossingen kunnen vinden. Cliënten worden zodoende gestimuleerd
meer zelf te reizen. Bijvoorbeeld op de fiets of met de bus, begeleid door vrijwilligers enz.
Door een verbreding in de doelgroepen zal er sprake zijn van een diverse groep cliënten met een
vervoersbehoefte. Niet alle doelgroepen zijn echter te combineren. Daar houden we rekening mee in de
uitwerking. Er zijn en blijven specifieke eisen voor bepaalde doelgroepen bij het vervoeren. Een aantal
criteria wordt bij de inkoop en het beheer opgesteld om kwaliteit te borgen en oog te houden voor
specifieke groepen.
Persoonsgebonden budget (pgb)
Ook in de nieuwe wet blijft een pgb mogelijk, maar de voorwaarden zijn aangescherpt.
Zorg in natura (zorg die instellingen leveren) is het uitgangspunt bij ondersteuning. Als een aanvrager van
mening is dat dit niet volstaat, moet hij gemotiveerd aangeven waarom hij een PGB aanvraagt. Om cliënten
die een voorkeur hebben voor een pgb goed te kunnen faciliteren en om misbruik te voorkomen zullen wij
in de verordening een nadere uitwerking opnemen. Hierbij gaat het o.a. gaan om regievoering door een
vertegenwoordiger, betaling van een informele zorgverlener of mantelzorger uit een pgb en
tariefdifferentiatie afhankelijk van het opleidingsniveau van de hulpverlener. De uitwerking vindt
gecombineerd plaats voor Wmo en jeugd.
Eigen bijdrage
Het uitgangspunt van de Wmo is dat mensen zoveel mogelijk gebruik maken van hun eigen kracht,
waaronder financiële draagkracht. Het instrument hiervoor vanuit het rijk is de eigen bedrage. Wij mogen
geen rekening houden met de financiële draagkracht van een aanvrager door mensen met een bepaald
inkomen een maatwerkvoorziening op grond van hun inkomen of eigen vermogen te weigeren.
Hieruit volgt dat wij een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage heffen voor alle maatwerkvoorzieningen
voor zover de wet hier ruimte toe biedt. Ook nu al wordt voor begeleiding een eigen bijdrage geheven in
de AWBZ.
Uitzondering hierop is de bemoeizorg. Hulp wordt zoveel mogelijk vraaggericht ingezet, maar soms is het
nodig om bemoeizorg in de te zetten bij mensen waarover grote zorgen zijn, maar die zelf geen hulp vragen
en waar dit wel nodig is. Mensen een eigen bijdrage vragen voor hulp waar zij niet om hebben gevraagd
leidt tot frustratie bij het motiveren voor het verdere traject. Zijn mensen eenmaal gemotiveerd om hulp te
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
4
accepteren dan kunnen hiervoor de reguliere eigen bijdragen worden gevraagd. Voor hulp die via een
dwangmaatregel wordt opgelegd ligt dit anders. De dwangmaatregel functioneert dan als stok achter de
deur om het hulptraject aan te gaan. Een eigen bijdrage is dan wel mogelijk.
De opbrengst van de eigen bijdrageheffing is naar verwachting relatief beperkt omdat een groot deel van de
aanvragers in de lagere inkomenscategorieën valt.
Raakvlakken met andere domeinen
De Wmo heeft raakvlakken met een groot aantal andere domeinen. Specifiek noemen wij:
 AWBZ en de Wet Langdurige Intensieve Zorg (Wet LIZ)
De basiszorginfrastructuur bestaat uit een mix van allerlei zorg en ondersteuningsaanbod met
diverse financieringsstromen. Afstemming hiertussen is belangrijk, bijvoorbeeld tussen
huisartsen/wijkverpleegkundigen, geestelijke gezondheidszorg en wijkteams. De
wijkverpleegkundige gaat deelnemen aan het wijkteam en werkzaamheden als coördineren,
signaleren en coachen worden geborgd in de nieuwe aanspraak wijkverpleging. Wij zullen over de
wijkverpleegkundige, maar ook over andere onderwerpen afspraken maken met zorgverzekeraars.
Dit is een intensivering van de samenwerking die nu ook al bestaat in de vorm van een convenant.
 Participatiewet/Jeugdzorg/ Passend onderwijs
Als voorbeeld noemen wij de organisatie van de dagbesteding voor jongeren. Nu bereiden het
voorgezet speciaal onderwijs en aanbieders van dagbesteding in veel gevallen aanvragen voor
dagbesteding voor waarna beoordeling door het CIT plaatsvindt.
Door toegang op meer afstand te plaatsen van het aanbod en breed te organiseren in het kader van
maatschappelijke participatie, ontstaat een portaal dat alle ondersteuningsvragen afhandelt voor
mensen die behoefte hebben aan maatschappelijke activering (werk en dagactiviteiten). Er bestaat
immers overlap tussen mensen die momenteel (of in de toekomst) werkzaam zijn in een beschutte
omgeving (waaronder de sociale werkvoorziening) en mensen die een indicatie voor dagbesteding
hebben of hiervoor in de toekomst bij de gemeente komen.
In de kern gaat het bij participatie (al dan niet arbeidsmatig) om het kijken naar mogelijkheden van
cliënten. Door (potentiële) cliënten op eenzelfde wijze te beoordelen wordt helderheid en
eenduidigheid geboden. Daarnaast is één portaal van belang om zicht en grip te krijgen op de
doelgroepen die specifieke dagactiviteiten (gaan) verrichten. Ook vanuit het onderwijsveld is een
heldere route en beoordeling voor leerlingen / cliënten van belang om te kunnen beoordelen wat de
mogelijkheden zijn. Wijkteams verkennen in eerste instantie samen met een bewoner wat wensen
en mogelijkheden zijn. Het coachen en begeleiden naar activiteiten of werk gebeurt vervolgens via
het ene portaal op stedelijk niveau.
ARGUMENTEN BIJ DE PEILPUNTEN
In de voorgestelde principekeuzes en de nadere uitwerking van rijksbeeld en beweging sociaal domein
hebben wij specifiek voor de Wmo de volgende maatregelen genomen om de rijksbezuinigingen op te
vangen.
 Het versterken van eigen kracht en zelfredzaamheid en het versterken van de informele zorg;
 De vernieuwing van het aanbod in de zorg door meer algemene voorzieningen en het ontschotten
van doelgroepen;
 Het heffen van een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage voor individuele Wmo-voorzieningen
Deze maatregelen zijn aanvullend op de maatregelen die in het kader van de beweging in het sociaal
domein zijn genomen waaronder, de herinrichting van de basis(zorg) infrastructuur, het voorkomen van de
inzet van specifieke zorg door eerdere signalering en interventies.
Of deze maatregelen voldoende zijn om de financiële taakstelling te realiseren is op dit moment nog
onduidelijk. Mede omdat wij ook nog onvoldoende zicht hebben op het aantal (nieuwe) klanten, maar wij
verwachten dat we hiermee een basis hebben gelegd. Toch sluiten wij het niet uit dat wij aan de hand van
de concretisering in de komende maanden scherpere keuzes voor zullen moeten leggen.
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
5
Peilpunt 1: We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de
basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op de ondersteuning van
mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg.
1.1 De mantelzorger of zorgvrijwilliger heeft een eigenstandige positie in de ondersteuning
Mantelzorgers en zorgvrijwilligers nemen vaak het leeuwendeel van de ondersteuning op zich. Wij stellen
voorwaarden aan de formele zorg om een goede samenwerking tussen formele en informele zorg te borgen
en om ervoor te zorgen dat ook de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger of vrijwilliger een plek
krijgt in het ondersteuningsplan. Daarbij moet ook worden meegenomen welke ondersteuning
zorgverzekeraars kunnen bieden aan mantelzorgers. Hiermee is de positie van de mantelzorger of
zorgvrijwilligers geborgd.
1.2 Het mogelijk maken van respijtzorg is een essentiële voorwaarde om mensen langer thuis te kunnen
laten wonen.
Ondanks alle inspanningen om mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen, kunnen zij door de zware
zorg die op hun schouders rust, overbelast raken. Om te voorkomen dat het zover komt, of om verlichting
te bieden als het nodig is, is het bieden van ‘respijtzorg’ essentieel. Respijtzorg is totaal vervangende zorg,
waardoor de mantelzorger even ‘vrijaf’ kan nemen. Respijtzorg kent vele vormen, die ook nu al
beschikbaar zijn als algemeen toegankelijke voorzieningen binnen de Wmo, denk aan Hulp Thuis en
maatjesprojecten met vrijwilligers. Maar ook professionele vervanging is mogelijk, in de eigen
woonsituatie en middels logeerfaciliteiten op een plek waar professionele zorg aanwezig is. De huidige
indicatie voor ‘tijdelijk verblijf’ in de AWBZ komt te vervallen. Via een pgb willen wij overbelaste
mantelzorgers in de gelegenheid stellen van professionele logeermogelijkheden gebruik te maken. We doen
dit in nauwe afstemming met zorgverzekeraars.
Peilpunt 2 Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde ondersteuning, zoveel
mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en niet per doelgroep.
2.1 Aansluiting bij de leefwereld en de context van bewoners creëert mogelijkheden om beter te signaleren
en te interveniëren
In de visie beweging in het sociaal domein wordt hulp dichtbij huis als uitgangspunt gehanteerd. Het doel is
eerst te zoeken naar oplossingen en mogelijkheden in de eigen omgeving (het gezin, het eigen netwerk, de
buurt). Dat geldt ook voor dagactiviteiten.
Van oudsher werken instellingen voor dagbesteding afgebakend naar doelgroepen. Kennis, expertise,
capaciteit en accommodaties zijn daar op ingericht. Op het gebied van participatie streven we maatwerk na,
waarbij bewoners meer zelf de regie hebben in hun zoektocht naar wat bij hen past. Er wordt aangesloten
bij de interesses, talenten en mogelijkheden van mensen, ongeacht hun beperking. Maatschappelijke
activering wordt zodoende meer benaderd als een beroepskeuze.
Door maatschappelijke activering dichtbij en nabij bewoners te organiseren kunnen snelle verbindingen
worden gemaakt. Het maakt vroegtijdige signalering mogelijk, dat van belang is om in te kunnen spelen op
situaties van mensen, of om problemen te voorkomen. Daarbij vormt het wijkteam een belangrijke spil.
2.2 Door bundeling van activiteiten is een meer efficiënt en integraal aanbod mogelijk
Op dit moment is dagbesteding sterk sectoraal ingericht, wat leidt tot verkokering en inefficiëntie.
Bundeling van activiteiten is mogelijk, door anders om te gaan met capaciteit en omvang. Er zal, gelet op
het bovenstaande, een verschuiving plaatsvinden van de huidige dagbesteding (waar doelgroepen
geconcentreerd activiteiten verrichten) naar activiteiten in de wijk, aangeboden door formele en informele
organisaties. Er is meer mogelijk in samenwerking met andere partijen (instellingen/bedrijven) die
werkzaam zijn in de wijk.
Als een aangepaste omgeving (accommodatie, specifieke begeleiding) echt nodig is voor een specifieke
doelgroep (bijvoorbeeld mensen met een ernstig fysieke aandoeningen), dan wordt gezocht naar bundeling
van activiteiten op een efficiënt (bovenlokaal) schaalniveau, in samenwerking met de regio.
Kortom: een meer efficiënte wijze van organiseren is mogelijk.
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
6
2.3 Er wordt geconcentreerd ingezet op ondersteuning en minder op bekostiging van locaties voor
activering
Gestimuleerd wordt bij maatschappelijke activering waar mogelijk gebruik te maken van bestaande
accommodaties of activiteiten. Activiteiten aanbieden bij bedrijven, gemeente, lokale onderneming,
verenigingen accommodaties werkt efficiëntie en integratie in de hand. Het uitgangspunt dat wordt
gehanteerd is: geen beschutte omgeving, mits….
Het accent komt daarmee te liggen op de begeleiding en niet in accommodaties. Het stimuleert instellingen
ondernemend en innovatief om te gaan met mogelijkheden. Voor bepaalde groepen zal een aangepaste
omgeving noodzakelijk zijn. Voor specifieke doelgroepen blijft een beschermde/beschutte omgeving
beschikbaar.
KANTTEKENINGEN
1.1 Toenemende druk op informele zorg
De steeds aanwezige dreiging van overbelasting van mantelzorgers en het toenemend aantal mantelzorgers
is een continue punt van aandacht. Vrijwilligers willen daarnaast steeds minder vaak langdurig worden
ingezet. Vrijwilligerswerk is en blijft vrijwillig, we kunnen mensen alleen uitnodigen om een bijdrage te
leveren. Het risico bestaat dat we de maatschappelijke bijdrage van de omgeving overschatten.
1.2 De integratie van informele en formele activiteiten in wijken is geen vanzelfsprekendheid
Dit onderdeel dient te worden gefaciliteerd. Wederkerigheid tussen mensen in wijken is de laatste decennia
minder vanzelfsprekend geworden en vraag en aanbod kunnen in disbalans zijn: Vrijwilligers weten niet
welke bijdrage zij kunnen leveren en cliënten voelen zich onprettig bij het ‘geholpen’ worden.
Met de STIPS in de wijken, de wijkteams en de beweging naar een participatiesamenleving dragen bij aan
het faciliteren van de beweging en het doorbreken van vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid.
1.3 Professionele respijtzorg in de vorm van verblijfszorg is duur
Voor de toewijzing van respijtzorg is het van belang heldere criteria te benoemen, waardoor het beroep
erop beperkt blijft. Bovendien is voorkomen beter dan genezen, door mantelzorgondersteuning in brede zin
(zie boven). Een toenemend aantal zorgverzekeraars biedt respijtmogelijkheden aan in hun aanvullende
zorgpolissen, waarmee bijvoorbeeld zorg in zogenaamde zorghotels mogelijks is. Wij zullen onze
voorwaarden afstemmen op de mogelijkheden die verzekeraars bieden en de eigen mogelijkheden die
mensen hebben vanuit de zorgverzekering meenemen bij het bepalen van een passende
maatwerkvoorziening.
2.1 Voor de organisatie van dagactiviteiten gelden voor sommige groepen specifieke eisen ten aanzien van
de omgeving
De huidige cliënten die een indicatie hebben voor groepsbegeleiding zijn in veel gevallen kwetsbaar. Een
veilige omgeving kan betekenen een omgeving van gelijkgestemden, of een omgeving waar aangepast op
mensen met specifieke beperkingen. Aanpassingen die nodig zijn om te kunnen functioneren kunnen
kostbaar zijn. Dat pleit voor behoud van bepaalde dagcentra. De mogelijkheden hiertoe worden regionaal
bekeken.
2.2 Ten aanzien van participatie moeten we de verwachtingen niet te hoog stellen
Vraaggericht werken betekent zorgvuldig in kaart brengen wat de mogelijkheden en daarbij reële
verwachtingen te houden. De mogelijkheden van bepaalde cliënten moet niet worden overschat. Door
heldere afspraken te maken en dat in een plan vast te leggen kan dit worden ondervangen.
FINANCIËN EN RISICO’S
Tot nu toe zijn alleen globale macro-budgetten door het rijk bekend gemaakt. In de memorie van
toelichting van de Wmo 2015 zijn de voorlopige macrobudgetten opgenomen. Deze budgetten worden nog
getoetst door de Algemene Rekenkamer. Het budget wordt definitief bepaald aan de hand van de
realisatiecijfers over het jaar 2013. Naar verwachting worden in de meicirculaire het verdeelmodel en de
budgetten per gemeente bekend gemaakt. Dan kunnen we exact inzicht geven in de budgetten voor
Amersfoort. We sluiten niet uit dat er scherpere keuzes moeten worden gemaakt vanwege het beschikbare
budget. Voor nu gaan wij nog uit van de volgende bedragen zoals opgenomen in de memorie van
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
7
toelichting en omgerekend naar Amersfoort gebaseerd op de verdeelsleutel van de huidige integratieuitkering WMO voor Amersfoort:
Middelen voor gemeenten voor de nieuwe WMO
2015
Nieuw
Middelen voor begeleiding, KV, inloop GGZ, beschermd wonen,
cliëntondersteuning en 5 % van PV*
Landelijk
(x 1 mln.)
2015
Schatting
Amersfoort
3.314
22.535.200
216
1.468.800
Budget voor sociale wijkteams*
10
68.000
Budget voor ondersteuning en waardering mantelzorgers*
70
476.000
7
47.600
42
285.600
200
1.360.000
3.859
26.241.200
Budget HH (gecorrigeerd voor korting 40%)*
951
6.466.800
Budget subsidieregelingen AWBZ, WVG, onderdeel bestaande
Wmo-budget*
133
904.400
Budget uitvoeringskosten HH, onderdeel bestaande Wmo- budget
135
918.000
3.344
22.739.200
405
6.426.316
4.968
37.454.716
Budget na afschaffing Wtcg en CER*
Budget voor doventolk*
Aanvullend uitvoeringsbudget*
Aanvullend budget zorgvuldige overgang en transitie*
Totaal nieuw
Al beschikbaar
Beschikbaar budget in gemeentefonds voor cluster
Maatschappelijke Zorg en Jeugd
Budget dec. uitk. Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang**
Totaal bestaand
Totaal
8.827
* Op basis van aandeel Amersfoort integrale uitkering Wmo
** Op basis van de septembercirculaire (het verdeelmodel vrouwenopvang wordt nog herzien)
63.695.916
Om de risico’s goed in beeld te krijgen hebben wij een aparte risico-analyse opgesteld met
beheersmaatregelen (zie bijlage).
VERVOLG
Met deze uitspraken over de peilpunten zijn de kaders gesteld om het beleidskader op te kunnen stellen. Dit
is de eerstvolgende stap in het implementatieproces. Bij de nadere uitwerking zullen wij met partijen in de
stad in overleg treden over de uitwerking van de keuzes. Daarnaast worden nog diverse andere besluiten
voorbereid over bijvoorbeeld de hulp bij het huishouden, inkoop en beschermd wonen.
Op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 zal ook een nieuwe verordening moeten
worden opgesteld. Deze leggen wij aan u voor in het vierde kwartaal na een inspraaktraject.
In 2015 geldt een overgangssituatie omdat huidige AWBZ-cliënten gedurende 1 jaar recht houden op
dezelfde hoeveelheid zorg door de huidige aanbieder. Dit beperkt de mogelijkheden voor innovatie per
2015. Vergelijkbaar met de decentralisatie Jeugd willen wij ook voor de Wmo komen tot een transitiearrangement voor dit overgangsjaar met de regio-gemeenten.
Gemeente Amersfoort
Peiling 4567514 pagina
8
BETROKKEN PARTIJEN
Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen en professionals in de ondersteuning.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
- risico-inventarisatie Wmo 2015
de burgemeester,
Risico-inventarisatie Wmo 2015
Amersfoort/regio Eemland
Januari 2014
1 Inleiding
Deze rapportage bevat de risico’s, onzekerheden en mogelijke beheersmaatregelen rondom de decentralisatie AWBZ/Wmo. Juist in de huidige voorbereidingsfase
zijn er nog veel mogelijkheden om beheersmaatregelen te treffen dan wel bij te sturen. Dit is echter niet eenvoudig omdat nog veel risico’s onbekend zijn of de
(financiële) impact nog niet in te schatten is. De risico’s en beheersmaatregelen kunnen bij de besluitvorming, plannen en beleidsstukken worden meegenomen. De
risico-inventarisatie is opgesteld door Amersfoort en vervolgens verder aangevuld door de overige gemeenten in de regio Eemland.
1.1 Aanleiding
Met de invoering van de nieuwe Wmo per 2015 worden krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden voor het organiseren van een passende ondersteuning aan
huis voor mensen die op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Het doel van de wet is het mogelijk maken voor mensen om langer thuis te kunnen
blijven wonen en participeren. De decentralisatie gaat gepaard met aanzienlijke kortingen. Gemeenten staan hiermee voor een grote uitdaging: met minder
middelen dan de huidige uitgaven een nieuwe taak uitvoeren. Wij zien kansen in het organiseren van betere en betaalbare ondersteuning maar realiseren ons ook
terdege dat deze decentralisatie ook grote risico’s op verschillende gebieden (o.a. zorginhoudelijk, financieel, imago) met zich mee brengt.
1.3 Werkwijze en prioritering
Tijdens de risicoanalyse zijn in totaal 38 risico’s geïdentificeerd door de Amersfoortse ambtelijke projectgroep AWBZ/Wmo. Omdat het niet mogelijk is de
beheersing van alle risico’s evenveel aandacht te geven is een prioritering aangebracht. Deze prioritering is gemaakt op basis van een inschatting van de kans op
optreden van het betreffende risico en de mogelijke impact (inschatting voor beheersmaatregelen). Zowel kans als impact zijn voor alle risico’s gescoord op een
vijfpuntsschaal zoals in de tabel hieronder is weergegeven. De combinatie van kans en impact levert een prioritering van de risico’s op, zodat de focus snel op de
grootste risico’s gelegd wordt. De resultaten zijn vervolgens verfijnd in de regionale werkgroep Wmo Eemland. Deze risico-inventarisatie is gebaseerd op de risicoinventarisatie die al eerder voor de decentralisatie jeugd is opgesteld onder leiding van een extern bureau. De daarin opgenomen aanbevelingen die gericht zijn om
op risicobeheersing, monitoring en beoordeling van het proces van risicomanagement en communicatie en overleg over de risico’s en beheersmaatregelen gelden
ook voor de decentralisatie Wmo en zijn in deze rapportage niet opnieuw opgenomen.
2 Resultaten van de risicobeoordeling
De risico’s zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: politiek, zorginhoudelijk, financieel, juridisch, uitvoering, proces en risico’s voor cliënten en inwoners. In
tabellen per categorie staan steeds de risico’s met de grootste kans en impact boven aan. Bovendien is een top 10 opgesteld met de grootste risico’s.
De grootste risico’s zijn financieel vanwege de grote kortingen die het rijk oplegt bij de decentralisaties. Door deze kortingen zijn gemeenten genoodzaakt de wijze
van ondersteuning op een andere manier vorm te geven, terwijl de beleidsruimte beperkt is en de financiële effecten van het nieuwe beleid onzeker zijn. Een
tweede risico dat hiermee samenhangt, is de vraagontwikkeling. Lukt het inderdaad om via een transitie in het sociaal domein tot een partipatiemaatschappij te
ontwikkelen?
Top 10 risico’s
Risicogebeurtenis
Nieuw beleid/maatregelen leveren
onvoldoende besparingen op.
Soort risico
Financieel
Kans
4
Impact
4
2.
Onvoldoende budget om benodigde
ondersteuningsaanbod te realiseren.
Financieel
4
4
3.
Stapeling van effecten bij kwetsbare groepen
waardoor zij niet voldoende/ niet de juiste
ondersteuning meer kunnen krijgen (passend
onderwijs, beleidswijzigingen Werk en
inkomen, aanpassingen zorgverzekeringswet,
aanpassingen AWBZ etc.).
Discontinuïteit van huidige en gewenste
zorgaanbod door overdracht naar gemeente.
Voor cliënten en
inwoners
3
4
Zorginhoudelijk
3
4
1.
4.
Maatregelen
- Strikte monitoring bij start, zodat snelle bijstelling mogelijk is.
- Indicaties voor relatief korte periode afgeven.
- Bij raad vast mogelijk bijstelling beleid aankondigen.
- Lobby via VNG/G-32
- Zorg anders organiseren:
- basisinfrastructuur en burgerkracht versterken
- sterk kostenbewustzijn laag in de organisatie te creëren.
- bij inkoop naast kwaliteit ook prijs als selectiecriterium mee
te laten wegen.
- Afspraken maken over tarief
- Sturen op volume en/of tarieven
- Eventueel regionale inkoop van dure zorg
- Stapelingsmonitor continueren.
- Cliënttevredenheidsonderzoek integraal uitvoeren.
- Voldoende ruimte voor maatwerkoplossingen creëren.
- Vangnet regelen voor schrijnende gevallen (opvolging WTCGregeling).
- -helder contactadres voor signalen problemen burgers/instellingen
- Partners betrekken en zo spoedig mogelijk informeren over
gevolgen inrichting nieuwe stelstel voor hun organisatie.
- Pilot structuur.
- Inventarisatie van lopende afspraken qua aantallen en typen zorg
via Vektis en Zorgkantoor.
- In alle afspraken rekening houden met lopende
5.
6.
7.
Onvoldoende waarborg voor
veiligheid/kwaliteit van zorg van kwetsbare
groepen.
Spanningsveld Wet op de
privacy/cliëntgegevens komen bij onbevoegde
personen terecht.
Niet tijdig beschikken over juiste informatie
ten behoeve van beleidsontwikkeling en
begroting.
Voor cliënten en
inwoners
3
4
-
Juridisch
3
4
-
Uitvoering
4
3
-
8.
Onvoldoende rolvastheid College en Raad.
Politiek
3
4
9.
Lokale teams (wijkteams/sociale teams/stips)
bieden onvoldoende kwaliteit.
Zorginhoudelijk
3
4
10.
Grotere zorgvraag dan waar rekening mee is
gehouden.
Zorginhoudelijk
3
4
-
afspraken/overgangsmaatregelen treffen.
Vereiste kwaliteitsbeleid zorginstellingen.
Afspraken maken en helder protocol/klachtenregeling (o.a. in
wijkteams)
Audit
Via G-32 appel doen op transitiebureau voor goede datavoorziening
Via G-32 verkorten implementatieperiode door het rijk ter discussie
stellen en eventueel aandringen op uitstel als de onzekerheid te
lang aanhoudt.
Conservatieve inschatting budget
In contracten en aanpak zorgen voor voldoende flexibiliteit om bij
te sturen.
Rollen en verantwoordelijkheden helder omschrijven.
Regelmatige terugkoppeling naar de raad.
Indien dit risico zich voor doet zal extra capaciteit nodig zijn.
Goede monitoring
2014 goed benutten voor pilots/ontwikkelvragen
Aangeven dat het om een transitie gaat, vergt ruimte voor
doorontwikkeling.
Budgetbewaking
Investeren in burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur.
Budget voor preventie niet afhankelijk maken van eventueel
overschot op andere taken.
Niet bezuinigen op preventie (politiek risico).
1. Politieke risico’s
Risico omschrijving
Onvoldoende rolvastheid
college en raad.
Oorzaken
- Verschil van inzicht over rolopvatting
- Verschil in informatievoorziening
Kans
3
Impact
4
Discontinuïteit in beleid door
verkiezingen voorjaar 2014.
Verkiezingen maart 2014
2
3
Maatregelen
- Rollen en verantwoordelijkheden helder omschrijven.
- Regelmatige terugkoppeling naar de raad.
- Indien dit risico zich voordoet zal extra capaciteit nodig zijn.
- In gesprek blijven over lange termijndoelen.
- Vastleggen gemaakte afspraken en beleidskeuzes.
- Beleidskader en verordening.
- Politiek helpen bij focus lange termijn doelen.
Heftige reacties op incidenten
na 1 januari 2015.
- Incidenten zijn niet te voorkomen.
- Ontkenning van de mogelijkheid van
incidenten en hier onvoldoende op zijn
voorbereid
1
- onvoldoende draagvlak bij lokale
partijen
2
3
-
- Te optimistische inschatting budgettaire
mogelijkheden
- Fragmentarische benadering
- Verschillende regionale verbanden
- Sterke behoefte aan lokale inkleuring
2
2
-
inzetten op het creëren / vergroten van draagvlak door het
betrekken van lokale partijen (aanbieders,
belangenbehartigers)
Monitoring
Integrale financiële afweging
3
1
-
Heldere gemeenschappelijke opdracht en afstemming.
Risico omschrijving
Discontinuïteit van huidige en
gewenste zorgaanbod door
overdracht naar gemeente.
Oorzaken
- Afhaken huidige aanbieders.
- Onvoldoende aanbieders die nieuwe
aanpak onderschrijven.
- Door overdracht onvoldoende
aansluiting huidige zorg en
toekomstige invulling.
Kans
3
Impact
4
Lokale teams (Stips,
wijkteams, sociale teams
etc.) bieden onvoldoende
kwaliteit.
Mismatch tussen ingekochte
en benodigde zorg.
-
Te weinig ervaring met lokale teams
Taak te veelomvattend
3
4
-
Te sterke focus op juist lichte zorg of
juist zware zorg
Onduidelijkheid taakverdeling
gemeente/ZVW/AWBZ
3
3
Maatregelen
Partners betrekken en zo spoedig mogelijk informeren over
gevolgen inrichting nieuwe stelstel voor hun organisatie.
- Pilotstructuur.
- Inventarisatie van lopende afspraken qua aantallen en typen
zorg via Vektis en Zorgkantoor.
- In alle afspraken rekening houden met lopende
afspraken/overgangsmaatregelen treffen.
- Goede monitoring
- 2014 goed benutten voor pilots/ ontwikkelvragen
- Aangeven dat het om een transitie gaat, vergt ruimte voor
doorontwikkeling.
- In inkoop ruimte houden voor verschuivingen
- Afspraken maken met Achmea over delen expertise zorginkoop
en zorgverlening op grensvlak Wmo/AWBZ/Zvw
Onvoldoende lokaal draagvlak
voor nieuwe insteek waarbij
eigen kracht voorop staat.
Mismatch tussen ambities en
middelen raad.
Mislukken of vertraging door
regionale
samenwerkingsverbanden.
4
-
Bewustwording en protocollen hoe om te gaan met een
dergelijke situatie inclusief communicatie.
Pro-actief benaderen van de media.
Vooraf afspraken maken met raad en college.
2.Zorginhoudelijke risico’s
-
3. Financiële risico’s
Risico omschrijving
Nieuw beleid/maatregelen
leveren onvoldoende
besparingen op.
Oorzaken
- Te geringe beleidsvrijheid.
- Jurisprudentie.
- Onvoldoende zicht op effecten
maatregelen
-Bezuinigingen rijk op huidig budget.
- Aanvullende bezuinigingen vanuit het
rijk.
-Verdeelmodel pakt ongunstig uit.
- Ambitieniveau sluit niet aan bij
financiële mogelijkheden.
- Gemeenteraad kent onvoldoende budget
toe.
Kans
4
Impact
4
Maatregelen
- Strikte monitoring bij start, zodat snelle bijstelling mogelijk is.
- Indicaties voor relatief korte periode afgeven.
- Bij raad vast mogelijk bijstelling beleid aankondigen.
4
4
-
Grotere ondersteuningsvraag
dan waar vooraf rekening
mee is gehouden.
- Hogere instroom.
- Niet realiseren van de verwachte
beperking door terugverwijzing naar
onderste delen piramide.
3
4
Voorkomt het nieuwe
sturingsmodel perverse
prikkels en hoe kunnen we
onbedoelde neveneffecten
tegengaan?
Kunnen gemeenten via
jurisprudentie worden
gedwongen zorg te leveren?
Overgangsrecht waardoor
nieuw beleid niet gelijk op
bestaande cliënten kan
worden toegepast.
- Winstmaximalisatie bij het zoveel
mogelijk verstrekken van zorg.
- Onvoldoende prikkels om informele
netwerk in te schakelen.
2
3
- Inperking gemeentelijke beleidsvrijheid
door jurisprudentie
2
3
-
Lobby VNG/ G-32
Meer algemene voorzieningen i.p.v. maatwerkvoorzieningen.
- Garantie rechtszekerheid voor cliënten
3
2
-
Nieuw aanbod voor totale cliëntengroep pas te realiseren vanaf
2016.
Tijdig starten met herindiceren.
Kortdurende indicaties afgegeven, zodat bijstelling eenvoudiger
is.
Met aanbieders voor 2015 overgangsafspraken waarin huidige
zorg wordt gecontinueerd tegen een lagere prijs.
Wij hebben als gemeente al een vooraankondiging gedaan over
het stopzetten van de subsidie.
Onvoldoende budget om
benodigde
ondersteuningsaanbod te
organiseren.
-
-
Afbouwkosten/frictiekosten
voor rekening van de
gemeente.
Kwaliteitsnormen voor Wmo
- Afwenteling frictiekosten.
- Niet tijdig opzeggen langdurige
contracten/subsidierelaties.
- Andere werelden
1
3
-
1
2
-
Lobby via VNG/G-32
Zorg anders organiseren:
basisinfrastructuur en burgerkracht versterken
sterk kostenbewustzijn laag in de organisatie te creëren.
bij inkoop naast kwaliteit ook prijs als selectiecriterium mee te
laten wegen.
afspraken maken over tarief
sturen op volume en/ of tarieven
regionale inkoop van dure zorg
Budgetbewaking.
Investeren in burgerkracht en lokale basis(zorg) infrastructuur.
Budget voor preventie niet afhankelijk maken van eventueel
overschot op ander taken.
Niet bezuinigen op preventie (politiek risico)
Inpassen in bekostigingsbeleid. Positieve targets belonen.
Invoeren van bonus/ malusregeling om doorverwijzing naar
dure zorg te beperken.
Benoemen tot 2D-thema.
en Jeugd niet op elkaar
afgestemd waardoor inkoop
ingewikkelder en duurder
wordt.
-
In samenhang beleid ontwikkelen.
4. Juridische risico’s
Risico omschrijving
Spanningsveld Wet op de
privacy/ Cliëntgegevens
komen bij onbevoegde
personen terecht.
Vertraging bij de invoering
van de nieuwe Wmo.
Wijziging in wet- en
regelgeving waardoor
beleidsvrijheid gemeenten
verder wordt ingeperkt.
Gemeentelijke verordening
niet op tijd gereed of
onvoldoende duidelijk in de
uitvoering.
Partijen gaan in bezwaar bij
ongevallige uitkomst
aanbesteding.
Oorzaken
- Onvoldoende afspraken
informatiebeveiliging.
- Onvoldoende afspraken naleving
informatiebeveiliging.
- Maatschappelijke discussie
- Stevige Lobby.
- Geen meerderheid voor coalitie in 1e
kamer.
Wet- en regelgeving
Kans
3
Impact
4
Maatregelen
Afspraken maken en helder protocol/klachtenregeling (o.a. in
wijkteams)
- Audit
4
2
-
Monitoring van de ontwikkelingen om hier bij de voorbereiding
op voor te sorteren.
2
3
-
Prioriteren, basiseisen benoemen, prioriteitsgroepen instellen.
-
Vertraging rijk en VNG
Problemen met afstemming regio
2
3
-
Tijdig beginnen op basis van concepten.
Scherp kijken hoe de wetswijziging zich verhoudt tot de
huidige Wmo-verordening.
-
Belangenstrijd
Opportunisme
2
2
-
Tijdig extra inkoopexpertise inzetten om problemen te
voorkomen.
Gefaseerde invoering nieuw beleid.
-
5. Risico’s in de uitvoering
Risico omschrijving
Door prijsconcurrentie zijn
partijen niet in staat de
gevraagde kwaliteit te
leveren.
Innovatie en samenwerking
komen onvoldoende tot
stand.
Door voortdurende
onzekerheid discontinuïteit
en verlies aan kwaliteit bij
uitvoeringsorganisaties (bv.
door vertrek medewerkers).
Onrust bij
uitvoeringsorganisaties:
intern, maar kan ook van
invloed zijn op het politieke
proces.
Door prijsconcurrentie of
wijze van inkoop komen
aanbieders in de problemen.
Gemeente is niet in staat de
inkoop op tijd en van
voldoende kwaliteit te
realiseren.
Oorzaken
- Aanbieders concurreren te sterk.
- Gemeente is teveel gefocust op de
kosten kant.
Kans
2
Impact
4
Maatregelen
- Kwaliteitscriteria opstellen en meenemen in selectie.
- Scherpe juridische voorbereiding.
- Organisatiebelang wordt boven het
belang van de cliënt gesteld.
- Sterke focus op continuïteit
- Bestaande institutionele belangen van
aanbieders waardoor onvoldoende
ruimte ontstaat voor nieuwe aanbieders.
- Onzekerheid duurt te lang.
- Beste mensen vertrekken het eerst.
4
2
-
3
2
- Aanbieders betrekken bij het proces.
- Zo snel mogelijk duidelijkheid geven over gevolgen voor hun
organisatie.
- Onduidelijkheid over voortbestaan.
Mogelijke ontslagen.
3
2
- Aanbieders betrekken bij het proces.
- Zo snel mogelijk duidelijkheid geven over gevolgen voor hun
organisatie.
- Aanbieders concurreren te sterk.
- Gemeente is teveel gefocust op de
kosten kant.
2
3
- Kennisachterstand en gebrek aan
ervaring.
- Onvoldoende concurrentie tussen
aanbieders
- Te korte implementatietijd na
vaststelling wet
- Belangentegenstelling gemeenteaanbieders.
2
2
- Besturings- en bekostigingsmodel maken dat ertoe leidt dat
zorg wordt geboden tegen de laagst mogelijke kosten zonder
dat bedrijven omvallen (?) en met ruimte voor innovatie.
- Aanbieders ruimte geven om te innoveren. Invoering nieuwe
taken op korte termijn zonder al te veel wijzigingen, op
langere termijn echte transformatie.
- Deskundigheid inhuren.
- Gedeeltelijk bestaande contracten overnemen.
- Gedeeld belang zoeken samen met mogelijke aanbieders.
- Aanbieders niet alleen verantwoordelijk maken voor de door de
gemeente gevraagde diensten/producten, maar ook voor de
totstandkoming daarvan (gedeelde verantwoordelijkheid voor
opgaven gemeente creëren).
Belang cliënt voorop stellen in de onderhandeling.
Zorgen voor goede spreiding van allerlei typen aanbieders.
Innovatie opnemen in de subsidie c.q. inkoopcriteria.
Proefdraaien met pilots.
Koplopers belonen met iets hoger tarief.
Cliënten en
uitvoeringsorganisaties te laat
en onvoldoende betrokken bij
de inrichting nieuw stelsel (te
weinig draagvlak).
- Onvoldoende gevoel van urgentie.
- Te complex.
2
2
- Vraagstukken benoemen en adresseren
- Concreet uitwerken in nieuwe werkwijze en partijen tijdig
betrekken.
6. Risico’s voor cliënten en inwoners
Risico omschrijving
Oorzaken
Kans
Impact
Maatregelen
Stapeling van effecten bij
kwetsbare groepen.
- Onvoldoende deskundigheid voor
integrale aanpak.
- ontbreken van passende zorg en
ondersteuning.
3
4
-
Onvoldoende waarborg van
veiligheid/kwaliteit van zorg
voor kwetsbare groepen (door
extramuralisering zwaardere
doelgroepen).
Toenemende druk op de
informele zorg.
- Extramuralisering te ver doorgevoerd.
- Zware zorgvraag niet goed extramuraal
te leveren.
3
4
- Maatschappij niet ingesteld om grotere
vraag naar informele zorg.
- Claimgedrag/ oude rechten.
- Te weinig ruimte om informele zorg te
- combineren met een baan.
4
2
- Communicatie.
- Beschikbaarheid informele zorg terughoudend ramen.
2
3
- Duidelijke communicatie over overgangsrecht, moment
herindicatie en nieuw beleid.
2
3
2
2
-
Rechtspositie voor cliënten
niet helder in
overgangssituatie.
Grotere kans op overlast in
wijken.
Snappen inwoners nog waar ze
voor wat terecht kunnen?
7. Procesrisico’s
- Extra druk op kwetsbare wijken en
buurten door lage huren.
- Geringe acceptatie kwetsbare groepen.
- Grote veranderingen. Nieuwe structuren.
-
Stapelingsmonitor continueren.
Cliënttevredenheidsonderzoek integraal uitvoeren.
Voldoende ruimte voor maatwerkoplossingen creëren.
Vangnet regelen voor schrijnende gevallen (opvolging WTCGregeling).
- helder contactadres voor signalen problemen
burgers/instellingen
- Intensievere zorgvraag concentreren waardoor levering door
zorgaanbieder eenvoudiger is.
- Goede afstemming tussen partijen.
Communicatie.
Afstemming met woonbeleid en openbare orde en veiligheid.
Meldpunt en protocol.
Communicatie.
Inschakelen van intermediairs.
Risico omschrijving
Niet tijdig beschikken over
juiste informatie ten behoeve
van beleidsontwikkeling en
begroting.
Oorzaken
- Vertraging vanuit het rijk.
- Onduidelijkheid door verschillende
informatiebronnen.
Kans
4
Impact
3
Voorbereidingen te laat
afgerond.
Problemen bij de organisatie
van overgang van zorg.
-
4
2
1
4
-
Te late vaststelling van de wet.
Complexiteit onderschat.
Ontbreken van koppelingen in de ICTinfrastructuur.
Onvolledige gegevensoverdracht.
Te weinig tijd om zorgvuldige overgang
te waarborgen.
Maatregelen
- Via G-32 appel doen op transitiebureau voor goede
datavoorziening
- Via G-32 verkorten implementatieperiode door het rijk ter
discussie stellen en eventueel aandringen op uitstel als de
onzekerheid te lang aanhoudt.
- Conservatieve inschatting budget
- In contracten en aanpak zorgen voor voldoende flexibiliteit om
bij te sturen.
- voortdurend informeren van raad en andere betrokkenen over
de voortgang.
- Lobby vanuit VNG/G-32 voor zorgvuldige en tijdige
informatieoverdracht.
- Aanbieders actief betrekken bij de overgang.
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: Gemeenteraad
: Wethouders B.J. Lubbinge, R.G.H. van
Muilekom, en C. van Eijk
B&W-vergadering
De Ronde
Agenda Het Besluit
Vastgesteld besluit
:
:
:
:
21-05-2013
04-06-2013
09-07-2013
09-07-2013
Reg.nr.
Datum
Agendapunt
: 4384952
: 14 mei 2013
: HB-4
11-06-2013
Met inachtneming aangenomen amendementen
TITEL
Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein
BESLISPUNTEN
1. De kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende:
1. De inhoudelijke uitgangspunten
Zelfredzaamheid voorop
De omgeving doet mee
Voorkomen is beter dan genezen
Oplossingen per persoon, soms samen
We laten niemand vallen
Hulp dichtbij huis
Één huishouden, één plan
2. De organisatorische principes
Wijkgericht werken
De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams
Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de
stad
Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en
(boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan.
3. De sturingsprincipes
Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen
Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen
gemeentebegroting
Inzet van middelen ontschotten
2. Het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale
domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes
aan u voor te leggen.
AANLEIDING
Maatschappelijke ontwikkelingen geven ons aanleiding om met de stad een flinke beweging te maken in
het sociale domein. Zorg en ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben, kost steeds meer en lijkt
tegelijk niet altijd aan te sluiten bij dat wat mensen echt nodig hebben. In de huidige economische
omstandigheden gaan naar verwachting meer mensen een (tijdelijk) beroep doen op het vangnet bij de
overheid. De komende jaren worden taken op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ, passend onderwijs
en werk en inkomen (Participatiewet) door het Rijk gedecentraliseerd naar de gemeente. Dit gaat gepaard
met forse bezuinigingen door het Rijk.
Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 2
Om deze nieuwe taken op een goede manier over te nemen van het Rijk hebben wij met uw Raad over de
verschillende decentralisaties gesproken. Met uw Raad zijn wij van mening dat wij -om tot een goede
invulling te komen en de beweging te bewerkstelligen die nodig is- de verschillende taken niet los van
elkaar, maar als één geheel moeten benaderen. Alleen dan is het mogelijk ondersteuning dichtbij mensen te
brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan. Een
samenhangende benadering dus die de beweging in het sociaal domein mogelijk maakt. Ook met de manier
waarop wij onze taken uitvoeren op onderwerpen als veiligheid, fysieke leefomgeving, en wijken willen we
die beweging ondersteunen.
Deze beweging maken we in een situatie waarin er de nodige onzekerheid, onduidelijkheid en nieuwe
ontwikkelingen zijn. De totstandkoming van het Sociaal Akkoord en het Zorgakkoord en vooral de
onduidelijkheden die er zijn over de concrete invulling daarvan illustreren dit. Wij kiezen ervoor om niet te
wachten totdat er meer duidelijkheid komt van het Rijk, maar om nu concreet aan de slag te gaan. Doen we
dat niet dan zijn we niet op tijd klaar om de taken per 2015 over te nemen. Wij vragen u daarom de richting
te bepalen en een aantal keuzes maken. Dit gaat om een visie, inhoudelijke uitgangspunten,
organisatorische principes en sturingsprincipes. In dit raadsvoorstel leggen wij u deze achtereenvolgens
voor.
BEOOGD EFFECT
Met dit raadsvoorstel leggen wij u onze visie en uitgangspunten op de beweging in het sociaal domein
voor. Dit is het kader waarbinnen wij de invulling van onze nieuwe taken vormgeven en beleidsmatige
keuzes aan u voor te leggen. Dit voorstel is voor ons de basis voor een verantwoorde invulling van taken
die op ons afkomen en het vertrekpunt voor de beweging die wij in het sociale domein voorstaan. We
schrijven met nadruk ‘basis’. Veel is nog onzeker en in ontwikkeling. Willen we op tijd voldoende
voorbereid zijn dan kunnen we simpelweg niet wachten tot alles zeker is. We markeren met dit voorstel dan
ook een vertrekpunt waarbij het eind nog niet altijd even helder is. Dit vraagt om flexibiliteit, ruimte en
vertrouwen in de verdere uitwerking.
VISIE OP DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN
De komende jaren willen we als gemeente een forse beweging in het sociale domein maken.
Willen omdat een aantal zaken beter kan worden geregeld dan deze nu zijn geregeld, en omdat we het
dichter bij de burger willen organiseren. Vraagstukken die we willen aanpakken zijn:
 De (jeugd)zorg staat nu te ver van mensen af, is te versnipperd, problematiseert en medicaliseert
onnodig, kan kwalitatief beter en is duur.
 De verkokering in de zorg doorbreken en meer inzetten op preventie en vroegsignalering.
 Mensen naar vermogen laten meedoen in de samenleving. Bij voorkeur door naar vermogen werkzaam
te zijn bij een reguliere werkgever, en als dat niet lukt in de vorm van het vervullen van een
maatschappelijke tegenprestatie. Daardoor kunnen meer mensen deelnemen aan het maatschappelijk
leven en aan de arbeidsmarkt.
Noodzakelijk ook omdat het Rijk belangrijke taken decentraliseert: op het gebied van de jeugdzorg, de
AWBZ en werk en inkomen. Het Rijk decentraliseert deze taken omdat ze op gemeentelijk niveau beter en
dichter bij onze inwoners kunnen worden uitgevoerd en gaat er vanuit dat de taken kwalitatief beter en met
minder middelen door gemeenten kunnen worden uitgevoerd. Ook wordt het passend onderwijs
gedecentraliseerd naar de samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. Passend onderwijs kent een sterke
samenhang met de jeugdzorg.
De uitvoering van al deze taken moet minder bureaucratisch worden, dichter bij de burger, in vertrouwen
en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit
en kostenvermindering hand in hand te laten gaan.
De eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners komt meer centraal te staan. Dit gaat verder dan alleen
het sociale domein en geldt bijvoorbeeld ook voor onderwerpen als veiligheid, de fysieke leefomgeving en
wijkbeheer- en ontwikkeling. Centraal staat wat mensen zelf kunnen, alleen of met behulp van naaste
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 3
familie, vrienden of buren. Wij doen een beroep op de inzet van de eigen mogelijkheden van mensen. En
we vinden dat we van een hulpbehoefte niet meteen een onnodig ingewikkeld probleem moeten maken, dat
door professionals moet worden opgelost. We blijven wel zorgen voor een vangnet voor wie ondersteuning
nodig heeft, en we maken van het vangnet zoveel mogelijk een springplank naar zelfredzaamheid en
volwaardige participatie in de samenleving.
Wij vinden dat professionals zich moeten inzetten voor die taken waarvoor ze nodig zijn. Dat zijn taken die
niet door mensen zelf of hun omgeving kunnen worden opgepakt omdat deze bijvoorbeeld te zwaar of
complex zijn. We willen dat het aantal hulpverleners in één huishouden zo beperkt mogelijk is. Wij willen
dat mensen zelf, samen met hun omgeving en vrijwilligers, en als dat indien noodzakelijk samen met
professionals doen wat nodig is: van een broodje smeren tot het begeleiden naar een activiteit; van helpen
met aan- en uitkleden tot verplegen. Daarbij staat niet de instelling waar de professional voor werkt
centraal, maar de Amersfoorter die ondersteuning nodig heeft. De wijkverpleegkundige, wijkagent,
onderwijzer, huisarts, welzijnswerker en hulpverlener krijgen alle ruimte om hun werk met elkaar slimmer
en beter te doen. Het ondersteunen en toerusten van (soms nu al actieve) vrijwilligers en het bieden van
steun aan onze inwoners om ieders eigen mogelijkheden te benutten staat daarbij voorop.
De beweging in het sociale domein gaat dus niet alleen over mensen die de weg niet zelf kunnen vinden en
ondersteuning nodig hebben, het gaat ons allemaal aan! Er zijn immers volop Amersfoorters die hun buren
of familie en vrienden (willen) helpen met sneeuw vegen of grasmaaien, met naar de dokter gaan, de
kinderen naar school brengen als de ouders dat even niet zelf kunnen, of ouders ondersteunen bij het
opvoeden van hun kinderen. Zulke vrijwilligers zijn voor ons het fundament van de Amersfoortse
samenleving. Veel (ondersteunende) activiteiten zouden niet kunnen worden uitgevoerd als onze inwoners
niet belangeloos de handen uit de mouwen steken. Denk aan sport, speeltuinen, politieke of culturele
activiteiten, maar ook aan het ondersteunen van zieken en mensen met een beperking thuis of in
instellingen.
Ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vragen wij om een rol te spelen bij het bieden van
ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij maken we gebruik van de mogelijkheden die de
Participatiewet geeft.
We willen zoveel mogelijk doen in de wijken, zodat iedereen die wil en kan binnen zijn mogelijkheden in
zijn eigen omgeving zijn bijdrage kan leveren. Bij voorkeur zonder een rol van de gemeente, indien nodig
gestimuleerd of ondersteund vanuit de STIPS (Steun- en Informatiepunten in de wijk), wijkteams of
bijvoorbeeld de eigen buurtonderneming. Wat we in de wijken en in de stad effectief en efficiënt kunnen
organiseren, doen we daar ook. Alleen als het niet anders kan, organiseren we het met de regio of op
bovenregionaal niveau.
Om deze beweging in het sociaal domein samen met onze inwoners, professionals en bedrijven te maken is
tijd nodig en moeten we de dialoog met elkaar aan blijven gaan. Het vergt een omslag in cultuur, structuur
en werkwijzen en vertrouwen van een ieder. Dat kan alleen als we bereid zijn om over bestaande schotten
heen te denken en te werken, we bereid zijn om nieuwe dingen uit te proberen en we accepteren dat er
dingen fout kunnen gaan.
INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN
Op 3 juli 2012 heeft uw Raad de uitgangspunten en leidende principes voor de Jeugdzorg vastgesteld. De
transformatie die wij op het gebied van Jeugd – inclusief Passend Onderwijs - voorstaan, is in essentie
gelijk aan de transformatie op het gebied van Zorg en het terrein van Werk & Inkomen. We starten vandaag
– ondanks alle onzekerheden op Rijksniveau– met de professionals in de wijk aan een nieuwe manier van
werken, zoals in de pilot Jeugdzorg Soesterkwartier. Deze transformatie, ofwel ‘beweging in het sociaal
domein’ kenmerkt zich door trefwoorden als nabije zorg, eigen verantwoordelijkheid, participatie en het
tegengaan van versnippering, problematisering, medicalisering en bureaucratisering.
Op basis van de leidende principes uit de jeugdzorg, hanteren wij de volgende uitgangspunten die gelden
voor de beweging in het sociale domein.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 4
1. Zelfredzaamheid voorop
Als ondersteuning gevraagd wordt, dan kijken we eerst wat iemand zelf kan. We bouwen op, vergroten de
zelfredzaamheid en benutten en versterken de contacten met de omgeving. We nemen het probleem daarbij
niet over, maar zorgen dat iemand zelf aan het stuur blijft.
2. De omgeving doet mee
‘Iedereen doet mee’ in Amersfoort. Dat geldt niet alleen voor de mensen die hulp nodig hebben, maar voor
iedereen. Buurtbewoners, familie, de gemeente, hulpverleners, de politiek en bijvoorbeeld ook werkgevers.
Iemand die hulp of ondersteuning nodig heeft, staat nooit alleen. De omgeving is vaak meer dan bereid om
te helpen. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Het kan nodig zijn dat iemand helpt organiseren dat de
omgeving mee doet in de oplossing van het probleem of de vraag. Een belangrijk uitgangspunt is dus dat
we altijd eerst zoeken naar oplossingen in de eigen omgeving: het gezin, het eigen netwerk, de buurt.
3. Voorkomen is beter dan genezen
Als we op tijd kunnen signaleren dat er bij iemand een vraag om hulp is, en daar goed op inspelen kunnen
we problemen voorkomen. Dat is natuurlijk prettiger voor de mensen waar het om gaat en ook nog eens
goedkoper. Daarbij is het nodig dat we oog hebben voor de mensen die geen vraag (durven te) stellen, niet
weten dat ze hem kunnen stellen of niet weten waar. We rekenen hierbij op de signalerende rol van zowel
formele als informele organisaties en mensen in de persoonlijke omgeving.
4. Oplossingen per persoon, soms samen
Het is belangrijk om per persoon te kijken hoe iemand het best geholpen is. Dat betekent niet dat elke
oplossing ook persoonlijk hoeft te zijn. De oplossing kan soms juist liggen in het gebruik maken van
activiteiten die voor een groep bedoeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan een buurtmaaltijd in plaats van
bezorging aan huis. Deelnemen aan een groep geeft de mogelijkheid om contact op te doen met andere
mensen. Het ontmoeten van andere mensen is niet alleen prettig, maar kan ook weer nieuwe informatie of
hulp opleveren.
5. We laten niemand vallen
Als iemand hulp nodig heeft, moet hij of zij eerst proberen om dat zelf in zijn omgeving te regelen. Maar
dat is niet altijd wenselijk, of kan of lukt niet altijd meteen. Als het echt niet kan, moet de hulp van
professionals komen. Er moet altijd ondersteuning zijn voor mensen die het moeilijk hebben. Die
professionele hulp komt alleen nooit in de plaats van de eigen verantwoordelijkheid van mensen.
6. Hulp dichtbij huis
Als mensen hulp en ondersteuning nodig hebben, zoeken we die dichtbij huis. In het eigen netwerk, de
straat, buurt of wijk. En we maken daarbij gebruiken van het aanbod van zorg en welzijn in de buurt.
Ondersteuning in de buurt of wijk is makkelijk te vinden via één ingang, snel toegankelijk en gebundeld.
7.
Eén huishouden, één plan
Er zijn huishoudens die geholpen moeten worden omdat zij meerdere problemen tegelijk kennen. Deze
mensen zijn niet geholpen door op verschillende onderdelen van het dagelijks leven iets te organiseren,
maar juist door een plan te maken om alle problemen in 1 keer aan te pakken. Ook in het geval van
gezinnen kijken we naar wat de gezinsleden zelf wel kunnen doen en welke mogelijkheden er zijn voor
hulp in de omgeving.
ORGANISATORISCHE PRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN
Ondanks de onzekerheden over de Rijkskaders voor de overdracht van taken, willen we nu de kansen
pakken die er zijn om de lange termijn beweging die nodig is in het sociaal domein te stimuleren. Immers
om zorg dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering
tegen te gaan moet er het nodige veranderen. Professionals moeten op een andere manier met elkaar leren
samenwerken en de tijd hebben om deze nieuwe manier van werken te ontwikkelen. Om de daarbij
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 5
behorende ontwikkelopgaven in te kunnen vullen, gaan we uit van de volgende principes. Deze zijn
gebaseerd op de inhoudelijke uitgangspunten zoals verwoord in de vorige paragraaf.
1. Wijkgericht werken is een van de uitgangspunten voor de drie decentralisaties. We ontwikkelen met
inwoners, professionals en instellingen een aanpak die goed aansluit bij de kenmerken en behoeften
van bewoners en ondernemers in de wijk. We toetsen onder andere met behulp van proeftuinen in de
praktijk wat de beste vorm en schaal is voor wijkgericht werken. Uiteraard blijven we oog houden voor
netwerken van onze inwoners die anders zijn dan de geografische schaal van de wijk. Als het werken
via deze netwerken effectief is, past een andere dan de wijkgerichte benadering.
2. De toegang voor onze inwoners tot algemene basisvoorzieningen beleggen we primair bij de
wijkteams en steunpunten in de wijk (STIPS). Daar waar het effectief en efficiënt is organiseren we
ook de toegang voor de tweedelijnszorg op die manier.
3. De toegang voor de ondersteuning die niet is belegd bij de wijkteams en/of STIPS concentreren we zo
mogelijk op één plek in de stad. We onderzoeken of en op welke manier de huidige loketten van
bijvoorbeeld UWV, WMO en Sociale Zekerheid zouden kunnen worden samengebracht.
4. Ondersteuning die niet effectief en efficiënt in de wijk of in de stad kan worden georganiseerd,
organiseren we in de regio Amersfoort en als dat niet kan op schaal van de provincie Utrecht. De Regio
Amersfoort bestaat uit negen gemeenten: Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes,
Leusden, Nijkerk, Soest, Woudenberg. Daar waar bovenregionale inkoop nodig is vormt de Regio
Amersfoort voor ons het vertrekpunt. Dat doen we via bestaande, logische verbanden waarbij de
inhoud leidend is. De lokale autonomie, kracht en diversiteit van de samenwerkende gemeenten is
uitgangspunt. Waar mogelijk voeren de samenwerkende gemeenten taken zelf uit, zo dichtbij onze
inwoners als mogelijk. De kern is dat we lokaal uitvoeren wat lokaal kan en (boven-)regionaal
doen wat écht niet lokaal kan worden uitgevoerd. We verkennen samen met de regiogemeenten het
onderscheid wat we op de verschillende niveaus doen.
STURINGSPRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN
1. In uitwerking op ons uitgangspunt met betrekking tot regionale samenwerking (4) geldt dat voor
sommige vormen van ondersteuning het niet efficiënt is deze op lokaal niveau in te kopen. We kopen1
deze ondersteuning en instrumenten in met de gemeente in de Regio Amersfoort.
2. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de
gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn).
Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting, m.u.v.
Participatiewet. Dit laatste is in lijn met het coalitieakkoord en het collegeprogramma 2013/2014 en de
kadernota.
3. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de
gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op
deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord
wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord
opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de
participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel
Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter
zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te
financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
1
De term ‘inkopen’ moet hier gezien worden in de brede zin van het woord. Hieronder worden verschillende
varianten van financiering verstaan waaronder subsidiering, ‘klassiek’ aanbesteden en bestuurlijk aanbesteden.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 6
DE BEWEGING IN HET SOCIAAL DOMEIN IN BEELD
De beweging in het sociale domein is hierboven in een piramide weergegeven. De visie, inhoudelijke
uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes vormen de kern waar vanuit we dit gaan
vormgeven. Daarbij staat voorop dat we willen voorkomen dat mensen onnodig gebruik moeten maken van
de lokale basis(zorg)voorziening of van de tweedelijnszorg. Als mensen daar toch in terecht komen is alles
er op gericht om daar zo kortstondig mogelijk gebruik van te hoeven maken.
We investeren daarom vooral in de onderkant van de piramide: de burgerkracht/kracht van de
omgeving. Dan gaat het op individueel niveau om mensen die vaardig zijn in het oplossen en aanpakken
van problemen. Op groepsniveau kan het bijvoorbeeld gaan om buurtbewoners die initiatieven nemen om
de leefbaarheid in de wijk te verbeteren, een familie die samen mantelzorg biedt aan een familielid of
ouders die ouders met opvoedproblemen helpen. Ondersteuning op dit niveau komt altijd uit de omgeving,
niet van professionals.
Als gemeente staan we voor het samen met inwoners, professionals, bedrijven en instellingen inrichten
en organiseren van een effectieve en efficiënte lokale basis(zorg)infrastructuur. Deze is ondersteunend
aan de burgerkracht. Ondersteuning op dit niveau is bijvoorbeeld gericht op informatie en advies en
doorverwijzing, ondersteuning van burgerinitiatieven, ondersteuning van mantelzorgers, coördinatie van
vrijwilligers, signaleren van problemen en het toeleiden naar passende zwaardere of specialistische(re)
vormen van hulp. Beroepskrachten signaleren en lossen samen met burgers problemen op. Zij worden
hierbij bijvoorbeeld ondersteund door leden uit de wijkteams en professionals op de ‘werk- en
vindplaatsen’.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 7
Tot slot nemen we als gemeente onze rol om een solide vangnet (de top van de piramide) in te richten als
burgerkracht en de lokale basis(zorg)infrastructuur niet toereikend zijn. Het vangnet is gericht op
individuen of gezinnen met problemen op een of meerdere levensgebieden die zij niet op eigen kracht
kunnen aanpakken. Zij hebben voor korte of lange tijd intensieve ondersteuning nodig. Vaak is een vorm
van regie nodig om te zorgen dat deze problemen volgens een duidelijk plan in samenhang worden
aangepakt. Ook op dit niveau gelden nog steeds de principes van ondersteuning van eigen kracht en
benutten van de mogelijkheden van het informele netwerk, ook kunnen lichtere vormen van ondersteuning
uit de andere cirkels een rol blijven spelen. De toegang tot het vangnet is veelal georganiseerd via
indicatiestelling. Regionale samenwerking op dit terrein evenals op het terrein van inkoop ligt voor de
hand.
ARGUMENTEN
1.1 Visie en uitgangspunten zijn nu nodig om ons goed voor te bereiden op nieuwe taken
In augustus 2014 wordt het passend onderwijs naar samenwerkingsverbanden van schoolbesturen
gedecentraliseerd. Op 1 januari 2015 worden de taken op het gebied van jeugdzorg en de AWBZ
gedecentraliseerd en treedt de Participatiewet in werking. Om klaar te zijn voor de overdracht van de taken
van het Rijk en om de gewenste beweging in het sociale domein te maken, is het nodig dat we nu een flink
aantal stappen zetten op verschillende sporen en in goede samenhang met elkaar. Deze beweging blijft niet
beperkt tot het sociale domein, maar vraagt ook dat we de samenhang en verbinding met het economische
en fysieke domein opzoeken en vorm geven.
1.2 Samenwerken met inwoners, professionals en instellingen
Een grote ontwikkelopgave ligt in een andere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden en de manier
waarop de gemeente samenwerkt met professionele partijen en inwoners. De beweging kunnen we immers
alleen maken als we dit doen in een goed samenspel met de bewoners, de professionals en de raad. Dat
vraagt tijd, een wijze van opereren die dat samenspel alle ruimte geeft en ondersteunt en heldere kaders van
uw Raad waarbinnen wij dit kunnen doen. Hierbij gaan we niet voorbij aan de stappen die we moeten
zetten om aan onze wettelijke taken en verplichtingen te voldoen en bezuinigingsopgaven te behalen.
KANTTEKENINGEN
1.1 Onduidelijkheid over wetgeving
Over de wetgeving rond de Jeugdzorg, Passend onderwijs, de Participatiewet, en de AWBZ bestaat nog
veel onduidelijkheid. Door niet op duidelijkheid te wachten maar nu al te beginnen aan de
ontwikkelopgaven vanuit een aantal leidende principes kan het zijn dat we werkwijzen of beleid
ontwikkelen dat niet (meteen) passend is binnen de uiteindelijke wettelijke kaders.
1.2 Onduidelijkheid over financieel kader vanuit het Rijk
Door de voortdurende onzekerheden over de budgetten van het Rijk en de provincies die met de taken mee
komen, is het mogelijk dat er financiële tegenvallers of meevallers zijn die het noodzakelijk maken om de
ambities en beoogde werkwijze bij te stellen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting
van de budgetten,
1.3 Onduidelijkheid over de inwoners die het aangaat
Het Rijk heeft tot nog toe onvoldoende informatie beschikbaar gesteld om te kunnen bepalen welke
inwoners de beweging in het sociaal domein aangaan en die hulpbehoefte hebben. Deze aantallen kunnen
dus mee- of tegenvallen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de aantallen. Per
decentralisatie zijn startfoto’s gemaakt waarvan de cijfers ook zijn opgenomen in de bijlagen per
decentralisatieopgave bij dit Raadsvoorstel.
1.4 Er kunnen dingen mislukken
We willen zaken heel anders gaan doen en zien dus een groot aantal ontwikkelopgaven. Daarvoor is ruimte
om te leren van successen en mislukkingen nodig. Als die ruimte er niet is, is de kans groot dat de
benodigde vernieuwing niet tot stand komt. Een goed proces met inwoners, professionals en instellingen is
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 8
alleen mogelijk als zij daarvoor open staan. Het is dus van belang om helder te communiceren over de
visie, onze uitgangspunten en ruimte te geven aan dit proces.
1.5 Er zitten grenzen aan ‘eigen kracht’ van onze inwoners
We zouden misschien graag onbegrensd willen geloven in de draagkracht en capaciteit van ‘de eigen
kracht’ van onze inwoners. We geloven immers dat beter is voor ‘de mens’ en ook nog eens beter voor de
overheidsportemonnee. Echter, de realiteit is dat er beperkingen zijn aan wat onze inwoners met eigen
kracht en hun eigen netwerk kunnen oplossen. We zijn er van overtuigd dat we onze inwoners moeten
aanmoedigen deze grens op te zoeken en soms op te rekken. Niet te snel moeten we denken dat het niet
kan. Tegelijkertijd is er wel het besef van de begrenzing van wat je van mensen mag/kunt verwachten. Hoe
voorkomen we dat we mensen uit het oog verliezen? Dat de focus juist komt te liggen op die groep
mondige en assertieve mensen met genoeg vrije tijd en kennis? Juist het besef en oog voor deze
begrenzing, versterkt naar onze mening de eigen kracht. Door de grens te (h)erkennen en zekerheid te
bieden dat mensen worden opgevangen als ze het op eigen kracht niet redden, durven mensen meer hun
eigen kracht – en die van anderen – aan te spreken.
FINANCIËN
Er is op dit moment nog grote onzekerheid over de definitieve budgetten die beschikbaar zullen zijn en het
aantal Amersfoorters dat thans ondersteuning krijgt en in de toekomst nodig heeft. Onze huidige
inschatting is dat het thans gaat om de volgende budgetten en aantallen:
Jeugd
AWBZ
(WMO
Hulp bij het
Huishouden
AWBZ (WMO)
Ondersteuning,
begeleiding en
verzorging aan
huis (per 1-12015)
2200 (begeleiding
2500
cliënten
(schatting op
basis van
landelijke
cijfers 6-8%
van de
jongeren)
3000
(cliënten hulp
bij het
huishouden)
Korting op
huidig budget
17%
40%
25%
Schatting
resterend
budget
€ 25 miljoen
€ 5,2 miljoen
€ 38 miljoen
Aantal
Amersfoorters
2000 (persoonlijke
verzorging)
Participatiewet
(per 1-1-2015)
2756 WWB uitkeringen ( april
2013) + 50 à 75 cliënten vanuit
nieuwe doelgroep Participatiewet
( in de schatting is de herkeuring
uit het Sociaal Akkoord van de
huidige groep Wajongers niet
meegenomen)
Re-integratie: er wordt een
doelmatigheidskorting op het
huidig budget doorgevoerd. Aan
het huidig budget worden
middelen toegevoegd voor de
begeleiding van nieuwe
doelgroepen participatiewet.
Hiermee dient wel een grotere
doelgroep bediend te worden
WSW: efficiencykorting
regeerakkoord; ca. 13%) en
uitstroom WSW (ca. 45 per jaar).
Verder is onduidelijk welke
middelen worden toegevoegd voor
het organiseren van beschut werk.
Totaaleffect op budget is
onduidelijk i.v.m. uitwerking
Sociaal Akkoord.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 9
We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de
gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op
deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt
zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen:
“de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet
voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf
1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad
voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen
het ontschotte budget voor het sociaal domein.
RISICO’S
Het mag helder zijn dat er door de grote onzekerheden de nodige risico’s zijn die deels beperkt kunnen
worden beheerst. De risicorapportage die voor Jeugdzorg is gemaakt en beschikbaar is gesteld aan uw Raad
biedt hier een goed eerste overzicht van de risico’s die samenhangen met de overdracht van alle taken van
het Rijk naar de gemeente. In de rapportage worden naast risico’s ook beheersmaatregelen genoemd.
Hieronder beperken we ons tot het benoemen van de 10 grootste risico’s en laten we onder verwijzing naar
de risicorapportage over Jeugdzorg de beheersmaatregelen hier achterwege:
1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015.
2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren.
3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren.
4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor
de begroting 2015.
5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig
tot stand.
6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de
taken naar de gemeente.
7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden.
8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015.
9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht.
10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen.
De Raad wordt via de reguliere en afgesproken rapportages geïnformeerd over de belangrijkste risico’s en
beheersmaatregelen.
COMMUNICATIE
De beweging die wordt ingezet in het sociaal domein is een beweging die veel mensen op verschillende
manieren raakt. Deze beweging vraagt om zorgvuldige communicatie. Maar zeker ook om communicatie
die flexibel is en oog heeft voor individuele behoeftes en maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de basis
van onze communicatie-inzet staat een degelijke informatievoorziening die past bij de informatiebehoefte
in de stad. Om op korte termijn een gezicht en een stem te geven aan de mensen om wie het gaat, starten
we met het vertellen van persoonlijke verhalen. Daarnaast stellen we per decentralisatie een
communicatieplan op met daarin onder andere een planning van de belangrijke informatiemomenten.
Naast tijdige en gerichte informatie, zijn ook verschillende vormen van interactie belangrijk in onze
communicatie. Inzet van deze interactie is het gebruik maken van kennis in de stad en het samen
ontwikkelen van nieuwe manieren van werken. Er worden binnen de decentralisaties verschillende vormen
van interactie gepland en ingezet: van gesprekken met oudergroepen, tot dialoogsessies met professionals
en van het delen van proeftuinervaringen tot een frisse blikken panel. Ook het samenstellen van een
stadsbrede kopgroep is een van de vormen van interactie. Zo’n stadsbrede groep van professionals en
ervaringsdeskundigen kan een voortrekkersrol vervullen in het sociaal domein door samen te zorgen voor
inspiratie, onverwachte verbindingen en initiatieven.
VERVOLG
In de bijlagen bij dit Raadsvoorstel is per decentralisatieopgave een kernbeschrijving en planning
opgenomen. Hieronder vindt u een integrale mijlpalenplanning t.a.v. besluitvorming in uw Raad. De
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 10
planning voor Werk & Inkomen wordt verder ingevuld als er meer duidelijkheid is op Rijksniveau over de
invulling van het Sociaal Akkoord.
Integrale opgave
beweging in het
sociaal domein
2013 Juni/Juli
Juni/Juli
Juli
Kwartaal
2
Kwartaal
3
Kwartaal
4
Werk &
Inkomen
(Participatiewet)
Regionaal
transitiearrangement
Jeugdzorg
Peiling over rol
gemeente sociaal
domein, sturing,
bekostiging en
kwaliteitsbewaking
Peiling over
transformatieproces:
hoe te komen tot de
gewenste
verandering
Vaststellen begroting 2014 door Raad
Peiling over het
aanbod: resultaten
op cliëntniveau en
toegang
Concept beleidsplan
en concept
uitvoeringsplan in
de Raad
December
2014 Kwartaal
1
AWBZ (WMO)
Raadsvoorstel beweging in het sociaal domein ter besluitvorming in de Raad
Informeren over
STIPS en nieuwe
wijkteams
Eerste
organisatieontwerp
bespreken in de
Raad
Augustus
September
Oktober
November
November
Jeugdzorg
Resultaat pilot
tegenprestatie in
de Raad
Evaluatie
wijkteams
bespreken met
Raad
Gemeenteraadsverkiezingen
Vaststellen
beleidsplan en
uitvoeringsplan in
de Raad
Tussenrapportage voortgang beweging sociaal domein bespreken in Raad
Nieuwe taken en budgetten in de begroting 2015
Vaststellen
Vaststellen
beleidskader en
beleidskader en
uitvoeringsplan
verordening door
door Raad
Raad
Vaststellen begroting 2015 door Raad
Vaststellen
beleidskader en
verordening door
Raad
Taak formeel overgedragen
2015 Januari
Belangrijk onderdeel is dat we dit najaar met u in gesprek willen over de principes van sturing en
bekostiging. Het gaat hierbij o.a. om de invulling van de (regie)-rol van de gemeente in het sociaal domein,
de vorm van inkoop/subsidiering van zorg/diensten (sturing en bekostiging) en de kwaliteitsbewaking.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4384952 pagina 11
Naast de momenten in de mijlpalenplanning informeren we u over de ervaringen die we opdoen met
vernieuwende werkwijzen, wijkteams, STIPS etc. Op basis van deze ervaringen en opgedane kennis is het
aan een volgend college en een nieuwe Raad om na de verkiezingen in maart 2014 de definitieve
beleidskaders en resterende verordeningen voor de uitvoering van deze taken vast te stellen.
BETROKKEN PARTIJEN
Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen professionals in de ondersteuning. Wij
stellen een kopgroep in waarin een aantal van de betrokkenen op persoonlijke titel kunnen plaatsnemen en
met ons kunnen meedenken over de wijze waarop we de beweging in het sociaal domein vormgeven.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
- Kernbeschrijving Werk & Inkomen (Participatiewet).
- Kernbeschrijving WMO/AWBZ
- Kernbeschrijving Jeugdzorg, inclusief Passend onderwijs
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4384952
De raad van de gemeente Amersfoort;
op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013, sector MO/ZCS
(nr.4384952);
b e s l u i t:
1. de kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende:
1. De inhoudelijke uitgangspunten
- Zelfredzaamheid voorop
- De omgeving doet mee
- Voorkomen is beter dan genezen
- Oplossingen per persoon, soms samen
- We laten niemand vallen
- Hulp dichtbij huis
- Één huishouden, één plan
- Snelle interventies als hulp nodig is
2. De organisatorische principes
- Wijkgericht werken
- De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams
- Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de
stad
- Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en
(boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan
- Voortbouwen op en/of uitbreiden van de bestaande activiteiten, voorzieningen en
bewonersinitiatieven in de wijken
- Zorgbehoevenden die langdurige zorg nodig hebben, krijgen keuzevrijheid in het
selecteren van zorgaanbieders die bij hen passen
3. De sturingsprincipes
- Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen
- Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen
gemeentebegroting
- Inzet van middelen ontschotten
2. het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale
domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes
aan u voor te leggen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 2013.
de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: Gemeenteraad
: Wethouders Lubbinge, Van Eijk, Van
Muilekom
B&W-vergadering
De Ronde
Agenda Het Besluit
Vastgesteld besluit
:
:
:
:
Reg.nr.
Datum
Agendapunt
: 4543793
: 19 november 2013
: HB-11
03-12-2013
17-12-2013
17-12-2013
TITEL
Organiseren van de beweging in het sociaal domein
BESLISPUNTEN
Het college de opdracht te geven om de organisatie voor het sociaal domein op basis van de volgende
kaders verder uit te werken.
1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen:
a. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen,
behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding
b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur
c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt)
d. vraag verhelderen
e. versterken eigen kracht
f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en
sociale zekerheid
g. signaleren
2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale
infrastructuur waarbij we onderscheiden:
a. Digitaal loket
b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding
c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de
wijkteams
d. Backoffice (administraties)
e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan)
3. Op onderdelen (waaronder in ieder geval de onder beslispunt 2 genoemde onderwerpen), de
meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties hiervan te
onderzoeken.
4. Met betrekking tot sturing:
a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en
instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan ook
om uitleenafspraken gaan).
b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden
‘uitbesteed’.
5. Met betrekking tot bekostiging:
a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of uitlenen
binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te bekostigen op
basis van prestatie per cliënt of per product te financieren
b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van
populatiebekostiging.
Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 2
c. Een vorm van PGB mogelijk te maken en waar nodig het instrument PGB ‘sociaal domein
breed’ in te zetten
AANLEIDING
De komende jaren willen we als gemeente samen met onze burgers en aanbieders van zorg en
ondersteuning een forse beweging in het sociale domein maken. Achtergrond hierbij zijn grote
maatschappelijke ontwikkelingen met als kern dat de uitvoering van taken in het hele sociale domein
minder bureaucratisch moet worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en
handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in
hand te laten gaan. Kern van de visie en uitgangspunten, zoals door uw Raad op 9 juli vastgesteld is dat de
zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners meer centraal komt te staan.
Op basis van die visie en uitgangspunten werken wij de beweging in het sociaal domein verder uit. Deze
uitgangspunten moeten we vertalen naar een wijze waarop we het sociale domein op hoofdlijnen willen
organiseren en de beweging kunnen maken. Vragen die in dit verband bijvoorbeeld aan de orde zijn: ‘Wat
is de concrete rol van de wijkteams, hoe krijgt de burger toegang tot zorg en ondersteuning op maat (niet
teveel, niet te weinig), hoe sturen we dit aan en wie is verantwoordelijk voor welke zaken en tot slot: wat
voor een bekostigingssysteem hanteren we ten einde de gewenste beweging in het sociaal domein te
bevorderen?’
In voorliggend raadsvoorstel doen wij voorstellen over de kaders waarop wij de zorg en ondersteuning
willen organiseren. Het geeft zicht op hoe wij de complexe opgave efficiënt en effectief kunnen uitvoeren.
Een ontwerp met oog voor de hulpvrager en financiën, zonder daarbij te vervallen in een bureaucratisch
gedrocht. Dit is het kader dat meer inzicht biedt in hoe wij vanuit het principe van 1 huishouden 1 plan de
hulpvrager de regie geven en daaromheen de zorg en ondersteuning organiseren. Samenwerken is daarbij
het trefwoord: tussen hulpvrager en professional, tussen professionals onderling en met aanpalende
voorzieningen. Het gaat om zorg en ondersteuning op de juiste maat: niet teveel, niet te weinig en met
garanties waar veiligheid in het geding is.
Hiermee faciliteren we de beweging die we samen met de stad, inwoners, organisaties en bestuur, willen
maken. De op 9 juli aangenomen moties en amendementen (M.4.1, A.4.2, 4.4, 4.5) en strekking van het
ingetrokken amendement (A.4.6), evenals uw inbreng in de Ronde van 12 november (Peiling ‘organiseren
van de beweging in het sociale domein’) hebben we verwerkt in voorliggend voorstel.
BEOOGD EFFECT
Met dit raadsvoorstel leggen wij op basis van de eerder vastgestelde visie en uitgangspunten, de kaders
voor verdere (organisatorische) uitwerking vast. Onderstaand figuur geeft naar ons idee goed weer hoe de
beweging in het sociale domein er uit ziet en wat dit betekent voor de organisatie van de professionele zorg.
Een verschuiving van nadruk op de traditionele 1ste en 2de lijn (huisartsen, specialisten, zorgstructuren) naar
een krachtige kern van burgerkracht en basis(zorg)infrastructuur die ondersteund wordt door de wijkteams
en waarbij een (dunnere) schil van specialistische zorg als vangnet fungeert. Hierbij bouwen we voort op
bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken. Het wijkteam is hierbij voor
ons de spil in het systeem. Het geeft toegang tot specialistische/specifieke (gemeentelijke gefinancierde)
zorg en leidt toe (wijst de weg) naar vormen van burgerkracht en de basis(zorg)infrastructuur. Het
wijkteam wordt hierbij ondersteund door gemeentelijke (en regionale en bovenregionale) voorzieningen,
bijvoorbeeld als het gaat om specifieke specialistische expertise.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 3
Alle elementen van de traditionele 0e, 1e, en 2e lijnszorg ondergaan door de beweging in het sociale domein
een verandering: de 2e lijnszorg wordt ten dele in meer generalistische vorm door het wijkteam geboden en
het volume wordt waar mogelijk verkleind, onderdelen van de 1e lijn worden ook door het wijkteam
verzorgd. Om die reden hebben wij het klassieke begrippenkader vervangen door de nieuwe begrippen:
basis (zorg) infrastructuur, wijkteam en een ondersteuningsschil, en tot slot het specialistische aanbod
(inclusief specifieke Wmo-voorzieningen).
ARGUMENTEN
1.1 Met de spilfunctie van het wijkteam brengen we de toegang tot ondersteuning zo dicht
mogelijk bij mensen waarbij we het best kunnen aansluiten bij eigen kracht en informele
netwerken.
Wij stellen voor de toegang tot ‘specialistische/specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen
primair, maar niet uitsluitend bij de wijkteams te organiseren. Dit houdt in dat de professional in gesprek
met de burger tot afspraken komt over welke zorg en ondersteuning op maat nodig is, welk deel daarvan
door het eigen netwerk kan worden verzorgd, welk deel het wijkteam zelf kan bieden en zo nodig voor
welk deel toegang wordt verleend tot specialistische zorg of specifieke ondersteuning.
De wijkteams verlenen niet uitsluitend toegang tot deze voorzieningen. Er zijn meerdere spelers actief:
huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen die kunnen verwijzen naar de jeugd-GGZ, het gedwongen
kader voor volwassenen en jeugd met een verwijzende functie naar jeugdbescherming, -reclassering en
residentiële voorzieningen, en maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang met een
eigen opvangregeling. En om het nog complexer te maken een deel van deze spelers ontvangt ook nog niet
gemeentelijke middelen waarmee we combinaties/arrangementen zullen moeten maken. Afstemming met
aanpalende toegangverleners, huisartsen op eerste plaats, is dan ook geboden. Het samenspel tussen
huisarts, wijkteam en burger/cliënt is van groot belang. Hierbij geldt dat de toegang tot een benodigde
interventie op een zo snel mogelijke manier moet worden georganiseerd.
1.2 Een wijkteam is de professionele schakel tussen burgerkracht, de lokale basis zorg infrastructuur en
specialistische/specifieke zorg.
De beweging in het sociale domein is in onderstaande piramide weergegeven. In deze piramide vormt het
wijkteam een schakelfunctie tussen de verschillende lagen: burgerkracht en lokale basis
(zorg)infrastructuur enerzijds en specialistische/specifieke zorg in de top. Nee, het is geen wondermiddel.
Ja, het is wel de kern van de beweging. Het wijkteam:
1. Ondersteunt waar mogelijk ‘de beweging naar beneden’ (richting eigen kracht en lokale basis
(zorg)infrastructuur); toeleiden betekent niet dat alleen via het wijkteam de basiszorg bereikbaar is,
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 4
burgers kunnen die zorg, bij voorbeeld de huisarts, uiteraard ook op eigen kracht benaderen. Wel
betekent het dat daar waar een beroep op het wijkteam of specialistische zorg wordt gedaan ook
gekeken wordt of van de basiszorginfrastructuur gebruik kan worden gemaakt.
2. Pakt waar nodig en mogelijk zelf problemen op;
3. Werkt samen met en geeft (indien nodig, snel) toegang tot specialistische vormen van hulp of
specifieke wmo-voorzieningen, die het niet in staat is zelf te bieden. Zoals eerder gesteld kunnen
verschillende vormen van deze hulp ook via andere ‘toegangspoorten’ worden benaderd,
1.3.
Het wijkteam voert regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur
Het principe van een wijkteam is dat het integraal (kijkend naar het geheel van hulpvragen in samenhang
met elkaar), generalistisch (brede aanpak van vragen door een en dezelfde persoon) en contextgebonden
(eigen kracht, omgeving, de wijk etc.) werkt.
Dit gebeurt op basis van het principe ‘één plan, één huishouden’ waarvoor de regiefunctie ligt bij de
professional in het wijkteam. Deze regiefunctie houdt zo nodig ook doorzettingsmacht in. Overigens geldt
ook hierbij het uitgangspunt van de hulpvrager als eigen regisseur. Professionals zijn op basis van
maatwerk in the lead als dat echt nodig is.
Het wijkteam voert ‘ambulante zorg en ondersteuning’ uit. Dit houdt een verschuiving van taken in die
voorheen werden gezien als specialistische, 2de lijns zorg. Voor wat betreft de functies van sociale
zekerheid is in onderzoek in welke mate functies op het gebied van minimacoach, schuldhulpverlening en
activering door of vanuit het wijkteam kunnen worden aangeboden. Overigens wordt ook ten aanzien van
jeugdzorg en Wmo nog onderzocht welke de precieze taken van het wijkteam zullen zijn, bij voorbeeld ten
aanzien van dagbesteding.
Tot slot, het wijkteam heeft ook een signaleringsfunctie mede in relatie tot de voorzieningen in de
basis(zorg)infrastructuur, dit op basis van de ervaringen die het wijkteam bij de toeleiding vanuit en naar de
basis(zorg)infrastructuur opdoet.
1.4
Om dit waar te kunnen maken, bestaat het wijkteam uit generalisten en is in de samenstelling
afgestemd op basis van wijkkenmerken
Dit alles is een veelheid aan kernfuncties, die bovendien op generalistische wijze moeten worden
uitgevoerd. De wijkteams worden vooralsnog bemenst vanuit de huidige instellingen in het sociaal domein.
Van medewerkers wordt gevraagd het eigen specialisme te verbreden naar een generalistische
taakuitvoering. Dit betekent dat zo mogelijk van alle medewerkers een verbreding van expertise wordt
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 5
gevraagd gericht op een zo breed mogelijke inzetbaarheid ten behoeve van de kernfuncties. Overigens is
het de bedoeling dat de wijkteams divers worden samengesteld, afhankelijk van de kenmerken van de
populatie in de wijk. Niet alle soorten generalistische zorg en ondersteuning hoeft in elk wijkteam
aanwezig te zijn. Er zullen ook generalisten met specialistische kennis aan het wijkteam deelnemen.
Een belangrijk vraagstuk betreft de expertise die nodig is bij voorbeeld voor een verantwoord besluit over
de toegang tot zeer specialistische zorg en ondersteuning. Wij achten het niet verstandig en ook niet
realistisch allerlei zeer specialistische kennis, die wel nodig is voor een verantwoord besluit, in het
wijkteam onder te brengen en stellen daarom voor hiertoe een ondersteuningsschil op stedelijk of
(boven)regionaal niveau te organiseren. Het organiseren van deze ondersteuningsschil biedt betere
garanties voor het beschikbaar zijn van een kwalitatief hoogwaardige expertise voor diagnose en advies.
Het besluit tot de toegang blijft in principe een zaak van het wijkteam, dat ook de regie behoudt bij het
vervolg.
2.1
Stedelijke voorzieningen en ondersteuning van wijkteams bevordert de kwaliteit van de
dienstverlening en de efficiency
Zoals we u informeerde in RIB 2013-92 is de schaalgrootte van de wijkteams nog één van de
ontwikkelvragen. Vooruitlopend hierop kunnen we al wel concluderen dat alles op wijkteamniveau
organiseren, zou leiden tot versnippering van capaciteit en hiermee inefficiëntie. Denk bijvoorbeeld aan de
functies op het gebied van kwaliteits- en budgetbewaking, inkoop, het backoffice. Om de wijkteams goed
te kunnen laten functioneren, organiseren we daarom een aantal functies op stedelijk (en bovenlokaal)
niveau. We zien deze voorzieningen als het ware als een schil om de wijkteams heen, ter ondersteuning en
aanvulling van deze. We onderscheiden hierbij de volgende functies:
a. Digitaal loket
Dit onderdeel is een belangrijk element in de organisatie van het sociaal domein, omdat veel burgers van de
gemeente bij het zoeken naar hulp en ondersteuning eerst via internet en de social media hun weg proberen
te vinden. Het is de ambitie om antwoorden op hulp en ondersteuning via het digitale loket aan te bieden.
Om dit goed te kunnen laten functioneren is ‘een gezicht achter het loket’ van belang. Dit betekent dat een
vorm van bemensing achter het loket wordt georganiseerd. Het digitale loket vormt zo een belangrijke
stedelijke informatie- en adviesfunctie. Ook bij het vinden van de juiste zorg- of hulpverlener in de
specialistische zorg en specifieke ondersteuning kan het digitaal loket een rol spelen. Deze kan weer benut
worden om hulpzoekenden toe te leiden naar de efficiënt en doeltreffend werkende instellingen.
Wat de toegang tot voorzieningen betreft heeft het digitaal loket alleen een ondersteunende rol. Een burger
die zijn of haar weg zoekt via het digitaal loket wordt zodra een persoonlijk advies door een professional
nodig is, rechtstreeks in contact gebracht met de juiste professional, die werkzaam is bij een van de
wijkteams of bij sociale zaken. Dit bevordert eenduidigheid bij de behandeling van aanvragen en voorkomt
versnippering die kan ontstaan bij het inrichten van een stedelijk loket naast dat van de wijkteams.
b. Toegang voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding
Toegang voor inkomensvoorzieningen willen wij stedelijk blijven organiseren. Deze expertise in
generalistische vorm onderbrengen in het wijkteam achten wij vooralsnog niet efficiënt en ook niet
doeltreffend. Dat geldt ook voor de hiermee nauw samenhangende arbeidstoeleiding. De toegevoegde
waarde van het wijkteam verwachten wij wel op de onderdelen minimacoach, schuldhulpverlening en
activering, dit wordt in de proeftuinen onderzocht.
c. Ondersteuningsschil
Wijkteams vormen een scharnierpunt tussen specialistische/specifieke zorg enerzijds en de lokale informele
en formele preventie en ondersteuning anderzijds. Beiden vormen als het ware een schil om het team heen.
Voor het goed laten functioneren van het team is het van belang dat het team toegang heeft tot specialistische
consultatie, advies en diagnostiek om te bepalen wanneer specialistische zorg in het kader van één gezin, één
plan aan de orde is. Op dit onderdeel zijn bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt in het kader van het regionaal
transitiearrangement jeugdzorg. Wat de organisatie van dit specialisme betreft, zijn wij nog in overleg met
instellingen die over de benodigde expertise beschikken.
d. Inkoop en backoffice
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 6
De subsidiëring en contractering (verder kortheidshalve inkoop genoemd) van zorgaanbieders geschiedt niet
door de wijkteams. Afhankelijk van de soorten zorg en onder meer de complexiteit en omvang vindt inkoop
plaats op landelijk, bovenregionaal, regionaal en lokaal nivo plaats. Voor de decentralisatie jeugdzorg is uw
raad een overzicht gegeven welke soorten zorg op welk niveau zullen worden ingekocht. In vervolg op het
opstellen van de regionale transitiearrangementen en in overleg met de betrokken gemeenten in regio
Eemland en de provincie Utrecht wordt thans een voorstel voor de vormgeving van de inkoop en
contractering voorbereid. Wij vinden daarbij onder meer belangrijk dat:
 goede afstemming plaatsvindt tussen de diverse niveaus waarop wordt ingekocht (vergelijkbare
werkwijzen, geen dubbelingen).
 aangezien met alle zorg en ondersteuning leverende partijen een relatie moet worden onderhouden,
professionele inkooporganisaties noodzakelijk zijn
 dat iedere toegelaten zorgaanbieders een contract heeft met één heldere set verantwoordingscriteria. Zo
houdt de gemeente overzicht over de taken die zorgaanbieders voor de gemeente uitvoeren en worden
meerdere verantwoordingsregiems voorkomen.
 dat getoetst en bewaakt wordt of zorgaanbieders voldoen aan de toelatingscriteria en de overige
contractuele afspraken om door de gemeente bekostigde zorg te mogen leveren.
 dat samen met de betrokken beleidsafdelingen van de gemeente het contractmanagement en relatiebeheer
uitgevoerd wordt en samen met de beleidsafdeling wordt toegezien op de kwalitatieve en kwantitatieve
levering en beschikbaarheid van het aanbod. Een belangrijke functie bij de toetsing van de afspraken is de
analyse van de productie-, waardering- en kwaliteitsgegevens van en over de zorgaanbieder. Slecht
presterende zorgaanbieders (bijvoorbeeld lage waarderingen, lage scores op effectmetingen, veel klachten
of relatief dure behandelingen) worden ter verantwoording geroepen.
3.1
(boven) regionale samenwerking kan op onderdelen efficiencywinst en een verhoogde effectiviteit
opleveren
Naast subsidie en/of contractadministraties dienen ook cliëntenadministraties, financiële administraties en
voorraadadministraties te worden gevoerd. Ook deze worden niet gevoerd door de wijkteams. Wij bezien of
wij deze backofficetaken geheel of gedeeltelijk in de regio samen met andere gemeenten kunnen uitvoeren,
dan wel dat wij deze taken geheel of gedeeltelijk binnen de gemeentelijke organisatie beleggen. Andere
onderdelen waarop wij de mogelijkheden tot regionale samenwerking verder verkennen zijn:
1. Beheer digitaal loket
2. Inkoop en contractering
3. Kwaliteits- en budgetbewaking/Verzorging stuurinformatie en beheersmaatregelen
4. Verzorgen kennissysteem en ondersteunende expertises
5. Gemeentelijke samenwerking bij beleidsvoorbereiding en beleidsvertaling: beleidskeuzes
worden binnen elke afzonderlijke gemeente gemaakt.
Bij de organisatie van de regionale samenwerking betrekken wij ook wat de gevolgen zullen zijn voor het
SbG. De huidige toegangsfunctie van SbG ten behoeve van de Wmo gaat op grond van onze voorstellen
met betrekking tot de wijze waarop wij de toeleiding en toegang willen organiseren met de spilrol van de
wijkteams, in ieder geval veranderen.
4.1
We willen de professional de ruimte geven, naast de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de
kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg en ondersteuning.
In het organisatieontwerp is een belangrijke vraag wie waarvoor verantwoordelijk is, meer specifiek: hoe
verantwoordelijkheden worden afgebakend. Rond de basis(zorg)infrastructuur en de specialistische zorg of
specifieke ondersteuning is het antwoord helder: de gemeente is verantwoordelijk voor kwaliteit,
beschikbaarheid en betaalbaarheid van de door haar bekostigde zorg, maar de uitvoering van de
zorgverlening zelf is geen gemeentelijke verantwoordelijkheid. De vraag is of deze afbakening ook voor de
wijkteams geldt. Wij denken van niet, althans niet bij de start. De beweging in het sociaal domein betreft
niet alleen onze burgers en instellingen, maar ook de gemeentelijke organisatie zelf. Onze kennis en
ervaring bij het aansturen van dit soort dienstverlening, die bovendien naar aard en omvang in hevige
beweging is, is beperkt en de belangen voor de burgers die zorg en ondersteuning op maat zoeken en voor
instellingen die het aanbod verzorgen zijn groot. Ons inziens is nauwe samenwerking in de startfase tussen
gemeente en instellingen bij het inrichten en functioneren van de wijkteams geboden, waarbij ieder wel in
die samenwerking primair positie kiest vanuit de beoogde afbakening van verantwoordelijkheden. De
gemeente blijft in deze opzet overall verantwoordelijk. Dit betekent dat de medewerkers in de wijkteams
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 7
vooralsnog werken onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Aan de hand van de ervaringen van de
proefteams zullen uitspraken worden gedaan over de wijze waarop de gemeente de regie uitoefent. Dit
volgt in het tweede kwartaal van volgend jaar/2014. Indien een burger een klacht over het werk van een
wijkteam of bezwaar over een beslissing heeft wordt dit onder gemeentelijke verantwoordelijkheid
afgehandeld. We richten hiertoe procedures in.
5.1
We moeten kunnen sturen op kosten
Bekostiging van de wijkteams
Alleen bij een kwalitatief hoogwaardige invulling van de functies van de wijkteams is het beoogde effect
van meer eigen kracht, toeleiding naar basiszorg en het beperken van specialistische inzet haalbaar. Om die
reden willen wij in de bekostiging tot uitdrukking brengen dat niet het volume bepalend is (het aantal
cliënten), noch de prestatie per cliënt, maar de kwaliteit om te komen tot een hoogwaardige regievoering en
zorgverlening op de juiste maat. Dit houdt in dat wij voorstellen in de eerste fase de wijkteams
functiegericht te bekostigen. De omvang en samenstelling van de wijkteams wordt mede bepaald op grond
van kenmerken van de populatie in de wijk en in die zin is hier al sprake van een voorloper van
populatiebekostiging, maar de wijkteams worden niet afgerekend op het te meten resultaat voor de gehele
populatie in de wijk.
Bekostiging van de Specialistische zorg en specifieke ondersteuning
Voor specialistische zorg en specifieke voorzieningen streven wij het juiste maatwerk na. Bekostiging die
volumeopdrijvend werkt of die standaardproducten bevordert dragen niet aan deze doelstelling bij. De
professionals en instellingen die zorg leveren in het ‘specialistische’ aanbod zullen in het eindbeeld
overwegend worden bekostigd op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde
tarief. Het gaat hier dus om een prestatiebekostiging. Tijd die een zorgprofessional aan de cliënt besteedt,
wordt vergoed. Het maximaal te besteden aantal uur per cliënt is bepaald in het toegangsbesluit. In die zin kan
ook gesproken worden van een cliëntvolgende bekostiging. De regiefunctie van het wijkteam is hier
essentieel om de prikkels tot overproductie te voorkomen. Voor een ander deel zal specialistische zorg
worden bekostigd op basis van beschikbaarheid, of een combinatie van beschikbaarheid en
prestatiebekostiging.
Gemeentelijk kwaliteits- en budgetbeheer vanaf de startfase.
Budgetten worden al vanaf de startfase geoormerkt per wijk(team), maar blijven (vooralsnog) in beheer bij de
gemeente. Dit noemen wij het wijkteambudget. Binnen de gemeente worden budget- en kwaliteitsbeheerders
aangewezen. Deze zijn onder meer verantwoordelijk voor de planning en control van deze budgetten en
kunnen waar nodig tijdens het jaar voorstellen doen om budgetten over de wijken her te verdelen, dit op basis
van signalen van dreigende budgetover- en onderschrijding.
Op termijn is onze ambitie om de wijkteambudgetten wel te baseren op populatiebekostiging. Dat wil zeggen
dat de bekostiging plaatsvindt op basis van kenmerken van de populatie in een wijk en dat afgerekend wordt
op het behalen van prestaties voor de populatie als geheel. Dit noemen wij wijkbudgetten.
Ook op termijn blijven de professionals en instellingen die zorg leveren in het ‘specialistische’ aanbod voor
een belangrijk deel bekostigd worden op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente
bepaalde tarief. Ons streven is de bekostiging op basis van beschikbaarheid zo veel mogelijk te verminderen.
5.2
We willen eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid bevorderen
Bekostigingspincipes zijn een essentieel onderdeel van de beweging in het sociale domein. Met de keus
voor een bekostigingsmodel moeten prikkels ontstaan om eigen verantwoordelijkheid, keuzevrijheid en
zorg en ondersteuning op maat te bevorderen. Dat betreft enerzijds de bekostiging van het wijkteam zelf.
Anderzijds willen wij bevorderen dat bij de toegang tot specialistische inzet van capaciteit meer maatwerk
wordt geboden, in plaats van standaardtrajecten zoals nu nog vaak het geval is. Dit doen we bijvoorbeeld
door de inzet van het persoonsgebonden budget (PGB) mogelijk te maken.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 8
Het PGB werkt in hoofdlijnen als volgt. Iemand met een ondersteuningsvraag meldt zich bij het wijkteam.
Als op basis van het gesprek in het wijkteam blijkt dat er behoefte is aan een vorm van
specialistische/specifieke vorm van zorg, verleent het wijkteam toegang (‘indicatiebesluit’) tot deze zorg.
Het toegangsbesluit kan worden ‘verzilverd’ in de vorm van een PGB of in de vorm van Zorg in natura
(ZIN). ZIN wordt geleverd door, door ons (soms in bovenlokaal verband) gecontracteerde zorgaanbieders.
Het PGB kan een cliënt besteden bij een door hemzelf uitgezochte zorgaanbieder. Doordat de toegang tot
deze voorziening, integraal vanuit het wijkteam is georganiseerd, ligt het hiermee ook voor de hand het
PGB-systeem integraal (in ieder geval vanuit jeugd en Wmo) te organiseren.
KANTTEKENINGEN
1
Maatwerk in wijkteams kan leiden tot willekeur
De vraag is of de toegang verlenende functie van de wijkteams niet gaat leiden tot eigen toegangsregels per
team. Wij vinden dat de regels rond toegang een beleidszaak is die gemeentelijk moet worden bepaald en in
het beleidsplan en in verordening(en) moet worden vastgelegd. Bij de toepassing van de regels is een zeker
maatwerk wenselijk, dit kan namelijk bijdragen aan oplossingen op maat die ook rekening kunnen houden
met verschillen tussen de wijken. Ook willen wij dat in alle gevallen waar dat nodig is snelle interventie
zonder bureaucratische rompslomp geboden kan worden. Ook dat vergt een voldoende zelfstandige
beoordelingsruimte van de professionals. Maar dit mag niet tot willekeur leiden. Het gemeentelijk
kwaliteitsbeheer vervult hier een belangrijke taak.
2
Het (her)inrichten van stedelijke voorzieningen heeft gevolgen voor huidige voorzieningen
We proberen de ‘ondersteuningsschil’ rondom te wijkteams zo efficiënt mogelijk in te richten. Dit heeft
mogelijk consequenties voor bestaande, stedelijk functionerende organisaties. Digitale en fysieke loketten
worden soms verplaatst naar de wijkteams of waar mogelijk samengevoegd op stedelijk niveau. Zo worden
in 2014 de uitvoerende werkzaamheden van het CJG verder verplaatst richting de wijkteams. In 2014 zet
het CJG haar functie op stedelijk niveau voort waarbij het accent ligt op informatie en advies. De
vormgeving van het stedelijke voorzieningenniveau werken wij nog nader uit.
3
Regionale samenwerking vergt regionaal gelijk oplopende besluitvormingsprocessen
Regionale samenwerking vergt een gelijktijdige en gelijkluidende besluitvorming binnen de betrokken
gemeenten. Als dat niet of onvoldoende lukt, kan dit resulteren in vertraging. Regionale samenwerking kan
bijvoorbeeld onder druk komen te zijn omdat nog niet elke gemeente de lokale afweging heeft gemaakt of
een dusdanig afwijkend standpunt heeft ingenomen. Waar dit niet lukt, en mogelijk vertraging ontstaat
waardoor het tijdig goed uit kunnen voeren van de taken in gevaar komt, gaan wij uit van uitwerking op
lokaal niveau.
4
De gemeente is overall verantwoordelijk, maar kan niet alle risico’s uitsluiten. Wat als er een
ongewenste situatie ontstaat?
Behalve het goed afspreken en vastleggen van randvoorwaarden, werkprocessen, het investeren in en
bewaken van kwaliteit is het ook van belang om te erkennen dat er ondanks dat toch ongewenste situaties
kunnen ontstaan. Wij vinden het van belang om voordat een dergelijke situatie zich voordoet met elkaar te
spreken over ieders verantwoordelijkheid: raad, college, uitvoering, betrokkenen zelf, in het streven naar
een kwalitatief goede aanpak. Hoe spreken we met elkaar af dat we wel streven naar veiliger en beter maar
nooit ieder risico kunnen uitsluiten. Door het met elkaar hier van te voren over te hebben en dit ook vast te
leggen hoeft dat minder op het moment dat er een incident speelt. Hiermee kunnen we de ongewenste
reactie om te zoeken naar schuldigen en ‘meer regels om het voortaan te voorkomen' beperken. Dit werkt
immers de gewenste ruimte voor de professional om passend bij de situatie op te treden en een omgeving
waarin op basis van ervaringen wordt geleerd tegen. Wij gaan hierover graag met u in gesprek.
5
Hanteren van het PGB systeem kan kostenverhogend werken
Het PGB wordt veelal in verband gebracht met de toename van zorgkosten. Wij zien dit risico. Echter, door
de toegang tot het PGB goed te organiseren, denken wij dit risico te beperken. Sterker, als uit het brede
vraagverhelderingsgesprek blijkt dat een vorm van specifieke hulp noodzakelijk is, is het verstrekken van
die hulp in de vorm van een PGB vaak goedkoper dan zorg in natura. Voor de Wmo geldt op dit moment
bijvoorbeeld dat het PGB tarief 75% bedraagt van de kosten voor zorg in natura. Van belang is als
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 9
vertrekpunt het resultaat van het brede vraagverhelderingsgesprek te nemen en niet ‘het recht op PGB’. Dit
vertrekpunt, aangevuld met niet teveel maar wel de juiste drempels, moet bijdragen aan een efficiënt en
effectief PGB systeem.
FINANCIËN
In de vastgestelde visie op de beweging in het sociaal domein is opgenomen dat ondersteuning moet
plaatsvinden binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting
aanwezige middelen voor deze domeinen (bijv. Jeugd en Algemeen maatschappelijk werk). Kortingen op
de rijksbudgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord
wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord
opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de
participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel
Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake
een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren
door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
Stand van zaken budgetten
Duidelijkheid over de per decentralisatie in 2015 beschikbare middelen ontbreekt nog. Voor jeugdzorg is
het landelijke decentralisatiebudget nog niet definitief vastgesteld. Via de meicirculaire 2013 is recent door
het Rijk een eerste raming bekend gemaakt, waarin nog veel onzekerheden zitten. Er blijkt ook landelijk
een verschil te zitten van circa 15% (voor Amersfoort 10%) tussen het in de meicirculaire opgenomen
budget en gegevens bij de zorgaanbieders. Dit verschil wordt thans geanalyseerd en leidt naar verwachting
tot ophoging van de toegekende budgetten.
Voor de gemeente Amersfoort is in de meicirculaire een bedrag geraamd van € 29,7 miljoen. Dit bedrag is
gebaseerd op een verdeelmodel dat uitgaat van een historisch gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk
niveau.
Vanaf 2015 worden de functies begeleiding en kortdurend verblijf van de AWBZ naar de gemeenten
overgeheveld. Ook worden een aantal zorgzwaartepakketten binnen de AWBZ afgeschaft waardoor
mensen langer thuis blijven wonen en langer of extra beroep op de gemeenten zullen doen. In de
septembercirculaire 2013 is in tegenstelling tot de toezegging geen eerste inzicht gegeven in de verdeling
van het macrobudget nieuwe WMO voor 2015 op basis van historische budgetten. Het gaat om een
macrobudget van € 3,7 miljard voor de nieuwe WMO (exclusief persoonlijke verzorging). De
macrobudgetten van het Rijk worden voor de nieuwe taken voor zover nu bekend gekort met circa 25%
gekort. De bedragen worden nog getoetst door de Algemene rekenkamer. Het bedrag voor Amersfoort voor
deze functies zou o.b.v. een grove eerste inschatting circa 25 miljoen bedragen.
Voor 2014 is er door het Rijk een macrobudget Wsw geraamd van € 2,6 miljard en een Participatiebudget
van € 685 miljoen (budgetten zijn vergelijkbaar met 2013). Op 1-1-2015 treedt de Participatiewet in
werking. Het kabinet beoogt met deze wet één regime voor iedereen met arbeidsvermogen die voorheen
een beroep zou doen op WSW, Wajong of WWB. De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met
bezuinigingen. De maatregelen in het Sociaal akkoord leiden tot een structurele bezuiniging van € 1,62
miljard (1,25 miljard Participatiewet en 370 miljoen baangarantie. In deze bezuiniging zijn de extra
middelen uit het Sociaal Akkoord van € 550 miljoen structureel voor de nieuwe Participatiewet (inclusief
baangarantie) verwerkt.
De implicaties van de Participatiewet zijn nog onderwerp van gesprek tussen de VNG, ministerie van SZW,
de sociale partners en andere betrokkenen en worden de komende maanden uitgewerkt in de recent
opgerichte Werkkamer.
Bekostiging
Uit de door het Rijk beschikbaar te stellen budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen
voor deze domeinen dienen de kosten voor zorg (incl. wijkteams), maar ook de kosten van uitvoering en
backoffice te worden bekostigd.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 10
RISICO’S
Eerder hebben wij uw Raad geïnformeerd over de tien grootste risico’s die in het kader van de
decentralisatie jeugdzorg zijn geïnventariseerd. Het betreft:
1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015.
2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren.
3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren.
4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor
de begroting 2015.
5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig
tot stand.
6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de
taken naar de gemeente.
7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden.
8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015.
9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht.
10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen.
Sinds 9 juli zijn de risico’s niet substantieel gewijzigd. Zij vormen mede de aanleiding waarom wij in de
voorstellen rond toegang, sturing en bekostiging een voorzichtig begin met een startfase hebben
voorgesteld, waarin de gemeentelijke betrokkenheid maximaal tot zijn recht kan komen. Ook is ons
voorstel van een krachtige budgetbewaking hierop geënt, aangevuld met de afspraak de gemeenteraad bij
budgetoverschrijding te informeren, vergezeld van voorstellen voor passende maatregelen. Thans wordt
gewerkt aan risicoanalyses voor de decentralisaties AWBZ en Participatiewet.
De risico’s welke specifiek betrekking hebben op dit raadsvoorstel, willen wij nog onder de aandacht
brengen:
a. Wijkteams gaan tijdelijk opereren als “onderdeel van de gemeente”. De gemeente is echter geen
zorgverlener. Er moet kennis opgebouwd worden. Bijvoorbeeld niet alle protocollen zullen bij de
aanvang aanwezig, dan wel verinnerlijkt zijn. Lerend werken, kennis van huidige organisaties/andere
gemeenten benutten en detachering zijn o.a. maatregelen om risico’s – met name op kwaliteit zorg - te
beheersen.
b. Wijkteams zijn het instrument om kosten te beperken, maar kosten zelf ook geld. Het risico is dat de
kosten van de wijkteams en de bezuiniging niet worden goedgemaakt door lagere zorgkosten.
c. Vanuit het Rijk zijn beperkte budgetten voor implementatie beschikbaar gesteld. Bij de inrichting van
de wijkteams zijn de ontwikkelaanpak en detachering instrumenten om frictiekosten te beperken.
d. Het risico op frictiekosten ligt voor de nieuwe taken ten principale niet bij de gemeente, maar we
spannen ons in om onnodige frictiekosten te beperken. Met betrekking tot SBG wordt bij het voorstel
voor de inrichting van een backoffice dit element expliciet betrokken.
e. Er is weinig tijd voor inrichting backoffice, ICT en budget en kwaliteitsbewaking. We willen mede
daarom gebruik maken van kennis en hulpmiddelen van organisaties die thans de uitvoering verzorgen.
f. Door te kiezen voor detachering in de aanvangfase is het risico aanwezig dat “overheadkosten” blijven
‘hangen”bij huidige zorgaanbieders.
DUURZAAMHEID
Met de voorgestelde inrichting van zorg en ondersteuning denken wij een toekomstbestendig ‘systeem’ te
organiseren. Het gaat hierbij om zowel financiële (efficiënter) als maatschappelijke (effectieve)
toekomstbestendigheid.
VERVOLG
Op basis van deze kaders geven we verder invulling aan de beweging in het sociale domein. Een
vervolgstap richting uw Raad is het voorleggen van de contouren van de beleidsplannen. Dit is voorzien in
het eerste kwartaal van 2014. Parallel hieraan werken wij samen met partners in de stad aan de verdere
uitwerking en invulling van deze beweging.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4543793 pagina 11
BETROKKEN PARTIJEN
De beweging in het sociaal domein kunnen we alleen doen slagen als we die beweging samen met de stad
(burgers, maatschappelijke organisaties en gemeente) maken. Op basis van de kaders in dit voorstel geven
we met hen verder uitwerking aan deze beweging. In aanvulling op de manier waarop we al verschillende
partijen op verschillende manieren betrekken (regionaal transitiearrangement, in de proeftuinen,
begeleidingsgroep, overleg adviesraden en cliëntenorganisaties, bijeenkomsten etc) vinden we het van
belang om de samenwerking met aanbieders verder te verstevigen. Dit deden we al in het kader van het
regionaal transitiearrangement jeugd (RTA) en gaan we op korte termijn verbreden. Zo stellen we analoog
aan de RTA aanpak overlegtafels in met Wmo/Awbz aanbieders, partijen die deelnemen in de wijkteams en
organisaties die een belangrijke rol spelen bij de invulling van de basiszorginfrastructuur (civil society).
Met deze aanpak maken we afspraken over de transitiefase, bijvoorbeeld met betrekking tot de continuïteit
van zorg, financiële consequenties en het benutten van expertise
Ook gaan we bijeenkomsten met bewoners organiseren. Deze vinden plaats in de Stips. Met hen gaan we in
gesprek over praktische vraagstukken in de civil society, welke rol kunnen Amersfoorters voor elkaar
vervullen en waar liggen grenzen? Tenslotte geven we in het webdossier
http://www.amersfoort.nl/sociaaldomein uitleg over veranderingen, actuele informatie, persoonlijke
verhalen van Amersfoorters en een overzicht van bijeenkomsten en gesprekken met professionals en
inwoners.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4543793
De raad van de gemeente Amersfoort;
op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2013, sector MO/ZCS
(nr.4543793);
b e s l u i t:
Het college de opdracht te geven om de organisatie voor het sociaal domein op basis van de volgende
kaders verder uit te werken.
1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen:
a. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen,
behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding
b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur
c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt)
d. vraag verhelderen
e. versterken eigen kracht
f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en
sociale zekerheid
g. signaleren
2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale
infrastructuur waarbij we onderscheiden:
a. Digitaal loket
b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding
c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de
wijkteams
d. Backoffice (administraties)
e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan)
3. Op onderdelen (waaronder in ieder geval de onder beslispunt 2 genoemde onderwerpen), de
meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties
hiervan te onderzoeken.
4. Met betrekking tot sturing:
a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en
instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan
ook om uitleenafspraken gaan).
b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden
‘uitbesteed’.
5. Met betrekking tot bekostiging:
a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of
uitlenen binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te
bekostigen op basis van prestatie per cliënt of per product te financieren
b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van
populatiebekostiging.
c. Een vorm van PGB mogelijk te maken en waar nodig het instrument PGB ‘sociaal
domein breed’ in te zetten.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013.
de griffier
de voorzitter
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Raadzaal (1.02)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur
20
Reg.nr.
4610616
Principekeuzes Wmo 2015
Soort
verslag
College van B&W
Besluitenlijst
Soort activiteit
Peiling
Peiling
Peilpunten:
De raad wordt gevraagd zich uit te spreken over de volgende peilpunten:
1. We versterken, verbinden en verlichten de positie van de informele zorg via de
basiszorginfrastructuur door in het nieuwe beleidskader zwaarder in te zetten op
de ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers en respijtzorg.
2. Maatschappelijke activering organiseren we op basis van benodigde
ondersteuning, zoveel mogelijk in de wijk/geïntegreerd in de samenleving en
niet per doelgroep.
Portefeuillehouder Lubbinge
Van Wijngaarden (tevens woordvoerder)
Opsteller
Bongers
Hooijschuur,
Dijkstra
Portefeuillehouder Lubbinge
Van Bruggen (PvdA), Houwing (D66),
Kennedy-Doornbos (CU), Koet-Minis (Groep Ambtenaren
Hooijschuur,
Koet), Meijer (SP), Pongers (CDA), Van Vliet
Dijkstra
(GL), Van Wijngaarden (VVD)
- de heer H. Hooijer, namens de Seniorenraad
- de heer H. van Essen, namens GPPA
De insprekers hebben het woord gevoerd en de woordvoerders hebben vragen
gesteld. Daarna hebben de woordvoerders hun reactie gegeven op de peilpunten. De
woordvoerders hebben vooral veel vragen rond de uitwerking van de peilpunten en
geven daartoe o.a. de volgende aandachtspunten mee*:
- inzicht in dagbesteding (o.a. wie behoudt rechten, aantal uren, wie bepaalt dat) in
relatie tot wat in peiling wordt voorgesteld
- redelijkheid en billijkheid voor inwoners
- inzicht in mogelijkheden van persoonsvolgend budget, naast persoonsgebonden
budget
- respijtzorg: voucher of pgb
- inzicht in consequenties van voorstel voor maatschappelijke activering in relatie
tot doelgroepen
- positie vrijwilligers en mantelzorgers borgen in relatie tot professionals
- klachtenregeling
- inzicht in uitwerking van drang en dwang
- eigen bijdrage en voorkomen van stapeling
- vervoer in relatie tot dagbesteding
Advies aan presidium:
Vervolgstap college: beleidskader ter vaststelling aan de raad voor leggen
Toezeggingen /
Afspraken
De portefeuillehouder zegt toe:
- de voorbereiding van de implementatie ook in overleg met adviesraden te doen,
dus niet alleen met cliëntenraden;
- in het beleidskader de genoemde *aandachtpunten voor uitwerking te betrekken
en het beleidskader ter vaststelling aan de raad voor te leggen.
Aantekeningen
voor verslag
#4610616 v2 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 PRINCIPEKEUZES WMO 2015
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Reg.nr.
4599689
SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en
Schild en opheffing leer-werkbedrijf
11 februari 2014
Ambtelijk contact
SP/Meijer
Bongers (033-469 4301)
Lubbinge
13 december 2013 hebben raadsleden een bezoek gebracht aan Zon en
Schild om o.a. de extramuralisering en de overdracht van cliënten aan de
FACT-teams te bespreken. De werkdag erna overhandigde het bestuur van
Ggz-centraal een pakket bezuinigingen ter grootte van 13 miljoen aan het
personeel en de cliëntenraad.
Hoe kan de 'warme overdracht' van bewoners naar de stad worden
gegarandeerd? Voor 2014 gaat het om 26 cliënten die vanuit de paviljoens
worden uitgeplaatst, in de opvolgende jaren zullen dit er aanzienlijk meer
zijn. Een groot deel van hen zijn bewoners van de terreinwoningen die in
2013 gesloten zijn. Voor hen gaat het dus om de tweede verhuizing binnen
een jaar, bovendien met grote onzekerheden. Een uitermate zwaar proces
dat de mentale conditie ernstig ondermijnt.
De financiële situatie van de organisatie is inmiddels dusdanig ernstig, de
solvabiliteit dreigt onder de 15% te zakken, dat er op veel grotere schaal zal
worden ingegrepen. Ggz-Centraal wil deze reorganisatie op concern niveau
afhandelen, maar de grote klappen vallen in Amersfoort. Hierdoor zal de
Onderneming, een leer-werkbedrijf van Ggz-centraal, over enkele weken
moeten sluiten, loopt de werkgelegenheid gevaar en zal er op grote schaal
'geschoven' gaan worden met de bewoners van het terrein. De sluiting van
het leer-werkbedrijf betekent opheffing van dagbesteding voor de bewoners.
Soort document
Peiling
n.v.t.
Het gaat om zeer kwetsbare inwoners van onze stad en op basis van de Wet
maatschappelijke ondersteuning heeft de gemeente Amersfoort een plicht
ten opzichte van de cliënten. Daarom wil de fractie van de SP de mening
van de andere fracties peilen.
Zich uit te spreken over de peilpunten:
1. Voortbestaan van leer-werkbedrijf De Onderneming is Amersfoorts
belang, waardoor snelle gemeentelijke interventie is vereist.
2. Amersfoort zal nu gedetailleerd aan moeten geven op welke wijze de uit
te plaatsen bewoners gaan worden opgevangen.
3. De exacte rol van de FACT-teams dient nu nauwgezet te worden
omschreven.
4. De opvangcapaciteit die ter beschikking staat, de partijen die daarbij een
rol spelen en de wijze waarop die rol wordt vormgegeven dient nu te
worden bepaald.
5. Beschermd wonen is voor cliënten en hun leefomgeving van vitaal
belang en daarom moet de kwaliteit van die bescherming nu worden
gegarandeerd.
6. Amersfoort moet bij het kabinet krachtig protesteren tegen deze
gevolgen van het gevoerde beleid.
7. Amersfoort moet extra middelen ter beschikking stellen om een “warme
overdracht” van deze zeer kwetsbare groep inwoners te garanderen.
Afhankelijk van bespreking in De Ronde.
In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde.
Besluitenlijst
x BIS
Raadsstukken
Fractie
*Bezuinigingsplan GGZ Centraal 2014 Uitwerking Oostelijk Utrecht
*Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
#4599689 v2 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 SP VOORTBESTAAN LEER-WERKBEDRIJF ZON EN SCHILD
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Raadzaal (1.02)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
20.30 tot
aantal bezoekers:
21.30 uur
20
4611466
SP: Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing Reg.nr.
leer-werkbedrijf
Soort verslag
SP-fractie
Besluitenlijst
Soort
activiteit
Peiling
Peiling
Peilpunten:
1. Voortbestaan van leer-werkbedrijf De Onderneming is Amersfoorts belang,
waardoor snelle gemeentelijke interventie is vereist.
2. Amersfoort zal nu gedetailleerd aan moeten geven op welke wijze de uit te
plaatsen bewoners gaan worden opgevangen.
3. De exacte rol van de FACT-teams dient nu nauwgezet te worden omschreven.
4. De opvangcapaciteit die ter beschikking staat, de partijen die daarbij een rol
spelen en de wijze waarop die rol wordt vormgegeven dient nu te worden
bepaald.
5. Beschermd wonen is voor cliënten en hun leefomgeving van vitaal belang en
daarom moet de kwaliteit van die bescherming nu worden gegarandeerd.
6. Amersfoort moet bij het kabinet krachtig protesteren tegen deze gevolgen van het
gevoerde beleid.
7. Amersfoort moet extra middelen ter beschikking stellen om een “warme
overdracht” van deze zeer kwetsbare groep inwoners te garanderen.
Portefeuillehouder Lubbinge
Pongers (tevens woordvoerder)
Opsteller
Bongers
Meijer (SP)
Portefeuillehouder Lubbinge
Ballast-Tatarian (VVD), Van Bruggen
(PvdA), Kennedy-Doornbos (CU), Koet-Minis Ambtenaren
Dijkstra
(Groep Koet), Meijer (SP), Pongers (CDA),
Van Vliet (GL), Van de Voort (D66)
- de heer P. Develing
- de heer K. van der Meer
De initiatiefnemer heeft het onderwerp toegelicht. De insprekers hebben het woord
gevoerd en de woordvoerders hebben vragen aan hen gesteld. Woordvoerders
betreuren de geschetste gang van zaken rond uithuisplaatsingen maar zijn ook van
mening dat dit een zaak is van de directie van Zon en Schild en niet van de
gemeente(raad).
Advies aan presidium:
Voldoende besproken
Toezeggingen /
Afspraken
Portefeuillehouder zegt toe:
- na te gaan of er blokkades liggen bij Amfors voor mensen die zich daar melden
die niet meer in de Onderneming kunnen werken.
Aantekeningen
voor verslag
#4611466 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 SP: UITHUISPLAATSING BEWONERS ZON EN SCHILD EN
OPHEFFING LEER-WERKBEDRIJF
Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . .
De Ronde *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
Datum:
Aanvang:
dinsdag 11 februari 2014
19:00
Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsplan
Peiling
Rekenkamercommissie:
Onderzoek Afhandeling klachten en bezwaren
Voorbereiding besluit
Rekenkamercommissie:
Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014
Informatie Brief Rekenkamerfunctie
Peiling
Rekenkamercommissie:
Onderzoek Governance en verbonden partijen
Voorbereiding besluit
Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . .
Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsplan
Peiling
Inhoud agendapunt Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) (pdf)
Peiling Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) (pdf)
Bijlage - Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014 (pdf)
Bijlage - Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014
Bijlage - www.amersfoort.nl/veilig
Bijlage - *M-x.1 VVD, CDA, SP, Amersfoort weg uit top inbraakgemeenten (pdf)
Besluitenlijst Jaarplan 2014 Integraal veiligheidsprogramma (IVP) (pdf)
Audioverslag
Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . .
Rekenkamercommissie:
Onderzoek Afhandeling klachten en bezwaren
Voorbereiding besluit
Inhoud agendapunt Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling
van klachten en bezwaren’ (pdf)
Raadsvoorstel Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek afhandeling klachten
en bezwaren gemeente Amersfoort’ (pdf)
Bijlage - Rekenkamerrapport Afhandeling van klachten en bezwaren gemeente
Amersfoort
Bijlage - Bestuurlijke reactie op rekenkamerrapport afhandeling klachten en bezwaren
Bijlage - Onderzoeksdossier afhandeling klachten en bezwaren
Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van
klachten en bezwaren’ (pdf)
Bijlage - *Beantwoording feitelijke vragen BPA (pdf)
Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . .
Rekenkamercommissie:
Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014
Informatie Brief Rekenkamerfunctie
Peiling
Inhoud agendapunt Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie en
Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode (pdf)
Peiling Rekenkamerfunctie en budget komende raadsperiode (pdf)
Bijlage - Jaarverslag 2013 en Jaarplan 2014
Bijlage - Rekenkamerbrief voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode
Verordening op de Rekenkamercommissie 2011
Bijlage - Website Rekenkamercommissie
Besluitenlijst Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie en Voorstel
rekenkamerfunctie komende raadsperiode (pdf)
Besluitenlijst SP - Uithuisplaatsing bewoners Zon en Schild en opheffing . . .
Rekenkamercommissie:
Onderzoek Governance en verbonden partijen
Voorbereiding besluit
Inhoud agendapunt Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance
en verbonden partijen’ (pdf)
Raadsvoorstel Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Amersfoort’ (pdf)
Bijlage - Rekenkamerrapport Governance en Verbonden Partijen gemeente Amersfoort
Bijlage - Bestuurlijke reactie op rekenkameronderzoek governance en verbonden
partijen
Bijlage - Onderzoeksdossier Governance en verbonden partijen gemeente Amersfoort
Motie - *M-X.1 GL CU VVD D66 Grip op verbonden partijen (pdf)
Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en verbonden partijen’ (pdf)
Audioverslag
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Jaarplan 2014 Integraal
Veiligheidsprogramma (IVP)
11 februari 2014
Ambtelijk contact
College van B&W
Reg.nr.
4562082
Bakker – van der Bijl
(033-4694230 )
Bolsius
Op 15 februari 2011 is het meerjaren veiligheidsbeleid (Integraal
Veiligheidsprogramma 2011-2014) door de gemeenteraad vastgesteld. In
het Integraal Veiligheidsprogramma worden de kaders en prioriteiten van
ons veiligheidsbeleid voor een periode van 4 jaar vermeld. De reguliere
inzet op onder meer de onderwerpen: crisisbeheersing en fysieke
veiligheid, jeugd en veiligheid, huiselijk geweld, veilig uitgaan,
coffeeshops, prostitutie, cameratoezicht, georganiseerde criminaliteit en de
nazorg voor ex-gedetineerden blijft ongewijzigd. Om adequaat te kunnen
inspelen op de actuele veiligheidssituatie, geeft het college jaarlijks een
aantal specifieke veiligheidsonderwerpen extra prioriteit. In het Jaarplan
staat op welke onderwerpen in 2014 de gemeente en de
veiligheidspartners gezamenlijk extra inzet plegen en welke ambities wij
daarbij hebben.
Voorgesteld wordt de volgende onderwerpen in 2014 extra prioriteit te
geven:
1. Woninginbraken
2. Veelvoorkomende criminaliteit
3. Woon(gerelateerde) overlast
4. Bewonersbetrokkenheid bij veiligheid
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Politie en Openbaar Ministerie zijn aanwezig voor het beantwoorden van
vragen die specifiek hen aangaan.
Soort document
Peiling
Peiling
Volgens het Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014 stelt het
college een Jaarplan op, waarin wordt aangegeven op welke onderwerpen
(binnen de kaders van de hoofdthema’s) gedurende dat jaar extra inzet
wordt gepleegd door de veiligheidspartners. Daaraan voorafgaand wordt
de raad gepeild over het voornemen om in 2014 extra aandacht te geven
aan de genoemde onderwerpen.
Zich uit te spreken over het voorstel van het college om in 2014 extra in te
zetten op woningbraken, woon(gerelateerde) overlast, veelvoorkomende
criminaliteit en betrokkenheid van bewoners bij veiligheid.
Nadat de fracties zijn gepeild stelt het college in februari 2014 het
Jaarplan 2014 vast.
In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde.
Besluitenlijst
BIS
Raadsstukken
Fractie
Peiling Jaarplan IVP 2014
BIS
Raadsstukken
Fractie
Jaarplan 2014 Integraal
Veiligheidsprogramma 2011 - 2014
BIS
Raadsstukken
Fractie
Integraal Veiligheidsprogramma 2011 –
2014
BIS
Raadsstukken
Fractie
www.amersfoort.nl/veilig
#4562082 v2 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 JAARPLAN IVP 2014
PEILING
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: gemeenteraad
: Burgemeester L.M.M. Bolsius
Reg.nr.
Datum
: 4562106
: 14 januari 2014
TITEL
Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP)
PEILPUNTEN
1. Het doel van deze peiling is om de mening van de gemeenteraad te peilen over het voorstel om in
2014 extra prioriteit te geven aan:
1. Woninginbraken
2. Woon(gerelateerde) overlast
3. Veelvoorkomende criminaliteit
4. Bewonersbetrokkenheid bij veiligheid
AANLEIDING
Binnen de kaders van het vierjarig Integraal Veiligheidsprogramma (IVP) geven wij jaarlijks prioriteit aan
een beperkt aantal veiligheidsonderwerpen. In dit jaarplan staat vermeld op welke onderwerpen de
veiligheidspartners in 2014 extra inzet plegen met de bijbehorende ambities.
Het Jaarplan 2014 is geen weergave van alle onderwerpen waarop wordt ingezet maar geeft weer op welke
onderwerpen we in 2014 extra willen inzetten. De reguliere inzet op onder meer crisisbeheersing en fysieke
veiligheid, jeugd en veiligheid, huiselijk geweld, veilig uitgaan, coffeeshopbeleid, prostitutie,
cameratoezicht, georganiseerde criminaliteit en de nazorg voor ex-gedetineerden blijft ongewijzigd.
Daarnaast kunnen er tijdens het jaar actuele ontwikkelingen zijn die extra inzet vragen maar niet zijn
geprioriteerd zijn. Uiteraard zullen we deze ontwikkelingen volgen en waar nodig inzet leveren. Onze
aanpak kenmerkt zich voor een groot deel door preventie.
Voor 2014 worden vier projectleiders benoemd die per onderwerp in afstemming met de
veiligheidspartners een concreet werkplan maken waarin de activiteiten van elke veiligheidspartner met
bijbehorende doelstellingen staan benoemd.
Bij het opstellen van de prioriteiten voor 2014 voor de stad Amersfoort hebben de volgende uitgangspunten
meegewogen:
1. De vier voorgestelde onderwerpen passen binnen de kaders van het Integraal
Veiligheidsprogramma 2011 – 2014
2. Het veiligheidsbeeld van de eerste elf maanden van 2013 ten opzichte van 2012 en de actuele
ontwikkelingen.
3. Prioriteiten van de veiligheidspartners; veiligheidsissues moeten over het algemeen integraal
worden opgepakt om tot een goed resultaat te komen. Een gezamenlijke focus verdient de
voorkeur.
4. 2014 is het laatste jaar van het vierjarige Integraal Veiligheidsprogramma. In de tweede helft van
2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsprogramma 2015 – 2018 opgesteld. Dit proces loopt
gelijk met de nieuwe regionale Veiligheidsstrategie Midden-Nederland. Het verdient daarom de
voorkeur om in 2014 niet een groot nieuw thema te prioriteren. In het voorjaar van 2014 wordt de
gemeenteraad gevraagd om input voor het nieuwe meerjaren veiligheidsprogramma.
5. De financiële middelen voor 2014 (100.000 euro) zijn met een derde afgenomen ten opzichte van
2013 (150.000 euro). We zullen dus creatief moeten omgaan met de beperkte middelen die
beschikbaar zijn voor de uitvoering van de thema’s in het jaarplan.
Inlichtingen bij :
Drs. D.J. Bakker - van der Bijl, MO/VW, (033) 469 42 30
Gemeente Amersfoort
Peiling 4562106 pagina
Peiling 4562106 pagina
2
2
BEOOGD EFFECT
Met de extra inzet op de onderwerpen woninginbraken, woon(gerelateerde) overlast, veelvoorkomende
criminaliteit en bewonersbetrokkenheid bij veiligheid, willen we in 2014 bijdragen aan het realiseren van
onze strategische doelstelling ‘het voorkomen en zichtbaar bestrijden van criminaliteit en overlast en het
voorkomen en adequaat aanpakken van calamiteiten in Amersfoort’.
Daarnaast willen we hiermee bijdragen aan het realiseren van onze ambities zoals deze staan vermeld in het
Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014.
ARGUMENTEN
1.1 Woninginbraken
De ernst van het delict, de impact daarvan op de slachtoffers, en de recente golf aan woninginbraken eind
2013 vormen aanleiding om woninginbraken in 2014 extra prioriteit te geven.
1.2 Woon(gerelateerde) overlast
In april 2013 zijn we met een nieuwe aanpak gestart waarbij de gemeente de regie vormt. Gezien de
complexe, soms langlopende problematiek willen we deze aanpak in 2014 voortzetten. Daarnaast is de
afgelopen periode gebleken dat niet alleen woonoverlast om een specifieke aanpak vraagt, maar in
Amersfoort verschillende woongerelateerde problemen zich voordoen die een dergelijke aanpak vereisen.
Voorgesteld wordt om het onderwerp woonoverlast in 2014 te verbreden naar woongerelateerde overlast.
Hieronder verstaan we complexe vormen van overlast die het woongenot van een (groep) inwoner(s)
onrechtmatig belemmert.
1.3 Veelvoorkomende criminaliteit
Het totaal aantal misdrijven veelvoorkomende criminaliteit vormt een groot aandeel van het totaal aantal
misdrijven. Daarnaast was een stijging zichtbaar bij fietsendiefstal en zakkenrollerij. Voor 2014 willen we
veelvoorkomende criminaliteit in brede zin extra prioriteit geven.
1.4 Bewonersbetrokkenheid bij veiligheid
De afgelopen jaren vormde het vergroten van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid en het
versterken van het zelfoplossend vermogen van bewoners een belangrijke pijler van onze
veiligheidsaanpak. In 2014 willen we dit nog verder versterken omdat de afgelopen tijd meer dan eens
zichtbaar werd dat de bewoners van Amersfoort een cruciale rol spelen bij het oplossen van
veiligheidsvraagstukken.
NB. Jeugd en veiligheid
In de afgelopen Integraal Veiligheidsprogramma’s en ook in het huidige Integraal Veiligheidsprogramma is
Jeugdoverlast steeds prominent prioriteit geweest. Dit heeft ertoe geleid dat de afgelopen jaren flink in dit
onderwerp is geïnvesteerd. De groepsaanpak is de afgelopen jaren ontwikkeld en geborgd. Als we kijken
naar de cijfers en meldingen met betrekking tot overlast van jongeren constateren we, dat het aantal
jeugdgroepen sterk is afgenomen. Ook het aantal meldingen neemt af. Er is veel geïnvesteerd in de
samenwerking tussen jongerenwerk, politie en gemeente wat resulteert in de Jeugdgroepenoverleggen
(JGO’s) waar deze partijen actuele zorgen, overlast en ander gedrag van jongeren delen en concrete acties
afstemmen. Deze ontwikkelingen zijn geborgd in een reguliere aanpak van werken die ook in 2014 wordt
voortgezet. Daarom stelt het college voor om jeugd en veiligheid niet meer als onderwerp te prioriteren
waarop we in 2014 extra willen inzetten.
FINANCIËN
Het beschikbare extra budget voor het uitvoeren van de prioriteiten van het jaarplan 2014 bedraagt 100.000
euro. Daarnaast worden diverse andere begrotingsposten uit het Integraal Veiligheidsprogramma (zoals de
straatcoaches, cameratoezicht, het veiligheidshuis, veilig uitgaan etc) ingezet om uitvoering te geven aan
het Jaarplan. In de financiële paragraaf van het Jaarplan is zowel het totale budget voor Veiligheid en
Leefbaarheid opgenomen als de verdeling van de IVP-middelen over de vier geprioriteerde thema’s.
Gemeente Amersfoort
Peiling 4562106 pagina
Peiling 4562106 pagina
3
3
VERVOLG
Na peiling van de gemeenteraad, stelt het college daarna het Jaarplan 2014 definitief vast.
BETROKKEN PARTIJEN
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Integraal Veiligheidsprogramma 2011 – 2014
Jaarplan 2014
Afdeling Veiligheid & Wijken
December 2013
Docs nr. #4566629
Stad met een hart
1
I.
Aanleiding
Op 15 februari 2011 is het meerjaren veiligheidsbeleid (Integraal Veiligheidsprogramma
2011-2014) door de gemeenteraad vastgesteld. In dit Integraal Veiligheidsprogramma staan
de kaders en prioriteiten van ons veiligheidsbeleid voor vier jaar vermeld.
Om adequaat te kunnen inspelen op de actuele veiligheidssituatie in Amersfoort geven wij
jaarlijks een aantal specifieke onderdelen binnen de kaders van het Integraal
Veiligheidsprogramma extra prioriteit. In 2013 waren de prioriteiten woninginbraken, autoinbraken, jeugdoverlast en woonoverlast. In dit jaarplan staat vermeld op welke
onderwerpen de gezamenlijke veiligheidspartners in 2014 extra inzet willen plegen en welke
ambities we daarbij nastreven.
Naast de prioriteiten in het jaarplan 2014 zijn er veel reguliere onderwerpen die vanuit onze
integrale veiligheidsaanpak worden aangepakt. De aanpak van huiselijk geweld, Oud &
Nieuw, het beleid gericht op crisisbeheersing en fysieke veiligheid, coffeeshops, prostitutie,
cameratoezicht, mensenhandel en de nazorg voor ex-gedetineerden zijn onderwerpen die in
onze meerjarenbeleid een vaste plek hebben en waarop continue inzet plaatsvindt.
Daarnaast zetten we de aanpak van onder meer jeugdoverlast en auto-inbraken, die we in
2013 extra prioriteit hebben gegeven, onverminderd door.
In de praktijk kunnen er tijdens het jaar op het gebied van openbare orde en veiligheid
actuele ontwikkelingen zijn die extra aandacht verdienen maar niet zijn opgenomen in de
prioriteiten. In 2013 constateerden we bijvoorbeeld een stijging van het aantal aangiften
zakkenrollerij en fietsendiefstal. Ondanks dat deze onderwerpen geen prioriteiten vormden
in ons jaarplan, hebben wij hier wel extra inzet op gepleegd.
Dit is het laatste jaarplan dat binnen de kaders van het huidige Integraal
Veiligheidsprogramma valt. In 2014 loopt het huidige Integraal Veiligheidsprogramma af en
wordt een nieuw meerjaren veiligheidsbeleid opgesteld. Hiermee loopt onze beleidscyclus
gelijk met de Regionale Veiligheid Strategie van Regio Midden Nederland.
In de afgelopen jaren hebben wij aangegeven dat bezuinigingen en schaarste aan financiële
en personele middelen bij zowel de gemeente als onze veiligheidspartners ons noodzaakten
tot het maken van scherpe keuzes. Ook voor 2014 staan wij voor deze uitdaging.
Op basis van actuele criminaliteitscijfers, lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen,
stellen we voor om de volgende onderwerpen in 2014 extra prioriteit te geven.
Kernboodschap
1. Woninginbraken
2. Veelvoorkomende criminaliteit
3. Woon(gerelateerde)overlast
4. Bewoners betrokkenheid bij veiligheid
Hoewel deze onderwerpen voor een deel overeenkomen met regionale en landelijke
prioriteiten, maken we in Amersfoort ook andere keuzes. Zo willen we in 2014
woongerelateerde overlast extra prioriteit geven terwijl dit onderwerp regionaal niet
geprioriteerd is.
2
Ambities 2014
Prioriteit
Aantal
2012
Geëxtrapoleerd Doelstelling
naar heel 2013 2014
gebaseerd op
1e 11 mnd ‘13
Woninginbraken
Aantal geregistreerde
woninginbraken
*geslaagde inbraken
*pogingen tot inbraak
1.201
1.125
797
404
723
402
550
450
1.325
1.316
1.200
Fietsdiefstal
717
931
700
Zakkenrollerij1
292
398
300
43%2
In 80% van de
casussen
1.000
Veelvoorkomende
criminaliteit
Auto-inbraken
Woonoverlast
De woonoverlast is binnen 3
maanden gestopt
nvt
1
Zakkenrollerij valt formeel niet onder de noemer Veelvoorkomende Criminaliteit (dit zijn auto-inbraken,
fietsdiefstal en vernielingen) maar willen wij gezien de toename van dit delict wel aandacht blijven geven.
2
Van de 21 afgesloten cases is bij 16 cases binnen 3 maanden de overlast gestopt. Dit is een percentage van
70%. In totaal zijn in 2013 37 cases binnengekomen, van dit aantal is bij 16 cases de overlast binnen 3 maanden
gestopt, dat is 43%. Bij een aantal cases is de uitvoeringsfase langer dan 3 maanden gezien de complexiteit van
de casus.
3
II
Kader
Integraal veiligheidsprogramma 2011-2014
We streven naar een veilig en leefbaar Amersfoort, waarin bewoners zich verbonden voelen
met de stad, zich (mede) verantwoordelijk voelen en zich vanuit hun eigen kracht, actief
inzetten voor de veiligheid en leefbaarheid in hun buurt waarin vertrouwen is in de
overheid, de overheid handhaaft waar nodig en er alles aan doet om de veiligheid te
waarborgen en ernstige calamiteiten te voorkomen.
Onze strategische doelstelling luidt: het voorkomen en zichtbaar bestrijden van criminaliteit
en overlast en het voorkomen en adequaat aanpakken van calamiteiten in Amersfoort.
Om onze doelstelling te realiseren zijn in het IVP 2011 - 2014 vijf hoofdthema’s benoemd.
I.
Overlast en verloedering (jeugdoverlast, verloedering fysieke woonomgeving)
II.
Aandachtsbuurten
III.
Veelvoorkomende criminaliteit (fietsdiefstal, auto-inbraak en vernieling)
IV.
Ingrijpende misdrijven (woninginbraken, overvallen (uitgaans)geweld)
V.
Georganiseerde criminaliteit en Bestuurlijke aanpak criminaliteit
Zelfredzaamheid bewoners
De afgelopen jaren vormde het vergroten van de betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid
en het versterken van het zelfoplossend vermogen van burgers een belangrijke pijler van
onze veiligheidsaanpak. In 2014 willen we dit nog verder versterken door dit onderwerp
apart als prioriteit te benoemen. De afgelopen tijd werd meer dan eens zichtbaar dat de
bewoners van Amersfoort een cruciale rol spelen bij het oplossen van
veiligheidsvraagstukken. Steeds meer bewoners willen hun verantwoordelijkheid nemen om
bij te dragen aan de veiligheid en leefbaarheid van hun buurt en wijk. De stijging van het
aantal deelnemers aan Burgernet van 3.000 naar 13.000 in 2013 is hier een prachtig
voorbeeld van. We kunnen niet genoeg blijven benadrukken dat door de inzet en alertheid
van bewoners verdachten van woninginbraken, auto-inbraken, fietsendiefstal worden
opgepakt. Onze ambitie reikt verder! In 2014 willen we meer goede initiatieven onder de
aandacht brengen bij onze bewoners met daarbij de oproep tot het versterken van hun
bijdragen.
Veiligheidsstrategie Midden-Nederland 2012-2014
Sinds 2013 maakt Amersfoort onderdeel uit van de politieregio Midden-Nederland (regio’s
Utrecht, Flevoland en Gooi- en Vechtstreek). De politieregio Midden-Nederland heeft een
gemeenschappelijke veiligheidstrategie opgesteld om gezamenlijk met de 41 gemeenten,
het Openbaar Ministerie en de politie van Midden-Nederland de veiligheid en leefbaarheid
te vergroten. Voor 2014 zijn voor Midden-Nederland de volgende gezamenlijke (politie,
openbaar ministerie, gemeenten) prioriteiten in een jaarplan vastgesteld.
1) Woninginbraken
2) Aanpak georganiseerde criminaliteit
3) Overlast en criminaliteit door jeugdgroepen
4) Geweld
4
III
Prioritering
Bij het opstellen van de prioriteiten voor 2014 voor de stad Amersfoort hebben de volgende
uitgangspunten meegewogen:
1. Wat is het veiligheidsbeeld van de eerste elf maanden van 2013 ten opzichte van
2012 en wat zijn de actuele ontwikkelingen?
2. Prioriteiten van de veiligheidspartners; veiligheidsissues moeten over het algemeen
integraal worden opgepakt om tot een goed resultaat te komen. Een gezamenlijke
focus verdient de voorkeur.
3. 2014 is het laatste jaar van het vierjarige Integraal Veiligheidsprogramma. In de
tweede helft van 2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsprogramma 2015 – 2018
opgesteld. Dit proces loopt gelijk met de nieuwe regionale Veiligheidsstrategie
Midden-Nederland. Het verdient daarom de voorkeur om in 2014 niet een groot
nieuw thema te prioriteren. In het voorjaar van 2014 wordt de gemeenteraad
gevraagd om input voor het nieuwe meerjaren veiligheidsprogramma.
4. De financiële middelen voor 2014 (100.000 euro) zijn met een derde afgenomen ten
opzichte van 2013 (150.000 euro). We zullen dus creatief moeten omgaan met de
beperkte middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de thema’s in het
jaarplan.
Niet geprioriteerde thema’s in 2014
Jeugdoverlast
In de afgelopen Integraal Veiligheidsprogramma’s en ook in het huidige Integraal
Veiligheidsprogramma is Jeugdoverlast steeds prominent prioriteit geweest. Dit heeft ertoe
geleid dat de afgelopen jaren flink in dit onderwerp is geïnvesteerd. De groepsaanpak is de
afgelopen jaren ontwikkeld en geborgd. Naast de groepsaanpak zijn we gaan werken met
Jongeren in Kaart, een digitale applicatie voor het monitoren van risicojongeren. We hebben
in 2012 de Kopstukkenaanpak geïmplementeerd voor zorgmijdende gezinnen en jongeren
die niet willen meewerken en blijvend voor overlast en criminaliteit zorgen. Straatcoaches
zijn de afgelopen jaren actief geweest in het aanspreken van jongeren en het handhaven op
negatief gedrag. Tevens heeft het Jeugdinterventieteam (JIT) bijgedragen aan ambulante
hulpverlening. Ook in 2014 zullen zij hiervoor worden ingezet. Daarnaast is veel geïnvesteerd
in de samenwerking tussen jongerenwerk, politie en gemeente, wat resulteert in de
Jeugdgroepenoverleggen (JGO’s) waar deze partijen, actuele zorgen, overlast en ander
gedrag van jongeren delen en concrete acties bespreken. Al deze ontwikkelingen zijn
geborgd in een reguliere aanpak van werken die ook in 2014 wordt voortgezet.
Als we nu kijken naar de cijfers en meldingen met betrekking tot overlast van jongeren,
constateren we, dat het aantal jeugdgroepen sterk is afgenomen. Ook het aantal meldingen,
dat is sinds 2012 weer meetbaar is, neemt af.
Bovenstaande vormt de aanleiding om Jeugdoverlast in 2014 niet meer als prioriteit vast te
stellen maar als regulier onderdeel van onze veiligheidsaanpak in te bedden.
Wel zullen we in 2014 starten met Communities that Care. Dit is een wijkgerichte
preventiestrategie om probleemgedrag en maatschappelijke uitval van kinderen en jongeren
te voorkomen of terug te dringen. CtC is een van oorsprong door twee Amerikaanse
wetenschappers ontwikkelde methode. De positieve resultaten in de VS vormden aanleiding
om ook in Nederland te experimenteren met CtC. Door de Ministeries van Justitie en VWS is
in 1999 besloten om pilotprojecten CtC te starten in Amsterdam, Arnhem, Rotterdam en
5
Zwolle. Inmiddels is de CtC-aanpak ingevoerd in vijf landen en in ruim 30 Nederlandse grote
en middelgrote gemeenten. Met CtC krijgen gemeenten een beeld van de ontwikkeling van
de jeugdproblematiek in de wijken.
Op basis van wijkonderzoek en de afname van een scholierenenquête op de basisschool
(groepen 7 en 8) zal de gemeente Amersfoort bepalen welke programma’s zij gaan inzetten
om de jeugdproblematiek tegen te gaan. Een van de belangrijkste uitgangspunten van CtC is
dat de preventie van probleemgedrag kan plaatsvinden door terugdringing van
risicofactoren en versterking van beschermende factoren gericht op het gezin, school,
individu (en sociale relaties/peers), en de wijk als woon- en leefomgeving. De
scholierenenquête met bijbehorende methodische opvolging vormt bij uitstek een geschikt
instrument op basis waarvan een wijkpreventieprogramma kan worden vormgegeven
waarmee een verbinding wordt gelegd tussen de drie socialisatiedomeinen gezin, school en
vrije tijd (wijk, individu en peers). Dit in samenhang met het ABC beleid en ter versterking
van de pedagogische civil society in wijken en buurten.
Toelichting geprioriteerde thema’s in 2014
1.Woninginbraken
Prioriteit
*geslaagde inbraken
*pogingen tot inbraak
Totaal Woninginbraken
Aantal
2012
Geëxtrapoleerd Doelstelling
naar heel 2013 2014
gebaseerd op
1e 11 mnd ‘13
797
404
723
402
550
450
1.201
1.125
1.000
In 2012 is het aantal woninginbraken explosief toegenomen. Meer dan gemiddeld in de
regio kampte Amersfoort met een hoog aantal woninginbraken. Dit ondanks een actieve rol
van de gemeente en politie in de bestrijding hiervan. In 2013 is een landelijke Taskforce
Woninginbraken ingesteld aangezien veel gemeenten te maken hebben met een stijging van
het aantal woninginbraken. In 2013 heeft de gemeente Amersfoort in samenwerking met de
politie en woningcorporaties veel inzet geleverd om het aantal woninginbraken tegen te
gaan. Zo is het Digitaal Opkopers Register (DOR) ingevoerd waarbij ondernemers in
tweedehands goederen de in- en verkoop van deze goederen moeten registreren.
Gemeentelijke toezichthouders en de politie controleren hierop. Met de invoering van het
DOR willen we de afzetmarkt voor helers verstoren, de opsporing van gestolen goederen
vereenvoudigen en de pakkans van stelers en helers vergroten. In 2013 zijn hiermee de
eerste successen behaald.
In 2013 is ook veel gedaan aan publieksvoorlichting, zo zijn in verschillende wijken in
samenwerking met de politie en een ex-inbreker bijeenkomsten georganiseerd om
bewoners bewust te maken van hun eigen gedrag en handelingsperspectief te bieden om
woninginbraak te voorkomen.
6
Ook zijn we gestart met het aanbieden van gratis woningscans door een PKVW erkend
bedrijf. In de eerste acht maanden van 2013 is een dalende lijn zichtbaar van 15% ten
opzichte van dezelfde periode in 2012. Helaas is er in de maanden oktober en november
vaak ingebroken wat de dalende lijn doet afzwakken. De ernst van het delict, de impact
daarvan op de slachtoffers, en de recente golf aan woninginbraken vormen voldoende
aanleiding om woninginbraken in 2014 weer als prioriteit vast te stellen.
Aanpak in 2014
In 2014 willen politie en gemeente hun inzet in het kader van aanpak woninginbraken verder
op elkaar afstemmen. De informatie uitwisseling en afstemming tussen politie en de twee
grootste woningcorporaties wordt versterkt. Onze aanpak kenmerkt zich door drie sporen;
dadergericht, (potentieel) slachtoffergericht, situationeel gericht. Hieronder staan per spoor
een aantal activiteiten genoemd. Deze opsomming is niet limitatief.
Dadergericht
• In 2014 gaan de veldtafels en casusoverleggen woninginbrekers op in een
persoonsgerichte aanpak Top X. Amersfoort is een van de pilotgemeentes in de regio
Midden Nederland die hiermee gaat werken. De Top X bevat niet alleen
woninginbrekers maar ook personen die zich schuldig hebben gemaakt aan andere
HIC (High Impact Crime) delicten zoals straatroof, geweld en/of overvallen.
• We zetten het Digitaal Opkopers Register voort om zo de keten van stelen en helen
te doorbreken
• Inzet ANPR-controles
(potentieel) Slachtoffergericht
• Ook in 2014 zullen we actief deelnemen aan de Week tegen de Woninginbraak. Dit
vormt de opmaak van het Donkere Dagen Offensief
• Naast het Donkere Dagen Offensief (DDO) willen we in 2014 ook tijdens de andere
vakanties een soortgelijke aanpak ontwikkelen. De afgelopen jaren waren met name
tijdens de vakanties het aantal woninginbraken significant hoger.
• Gerichte analyse met politie en woningcorporatie in gebiedjes met (huur)woningen
in het geval van een concentratie van woninginbraken.
• Voortzetten berichtgeving via Stadsberichten, huis-aan-huisbrieven,
Veiligheidsambassadeurs, Maatjes van Jack, etc
• Voortzetten van wijkgerichte of doelgroepgerichte voorlichtingsbijeenkomsten ter
preventie van woninginbraak
• In 2014 willen we aanhaken bij de pilot in politieregio Midden-Nederland waarbij
Burgernetters bij een woninginbraak binnen een straal van 300 meter een sms
ontvangen om hen te waarschuwen voor potentiële nieuwe inbraken (besmette
gebieden)
• Verkennen van de mogelijkheden om Verzekeraars aan te laten haken bij de integrale
aanpak van woninginbraken.
7
Situationeelgericht
• We stimuleren bij bewoners het treffen van fysieke aanpassingen aan hun woning
door te werken met woningscans door PKVW-gecertificeerde bedrijven.
• Politie, gemeente en woningcorporaties houden bij een concentratie van
woninginbraken een buurtschouw.
• Verder ontwikkelen van de projecten gericht op de inzet van bewoners bij het
tegengaan van woninginbraken zoals de groep Burgernetters,
Veiligheidsambassadeurs en de Maatjes van Jack.
• Inzet MobEyes
2.Veelvoorkomende criminaliteit
Prioriteit
Aantal
2012
Geëxtrapoleerd Doelstelling
naar heel 2013 2014
op basis van 1e
11 mnd ‘13
Veelvoorkomende
criminaliteit
Auto-inbraken
1.325
1.316
1.200
Fietsdiefstal
717
931
700
Zakkenrollerij
292
398
300
Onder de noemer veelvoorkomende criminaliteit vallen autokraken, fietsdiefstal en
vernielingen. Zakkenrollerij valt hier officieel niet onder maar die nemen we wel mee in onze
aanpak. In 2013 was namelijk een stijging zichtbaar waarna we hier ook de nodige aandacht
aan hebben gegeven. Het totaal aantal misdrijven veelvoorkomende criminaliteit vormt een
groot aandeel van het totaal aantal misdrijven. In 2013 vormde het tegengaan van autoinbraken prioriteit. Halverwege het jaar zagen we op specifieke locaties het aantal autoinbraken en fietsdiefstallen toenemen. Ondanks dat fietsdiefstal in 2013 niet is opgenomen
in het jaarplan, hebben we hier wel aandacht aan gegeven in de vorm van
publieksvoorlichting, borden en het continue inzetten van de lokfietsen. In 2014 willen we
veelvoorkomende criminaliteit in de brede zin weer als prioriteit vaststellen.
Aanpak in 2014
In 2014 hopen we nog meer succes te behalen met het ingevoerde Digitaal Opkopers
Register om zo de keten tussen steler en heler te doorbreken. In 2013 zijn hier al de eerste
successen mee behaald. Verder zullen we in 2014 nog meer gebruik gaan maken van
innovatieve instrumenten om het aantal auto-inbraken en aantal fietsdiefstallen tegen te
gaan. In 2013 hebben we al ervaring opgedaan met de inzet van GPS Lokfietsen en track en
trace navigatiesystemen. In 2014 zullen we verder inzetten op samenwerking tussen politie,
8
gemeente en leasemaatschappijen om track and trace in navigatiesystemen in te bouwen en
zo de pakkans van auto-inbrekers significant te verhogen. Ook continueren we de aanpak
van de lokauto.
3.Woon(gerelateerde)overlast
Prioriteit
Aantal
2012
Geëxtrapoleerd Doelstelling
naar heel 2013 2014
op basis van 1e
11 mnd ‘13
Woonoverlast
De woonoverlast is binnen 3
maanden gestopt
nvt
43%3
In 80% van de
casussen
In 2013 is het thema woonoverlast als nieuw thema opgenomen in het jaarplan. Hoewel dit
thema niet is opgenomen in het vierjarig Integraal Veiligheidsprogramma, zagen we in 2013
dat er voldoende aanleiding was om dit onderwerp te prioriteren. De burgemeester wordt
als portefeuillehouder met regelmaat geconfronteerd met ernstige, complexe gevallen
waarbij tussen buren c.q. buurtbewoners de situatie dreigt te escaleren. In samenwerking
met de partners is een integrale aanpak ontwikkeld, waarbij de gemeente de regie voert. In
april 2013 zijn we met de nieuwe aanpak gestart en hebben deze in de loop van dat jaar
verder verfijnd.
Hoewel de evaluatie nog moet plaatsvinden (maart/april 2014) kunnen we de voorzichtige
conclusie trekken dat deze aanpak:
• concrete resultaten oplevert;
• voorziet in een dringende behoefte aan daadkrachtige regie met doorzettingsmacht,
resultaatgerichte interventiekracht en probleemoplossend vermogen, waarbij ‘veilig’
en ‘sociaal’ op een goede manier met elkaar worden verbonden.
Aanpak in 2014
De afgelopen periode is gebleken dat niet alleen woonoverlast om een specifieke aanpak
vraagt, maar in Amersfoort verschillende woongerelateerde problemen4 zich voordoen die
een dergelijke aanpak vereisen.
Voorgesteld wordt om ook in 2014 dit onderwerp te prioriteren maar dan met die
aanpassing dat we het thema willen verbreden naar woongerelateerde overlast.
3
Van de 21 afgesloten cases is bij 16 cases binnen 3 maanden de overlast gestopt. Dit is een percentage van
70%. In totaal zijn in 2013 37 cases binnengekomen, van dit aantal is 16 cases de overlast binnen 3 maanden
gestopt, dat is 43%. Bij een aantal cases is de uitvoeringsfase langer dan 3 maanden gezien de complexiteit van
de casus.
4
Met ‘woongerelateerde overlast’ doelen we op complexe vormen van overlast die het woongenot van een
(groep) inwoner(s) onrechtmatig belemmert. Aangezien jeugdoverlast en horecaoverlast een eigen specifieke
aanpak kennen, vallen deze vormen van overlast buiten de reikwijdte van de aanpak woongerelateerde
overlast.
9
IV
Communicatie
Net als in 2013 wordt in 2014 gestreefd naar het meer benutten van de eigen kracht van
bewoners. In onze communicatiemiddelen geven we actuele informatie over veiligheid en
informeren we over wat gemeente, politie en OM inzetten op het gebied van veiligheid. We
benadrukken hierbij vooral ook wat bewoners zelf kunnen doen aan de veiligheid in hun
eigen omgeving (zelfredzaamheid). Bewonersinitiatieven die de veiligheid in eigen buurt
bevorderen, zal de gemeente in 2014 zoveel mogelijk stimuleren en faciliteren.
Actieve en betrokken bewoners
We investeren al een paar jaar in het regelmatig informeren en betrekken van onze
veiligheidsambassadeurs en Maatjes van Jack (450 Amersfoorters). Deze actieve en
betrokken bewoners spelen ook in 2014 een belangrijke rol in de communicatie rondom
veiligheid. Een groot deel van deze bewoners is ook bereid om gemeente en politie te
ondersteunen bij preventieve acties. Daar gaan we het komende jaar nog meer een beroep
op doen.
We kijken ook naar mogelijkheden om gebruik te maken van onze Burgernetters (bijna
13.000 Amersfoorters). Wij informeren hen over veiligheid middels digitale nieuwsbrieven
en via www.amersfoort.nl/burgernet. In 2014 gaat de gemeente in samenwerking met de
politie een aantal workshops ‘Signaleren en Observeren’ organiseren om de betrokkenheid
van deze groep bewoners verder te stimuleren en hen een actieve rol te geven in de
veiligheidsaanpak van de gemeente.
Communicatie op straat-, buurt- en wijkniveau
De onderwerpen op het gebied van veiligheid in de ene buurt, kunnen heel anders zijn in de
andere buurt. En wat de ene bewoner onveilig vindt, geldt misschien niet voor een andere
bewoner. Dit betekent dat onze communicatie over veiligheid vooral gericht moet zijn op
buurt-, straat- en wijkniveau en op persoonlijk contact. Hierdoor weten we sneller wat er
speelt in een bepaalde buurt en kan communicatie gerichter worden ingezet. Gemeente en
politie stimuleren en ondersteunen hierbij de bewoners die hun eigen buurt willen
informeren of waarschuwen: zoals het flyers uitdelen in de wijk, het organiseren van een
veiligheidsavond op buurtniveau of het opzetten van een belcirkel of een WhatsApp groep
op straatniveau.
Communicatie op wijkniveau
De communicatiekanalen in de wijken (wijkwebsites, wijkkranten of wijk-tv) en sociale
media (Facebook, LinkedIn en Twitter) gaan we in 2014 nog meer inzetten. Daarnaast kijken
we welke middelen er op wijk- of straatniveau nodig zijn om bewoners zoveel mogelijk
persoonlijk te informeren. We doen dit door huis aan huis brieven te verspreiden, maken
gebruik van politie (in opleiding) en bijvoorbeeld ook van veiligheidsambassadeurs. In een
persoonlijk contact met bewoners kan direct over de beleving van veiligheid worden
gesproken en voelen mensen zich meer betrokken en/of verantwoordelijk. Ook bij een
veiligheidsavond kunnen de burgemeester, de wijkagent of toezichthouders een belangrijke
rol vervullen in de communicatie naar en met bewoners.
Communicatie op wijk-, buurt- en straatniveau wordt met name ingezet als een (actuele)
gebeurtenis in een bepaald gebied in Amersfoort daar aanleiding toe geeft en heeft als doel
de bewoners te informeren en aan te zetten tot actie. Denk hierbij aan een bewonersbrief
bij een piek aan woninginbraken of auto-inbraken in dezelfde straat of buurt.
10
We vragen dan de bewoners in die omgeving om extra alert te zijn, verdachte situaties direct
te melden en (extra) maatregelen te nemen.
Stadsbrede communicatie
Via de maandelijkse Veilig Amersfoort Special in de Stadsberichten, de AmersfoortMail en op
de website www.amersfoort.nl/veilig blijven we preventieboodschappen communiceren.
Actuele informatie over wat de gemeente en de veiligheidspartners doen staan in deze
media ook centraal. Indien nodig zetten we ook posters, flyers of borden in de openbare
ruimte in om onze boodschap over te brengen.
Via deze stadsbrede media laten we in 2014 vaker bewoners aan het woord die bijdragen
aan het vergroten van de veiligheid. Persoonlijke verhalen en ervaringen maken meer indruk
of inspireren en kunnen anderen aanzetten tot het zelf nemen van preventieve maatregelen.
Hiermee dragen we bij aan het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en eigen
handelen van bewoners.
Meldingsbereidheid
We willen graag dat inwoners alerter zijn op verdachte situaties en dit actief gaan melden bij
de politie en/of gemeente. Het melden van verdachte situaties vergroot de pakkans van
daders en daarom blijven we dit onderwerp communiceren.
Ook zetten we onze actieve werving en voorlichting over deelname aan Burgernet voort.
Burgernetters leveren een actieve bijdrage als zij meehelpen uitkijken na een
Burgernetoproep en melden als zij een verdacht of vermist persoon signaleren. Deelnemers
aan Burgernet bieden we hiervoor een workshop Signaleren en Observeren aan.
11
V
Financiën
Hieronder is het totale budget voor Veiligheid en Leefbaarheid zoals opgenomen in
programma 2 van de begroting weergegeven.
Veiligheid en leefbaarheid 2014 - 2017
1. Straatcoaches5
2. RIEC6
3. Veiligheidshuis
4. Veilig Uitgaan
5. Nazorg ex-gedetineerden/terugdringen recidive
6. Cameratoezicht
7. Bopz-online
8. Oud en nieuw-aanpak
9. Regionale Veiligheidstrategie
10. Veiligheid Valleilijn
11. Overige activiteiten
12. Communicatie
13. Uitvoering jaarplan Integraal Veiligheidsprogramma
Totaal
Begroting Begroting Begroting Begroting
2014
2015
2016
2017
125.000 125.000 125.000 125.000
9.000
9.000
9.000
9.000
40.000
40.000
40.000
40.000
10.000
10.000
10.000
10.000
50.000
50.000
50.000
50.000
160.000 160.000 160.000 160.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
31.000
31.000
31.000
31.000
5.000
5.000
5.000
5.000
45.700
45.700
45.700
45.700
20.000
20.000
20.000
20.000
100.000 100.000 100.000 100.000
695.700
695.700
695.700
695.700
Voor 2014 is voor uitvoering van het Jaarplan IVP 2014 100.000 euro beschikbaar. In
bijgaand overzicht is de verdeling van het budget weergegeven.
Onderwerp
Woninginbraken
Veelvoorkomende criminaliteit
Woongerelateerde overlast
Jeugd en veiligheid
Communicatie
Zelfredzaamheid
Totaal
Budget
30.000
15.000
10.000
15.000
20.000
10.000
100.000
5
naast deze 125.000 euro vanuit Veiligheid en Leefbaarheid heeft de raad een motie aangenomen waarbij ook
125.000 euro beschikbaar is gesteld. Deze middelen zijn toegevoegd aan Handhaving. In totaal is er 250.000
euro beschikbaar voor de straatcoaches.
6
Regionaal Informatie en Expertise centrum
12
M-x.1
MOTIE Amersfoort weg uit top van inbraakgemeenten
Amersfoort, 9 februari 2014
Peiling Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma nr. 4562106
De raad van de gemeente Amersfoort;
overwegende dat
1. volgens RTL Nieuws in het laatste halfjaar van alle grotere gemeenten, in Amersfoort de
meeste inbraken zijn gepleegd: gemiddeld 11,7 inbraken op 1000 woningen, maar in de
Kruiskamp zelfs 30,7 inbraken op 1000 woningen;
2. hierover dit weekeinde tal van verontruste reacties zijn binnengekomen met het verzoek
dit te verklaren en actie te ondernemen;
3. in het jaarplan 2014 van het Integraal Veiligheidsprogramma het voorstel staat om extra
prioriteit te geven aan de bestrijding van woninginbraken;
4. vastgesteld is dat de woninginbraken of een poging daartoe in 2012 explosief is
toegenomen en Amersfoort meer dan gemiddeld kampt met een hoog aantal
woninginbraken, niettegenstaande een actieve rol van gemeente en politie in de bestrijding
ervan;
5. gerichte acties, zoals een Landelijke Taskforce Woninginbraken, een Digitaal Opkopers
Register, publieksvoorlichting en aangeboden woningscans enige daling in het aantal
woninginbraken hebben bewerkstelligd;
6. politie en gemeente hun inzet bij de aanpak van woninginbraken verder gaan afstemmen,
mede gezien ernst van het delict en de uitwerking ervan op slachtoffers, op drie
onderdelen: dadergericht, slachtoffergericht en situatiegericht;
7. de gemeenteraad daarom een beroep doet op de burgemeester om in samenwerking met
politie en justitie Amersfoort uit de top van inbraakgemeenten te halen.
dringt er bij het college op aan
1. alles op alles te zetten om de golf aan inbraken tot staan te brengen en de inbraakcijfers tot
normale proporties terug te brengen;
2. in deze donkere dagen extra (nachtelijke) surveillances mogelijk te maken en o.a.
inwoners nogmaals op te roepen verdachte situaties te melden;
3. de raad halfjaarlijks over de uitkomsten ervan te informeren en tevens daarover te
publiceren in Stadsberichten.
9 februari 2014
VVD
Koos Voogt en
Daniëlle van Wijngaarden
CDA
SP
Wim van Bekkum
Ad Meijer
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur
7
Reg.nr.
4611498
Jaarplan 2014 Integraal Veiligheidsprogramma (IVP)
Soort
verslag
College van B&W
Besluitenlijst
Soort activiteit
Peiling
Peiling
Van de raadsleden wordt gevraagd zich uit te spreken over het voorstel van het
college om in 2014 extra in te zetten op woninginbraken, woon(gerelateerde)
overlast, veelvoorkomende criminaliteit en betrokkenheid van bewoners bij
veiligheid.
Portefeuillehouder Bolsius
Offereins
Opsteller
Van Kan
Bakker- van der Bijl
Portefeuillehouder Bolsius
Van Bekkum (CDA), Beltman (SP), ElMessaoudi (PvdA), Hunink (CU), Land (GL), Ambtenaren
Bakker- van der Bijl
Schulten (BPA), Van Vliet (Groep Van Vliet),
Voogt (VVD), Van de Voort (D66)
Tijdens een 1-minuntenronde hebben woordvoerders zich uitgesproken over het
peilpunt. Op SP en Groep Van Vliet na kunnen zij zich vinden in de vier
voorgestelde punten voor extra prioritering. SP ziet het liefst dat alleen extra wordt
ingezet op woninginbraken en bewonersbetrokkenheid bij veiligheid. Groep Van
Vliet mist onderbouwing voor de prioritering op deze punten.
Vervolgens hebben woordvoerders vragen gesteld en zijn deze beantwoord door de
portefeuillehouder, mevrouw Hondema en de heer Vuylsteke.
Hierna is men met elkaar in debat gegaan, punten van discussie waren:
- aangekondigde motie van VVD, CDA en SP over tegengaan woninginbraken
- verlaging budget
- heterdaadkracht
- opsporingscapaciteit en nut van extra inzet hier op
- aantallen aanhoudingen en uiteindelijke vervolgingen door OM
- dadersgroepen en hun achtergronden
Advies aan presidium:
Vervolgstap college: definitief vaststellen Jaarplan 2014
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
Portefeuillehouder zegt toe:
- een plan van aanpak voor het tegengaan van woninginbraken en het betrekken
van bewoners hierbij aan de raad te sturen;
- de raad te informeren over beleid rond het ’s nachts uitschakelen van
straatverlichting.
Portefeuillehouder heeft per e-mail (12 februari) laten weten dat er geen beleid is
om ’s nachts straatverlichting uit te schakelen en aangegeven dat het bij de in de
vergadering genoemde gevallen om storingen ging.
Tevens aanwezig waren mevrouw Y. Hondema (Politie) en de heer M. Vuylsteke
(Openbaar Ministerie).
#4611498 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 JAARPLAN 2014 INTEGRAAL VEILIGHEIDSPROGRAMMA (IVP)
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Rekenkamercommissie
Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van
klachten en bezwaren’
11 februari 2014
Rekenkamercommissie Ambtelijk contact
Reg.nr.
4601014
Van den Nieuwendijk
(033-469 4312)
Bolsius, Buijtelaar, Van Eijk, Lubbinge
De rekenkamercommissie Amersfoort heeft haar onderzoek ‘Afhandeling
van klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’ afgerond.
De conclusie van het onderzoek is dat de afhandeling niet altijd even
effectief en efficiënt verloopt. De afhandeling van WOZ-bezwaren (Wet
Waardering onroerende zaken) en van klachten komen als voldoende
effectief en efficiënt uit de bus. Dit geldt echter niet voor sociale bezwaren
en algemene bezwaren. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de indieners
van sociale bezwaren, algemene bezwaren en klachten niet tevreden
(genoeg) zijn over de afhandeling, over de afhandeling van WOZbezwaren zijn de indieners wel tevreden.
De rekenkamercommissie heeft aanbevelingen gedaan om de afhandeling
en de tevredenheid te verbeteren.
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
*Het onderzoek is in samenwerking met het bureau ProFacto uitgevoerd,
prof. dr. H.B. Winter zal een korte presentatie over het onderzoek
verzorgen.
Voorbereiding besluit Soort document
Raadsvoorstel
Op 14 januari 2014 heeft de rekenkamercommissie tijdens Het Besluit
haar rapporten aan de voorzitter van de gemeenteraad aangeboden. De
rapporten van de rekenkamercommissie worden door de raad behandeld.
Daarnaast hebben woordvoerders in De Ronde van 29 januari 2013
aangegeven dat rapporten van de rekenkamercommissie intensiever in de
raad besproken kunnen worden.
Bespreking rapport, in het bijzonder conclusies en aanbevelingen, ter
voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit over beslispunt: het
overnemen van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport.
Besluitvorming in Het Besluit.
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Besluitenlijst
Raadsvoorstel
Rekenkamerrapport
Bestuurlijke reactie
Onderzoeksdossier
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
*Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie.
#4601014 v2 - AGENDAPUNT REKENKAMERONDERZOEK KLACHTEN EN BEZWAREN
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Rekenkamercommissie
: Gemeenteraad
:
B&W-vergadering
De Ronde
Agenda Het Besluit
Vastgesteld besluit
: -: 11-02-2014
:
:
Reg.nr.
Datum
: 4598338
: 28 januari 2014
TITEL
Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek afhandeling klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’
BESLISPUNTEN
1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen.
2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd1:






Na de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht altijd en zo snel mogelijk – bij voorkeur
binnen een of twee dagen – (liefst telefonisch) contact op te nemen met de indiener.
De communicatie met de indiener van een bezwaarschrift of een klacht centraal te stellen, ook
gedurende de procedure. Informeer de indiener dus ook over de voortgang.
Ervoor te zorgen, door bijvoorbeeld een andere behandelingswijze of inhuur van tijdelijke
extra capaciteit, dat achterstanden worden weggewerkt zodat tijdig besluiten op de bezwaren
en klachten kunnen worden genomen.
Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke gegevens
periodiek de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per organisatieonderdeel en zorg
voor intervisie tussen de verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek
gesprekken met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale zaken en het bestuur.
Nader onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de primaire besluitvorming sociale
zekerheid. Deze aanbeveling is ingegeven door de signalen dat matige primaire besluiten de
oorzaak zijn van het hoge aantal gegronde bezwaren sociale zekerheid.
Om daar waar zich knelpunten voordoen de wijze van behandelen te herijken en hierbij ook de
informele aanpak in overweging te nemen.
1
Naast de in dit raadsvoorstel opgesomde aanbevelingen zijn in het rapport nog een aantal aanbevelingen opgenomen waarover u als raad
al eerder een besluit genomen heeft, namelijk in het kader van het overall rapport over de doorwerking van aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, deze zijn in het rapport opgenomen met als doel de set van aanbevelingen voor dit onderliggende onderzoek compleet weer te
geven. Het betreft de volgende algemene aanbevelingen aan het college:
 Rapporteer over een jaar aan de rekenkamercommissie hoe bovenstaande aanbevelingen zijn opgevolgd.
 Zet de opdrachten vanuit de raad, i.c. de door de raad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, expliciet als opdrachten
door aan de organisatie.
 Rapporteer binnen één kwartaal aan de raad over de aanpak of implementatie
van de opdrachten.
 Het college draagt er zorg voor dat de status van en ontwikkelingen in de uitvoering van de door de raad aangenomen aanbevelingen
van de rekenkamercommissie geregistreerd en geborgd worden en informeert de raad in een jaarlijkse rapportage over de stand van
zaken. Deze rapportage omvat in ieder geval hoe de aanbevelingen zijn opgepakt, wat er gedaan is en of dit conform de afspraken
gebeurt.
Inlichtingen bij :
M.P. van den Nieuwendijk, (033) 469 43 12
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4598338
pagina 2
AANLEIDING
Ondanks de continue zorg voor een hoog niveau van dienstverlening, kan er voor burgers toch aanleiding
zijn ontevreden te zijn over de dienstverlening of besluiten van de gemeente. Ook in Amersfoort is een
adequate afhandeling van deze conflicten een essentieel onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening.
De rekenkamercommissie wilde graag meer inzicht in de manier waarop de gemeente Amersfoort met
deze conflictsituaties om gaat en wat zij doet om deze te vermijden.
BEOOGD EFFECT
Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de vraag in hoeverre de wijze waarop de gemeente
Amersfoort klachten en bezwaren afhandelt effectief en efficiënt is en in hoeverre klagers en
bezwaarmakers tevreden zijn over deze afhandeling.
ARGUMENTEN
De uitvoering van de aanbevelingen leidt tot een verbetering van de afhandeling van klachten en bezwaren
en tot een verbetering van de tevredenheid van de indieners.
KANTTEKENINGEN
Geen.
FINANCIËN
De uitwerking van de aanbevelingen alsmede de raming van de eventuele kosten hiervan is een taak van de
organisatie, waar nodig in overleg met de raad.
VERVOLG
De uitwerking van de aanbevelingen alsmede planning hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in
overleg met de raad.
BETROKKEN PARTIJEN
Geen
De Rekenkamercommissie
de secretaris,
de voorzitter,
M.P. van den Nieuwendijk
S.J. Oostlander
Bijlagen
- raadsbesluit
Ter inzage
- rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek afhandeling klachten en bezwaren gemeente Amersfoort’
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.
4598338
De raad van de gemeente Amersfoort;
op basis van het voorstel van de Rekenkamercommissie d.d. 28 januari 2014;
b e s l u i t:
1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen.
2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd:






Na de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht altijd en zo snel mogelijk – bij voorkeur
binnen een of twee dagen – (liefst telefonisch) contact op te nemen met de indiener.
De communicatie met de indiener van een bezwaarschrift of een klacht centraal te stellen,
ook gedurende de procedure. Informeer de indiener dus ook over de voortgang.
Ervoor te zorgen, door bijvoorbeeld een andere behandelingswijze of inhuur van tijdelijke
extra capaciteit, dat achterstanden worden weggewerkt zodat tijdig besluiten op de
bezwaren en klachten kunnen worden genomen.
Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke
gegevens periodiek de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per
organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de verschillende
organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek gesprekken met de vakafdelingen, de
adviescommissie sociale zaken en het bestuur.
Nader onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de primaire besluitvorming sociale
zekerheid. Deze aanbeveling is ingegeven door de signalen dat matige primaire besluiten
de oorzaak zijn van het hoge aantal gegronde bezwaren sociale zekerheid.
Om daar waar zich knelpunten voordoen de wijze van behandelen te herijken en hierbij
ook de informele aanpak in overweging te nemen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van ….
de griffier
de voorzitter
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
van
20.40 tot
aantal bezoekers:
21.30 uur
8
Reg.nr.
4611518
Rekenkamercommissie
Rekenkameronderzoek ‘Afhandeling van klachten en
bezwaren’
Soort verslag
Rekenkamercommissie
Besluitenlijst
Soort
document
Voorbereiding besluit
Raadsvoorstel
Beslispunten:
1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen.
2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen:
 Na de ontvangst van een bezwaarschrift of klacht altijd en zo snel mogelijk –
bij voorkeur binnen een of twee dagen – (liefst telefonisch) contact op te
nemen met de indiener.
 De communicatie met de indiener van een bezwaarschrift of een klacht
centraal te stellen, ook gedurende de procedure. Informeer de indiener dus
ook over de voortgang.
 Ervoor te zorgen, door bijvoorbeeld een andere behandelingswijze of inhuur
van tijdelijke extra capaciteit, dat achterstanden worden weggewerkt zodat
tijdig besluiten op de bezwaren en klachten kunnen worden genomen.
 Te leren van de ingediende klachten en bezwaren. Evalueer op basis van
deugdelijke gegevens periodiek de behandeling van bezwaren en klachten.
Doe dit per organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de
verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek gesprekken
met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale zaken en het bestuur.
 Nader onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de primaire
besluitvorming sociale zekerheid. Deze aanbeveling is ingegeven door de
signalen dat matige primaire besluiten de oorzaak zijn van het hoge aantal
gegronde bezwaren sociale zekerheid.
 Om daar waar zich knelpunten voordoen de wijze van behandelen te herijken
en hierbij ook de informele aanpak in overweging te nemen.
Portefeuillehouder Bolsius, Van Eijk
Land (pro-forma)
Opsteller
Verhoef-Franken (technisch)
Van den
Van Kan
Nieuwendijk
-
Houwing (D66), Hunink (CU), Land (GL),
Offereins (CDA), Schulten (BPA), Van Vliet
(Groep Van Vliet), Voogt (VVD), De Vries
(PvdA)
Portefeuillehouder
Ambtenaren
Bolsius, Van Eijk
Reijlink
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
Na een korte introductie door de heer Oostlander heeft de heer Winter namens
ProFacto een presentatie gegeven over uitkomsten van het onderzoek en de daarbij
horende aanbevelingen. Vervolgens hebben woordvoerders vragen gesteld aan de
heer Winter, de portefeuillehouders en de heer Oostlander. Verder hebben ze zich
uitgesproken over het onderzoeksrapport en de beslispunten uit het raadsvoorstel.
Alle woordvoerders kunnen instemmen met de beslispunten.
BPA kondigt een motie aan over evaluatie.
Advies aan presidium:
Naar Het Besluit
zonder debat, met moties en amendementen
#4611518 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 REKENKAMERCOMMISSIE REKENKAMERONDERZOEK
'AFHANDELING VAN KLACHTEN EN BEZWAREN'
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
Portefeuillehouder Bolsius zegt toe de raad in mei te informeren over hoe het college
invulling geeft aan de aanbevelingen.
Woordvoerders hebben aangegeven verder te willen praten over het onderwerp in De
Ronde en hierbij de toegezegde informatie te willen betrekken.
Aanwezig namens ProFacto: prof. dr. H.B. Winter.
Aanwezig namens de Rekenkamercommissie: de heer. S.J. Oostlander, voorzitter;
mevrouw R.C.M. Stadhouders, extern lid; mevrouw I.N. Hento, extern lid;
mevrouw M.P. van den Nieuwendijk, secretaris.
#4611518 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 REKENKAMERCOMMISSIE REKENKAMERONDERZOEK
'AFHANDELING VAN KLACHTEN EN BEZWAREN'
Feitelijke vragen n.a.v. De Ronde 11 februari 2014 Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek Afhandeling van klachten en bezwaren
Onderwerp
: Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek Afhandeling van klachten en bezwaren
Beh. afdeling
: SB
Nr.
1.
Reg.nr.: 4617045
Vragensteller
(partij)
Vraag
BPA
Tijdens de Ronde bracht ik vragen in over onder meer de mondelinge
afhandeling van klachten met name het aspect dat een mondeling klagende
burger zich moet verstaan met de ambtenaar en of bestuurder over wie hij
een klacht over onheuse behandeling heeft. Ook bracht ik de stelling in dat
de geregistreerde klachten slects het topje van de ijsberg betreffen en
noemde ik het feit dat volgens het rapport Amersfoort geen evaluatie kent,
ook niet naar de raad. Bij dit laatste baseerde ik me op het volgende
rapportcitaat:
Antwoord
13. Worden met de bezwaar- en klachtafhandeling leereffecten bereikt? Zo
nee, waarom niet?
Het is de vraag in hoeverre van de ingediende bezwaren wordt geleerd gelet
op het niet altijd aanwezig zijn van sturingsinformatie, het ontbreken van
een periodieke evaluatie van de bezwaar- en klachtafhandeling in de vorm
van een jaarverslag en het gebrek aan periodiek overleg bij de sociale en
algemene bezwaren. De vertegenwoordigers van de vakafdelingen worden
nauwelijks betrokken bij de behandeling van deze bezwaren en van intervisie
tussen de verschillende organisatieonderdelen die zich bezig houden met de
behandeling van bezwaren lijkt geen sprake te zijn. Bij klachtafhandeling
wordt er wel ingezet op een leereffect door elke klacht terug te koppelen
naar de persoon waartegen deze klacht is gericht en daarbij te kijken hoe
een dergelijke klacht in de toekomst kan worden voorkomen.
Op dat punt meldde de burgemeester dat in het jaarverslag een paragraaf is
opgenomen over klachten en bezwaren
Tijdens de Ronde kon het niet tot een wezenlijke discussie komen wegens
tijdgebrek. Naar aanleiding van mijn aankondiging van een motie
/amendement over evaluatie van het klachten - en bezwarenproces, stel ik
ter voorbereiding van de motie of amendement de volgende feitelijke
vragen:
a) hoe moet ik de passage in het rapport (het ontbreken van een periodieke
evaluatie van de bezwaar- en klachtinformatie in de vorm van een
jaarverslag) verstaan? Toch niet anders dan dat een periodieke kwalitatieve
weging niet voorkomt?
a) (Antwoord Rekenkamer) De rekenkamercommissie constateert
in haar onderzoek dat in de organisatie onvoldoende geleerd
wordt van de afhandeling van klachten en bezwaren. Er is geen
sprake van een gestructureerde periodieke evaluatie van de
bezwaar- en klachtbehandeling. Jaarverslagen worden, behalve
bij de klachtafhandeling, niet opgesteld.
b) het klopt toch dat in het verzoek van de rekenkamercommissie alsmede in
de aanbevelingen geen verzoek dan wel aanbeveling opgenomen is die een
dergelijke evaluatie in een jaarverslag wel noodzakelijk maakt
c) het klopt toch dat de rapportage via jaarverslag, waarvan melding wordt
gemaakt in de bestuurlijke reactie van het college uitsluitend melding maakt
van de vermelding in het jaarverslag van de voortgang van de
verzoeken/aanbevelingen van de Rekenkamercommissie? Ergo dus geen
melding maakt van evaluatie van de klachten en bezwaren zelf.
d) welke kwalitatieve (inhoudelijke evaluatieaspecten) bevat het door de
burgemeester genoemde jaarverslag? Of doelde hij hier louter op de
kwantitatieve aspecten. Hoe kan ik uit dit jaarverslag afleiden hoeveel
klachten bijvoorbeeld mondeling zijn afgehandeld? Zijn er verslagen, cq
processen-verbaal van deze mondelinge afhandeling?
b) (Antwoord Rekenkamer) Op pagina 51 van haar rapport beveelt
de Rekenkamer aan: “Te leren van de ingediende klachten en
bezwaren. Evalueer op basis van deugdelijke gegevens periodiek
de behandeling van bezwaren en klachten. Doe dit per
organisatieonderdeel en zorg voor intervisie tussen de
verschillende organisatieonderdelen. Voer daarnaast periodiek
gesprekken met de vakafdelingen, de adviescommissie sociale
zaken en het bestuur.” Deze aanbeveling richt zich op de
organisatie en niet op de informatievoorziening aan de Raad. De
rekenkamercommissie onderschrijft de noodzaak van een
adequate informatievoorziening aan de Raad en heeft daarom ook
de volgende aanbeveling opgenomen: “Het college draagt er zorg
voor dat de status van en ontwikkelingen in de uitvoering van de
door de raad aangenomen aanbevelingen van de
rekenkamercommissie geregistreerd en geborgd worden en
informeert de raad in een jaarlijkse rapportage over de stand van
zaken. Deze rapportage omvat in ieder geval hoe de
aanbevelingen zijn opgepakt, wat er gedaan is en of dit conform
de afspraken gebeurt.”
c) (Antwoord college) Ja het klopt dat het jaarverslag melding
maakt van de voortgang van de door de Raad aangenomen
aanbevelingen, hoe deze zijn opgepakt en of dit conform de
afspraken gebeurt. Het jaarverslag evalueert de klachten en
bezwaren niet.
d) (Antwoord college) In het jaarverslag rapporteren we over het
aantal ingediende klachten, het aantal ingetrokken klachten, het
aantal gegrond verklaringen en het aantal openstaande klachten.
Klachten die mondeling worden afgehandeld zijn hierin
opgenomen. Als een mondelinge klager een schriftelijke
bevestiging wenst, krijgt hij of zij een afhandelingsbrief. Als dit
niet het geval is dan sluiten we het dossier zonder verdere
rapportage. Graag verwijs ik u naar de RIB die wij eind 2011 aan
de Raad stuurden over de wijze waarop wij klachten herkennen,
behandelen en als organisatie leren (RIB 2011-118). Specifiek
aandachtspunt hierin was het herkennen van ‘elke uiting van
ongenoegen’ ook als een klager niet expliciet het woord klacht
gebruikt.
Wat betreft de inhoudelijke evaluatie is het zo dat wij
voornemens zijn elke collegeperiode de programma-onderdelen
uit de begroting in het kader van de permanente beleidsevaluatie
te evalueren. In het voorstel dat op 25 februari voorligt in Het
Besluit staat het onderdeel public affairs, waar de
klachtenbehandeling deel van uitmaakt, voor het eerste kwartaal
van 2016 geagendeerd.
e) is het niet zo dat om een controleerbare alsmede openbare
raadsdiscussie te bereiken over een evaluatie van bezwaren en klachten in
het jaarverslag amendering/aanvulling van de aanbevelingen van het rapport
van de rekenkamercommissie nodig is die voorziet in een jaarlijkse evaluatie
via het door het college aan de gemeenteraad aan te bieden jaarverslag
Alvorens de voorbereiding van een dergelijk amendement ter hand te nemen,
verneem ik via Rekenkamercommissie en college graag het antwoord op deze
vragen.
e) (Antwoord Rekenkamer) Rekenkamercommissie onderschrijft,
zoals gezegd, het belang van een goede informatievoorziening aan
de Raad en doet regelmatig aanbevelingen om deze te
verbeteren. Ook in het onderzoek naar de afhandeling van
klachten en bezwaren beveelt de rekenkamercommissie aan om
de informatievoorziening in de organisatie te verbeteren en
beveelt tevens aan de Raad periodiek te informeren. Het is
vervolgens aan de Raad om met het college afspraken te maken
over de precieze vorm en het moment.
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Reg.nr.
4598397
Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014
Rekenkamercommissie en Voorstel
rekenkamerfunctie komende raadsperiode
11 februari 2014
Rekenkamercommissie Ambtelijk contact
Van den Nieuwendijk
(033-469 4312)
Een bijeenkomst met de rekenkamercommissie aan de hand van haar
jaarverslag en -plan 2013/2014 en haar voorstel rekenkamerfunctie
komende raadsperiode.
In het jaarverslag geeft de rekenkamercommissie een uiteenzetting van haar
werkzaamheden over 2013 en in het jaarplan 2014 ontvouwt zij de plannen
voor het komende jaar.
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Daarnaast wil de rekenkamercommissie graag met de gemeenteraad van
gedachten wisselen over de inrichting van de rekenkamerfunctie na 19
maart 2014. In een brief heeft de rekenkamercommissie hiertoe een voorstel
gedaan. Reden voor grote veranderingen ziet zij niet, maar dat laat onverlet
dat er aanleiding en mogelijkheden bestaan voor verbetering en
intensivering.
Soort document
Informatie en
Peiling
Peiling
Jaarverslag en -plan: Op 30 januari jl. heeft de rekenkamercommissie haar
jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 aan de gemeenteraad aangeboden. Om het
contact tussen raad en commissie te blijven intensiveren wordt evenals vorig
jaar tijdens een bijeenkomst met de rekenkamercommissie teruggeblikt op
het afgelopen onderzoeksjaar en een doorkijk gegeven naar de plannen voor
het komende jaar.
Rekenkamerbrief voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode: De
griffier heeft de rekenkamercommissie gevraagd een voorstel te doen voor
de inrichting van de rekenkamerfunctie in de komende raadsperiode. De
rekenkamercommissie heeft dit voorstel 16 januari jl. per brief aan de
gemeenteraad aangeboden.
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Aanwezig van de rekenkamercommissie: de heer S.J. Oostlander
(voorzitter), mevrouw R.C.M. Stadhouders (lid), mevrouw I. Hento (lid),
mevrouw M.P. van den Nieuwendijk (secretaris) en mevrouw E.M.H. KoetMinis (raadslid).
- Kennis te nemen van het jaarverslag en -plan
- Kennis te nemen van de brief en zijn mening te geven over de peilpunten
Afhankelijk van bespreking in De Ronde.
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Besluitenlijst
Peiling
Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014
Rekenkamerbrief voorstel
rekenkamerfunctie komende raadsperiode
Website rekenkamercommissie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4598397 v2 - RKC AGENDAPUNT BEHANDELING JAARVERSLAG, JAARPLAN EN TOEKOMSTBRIEF
PEILING
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Rekenkamercommissie
: Gemeenteraad
:
B&W-vergadering
De Ronde
Agenda Het Besluit
Vastgesteld besluit
: -: 11-02-2014
:
:
Reg.nr.
Datum
Agendapunt
: 4601141
: 30 januari 2014
:
TITEL
Rekenkamerfunctie en budget komende raadsperiode
PEILPUNTEN
1. het continueren van de gemengd samengestelde vorm met drie externe leden (onder wie de
voorzitter) en twee gemeenteraadsleden;
2. het verhogen van het budget van de rekenkamercommissie met € 30.000,- gericht op
onderzoek op het beleidsterrein van de decentralisaties.
AANLEIDING
De griffier heeft de rekenkamercommissie gevraagd een voorstel te doen voor de inrichting van de
rekenkamerfunctie in de komende raadsperiode. Komende personele wisselingen binnen de
rekenkamercommissie, het afscheid van zittende raadsleden en het einde van de zittingstermijn van de
voorzitter, zijn tevens aanleiding geweest na te denken over de verdere ontwikkeling.
BEOOGD EFFECT
De gemeenteraad heeft recht op een goed uitgeruste rekenkamerfunctie. Met de huidige samenstelling
van 3 externe leden en 2 gemeenteraadsleden kan de rekenkamercommissie haar rol en
verantwoordelijkheid goed uitoefenen. Om de continuïteit te borgen zal een getrapt schema van
zittingstermijnen van externe leden worden opgesteld. Momenteel lopen deze termijnen nog gelijk met
de raadsperiode wat een risico op verlies van (historische) kennis met zich meebrengt.
ARGUMENTEN
1.1 De huidige praktijk functioneert goed
De rekenkamercommissie krijgt signalen dat de raad tevreden is over de huidige constellatie en
output. Zelf is zij ook van mening dat de huidige praktijk goed functioneert.
2.1 De controlerende taak van de gemeenteraad zal bij decentralisaties meer aandacht vragen
Hierbij kan de gemeenteraad een sterke rekenkamerfunctie goed gebruiken. Een voorbeeld: de
rekenkamercommissie vindt het uitvoeren van nulmetingen zeer belangrijk, om later de effecten van
de decentralisaties te kunnen beoordelen. Het huidige budget biedt echter geen ruimte voor dergelijk
onderzoek. Goed beschouwd zou het onderzoeksbudget evenredig moeten groeien met de groei van
gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden.
KANTTEKENINGEN
-
FINANCIËN
Bij de begroting wordt het budget voor de rekenkamercommissie beschikbaar gesteld.
Gemeente Amersfoort
raadsbesluit 4598182
pagina 2
VERVOLG
Bespreking van resultaat van deze peiling in De Ronde in het presidium.
BETROKKEN PARTIJEN
nvt
De Rekenkamercommissie
de secretaris,
de voorzitter,
M.P. van den Nieuwendijk
S.J. Oostlander
Bijlagen
- brief ‘Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode’
- Verordening op de Rekenkamercommissie 2011
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
21.30 tot
aantal bezoekers:
22.00 uur
5
4611761
Jaarverslag 2013 en jaarplan 2014 Rekenkamercommissie Reg.nr.
en Voorstel rekenkamerfunctie komende raadsperiode
Soort verslag
Rekenkamercommissie
Besluitenlijst
Soort
activiteit
Peiling
Peiling
Peilpunten:
1. het continueren van de gemengd samengestelde vorm met drie externe leden
(onder wie de voorzitter) en twee gemeenteraadsleden;
2. het verhogen van het budget van de rekenkamercommissie met € 30.000,gericht op onderzoek op het beleidsterrein van de decentralisaties.
Portefeuillehouder Verhoef-Franken (technisch)
Opsteller
Land (pro-forma)
Van den
Van Kan
Nieuwendijk
Portefeuillehouder Houwing (D66), Kennedy-Doornbos (CU),
Land (GL), Offereins (CDA), Schulten (BPA), Ambtenaren
Voogt (VVD), De Vries (PvdA)
Na een korte introductie door de heer Oostlander hebben woordvoerders zich
uitgesproken over de peilpunten. Op PvdA na kunnen de woordvoerders zich vinden
in het eerste peilpunt. PvdA geeft de voorkeur aan een rekenkamercommissie met
alleen externe leden. CDA, CU, BPA en VVD kunnen instemmen met peilpunt 2,
waarbij VVD aangeeft het liefst een voorstel bij de begrotingsbehandeling voor
2015. D66 kan op dit moment niet instemmen met peilpunt 2. GL en PvdA zien
liever dat er wordt geschoven met onderwerpen.
De heer Oostlander geeft aan dat de rekenkamercommissie waarschijnlijk voor de
begrotingsbehandeling van 2015 met een voorstel zal komen voor budgetverhoging.
Advies aan presidium:
Voldoende besproken
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
Aanwezig namens de Rekenkamercommissie: de heer. S.J. Oostlander, voorzitter;
mevrouw R.C.M. Stadhouders, extern lid; mevrouw I.N. Hento, extern lid;
mevrouw M.P. van den Nieuwendijk, secretaris.
#4611761 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 JAARVERSLAG 2013 EN JAARPLAN 2014
REKENKAMERCOMMISSIE EN VOORSTEL REKENKAMERFUNCTIE KOMENDE RAADSPER
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Rekenkamercommissie
Rekenkameronderzoek ‘Governance en
verbonden partijen
11 februari 2014
Rekenkamercommissie Ambtelijk contact
Reg.nr.
4601011
Van den Nieuwendijk
(033-469 4312 )
Bolsius, Buijtelaar, Van Eijk, Lubbinge
De rekenkamercommissie Amersfoort heeft haar onderzoek ‘Governance
en verbonden partijen gemeente Amersfoort’ afgerond. Het betreft een
onderzoek naar de manier waarop de gemeente Amersfoort invulling geeft
aan sturing, beheersing, verantwoording en toezicht met betrekking tot
haar verbonden partijen.
De conclusie van het onderzoek is dat de formele governance op orde is,
er zijn echter aandachtspunten. Het is voor de gemeenteraad lastig om zijn
kaderstellende en controlerende rol in te vullen, de soft skills
(bijvoorbeeld de gedragskant en de cultuur component) kunnen worden
versterkt en het zou goed zijn om de keuzes die gemaakt zijn rond
samenwerking regelmatig tegen het licht te houden. De
rekenkamercommissie doet aanbevelingen om deze aandachtspunten aan
te pakken.
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
*Het onderzoek is in samenwerking met het bureau Twynstra Gudde
uitgevoerd, mevrouw M. Kilic-Karaaslan zal een korte presentatie over het
onderzoek verzorgen.
Voorbereiding besluit Soort document
Raadsvoorstel
Op 14 januari 2014 heeft de rekenkamercommissie tijdens Het Besluit het
rapport aan de voorzitter van de gemeenteraad aangeboden. De rapporten
van de rekenkamercommissie worden door de raad behandeld. Daarnaast
hebben woordvoerders in De Ronde van 29 januari 2013 aangegeven dat
rapporten van de rekenkamercommissie intensiever in de raad besproken
kunnen worden.
Bespreking rapport, in het bijzonder conclusies en aanbevelingen, ter
voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit over beslispunt: het
overnemen van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport.
Besluitvorming in Het Besluit.
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Besluitenlijst
Raadsvoorstel
Rekenkamerrapport
Bestuurlijke reactie
Onderzoeksdossier
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
*Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie.
#4601011 v2 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 REKENKAMERONDERZOEK GOVERNANCE EN VERBONDEN
PARTIJEN
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Rekenkamercommissie
: Gemeenteraad
:
B&W-vergadering
De Ronde
Agenda Het Besluit
Vastgesteld besluit
: -: 11-02-2014
:
:
Reg.nr.
Datum
: 4598182
: 28 januari 2014
TITEL
Rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Amersfoort”
BESLISPUNTEN
1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen.
2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd1:
Aanbevelingen gericht aan de gemeenteraad
1) Doe iets aan uw kennis- en informatieachterstand. Organiseer op structurele wijze de nodige kennis,
expertise en informatie waarmee u als gemeenteraad meer zicht kunt krijgen op (en inzicht in) het
functioneren van de verschillende verbonden partijen.
2) Verdiep u in de (formele/wettelijke en informele) instrumenten en mogelijkheden die uw gemeenteraad
ter beschikking staan om de kaderstellende en controlerende rollen ten opzicht van de verschillende
verbonden partijen adequaat uit te voeren. Zorg voor een gestructureerd overzicht van deze gegevens, zodat
de raad per verbonden partij weet wat zijn rol, verantwoordelijkheid en instrumenten zijn.
3) Maak concrete afspraken met het college van B en W en indien gewenst met specifieke verbonden
partijen over de schriftelijke en mondelinge informatievoorziening van uw raad.
4) Zoek actief, zoals bij de recente bijeenkomst in Leusden, de samenwerking met andere gemeenteraden
waarmee de gemeente Amersfoort in de vorm van verbonden partijen samenwerkt. Immers, waar
afgevaardigden van het college hun regionale collegae frequent treffen in de verschillende bestuurlijke
gremia (AB, DB, AVA), ontbreekt dit natuurlijke contactmoment voor de gemeenteraden. Dergelijke
1
Naast de in dit raadsvoorstel opgesomde aanbevelingen zijn in het rapport nog een aantal aanbevelingen opgenomen waarover u als raad
al eerder een besluit genomen heeft, namelijk in het kader van het overall rapport over de doorwerking van aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, deze zijn in het rapport opgenomen met als doel de set van aanbevelingen voor dit onderliggende onderzoek compleet weer te
geven. Het betreft de volgende algemene aanbevelingen aan het college:
 Rapporteer over een jaar aan de rekenkamercommissie hoe bovenstaande aanbevelingen zijn opgevolgd.
 Zet de opdrachten vanuit de raad, i.c. de door de raad overgenomen aanbevelingen uit rekenkamerrapporten, expliciet als opdrachten
door aan de organisatie.
 Rapporteer binnen één kwartaal aan de raad over de aanpak of implementatie
van de opdrachten.
 Het college draagt er zorg voor dat de status van en ontwikkelingen in de uitvoering van de door de raad aangenomen aanbevelingen
van de rekenkamercommissie geregistreerd en geborgd worden en informeert de raad in een jaarlijkse rapportage over de stand van
zaken. Deze rapportage omvat in ieder geval hoe de aanbevelingen zijn opgepakt, wat er gedaan is en of dit conform de afspraken
gebeurt.
Inlichtingen bij :
M.P. van den Nieuwendijk, (033) 469 43 12
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4549639
pagina 2
contacten kunnen bijdragen aan kennisuitwisseling en het inzicht vergroten in de wisselwerking tussen
lokale belangen en het gemeenschappelijke belang van de verbonden partij.
5) Maak een concreet plan voor de uitvoering van de bovenstaande aanbevelingen.
Aanbevelingen gericht aan het college van B en W
a) De financiële en de inhoudelijke cyclus koppelen.
Het college moet de gemeenteraad in de positie brengen waarin hij zijn rollen en verantwoordelijkheden ten
aanzien van verbonden partijen adequaat kan uitvoeren. Cruciaal daarvoor is dat in de besluitvorming over
taken uitgevoerd door verbonden partijen de inhoud en financiën zijn gekoppeld. De facto kan deze
aanbeveling resulteren in afschaffing of aanpassing van het huidige instrument van de permanente
beleidsevaluatie.
b) Zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang expliciet opnemen in raadsinformatie.
Om de gemeenteraad in positie te brengen dient het college raadsinformatie, in het geval van verbonden
partijen waarin meerdere gemeenten (of private partijen) participeren, dusdanig in te richten dat de raad
zicht heeft op zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang.
c) Het toezichthouderschap verder ontwikkelen.
Binnen het college ontbreekt het aan een gedeeld beeld over goed toezichthouderschap. Daarnaast is een
groot deel van het toezicht op de verbonden partijen belegd bij de wethouder Financiën. Bij een verdere
ontwikkeling valt te denken aan:
 Het toezichthouderschap beter te verdelen, uiteraard met behoud van de strikte scheiding tussen
opdrachtgever en eigenaar.
 Duidelijke afspraken over het tijdig onderling delen van informatie en het tijdig informeren van de
gemeenteraad over relevante ontwikkelingen bij verbonden partijen.
 Het definiëren van een visie op goed toezichthouderschap op verbonden partijen en deze visie ook
te delen met de gemeenteraad.
d) De samenwerkingscompetenties met verbonden partijen verder doorontwikkelen.
Met name verbonden partijen karakteriseren de relatie met de gemeente Amersfoort als zakelijk en
hiërarchisch. Ze benadrukken dat de gemeente een professionele counterpart is die de materie goed in de
vingers heeft. Er valt echter nog ‘winst’ te behalen op het vlak van de samenwerking. Wanneer beide
actoren op een gelijkwaardigere manier samenwerken in de toekomst kan dat voordelen bieden. Zo dient
ook de ambtelijke organisatie de samenwerkingsrelatie met de verbonden partijen te optimaliseren door
zich in toenemende mate op te stellen als partner. Tevens dient zij de doorlooptijd en transparantie van haar
ambtelijke processen te ontwikkelen zodat verbonden partijen weten waar zij aan toe zijn en tijdig het
product/dienst ontvangen.
e) Periodiek een strategische herijking borgen.
Organiseer periodiek het strategische gesprek over het regiemodel en de samenwerkingsportfolio en betrek
de raad hierbij. Hierin worden de eerder benoemde fundamentele vragen gesteld zodat expliciet wordt
stilgestaan bij strategische thema’s als risicoverdeling, financieel en bestuurlijke verantwoordelijkheden,
type construct, externe ontwikkelingen, toekomstbestendigheid en het doel van de samenwerking. Het
werken met scenario’s kan hierin waardevol zijn.
f) Een risicosignaleringssysteem inrichten.
Aanvullend op NARIS, waarin de risico’s zijn vastgelegd, en de individuele kennis van collegeleden, dient
een risicosignaleringssysteem aanwezig te zijn binnen het college waarin alle actuele risico’s en
bijbehorende pro- en reactieve beheersmaatregelen zijn opgenomen. Vervolgens dient het college periodiek
deze risico’s en beheersmaatregelen te bespreken om opvolging en monitoring te borgen. Dit draagt binnen
het college bij aan een gedeeld risicobewustzijn op het niveau van de totale samenwerkingsportfolio en niet
alleen richting de verbonden partijen waarbij de individuele collegeleden betrokken zijn.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4549639
pagina 3
g) Concrete afspraken maken met de raad over de informatievoorziening rond verbonden partijen.
Om het zwaartepunt van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken dienen
het college en de raad concrete afspraken te maken over de informatievoorziening rondom verbonden
partijen. Immers, het sturen aan de voorkant en het controleren achteraf is alleen mogelijk wanneer de raad
tijdig over volledige en juiste informatie beschikt. In deze afspraken dienen zowel het type informatie per
verbonden partij (jaarverslag, begroting, prestatieafspraken, beleidsplannen) als de timing daarvan in het
proces centraal te staan.
h) Voorsorteren op de aanpassing in de Wgr en deze doortrekken naar alle verbonden partijen.
Vooruitlopend op de aanpassing in de Wgr, waarin 15 april als uiterste datum gaat gelden voor het
aanbieden van de algemene financiële en beleidsmatige kaders en waarin de reactietermijn op de
conceptbegroting wordt uitgebreid, verdient het aanbeveling hier vanaf heden naar te handelen. En niet
alleen voor gemeenschappelijke regelingen maar voor alle verbonden partijen, zowel publiek- als
privaatrechtelijk. Deze aanpassing stelt de gemeenteraad in staat om meer dan nu het geval is ‘vooraf’ te
sturen.
i) Het opdrachtgeverschap verder ontwikkelen.
Organiseer periodiek een overkoepelend ambtelijk werkoverleg (sectoren MO en SOB) waarin het
opdrachtgeverschap wordt doorontwikkeld naar een meer uniforme werkwijze en waarin van elkaar
geleerd wordt. Betrek hierbij ook de ambtenaren die op de eigenaarsrol ambtelijk adviseren, zowel vanuit
Concernmiddelen als vanuit de sectorafdelingen Control, om de benodigde afstemming te borgen.
Aandachtspunten in dit overleg zijn:
- afspraken over risicoverdeling en de beheersing daarvan met verbonden partijen. Alsmede heldere en
eenduidige afspraken over de financiële verantwoordelijkheden (wie betaalt wanneer)
- heldere en scherpe afspraken aan de voorkant over beïnvloedingsmogelijkheden en/of
sanctiemogelijkheden op het moment dat de verbonden partij niet levert conform afspraken
- evaluatie van de efficiëntie en effectiviteit van de uitvoering door verbonden partijen. Zo kan de
gemeente zich een scherper beeld vormen over de verbeterpunten voor zichzelf en voor de verbonden
partij en kan zij gedegen keuzes maken over voortzetting dan wel beëindiging van de relatie
- heldere en scherpe afspraken over wanneer een relatie wordt beëindigd en welke consequenties dat met
zich meebrengt voor betrokken partijen.
AANLEIDING
Sinds een aantal jaren staat een onderzoek naar de toezichthoudende rol van de gemeente in deelnemingen
op de groslijst van mogelijke onderzoeksonderwerpen van de rekenkamercommissie. Een belangrijke
overweging om juist nu een onderzoek te doen naar de wijze waarop de gemeente Amersfoort haar rol in
samenwerkingstrajecten invult, heeft te maken met de decentralisaties die worden voorbereid en de
verschuiving van verantwoordelijkheden tussen de rijksoverheid, provincies, gemeenten en hun regionale
samenwerkingsverbanden.
BEOOGD EFFECT
Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de vraag op welke onderdelen de invulling van
governance goed verloopt en welke aspecten om meer aandacht vragen. Daarnaast is in het onderzoek
specifiek gekeken naar hoe de gemeenteraad de uitvoering van op afstand gezette taken beleeft en of hij
voldoende en de juiste tools heeft om zijn kaderstellende en controlerende rol te vervullen en of hij
daarvan optimaal gebruikmaakt.
ARGUMENTEN
De uitvoering van de aanbevelingen leidt tot een verbetering van de inrichting en uitvoering van de
governance aspecten, van kaderstelling en controle door de gemeenteraad, van de informatievoorziening
aan de gemeenteraad en de basis van besluiten in de toekomst.
KANTTEKENINGEN
Geen.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4549639
pagina 4
FINANCIËN
De uitwerking van de aanbevelingen alsmede de raming van de eventuele kosten hiervan is een taak van de
organisatie, waar nodig in overleg met de raad.
VERVOLG
De uitwerking van de aanbevelingen alsmede planning hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in
overleg met de raad.
BETROKKEN PARTIJEN
Verbonden partijen
De Rekenkamercommissie
de secretaris,
de voorzitter,
M.P. van den Nieuwendijk
S.J. Oostlander
Bijlagen
- raadsbesluit
Ter inzage
- rekenkamerrapport ‘Rekenkameronderzoek governance en verbonden partijen Amersfoort”
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.
4598182
De raad van de gemeente Amersfoort;
op basis van het voorstel van de Rekenkamercommissie d.d. 28 januari 2014;
b e s l u i t:
1. De conclusies zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen.
2. De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport over te nemen. Hierna opgesomd:
Aanbevelingen gericht aan de gemeenteraad
1) Doe iets aan uw kennis- en informatieachterstand. Organiseer op structurele wijze de nodige kennis,
expertise en informatie waarmee u als gemeenteraad meer zicht kunt krijgen op (en inzicht in) het
functioneren van de verschillende verbonden partijen.
2) Verdiep u in de (formele/wettelijke en informele) instrumenten en mogelijkheden die uw
gemeenteraad ter beschikking staan om de kaderstellende en controlerende rollen ten opzicht van de
verschillende verbonden partijen adequaat uit te voeren. Zorg voor een gestructureerd overzicht van
deze gegevens, zodat de raad per verbonden partij weet wat zijn rol, verantwoordelijkheid en
instrumenten zijn.
3) Maak concrete afspraken met het college van B en W en indien gewenst met specifieke verbonden
partijen over de schriftelijke en mondelinge informatievoorziening van uw raad.
4) Zoek actief, zoals bij de recente bijeenkomst in Leusden, de samenwerking met andere
gemeenteraden waarmee de gemeente Amersfoort in de vorm van verbonden partijen samenwerkt.
Immers, waar afgevaardigden van het college hun regionale collegae frequent treffen in de
verschillende bestuurlijke gremia (AB, DB, AVA), ontbreekt dit natuurlijke contactmoment voor de
gemeenteraden. Dergelijke contacten kunnen bijdragen aan kennisuitwisseling en het inzicht vergroten
in de wisselwerking tussen lokale belangen en het gemeenschappelijke belang van de verbonden partij.
5) Maak een concreet plan voor de uitvoering van de bovenstaande aanbevelingen.
Aanbevelingen gericht aan het college van B en W
a) De financiële en de inhoudelijke cyclus koppelen.
Het college moet de gemeenteraad in de positie brengen waarin hij zijn rollen en
verantwoordelijkheden ten aanzien van verbonden partijen adequaat kan uitvoeren. Cruciaal daarvoor
is dat in de besluitvorming over taken uitgevoerd door verbonden partijen de inhoud en financiën zijn
gekoppeld. De facto kan deze aanbeveling resulteren in afschaffing of aanpassing van het huidige
instrument van de permanente beleidsevaluatie.
Gemeente Amersfoort
raadsbesluit 4598182
pagina 2
b) Zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang expliciet opnemen in raadsinformatie.
Om de gemeenteraad in positie te brengen dient het college raadsinformatie, in het geval van
verbonden partijen waarin meerdere gemeenten (of private partijen) participeren, dusdanig in te
richten dat de raad zicht heeft op zowel het lokale als het gemeenschappelijke belang.
c) Het toezichthouderschap verder ontwikkelen.
Binnen het college ontbreekt het aan een gedeeld beeld over goed toezichthouderschap. Daarnaast is
een groot deel van het toezicht op de verbonden partijen belegd bij de wethouder Financiën. Bij een
verdere ontwikkeling valt te denken aan:
 Het toezichthouderschap beter te verdelen, uiteraard met behoud van de strikte scheiding
tussen opdrachtgever en eigenaar.
 Duidelijke afspraken over het tijdig onderling delen van informatie en het tijdig informeren
van de gemeenteraad over relevante ontwikkelingen bij verbonden partijen.
 Het definiëren van een visie op goed toezichthouderschap op verbonden partijen en deze visie
ook te delen met de gemeenteraad.
d) De samenwerkingscompetenties met verbonden partijen verder doorontwikkelen.
Met name verbonden partijen karakteriseren de relatie met de gemeente Amersfoort als zakelijk en
hiërarchisch. Ze benadrukken dat de gemeente een professionele counterpart is die de materie goed in
de vingers heeft. Er valt echter nog ‘winst’ te behalen op het vlak van de samenwerking. Wanneer
beide actoren op een gelijkwaardigere manier samenwerken in de toekomst kan dat voordelen bieden.
Zo dient ook de ambtelijke organisatie de samenwerkingsrelatie met de verbonden partijen te
optimaliseren door zich in toenemende mate op te stellen als partner. Tevens dient zij de doorlooptijd
en transparantie van haar ambtelijke processen te ontwikkelen zodat verbonden partijen weten waar zij
aan toe zijn en tijdig het product/dienst ontvangen.
e) Periodiek een strategische herijking borgen.
Organiseer periodiek het strategische gesprek over het regiemodel en de samenwerkingsportfolio en
betrek de raad hierbij. Hierin worden de eerder benoemde fundamentele vragen gesteld zodat expliciet
wordt stilgestaan bij strategische thema’s als risicoverdeling, financieel en bestuurlijke
verantwoordelijkheden, type construct, externe ontwikkelingen, toekomstbestendigheid en het doel
van de samenwerking. Het werken met scenario’s kan hierin waardevol zijn.
f) Een risicosignaleringssysteem inrichten.
Aanvullend op NARIS, waarin de risico’s zijn vastgelegd, en de individuele kennis van collegeleden,
dient een risicosignaleringssysteem aanwezig te zijn binnen het college waarin alle actuele risico’s en
bijbehorende pro- en reactieve beheersmaatregelen zijn opgenomen. Vervolgens dient het college
periodiek deze risico’s en beheersmaatregelen te bespreken om opvolging en monitoring te borgen. Dit
draagt binnen het college bij aan een gedeeld risicobewustzijn op het niveau van de totale
samenwerkingsportfolio en niet alleen richting de verbonden partijen waarbij de individuele
collegeleden betrokken zijn.
g) Concrete afspraken maken met de raad over de informatievoorziening rond verbonden partijen.
Om het zwaartepunt van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken
dienen het college en de raad concrete afspraken te maken over de informatievoorziening rondom
verbonden partijen. Immers, het sturen aan de voorkant en het controleren achteraf is alleen mogelijk
wanneer de raad tijdig over volledige en juiste informatie beschikt. In deze afspraken dienen zowel het
type informatie per verbonden partij (jaarverslag, begroting, prestatieafspraken, beleidsplannen) als de
timing daarvan in het proces centraal te staan.
h) Voorsorteren op de aanpassing in de Wgr en deze doortrekken naar alle verbonden partijen.
Vooruitlopend op de aanpassing in de Wgr, waarin 15 april als uiterste datum gaat gelden voor het
aanbieden van de algemene financiële en beleidsmatige kaders en waarin de reactietermijn op de
conceptbegroting wordt uitgebreid, verdient het aanbeveling hier vanaf heden naar te handelen. En niet
alleen voor gemeenschappelijke regelingen maar voor alle verbonden partijen, zowel publiek- als
Gemeente Amersfoort
raadsbesluit 4598182
pagina 2
privaatrechtelijk. Deze aanpassing stelt de gemeenteraad in staat om meer dan nu het geval is ‘vooraf’
te sturen.
i) Het opdrachtgeverschap verder ontwikkelen.
Organiseer periodiek een overkoepelend ambtelijk werkoverleg (sectoren MO en SOB) waarin het
opdrachtgeverschap wordt doorontwikkeld naar een meer uniforme werkwijze en waarin van elkaar
geleerd wordt. Betrek hierbij ook de ambtenaren die op de eigenaarsrol ambtelijk adviseren, zowel
vanuit Concernmiddelen als vanuit de sectorafdelingen Control, om de benodigde afstemming te
borgen. Aandachtspunten in dit overleg zijn:
- afspraken over risicoverdeling en de beheersing daarvan met verbonden partijen. Alsmede heldere
en eenduidige afspraken over de financiële verantwoordelijkheden (wie betaalt wanneer)
- heldere en scherpe afspraken aan de voorkant over beïnvloedingsmogelijkheden en/of
sanctiemogelijkheden op het moment dat de verbonden partij niet levert conform afspraken
- evaluatie van de efficiëntie en effectiviteit van de uitvoering door verbonden partijen. Zo kan de
gemeente zich een scherper beeld vormen over de verbeterpunten voor zichzelf en voor de
verbonden partij en kan zij gedegen keuzes maken over voortzetting dan wel beëindiging van de
relatie
- heldere en scherpe afspraken over wanneer een relatie wordt beëindigd en welke consequenties dat
met zich meebrengt voor betrokken partijen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van ….
de griffier
de voorzitter
M-X.1
MOTIE
Grip op verbonden partijen
De raad van de gemeente Amersfoort,
overwegende dat:




de rekenkamercommissie een rapport heeft uitgebracht over verbonden partijen;
uit dit rapport blijkt dat de raad zijn grip op verbonden partijen dient te verbeteren;
aanbevelingen worden gedaan die de raad oproepen om:
o iets te doen aan de kennis- en informatieachterstand;
o zich te verdiepen in instrumenten die de raad heeft om de kaderstellende en
controlerende rollen uit te voeren;
o met het college concrete afspraken te maken over informatievoorziening;
o met andere gemeenten die een belang hebben in een verbonden partij meer te
overleggen en samen te werken;
de rekenkamercommissie de raad oproept om een plan te maken dat uitvoering geeft aan
bovengenoemde punten;
draagt het college op:
1. in een jaarplanning exact aan te geven wanneer verbonden partijen P&C-documenten
(jaarverslag, begroting) aanleveren, zodat de raad voldoende tijd kan inruimen om deze
zorgvuldig te bespreken in De Ronde;
2. in een jaarplanning exact aan te geven wanneer strategische discussies (gaan) spelen,
wanneer strategische herijking plaatsvindt en wanneer de raad hierover kan spreken in De
Ronde;
3. in beleidsevaluaties (onderdeel van de ‘permanente beleidsevaluatie’) verantwoording af te
leggen over de rol van een verbonden partij in de uitvoering van het beleid, incl.
prestatieafspraken, resultaten en financiën;
4. de raad jaarlijks actief te informeren over alle strategische en tactische ontwikkelingen t.a.v.
een verbonden partij die relevant zijn voor de raad om kennis van te nemen (in het licht van
de kaderstellende en controlerende bevoegdheden);
5. de raad op korte termijn inzicht te verschaffen in de organisatie en aansturing van
verbonden partijen en de rolverdeling raad-college.
en verzoekt de griffier:
-
om het voortouw te nemen in het organiseren van bijeenkomsten voor raadsleden uit de
regio. Deze bijeenkomsten moeten bijdragen aan een betere afstemming tussen raden uit
de regio die betrokken zijn bij een gemeenschappelijke verbonden partij. De informatieuitwisseling en het overleg in de bijeenkomsten moet de kaderstellende en
controlerende rol van de raden versterken.
28 januari 2014
Fractie GroenLinks,
Frans Prins
Fractie ChristenUnie,
Simone Kennedy
Fractie VVD,
Koos Voogt
Fractie D66,
Bertien Houwing
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2011
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel
van
21.45 tot
aantal bezoekers:
22.45 uur
8
Notulist
Reg.nr.
4611807
Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek
‘Governance en verbonden partijen
Soort verslag
Rekenkamercommissie
Besluitenlijst
Soort
document
Voorbereiding besluit
Raadsvoorstel
Van de raadsleden wordt gevraagd het rapport te bespreken, in het bijzonder
conclusies en aanbevelingen, ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit
over beslispunt: het overnemen van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport.
Portefeuillehouders Bolsius, Buijtelaar,
Houwing (pro-forma)
Verhoef-Franken (technisch)
Van Eijk, Lubbinge
Opsteller
Van Kan
Van den
Nieuwendijk
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Houwing (D66), Kennedy-Doornbos (CU),
Prins (GL), Van Vliet (Groep Van Vliet),
Voogt (VVD), De Vries (PvdA)
Inspreker(s)
Na een korte introductie door mevrouw Stadhouders heeft mevrouw Kilic-Karaaslan
namens TwynstraGudde een presentatie gegeven over uitkomsten van het onderzoek
en de daarbij horende aanbevelingen. Hierna hebben woordvoerders hier vragen over
gesteld en zich uitgesproken over de beslispunten. D66, CU, GL en VVD kunnen
instemmen met de beslispunten. Groep Van Vliet is kritisch over de aanbevelingen.
PvdA heeft bedenkingen bij de aanbevelingen richting de raad en ziet meer in een
vetorecht voor de raad binnen verbonden partijen.
GL, CU, D66 en VVD hebben een motie toegelicht waarin uitvoering wordt gegeven
aan de aanbevelingen richting raad. PvdA geeft aan niet tegen deze motie te kunnen
zijn. Groep Van Vliet noemt de motie onuitvoerbaar.
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Conclusie voorzitter
Portefeuillehouder
Ambtenaren
Bolsius, Buijtelaar,
Van Eijk
-
Advies aan presidium:
Naar Het Besluit
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
zonder debat, met moties en amendementen
Aanwezig namens TwynstraGudde: mevrouw M. Kilic-Karaaslan; de heer J. Voets
Aanwezig namens de Rekenkamercommissie: de heer. S.J. Oostlander, voorzitter;
mevrouw R.C.M. Stadhouders, extern lid; mevrouw I.N. Hento, extern lid;
mevrouw M.P. van den Nieuwendijk, secretaris.
#4611807 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 REKENKAMERCOMMISSIE REKENKAMERONDERZOEK
'GOVERNANCE EN VERBONDEN PARTIJEN
Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en . . .
De Ronde *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
Datum:
Aanvang:
dinsdag 11 februari 2014
19:00
Burgerinitiatief ‘Stationsplein Rookvrij’
Voorbereiding besluit
Grondexploitatie Vathorst
Peiling +
Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst
Voorbereiding besluit
Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en . . .
Burgerinitiatief ‘Stationsplein Rookvrij’
Voorbereiding besluit
Inhoud agendapunt Burgerinitiatief - Stationsplein rookvrij (pdf)
Initiatiefvoorstel Stationsplein rookvrij (pdf)
Presentatie 11-2-2014 - Busstation Amersfoort Rookvrij (pdf)
Besluitenlijst Burgerinitiatief - Stationsplein rookvrij (pdf)
Audioverslag
Besluitenlijst Rekenkamercommissie Rekenkameronderzoek ‘Governance en . . .
Grondexploitatie Vathorst
Peiling +
Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst
Voorbereiding besluit
Inhoud agendapunt Grondexploitatie Vathorst 2013 - 2014 (PEILING) (pdf)
*Peiling Grondexploitatie Vathorst 2013-2014 (pdf)
Bijlage - *Concept grondexploitatie Vathorst 2013-2014 (pdf)
Inhoud agendapunt Vathorst - additionele kapitaalstorting in OBV
(VOORBEREIDING BESLUIT) (pdf)
Raadsvoorstel Vathorst - additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf
Vathorst (OBV) (pdf)
Bijlage - Conceptovereenkomst van additionele kapitaalstorting, 14-01-2014 (pdf)
Raadsinformatiebrief - RIB 2013-141 Onderhandelingsresultaat Vathorst (pdf)
Bijlage - *Structuur PPS Vathorst (pdf)
Bijlage - *Bijdrage Groep Van Vliet Grondexploitatie Vathorst en kapitaalstorting
OBV (pdf)
Verslag Grondexploitatie Vathorst en Kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf
Vathorst (pdf)
Besluitenlijst Grondexploitatie Vathorst 2013 2014 (pdf)
Besluitenlijst Vathorst additionele kapitaalstorting in OBV (pdf)
Audioverslag
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Burgerinitiatief: Stationsplein rookvrij
11 februari 2014
Ambtelijk contact
Presidium
Reg.nr.
4599793
Verhoef-Franken (033-469
4354)
Lubbinge
In het Huis van Gezondheid zijn veertien organisaties gevestigd,
waaronder het Longfonds, Diabetesfonds, Alzheimer Nederland, Maag
Lever Darmstichting, Fonds Psychische Gezondheid. Zij hebben het
initiatief genomen om het Stationsplein rookvrij te maken. De rookvrije
zone zou zich moeten uitstrekken van de gevel van de winkels tot de stoep
van het busstation over een breedte van ca. 10 meter verder. Ze vragen de
gemeenteraad om mee te denken over, en samen te werken aan, een
oplossing van het probleem. Ze willen de mogelijkheden onderzoeken, die
binnen de bevoegdheden van de gemeente liggen, om het plein
daadwerkelijk rookvrij te krijgen. Dat kan gaan van een verbod tot een
aanwijzing tot andere methoden die effectief zijn en bijdragen aan het doel
om Amersfoort een gezonde stad te maken, te beginnen bij de rokers op
het Stationsplein.
Voorbereiding besluit Soort document
Burgerinitiatief
Dit voorstel valt onder het initiatiefrecht voor burgers en voldoet aan de
eisen gesteld in het Reglement van Orde van de raad 2013 (artikel 20).
De verordening vraagt van De Ronde om de gemeenteraad te adviseren
over het wel of niet plaatsen op de agenda van Het Besluit. De Ronde kan
het initiatief, vergezeld van haar standpunt, ter kennis van het college
brengen.
De initiatiefnemers lichten hun voorstel kort toe.
Daarna wordt van de raadsleden gevraagd zich uit te spreken over het
vervolg:
a. steunt De Ronde het voorstel? Zo ja:
b. wil De Ronde het voorstel agenderen voor de raad en/of stuurt De
Ronde het initiatief naar het college vergezeld van haar advies
Afhankelijk van uitkomst bespreking.
Op 28 januari heeft het presidium geadviseerd om het initiatief toe te laten
als burgerinitiatief en te agenderen in De Ronde.
Besluitenlijst
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Burgerinitiatief
#4599793 v1 - AGENDAPUNT DR 11-2-204 BURGERINITIATIEF STATIONSPLEIN ROOKVRIJ
Busstation
Amersfoort
Rookvrij
De Ronde 11 februari 2014
Simone over longkanker
Een rookvrij busstation:
• Helpt voorkomen dat jongeren
beginnen met roken
• Past in een landelijke trend
• Is gastvrij naar bewoners en
bezoekers
Voorkomen dat jongeren beginnen met roken
Afgelopen 4 weken gerookt
45%
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
10 jaar
11 jaar
12 jaar
13 jaar
14 jaar
15 jaar
16 jaar
Zien roken, doet roken!
17 jaar
18 jaar
19 jaar
Niet beginnen met roken
• 75% van de rokers start voor hun 18e
– 99% start voor hun 25e
• Roken is verslavend, vooral voor jongeren
– Hoe jonger iemand begint hoe erger de verslaving ( en dus moeilijker om
te stoppen)
– 80% van rokers wil graag stoppen
• Roken doodt 22.500 mensen per jaar
– 1 op de 2 rokers overlijdt aan hun verslaving
– 1 op de 4 jongeren die gaat roken haalt de 65 jaar niet
De trend is rookvrij
• De ingang van ziekenhuizen
• Wachtrijen in pretparken
• Voetbalstadions
• Schoolterreinen
Amersfoort gezondste stad van
Nederland?
Gastvrij = toegankelijk
Rookvrij = toegankelijk
De ruimte is er al
Rookvrij busstation is een succes bij
• Een positief verhaal  rookvrij ≠ rookverbod
• Duidelijkheid over regels  toezicht en
handhaving
• Benutten rookvrije plek
voor  gezond en
vooruitstrevend imago
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur
2
Reg.nr.
4611963
Burgerinitiatief: Stationsplein rookvrij
Soort
verslag
Presidium
Besluitenlijst
Soort document
Voorbereiding besluit
Burgerinitiatief
In het Huis van Gezondheid zijn veertien organisaties gevestigd, waaronder het
Longfonds, Diabetesfonds, Alzheimer Nederland, Maag Lever Darmstichting, Fonds
Psychische Gezondheid. Zij hebben het initiatief genomen om het Stationsplein
rookvrij te maken. De rookvrije zone zou zich moeten uitstrekken van de gevel van
de winkels tot de stoep van het busstation over een breedte van ca. 10 meter verder.
De gemeenteraad wordt gevraagd om mee te denken over, en samen te werken aan,
een oplossing van het probleem. Initiatiefnemers willen de mogelijkheden
onderzoeken, die binnen de bevoegdheden van de gemeente liggen, om het plein
daadwerkelijk rookvrij te krijgen. Dat kan gaan van een verbod tot een aanwijzing
tot andere methoden die effectief zijn en bijdragen aan het doel om Amersfoort een
gezonde stad te maken, te beginnen bij de rokers op het Stationsplein.
Van de raadsleden wordt gevraagd zich uit te spreken over het vervolg:
a. steunt De Ronde het voorstel? Zo ja:
b. wil De Ronde het voorstel agenderen voor de raad en/of stuurt De Ronde het
initiatief naar het college vergezeld van haar advies
Portefeuillehouder Lubbinge
Nederkoorn
Opsteller
Verhoef-Franken
Verhoef-Franken
Portefeuillehouder Van Eijk
Dijksterhuis (CU), Killi (PvdA), Van
Ambtenaren
Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD),
Nederkoorn (D66), Prins (GL)
De initiatiefnemers hebben hun voorstel toegelicht, dmv een filmpje en een
presentatie. De aanwezige woordvoerders hebben hun reactie gegeven. Er wordt
onder andere gesproken over (on)mogelijkheden voor handhaving, het stellen van
een norm, verleiden (geen verbod), Amersfoort als pilotgemeente, het eigendom van
het terrein. Het college geeft enkele overwegingen aan en wil meedenken over de
mogelijke uitwerking.
De voorzitter concludeert dat de meningen uiteen lopen van terughoudend tot
omarmen. Alle aanwezige woordvoerders willen nadenken over invulling van het
idee. Het college wordt gevraagd hierover met de initiatiefnemers in gesprek te gaan.
Advies aan presidium:
Vervolgstap college
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
College gaat in gesprek met initiatiefnemers om na te denken over invulling van het
idee.
Aanwezige initiatiefnemers: de heren M. Rutgers en B. van Wijngaarden van het
Longfonds/Huis van Gezondheid
#4611963 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 BURGERINITIATIEF: STATIONSPLEIN ROOKVRIJ
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt
gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Achterliggende
documenten
Reg.nr.
4599135
Grondexploitatie Vathorst 2013/2014
(PEILING)
11 februari 2014
Ambtelijk contact
College van B&W
Hoogland (033-469 5091)
Lubbinge, Van der Werff, Buijtelaar
Het onderhandelingsresultaat Vathorst, waarover de raad via RIB 2013-141 is
geïnformeerd, is verwerkt in een conceptgrondexploitatie Vathorst 2013 / 2014.
Bij de bespreking van RIB 2013-141 in De Ronde op 3 december 2013 is met
fractiewoordvoerders afgesproken dat
de conceptgrondexploitatie 2013/2014 via een peiling aan de raad wordt
voorgelegd.
N.B. De behandeling van deze peiling wordt gecombineerd met de behandeling
van het raadsvoorstel “Vathorst: additionele kapitaalstorting in OBV”
(voorbereiding besluit).
Soort document
Peiling
Peilnota
Conform afspraak wordt de conceptgrondexploitatie besproken met de raad.
Zich uit te spreken over de peilpunten:
1. Wij stemmen in met de verwerking van het ‘Onderhandelingsresultaat
Vathorst’ in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als
belangrijkste elementen:
* aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting
van de toekomstige woningmarkt
* aanpassing indexering kosten en opbrengsten aan de actualiteit
* besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van
werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente
* de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten
* voor de resterende risico’s de komende jaren een nieuwe
risicovoorziening binnen de grondexploitatie op te bouwen
2. Wij stemmen er mee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de
grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst
worden ingezet.
Na de peiling is de gemeentelijke aandeelhouder gemachtigd om in te stemmen
met de grondexploitatie Vathorst 2013/2014, tenzij de raadspeiling daartoe geen
aanleiding geeft.
De peiling zelf is pas op 4 februari beschikbaar. Presidium is akkoord met
agendering van deze peiling op 11 februari.
Verslag
x BIS
Raadsstukken
Fractie
*Peiling Grondexploitatie Vathorst 2013/2014
x BIS
Raadsstukken
Fractie
*Conceptgrondexploitatie Vathorst 2013/2014
Raadsvoorstel Vathorst additionele
kapitaalstorting in OBV
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Conceptovereenkomst van additionele
kapitaalstorting, 14-01-2014
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Raadsinformatiebrief 2013-141
*Toegevoegd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
#4599135 v3 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 GRONDEXPLOITATIE VATHORST 2013/2014
PEILING
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: gemeenteraad
: Wethouders J.C. Buijtelaar , B.J. Lubbinge,
G.J. van der Werff
Reg.nr.
Datum
: 4584389
: 4 februari 2014
TITEL
Grondexploitatie Vathorst 2013/2014
AANLEIDING
Met de RIB 2013-141 van 19 november 2013 berichtten wij u over het ‘Onderhandelingsresultaat
Vathorst’. Dat resultaat is toegelicht en besproken in De Ronde op 3 december 2013. In vervolg daarop
hebben wij 45 nadere raadsvragen schriftelijk beantwoord. We hebben aangekondigd het
onderhandelingsresultaat te laten verwerken in een herziene grondexploitatie Vathorst en de raad daarover
te peilen. Daar geven we nu gevolg aan. Daarna kunnen aandeelhouders een besluit nemen over de
vaststelling van de grondexploitatie.
Voor uw informatie merken wij op dat op 27 januari jl. de accountant van OBV goedkeurende
controleverklaringen heeft afgegeven bij de Jaarrekeningen 2012 en 2013 van OBV (Beheer BV en CV).
Die verklaringen zijn afgegeven met inbegrip van de beoordeling van de onderhandelingsresultaten
Vathorst en de verwerking daarvan in de actuele grondexploitatie Vathorst 2013/2014.
PEILPUNTEN
1. Wij stemmen in met de verwerking van het ‘Onderhandelingsresultaat Vathorst’ in een actuele
grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als belangrijkste elementen:
* aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van de toekomstige
woningmarkt
* aanpassing indexering kosten en opbrengsten aan de actualiteit
* besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van werk en uit te gaan van
lagere financieringslasten door een lagere rente
* de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten
* voor de resterende risico’s de komende jaren een nieuwe risicovoorziening binnen de
grondexploitatie op te bouwen
2. Wij stemmen er mee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de grondexploitatie de eerder
genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst worden ingezet.
Voor de motivering van deze peilpunten verwijzen wij naar de RIB 2013-141 die u als bijlage aantreft. U
ontvangt bijgaand ook de concept grondexploitatie 2013/2014 waarin het onderhandelingsresultaat een
actuele financiële vertaling heeft gekregen.
BEOOGD EFFECT
Na de raadspeiling kunnen beide aandeelhouders van OBV overgaan tot het nemen van een
aandeelhoudersbesluit over de Grondexploitatie Vathorst 2013/2014.
ARGUMENTEN
Met deze herziening van de grondexploitatie Vathorst bereiken we een financieel gezonde en beheersbare
basis voor de verdere ontwikkeling van Vathorst.
Inlichtingen bij :
J.S. Hoogland, SOB/PO, (033) 469 50 91
Gemeente Amersfoort
Peiling 4584389 pagina 2
KANTTEKENINGEN
Inzet van eerder genomen winsten vraagt afzonderlijk besluit van de raad
De eerder (in 2006/2007) genomen winsten worden nu door aandeelhouders ingezet c.q. terugbetaald om
de grondexploitatie financieel op orde te brengen. Dat gebeurt in de vorm van een zogenaamde additionele
kapitaalstorting in OBV, juridisch nader vast te leggen in een overeenkomst. Met deze storting wordt
afgeweken van een bepaling uit de Grondexploitatie- en Realiseringsovereenkomst Vathorst (GROK) uit
1998, waarmee de raad destijds heeft ingestemd. Daarom wordt deze wijziging met een afzonderlijk
voorstel ook ter instemming aan de raad aangeboden.
Jaarlijks beoordelen van nieuwe ontwikkelingen
De komende jaren zullen we zien hoe het exploitatiebeeld van Vathorst zich verder zal ontwikkelen.
Onzekerheden blijven bestaan. De ingrepen die nu worden gedaan vinden wij verantwoord, ze bieden
echter geen garantie voor de toekomst. De jaarlijkse herziening van de grondexploitatie is het kader
waarbinnen sturing wordt gegeven aan de afronding van Vathorst. Daarbij zullen ook nieuwe
ontwikkelingen op hun effecten, - negatief of positief - worden verwerkt. Dat kan er toe leiden dat nieuwe
besluiten worden gevraagd. De raad wordt daarbij op de gebruikelijke wijze betrokken.
FINANCIËN
De grondexploitatie Vathorst 2013/2014 heeft een sluitend beeld. Daarin zijn de afspraken verwerkt uit de
vordering van OBV op beide aandeelhouders en waarvoor de overeenkomst additionele kapitaalstorting zal
worden gesloten.
De gemeentelijke risico’s die daar uit voortvloeien bewegen zich binnen de gemeentebegroting
gereserveerde bedragen voor tekorten in grondexploitaties. In de Gemeentebegroting 2014-2017 zijn
daarvoor de noodzakelijke middelen opgenomen.
VERVOLG
Na de peiling van de raad over de verwerking van het Onderhandelingsresultaat Vathorst in een actuele
grondexploitatie, zullen aandeelhouders een besluit nemen tot vaststelling van die grondexploitatie.
BETROKKEN PARTIJEN
Vathorst Beheer (private partijen), OBV, Gemeente
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
* RIB 2013-141 van 19 november 2011
* concept grondexploitatie Vathorst 2013/2014
de burgemeester,
Concept
Grondexploitatie 2013/2014
OBV, 24 januari 2013
3
4
Inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Samenvatting
Woningbouwprogramma
Kantoren en bedrijven
Commerciële voorzieningen
Niet-commerciële voorzieningen
Uitvoeringskosten
Algemene kosten OBV
Fasering
Rente en indexering
Risicoreservering
Additionele kapitaalstorting
Bijlagen
pagina
6
8
22
24
26
28
32
36
42
44
46
48
5
1. Samenvatting
6
In opdracht van de aandeelhouders is door OBV een Grondexploitatie
2013/2014 opgesteld. Hierin zijn de afspraken verwerkt, die de
aandeelhouders hebben gemaakt om tot een sluitende grondexploitatie
te komen. Alle in deze rapportage opgenomen bedragen zijn excl. BTW.
De opgenomen vergelijkingen zijn ten opzichte van de Grondexploitatie
2011.
GREX 2013/2014
Samenvattend leiden de mutaties tot de volgende uitkomst:
(* € mln)
planning
verl engi ng expl oi ta ti eperi ode
bijstelling
opbrengs ten woni ngbouw
overi ge muta ti es
l a ngere a fzetpl a nni ng
verl a gi ng pri js i ndex
dekking
bi js tel l i ng kos ten
effi center werka ppa ra a t
opbrengs twa a rde werkl oca ti e OBV
l a ger rentepercenta ge
i nzet ri s i cores erveri ng
kapitaalstorting
a ddi ti onel e ka pi ta a l s torti ng
te beta l en rente
financieel effect op eindwaarde
mutaties
grex 2013/14
+ 8 jr
-49,5
1,4
-50,0
-14,1
-112,2
13,3
4,7
1,5
20,5
45,5
85,5
18,0
7,8
25,8
-0,9 mln
Financieel effect
Eindwaarde GREX 2011
€ 1,0 mln
Mutaties
- € 0,9 mln
Eindwaarde GREX 2013/2014 € 0,1 mln
Op basis van een rekenrente van 3,5% (gelijk aan het gemiddelde
rentepercentage van de GREX) is de bijbehorende netto contante waarde
(NCW) € 0,1 mln.
Risico’s
De bijstelling van het woningbouwprogramma, de verlaging van de
prijsindex en de temporisering van de afzet leiden tot een reductie van
de risico’s voor de grondexploitatie. Desondanks zijn voor de resterende
planperiode nog wel risico’s gecalculeerd, die vooral liggen in de afzet
van resterende gronden voor woningbouw, voor winkels en voor
kantoren in het kantorengebied Podium. Deze risico’s zijn berekend op
een bedrag van € 11,6 mln.
Voor de risico’s in de grondexploitatie is het nodig de komende jaren een
voorziening op te bouwen. In de eerste plaats en vooral door kansen te
benutten om het behoedzame afzettempo te verhogen, met daarnaast
aanvullende mogelijkheden voor kostenreducties op uitvoering van werk,
gunstige aanbestedingen en prijsvoordelen. Bij de jaarlijkse herziening
van de grondexploitatie zullen de resultaten daarvan financieel worden
vertaald.
De contractuele GROK-garantstelling van de aandeelhouders richting
OBV dient als financiële achtervang. De gecalculeerde risico’s vallen
binnen de GROK-garantstelling van € 21,8 mln. Deze garantstelling biedt
de grondexploitatie voldoende comfort, waardoor een aanvullende
voorziening niet noodzakelijk is.
7
Woningbouwprogramma GREX 2013/2014
VON prijs
sociale sector
-huurwoningen
-koopwoningen
tot € 185.000
vrije sector
-goedkoopsegmenttot € 220.000
-middensegment tot € 280.000
-duursegment vanaf € 280.000
totaal
GREX
2013/14
%
GREX
2011
%
verschil
1717
1194
2911
17,6%
12,2%
29,8%
1746
1225
2971
17,4%
12,2%
29,6%
-29
-31
-60
1711
1999
3153
6863
17,5%
20,5%
32,3%
70,2%
1229
1762
4059
7050
12,3%
17,6%
40,5%
70,4%
482
237
-906
-187
9774
100,0%
10021
100%
-247
2. Woningbouwprogramma (€ 185,6 mln)
Landelijk dalende trends
De afzet van nieuwbouwwoningen ondervindt blijvende hinder van de
huidige situatie op de woningmarkt. Er is nog steeds sprake van een druk
op de verkoopprijzen en het afzettempo. |
De neerwaartse trend lijkt de afgelopen periode enigszins te stabiliseren.
Potentiële kopers blijven echter terughoudend. Het verkoopvolume is
nog altijd laag en dit zal op basis van de macro-economische prognoses
binnen afzienbare tijd niet veranderen.
Opbrengsten
De woningopbrengsten nemen in de GREX 2013/2014 af met € 15,4 mln.
De blokkades in de woningmarkt zijn dermate ingrijpend, dat een spoedig
herstel van de markt niet reëel is. De diverse oorzaken hebben een
structureel karakter. Door de samenloop en complexiteit van diverse
oorzaken, verwachten wij pas vanaf 2017 een langzame macroeconomische verbetering. Eventuele politieke maatregelen zullen een
versnelling van een mogelijk herstel van de markt slechts marginaal
kunnen bevorderen.
Werkvoorraad
OBV heeft met diverse ontwikkelaars afspraken over grondprijzen en
afname van 329 woningen. Deze woningen zijn in verkoop. Voor 292
woningen is de planontwikkeling in voorbereiding.
Programma
In de volgende hoofdstukken is per deelplan een opsomming gegeven
van de resterende woningbouwopgave en de uitgangspunten voor de
Grondexploitatie 2013/2014. Het resultaat hiervan is dat het totale
woningbouwprogramma afneemt met 247 kavels, voornamelijk als
gevolg van een verdunning van het programma in De Laak en De Bron.
Het totale woningbouwprogramma komt daarmee op 9.774 kavels:
stand per
Reeds afgenomen bouwrijpe kavels
Nog af te nemen bouwrijpe kavels
totaal
GREX
2011
1-1-2011
GREX
2013/14
1-1-2013
6.346
3.675
10.021
6.990
2.784
9.774
Deze bijstelling is als volgt opgebouwd (t.o.v. GREX 2011):
- aanpassing woningbouwprogramma
- € 49,5
- Voorziening herprogrammering Woningbouw € 11,8
- Risicoreservering
€ 22,3
Financieel effect GREX 2013/2014
- € 15,4 mln
Daarnaast heeft OBV 122 bouwrijpe kavels in eigen portefeuille voor de
verkoop van vrije kavels. Er zijn 25 kavels in voorbereiding. In hoofdstuk
2.1 is de orderportefeuille nader gespecificeerd.
Deelplannen
Per deelplan zijn de woningbouwprogramma’s bijgesteld en
geoptimaliseerd naar de huidige marktsituatie. Daarbij is zo veel mogelijk
uitgegaan van reëel en haalbare aannames. De bijstelling van het
woningbouwprogramma van - € 49,5 mln is als volgt over de deelplannen
verdeeld:
De Bron
- € 18,7
Laak 2a
- € 15,9
Laak 2b
- € 12,6
Velden 1f
- € 1,5
Overig
- € 0,8
In de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6 is per deelplan een beschrijving gegeven
van de stedenbouwkundige opgave en eventuele aanpassingen.
8
9
Werkvoorraad
aantal grondwaarde
woningen
* € mln
Vathorst Beheer
- prijsafspraak
- in voorbereiding
overig
- prijsafspraak
- in voorbereiding
vrije kavels
- in verkoop
- in voorbereiding
Totaal
gem €/
won
234
216
450
13,8
13,7
27,5
59.169
63.864
95
76
171
6,7
4,9
11,5
70.253
64.078
122
25
147
23,4
2,5
25,9
187.865
99.522
768
64,9
2.1 Werkvoorraad (€ 43,9 mln)
Projectwoningen
Prijsafspraken
OBV heeft met meerdere ontwikkelaars grondprijsafspraken over de
afname van bouwrijpe kavels. Deze afspraken hebben betrekking op 329
bouwrijpe kavels, met een totale grondwaarde van € 20,5 mln.
Voor diverse projecten zijn afspraken gemaakt over grondafnamemomenten in 2013 en 2014. Tevens zijn er beslismomenten voor
eventuele teruggave van productierechten, in geval de verkoop
onvoldoende tot stand komt.
Van het genoemde aantal van 329 bouwrijpe kavels, zijn 283 kavels op
voorraad beschikbaar. in 2013 zijn 46 kavels bouwrijp gemaakt. Dit
betreft het project Veenhof (Velden 2d/Hooglanderveen), waarvan de 1e
fase eind 2013 is afgenomen.
In voorbereiding
In totaal zijn voor 292 woningen projecten in voorbereiding. De afname
van deze projecten is gepland vanaf 2015/2016. Deze kavels zijn
eveneens op voorraad beschikbaar.
10
Vrije kavels
Naast de afspraken met ontwikkelaars heeft OBV een aantal projecten in
eigen beheer voor de verkoop van vrije kavels. Op dit moment zijn dat
9 locaties, met een totaal van 122 kavels en een totale grondwaarde van
€ 23,4 mln. Hiervan zijn per 1-10-2013 in totaal 69 kavels van verkocht.
In de hoofdstukken 2.2 t/m 2.6 is per deelplan aangegeven hoeveel vrije
kavels in de toekomst nog mogelijk zijn. Hiervan zijn 25 vrije kavels in
ontwikkeling voor verkoop vanaf 2014.
De vrije kavels in Vathorst hebben een gemiddelde kavelprijs van
ca. € 500/m2 vrij op naam.
11
2.2 Deelplan De Bron (€ 41,5 mln)
Om de kwaliteiten van De Bron beter zichtbaar en ervaarbaar te maken is
prioriteit gegeven aan de aanleg van het waterbassin en het BRONpark.
Dit zijn belangrijke identiteitsdragers van De Bron.
Het bassin en het BRONpark zijn inmiddels grotendeels gereed. In
combinatie met paviljoen De Kas vormt het park inmiddels het levendige
hart van De Bron. De aantrekkelijkheid van De Bron is hierdoor duidelijk
verbeterd, met een gunstig effect op de verkooppositie voor nieuwe
woningen.
De Omlijsting
De Omlijsting is een stedelijke bebouwingsrand, als kader rondom De
Bron.
In de stedenbouwkundige opzet van De Omlijsting zijn de volgende
wijzigingen aangebracht:
- Het parkeren wordt niet meer in de voortuin opgelost, maar in groene
parkeerkoffers tussen de woningen. Dit verbetert het straatbeeld,
zorgt voor grotere tuinen en vergroot de verkoopbaarheid.
- De dure gemetselde kadewand is vervangen door een lage groene
oever.
- In de verkaveling zijn vrije kavels toegevoegd. Hierdoor ontstaat meer
variatie in architectuur en beeldkwaliteit.
De wijzigingen in de stedenbouwkundige opzet, in combinatie met een
aansprekende architectuur, zorgt op dit moment voor een toenemende
verkoop. Het project @yourplace heeft goede verkoopscores, waardoor
begin 2014 het startsein kan worden gegeven voor de bouw van 48
woningen.
Eilandenrijk
De stedenbouwkundige opzet van Het Eilandenrijk bestaat uit vier
eilanden met rijwoningen. De verkaveling met te kleine achtertuin en het
parkeren in de voortuin noodzaakt tot aanpassing. Door het aantal
12
woningen met ca. 1/3-deel (80 woningen) te verminderen ontstaan
grotere tuinen en verlaagt de parkeerdruk. Voor de totale uitstraling en
verkoopbaarheid is dit een verbetering. De grondprijs van de woningen is
bovendien verlaagd.
Het Eilandenrijk is beeldbepalend voor het totaal van De Bron. Ieder
eiland wordt ontwikkeld als een eigen ‘buurtje’, met verschillende
architectuur en eigen collectieve ruimte. Dit gevarieerde
woningbouwprogramma zorgt voor een goede compensatie en mix met
de bestaande rijwoningen.
Zuidwest kwadrant (L5, L11 en L12)
Het zuidwestelijk deel van De Bron vormt de afsluiting van De Bron.
Door dit deelgebieden te splitsen in kleinere velden is een verdere
verfijning en verkleining van projectgroottes en hun identiteit mogelijk.
Een kleinschalige opzet biedt de mogelijkheid verschillende woonmilieus
te creëren. Dit geeft een grotere variatie in de beeldkwaliteit en meer
keuzevrijheid voor de koper.
Om de haalbaarheid van het Zuidwest kwadrant te vergroten is het
programma aangepast naar een goedkoper marktsegment. Ter financiële
compensatie zijn in het programma 15 vrije kavels opgenomen.
Grondexploitatie 2013/2014
In de herziene Grondexploitatie 2013/2014 is het resterende programma
voor De Bron aangepast, met een totaal financieel effect van - € 18,7
mln.
Voor De Bron zijn in totaal 42 vrije kavels opgenomen: 15 reeds in
verkoop en 27 nieuwe kavels.
13
2.3 Deelplan Laak 2a (€ 36,6 mln)
Deelplan Laak 2a bestaat uit drie fasen met in totaal ca. 921 woningen.
Fase 1 is op dit moment in aanbouw. Fase 2 en 3 zijn nog niet opgestart.
Voor het totaal van Laak 2a is een stedenbouwkundig plan beschikbaar.
Dit stedenbouwkundig plan is in 2010 aangepast en in 2011
geoptimaliseerd en vormt de planologische onderlegger voor het
vigerende uitwerkingsplan.
De principes en basisopzet van het stedenbouwkundig plan zijn voor de
Grondexploitatie gecontinueerd:
- sfeer van eigentijdse waterstad met grachtenpanden;
- woonblokken met uitgeefbare binnenterreinen of parkeerkoffers;
- variatie en verspringing in gevels, kapvorm, dakvlakken en
maaiveldhoogtes;
- lintstructuur langs de Hogesteeg en De Laak;
- grachtenstructuur als openbare gebiedskwaliteit;
- verbreding van De Laak richting Randmeer (laakzoneproject);
- onderschaatsbare bruggen.
Door het creëren van meer (groene) ruimte in het openbare gebied,
bijvoorbeeld door groene oevers, ontstaat een extra ruimtelijke kwaliteit.
Dure kadeoplossingen worden hiermee vermeden.
Fase 1
Deelgebied fase 1 bestaat uit 518 woningen. Hiervan zijn op dit moment
in totaal 393 woningen in aanbouw en/of reeds opgeleverd. De
resterende 125 woningen zijn in verkoop (51), in onderhandeling met
een belegger (35) dan wel in (her)ontwikkeling (30).
OBV heeft langs De Laak 9 vrije kavels in de verkoop, waarvan er 4 zijn
verkocht. Daarnaast is eind 2013 het project Vrij-in-een-rij in verkoop
14
gebracht, waarbij de consument zelf een rij-kavel koopt en z’n eigen
woning ontwerpt. In andere projecten (Roombeek, Nieuw Leyden,
Woerden en Amsterdam) zijn hier goede ervaringen mee opgedaan.
Fase 2 en 3
Voor fase 2 en 3 is in de grondexploitatie 2013/2014 rekening gehouden
met een geoptimaliseerde verkaveling. Desondanks blijft de
verkoopbaarheid van sommige projectgebieden kwetsbaar vanwege
ondiepe tuinen en/of ongunste zonligging. Bij herziening van het
woningbouwprogramma zijn deze projecten afgewaardeerd. In sommige
gevallen lijkt de verkoop als vrije kavel met een vrijstaande woning een
goed alternatief.
Langs De Laak zijn eveneens vrije kavels opgenomen.
De Hogesteeg is een oude lintstructuur met oude bomen en boerderijen.
Deze bestaande situatie blijft gehandhaafd. Door te kiezen voor een
gefaseerde opbouw van verkoop en realisatie, kan deze lintstructuur een
positieve uitwerking hebben op de totale uitstraling en verkoopbaarheid
van deelplan Laak 2.
Fase 2 en 3 zal vanaf 2014 projectgewijs worden ontwikkeld. Samen met
ontwikkelaars en de stedenbouwkundige zal een verdere optimalisatie
plaatsvonden, rekening houden met de marktwensen en de beoogde
stedenbouwkundige kwaliteit.
Grondexploitatie 2013 /2014
De opbrengsten voor Laak 2a zijn afgeboekt met € 15,9 mln.
Voor Laak 2a zijn 65 vrije kavels opgenomen. Hiervan zijn er 28 reeds in
verkoop in Fase 1.
2.4 Deelplan Laak 2b (€ 68,1 mln)
Door stedenbouwkundig bureau West8 is voor het nog te ontwikkelen
deelplan Laak 2b een stedenbouwkundige visie opgesteld, waarbij met
name de mogelijke aansluitingen met de omliggende gebieden in kaart
zijn gebracht (zie bijgaande tekening).
Belangrijke kenmerken zijn:
- Het tracé van de hoofdverkeersontsluiting vanaf de Boulevard
richting Vathorst West, gebruik makend van de hindercontour van het
gasleidingtracé;
- Tussen Laak 2b en Vathorst West komt een groenbuffer, eveneens in
de hindercontour van het gasleidingtracé;
- Reservering voor een auto/fiets-aansluiting richting Vathorst Noord;
- Doorgaande waterstructuur.
Vooralsnog is de geschetste visie als uitgangspunt gehanteerd voor de
ruimtelijke en financiële uitgangspunten van de grondexploitatie.
Er dient op termijn nog een verdere uitwerking plaats te vinden.
Bij de vaststelling van de Grondexploitatie 2009 is afgesproken om voor
Laak 2b te kiezen voor een nieuwe stedenbouwkundige structuur. De
opzet van een grachtenstad is toen omgezet in een plan met een lagere
dichtheid en een overwegend groen karakter, conform het
kwaliteitsniveau van De Velden. Dit uitgangspunt is voor de
Grondexploitatie 2013/2014 gehandhaafd.
Grondexploitatie 2013/2014
Voor de grondexploitatie 2013/2014 is het woningbouwprogramma van
Laak 2b aangepast naar de huidige marktinzichten. Dit heeft geleid tot
een bijstelling naar goedkopere marktsegmenten, in combinatie met een
vermindering van 45 woningen. Deze verdunning van het aantal
woningen vergroot in vrijwel alle gevallen de tuin, waardoor de
verkoopbaarheid van de woning verder kan worden verbeterd.
16
In het gewijzigde programma zijn 140 woningen opgenomen, die in de
toekomst eventueel kunnen worden omgezet in vrije kavels.
De totale bijstelling van het programma leidt tot een vermindering van
de grondopbrengst met - € 12,6 mln.
17
2.5 Deelplan Laak 3 (€ 6,0 mln)
In de afgelopen jaren zijn diverse bestemmingsmogelijkheden voor
deelplan Laak 3 de revue gepasseerd. De meest recente plannen
betroffen een nationaal Tenniscentrum en een vestiging van een ROC.
Beide opties zijn om uiteenlopende redenen niet haalbaar gebleken.
In de Grondexploitatie is deelplan Laak 3, binnen het totale aanbod van
Vathorst, een geschikte locatie voor voorzieningen. Het voordeel is de
loopafstand vanaf het station, de winkels en de bereikbaarheid langs de
A28. Nadeel is het ontbreken van zicht vanaf de snelweg door het
tussenliggende geluidsscherm. Ook de te lange aanrijroute vanaf de A1
(via de A28) wordt als een nadeel ervaren.
Naast een programma voor voorzieningen is een beperkt
woningprogramma opgenomen.
Grondexploitatie 2013/2014
In de Grondexploitatie 2013/2014 is voor deelplan Laak 3 een niet nader
gespecificeerd voorzieningenprogramma opgenomen. Hierbij is
uitgegaan van een lage, niet-commerciële grondprijs. Het
woningbouwprogramma gaat eveneens uit van een lage grondprijs.
Ten opzichte van de GREX 2011 zijn geen wijzigingen aangebracht in de
grondopbrengsten.
Zodra daartoe aanleiding is zal OBV de toekomstmogelijkheden van
deelplan Laak 3 onderzoeken en uitwerken, zowel ruimtelijk als
financieel.
18
19
Stortlocatie
Smink
2.6 Deelplan Velden 1f (€ 17,7 mln)
Tussen de Bergenboulevard en de stortlocatie Smink ligt deelplan
Velden 1f. Voor dit nog te ontwikkelen deelplan is een uitwerkingsplan
beschikbaar, gebaseerd op het stedenbouwkundig plan Velden 1.
In het uitwerkingsplan voor Velden 1f is nog een hindercontour
opgenomen voor de stortlocatie Smink.
In het nieuwe Bestemmingsplan Hooglanderveen-Vathorst is deze
hindercontour inmiddels verplaatst tot buiten het plangebied, waarvoor
overigens nog een bezwaarprocedure loopt bij de Raad van State.
Deelplan Velden 1f ligt aan de groene rand van Vathorst, dicht bij de
ontsluiting op de A1. Dit geeft Velden 1f een gunstige uitgangspositie.
Minder aantrekkelijk is de naastgelegen stortlocatie, die overigens
grotendeels aan het zicht is onttrokken door een tijdelijke wal met
begroeiing, zodat het woongebied hier geen hinder van ondervindt.
In totaal zijn voor dit deelplan 290 woningen voorzien, in de mix van alle
woningbouw-categorieën.
Grondexploitatie 2013/2014
In de grondexploitatie 2013/2014 is het woningbouwprogramma
bijgesteld naar een goedkoper programma met lagere grondprijzen. De
opbrengstwaarde is bijgesteld met - € 1,5 mln.
20
21
3. Kantoren en bedrijven (€ 36,9 mln)
Voortgang grondafname
Voor de afzet van bouwrijpe grond voor bedrijven en kantoren gelden
specifieke leveringsafspraken. Deze zijn vastgelegd in de GROK. In
tegenstelling tot de woningmarkt, draagt OBV hiervoor geen marktrisico.
Contractueel is afgesproken dat de gemeente Amersfoort deze gronden
in vaste tranches afneemt, welke verplichting vervolgens is overgedragen
aan VOF Kantorenpark Podium. De afname van deze gronden verloopt
echter moeizaam, waardoor OBV genoodzaakt is tot het voeren van een
juridische procedure.
Voor het bedrijvenpark zijn vrijwel alle gronden afgenomen en de afzet
van geluidswalkavels verloopt volgens schema.
Kantorenlocatie
Fase 3 t/m 5 dienen te worden afgenomen, maar zijn vertraagd vanwege
het ontbreken van overeenstemming binnen VOF Podium. Tot nu toe zijn
op verzoek van VOF Podium steeds afspraken gemaakt over een
uitgestelde afname en staan de gronden op rente. Bovendien is er
discussie over de betaling van uitgevoerd meerwerk. De openstaande
vordering is in totaal ca. € 13 mln. (excl. BTW en rente). Eerdere
toezeggingen over een grondafname en betaling zijn helaas niet
geeffectueerd. Inmiddels is er een gerechtelijke procedure in gang gezet
om de grondafname en betaling door VOF Podium af te dwingen.
Uiteindelijk staat de gemeente Amersfoort op basis van de GROK
contractueel garant voor de afname van de bouwrijpe grond door VOF
Podium.
Over de afname van fase 6 t/m 8 van de kantorenlocatie vindt nader
overleg plaats met de gemeente Amersfoort. Ondanks de
afnameverplichting is het, gezien het slechte marktperspectief, niet voor
de hand liggend om nog meer kosten te maken en extra bouwrijp
kantoorgebied op voorraad te realiseren.
Grondexploitatie 2013/2014
Op basis van de contractuele bepalingen in de GROK voorziet OBV
vooralsnog voor de kantorenlocatie Podium wel een verhoogd financieel
risico, maar geen aanleiding tot bijstelling van de grondopbrengsten. De
uitgangspunten in de Grondexploitatie 2013/2014 blijven daarom
onveranderd, evenals voor het bedrijvenpark en de geluidswalprojecten.
In de Grondexploitatie zijn de opbrengsten voor het Bedrijventerrein
verhoogd met € 0,5 mln gerealiseerde verkoopopbrengsten.
22
4. Commerciële voorzieningen (€ 11,5 mln)
Commerciële voorzieningen
Over de ontwikkeling van de winkels in Vathorst zijn door OBV in 2004
contractuele afspraken gemaakt met MAB Development.
Eind 2012 heeft MAB Development de gronden van hoofdwinkelcentrum
fase 2 afgenomen en betaald. Met deze transactie van 3.510 m2 is in
totaal 11.710 m2 BVO van het hoofdwinkelcentrum afgenomen.
Voor het hoofdwinkelcentrum resteert nog een afname van 6.290 m2
(fase 3). Daarnaast zijn afspraken gemaakt over een buurtwinkelcentrum
van 3.500 m2.
Voor het hoofdwinkel-centrum fase 3 worden daarom samen met MAB
Devolpment en ASR (belegger) meerdere varianten uitgewerkt, om de
haalbaarheid van hoofdwinkelcentrum fase 3 te vergroten.
Een belangrijke sleutel daarbij is het omzetten van de dure
parkeergarage naar een goedkopere maaiveld-oplossing. De hiervoor
gereserveerde financiële bijdrage kan, bij een haalbare ruimtelijke
oplossing, worden ingezet voor de verlaging van de grondprijs naar een
meer marktconform niveau.
Grondexploitatie 2013/2014
Bovenstaande grondwaarden en uitgangspunten leiden voor de
Grondexploitatie 2013/2014 niet tot mutaties. Voor de winkelvoorziening
is de nog te realiseren grondwaarde € 11,5 mln.
24
25
5. Niet-commerciële voorzieningen (€ 15,1 mln)
Programma
In de grondexploitatie resteert een programma van 81.000 m2 voor nietcommerciële voorzieningen, met een totale grondwaarde van
ca. € 10,8mln (excl. BTW).
het programma is als volgt gespecificeerd:
- Scholencluster Laak 2b
- Deelplan Laak 3
- Deelplan Velden 1g
- Velden 3g/Fithorst
- Centrumgebied
12.800 m2
37.500 m2
41.000 m2
4.600 m2
6.000 m2
Het programma voor Deelplan Laak 3 is in de voorgaande hoofdstukken
aan de orde geweest.
Scholencluster Laak 2b
Het scholencluster (en bijbehorende overige voorzieningen) in deelplan
Laak 2b is voorzien na 2021. T.z.t. zullen met de gemeente Amersfoort
nadere afspraken worden gemaakt over de definitieve omvang en
locatie.
Velden 1g
De huidige marktomstandigheden leiden op korte termijn niet tot een
financieel haalbare ontwikkelingen. Het terrein is daarom, in overleg met
de aandeelhouders, beschikbaar gesteld voor twee tijdelijke
hockeyvelden.
Op langere termijn kunnen voor deze locatie nieuwe kansen ontstaan. De
niet-commerciële grondprijs en ligging langs de A1 biedt voldoende
perspectief.
Laak 3
Zie hiervoor hoofdstuk 2.5 Deelplan Laak 3.
Velden 3g/Fithorst
In het project Fithorst, naast het skatepark, is nog één kavel beschikbaar
voor een maatschappelijke voorziening.
Daarnaast is er bij Rotonde 14 nog ca. 3.000 m2 beschikbaar. Deze
zichtlocatie en is voor diverse functies geschikt.
Voor beide locatie is in de grondexploitatie de grondwaarde conservatief
ingeschat op basis van een niet-commerciële grondprijs.
Centrumgebied
Rondom het hoofdwinkelcentrum zijn diverse locaties beschikbaar voor
bebouwing:
• Blok 3b (naast station)
Deze locatie (ca. 1.500 m2) heeft nog geen nadere bestemming en
wordt betrokken bij de variantuitwerking van winkelcentrum fase 3.
• Blok 4b (tegenover Veencampus)
Voor deze locatie zijn contractafspraken gemaakt voor een cluster van
zorgvoorzieningen, een kerk en kinderopvang. De geplande afname is
medio 2014.
Grondexploitatie 2013/2014
Voor de niet-commerciële voorzieningen hebben in de Grondexploitatie
2013/2014 bijstellingen en optimalisaties plaatsgevonden met per saldo
een financieel effect € 0,6 mln.
26
27
Overzicht Kostenreductie GREX 2013/2014
bedrag
(* mln)
prijs- en aanbestedingsvoordelen
Projectresultaat Bedrijventerrein fase I
aanbestedingsvoordeel Laak 2a
vrijval budget botenproject
-1,5
-1,0
-0,4
hercalculatie resterende projectopgave
raming geluidswal
kabels en leidingen
grondwaterontrekkingsbelasting
vrijval budget nazorg/herstel
vrijval sloopbudget
vrijval post onvoorzien
-3,6
-1,5
-1,0
-0,6
-0,6
-2,1
planwijzigingen
vervallen brug Laak 3
extra budget bruggen Laakzone
kostenbijdrage aanleg warmte/koudeopslag
-0,4
0,3
1,5
taakstellende besparingen
taakstellende besparingsdoelstelling
-2,4
Totaal
-13,3
6. Uitvoeringskosten (€ 92,5 mln)
De nog te realiseren uitvoeringskosten zijn gebaseerd op kostenramingen
van stedenbouwkundige plannen, inrichtintingsplannen en
uitvoeringsbestekken. Naarmate civieltechnische beschrijving van de
verder is gedetailleerd, kan een meer precieze kostenraming worden
opgesteld. Voor alle nog uit te voeren werkzaamheden zijn dit soort
kostenraming beschikbaar. Deze fungeren als basis voor de
grondexploitatie.
Ten opzichte van de GREX 2011 zijn de volgende mutaties uitgevoerd,
voor een totaalbedrag van - € 13,3 mln.
Prijs- en aanbestedingsvoordelen
Binnen het budget Bouw- en woonrijp maken zijn door gunstige
aanbestedingen diverse resultaten geboekt, die leiden tot een verlaging
van het budget. Het gaat daarbij om een bedrag van € 2,9 mln, waarvan
de specificatie is opgenomen in het bijgaande overzicht.
Hercalculaties
Ter voorbereiding op de GREX 2013/2014 is het merendeel van de nog te
realiseren projecten opnieuw gecalculeerd. Dit heeft geleid tot de
volgende mutaties:
Milieukosten/geluidswering
Het budget voor Milieukosten/geluidswering is verlaagd met € 3,6 mln.
De budget-verlaging is gebaseerd op een nieuwe kostenraming voor de
geluidswal langs de A1. Deze geluidswal wordt uiteindelijk 9 meter hoog,
met daarboven nog een scherm van 3 meter. Op basis van de tot nu toe
gemaakte kosten en de kostenraming voor de nog te realiseren
werkzaamheden, kan volstaan worden met een lager budget en een
verlaging van € 3,6 mln.
28
Kabels en leidingen
Voor het verwijderen en/of verleggen van bestaande kabels en leidingen
was in de GREX 2011 een budget opgenomen van € 2,3 mln. Hiervan is
t/m 2011 een bedrag van € 0,2 mln. besteed. Voor de resterende
planperiode wordt een restant budget van € 0,7 mln. voldoende geacht.
Grondwateronttrekkingbelasting
Door de verlenging van de exploitatieperiode en een meer gespreide
realisatie van het woningbouwprogramma, zal het bouwrijp maken in
kleinere eenheden plaatsvinden. Dit heeft o.a. tot gevolg dat de norm
waarboven grondwateronttrekkingbelasting betaald moet worden,
slechts in beperkte mate wordt overschreden. Als gevolg hiervan is een
budgetvrijval van € 1,0 mln. mogelijk.
Nazorg en herstel
Naar rato van de voortgang in de oplevering van het openbaar gebied
kan een deel van het budget voor nazorg en herstel komen te vervallen.
Het gaat om een bedrag van € 0,6 mln.
Sloopkosten
Op basis van een raming van de nog te slopen objecten is het budget
voor sloopkosten verlaagd met € 0,6 mln.
Budget onvoorzien
Doordat inmiddels een aantal deelprojecten van Vathorst zijn afgesloten
is een vrijval mogelijk voor een bedrag van € 2,1 mln. Dit betreft de
restantbudgetten onvoorzien van deze projecten.
29
30
Planwijzigingen
Vervallen brug Laak 3
Tussen deelplan Laak 1 en laak 3 zijn drie bruggen voorzien: twee
fietsbruggen en één autobrug. Omdat de drie bruggen allen kort bij
elkaar liggen, en er dus voldoende alternatieven zijn, is besloten één
fietsbrug (overspanning ca. 40 meter) te laten vervallen. Dit levert een
besparing op van € 0,4 mln
Extra brug De Laak
Bij de vaststelling van het Ontwikkelingsplan Vathorst (1998) zijn geen
brugverbindingen over De Laak voorzien. Inmiddels ontstaat er behoefte
aan het handhaven van de bestaande brugverbinding bij de
Achterhoekerweg.
Door de verbreding van De Laak is de huidige brug te smal en heeft
onvoldoende doorvaarhoogte. In de GREX 2013/2014 is een budget van
€ 0,3 mln voor een nieuwe brug. Uitvoering kan in combinatie met het
Laakzoneproject plaatsvinden.
Warmte/Koude-opslag
In 2007 is een besluit genomen om in De Bron grootschalig
warmte/koude-opslag (WKO) toe te passen. Dit aandeelhoudersbesluit is
genomen voor 650 woningen, om daarmee voor het volledige deelplan
De Bron te voldoen aan de energie-ambitie van -10%.
Bij het bouwrijp maken van De Bron hebben de nutsbedrijven
geanticipeerd op de aanleg van WKO. Er is geen gas voorzien en voor de
WKO is extra energie-capaciteit aangelegd.
Tot nu toe was de haalbaarheid van WKO uitsluitend mogelijk door
middel van een korting op de grondwaarde. Voor het resterend WKOprogramma van ca. 250 woningen is hiervoor geen budget beschikbaar.
In de GREX 2013/2014 is een WKO-budget opgenomen van € 1,5 mln. Dit
budget gaat uit van een bijdrage van € 6.000,- per woning, ca. 50% van
de totale kosten. De overige aanlegkosten dient de ontwikkelaar zelf te
financieren vanuit de VON-prijs en/of een opslag bij de overige woningen
in De Bron.
Taakstellende besparingen
Binnen het totale uitvoeringsbudget is een taakstellende besparing
afgesproken van € 2,4 mln. Deze besparingen moeten in de loop van de
resterende uitvoeringsperiode gerealiseerd worden, bijvoorbeeld in de
vorm van gunstige aanbestedingen, slimmere civieltechnische
oplossingen of efficiëntere verkavelingen met minder openbaar gebied.
In relatie tot de nog te realiseren kosten is de taakstellende besparing
ongeveer 2,5%.
31
bezetting OBV (fte)
algemene kosten OBV
incl. inhuur en directievoering
budget 2013 t/m 2025
20
personeelskosten
6%
10%
15
huisvesting
10
46%
20%
5
planontwikkeling
engineering
communicatie
0
9%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2018 2023
9%
overig
7. Algemene kosten OBV (€ 19,7 mln)
De verlenging van de exploitatieperiode met 8 jaar heeft een negatief
effect op de algemene kosten van € 8,2 mln.
In de grondexploitatie 2013/14 is een kostenbesparing van € 5,2 mln
opgenomen voor de Algemene Kosten OBV. Per saldo nemen hierdoor de
kosten toe met € 3,0 mln.
Daarnaast is rekening gehouden met de opbrengstwaarde van de
bestaande bedrijfslocatie. Voor het kantoor OBV is een opbrengstwaarde
van € 1,0 mln aangehouden. Deze waarde is als opbrengst in de
Verweringskosten (post te handhaven panden) verantwoord.
De kostenbesparing bevat de volgende elementen:
Algemene Kosten OBV
Besparing personele lasten
Reductie supervisie
Besparing en verkoopwaarde I-Centrum
minder marketing
€ 2,0 mln
€ 0,5 mln
€ 1,5 mln
€ 1,2 mln
€ 5,2 mln
Het restant budget voor de Algemene Kosten bedraagt € 19,0 mln.
Ondanks de verlenging van de exploitatieperiode t/m 2025 blijven de
Algemene Kosten onder de gebruikelijke benchmark van 24%.
Bedrijfskosten
In de afgelopen periode is de bezetting van OBV verder afgenomen. Dit
leidt tot een verdere reductie van de personele lasten. Aanvullend is er
vanaf 2011 sprake van een bevriezing van de loonkosten en een
versobering van de arbeidsvoorwaarden.
Het totale financiële effect van deze maatregelen is € 2,0 mln.
De bedrijfskosten van OBV (loonkosten, huisvesting en overige kosten)
zijn vanaf 2014 gemiddeld € 820.000 per jaar.
Supervisie
Vanaf begin 2012 is gestart met een aangepaste en versnelde
toetsingsprocedure voor bouwplannen, in plaats van een separate
toetsing door de supervisor, het kwaliteitsteam en de
welstandcommissie. Deze tijdrovende procedure is vervangen door een
sneller en goedkoper Toetsteam, waarin alle disciplines gezamenlijk zijn
vertegenwoordigd.
Met de vorming van het Toetsteam is het budget voor het kwaliteitsteam
neerwaarts bijgesteld. Op basis van de ervaringen in het Toetsteam is
voor de GREX 2013/2014 het budget voor supervisie verder verlaagd.
Een toetsing door de supervisor vindt ad hoc en op afroep plaats. Dit
levert een extra besparing op van € 0,5 mln.
32
33
Bezoekersaantallen i-Centrum
10000
8000
6000
4000
individueel
groepen
manifestaties
2000
0
2007 2008 2009 2010 2011 2012
34
Marketing
Om Vathorst prominenter op de kaart te zetten, is vanaf 2012 minder
ingezet op klassieke marketingcampagnes en meer op
bewonerscommunicatie. Dat betekent dat de bewoners van Vathorst
worden gezien als ambassadeurs van de wijk en dat met name zij het
verhaal over Vathorst vertellen. Met deze communicatiestrategie wordt
niet alleen een bijdrage geleverd aan een hogere bewonerstevredenheid,
maar het verhoogt ook de naamsbekendheid en het geeft kleur/inhoud
aan het imago van Vathorst als een levendig en gezellig ‘dorp’.
Voor 2013 wordt verder op deze strategie van gebiedscommunicatie
ingezet, om daarmee de aantrekkingskracht van Vathorst te verhogen.
Bij de marketing van Vathorst richt OBV zich steeds meer op de online
gebiedspromotie door middel van internet en social media. Er is een
duidelijke verschuiving, met steeds minder aandacht voor traditionele
vormen van markering, zoals advertenties en magazines. De onlinemarketing vereist daarentegen wel extra investering, zoals bijvoorbeeld
de ontwikkeling van een nieuwe Vathorst-app en een tabloid-applicatie.
Daarnaast wordt prioriteit gegeven aan de verkoop en marketing van de
vrije kavels. Tot 2012 is de marketing van de vrije kavels beperkt
beleven tot publicatie op Funda en enkele kavelsites. Vanaf 2013 is de
marketing geïntensiveerd, vooral door gebruik te maken van partners en
social media. Hiervoor is o.a. de website vrijekavelsvathorst.nl
gelanceerd.
Als bijdrage aan de besparingsdoelstelling zijn vanaf 2013 de traditionele
uitingen verder terug gebracht. Besparing € 1,2 mln.
Huisvesting OBV
Het kantoor van OBV is gehuisvest in een boerderij, die indertijd is
aangekocht vanuit het totale verwervingsbudget. De aanschaf van deze
boerderij is in derhalve in de grondexploitatie opgenomen.
De geprognosticeerde eindwaarde, op basis van 5% afschrijving per jaar
is € 1,0 mln voor het kantoor OBV. Tot nu toe is deze verwachte
eindwaarde niet als opbrengst verwerkt. In de GREX 2013/2014 is de
berekende eindwaarde van € 1,0 mln als verkoopopbrengst opgenomen
(Verwervingskosten, post te handhaven panden).
I-Centrum
De komende periode worden de toekomstmogelijkheden en opties voor
het i-Centrum uitgewerkt. De aanleidingen hiervoor zijn teruglopende
verkopen en bezoekersaantallen. Desondanks voorziet het i-Centrum en
de informatiefunctie over Vathorst nog steeds in een duidelijke behoefte,
maar de invulling kan mogelijk ook op een andere wijze plaatsvinden.
De toekomstmogelijkheden en opties voor het i-Centrum zijn nog in
onderzoek. Getracht wordt om de informatiefunctie meer in combinatie
te organiseren, zodat kosten beter gedeeld kunnen worden. Binnen de
begroting van het i-Centrum is hiervoor een taakstellende besparing van
€ 1,0 mln opgenomen. Bovendien is rekening gehouden met een
opbrengstwaarde van € 0,5 mln.
Beheer
Met ingang van 1 maart 2013 is de aansturing van het beheer van het
openbaar gebied gewijzigd. Om overheadkosten te besparen is de
aansturing vanuit de Beheerorganisatie HIM overgedragen aan OBV. Van
de gemeente Amersfoort ontvangt OBV hiervoor een vaste vergoeding,
behorende bij 1 fte inclusief bijbehorende overhead.
Deze personeelsuitbreiding heeft geen financiële consequenties voor
OBV. Wel wordt op deze wijze een bijdrage geleverd aan de doelstelling
om met minder kosten een hoger kwaliteitsniveau te bereiken.
35
Planning afzet bouwrijpe kavels
Grex 2013
700
600
500
400
300
200
100
0
Grex 2011
2013
2016
2019
2022
2025
8. Fasering
36
Grondafname en fasering
In de voorgaande hoofdstukken is per deelplan een opsomming gegeven
van de resterende woningbouwopgave en de uitgangspunten voor de
Grondexploitatie 2013. Het resultaat hiervan is dat het totale
woningbouwprogramma afneemt met 247 kavels, voornamelijk als
gevolg van een verdunning van het programma in De Bron (Eilandenrijk)
en De Laak. Het totale woningbouwprogramma komt daarmee op 9.774
kavels:
Stand per 1-1
Reeds afgenomen bouwrijpe kavels
Nog af te nemen bouwrijpe kavels
totaal
GREX
2011
GREX
2013/14
6.346
3.675
10.021
6.990
2.784
9.774
Afzettempo Woningbouw
De verkoop stabiliseert zich in 2012 en 2013 rond de ca. 150 woningen
per jaar, opgebouwd in een mix van sociale sector, vrije sector koop,
beleggerswoningen en vrije kavels.
Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 wordt voor de komende jaren geen
spoedig herstel voorzien. Voor de planning van de GREX 2013/2014 is de
huidige afzet van 150 woningen per jaar doorgezet tot en met 2017.
Vanaf 2017 is een beperkte afzetgroei gecalculeerd van jaarlijks +25
woningen, tot een maximum van 300 woningen per jaar.
De totale exploitatieperiode komt daarmee uit op 2025, waardoor de
uitgiftetermijn met 8 jaar wordt verlengd.
Ten opzichte van de GREX 2011 is er sprake van een neerwaartse
bijstelling van de jaarlijkse afzetprognose (zie bijgaande grafiek). Het
financieel effect hiervan is - € 50,0 mln. Dit bedrag bestaat voor uit
rentekosten en extra algemene kosten OBV (loonkosten, huisvesting en
communicatie).
Afzettempo overige bestemmingen
Evenals voor de woningbouw, is ook de fasering van de overige
bestemmingen aangepast. Er is uitgegaan van de volgende fasering:
- Bedrijventerrein/geluidswal (57.000 m2 uitgeefbaar)
Restant uitgifteperiode 2015 t/m 2024
- Kantorenpark (37.500 m2 bvo)
restant uitgifteperiode 2018 t/m 2023
- Commerciële voorzieningen
Restant hoofdwinkelcentrum: 2015/2016
Buurtwinkelcentrum: 2020
- Niet-commerciële voorzieningen
volgend op het woningbouwprogramma
37
Verkoop per categorie
Verkopen per kwartaal
250
140
120
100
80
60
40
20
0
project
huur
vrije kavel
200
150
120
100
67
50
20
0
2010
2011
2012
2013
2011
2012
prognose 2013
37
8.1 Verkoopverwachting woningen
Huurwoningen
Vanaf 2011 is een groeiende vraag merkbaar naar huurwoningen. De
groeiende vraag naar huurwoningen is een reactie op de stroeve
koopmarkt. Door de centrale ligging van Amersfoort en de
stedenbouwkundige opzet en kwaliteit, ligt Vathorst bij beleggers en
corporaties blijkbaar goed in de markt.
Ingegeven door de slechte woningmarkt zijn beleggers en corporaties wel
‘koopjesjagers’ geworden, op zoek naar financieel aantrekkelijke
nieuwbouwprojecten. Dit levert discussies op over een verlaging van de
grondwaarde, waarbij soms aanzienlijke kortingen worden gevraagd.
Hierdoor is, ondanks de gestegen vraag, op dit moment voor
huurwoningen geen groeiend afzetperspectief.
Verwachting t/m 2016: ca. 30-50 eg huurwoningen per jaar
Starterswoningen (tot VON ca. € 200.000)
De traditionele nieuwbouwontwikkeling wordt door de neergaande
woningmarkt steeds verder teruggedrongen richting het goedkoopste
segment. In deze markt voor starters is nog een redelijk afzetvolume
mogelijk. Starters hebben niet de onzekerheid over de verkoop van een
eigen woning. Mits er sprake is van een scherpe prijsstelling zijn er nog
mogelijkheden om in deze categorie haalbare projecten te realiseren. Een
goed voorbeeld hiervan is het project @yourplace, waarvan in 2013 alle
48 woningen zijn verkocht.
Voor de toekomst blijft de starterswoning een belangrijk marktsegment.
Een groei is de komende jaren echter nauwelijks te verwachten. Door de
strengere hypotheekregels komen starters vanaf 1-1-2013 alleen voor
renteaftrek in aanmerking, indien ze in 30 jaar de schuld volledig
aflossen. Bovendien hebben starters meer eigen geld nodig, om voor een
hypotheek in aanmerking te komen.
38
Meer eigen geld en hogere woonlasten zullen ertoe leiden dat starters
later ‘instappen’ en langer een woning zullen blijven huren.
Verwachting t/m 2016: ca. 50-60 eg woningen per jaar
Middensegment (tot VON ca. € 325.000)
In het middensegment is veelal sprake van een doorgroei naar een
grotere woning. Kopers zijn op zoek naar bijvoorbeeld een 2^1 kap, als
volgende stap in hun woonbehoefte. In deze middencategorie is de
vraaguitval nog steeds groot. De verkoop van de bestaande woning is
een belangrijk struikelblok, omdat er veelal sprake is van verlies en/of
een restschuld. Bovendien is de leencapaciteit voor een nieuwe woning
lager dan voorheen en moet er vanaf 1-1-2013 verplicht worden afgelost.
De projecten die in de middencategorie worden aangeboden, zijn vaak
gebaseerd op minimale voorverkooppercentages. Om de verkoopdrempel te halen moet veel geïnvesteerd worden in het ‘ontzorgen’ van
de koper voor z’n bestaande woning. Het wegnemen van drempels ten
aanzien van de bestaande woning en een breed palet aan
keuzemogelijkheden zijn belangrijke randvoorwaarden in dit
marktsegment.
De eigen keuzevrijheid speelt een toenemende tol. Naarmate mensen
meer te besteden hebben verwachten zij meer keuzevrijheid en wordt
grotere waarde gehecht aan de eigen invulling van de
nieuwbouwwoning. In Vathorst wordt inmiddels steeds meer in deze
keuzebehoefte voorzien, bijvoorbeeld voor de projecten Jutterseiland,
Cre8 en Veenhof.
39
Grondwaarde marktsegment
o.b.v. verkoopaantallen 2012
5%
appartementen
4%
sociale koop
31%
rijwoning
29%
2^1 kapwoning
vrijstaand
8%
vrije kavel
23%
40
Ondanks de ruimere keuzemogelijkheden is de verwachting voor het
middensegment de komende jaren niet optimistisch. Het verlies op de
verkoop van de bestaande woningen en de strengere hypotheekregels
vormen een belangrijke blokkade in een herstel van de markt. Een groei
in de afzet is voorlopig nog niet te verwachten.
Om de kwaliteit te waarborgen wordt per project een beeldkwaliteitsplan
opgesteld, met de mogelijkheden en randvoorwaarden voor de
particuliere opdrachtgever. Het beeldkwaliteitsplan kan per
project/deelplan verschillen. Het geeft houvast voor het ontwerp van de
eigen woning, maar ook een bepaalde mate van kwaliteit-zekerheid over
de omliggende vrije kavels.
Verwachting t/m 2016: ca. 25-35 woningen per jaar
Verwachting t/m 2016: gemiddeld 20-25 kavels/vrijstaande woningen
per jaar
Dure woningen/vrije kavels (vanaf VON € 325.000)
Meer vrije kavels past in het beeld van de huidige tijd met een toenemend
aandeel particulier opdrachtgeverschap. Ondanks de krimpende markt is
in het duurdere segment sprake van een groeiende afzet van vrije kavels.
Het betreft voornamelijk kopers die geen ballast ondervinden van de
verkoop van een bestaande woning. De kopers hebben hun woning al
verkocht of zijn voldoende financieel onafhankelijk.
De verkoop van vrije kavels ligt bij OBV. Het betreft veelal projecten met
oorspronkelijke vrijstaande projectwoningen. Deze projecten zijn
geannuleerd en omgezet naar vrije kavels.
De traditionele (grotere) kavels bedienen het hoogste marktsegment
boven de € 500.000 (kavel en woning). Voor veel mensen is dit te duur.
Daarom is het vrije kavelaanbod inmiddels verruimd, zodat ook tussen het
middelsegment ( tot ca. € 325.000) en de duurdere kavels (vanaf €
500.000) een aanbod beschikbaar is.
OBV heeft nieuwe projecten ontwikkeld met kleine kavels en kavels met
voorgeprogrammeerde woningtypes. Het project Vrij in een Rij is bedoeld
voor kopers die zich niet de luxe van een vrije kavels kunnen periteren,
maar wel graag een eigen woning willen ontwerpen.
41
150
Financieringsbehoefte per
kwartaal
Rentekosten en % per jaar
10
8
140
4,9%
6
130
2,9%
4
120
2
110
0
2010
2011
2012
2013
2008
2009
2,2%
2010
2,9%
2011
2,3%
2012
9. Rente en indexering (€ 25,4 mln)
Faseringskosten
De faseringskosten bestaan uit rentekosten en het saldo van
geprognosticeerde kosten- en opbrengstenstijgingen.
De faseringskosten in de grondexploitatie 2013/2014 zijn ten opzichte
van de grondexploitatie 2011 met € 27,6 mln. gestegen.
Dit saldo is als volgt veroorzaakt:
Effect langere looptijd
Effect lagere prijsindex
Effect lagere rentepercentage
Rente kapitaalrekening vennoten (hfd. 11)
Totaal
- € 41,8
- € 14,1
€ 20,5
€ 7,8
- € 27,6 mln
Langere looptijd
In de GREX 2013/2014 is de exploitatieperiode verlengt met 8 jaar. Deze
verlenging heeft drie effecten:
- Door de lagere jaarlijkse afzet komen er minder inkomsten binnen;
Door deze stagnatie in de cashflow verloopt de aflossing trager;
- De langere looptijd zorgt ervoor dat over een langere periode rente
betaald moet worden.
42
-
t/m 2015
2016
vanaf 2016
vanaf 2022
2,5%
3,0%
3,5%
4,5%
De bijstelling naar een gemiddeld lagere rente levert een voordeel op van
in totaal € 20,5 mln.
Prijsindexering kosten en opbrengsten
In de concept Grondexploitatie 2011 is voor de resterende planperiode
een opbrengstindexering voorzien van + 2,5% per jaar. Dit percentage is
in de huidige markt niet realistisch.
Voor de periode t/m 1-1-2016 zijn in de GREX 2013/2014 de
grondopbrengsten voor alle opbrengstcategorieën constant gehouden en
is geen indexering toegepast. Vanaf 1-1-2016 is een prijsindexering 1,5%
aangehouden.
De kostenbudgetten zijn in 2013 niet geïndexeerd. Voor 2014 en 2015
wordt uitgegaan van een index van 1% en daarna 2%.
Het financieel effect van deze index-aanpassing is - € 14,1 mln.
Per saldo leiden bovenstaande effecten tot € 41,8 mln hogere
rentekosten.
Rentekosten
In de Grondexploitatie 2011 is voor de rentekosten een percentage
aangehouden van 5,5%. Mede op basis van de (nieuwe) langlopende
geldleningen, waarmee voor de lange termijn lange rentepercentages
zijn vastgelegd, zijn in de GREX 2013/2014 de volgende rentepercentages
opgenomen:
Financieringsbehoefte
De verwachte bankstand per 1-1-2014 is - € 138,0 mln. Dit bedrag is voor
€ 115,0 mln gefinancierd met langlopende leningen:
Langlopende lening € 55,0 mln (3,32%) aflossing t/m 2017
Langlopende lening € 60,0 mln (2,35%), aflossing 2016-2023
Het overige is gefinancierd door middel van een rekening courant.
De totale kredietlimiet is € 175,0 mln.
43
10. Risico-reservering (€ 11,6 mln)
44
Woningbouwprogramma
De aanpassing van het woningbouwprogramma aan de huidige prijs- en
afzetontwikkeling zorgt voor een verlaging van het risicoprofiel van de
grondexploitatie. Door de lagere opbrengstwaarde, de vertraagde
afzetplanning en de gereduceerde prijsindexering is de haalbaarheid
reëler en minder risicovol.
Winkelvoorziening
De dalende huurprijs voor winkels en de stijgende verkoop via internet
leidt tot een verhoogd risico voor de grondopbrengst van de resterende
winkelvoorziening. Dit betreft dan de opbrengst voor fase 3 van het
hoofdwinkelcentrum (ca. 6.300 m2) en het Buurtwinkelcentrum (ca.
3.500 m2).
Desondanks kunnen zich nieuwe risico’s voordoen, omdat de
marktontwikkelingen ongewis zijn en de aannames voor een langzaam
herstel wellicht toch nog te optimistisch blijken. Voor eventuele prijs- en
afzettegenvallers is een risico geraamd van € 5,0 mln.
Voor het hoofdwinkelcentrum is een verlaging van de kosten mogelijk
door de gebouwde parkeervoorziening om te zetten naar
maaiveldparkeren. Indien dit haalbaar blijkt, kan de bijbehorende
bijdrage van OBV worden ingezet in grondprijsverlaging. De win-win van
lagere bouwkosten en lagere grondkosten biedt perspectief en brengt de
financiële haalbaarheid een stap dichterbij.
Kantorenlocatie Podium
In de GROK zijn specifieke afspraken gemaakt over de afname van
kantorenlocatie Podium, waarbij de gemeente Amersfoort de
commerciële risico’s draagt.
Door de lopende juridische procedure en het niet kunnen/willen
afnemen van bouwrijpe grond door VOF Podium liggen de financiële
gevolgen van de oninbare vordering vooralsnog wel bij OBV.
Voor de fase 6 t/m 8 worden eveneens risico’s voorzien, met name in het
licht van de komende herziening van het bestemmingsplan. De
noodzaakt van een alternatief programma komt hierdoor naderbij,
waarbij een combinatie van woningbouw, voorzieningen en kleinschalige
bedrijvigheid een voordehand liggende optie is. De risico’s van een
alternatief plan, als gevolg van lagere grondopbrengsten en hogere
kosten (o.a. geluidsvoorzieningen) zijn geraamd op € 5,0 mln.
De financiële haalbaarheid van het buurtwinkelcentrum is door de hoge
grondprijs eveneens kwetsbaar. Temeer daar contractpartner MAB
Development heeft aangegeven dat zij hun organisatie gaan afbouwen
en het buurtwinkelcentrum inmiddels buiten hun realisatiescope valt.
Het risico voor de grondexploitatie is ingeschat op ca. -15% van de
restant grondwaarde, zijnde € 1,6 mln.
Risicoreservering
De risicoposten leiden tot een gecalculeerd risico van € 11,6 mln.
Hiervoor is in de grondexploitatie geen reservering meer aanwezig. Deze
reservering zal de komende jaren weer opnieuw moeten worden
opgebouwd.
45
11. Additionele kapitaalstorting
Om tot een financieel sluitende Grondexploitatie 2013/2014 te komen
hebben de aandeelhouders van OBV besloten om de eerdere
kapitaaluitnames uit 2006 en 2007 van € 18,3 mln te retourneren en aan
te wenden voor een additionele kapitaalstorting van € 18,0 mln.
De additionele kapitaalstorting vindt plaats in de vorm van een vordering
van OBV CV op de commanditaire vennoten, naar rato van de
inbrengverhouding. Deze vordering is opeisbaar aan het einde van de
exploitatieperiode in 2025. Gedurende deze periode wordt door OBV CV
rente in rekening gebracht, die jaarlijks aan OBV betaald moet worden.
De rente die in rekening wordt gebracht is gelijk aan de rente van de
grondexploitatie.
Door de additionele kapitaalstorting en de jaarlijkse rentebetaling is er
voor OBV sprake van een sluitende grondexploitatie.
46
47
12. Bijlage financieel overzicht GREX 2013/2014
48
49
50
51
52
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
4600449
Vathorst: additionele kapitaalstorting in Reg.nr.
OBV (VOORBEREIDING BESLUIT)
11 februari 2014
Ambtelijk contact
College van B&W
Hoogland (033-469 5091)
Lubbinge, Van der Werff, Buijtelaar
Binnen het totale afsprakenpakket voor Vathorst is de terugbetaling van
eerdere kapitaalopnames essentieel om te komen tot afdekking van het
resterende tekort in de actuele grondexploitatie. Via het raadsvoorstel
wordt de raad gevraagd te besluiten om af te wijken van de GROK 1998.
Het raadsvoorstel houdt verband met de conceptgrondexploitatie Vathorst
2013/2014 die met de raad wordt besproken via een peiling.
N.B. De behandeling van dit raadsvoorstel wordt gecombineerd met de
behandeling van de peiling over de conceptgrondexploitatie Vathorst
2013/2014 (peiling).
Voorbereiding besluit Soort document
Raadsvoorstel
Omdat de raad in 1998 heeft ingestemd met de GROK en met de
voorgestelde vordering daarvan wordt afgeweken wordt het besluit over
de additionele kapitaalstorting aan de raad voorgelegd.
Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel en zich voor te
bereiden op besluitvorming.
Na instemming van de raad met de afwijking van de GROK 1998 kan tot
ondertekening worden overgegaan van de ‘Overeenkomst additionele
kapitaalstorting’ door de directeur van Grondexploitatiebedrijf Amersfoort
BV, die daartoe gemachtigd is.
Verslag
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Raadsvoorstel Vathorst additionele
kapitaalstorting in OBV
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Conceptovereenkomst van additionele
kapitaalstorting, 14-01-2014
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Peiling Grondexploitatie Vathorst
2013/2014 (vanaf 4 februari beschikbaar)
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Conceptgrondexploitatie Vathorst
2013/2014 (vanaf 4 februari beschikbaar)
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Raadsinformatiebrief 2013-141
#4600449 v1 - AGENDAPUNT DR 11-2-2014 VATHORST: ADDITIONELE KAPITAALSTORTING IN OBV
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: Gemeenteraad
: Wethouders J.C. Buijtelaar, B.J. Lubbinge,
G.J. van der Werff
B&W-vergadering
De Ronde
Agenda Het Besluit
Vastgesteld besluit
: 28-01-2014
: 11-02-2014
:
:
Reg.nr.
Datum
: 4572350
: 21 januari 2014
TITEL
Vathorst: additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV)
BESLISPUNTEN
In te stemmen met een additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, zonder die in
mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private partijen om bij voltooiing van Vathorst
tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen in een eventueel verlies van OBV.
AANLEIDING
Gemeente en vijf ontwikkelende private partijen, verenigd in Vathorst Beheer, werken in een publiek
private samenwerking aan de ontwikkeling van Vathorst. Voor deze gebiedsontwikkeling is OBV
(Ontwikkelingsbedrijf Vathorst) opgericht waarin beide partijen participeren. De samenwerking is in 1998
vastgelegd in de Grondexploitatie- en Realiseringsovereenkomst (GROK).
Sinds die tijd is met voortvarendheid gewerkt aan Vathorst als een ‘wereld van verschil’. Vathorst is een
wijk met onderscheidende kwaliteit op terreinen als woningbouw, voorzieningen, openbare ruimte en
sociaal-cultureel klimaat. Door de economische crisis en de gevolgen daarvan voor de woningmarkt is de
financiële uitvoering van Vathorst rond 2011/2012 ernstig onder druk komen te staan. Dat maakte een
herbezinning op de resterende opgave - een derde van de totale wijk - noodzakelijk. Daarom is in de eerste
helft van 2012 een traject gestart van onderzoek, overleg en onderhandeling met Vathorst Beheer. We
hebben de raad over dit traject, onze inzet, de voortgang en resultaten de afgelopen anderhalf jaar intensief
geïnformeerd, met Raadsinformatiebrieven en in de vele besprekingen in De Ronde. Op deze wijze heeft de
raad het onderhandelingstraject kunnen ‘meebeleven’ en hebben wij steeds bij de raad kunnen sonderen of
we ‘op de goede weg waren’. Als sluitstuk van dit traject hebben wij met onze RIB 2013 – 141 van 19
november jl. de raad ingelicht over het bereikte onderhandelingsresultaat. Op 3 december jl. hebben wij in
de Ronde dat resultaat nader toegelicht. Vathorst Beheer en gemeente hebben afspraken gemaakt over hoe
te komen tot een sluitende grondexploitatie voor Vathorst. Enerzijds door het nemen van allerlei
maatregelen, aan de opbrengstenkant en aan de kostenkant. Anderzijds door de in de jaren 2006/2007 door
aandeelhouders gedane kapitaalopnames c.q. genomen winsten terug te betalen aan OBV. Partijen hebben
in het onderhandelingstraject afgesproken dat deze terugbetaling de in artikel 4.10 GROK vastgelegde
verdeling in een mogelijk verlies van Vathorst tot een bedrag van maximaal € 22 mln. ongewijzigd laat en
daarmee niet in mindering op het bedrag van deze verplichting komt.
BEOOGD EFFECT
Binnen het totale afsprakenpakket voor Vathorst is de terugbetaling van eerdere kapitaalopnames (in de
vorm van een vordering) essentieel om te komen de afdekking van het resterende tekort in de actuele
grondexploitatie. Het belang daarvan is groot omdat daarmee naar huidige inzichten aan de uitvoering van
Vathorst een financieel gezonde basis wordt gegeven en risico’s beheerst kunnen worden.
Omdat de raad in 1998 heeft ingestemd met de GROK en met deze vordering daarvan wordt afgeweken,
leggen wij ons besluit over de additionele kapitaalstorting aan de raad ter instemming voor.
Inlichtingen bij :
J.S. Hoogland, SOB/PO, (033) 469 50 91
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4572350 pagina 2
ARGUMENTEN
Een sluitende grondexploitatie als uitgangspunt
Met het bereikte onderhandelingsresultaat zullen de volgende aanpassingen in Vathorst worden gedaan:
- een marktconform programma voor de resterende 2800 woningen, uitgaande van 30% sociaal en 70%
vrije sector; een verschuiving binnen het segment vrije sector naar meer woningen in het goedkope- en
middensegment (ten koste van het dure segment) en naar meer vrije kavels;
- een behoedzame fasering van de resterende opgave, met verlenging van de exploitatieperiode tot 2026;
- een aan de economische situatie aangepaste indexering van kosten en opbrengsten;
- besparingen op de algemene kosten van OBV en op uitvoeringskosten civiel werk;
- lagere financieringslasten als gevolg van de lage(re) rente;
- inzet van de binnen OBV opgebouwde risicovoorziening.
In de RIB 2013-141 hebben wij deze aanpassingen nader toegelicht en aangegeven dat dan nog een tekort
resteert van € 18 mln. Omdat aandeelhouders blijven streven naar een op zijn minst sluitende
grondexploitatie, hebben partijen afgesproken ter afdekking van dat tekort de eerdere kapitaalopnames
terug te betalen.
Afspraken over terugbetaling juridisch verankerd
Binnen de kaders van de PPS voor Vathorst en de gesloten GROK is het van belang dat de gemaakte
afspraken juridisch goed worden uitgewerkt en vastgelegd in een aanvullende overeenkomst. Wij hebben
Advocaten van der Feltz uit Den Haag gevraagd ons hierin bij te staan. Het resultaat daarvan is terug te
vinden in de tussen partijen te sluiten ‘Overeenkomst van Additionele Kapitaalstorting’. Een exemplaar van
die overeenkomst is als bijlage toegevoegd. Essentieel hierbij is dat de kapitaalstorting van in totaal € 18
mln. wordt gedaan in OBV CV. Deelnemers in het kapitaal van die CV zijn Vathorst Beheer voor 48%, de
Gemeente voor 48% en OBV Beheer BV. Binnen het (juridisch) geheel van de PPS Vathorst is het van
belang dat deze verhouding ongewijzigd blijft. Daarom is het nodig dat ook OBV Beheer BV voor zijn deel
additioneel kapitaal stort. De verdeling van het totaalbedrag van € 18 mln. is dan als volgt: Vathorst Beheer
€ 8,64 mln., de Gemeente € 8,64 mln. en OBV Beheer BV € 0,72 mln.
OBV Beheer BV heeft aan eigen middelen € 0,42 mln. beschikbaar. Het tekort van € 0,3 mln. zal door
beide aandeelhouders elk voor de helft worden bijgestort in de vorm van een zogenaamde agioreserve.
Voor zowel Vathorst Beheer als de gemeente gaat het hierbij dus om een bedrag van € 150.000,-.
In de te sluiten overeenkomst worden de volgende zaken geregeld:
- de eerdere kapitaalopnames worden als additionele kapitaalstorting aangewend;
- die kapitaalstorting betreft een totaalbedrag van € 18 mln. in OBV CV;
- de verdeling van dit bedrag volgt de verhouding in de deelname van het kapitaal van OBV CV;
- de kapitaalstorting komt niet in mindering op de verplichtingen van partijen om tot een maximum van €
22 mln. bij te dragen in een verlies van OBV bij voltooiing van Vathorst;
- feitelijke betaling moet uiterlijk 31-12-2025 plaatsvinden of zoveel eerder als nader is bepaald;
- indien gedurende de resterende exploitatieperiode van Vathorst positieve resultaten blijken, zullen
partijen in overleg treden over een eventuele bijstelling van de kapitaalstorting;
- partijen zullen jaarlijks rente aan OBV betalen over ( het niet voldane bedrag van) de kapitaalstorting;
- partijen kunnen tussentijds aflossen;
- bij niet voldoen aan de verplichting tot betaling wordt een boete in rekening gebracht;
- elke private partij geeft een concerngarantie af, ieder voor het door hem verschuldigde bedrag.
De directeur van Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V. ondertekent de overeenkomst namens de
gemeentelijke aandeelhouder. Wij hebben inmiddels besloten een garantie te verlenen aan
Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V. als de BV wordt aangesproken op betaling van de vordering.
Meer evenwichtige risicodeling door afwijking van de GROK
Zoals gezegd wordt met deze kapitaalstorting afgeweken van de GROK. In artikel 4.10, derde alinea staat:
‘indien en voor zover de vennoten van OBV mochten besluiten c.q. mochten hebben besloten tot verhoging
van het commanditaire kapitaal van OBV, komt elk door een vennoot ingebracht geldbedrag wegens
kapitaalverhoging in mindering op diens verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in de vorige alinea’
(dat is de bijdrage in een eventueel verlies tot maximaal € 22 mln.). Vanwege de hoofdelijke
aansprakelijkheid van de gemeente voor de financiering van OBV (BNG financieringsarrangement), loopt
de gemeente bij een groter verlies dan € 22 mln. het gehele risico voor het meerdere.
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4572350 pagina 3
Bovenop de contractueel vastgelegde afspraak over de € 22 mln. is nu contractueel een afspraak gemaakt
over een aanvullende regeling van € 18 mln. waarvoor beide partijen garant staan. Daarmee worden de
risico’s voor Vathorst meer evenwichtig gedeeld tussen de samenwerkende partijen.
KANTTEKENINGEN
Geen onbeperkte risicodeling
Onze inzet in de onderhandelingen was een fifty-fifty risicodeling voor het totaal aan risico’s. Gaandeweg
het onderhandelingsproces hebben wij ingebracht eerst en alleen voor het bestaande Vathorst nieuwe
afspraken te willen maken en niet daarbij ook Vathorst West en Vathorst Noord te betrekken. Dat was voor
Vathorst Beheer aanleiding om op dit punt geen verdergaande stappen te zetten dan nu gedaan.
Zoals wij dat hebben verwoord in onze RIB 2013-141, vinden wij dat er niettemin sprake is van een
evenwichtig en bevredigend onderhandelingsresultaat. Een resultaat waardoor er vertrouwen is dat Vathorst
verantwoord kan worden afgerond, zowel in programmatische als in financiële zin.
Resterende risico’s beheersbaar
Als gevolg van de aanpassingen in Vathorst en uitgaande van een behoedzaam scenario voor de verdere
ontwikkeling, zijn de risico’s in hoge mate verkleind. Uiteraard zijn aan de resterende planperiode nog
risico’s verbonden, die naar huidige inzichten echter overzienbaar en beheersbaar zijn. De risico’s liggen
vooral in de afzet van de resterende gronden voor woningbouw, winkels en kantoren in het gebied Podium.
Daarvoor zal de komende jaren binnen de grondexploitatie Vathorst een risicovoorziening - waarvan de
omvang is bepaald op € 11 mln.- worden opgebouwd en waarvoor ook mogelijkheden worden gezien.
FINANCIËN
De financiële gevolgen voor de gemeente vloeien voort uit de verplichting tot de additionele
kapitaalstorting en tot het jaarlijks vergoeden van de rente. Bij de additionele kapitaalstorting, inclusief de
bijstorting in de vorm van een agioreserve binnen OBV Beheer BV, gaat het om een bedrag van € 8,79
mln. (€ 8,64 mln. + € 0,15 mln.). Aan de vordering wordt binnen de grondexploitatie Vathorst rente
toegerekend en dat is dus een kostenpost. Daarom hebben partijen afgesproken deze jaarlijks door partijen
te vergoeden aan OBV. Op basis van een gemiddelde rekenrente van 3,5% is dat voor de gemeente (en ook
voor Vathorst Beheer) een bedrag van ongeveer € 300.000,- per jaar.
De hier genoemde gevolgen zijn binnen de in de Gemeentebegroting gereserveerde bedragen voor tekorten
in grondexploitaties op te vangen. In de Gemeentebegroting 2014-2017 zijn daarvoor de noodzakelijke
middelen opgenomen. We hebben u daarover geïnformeerd in de RIB 2013-141.
De vordering die OBV op de gemeente heeft, zal in de vorm van een financiële voorziening ook in de
gemeentelijke Jaarrekening 2013 worden verantwoord. De dekking van deze voorziening is geregeld in de
Gemeentebegroting. Over de Jaarrekening 2013 neemt de raad in het voorjaar van 2014 een besluit.
VERVOLG
Na instemming van de raad met de afwijking van de GROK 1998 ten aanzien van deze kapitaalstorting,
kan tot ondertekening worden overgegaan van de ‘Overeenkomst Additionele Kapitaalstorting’ door de
directeur van Grondexploitatiebedrijf Amersfoort B.V., die wij daartoe gemachtigd hebben.
Het onderhandelingsresultaat c.q. de gemaakte afspraken zullen worden verwerkt in een actuele
grondexploitatie Vathorst 2013/2014. Wij hebben met de raad afgesproken deze grondexploitatie begin
2014 ter peiling voor te leggen, alvorens aandeelhouders hierover een besluit nemen.
BETROKKEN PARTIJEN
Private partijen binnen Vathorst Beheer, OBV, Gemeente.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
raadsvoorstel 4572350 pagina 4
Bijlagen
- overeenkomst additionele kapitaalstorting
Gemeente Amersfoort
raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4572350
De raad van de gemeente Amersfoort;
op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2014, sector SOB/PO
(nr.4572350);
b e s l u i t:
In te stemmen met een additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst, zonder die in
mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private partijen om bij voltooiing van
Vathorst tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen in een eventueel verlies van OBV.
Vastgesteld in de openbare vergadering van …
de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2013-141
Van
Aan
Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders
: Gemeenteraad
Wethouder B.J. Lubbinge,
Wethouder B. van der Werff,
: Wethouder H. Buijtelaar
Reg.nr.
Datum
: 4525673
: 19 november 2013
Programma
7. Ruimtelijke
: ontwikkeling
TITEL[info1]
Onderhandelingsresultaat Vathorst
KENNISNEMEN VAN[info2]
Het onderhandelingsresultaat Vathorst en de vervolgstappen.
AANLEIDING[info3]
In onze Raadsinformatiebrief 2013-109 van 24 september en in de openbare bijeenkomst van De
Ronde op 8 oktober jl. spraken wij de verwachting uit dit najaar het onderhandelingsresultaat Vathorst
aan de raad te kunnen voorleggen.
Bestuurlijke vertegenwoordigers van beide aandeelhouders van OBV - Vathorst Beheer en gemeente hebben onlangs afspraken gemaakt waardoor een voor beide partijen aanvaardbaar
onderhandelingsresultaat is bereikt.
Met deze RIB informeren wij de raad over de gemaakte afspraken en de vervolgstappen.
KERNBOODSCHAP
[info4]
Vathorst Beheer en gemeente hebben overeenstemming bereikt over hoe te komen tot een sluitende
grondexploitatie Vathorst. Daarnaast zijn procesafspraken gemaakt voor de verdere samenwerking.
Met dit onderhandelingsresultaat is de weg vrij gemaakt om gezamenlijk als aandeelhouders een
actuele en sluitende grondexploitatie 2013/2014 vast te stellen.
Passend bij de actualiteit van de opgave kan nu verder gewerkt kan worden aan de voltooiing van
Vathorst.
HOOFDLIJNEN ONDERHANDELINGSRESULTAAT
Wij geven hierna onder 1 t/m 8 op hoofdlijnen een beschrijving van het onderhandelingsresultaat.
Voor de goede orde merken wij op dat het bij de gemaakte afspraken over aanpassingen in de
grondexploitatie - de punten 1 tot en met 6 - altijd gaat om aanpassingen in vergelijking met de
grondexploitatie 2011. Dat is de laatst vastgestelde en sluitende grondexploitatie Vathorst.
Zoals u bekend, hebben aandeelhouders daarna geen nieuwe grondexploitatie vastgesteld in
afwachting van de resultaten van het proces van overleg, onderzoek en onderhandeling. Daarmee is in
de eerste helft van 2012 een aanvang genomen en dat is nu tot een afronding gekomen.
Als bijlage treft u bij deze RIB aan het document ‘Procesafspraken Vathorst’ d.d. 9 oktober 2013 (zie
ook punt 7).
Inlichtingen bij :
J.S. Hoogland, SOB/PO, (033) 469 50 91
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
2
[info5]
1. Woningbouwprogramma en grondwaarden, fasering en indexering
Marktconform woningbouwprogramma met bijbehorende grondwaarden
Met verwijzing naar onderstaande tabel, is ten opzichte van de grondexploitatie 2011 het
woningbouwprogramma bijgesteld door een verschuiving van een deel van het dure woningsegment
naar het goedkopere deel (vooral het middensegment), door meer vrije kavels in het programma op te
nemen en door een marktconforme verlaging van te hoge grondwaarden.
Dat leidt per saldo tot een verlaging van opbrengsten in de grondexploitatie voor een bedrag van
€ 49,2 mln.
Bijstellingen woningbouwprogramma concept GREX 2013/2014
VON prijs
sociale sector
-huurwoningen
-koopwoningen
vrije sector
-goedkoopsegment
-middensegment
-duursegment
totaal
tot € 185.000
tot € 220.000
tot € 280.000
vanaf € 280.000
GREX
2013/14
%
GREX
2011
%
verschil
1717
1194
2911
17,6%
12,2%
29,8%
1746
1225
2971
17,4%
12,2%
29,6%
-29
-31
-60
1711
1999
3153
6863
17,5%
20,5%
32,3%
70,2%
1229
1762
4059
7050
12,3%
17,6%
40,5%
70,4%
482
237
-906
-187
9774
100,0%
10021
100%
-247
Fasering aangepast aan onzekere situatie op de woningmarkt
Gezien de onzekerheden op de woningmarkt is gekozen voor een behoedzaam scenario.
Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een gemiddelde productie van 150 woningen per jaar,
daarna stapsgewijs oplopend naar 250 à 300 woningen per jaar. Zie ook de volgende tabel.
Dat betekent dat de exploitatieperiode voor Vathorst ten opzichte van de grondexploitatie 2011 met 8
jaar verlengd wordt naar 2025. Dit is een forse verlenging, met als consequentie ook fors hogere renteen apparaatskosten. In zijn totaliteit zijn die geraamd op een bedrag van € 50,9 mln.
Een behoedzaam scenario houdt ook in dat een mogelijk aantrekkende woningmarkt – waardoor
bijvoorbeeld het productietempo naar boven kan worden bijgesteld - al snel een positief effect heeft op
de grondexploitatie. De vulling van de risicovoorziening komt dan als eerste in beeld (zie ook punt 6).
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
3
Planning woningbouw concept GREX
2013/2014
GREX
2013/2014
GREX
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
58
94
156
157
176
162
170
201
246
257
260
331
329
262
408
488
531
578
590
511
-350
-394
-375
-421
-414
-349
170
201
246
257
260
331
329
262
totaal
2859
3106
-247
jaar
verschil
Indexering van opbrengsten en kosten aangepast aan actuele situatie
De indexering van de opbrengsten is tot en met 2016 op nihil gezet en vanaf 2017 op 1,5%. Ten
opzichte van 2011 is dit een lagere indexering met als gevolg een minder sterke stijging van
opbrengsten dan eerder geraamd.
De kostenindex voor uitvoering van werk is ook naar beneden bijgesteld, met als gevolg lagere kosten
dan geraamd in 2011.
Per saldo leveren deze bijstellingen een negatief effect op van € 14,2 mln.
2. Algemene kosten OBV en uitvoering van werk
Algemene kosten OBV naar beneden
De OBV organisatie wordt verder aangepast en afgestemd op de aard en omvang van de resterende
opgave voor Vathorst. Zowel in personele als in budgettaire zin kan OBV de komende jaren met
(steeds) minder toe.
Hier ligt vooral een relatie met de nieuwe procesafspraken voor de samenwerking, die leiden tot meer
efficiency en lagere planontwikkelingskosten (zie ook punt 7).
Tezamen met het onder één dak brengen van de informatie- en kantoorfunctie van OBV en het
inboeken van de opbrengstwaarde van het kantoor, levert dit een besparing op van € 6,2 mln.
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
4
Besparingen op kosten uitvoering van werk:
Al in 2012 bleek dat (taakstellende) besparingen voor een bedrag van € 8,2 mln. mogelijk zijn, onder
meer vanwege dalende uitvoeringsprijzen.
De afgelopen tijd is opnieuw kritisch gekeken naar het nog uit te voeren werk met bijbehorende
posten. Dat levert besparingen op. In de volgende tabel is dat nader uitgewerkt. Voor een tweetal
posten was in de grondexploitatie geen budget voorzien, namelijk voor de realisering van
warmte/koudeopslag voor circa 250 woningen in de Bron (de helft van die kosten komen ten laste van
de grondexploitatie, de andere helft ten laste van de woningen) en voor de aanleg van een brug tussen
Vathorst en Vathorst Noord (interne verbinding). Per saldo wordt hiermee een aanvullende besparing
bereikt van € 5,1 mln.
Ten opzichte van 2011 kan daarmee voor een totaalbedrag van € 13,3 mln. als besparing worden
ingeboekt zonder hiermee afbreuk te doen aan de (duurzame) kwaliteit van Vathorst.
Overzicht Kostenreductie concept GREX
2013/2014
bedrag
(* mln)
prijs- en aanbestedingsvoordelen
Projectresultaat Bedrijventerrein fase I
aanbestedingsvoordeel Laak 2a
vrijval budget botenproject
-1,5
-1,0
-0,4
hercalculatie resterende projectopgave
raming geluidswal
kabels en leidingen
grondwaterontrekkingsbelasting
vrijval budget nazorg/herstel
vrijval sloopbudget
vrijval post onvoorzien
-3,6
-1,5
-1,0
-0,6
-0,6
-2,1
planwijzigingen
vervallen brug Laak 3
extra budget bruggen Laakzone
kostenbijdrage aanleg warmte/koudeopslag
-0,4
0,3
1,5
taakstellende besparingen
taakstellende besparingsdoelstelling
-2,4
Totaal
-13,3
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
5
3. Lagere financieringslasten door lagere rente
Als gevolg van de lagere marktrente is het rentepercentage op (BNG) leningen ter financiering van
OBV activiteiten bijgesteld van gemiddeld 5% naar 3,5%. Dit leidt tot lagere financieringslasten
binnen de grondexploitatie voor een bedrag van € 20,5 mln.
4. Inzet opgebouwde risicovoorziening
Vanaf de start van Vathorst is een risicovoorziening opgebouwd om risico’s binnen de
grondexploitatie te kunnen opvangen. Voor een belangrijk deel zijn dat risico’s die betrekking op de
realisering van het woningbouwprogramma met bijbehorende grondwaarden. Deze risicovoorziening
was in 2011 gevuld met een bedrag van € 45,5 mln.
De afgelopen jaren zijn vanwege de situatie op de woningmarkt de woningprijzen aanzienlijk gedaald,
gemiddeld met ongeveer 20%. Daardoor zijn ook de relatief hoge grondwaarden in Vathorst niet
langer realistisch en zullen deze naar rato ook naar beneden moeten worden bijgesteld.
Omdat de risicovoorziening voor dit soort situaties is bedoeld, wordt deze voorziening binnen het
actuele exploitatiebeeld vrijgemaakt en in zijn geheel ingezet .
5. Exploitatiesaldo Vathorst naar - € 18 mln.
De bijstellingen onder 1 hebben binnen de grondexploitatie opgeteld een negatief effect van in totaal €
114,3 mln. De bijstellingen onder 2, 3 en 4 hebben opgeteld een positief effect van in totaal € 85,5
mln.
Per saldo is dat een bedrag van - € 28,8 mln. Dit zijn zogenaamde nominale bedragen, dat wil zeggen
in geldwaarde uitgedrukt op basis van het eindresultaat in 2025.
Om het saldo van de actuele grondexploitatie 2013/2014 te bepalen moet het nominale eindresultaat (€ 28,8 mln.) omgerekend worden naar de netto contante waarde (NCW) per 2013. Die NCW bedraagt
- € 18 mln. waarmee de omvang van het actuele exploitatietekort over de periode 2013 tot 2025 is
bepaald.
Inde volgende tabel is het nieuwe exploitatiebeeld samengevat.
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
6
Overzicht mutaties concept GREX 2013/2014
(* € mln)
planning
verlenging exploitatieperiode
kosten en opbrengsten
bijstelling woningbouwprogramma
vrijval risicoreservering
kostenbesparing
budget WKO en brug Laak 2
besparing algemene kosten OBV
rente- en faseringskosten
bijstelling indexering
gevolgen vertraging en verlenging
bijstelling rekenrente financiering
nominale financieel effect
Netto contante waarde (NCW)
mutaties
grex 2012
mutaties
grex 2013/14
totaal
+ 3 jr
+ 5 jr
-18,3
30,5
8,2
€ 20,4
-30,9
15,0
6,9
-1,8
6,2
€ -4,6
-49,2
45,5
15,1
-1,8
6,2
15,8
-8,1
-19,2
6,3
€ -21,0
-6,1
-31,7
14,2
€ -23,6
-14,2
-50,9
20,5
-44,6
-0,6
€ -28,2
-28,8
€ -18,0
6. Afspraken over een sluitende grondexploitatie en over resterende risico’s
Aandeelhouders onderkennen de noodzaak en het belang van een sluitende grondexploitatie en dat het
actuele exploitatiebeeld – een tekort van NCW € 18 mln.- daarom om aanvullende maatregelen
vraagt. Wij hebben met Vathorst Beheer afgesproken daarvoor de eerder genomen winsten uit de
grondexploitatie - als zijnde te vroeg genomen voorschotten op het eindresultaat- als volgt in te zetten:
Sluitende grondexploitatie
 de in 2006/2007 door beide aandeelhouders genomen winsten (totaalbedrag van € 18,3 mln.)
worden gebruikt om het tekort van € 18 mln. in de grondexploitatie 2013/2014 af te dekken;
 dat gebeurt in de vorm van een vordering van OBV op beide aandeelhouders, elk voor € 9
mln.;
 de vordering van € 9 mln. per aandeelhouder dient door de aandeelhouders te worden
terugbetaald, in ieder geval uiterlijk bij voltooiing van Vathorst;
 aan de vordering wordt jaarlijks de binnen de grondexploitatie gehanteerde rekenrente
toegerekend die door aandeelhouders vanaf 1 januari 2014 jaarlijks vóór 31 december van elk
jaar aan OBV wordt vergoed (op basis van 3,5% is dat per aandeelhouder ca. € 300.000,-);
 de marktpartijen binnen Vathorst Beheer geven ieder een concerngarantie af aan OBV, ter
zekerstelling van deze vordering van in totaal € 9 mln.;
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina


7
de vordering van € 9 mln. van OBV op elk der aandeelhouders staat los van en naast de in de
artikel 4.10 GROK vastgelegde 50-50% deling in een mogelijk verlies bij voltooiing van
Vathorst tot een bedrag van maximaal 22 mln.;
deze afspraken zullen nader worden uitgewerkt in een tussen partijen te sluiten overeenkomst.
Resterende risico’s
Voor de resterende planperiode doen zich nog wel risico’s voor, die vooral liggen in de afzet van
resterende gronden voor woningbouw, voor winkels en voor kantoren in het kantorengebied Podium.
Voor deze risico’s in de grondexploitatie is het nodig de komende jaren een voorziening op te bouwen,
waarvan het totaalbedrag nu gecalculeerd wordt op € 11 mln. In de eerste plaats en vooral door kansen
te benutten om het behoedzame afzettempo te verhogen, met daarnaast aanvullende mogelijkheden
voor kostenreducties op uitvoering van werk, gunstige aanbestedingen en prijsvoordelen. Bij de
jaarlijkse herziening van de grondexploitatie zullen de resultaten daarvan financieel worden vertaald.
7. Nieuwe procesafspraken voor de samenwerking in Vathorst
Partijen hebben nieuwe afspraken gemaakt over de samenwerking die passen bij de actualiteit van de
huidige opgave voor Vathorst, met een verscherpte focus op risicobeheersing, doorlooptijd en markt.
Die afspraken zijn neergelegd in het document ‘Procesafspraken Vathorst’ van 9 oktober 2013, dat u
als bijlage aantreft.
Belangrijke onderdelen van die afspraken zijn de wijze van gronduitgifte in relatie tot harde afspraken
over grondafname dan wel teruggave van projecten .
Op basis daarvan kan aan derden ontwikkelaars de gelegenheid worden geboden projecten te
ontwikkelen in Vathorst.
Daarmee heeft OBV een breder spectrum aan mogelijkheden voor en ontstaat meer zekerheid over het
verkrijgen van de noodzakelijke opbrengsten. Periodiek zullen deze procesafspraken worden
geëvalueerd.
8. Verdere afspraken
Versterken rol aandeelhouders
Vanwege de sterk veranderende marktomstandigheden en de effecten daarvan voor de resterende
opgave voor Vathorst hebben aandeelhouders - na een intensief proces van bijna 2 jaar onderzoek,
overleg en onderhandeling – ook voor het vervolg afgesproken actief en nauwlettend de vinger aan de
pols te houden.
Meer specifiek willen aandeelhouders hun sturende en toezichthoudende rol binnen OBV meer
gezamenlijk - met als uitgangspunten transparantie en integraliteit- inhoud en vorm geven.
Daartoe zal de inrichting van de grondexploitatie Vathorst worden aangepast, waardoor het ook
mogelijk is op de uitvoering van die rol meer toegesneden managementrapportages te presenteren.
Hier ligt ook een belangrijke rol voor de stuurgroep Vathorst. Dat alles in het besef dat de voltooiing
van Vathorst een bijzondere inspanning vraagt. In dat kader hebben aandeelhouders ook besloten
nader te bekijken of de huidige overlegstructuur nog verder kan worden gestroomlijnd.
Geen afspraken over Vathorst West en Noord
De nu gemaakte afspraken hebben alleen betrekking op Vathorst Bestaand. Over Vathorst West en
Noord zijn in dit onderhandelingstraject géén afspraken gemaakt .
Wij hebben Vathorst Beheer meegedeeld dat wij eerst met de gemeenteraad zullen bespreken hoe nu
verder om te gaan met Vathorst West en Vathorst Noord.
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
8
BEOORDELING ONDERHANDELINGSRESULTAAT
Evenwichtig en bevredigend
Wij kunnen instemmen met het totale pakket maatregelen binnen de grondexploitatie Vathorst, met de
wijze waarop voorzien wordt in een sluitende grondexploitatie en met de nieuwe procesafspraken voor
de samenwerking We vinden dit een evenwichtig pakket voor beide aandeelhouders.
Voor ontwikkelende en bouwende partijen is het van belang dat het woningbouwprogramma is
aangepast aan de marktvraag met daarbij passende grondwaarden. Daarmee kunnen zij tegemoet
komen aan de vraag van de (woning)consument en betere afnamegaranties aan OBV bieden. Voor de
langere termijn wordt perspectief op productie geboden.
Onze inzet was er primair op gericht de grondexploitatie Vathorst en OBV financieel ‘op orde te
brengen en te houden’ met het oog op een financieel gezonde en beheersbare basis voor de verdere
ontwikkeling van Vathorst. Dat is nu met een bevredigend resultaat gebeurd.
We hebben nieuwe afspraken gemaakt over de resterende risico’s, hoe daarmee om te gaan en hoe die
te delen. Naast de in de GROK vastgelegde risicodeling in geval van tekorten bij voltooiing van
Vathorst tot een maximum van € 22 mln. , hebben we daar bovenop afspraken gemaakt over een
aanvullende voorziening voor een bedrag van € 18 mln. ten gunste van de grondexploitatie. Dat in de
vorm van een vordering van OBV op partijen (zie punt 6).
Gegeven de productierechten die partijen binnen Vathorst Beheer (VB) hebben, zijn de afspraken over
planontwikkeling en afname van gronden aangescherpt met mogelijkheden voor OBV – in geval van
teruggave door VB partijen - derden ontwikkelaars in te schakelen.
Het woningbouwprogramma is aan de huidige woningmarkt aangepast, waarbij Vathorst Beheer
productierechten heeft afgestaan ten gunste van meer vrije kavels.
Het pakket is ook evenwichtig en bevredigend vanuit het gezamenlijke belang om te blijven werken
aan de ontwikkeling van een duurzame wijk Vathorst. De nu gemaakte afspraken waarborgen dat we
op kwalitatief verantwoorde wijze ‘een wereld van verschil’ in Vathorst realiseren, als aantrekkelijke
plek om te leven en te wonen.
Wij zullen de komende tijd het afsprakenpakket nog nader op zijn juridische merites (laten)
beoordelen en uitwerken, in het bijzonder ook op het punt van de te sluiten overeenkomst inzake de
vordering van OBV op aandeelhouders van € 18 mln. (zie punt 6).
Jaarlijkse herziening van de grondexploitatie
Wij willen hierbij niet onvermeld laten dat de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie Vathorst
het kader vormt waarbinnen de komende jaren aandeelhouders sturing geven aan de ontwikkeling van
Vathorst.
Dat betekent concreet dat elk jaar nieuwe ontwikkelingen op hun effecten zullen worden verwerkt in
de grondexploitatie waarover aandeelhouders op gebruikelijke wijze besluiten zullen nemen.
Wij hebben afgesproken de raad te raadplegen over de jaarlijkse herziening van de grondexploitatie.
CONSEQUENTIES VOOR DE JAARREKENING OBV/GEMEENTEBEGROTING
Na verwerking van het onderhandelingsresultaat in een actuele en sluitende grondexploitatie, vast te
stellen door de aandeelhouders, kunnen aan de accountant van OBV de Jaarrekeningen van 2012 en
2013 van OBV worden voorgelegd met het oog op het verkrijgen van goedkeurende verklaringen.
Gemeente Amersfoort
raadsinformatiebrief 4525673 pagina
9
Daarmee zijn ook de gemeentelijke risico’s zoals die voortvloeien uit de afspraken over de vordering
van € 9 mln. (zie punt 6) in relatie tot de Gemeentebegroting duidelijk en financieel op te vangen Die
risico’s bewegen zich binnen de in de gemeentebegroting gereserveerde bedragen voor tekorten in
grondexploitaties. In de Gemeentebegroting 2014-2017 zijn daarvoor de noodzakelijke middelen
opgenomen.
De vordering van € 9 mln. van OBV op de gemeente zal in de gemeentelijke Jaarrekening 2013 als
last worden opgenomen door de vorming van een voorziening. Wij willen dit bedrag dekken door
binnen de Reserve Afdekking Kapitaallasten – waarvan de omvang ongeveer € 50 mln. bedraagt en de
looptijd ruim 30 jaar - een bedrag van € 9 mln. vrij te maken. Dat is te realiseren door jaarlijks € 0,7
mln. minder te onttrekken aan deze reserve dan in de gemeentebegroting is voorzien. Het structurele
nadeel daarvan kan worden opgevangen door de gedeeltelijke inzet van de hiervoor bestaande stelpost
‘risico’s grondexploitaties’.
Aan de in de jaarrekening in te stellen voorziening wordt jaarlijks gemiddeld 3,5% rente toegevoegd.
Dit kan worden opgevangen binnen het geheel van de totale rente-exploitatie.
HET VERVOLG
Met deze Raadsinformatiebrief informeren wij u over de gemaakte afspraken als resultaat van de
gevoerde onderhandelingen. Zoals past bij ons bestuurlijk handelen, maken wij afspraken voor zover
aan de orde ‘onder voorbehoud van instemming van de raad’. Daarom leggen wij deze aan u ter
beoordeling voor.
We kunnen ons goed voorstellen dat er bij de raad behoefte is aan een nadere toelichting op en het
kunnen stellen van vragen over het bereikte onderhandelingsresultaat. Daarom is ons voorstel om eerst
op korte termijn een informatieve bijeenkomst met de raad te houden (daar ook voldoende tijd voor te
nemen) en daarna het onderhandelingsresultaat voor debat met de raad voor De Ronde te agenderen.
Aandeelhouders hebben OBV gevraagd het onderhandelingsresultaat in een actuele grondexploitatie
Vathorst 2013/2014 te verwerken. Daar is nog enige tijd mee gemoeid.
Met de raad is afgesproken dat de raad over ingrijpende aanpassingen van de grondexploitatie gepeild
wordt. Wij streven ernaar dat te doen in de loop van januari 2014.
BETROKKEN PARTIJEN
Vathorst Beheer, OBV, gemeenteraad, provincie Utrecht
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester
Procesafspraken Vathorst
OBV, 9 oktober 2013
2
inhoud
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Inleiding
Gebiedsontwikkeling en grondexploitatie
Gronduitgifte
Betrokkenheid derden
Woningbouwontwikkeling
Kwaliteitsbewaking en toetsing
Vrije kavels
Beheer openbare ruimte
Overleg en rapportage
3
1. Inleiding
De huidige marktomstandigheden en de verscherpte focus op
risicobeheersing , doorlooptijd en markt hebben invloed op de
samenwerking binnen Vathorst en de positie van OBV daarbinnen.
Hierdoor is het nodig processen te herijken, passend bij de actualiteit
van dit moment. In deze notitie zijn de belangrijkste procesafspraken
genoteerd.
Voor sommige thema’s is gekozen voor een andere aanpak, die beter
aansluit bij de gewijzigde omstandigheden. Hiervoor zijn nieuwe
procesafspraken gemaakt. De contouren hiervan zijn vastgelegd in
deze notitie. Per thema (8 in totaal) zijn puntsgewijs de hoofdlijnen
beschreven, die desgewenst nader kunnen worden uitgewerkt.
Door de omstandigheden en gesprekken is er de afgelopen jaren al
veel veranderd in de manier van samenwerken. Veel van de
beschreven thema’s worden al uitgevoerd zoals opgeschreven.
Desondanks is het goed om dit nogmaals te markeren.
Deze procesafspraken gelden voor de resterende opgave voor
Vathorst. Voor een deel gaat het dan om de uitwerking van
projectgebieden (bouwenveloppen) binnen eerder vastgestelde
stedenbouwkundige kaders (De Bron, Laak 2A en De Velden 1F),
voor een ander deel om nieuwe stedenbouwkundige plannen (voor
de Laak 2B en Laak 3), gevolgd door de uitwerking van
projectgebieden.
VB heeft de resterende ontwikkeling binnen Vathorst opgedragen
aan 033NieuweWonen (033NW) -waarin alle VB-partners
participeren- en laat zich dus voor de feitelijke ontwikkeling door
033NW vertegenwoordigen.
De inhoud van dit document is tot stand gekomen in samenwerking
met vertegenwoordigers van Vathorst Beheer (VB) en de gemeente
Amersfoort.
2. Gebiedsontwikkeling en grondexploitatie
Hoofdtaken OBV
• gebiedsontwikkeling en vastgoedprogrammering: stedenbouwkundige
kaders/plannen (hoofdopzet, globaal, flexibel); programma
(gedifferentieerd, marktconform, onderscheidend)
• sturen op kwaliteit, binnen vooraf vastgestelde kaders en daarover
rapporteren aan de aandeelhouders
• bouw- en woonrijp maken
• gronduitgifte
• gebiedsmarketing en –communicatie, bewonerscommunicatie
• (tijdelijk) beheer
• grondexploitatie (financiële sturing en risicobeheersing)
opgesteld, passend bij het uitgiftetempo;
- Beeldkwaliteitsplan: de beoogde sfeer en identiteit van de
architectuur en de openbare ruimte. Toetsingskader voor uitwerking
woningbouw en openbaar gebied. Dit document is globaal van opzet
en geeft de essenties aan .
- Uitwerkingsplan: planologische/juridische kader;
- Civieltechnische uitgangspunten, matenplan en bestek: technische
uitgangspunten en randvoorwaarden voor woningbouw
(maaiveldhoogte, riolering, nuts) en openbaar gebied (water,
verharding, groen, verlichting, etc.);
- Productieverdeling en bouwenveloppen.
Randvoorwaarden/input
- Bestemmingsplan Vathorst
- Ontwikkelingsplan Vathorst (duurzaamheid, sfeer, identiteit,
landschap)
- Standaard programma van eisen openbare ruimte
- Grondexploitatie
- Waterstructuurplan
- Verkeer, parkeren, hindercontouren, flora/fauna, geluid, grondbalans
Proces
Het maken van stedenbouwkundige plannen vindt plaats in
samenwerking met VB (partners) , de gemeente en het Kwaliteitsteam
Vathorst, bij voorkeur in workshops en zo nodig in parallelsessies.
Hiervoor wordt een aparte overlegstructuur afgesproken, zodat met
voldoende voortvarendheid en betrokkenheid het beoogde eindresultaat
kan worden bereikt. De eindproducten worden onder regie van OBV na
inbreng van bovengenoemde partijen opgesteld.
Stedenbouwkundig plan
Op basis van bovenstaand takenpakket is OBV o.a. verantwoordelijk voor
het maken van stedenbouwkundige plannen en de verdere uitwerking
hiervan.
Eindproducten:
- Stedenbouwkundig plan dat op hoofdlijnen een visie geeft op het
beoogde eindbeeld;
- Inrichtingsplan, met een nadere uitwerking van de verkaveling tussen
openbaar en uitgeefbaar gebied. Het inrichtingsplan wordt gefaseerd
Een stedenbouwkundig plan wordt vastgesteld in de Stuurgroep/AvA.
Aandachtspunten
- Voldoende globaliteit in de planvorming, zodat er in een latere fase
ruimte en flexibiliteit overblijft voor de opstalontwikkeling;
- Betrokkenheid van inbreng vanuit de markt/consument;
- Voldoende mandaat voor alle betrokkenen.
4
3. Gronduitgifte
Op basis van het stedenbouwkundig plan worden uitgeefbare
projectengebieden (bouwenveloppen) omlijnd. OBV is verantwoordelijk
voor de uitgifte van deze gebieden, rekening houdend met o.a. fasering
en productierechten.
5
-
Een bouwenvelop bestaat uit de volgende componenten:
- Uitgeefbaar gebied en concept stedenbouwkundige verkaveling;
- Richtinggevend woningbouwprogramma;
- Minimale grondprijs GREX;
- Stedenbouwkundige beeldkwaliteit;
- Planning en afnameschema GREX;
- Overige randvoorwaarden (parkeernorm, GPR, politiekeurmerk, etc).
Bovenstaande aspecten worden door OBV per project/bouwenvelop op
hoofdlijnen nader uitgewerkt in een Uitgangspuntennotitie (zie
hoofdstuk 5). Deze uitgangspuntennotitie is leidraad en toetsingskader
voor het vervolgproces.
Aanbieding projectgebieden/bouwenvelop
- OBV zorgt voor de verdeling van de productierechten over de
projectgebieden;
- OBV zorgt voor aanbieding van een projectgebied/bouwenvelop aan
de geselecteerde productiehouder van VB. Deze aanbieding is
inclusief de hierna beschreven Uitgangspuntennotitie;
- De productiehouder bepaalt binnen 3 maanden of hij de bouwenvelop
kan/wil aannemen. Binnen deze periode van 3 maanden vindt overleg
plaats tussen OBV en VB over de actualiteit van de oorspronkelijke
componenten van de bouwenvelop. OBV zorgt voor een bijstelling van
de aanbieding van de bouwenvelop, indien dit gezamenlijk gewenst
wordt geacht.
Acceptatie en afname bouwenvelop
- Indien VB de bouwenvelop accepteert, dan worden de afnamecondities door OBV in een prijsafsprakenbrief vastgelegd.
Deze prijsafsprakenbrief, met de Uitgangspuntennotitie als bijlage,
-
-
wordt binnen de gestelde termijn van 3 maanden door VB, als blijk
van instemming mede getekend.
VB heeft vervolgens 12 -15 maanden de tijd om de bouwenvelop te
ontwikkelen en in de markt te zetten;
De grondafname vindt plaats conform het afnameschema van de
GREX;
Indien VB de bouwenvelop afwijst, dan is OBV vrij om deze aan
derden aan te bieden. Hiervoor geldt de werkwijze zoals opgenomen
in hoofdstuk 4;
VB heeft de mogelijkheid om de afname uit te stellen tegen betaling
van een rentevergoeding. De rentevergoeding is gelijk aan de
rentevoet van de GREX.
Herontwikkeling of ontbinding
- Bij onvoldoende verkoop heeft VB de mogelijkheid de bouwenvelop te
herontwikkelen of te ontbinden, binnen de kaders van de
oorspronkelijke Uitgangspuntennotitie en prijsafsprakenbrief.
- Indien VB de bouwenvelop binnen de periode van 12-15 maanden
annuleert en teruggeeft aan OBV, wordt hiervoor geen aanvullende
vergoeding gerekend;
- Wil VB het project herontwikkelen en ontbinden na 15 maanden, dan
betaalt VB vanaf dat moment een reserveringsvergoeding, ter dekking
van de financiële schade van de GREX; De reserveringsvergoeding is
gelijk aan de indexering van de GREX.
- Het uiterste beslismoment van een eventuele ontbinding wordt in de
prijsafsprakenbrief vastgelegd. Op het uiterste beslismoment wordt
een project terug gegeven aan OBV of garandeert VB de
grondafname.
- Ingeval er sprake is van ontbinding en teruggave onder minder
gunstige condities dan de oorspronkelijke bouwenvelop, ontvangt
OBV een aanvullende vergoeding, gebaseerd op redelijkheid en
billijkheid.
- Herontwikkeling en/of ontbinding vindt plaats binnen de
termijnen/condities en de betaling van een rente- en/of
reserveringsvergoeding, zoals vastgelegd in de prijsafsprakenbrief.
4. Betrokkenheid derden
De woningbouwproductie in Vathorst wordt door OBV toegewezen aan
de productie- en claimhouders. Er kunnen situaties ontstaan, waarbij de
productie- of claimhouders een toegewezen project aan OBV teruggeven.
OBV kan dan andere ontwikkelaars benaderen voor het betreffende
project.
Bij de inzet van derden-ontwikkelaars werkt OBV eveneens met de
systematiek van de bouwenvelop, uitgangspuntennotitie en
prijsafsprakenbrief.
Richtinggevend kader
De vigerende grondexploitatie is het uitgangspunt, waaronder begrepen
de verkaveling, programmering, grondwaarden, planning , index etc.
Dit geldt eveneens voor de na te streven kwaliteitsambitie, zoals
vastgelegd in stedenbouwkundige plannen, uitwerkingsplannen etc.
Samenwerking derden
Uitgangspunt voor samenwerking met andere ontwikkelaars:
• Maatgevend is het realiseren van de taakstellende grondwaarde
(GREX) en beeldkwaliteit. Beide minimaal conform de voorwaarden
aan vaste productiehouders;
• De (herziene) afnameplanning wordt afgeleid van de GREX;
• Het programma is door de ontwikkelaar (samen met OBV) nader uit te
werken;
• OBV zal de bouwenvelop in beginsel in concurrentie op de markt
brengen (meerdere partijen).
• Indien OBV over een bouwenvelop rechtstreeks met één partij
afspraken wenst te maken, vindt vooraf overleg plaats met een
vertegenwoordiger van beide aandeelhouders;
• OBV rapporteert aan de Stuurgroep (hoofdstuk 9) over de inzet van
derden ontwikkelaars;
• De processtappen met derden-ontwikkelaars worden op een
vergelijkbare manier doorlopen als met vaste productiehouders.
6
Nadere besluitvorming
Indien mocht blijken dat OBV met een andere ontwikkelaar de
taakstellende grondwaarde en kwaliteit niet kan realiseren, dan volgt
nadere besluitvorming over het project door de aandeelhouders.
5. Woningbouwontwikkeling
7
Uitgangspuntennotitie
Belangrijk is dat de uitgangspunten voor de woningbouwontwikkeling
helder en eenduidig zijn en hiermee ook de toetsingskaders. Deze
worden door OBV samengevat in een Uitgangspuntennotitie en komen
voort uit de in hoofdstuk 2 benoemde eindproducten en de
Grondexploitatie.
De opzet van de uitgangspuntennotitie is beschreven in hoofdstuk 3.
Meer ruimte en verantwoordelijkheid voor de ontwikkelaar stelt
uiteraard ook een aantal eisen aan de capaciteit en ervaring.
Er moet sprake zijn van voldoende kwaliteitsnotie, mandaat/ruimte voor
creativiteit en eigen verantwoordelijkheid, zodat iedereen in
zelfstandigheid z’n werk kan doen.
Indien geen gezamenlijk resultaat bereikt kan worden, vindt overleg
plaats op directieniveau.
Woningbouwontwikkeling
Aan de hand van de Uitgangspuntennotitie zal de opstalontwikkelaar de
ontwikkeling oppakken en uitwerken. OBV bewaakt de planning en stuurt
op de stedenbouwkundige kwaliteitsaspecten mede in relatie tot het
bouwenvelop/woningbouwniveau, terwijl VB stuurt op het
marktconform ontwikkelen van de bouwenvelop/woningbouw mede in
relatie tot de stedenbouwkundige aspecten.
Ontwerpteam 033NW
Het planproces en de samenwerking tussen OBV en 033NW krijgt
concreet gestalte in de vorm van een zgn. Ontwerpteam:
Verantwoordelijkheid voor de ontwikkelaars
De Uitgangspuntennotitie geldt als afsprakenkader voor de
woningbouwontwikkeling, met daarbinnen een voldoende vrijheid en
eigen verantwoordelijkheid voor de ontwikkelaars:
• door het op een hoger abstractieniveau formuleren van de
stedenbouwkundige kaders en daarmee de essentie van het
deelplan/de bouwenvelop te identificeren, ontstaat meer ruimte
binnen het beoogde kwaliteitsniveau;
• vrijheid in de opgave van de woningbouwinvulling en mogelijke
verdichting/verdunning, passend binnen een lumpsum grondprijs en
gemeentelijke randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld de parkeernorm,
passend binnen de uitgangspunten;
• Vroegtijdige toetsing van de prijs-kwaliteitverhouding
(stedenbouwkundig plan vs. bouwprogramma) en integratie van
stedenbouw en architectuur.
Samenstelling
OBV: 1 procesmanager
O33NW: 1-2 ontwikkelaars
Vertegenwoordiger Toetsteam en/of architect (indien gewenst)
Taken
• onderling afstemmen en tot stand brengen van uitgangspuntennotitie
per projectgebied/bouwenvelop
• afstemming woningontwerpen
• afstemming ontwerp met raakvlakken openbaar/privé en daarmee
samenhangende inrichting openbare ruimte
• bewaken voortgang en planning
Workshopmodel
• Slagvaardig, frequent
• Indien nodig/gewenst gezamenlijk met architect/Toetsteam.
Sturing
De directies van OBV en VB/033NW staan op afstand en monitoren het
proces.
6. Kwaliteitsbewaking en toetsing
Kwaliteitsteam
Het Kwaliteitsteam toetst uitsluitend de Vathorstbrede plannen, zoals
stedenbouwkundige plannen, inrichtingsplannen, structuurvisies,
aangepaste beeldkwaliteitseisen, algemeen beleid, etc.
Het kwaliteitsteam komt 1 à 2 keer per jaar bij elkaar, of zoveel vaker als
noodzakelijk. Het Kwaliteitsteam bestaat uit vier leden, met expertise op
het gebied van stedenbouw, architectuur, beheer en duurzaamheid. De
leden worden benoemd door de Stuurgroep, op voordracht van de
directie OBV.
Toetsteam
Het Toetsteam zorgt voor bewaking en toetsing van de woningbouwontwikkeling. Toetsing vindt plaats op aspecten architectuur en
stedenbouw, binnen de totale ontwikkelingsopgave van Vathorst.
Het Toetsteam vergadert in de regel één keer per maand. In het
Toetsteam zijn de supervisor, het Kwaliteitsteam en welstand (in de
persoon van de stadsbouwmeester) vertegenwoordigd. Uitgangspunt
voor het Toetsteam is de in het vorige hoofdstuk benoemde
Uitgangspuntennotitie.
OBV faciliteert het Toetsteam. Dat wil zeggen dat de voorzitters- en
secretariaatsrol door OBV wordt vervuld. OBV zal de agenda,
verslaglegging en de stukken verzorgen.
Bij de behandeling van planvoorstellen door het Toetsteam, is de
ontwikkelaar en/of architect aanwezig.
Welstand
Bouwplannen worden inhoudelijk op welstandsaspecten getoetst door
de stadsbouwmeester, die deel uit maakt van het Toetsteam.
8
Supervisor
De directe inbreng van de supervisor is afgenomen, omdat de
Uitgangspuntennotitie als leidraad geldt. Hiermee wordt tijd (en geld)
gewonnen in de doorlooptijd van het planproces.
Om de kwaliteitsopinie te borgen maakt de supervisor van het
stedenbouwkundige bureau deel uit van het Toetsteam. Hij is ad hoc
beschikbaar bij eventuele wijziging van de uitgangspunten en/of bij
behoefte aan aanvullende expertise.
7. Vrije kavels
OBV heeft o.a. als taak het uitgeven van bouwrijpe grond en is daarmee
ook verantwoordelijk voor de verkoop van vrije kavels aan particuliere
opdrachtgevers. Het principe is dat OBV de vrije kavels verkoopt.
Vrije kavels ’oude’ projecten
De vrije kavel-projecten worden veelal gerealiseerd op teruggegeven
grondposities van dure en/of onverkochte projecten. Deze projecten
worden voor rekening/risico van de grondexploitatie als vrije kavel
verkocht.
Over de verkoop van vrije kavels zijn de volgende afspraken gemaakt:
• Indien een ontwikkelaar een project wil annuleren en de verkoop van
vrije kavels een voor de hand liggende optie is, worden afspraken
gemaakt over teruggave van het project aan OBV;
• Mocht bij de verkoop van een project een koper de wens uitspreken
om de woning om te zetten naar een vrije kavel, dan worden hiervoor
specifieke afspraken gemaakt tussen OBV en de ontwikkelaar;
• OBV bepaalt de verkoopprijs voor een vrije kavel, passend binnen de
kaders van de vigerende grondexploitatie.
Vrije kavels ‘nieuwe’ projecten
Meer vrije kavels past in het beeld van de huidige tijd met een toenemend aandeel particulier opdrachtgeverschap. Ondanks de krimpende
markt is in het duurdere segment sprake van een groeiende afzet van
vrije kavels. Deze marktvraag biedt de mogelijkheid om hogere grondwaarden te realiseren en daarmee de opbrengsten van de GREX ‘op peil’
te houden. Ook kunnen vrije kavels strategisch worden ingezet, om een
deelgebied (op voorhand) beter te positioneren voor de verkoop van
projectwoningen. Indien er sprake is van projectgebieden die direct als
vrije kavel worden uitgegeven en verkocht, dan is dit gebaseerd op een
besluit van de stuurgroep/aandeelhouders.
9
Kostentoerekening
De directe kosten die samenhangen met de verkoop van de vrije kavels,
zoals marketingkosten, makelaarsprovisie, notariskosten etc. komen ten
laste van het project. In de VON-prijs wordt hiervoor een opslag
verdisconteerd.
De indirecte kosten (personeel, overhead), behorende tot de primaire
taak van verkoop en uitgifte van bouwrijpe grond, maken onderdeel uit
van de algemene kosten OBV.
8. Beheer openbare ruimte
Tijdelijk beheer
Gedurende de bouwperiode zorgt OBV ervoor dat de braakliggende
terreinen netjes blijven. Dit gebeurt op verschillende manieren:
- inzaaien met gras en extensief maairegime;
- Inzaaien met bloemenmengels;
- tijdelijk gebruik door loonwerker (mais);
- tijdelijk gebruik door Stichting Stadslandbouw Amersfoort (akkerbouw
en koeien);
- tijdelijk gebruik voor het laten grazen van schapen (Podium).
Voor de komende jaren zetten wij deze manier van tijdelijk beheer
verder voort. Getracht wordt met minimale middelen de nog niet
bebouwde terreinen een aantrekkelijke aanblik te geven.
Beheer opgeleverd openbaar gebied
Op basis van een eerder genomen aandeelhoudersbesluit voert OBV het
beheer over het opgeleverde openbaar woongebied. Hiervoor betaalt de
gemeente Amersfoort aan OBV een vergoeding.
Voor het beheer van het openbaar gebied is door de gemeente en OBV
een contract gesloten. Uitgangspunten zijn:
- OBV zorgt ervoor dat het beheer conform de afgesproken kwaliteit
wordt uitgevoerd (niveau a t/m c);
- OBV handelt de klachten/meldingen van bewoners af;
- OBV ontvangt een kostendekkende vergoeding voor de
uitvoeringswerkzaamheden;
- OBV ontvangt een kostendekkende vergoeding voor de personele
bezetting en bijbehorende overhead.
Het bedrijvenpark en de kantorenlocatie Podium maken geen onderdeel
uit van het beheer door OBV.
10
9. Overleg en rapportage
Stuurgroep
Belangrijkste bestuurlijke overlegorgaan van Vathorst Beheer en de
gemeente Amersfoort. In dit overleg staat het aandeelhoudersbelang
centraal. OBV is als adviseur aanwezig en faciliteert het overleg met
agenda en verslag.
Doel/inhoud:
- Bepalen strategie en beleid;
- Voorbereiding besluitvorming over planvorming, grondexploitatie,
financiering, etc;
- Onderlinge afstemming over de uitvoering en voortgang.
Daar waar partijen (gemeente, VB of OBV) niet tot onderlinge
overeenstemming kunnen komen, vindt agendering in de Stuurgroep
plaats ter nadere besluitvorming.
Aandeelhoudersvergadering
De aandeelhoudersvergadering neemt de formele besluiten, zoals die
door de Stuurgroep Vathorst zijn voorbereid. De aandeelhoudersvergadering vindt ten minste één maal per jaar plaats, ter vaststelling van
de jaarrekeningen van OBV Beheer BV en OBV CV en de vaststelling van
de grondexploitatie.
Operationele overleggen
Voor de operationele voortgang en afstemming vinden op meerdere
niveaus overleggen plaats tussen OBV en vertegenwoordigers van de
aandeelhouders. Het betreft o.a. de volgende overleggen:
- Marketingoverleg met marketingvertegenwoordigers van VB;
- Communicatieoverleg met communicatieadviseurs van de gemeente;
- Grondexploitatieoverleg met planeconomen van VB en gemeente;
11
- Bestuurlijk overleg met wethouders;
- Coördinatieoverleg met ambtelijke vertegenwoordigers;
- Vathorst Beheer met directie OBV
De verschillende overleggen hebben ieder een eigen overlegfrequentie
die in overleg met deelnemers/betrokkenen wordt vastgesteld.
Rapportage
De directie van OBV rapporteert periodiek aan de Stuurgroep. De
frequentie en de inhoud van de rapportage dient nader in de
Stuurgroep/AvA te worden vastgesteld.
Deze rapportage bevat o.a. :
- Financiële voortgang i.r.t. grondexploitatie (kosten, opbrengsten,
planning, cashflow);
- Voortgang en forecast planontwikkeling en verkoop
- Prijsafspraken derden;
- Verkoop vrije kavels;
- Productierechten;
- Kwaliteitsthema’s.
Vathorst
Tijdlijn ontwikkeling
GREX:
grondprijs wordt geindexeerd cf parameters GREX tot de beoogde afname data van de grond
wegens uitblijven inkomsten rentevergoeden cf rekenrente GREX
afsprakenbrief+
uitgangspuntennotitie
Grondafname bij:
verkoop (fase) > 70%
Grondafname bij:
verkoop (fase) > 70%
Tijdlijn:
6-9 mnd
stedenb.plan:
- workshops
- globaal stedenbouwkundig plan
- bouwenveloppen
- uitgiftenotitie
- grondwaarden bouwenv.
- richtinggevend woningb.progr.
- globaal inrichtingsplan
(max) 3 mnd.
bouwenvelop
overleg
12-15 mnd
Buurt/opstalontw.:
(ruimte voor inbreng consument)
- exacte verkaveling bouwenvelop of fase
- opstalontwikkeling
- uitwerking inrichtingsplan
- verkoop
VB besluit tot:
herontwikkelen
(max) 6 mnd.
Extra verkooptijd
Grondafname bij:
verkoop (fase) > 70%
12 mnd
- herontwikkelen
- vergoeding: index uit grex
VB besluit tot:
teruggave
VB besluit tot:
teruggave
derden ontwikkelen de locatie
- cf. uitgangspunten notitie
- grondwaarde te verhogen met de index
derden ontwikkelen de locatie
- cf. uitgangspunten notitie
- grondwaarde te verhogen met de index
PPS Vathorst
(joint-venture)
B Vathorst Beheer B.V.
A Gemeente Amersfoort
Consortium van 5 private partijen
Raad / College
100%
Commanditaire
vennoten
50%
5 vennootschappen
Grondexploitatiebedrijf
Amersfoort B.V.
50%
1 directeur A
OBV Beheer B.V.
1 / 2 directeuren
Algemene vergadering van aandeelhouders A + B
48%
4%
48%
Stuurgroep
Leden A + B
A = 2 / 3 wethouders
B = directeuren private partijen
Commanditaire Vennootschap
Ontwikkelingsbedrijf Vathorst
Gem. grondexploitatie / Grondbank
Vergadering van vennoten A + B
De Ronde 11 februari 2014
Grondexploitatie Vathorst + kapitaalstorting OBV
Enkele opmerkingen
De grondexploitatie voor 2013/2014 (grex2013/2014) is feitelijk een actuele
inventarisatie met als uitgangspunt het creëren van een sluitende exploitatie in 2026.
Een aantal uitgangspunten is speculatief, zoals de ontwikkeling van de woningmarkt, de
renteontwikkeling en het te dekken tekort. Dit kan ook niet anders omdat de markt in
beweging is en de ontwikkelingen gedurende de komende tien tot twaalf jaar
onvoorspelbaar zijn. Elke wijziging in de gepresenteerde grondexploitatie zou in gelijke
mate speculatief zijn. Belangrijk voor de gemeenteraad is een jaarlijkse beoordeling aan
de hand van actuele feiten en ontwikkelingen.
De grex2013/2014 bevat een aantal risico's die ingrijpend kunnen zijn voor het
financiële verloop bij de ontwikkeling van Vathorst gedurende de komende tijd. De
belangrijkste hiervan zijn de gehanteerde rentepercentages (grex pagina 42). Hieruit
spreekt een optimisme dat door de tijd makkelijk kan worden ingehaald. Een voorbeeld:
15 jaar geleden meenden economen dat door de IT-economie grote tegenvallers tot het
verleden behoorden. Twee jaar later moest er puin worden geruimd en bleken alle
prognoses op los zand te zijn gebouwd. Een les voor de renteprognoses voor de
komende tien jaar. Interessant hierbij is de uitgebreide berichtgeving in het FD van 10
februari j.l.: 'Gemeente verhult grondverliezen met dubieuze boekhoudtrucks'.
Gegoochel met rentepercentages vormt hierbij een belangrijke factor.
De grex2013/2014 bevat meerdere risico's die onvoldoende aandacht krijgen. Enkele
voorbeelden: de uitgifte van vrije kavels. De recente uitgifte blijft achter bij de prognoses
en de prijs van € 500/m2 ligt erg hoog in de markt – zeker gezien het aanbod elders
gedurende de komende jaren, zoals De Lichtenberg als veel aantrekkelijker locatie.
Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van deelplan Velden 1f (pagina 20). Het
onttrekken van de vuilnisstort met een begroeide wal is een hypocriete oplossing die het
feitelijke probleem – de nabije vuilstort – niet kan wegpoetsen.
De grex2013/2014 vermeldt enkele ontwikkelingen die voor de OBV-organisatie geen
problemen hoeven op te leveren, maar voor de gemeente des te meer. De uitgifte van
bouwrijpe grond voor het bedrijventerrein verloopt volgens afspraken. Het gevolg
hiervan is wel dat de gemeente met een groeiende grondvoorraad wordt geconfronteerd
en het exploitatieresultaat voor dit gebied van een kleine plus in een min is veranderd.
Een nog grotere risicoverschuiving van de OBV naar de gemeente betreft Podium. Op
pagina 22 van de grex2013/2014 wordt terecht opgemerkt dat de gemeente
contractueel garant staat voor de afname van bouwrijpe grond door VOF Podium.
Indien de provincie daarnaast haar restrictief beleid ten aanzien van kantorenlocaties
doorzat, ontstaat er voor de gemeente een tekort op Podium dat in de Begroting 2014
van de gemeente niet is voorzien.
In de grex2013/2014 wordt een bezuiniging van € 1,2 miljoen opgevoerd door minder
marketing. Dit is middenstandsbeleid. Juist bij tegenvallende ontwikkelingen is het
handhaven of uitbreiden van marketingactiviteiten noodzakelijk.
Overigens zou het een goede gedachte zijn om de OBV-organisatie en het
informatiecentrum te huisvesten in het leegstaande C1000-pand aan de
Bergenboulevard. Leegstand op deze 'zichtlocatie' is jammer en het pand is groot genoeg
om de maquette en overige onderdelen van het centrum onderdak te bieden.
De gevraagde kapitaalstorting is een logisch gevolg van het accepteren van de
grex2013/2014. De illusie die wordt gewekt dat gemeente en private partners op
gelijkwaardige wijze voor het berekende tekort van € 18 miljoen NCW garant staan, is
echter onjuist. De gemeente moet omstreeks 2015 € 9 miljoen beschikbaar stellen, een
bedrag dat gefaseerd of ineens binnen de gemeentelijke begroting moet worden gedekt.
Dit geldt eveneens voor de jaarlijkse rentestorting van € 300.000 aan het OBV.
De private partners kunnen het door hen gegarandeerde bedrag op het fiscaal meest
gunstige moment gedurende de exploitatieperiode storten (zie artikel III.5 in de
Overeenkomst van additionele kapitaalstorting). De jaarlijkse rentebijstorting van €
300.000 is voor de private partijen relatief makkelijk te dekken. Bij een nagestreefde
woningproductie van 300 woningen per jaar betekent dit dat de private partijen
omgerekend € 1.000 per woning in de verkoopprijs moeten wegwerken.
Ondanks een aantal kanttekeningen en bedenkingen steunt de GVV de voorliggende
grex2013/2014, dit in het besef dat elke wijziging hierin het fragiele evenwicht in de
voorgestelde grondexploitatie op moeilijk te repareren wijze verstoort. De toekomst zal
uitwijzen of de uitgangspunten in de grex2013/2014 de toets der tijd kunnen doorstaan.
De toekomst is te onvoorspelbaar om voor het actuele moment zekerheden te
verschaffen.
Raphaël Smit
Groep Van Vliet
(ongecorrigeerde tekst)
Verslag De Ronde op 11 februari 2014: Grondexploitatie Vathorst (PEILING) + Kapitaalstorting in
Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (VOORBEREIDING BESLUIT)
Voorzitter:
Oostlander-Çetin
Secretaris: Pen
Aanwezig: Beltman, Dijksterhuis, Killi, Van Koningsveld, Kraanen, Nederkoorn, Prins
Pers:
ja
Publiek: 10
Conceptverslag: MKW secretariaatsservices
Portefeuillehouder: Buijtelaar, Van der Werff
Ambtenaar/Gast:
Hoogland (gemeente Amersfoort)
Reg. nr.:
4613848
Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail: [email protected]
Punt
Inhoud
Actie
Peiling grondexploitatie 2013/2014:
Peilpunten:
1.
Wij stemmen in met de verwerking van het 'Onderhandelingsresultaat Vathorst' in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als belangrijkste elementen:
 aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van de toekomstige woningmarkt;
 aanpassing indexering kosten en opbrengsten van de actualiteit;
 besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering
van werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente;
 de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te
zetten;
 voor de resterende risico's de komende jaren een nieuwe risicovoorziening binnen de grondexploitatie op te bouwen;
2.
Wij stemmen ermee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de
grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst
worden ingezet.
Raadsvoorstel kapitaalstoring in OBV
Beslispunt:
In te stemmen met een additionele kapitaalstoring in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst,
zonder die in mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private
partijen om bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van €22 miljoen bij te dragen in een eventueel verlies van OBV.
Voorzitter (Oostlander-Çetin):
- De heer Smit van Groep Van Vliet is ziek. Zijn schriftelijke inbreng wordt aan
het verslag toegevoegd.
PvdA (Killi):
- De raad had actiever betrokken moeten zijn bij het proces. Goed inzichtelijk
is geworden op welke punten nog invloed kan worden uitgeoefend. Het gaat
om enorme bedragen. In de toekomst moet de raad een andere betrokkenheid hebben bij dergelijke grote projecten.
- Is blij met het eindresultaat en heeft het college hiervoor gecomplimenteerd.
- Het is een mondiaal probleem: woningen die niet worden gebouwd/verkocht
wat invloed heeft op de prijs van deze woningen en de belastinginkomsten.
SP (Beltman):
- Het is een groot probleem en het gaat om veel geld. De raad is slechts
fragmentarisch betrokken en kan zich moeilijk een oordeel vormen over de
collegevoorstellen. Dringt aan op een grondiger en gedegener discussie in
de raad. Voor de complexiteit en de grootte van de problematiek is in de
raad te weinig ruimte.
1
-
Verwijst naar krantenartikel: "Gemeente verhult grondadviezen met dubieuze boekhoudtrucs". Door de rente te verlagen wordt op korte termijn financieel theoretisch winst gegenereerd wat over een aantal jaren kan omslaan.
Hoe wordt daarmee omgegaan?
VVD (Kraanen):
- Is het in Amersfoort een boekhoudkundige truc?
- Betreurt het dat Groep Van Vliet niet aanwezig is om hun kijk hierop te kunnen geven.
SP (Beltman):
- De renteverlaging levert in dit voorstel € 20 miljoen op.
D66 (Nederkoorn):
- Het is een middel om het financiële plaatje nu goed te krijgen, maar er wordt
een risico gecreëerd. SP haalt het krantenartikel terecht aan.
- De raad is de afgelopen maanden door het college geïnformeerd. Nu wordt
het onderhandelingsresultaat afrondend besproken. Daarna zou het goed
zijn als een werkgroep de raad betrokken houdt.
PvdA (Killi):
- Na de verkiezingen moet worden gediscussieerd of grote projecten door
een raadscommissie kunnen worden opgepakt die dossier kan opbouwen
en aan de knoppen kan draaien. De huidige werkwijze zet de raad op afstand, waardoor de controlerende functie onvoldoende kan worden ingevuld.
Voorzitter (Oostlander-Çetin):
- Stelt vast dat er behoefte is aan een grotere betrokkenheid, ook over het
nemen van risico’s en het controleren. Stelt voor het presidium naar een
werkvorm te vragen.
SP (Beltman):
- Hoe kan deze peiling worden afgerond als nog moet worden nagedacht
over de renteverlagingsproblematiek?
- Het gebruiken van de risicovoorzieningen is geen boekhoudkundig trucje
maar goed bestuur. Wat betekent dat voor het weerstandsvermogen?
D66 (Nederkoorn):
- Het krantenartikel verwijst naar gemeenten die een veel groter risico nemen.
Als de peiling nu niet wordt afgerond, is de onderhandeling voor niets gedaan, is het probleem niet opgelost en kan niet op korte termijn tot een
goedgekeurde jaarrekening worden gekomen. Het probleem wordt daarmee
vergroot. Wil de onderhandeling afsluiten om verder te kunnen met Vathorst. Hiermee wordt een enorm verlies genomen.
CDA (Van Koningsveld):
- Is het eens met de aanpassing van het woningbouwprogramma en fasering.
De markt is veranderd en moet worden gevolgd. Ziet een markt voor eenpersoonswoningen.
- De aanpassing van de indexering is een boekhoudkundig trucje. Heeft
daarmee enige moeite. Waarom wordt de indexering aangepast?
- Besparingen doorvoeren op het OBV en uitgaan van lagere financieringslasten door een lagere rente is een risico. Er moet rekening worden gehouden
met andere scenario’s. Kan hiermee nu instemmen. Het risico is niet lang
vol te houden.
2
-
De bestaande risicovoorziening geheel inzetten is een rug-tegen-demuurbesluit. Als het niet wordt gedaan, wordt het erger.
Wil binnen de grondexploitatie een nieuwe risicovoorziening opbouwen en
niet extern.
De gemeente levert € 9 miljoen van de winst in. De andere partijen doen dit
ook, maar hebben hiervan een belastingvoordeel.
VVD (Kraanen):
- Complimenteert het college voor het behaalde resultaat.
- Waarom wordt de risicovoorziening leeggemaakt en een volgende direct
weer opgebouwd?
- Stemt in met alle peilpunten.
- De kwaliteit van de openbare ruimte mag niet achteruitgaan door dit onderhandelingsresultaat.
ChristenUnie (Dijksterhuis):
- Kan op hoofdlijnen instemmen met de peilpunten.
- Twijfelt bij de toekomstbestendigheid van deze oplossing. Hoe toekomstbestendig is een rekenrente van 3,5%?
- Het is verstandig de risicovoorziening langzaam weer op te bouwen.
GroenLinks (Prins):
- Stemt in met de peilpunten.
- Deelt de zorg van de andere partijen. De risico’s blijven.
- Heeft zorgen over de kwaliteit van de wijk door de aanpassing van het woningbouwprogramma.
- Is tevreden over de informatievoorziening.
D66 (Nederkoorn):
- Kan geen grip krijgen vanwege complexiteit. Vindt het moeilijk op dit voorstel te reageren. Heeft het gevoel dat het goed is, maar kan niet reageren
vanuit deskundigheid.
- Betreurt het dat voor een peiling is gekozen voor een dergelijke wezenlijke
aanpassing. Met een raadsbesluit kan nog een wijziging worden aangebracht.
- Volgens een rapport van Fakton moeten gemeenten zich herbezinnen over
woningbouw. Vathorst blijft op de agenda staan. Vraagt het college de raad
goed te informeren.
- De raad zou een bredere discussie moeten hebben over boekhoudkundige
technieken. Kan de raad zijn controlerende taken nog uitvoeren? Geeft dit
de heer Prins mee naar de commissie Begroting & Verantwoording.
- Het duurdere segment is nog groot. Denkt dat dit het maximaal haalbare is.
Is blij dat de private partijen een terugstorting doen. De overige punten zijn
voornamelijk pijnlijk.
- Is voor peilpunt 2 om het risico voor de toekomst beter te verdelen.
Wethouder (Van der Werff):
- Wethouder Buijtelaar is de aandeelhouder die de gemeente vertegenwoordigt en heeft mandaat om in onderhandeling te gaan.
- Heeft geprobeerd de raad na iedere onderhandeling te informeren. Niet alle
partijen hebben dat altijd bijgewoond.
- Waar de gemeente een storting doet en verplicht is rente te betalen, geldt
dezelfde lage rente. Heeft geprobeerd de risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. De rente is afgedekt. Hoopt dat het beter gaat met de economie en de
bouwsector.
- Vindt het belangrijk de raad mee te nemen in de toekomst. Vindt het belang3
-
-
rijk dichter op het proces te zitten.
De directeur van het OBV is aanwezig en heeft het signaal over eenpersoonswoningen ongetwijfeld gehoord.
Wil de risicovoorziening zo snel mogelijk weer opbouwen. Is uitgegaan van
een sober scenario. Is blij dat ook de marktpartijen zich hebben laten overtuigen om dit traject in te gaan. Het is goed voor Amersfoort dat een doorstart wordt gemaakt.
De kwaliteit van de wijk heeft aandacht gehad en mag niet worden aangetast vanwege een financieel dilemma. Wil de bestaande bewoners niet opzadelen met een mindere kwaliteit.
Wethouder (Buijtelaar):
- Tegenover een wens staan kosten en opbrengsten. Het is moeilijk dat te
prognosticeren. Dit traject heeft een zeer lange looptijd. Het langjarige
"blauwdruk denken" is niet meer mogelijk. Het college heeft de nieuwe nota
Grondbeleid vastgesteld. Waar meer de regie voor belangrijke zaken wordt
genomen, moet worden geaccepteerd dat daarmee risico wordt gelopen.
- De parameters bij het vaststellen van de Grex worden jaarlijks geïndexeerd.
Op basis van wat experts denken worden elementen bepaald die geïndexeerd moeten worden en met welke percentages. De indexering is aangepast, waardoor nu een negatief effect zichtbaar is van € 14,2 miljoen. Ook
het uitsmeren en veranderen van het woningprogramma heeft negatieve effecten.
- Wil bouwen wat de markt wil, rekening houdend met de eisen aan de samenstelling van de woningen en de kwaliteit van de openbare ruimte.
- De opgebouwde risicovoorziening is een dekkingsmiddel en zit binnen het
OBV. Deze wordt nu uitgenut. Dit is naar het huidige prijspeil netto contant
€ 18 miljoen, waarvan € 9 miljoen voor de gemeente.
- De grondexploitatie wordt sluitend gemaakt met de huidige kennis. Prognoses worden jaarlijks herzien. Als de prognoses negatief worden, moet worden bijgepast. Opplussen is niet mogelijk.
- Er is ruimte voor € 175 miljoen om als werkkapitaal het gebied te ontwikkelen. Dat kapitaal is niet geheel uitgenut. Met het huidige rentepercentage
van 2,35 is een nieuwe lening aangegaan. Dit telt mee in het totaal van de
aangegane leenverplichtingen van het OBV. Als de looptijd is afgelopen
moet een nieuwe lening worden aangegaan voor het bedrag dat dan nodig
is.
- Het risico van het OBV kan wellicht op een andere manier worden beoordeeld. De risicovoorziening van het OBV doet niets voor de bepaling van
het weerstandsvermogen van de gemeente.
D66 (Nederkoorn):
- Omdat de risicovoorziening bij het OBV zat, telt het bedrag niet mee in het
weerstandsvermogen van de gemeente. Nu de risicovoorziening op is,
wordt het risicoprofiel wel zwaarder. Daarmee wordt de weerstandsratio lager.
Wethouder (Buijtelaar):
- Deze redenering is juist. De pot wordt weer aangevuld om weer "vet op de
botten" te creëren. Het is prettig als er een risicovoorziening is.
SP (Beltman):
- Wat is het risico voor de gemeente ten aanzien van het bedrag van € 22 miljoen?
4
Wethouder (Buijtelaar):
- Het bedrag voor de gemeente is € 11 miljoen. Dat is het in het contract
vastgestelde risico. Het maximum geldt alleen voor de marktpartijen. Dat
wordt nu verhoogd, omdat de marktpartijen meedoen met de voorziening
van € 18 miljoen. Het totale risico gaat van € 22 naar € 40 miljoen. Alles wat
daarboven zit, gaat volledig richting de gemeente.
CDA (Van Koningsveld):
- Vraagt verduidelijking over de indexering. Parameters leiden tot een index
die wordt gevolgd of is het een niet-bestaande index die wordt gevolgd?
Wethouder (Buijtelaar):
- De raad stelt jaarlijks de parameters voor de grondexploitaties vast. Hier
wordt daarvan afgeweken bij een aantal parameters. Het effect daarvan is
terug te zien in de opbrengsten. De stijging van de opbrengsten wordt tot
2016 op nul gezet. De kosten gaan naar beneden. Deze worden gesaldeerd.
Voorzitter (Oostlander-Çetin):
- De concept Grondexploitatie 2013/2014 is voldoende besproken. Er moet
worden nagedacht hoe de raad verder betrokken kan worden.
- Vraagt aanwezigen te reageren op peilpunt 2.
CDA (Van Koningsveld):
- Het is een rug-tegen-de-muurbesluit. Het is op dit moment het beste om te
doen. Stemt in met peilpunt 2.
D66 (Nederkoorn):
- Is akkoord met peilpunt 2. Vindt het principieel juist dat de eerdere winstneming wordt terugbetaald.
- De gemeente sluit een lening af en gaat daarover rente betalen. Wordt een
strategie ontwikkeld om de gemeente voor te bereiden op eventuele terugbetaling?
Wethouder (Buijtelaar):
- De rente wordt jaarlijks betaald.
- Structureel is tot 2017 een bedrag van € 3,5 miljoen vastgelegd. Incidenteel
gaat het om een bedrag tussen € 40 en € 45 miljoen. Het bedrag van circa
€ 9 miljoen wordt daaruit gefinancierd.
Conclusie:
- Fracties oordelen positief de peilpunten 1 en 2.
- Enkele fracties vinden dat de raad actief betrokken moet worden/blijven bij
grote projecten en relevante ontwikkelingen in een vaste samenstelling
moet bespreken.
- Enkele fracties verzoeken om een nader gesprek in De Ronde (bij voorkeur
in de Commissie B&V) over de gevolgen en risico’s van boekhoudkundige
maatregelen (rentewijziging, risicovoorziening, gemeentelijke weerstandsratio).
- Het raadsvoorstel over de additionele kapitaalstorting kan naar Het Besluit
zonder debat en zonder moties of amendementen.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 maart 2014
de griffier,
de voorzitter,
5
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)
Titel
van
20.00 tot
aantal bezoekers:
21.30 uur
10
Notulist
Reg.nr.
4612015
Grondexploitatie Vathorst 2013/2014
(PEILING)
Soort verslag
College van B&W
Verslag
Soort
activiteit
Peiling
Peiling
Peilpunten:
1. Wij stemmen in met de verwerking van het ‘Onderhandelingsresultaat
Vathorst’ in een actuele grondexploitatie 2013/2014 voor Vathorst, met als
belangrijkste elementen:
* aanpassing woningbouwprogramma en fasering naar huidige inschatting van
de toekomstige woningmarkt
* aanpassing indexering kosten en opbrengsten aan de actualiteit
* besparingen door te voeren op algemene kosten OBV, op uitvoering van
werk en uit te gaan van lagere financieringslasten door een lagere rente
* de bestaande risicovoorziening in zijn geheel vrij te maken en in te zetten
* voor de resterende risico’s de komende jaren een nieuwe risicovoorziening
binnen de grondexploitatie op te bouwen
2. Wij stemmen er mee in dat ter afdekking van het resterende tekort in de
grondexploitatie de eerder genomen winsten uit de grondexploitatie Vathorst
worden ingezet.
Portefeuillehouder Buijtelaar, Lubbinge,
Oostlander-Çetin
Pen
Van der Werff
Opsteller
Verslag
Hoogland
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Beltman (SP), Dijksterhuis (CU), Killi
(PvdA), Van Koningsveld (CDA), Kraanen
(VVD), Nederkoorn (D66), Prins (GL)
Inspreker(s)
Fracties oordelen positief de peilpunten 1 en 2.
Enkele fracties vinden dat de raad actief betrokken moet worden/blijven bij grote
projecten en relevante ontwikkelingen in een vaste samenstelling moet bespreken.
Enkele fracties verzoeken om een nader gesprek in De Ronde (bij voorkeur in de
Commissie B&V) over de gevolgen en risico’s van boekhoudkundige maatregelen
(rentewijziging, risicovoorziening, gemeentelijke weerstandsratio).
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Conclusie voorzitter
Portefeuillehouder
Ambtenaren
Buijtelaar, Van der
Werff
Hoogland
Advies aan presidium: voldoende besproken
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
De heer R. Smit (Groep van Vliet) is wegens ziekte afwezig. Zijn schriftelijke
bijdrage aan de vergadering wordt toegevoegd aan de stukken.
#4612015 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 GRONDEXPLOITATIE VATHORST 2013/2014
Besluitenlijst De Ronde
datum:
11 februari 2014
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)
Titel
van
21.00 tot
aantal bezoekers:
21.30 uur
10
Notulist
Reg.nr.
4612122
Vathorst: additionele kapitaalstorting in OBV
(VOORBEREIDING BESLUIT)
Soort verslag
College van B&W
Verslag
Soort
document
Voorbereiding besluit
Raadsvoorstel
Beslispunt:
In te stemmen met een additionele kapitaalstorting in Ontwikkelingsbedrijf Vathorst,
zonder die in mindering te brengen op de verplichtingen van gemeente en private
partijen om bij voltooiing van Vathorst tot een maximum van € 22 mln. bij te dragen
in een eventueel verlies van OBV.
Portefeuillehouder Buijtelaar, Lubbinge,
Oostlander-Çetin
Pen
Van der Werff
Opsteller
MKW
Hoogland
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Beltman (SP), Dijksterhuis (CU), Killi
(PvdA), Van Koningsveld (CDA), Kraanen
(VVD), Nederkoorn (D66), Prins (GL)
Inspreker(s)
Enkele fracties verzoeken om een nader gesprek in De Ronde (bij voorkeur in de
Commissie B&V) over de gevolgen en risico’s van boekhoudkundige maatregelen
(rentewijziging, risicovoorziening, gemeentelijke weerstandsratio).
Fracties stemmen in met het beslispunt van het raadsvoorstel over de additionele
kapitaalstorting in het OBV.
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Conclusie voorzitter
Portefeuillehouder
Ambtenaren
Buijtelaar, Lubbinge,
Van der Werff
Hoogland
Advies aan presidium voor wat betreft raadsvoorstel:
- Naar Het Besluit, zonder debat en zonder moties en amendementen
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
De heer R. Smit (Groep van Vliet) is wegens ziekte afwezig. Zijn schriftelijke
bijdrage aan de vergadering wordt toegevoegd aan de stukken.
#4612122 v1 - BESLUITENLIJST DR 11-2-2014 VATHORST: ADDITIONELE KAPITAALSTORTING IN OBV
(VOORBEREIDING BESLUIT)