ajeugd in beeld Zwolle Beleidsplan Jeugdhulp 2015 - 2016 > Voorwoord Met enthousiasme schrijf ik dit voorwoord van het Beleidsplan Jeugdhulp. Wat mij betreft een belangrijk stuk. Niet alleen omdat het een belangrijke stap markeert in een voor ons allemaal intensief proces. Dit plan geeft op dit moment het beste overzicht van alle zogenoemde kaders, van de inzet die afgelopen tijd is gepleegd om op lokaal en regionaal niveau de jeugdhulp te organiseren en van de piketpalen die geslagen worden. Het is nogal een pakket. Dat kan niet anders: wie maatwerk wil leveren - en dat doen we - moet met veel dingen rekening houden. Het is voor mij ook een belangrijk stuk omdat ik in dit Beleidsplan de antwoorden nog niet altijd te geven zijn. Ik denk echter dat we de eerste concrete lijnen zie van een aanpak zoals we die in onze met het verschijnen van dit Beleidsplan weer een stap dichter stad voor ogen hebben: een aanpak die er is voor de mensen waar bij het bereiken van onze inzet zijn gekomen. Die inzet is wat mij het om gaat, onze kinderen, jongeren en hun naasten. betreft dat onze kinderen simpelweg gelukkig zijn. Het is rijkdom Ik hoop dat iedereen de moeite neemt om deze nota te lezen. Als om te constateren dat dat bij het merendeel van de kinderen in het goed is herkent u er veel in. Vanzelfsprekend hebben we de Zwolle ook lukt. Maar soms gaat het om allerlei redenen niet uitgangspunten en ideeën zoals ze in dit stuk staan samen met goed, en dan moeten we helpen. Die drijfveer zie ik ook bij onze de belanghebbenden - jongeren, hun naasten, professionals professionals en natuurlijk de jongeren en hun naasten zelf. We - vormgegeven. Dat is wat mij betreft nu al de winst van deze hebben nu de kans om op basis van eigen ervaring, kennis en decentralisatie. Ik heb de afgelopen tijd veel energie gezien om kunde vorm te geven aan dat geluk. Een kans die de afgelopen deze klus gezamenlijk en zo goed mogelijk te klaren. Geweldig. maanden door alle betrokkenen gegrepen Ik zag tijdens het proces ook veel onzekerheid. Dit stuk neemt dat, is. Op basis van die brede samenwerking vermoed ik, niet helemaal weg. Hoe graag we ook willen. Maar als tot nu toe - het resultaat leest u op de je gelooft in maatwerk, weet je ook dat je zaken niet in beton moet volgende pagina’s - durf ik te stellen dat we gieten. Wij geloven in aanpakken en leren: in dit stuk staat helder zorgvuldig vormgeven aan onze toekomst. beschreven hoe we dat doen. Ed Anker, Betrokkenen zitten soms met hele praktische vragen, waarop Wethouder Jeugdbeleid en Jeugdzorg > 2 > Inhoudsopgave 1.Inleiding 5. Positie van kinderen, jongeren en ouders 1.1 Doel en positionering Beleidsplan jeugdhulp 7 5.1 Eigen regie en zeggenschap 35 1.2 Totstandkoming Beleidsplan en vervolgproces 8 5.2 Veiligheid van kinderen en jongeren 36 1.3 Samenhang passend onderwijs, WMO en participatie 9 5.3 Participatie37 5.4 Keuzevrijheid39 2. Landelijk en regionaal kader 5.5 Continuiteit van jeugdhulp in 2015 - overgangsperiode 40 2.1 Landelijk kader 12 5.6 Persoonsgebonden budget 41 2.2 Regionale kader 15 5.7 Ouderbijdrage 42 5.8 Klachtenbehandeling42 3.Doelgroepenanalyse 5.9 Vertrouwenspersoon 44 3.1 Huidige omvang van aantallen kinderen en jongeren in 5.10 Second Opinion45 jeugdhulpverlening17 5.11 Gegevensuitwisseling en privacy45 3.2 Trends en ontwikkelingen voor de transitie 5.12 Leeftijdsgrens47 22 3.3 Zicht op de vraag naar ondersteuning in 2015 en 2016 23 4. Visie, uitgangspunten en inrichting Zwols jeugdhulpstelsel 4.1 Gemeentelijke visie en ambitie 24 4.2 Uitgangspunten nieuwe jeugdstelsel 25 4.3 Doelen 26 4.4 Inrichting nieuwe jeugdhulpstelsel in Zwolle 27 > 3 > 6. Toegang tot jeugdhulp 6.1 Vrij-toegankelijke hulp en niet vrij-toegankelijke hulp Bijlage 1 Transformatieagenda Zwolle 50 6.2 Toegang via ondersteuningsteams – sociale wijkteams 51 6.3 Toegang via huisarts, jeugdarts en medisch specialist 53 Bijlage 2 Regionale Transformatieagenda Kwaliteit Jeugdzorg Regio IJsselland 6.4 Toegang vanuit gedwongen kader en crisis/spoedzorg 53 Bijlage 3 Lijst met afkortingen 7. Financiën, kwaliteit en monitoring 7.1 Beschikbaar budget 56 Bijlage 4 Leeftijdsgrenzen 18-/+ Informatiekaart 7.2 Contracteerbeleid 59 7.3 Kwaliteit en toezicht op kwaliteit 61 7.4 Innovatie en preventie63 7.5 Communicatie64 7.6 Risico’s65 7.7 Verantwoording over uitvoering en resultaten 67 > 4 > Leeswijzer Toelichting definities In hoofdstuk 1 wordt het doel, de positionering en de In dit Beleidsplan hanteren wij het begrip ‘kinderen en totstandkoming van het Beleidsplan toegelicht. In hoofdstuk jongeren’. Daarmee bedoelen we kinderen en jongeren tot 18 2 wordt ingegaan op het landelijke en regionale kader: de jaar. In voorkomende gevallen (bijvoorbeeld een jongere voor Jeugdwet en het regionale Transitie Arrangement Jeugdzorg wie de voortzetting van jeugdhulp noodzakelijk is of een jongere Regio IJsselland+. die volgens het Strafrecht berecht is) heeft ons beleid ook betrekking op jongvolwassenen tot en met 23 jaar. In hoofdstuk 3 komt de doelgroepenanalyse aan bod, waarbij zowel het gebruik over de afgelopen jaren, het huidig gebruik Ten behoeve van de leesbaarheid wordt in dit Beleidsplan de als een vooruitblik naar 2015 en 2016 wordt gepresenteerd. term ouders gehanteerd. Kinderen en jongeren kunnen ook worden opgevoed door familie, iemand vanuit het sociale In hoofdstuk 4 wordt aandacht besteed aan de visie en netwerk of pleegouders. We kiezen voor de term ouders, maar uitgangspunten van het nieuwe jeugdstelsel van de gemeente we bedoelen ook mogelijke andere opvoeders. Zwolle. Omdat kinderen, jongeren en hun ouders centraal staan in het Zwolse Jeugdhulpbeleid en bij de uitvoering van In het Beleidsplan worden de begrippen transitie en activiteiten wordt in hoofdstuk 5 expliciet aandacht besteed aan transformatie gehanteerd. Bij transitie gaat het om het hun positie. overgaan van wettelijke taken en verantwoordelijkheid naar de gemeente. Bij transformatie gaat het om de inhoudelijke De toegang tot de jeugdhulp wordt beschreven in hoofdstuk 6. verandering. Dit beleidskader sluit af met hoofdstuk 7 waarin aandacht wordt besteed aan financiën, kwaliteit en monitoring. > 5 > 1.Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Zwolle verantwoordelijk voor alle preventie, hulp en ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun ouders bij het opvoeden en opgroeien, psychische problematiek, stoornissen en beperkingen. Deze uitbreiding van jeugdtaken maakt deel uit van de overdracht van andere sociale taken van het Rijk en de provincie naar de gemeente. overnemen van de huidige financiers, maar komen tot een andere manier van werken, waarbij de kinderen en jongeren centraal staan en regie hebben, daarbij ondersteund door het eigen netwerk en indien nodig door een professional. Onze ambitie is om de jeugdhulp in de leefwereld, dichtbij huis van kinderen, jongeren en hun ouders te organiseren. Kernbegrippen in de ondersteuning zijn ontzorgen en maatwerk. We bieden de juiste hulp afgestemd op de persoonlijke situatie van kinderen, jongeren en hun ouders: zo kort en licht als mogelijk en zo lang en De veranderingen zijn complex, ingrijpend en spannend voor zwaar als noodzakelijk. We benutten de eigen kracht en het sociale kinderen, jongeren, ouders, jeugdhulpprofessionals, organisaties netwerk van Zwollenaren. Dat beroep op zelfredzaamheid is niet en gemeenten, maar bieden ook kansen. Ze bieden de alleen een noodzaak, maar ook een recht dat iedere hulpvrager mogelijkheid om de ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun heeft. Daarmee laten we regie en eigen keuze bij de hulpvrager. ouders te verbeteren, te vereenvoudigen en meer in samenhang De ondersteuning richten we zo in dat deze zoveel mogelijk aan te bieden. We willen hierbij vernieuwen. Niet alleen een stelsel integraal en in samenhang opgepakt wordt. > 6 > Deze nieuwe taken voor kwetsbare kinderen en jongeren bereiden 1.1Doel en positionering Beleidsplan jeugdhulp we met grote zorgvuldigheid en samen met welzijn-, zorg- en onderwijsorganisaties voor. Een extra impuls wordt daarvoor In de afgelopen jaren zijn er diverse beleidsnota’s die betrekking gegeven met de verbinding tussen Passend onderwijs en hebben op kinderen en jongeren vastgesteld, zoals de lokale Jeugdhulp. Gemeente en onderwijsorganisaties staan gezamenlijk nota jeugdbeleid ‘De toekomst van Zwolle’. Ook worden er nog aan de lat om er voor te zorgen dat kinderen en jongeren in nota’s voorbereid, waaronder de nota ‘doorontwikkeling Brede hun eigen omgeving op een veilige en positieve manier kunnen School; Samen werken aan verbeteringen voor de jeugd’. De nota opgroeien. jeugdbeleid richt zich op de doelgroep van 0 - 23 jaar en is gericht op alle domeinen waar kinderen en jongeren zich bevinden. Naast het benutten van kansen en het realiseren van verbeterpunten, willen we ook graag benutten wat goed gaat. In In het kader van de transitie jeugdzorg moet de gemeente ook het huidige stelsel gaan al veel zaken goed en op veel gebieden een Beleidsplan Jeugdhulp hebben voor haar jeugdzorgbeleid zijn al positieve ontwikkelingen gaande. Er worden al veel voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 - 18 jaar verbindingen gelegd, samenwerking gezocht en er wordt ruimte (Jeugdwet art. 2.2). Dit Beleidsplan Jeugdhulp geeft aan hoe de geboden aan nieuwe initiatieven. gemeente Zwolle de ondersteuning voor kinderen en jongeren en de toegang daartoe wil organiseren. Dit Beleidsplan Jeugdhulp is Over het algemeen gaat het goed met de Zwolse jongeren en een nadere uitwerking van de pijlers 2 (versterken weerbaarheid) zijn er betrokken ouders, vrijwilligers en professionals actief en 4 (zorgen voor sluitende ondersteuning voor als het nodig is) om kinderen en jongeren te ondersteunen bij hun groei naar van de nota jeugdbeleid. Daarnaast is dit Beleidsplan Jeugdhulp zelfstandige volwassenen. Er is veel kwaliteit, potentie en een lokale uitwerking van het Regionale Transitie arrangement, professionaliteit in onze stad aanwezig. Met elkaar zijn en worden zie ook 2.2. in de voorbereiding op alle decentralisaties de schouders er onder gezet. > 7 > De focus van dit Beleidsplan Jeugdhulp ligt op het vormgeven transitie en transformatie goed gemonitord en zullen, indien van de nieuwe gemeentelijke taken. Dit kan alleen in verbinding nodig, aanpassingen worden gerealiseerd. Daarnaast sluit dit aan met andere terreinen, zoals beleid ten aanzien van voortijdig bij de looptijd van het regionale transitiearrangement. schoolverlaters (VSV), brede scholen en arbeidsparticipatie. Deze verbinding leggen we in de praktijk, maar is in deze nota beperkt 1.2 Totstandkoming Beleidsplan en vervolgproces vormgegeven, met name vanwege de omvang en complexiteit van deze nieuwe taken. We werken toe naar één integrale nota Het Zwolse Beleidsplan Jeugdhulp is het resultaat van een lang en jeugdbeleid, waar jeugdhulp deel van uit maakt. intensief voorbereidingsproces. Er zijn gesprekken gevoerd met Zwolse jongeren, kinderen, ouders Met het in dit plan beschreven beleid staan we samen met onze en hulpverleners, onder andere tijdens werkbezoeken. Veel onderwijs, welzijns- en zorgpartners voor een tijdige, zorgvuldige thema’s zijn besproken en aangedragen door de Klankbordgroep en kwalitatief verantwoorde uitvoering van de ondersteuning Jeugdzorg Zwolle. Hierin zijn ervaringsdeskundigen – met name aan kinderen, jongeren en hun ouders. Als Zwolle kiezen we, ouders –, vertegenwoordigers van ouders en vrijwilligers die samen met de regiogemeenten in de regio IJsselland, voor actief zijn in het jeugdveld vertegenwoordigd. Adviezen van de continuïteit en kwaliteit van hulpverlening. Hierbij kiezen we Wmo adviesraad over het Regionaal Transitie Arrangement (RTA) nadrukkelijk voor transitie (invoering jeugdhulp als nieuwe taak) zijn benut. En er is overleg geweest met een vertegenwoordiging en een transformatie (vernieuwing van beleid en uitvoering van van de Jongerenraad. jeugdhulp). De afgelopen twee jaar hebben het onderwijs en de gemeente Looptijd Beleidsplan Jeugdhulp Zwolle geïnvesteerd in de samenwerking en de afstemming van de Dit Beleidsplan geeft de belangrijkste richtingen en keuzes voor Jeugdzorg en het Passend Onderwijs. de komende 2 jaar aan. Voor deze periode is gekozen omdat in de komende jaren de dynamiek rond deze stelselwijziging blijft bestaan, wat ruimte vraagt voor veranderingen en koerswijzigingen. In 2015 en 2016 wordt het verloop van de > 8 > In regionaal verband is intensief overleg gevoerd met veld gaan door. Want met het vaststellen van dit Beleidsplan is vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en de huidige het nog niet afgerond. De transitie en transformatie zullen met jeugdhulpaanbieders, Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) en name hun beslag krijgen in de komende jaren. We hebben er alle huidige financiers op alle onderdelen van de transitie. Er is een vertrouwen in dat de constructieve samenwerking de komende regionaal beleidskader en een Regionaal Transitie Arrangement jaren voortgezet wordt, zodat kinderen, jongeren en ouders regio IJsselland+ (RTA) opgesteld. tijdig, passend en naar tevredenheid ondersteund worden bij het opvoeden en opgroeien. Inspraak Op 24 juni 2014 is het ontwerpBeleidsplan door het college vrijgegeven voor de inspraak. De gemeente Zwolle hecht groot 1.3 Samenhang met passend onderwijs, WMO en participatie belang aan participatie, waaronder meedenken over het beleid. Tijdens deze inspraak periode zijn er 11 bijeenkomsten geweest Passend Onderwijs waarin het Beleidsplan is besproken. Naast deze mondelinge De transitie Jeugdzorg staat nadrukkelijk in verbinding met het reacties zijn er 14 schriftelijke reacties binnengekomen. In het Passend Onderwijs. Gemeente en scholen staan gezamenlijk aan bijgevoegde eindverslag is aangegeven met wie wanneer is de lat om de ondersteuning aan kinderen en jongeren goed vorm gesproken, welke schriftelijke reacties zijn binnengekomen en hoe te geven. De ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs deze verwerkt zijn in dit definitieve Beleidsplan Jeugdhulp Zwolle dragen bij aan de doelstellingen van de transitie en transformatie 2015 en 2016. van de jeugdzorg en vice versa. Het gaat hierbij enerzijds om het gezamenlijk realiseren van een soepel verlopende schoolloopbaan Vervolg en anderzijds om het gezamenlijk realiseren van een goede De veranderingen en vernieuwing kosten tijd en gaan niet van de ondersteuningsstructuur. ene op de andere dag. We hebben te maken met een ontwikkel- en een overgangsperiode, zowel in het voorbereidend jaar 2014 als in de jaren 2015 en 2016. Op 1 januari 2015 is de transitie een feit, maar de vernieuwing en het gesprek met de stad en het > 9 > Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs per augustus 2014 hebben schoolbesturen de verantwoordelijkheid voor het realiseren van Passend Onderwijs voor alle leerlingen in de regio. Doel van Passend Onderwijs is goed onderwijs met ondersteuning op maat. Het onderwijs heeft de opdracht (zorgplicht) het onderwijs voor kinderen en jongeren zo dicht bij huis als mogelijk te bieden. Om dit te realiseren werken schoolbesturen samen in samenwerkingsverbanden. Passend onderwijs brengt voor het MBO geen extra zorgplicht met zich mee. Op basis van de Wet educatie beroepsonderwijs is het MBO al verplicht elke leerling die extra ondersteuning nodig heeft een zo passend mogelijke onderwijsplek en transparante ondersteuning te bieden. Het MBO wordt zelf verantwoordelijk voor toewijzing van ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben en krijgt hiervoor financiële middelen. Voor de uitvoering is intensieve samenwerking met partners in de jeugdhulp noodzakelijk. > 10 > In Zwolle hebben we te maken het samenwerkingsverband primair van de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. onderwijs, het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs en het (landelijk) samenwerkingsverband voor reformatorisch In de komende periode gaan we samen met het onderwijs onderwijs. De samenwerkingsverbanden zijn verplicht een ontwikkelagenda’s (Primair onderwijs en voorschoolse ondersteuningsplan op te stellen dat de kaders aangeeft voor de voorzieningen, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar ondersteuning voor leerlingen met een extra zorgbehoefte. Beroepsonderwijs) opstellen om de ervaringen vanuit de pilots te Om de samenwerking tussen onderwijs en gemeenten te borgen en de verbinding tussen Passend Onderwijs te versterken, formaliseren wordt een overlegstructuur vormgegeven. Op de zie ook hoofdstuk 5 en bijlage 1. agenda hiervoor staan deels verplichte onderwerpen voor overleg, namelijk de ondersteuningsplannen Passend Onderwijs en het Wmo en participatie Beleidsplan Jeugdhulp. Voor deze onderwerpen is wettelijk Door de overdracht van jeugdzorgtaken, de nieuwe Participatiewet vastgelegd dat hierover Op Overeenstemmings Gericht Overleg en de uitbreiding van de Wmo (Wet maatschappelijk (OOGO) gevoerd moet worden tussen de samenwerkingsverbanden ondersteuning) is de gemeente Zwolle vanaf 2015 verantwoordelijk Passend Onderwijs en de gemeenten. Dit overleg heeft voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van plaatsgevonden voor zowel de ondersteuningsplannen Passend inwoners: kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Onderwijs als het Beleidsplan Jeugdhulp. Met de vaststelling van het uitvoeringsprogramma Sociale Ter voorbereiding op al deze ontwikkelingen is in de afgelopen wijkteams heeft de gemeente Zwolle gekozen voor een integrale 2 jaar de samenwerking tussen de gemeente en het onderwijs toegang tot ondersteuning op het gebied van jeugdhulp, geïntensiveerd. Het onderwijs en de gemeente Zwolle spreken participatie en Wmo. elkaar regelmatig, zowel ambtelijk als bestuurlijk. De afgelopen twee jaar heeft de samenwerking geresulteerd in de visie en uitgangspunten Positief Opgroeien, zoals beschreven in hoofdstuk 4. Daarnaast zijn er in het kader van de doorontwikkeling van het NJG op 9 scholen (BO, VO en MBO) pilots gestart ter ondersteuning > 11 > 2. Landelijk en regionaal kader 2.1Landelijk kader 2.1.1 Doel Jeugdwet Met de nieuwe Jeugdwet gaat het huidige jeugdzorgstelsel op de Het Rijk wil met de transitie van de Jeugdzorg het volgende schop. Terwijl de Nederlandse jeugd tot de gelukkigste ter wereld bereiken: behoort, neemt de instroom in de jeugdzorg al jaren sterk toe. In • Preventie en uitgaan van eigen mogelijkheden en eigen kracht, de afgelopen jaren is er sprake geweest van een stijging van 7% en zonder een koerswijziging wordt een verdere jaarlijkse stijging van 2,2% verwacht, zie ook hoofdstuk 2. De transitie en transformatie bieden de mogelijkheid om een omslag te maken van aanbodgerichte hulpverlening naar vraaggerichte hulpverlening; van verkokerd naar geïntegreerd; inzet sociale netwerken. • Demedicalisering, ontzorgen en normaliseren door het versterken van het opvoedkundig klimaat. • Eerder de juiste hulp op maat bieden om het beroep op dure gespecialiseerde hulp te verminderen. • Integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt één gezin, van hulp los van de leefomgeving van een gezin naar hulp rond één plan, één regisseur. Door ontschotten van budgetten ontstaan het gezin en van daaruit inschakeling van ‘eigen kracht’; van meer mogelijkheden voor betere samenwerking en innovaties in problemen achteraf oplossen naar problemen of escalatie ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en gezinnen. voorkomen; van praten, doorverwijzen en doorzetten, naar geïntegreerd werken met elkaar rond gezinnen. • Meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk. > 12 > De gemeente wordt gezien als de meest nabije overheid, die de Wet langdurige zorg geregeld. dichtbij mensen staat en die, waar nodig, dwarsverbanden kan leggen. In 2014 is de Jeugdwet aangenomen die deze De nieuwe Jeugdwet spreekt niet meer van Jeugdzorg of Zorg voor taken regelt en er voor zorgt dat alle huidige budgetten Jeugd maar van ‘Jeugdhulp’. In de Jeugdwet wordt jeugdhulp als voor jeugdhulpverlening worden samengevoegd en onder volgt omschreven: verantwoordelijkheid van de gemeenten komen. Hierdoor vervallen a. de ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en de huidige wettelijk verplichte indicaties via de Bureaus Jeugdzorg hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en en het Centraal Indicatieorgaan Zorg. opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische, psychosociale, gedrags- en/ of opvoedingsproblemen of 2.1.2 Nieuwe gemeentelijke taken problemen met het omgaan met een verstandelijke beperking; Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Zwolle verantwoordelijk voor b. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk alle preventie, hulp en ondersteuning aan kinderen, jongeren en verkeer, het zelfstandig functioneren van kinderen en jongeren hun ouders bij het opvoeden, opgroeien, psychische problematiek, met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, stoornissen en beperkingen. chronisch psychische of psychosociale problemen; c. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op De provinciale jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg (Jeugdzorg het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen Plus), de jeugd geestelijke gezondheidszorg (Jeugd GGZ) en van een tekort aan zelfredzaamheid bij kinderen en jongeren met de zorg voor verstandelijk beperkte jeugd (Jeugd VB) vallen een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een onder de nieuwe Jeugdwet. Daarnaast worden de begeleiding somatische of psychiatrische aandoening of beperking. en persoonlijke verzorging van kinderen en jongeren met een lichamelijke of zintuiglijke handicap (LG/ZG) straks de In het schema op de volgende pagina is de verschuiving in verantwoordelijkheid van de gemeente net als maatregelen in het verantwoordelijkheden in kaart gebracht. kader van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. De zorg en ondersteuning van kinderen en jongeren met meervoudige en ernstige beperkingen vallen buiten de Jeugdwet. Die zorg wordt in > 13 > Nu Straks Provincies Gemeenten Jeugd & Opvoedhulp • Jeugdbescherming & jeugdreclassering 71.300 cliënten € 1.234 miljoen Jeugdbescherming & jeugdreclassering 62.500 cliënten • Zorg aan jeugd met een verstandelijke beperking, begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en € 361 miljoen langdurige jeugd-ggz. • Jeugd-GGZ AWBZ Zorg aan jeugd met een verstandelijke beperking, begeleiding, • Gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus) persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en langdurige • Opvoed- en opgroeiondersteuning jeugd-ggz. • Jeugdgezondheidszorg 80.500 cliënten € 1.151 miljoen Totaal € 3.868 miljoen Zorgverzekeringwet Jeugd-GGZ 267.500 cliënten • Licht-ambulante zorg Zwolle: € 36,5 miljoen (exclusief huidige taken) € 988 miljoen Regio IJsselland: € 132 miljoen (idem) Rijk Gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus) 2400 cliënten € 134 miljoen Gemeenten Opvoed- en opgroeiondersteuning Jeugdgezondheidszorg Licht-ambulante zorg > 14 > 2.2 Regionale kader in het bijzonder op het gebied van de jeugdbescherming, De gemeente Zwolle werkt in de regio IJsselland al jaren nauw jeugdreclassering en de JeugdzorgPlus. Het Advies- en Meldpunt samen met de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kindermishandeling moet samen gaan met het regionale Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland Steunpunt Huiselijk Geweld. Ook voor de zeer specialistische en Zwartewaterland om de hulpverlening voor kinderen en vormen van jeugdzorg is regionale samenwerking raadzaam jongeren te verbeteren. Deze gemeenten hebben van meet af aan gezien het zeer specialistische karakter en de hoge kosten. uitgesproken nauw te willen samenwerken bij de transitie van de jeugdhulpverlening naar gemeenten omdat de complexiteit en In het Regionaal Transitie Arrangement regio IJsselland+ (RTA) het specialisme van een groot deel van de nieuwe taken voor een hebben de samenwerkende gemeenten aangegeven hoe ze individuele gemeente te omvangrijk is om alleen te doen. de continuïteit van zorg vanaf 2015 willen realiseren en hoe de zorginfrastructuur eruit ziet die daarvoor nodig is. Het RTA bouwt Naast een transitie willen de gemeente Zwolle en de andere voort op de visie ‘Opvoeden Versterken’ – zie ook hoofdstuk 4 - 10 regiogemeenten ook tot een werkelijke transformatie van maar stelt ook kaders voor de regionale samenwerking rondom het huidige jeugdzorgstelsel komen. Om tot inhoudelijke en zorginkoop, financiering en bedrijfsvoering. organisatorische transformatie en vernieuwing te komen is gezamenlijk optrekken van gemeenten noodzakelijk om met elkaar te zorgen dat deze inhoudelijke vernieuwing ook daadwerkelijk plaatsvindt. Het realiseren van cultuur- en systeemveranderingen vraagt om een duidelijke visie, massa en vasthoudendheid vanuit de (gezamenlijke) gemeenten. Omdat de transitie gepaard gaat met vanuit het Rijk opgelegde bezuinigingen is het noodzakelijk gezamenlijk te streven naar optimale efficiency en effectiviteit. Daarnaast verplicht de Jeugdwet gemeenten op regionaal niveau samen te werken, > 15 > De belangrijkste uitgangspunten zijn hierbij: 1. Gemeenten kiezen in het belang van de cliënten voor opgevangen. Hiertoe wordt een vereffeningsmodel ontwikkeld. 8. Van het gemeentelijk jeugdzorgbudget wordt 15% apart continuïteit van zorg. In 2015 en 2016 wordt gewerkt met de gezet voor innovatie, vernieuwing en uitvoering nieuwe huidige zorgaanbieders, mits zij een bijdrage leveren aan de gemeentelijke taken: 4% voor de lokale toegangsfunctie, 5% beoogde transformatie. voor gemeentelijke uitvoeringskosten, 5% voor preventie 2. Er is ruimte voor innovatie en vernieuwing. Zo is er lokaal ruimte voor nieuwe, innovatieve aanbieders, maar ook van de huidige aanbieders wordt innovatie en vernieuwing verwacht.. 3. Alle nieuwe gemeentelijke zorgtaken worden gezamenlijk ingekocht, met uitzondering van de toegangsfunctie. Ten behoeve van deze gezamenlijke inkoop, wordt voor 1 november en innovatie op lokaal niveau, 1% voor onvoorziene omstandigheden. 9. Er wordt gestuurd op kwaliteit, transformatie, monitoring en wachtlijsten. 10.We monitoren de resultaten van de zorgaanbieders en de gewenste transformatie en houden tussentijdse evaluatie. 2015 een passende rechtsvorm gekozen en ingericht. 4. De toeleiding naar gespecialiseerde (bovenlokale) zorg gaat De gemeente Zwolle en de samenwerkende gemeenten en de altijd via de lokale toegang (in Zwolle via het Sociale Wijkteam). zorgaanbieders in de regio IJsselland staan voor een vloeiende Dit zijn de gespecialiseerde vormen van jeugdzorg waarvoor op overgang van de jeugdzorg in de periode 2014 tot 2017 en een dit moment een verwijsbrief of indicatiestelling nodig is. Iedere geleidelijke overgang van transitie naar transformatie, omdat dat gemeente mag dit op haar eigen manier organiseren. Dit geldt in het belang is van kinderen, jongeren, ouders, zorgaanbieders en ook voor het afschalen van gespecialiseerde zorg naar de gemeenten. lagere zorgniveaus. 5. Toeleiding naar de gespecialiseerde zorg (= niet vrij toegankelijk) gebeurt op basis van uniforme regionale basisvoorwaarden (zie bijlage 2). 6. Frictiekosten worden zoveel mogelijk beperkt – de keuze voor continuïteit van zorg draagt hieraan bij. 7. De financiële voor- en nadelen worden gezamenlijk > 16 > 3.Doelgroepenanalyse In het kader van de transitie is het nodig om inzicht te hebben een helderder overzicht van het aantal unieke kinderen in de aantallen jongeren uit de eigen gemeente die nu en jongeren dat gebruik maakt van de diverse vormen van ondersteuning ontvangen voor de taken waar de gemeente straks jeugdhulpverlening beschikbaar komt. De gegevens die nu bekend verantwoordelijk voor is. Dit is onder meer van belang voor het en min of meer betrouwbaar zijn, zijn afkomstig uit analyse van verder bepalen van beleid, financiën en organisatievorm. de zogeheten landelijke Vektis bestanden en aanbieders van jeugdhulpverlening. In de gemeente Zwolle wonen anno 2014 Wij hebben net als alle andere gemeenten geconstateerd dat 26.665 kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot en met 17 jaar. gegevens over het gebruik in de jeugdhulpverlening in veel financier en instantie een eigen taak in het proces heeft en eigen 3.1 Huidige omvang van aantallen kinderen en jongeren in jeugdhulpverlening modellen hanteert, registreren de verschillende financiers en Hieronder is per huidige financieringsstroom zo goed als mogelijk instanties hun gegevens voor verschillende doeleinden en op het aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van een vorm verschillende wijze. van jeugdhulpverlening in kaart gebracht. Gezien de focus van dit Gemeenten hebben van de Rijksoverheid de toezegging gekregen Beleidsplan op de nieuwe gemeentelijke zorgtaken zijn alleen de dat er eind oktober 2014 per gemeente en per financieringsbron cijfers in relatie tot die taken opgenomen. verschillende gegevensbestanden opgenomen zijn. Doordat iedere > 17 > 3.1.1 Provinciaal gefinancierde jeugdzorg 3.1.2 Zorgverzekeringswet – Jeugd GGZ In 2012 ontvingen in Nederland circa 103 duizend kinderen en Het gaat hier om kinderen en jongeren met een psychische- of jongeren provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Dit is ongeveer 3% gedragsstoornis (bijvoorbeeld ADHD, autisme, eetstoornissen, van het totaal aantal kinderen en jongeren. In verreweg de meeste psychische problematiek) die hulp krijgen vanuit bijvoorbeeld 1e situaties wordt deze jeugdhulp ambulant geboden. Er zijn meer en 2e lijns vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten en jongens dan meisjes in jeugdzorg. Het aandeel van de Zwolse instellingen als Eleos, Accare, Dimence en Karakter. kinderen en jongeren in de provinciaal gefinancierde jeugdzorg in Zwolle 2012 bedroeg 2,93%. Zwolse Jeugd Aanbieders van Jeugd en Opvoedhulp bieden hulpverlening en jongeren met matige of zwaardere problematiek, die hulp krijgen 1e lijns psychologische zorg DBC* zonder verblijf DBC met verblijf Totaal aantal unieke kinderen vanuit bijvoorbeeld Trias Jeugdhulp en Stichting Gereformeerde en jongeren Jeugd GGz zvw ondersteuning voor kinderen, jongeren en ouders, gericht op opvoed- en opgroeiproblemen. Het gaat hier om kinderen en Jeugdzorg (SGJ). Het kan gaan om zorgvormen als ambulante hulp, dagbehandeling, residentiële zorg en pleegzorg. Zwolle Provincie % t.o.v. totale 306 1.707 178 2.192 1,2% 6,4% 0,7% 8,2% (Bron: College voor Zorgverzekeringen en Vektis 2012) * Diagnose Behandeling Combinatie Nederland Overijssel Aantal ambulant Aantal dagbehandeling Aantal residentieel Aantal pleegzorg Totaal* 455 80 3.475 640 57.810 7.590 190 735 11.875 120 525* 1.565 3.890* 20.540 71.345* (bron: CBS, cijfers 2012) * Kinderen en jongeren kunnen gebruik maken van meerdere vormen naast elkaar, vandaar dat de totale optelsom niet overeenkomt met de aantallen per zorgvorm. Dit geldt bij alle tabellen in dit hoofstuk. > 18 > 3.1.3 AWBZ – LVB en Jeugd GGZ Aantal unieke clienten per Het gaat hierbij om zorg aan kinderen en jongeren met een zorgvorm verstandelijke beperking, begeleiding, persoonlijke verzorging, tussen de 50 en 85), maar hebben ook een beperkt sociaal Persoonlijke begeleiding Begeleiding individueel Begeleiding groep Kortdurend verblijf Overige functies Totaal aantal unieke kinderen aanpassingsvermogen, waardoor hun sociale redzaamheid en jongeren extramurale zorg kortdurend verblijf en langdurige jeugd-ggz. Kinderen en jongeren met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB) hebben niet alleen een lagere intelligentie (IQ-score Zwolle % t.o.v. totale Zwolse Jeugd 127 539 575 359 2 774 0,4% 2,0% 2,1% 1,3% 0,0% 2,9% laag is. Bij deze kinderen en jongeren is dan ook vaak sprake van bijkomende problematiek, zoals leerproblemen, een Intramurale zorg: opname in een instelling psychiatrische stoornis en problemen in het gezin en de sociale 0,2% van de Zwolse jeugd ontvangt een vorm van intramurale zorg. context. Jongeren met een LVB komen relatief vaak in de gesloten Het gaat in totaal om 56 kinderen en jongeren. Driekwart van de jeugdzorg terecht. Oudere jongeren met een LVB hebben een risico zorg is op basis van Zorg in natura (ZIN) en 25% wordt gefinancierd op zwerfgedrag, vereenzaming, criminaliteit en problematisch met een PGB drank- en drugsgebruik. Aantal unieke clienten per Extramurale zorg: begeleiding, persoonlijke verzorging en zorgvorm kort durend verblijf GGZ Licht Verstandelijk Gehandicapt Verstandelijk Gehandicapt Totaal aantal unieke kinderen Bijna 3% van de Zwolse jeugd ontvangt een vorm van extramurale zorg. Ruim 4 op de 5 cliënten (82 %) financiert de zorg vanuit een Persoonsgebonden budget (PGB). Zwolle % t.o.v. totale Zwolse Jeugd 12 40 5 56 0,1% 0,2% 0,0% 0,2% en jongeren intramurale zorg (Bron: Vektis 2012) > 19 > 3.1.4 Hulp in het gedwongen kader om de ernstige bedreiging op te heffen. In het gedwongen kader worden de De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) onderzoekt kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en of de kind- en omgevingsfactoren dusdanig zijn dat een JeugdzorgPlus uitgevoerd. In het gedwongen kader is er altijd gezagsbeperkende maatregel nodig is en legt dat advies dan aan sprake van een uitspraak en maatregel van de rechter. Het gaat de kinderrechter voor. Factoren kunnen heel verschillend zijn, hier om specialistische, soms ingrijpende, zware en dure vormen of een combinatie vormen die de veiligheid en ontwikkeling van van zorg. minderjarigen ernstig bedreigen, zoals geweld in het gezin door Ook bij de hulpverlening in het gedwongen kader vormt ernstige relatieproblemen, ouders die wel het goede willen maar samenwerking op basis van het principe 1 gezin, 1 plan, die (tijdelijk) niet bij machte zijn om hun kind(eren) de veiligheid en 1 generalist de basis. Wij vinden dat er nauw samengewerkt moet de aandacht te bieden die ze nodig hebben. worden met ouders en het SWT. Bij de organisatie van hulp in het gedwongen kader werken wij in de regio IJsselland samen met de andere gemeenten volgens de VERVE methodiek waarbij de veiligheid van kinderen en jongeren voorop staat. Voor alle vormen van hupverlening in het gedwongen kader geldt een leveringsplicht van gemeenten. Dit houdt in dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van voldoende capaciteit om maatregelen uit te voeren. Jeugdbescherming & jeugdreclassering Jeugdbescherming is voor minderjarigen van 0 tot 18 jaar die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd waarbij vrijwillige hulpverlening aan de ouders en of minderjarige ontoereikend is gebleken, of naar verwachting te weinig structureel kan bijdragen > 20 > De bevoegde rechter kan in die situaties een civiele gekomen. Dat kan zijn vanwege het plegen van een delict of jeugdbeschermingsmaatregel opleggen: vanwege structureel overtreden van de Leerplichtwet (ernstig - Ondertoezichtstelling: schoolverzuim). Een tijdelijke gezagsbeperkende maatregel die voor maximaal 1 Jeugdreclassering is bedoeld voor jongeren die risico lopen een jaar wordt uitgesproken waarbij gezinsvoogden in samenwerking criminele carrière op te bouwen. Centraal doel is het terugdringen met de gezaghebbende ouders en waar nodig zorginstellingen, van recidive van delictgedrag, of van ernstig schoolverzuim en het begeleiding bij de opvoeding in het gezin bieden tot de ouders dit veranderen van omstandigheden en gedrag van de jongere en weer zelfstandig kunnen. hun ouders waardoor deelname en integratie van de jongere in de samenleving worden bevorderd. - De gezagsbeëindigende maatregel: De jeugdreclasseerder bespreekt met de jongere en hun ouders Hierbij verliezen de ouders, na onderzoek en advies van de samen een plan van aanpak waarin staat wat er moet veranderen, RvdK aan de rechter, hun wettelijke gezag over hun kind. begeleidt de jongere en hun ouders hierbij en schakelt zo nodig Deze beschermingsmaatregel is dus nog ingrijpender dan de ondersteunende jeugdzorg in. ondertoezichtstelling en kan toegepast worden als er bijvoorbeeld De maatregelen worden opgelegd aan de jongere zelf en kunnen geen perspectief meer is op een terugplaatsing bij de ouder(s) en/ variëren van licht (vrijwillige begeleiding tot aan de strafzitting) of de ouders niet meer beschikbaar of bereikbaar zijn of, zoals bij naar zwaar, zoals bijvoorbeeld het ondersteunen van een ontzetting, wanneer de ouders ernstig misbruik hebben gemaakt opgelegde Gedrag Beïnvloedende Maatregel waarbij de jongere van hun kind. zich strikt aan het pakket aan maatregelen moet houden om buiten de Justitiële Jeugd Inrichting te blijven. De gemeente heeft bij deze vormen van gedwongen maatregelen ook de verplichting de aanvullende vormen van jeugdhulpverlening te leveren. Jeugdreclassering is voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar die wegens een strafbaar feit met Justitie in aanraking zijn > 21 > Zwolle Provincie Nederland vanaf 2015 bij de gemeente waar de jongere woonachtig is. Overijssel Aantal ondertoezichtstellingen Aantal voogdij Aantal reclasseringszaken Totaal BJZ 377 3.355 opnamegarantie te kunnen realiseren. Die leveringsplicht ligt 39.355 70 115 475 965 8.520 15.970 515 4.535 59.620 Geconstateerd is dat de huidige landelijke capaciteit te hoog ligt en kan worden terug gebracht: van 1.336 in 2014 naar 1.162 in 2015. Voor de regio IJsselland is de capaciteit voor 2015 vastgesteld op 10. Aantal jongeren regio IJsselland JeugdzorgPlus (2013) 8 (bron: CBS, cijfers 2012) 3.2 Trends en ontwikkelingen voor de transitie JeugdzorgPlus De jeugdzorg heeft in de periode 2000-2009 een sterke groei De essentie van JeugdzorgPlus is dat het een vorm van doorgemaakt in zowel gebruik als kosten. Het aantal kinderen en behandeling is die alleen door de rechter kan worden opgelegd en jongeren in de bevolking is nauwelijks toegenomen terwijl bij alle die pas wordt ingezet als vormen van vrijwillige behandeling niet jeugdzorgvoorzieningen het gebruik met 8% per jaar gestegen is. voldoen. JeugdzorgPlus is hulp voor jongeren met zeer ernstige Dit geldt voor alle doelgroepen. gedragsproblemen die ernstig in hun ontwikkeling worden De afgelopen jaren hebben we een sterke stijging van het gebruik bedreigd en een gevaar vormen voor zichzelf en/of anderen en zich van ambulante hulp gezien. Deze ontwikkkeling is in lijn met onze onttrekken of onttrokken worden aan de nodige behandeling. Het visie dat kinderen, jongeren en ouders waar mogelijk ambulante gaat hier om jongeren die behandeling in een gesloten omgeving hulp ontvangen in en naast het eigen gezin. Andere, zwaardere krijgen van RSG Rentray, OG Heldring en Horizon omdat er tijdelijk vormen van jeugdhulpverlening worden pas ingezet als ambulante beperkende maatregelen nodig zijn om de jongere weer grip op hulp ontoereikend is of verwacht wordt te zijn. zijn leven te laten krijgen en na behandeling weer terug te laten In 2009 maakten landelijk circa 377.000 kinderen en jongeren keren in de maatschappij. gebruik van een jeugdzorgvoorziening. Er is een grote overlap in gebruik tussen de verschillende voorzieningen geconstateerd. In Naast een op basis van de verwachte omvang van de vraag termen van unieke cliënten gaat het om circa 265.000 kinderen en vastgestelde capaciteit is ook extra capaciteit nodig om de jongeren (7,5% van alle 0-17 jarigen). > 22 > De oorzaken van de groei worden vooral gevonden in van zware en veelal duurdere hulp en op het verkorten daarvan. maatschappelijke ontwikkelingen. In het rapport ‘Jeugdzorg in Wij realiseren ons hierbij wel dat sommige kinderen en jongeren groeifase. Ontwikkelingen in gebruik en kosten van de jeugdzorg’ aangewezen blijven op vormen van zware en veelal duurdere wijst het SCP de volgende oorzaken aan voor de groei: hulpverlening. • Mensen roepen sneller professionele hulp in als jeugdigen niet voldoen aan de steeds strenger wordende eisen die de De ervaringen in onder andere Denemarken leren ons dat een maatschappij aan hen stelt. transitie en transformatie niet direct leidt tot afname van de • Professionals hebben meer angst om ernstige gevallen over het hoofd te zien en geven daarom meer indicaties af. • De diagnostiek is verbeterd waardoor problematiek eerder herkend en behandeld wordt. vraag. Er is de eerste jaren vaak sprake van een vraagstijging en vraagreductie treedt pas na verloop van tijd op. Door de hulp dichterbij te brengen kan aanvankelijk zelfs meer vraag ontstaan. Door tegelijk te werken aan en in een ander systeem wordt op den duur de vraag naar hulp en de duur van hulp wel teruggebracht en 3.3 Zicht op de vraag naar ondersteuning in 2015 en 2016 verkort. De vraag naar jeugdhulpverlening is de afgelopen jaren gestegen De positieve gevolgen van deze transformatie op het aantal en de verwachting is dat de vraag naar hulp, zonder gewijzigd kinderen en jongeren dat aangewezen is op jeugdhulpverlening beleid, ook de komende jaren licht zal blijven stijgen. Landelijk en de kosten zullen daarom waarschijnlijk in 2015 niet of slechts wordt een stijging van de vraag naar jeugdhulpverlening licht zichtbaar zijn. Hierbij speelt ook dat kinderen en jongeren die (uitgedrukt in aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van eind 2014 jeugdhulp ontvangen deze in 2015 behouden. Daarnaast jeugdhulpverlening) van 2,2% verwacht. is 2015 het eerste jaar waarin de transformatie zijn beslag krijgt en zullen alle betrokkenen - kinderen, jongeren, ouders, De noodzaak van het terugdringen van deze groei van zware en jeughulpinstellingen en financiers – ervaringen op doen met het dus veelal duurdere geïndiceerde hulp is één van de redenen voor nieuwe stelsel. de transitie van de jeugdzorg. De transformatie die wij lokaal en in regio IJsselland verband nastreven, is gericht op het terugdringen > 23 > 4.Visie, uitgangspunten en inrichting Zwols jeugdhulpstelsel 4.1Gemeentelijke visie en ambitie ‘Iedereen telt mee ’is het uitgangspunt in het coalitieakkoord Iedereen die ondersteuning, hulp en zorg nodig heeft kan op 2014-2018. De gezamenlijke ambitie van maatschappelijke ons rekenen. Samen met de partners in de stad zorgen we voor partners en de gemeente Zwolle is dat kinderen opgroeien en goede basisvoorzieningen in de directe omgeving van ouders en leren in een veilige en positieve leefomgeving dichtbij huis, zodat kinderen. Vanaf 2015 kunnen inwoners - van nul tot honderd - met zij opgroeien tot gezonde (fysiek, cognitief en sociaal-emotioneel) al hun ondersteuningsvragen terecht bij Sociale Wijkteams. en tevreden volwassenen met goede kansen op de arbeidsmarkt en een volwaardige deelname aan de samenleving. Kortom: de Wij investeren in preventie om problemen te voorkomen en als jeugd telt mee! deze er zijn, vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. Aan kinderen en jongeren bij wie de veiligheid in het geding is en/of in Voor kinderen en jongeren met een (verstandelijke en/of een crisissituatie zitten, wordt direct de benodigde hulp geboden. psychische) beperking is het perspectief soms een ander dan participeren op de arbeidsmarkt. Vanwege de beperking is We benutten en versterken het zelforganiserend vermogen, de het doel daarom niet voor alle kinderen en jongeren uit deze eigen kracht en verantwoordelijkheid van kinderen, jongeren, doelgroep bereikbaar. ouders en families (onder families verstaan wij ook betekenisvolle > 24 > anderen in de omgeving) waarin positief opvoeden centraal staat. Een opvoedende leefomgeving Wij gaan daarbij uit van hetgeen mensen samen met dit steunend • Versterken van de sociale leefomgeving van kinderen en netwerk zelf kunnen. jongeren; • Ouders en betekenisvolle volwassenen (‘groot familie’) in directe Als (voor korte of langere tijd) meer ondersteuning of leefomgeving van kinderen en jongeren zijn essentieel voor de gespecialiseerde hulpverlening nodig is, dan bieden we maatwerk ontwikkeling van kinderen en jongeren. afgestemd op de persoonlijke (gezins)situatie. We pakken alle ondersteuningsvragen van het hele gezin in samenhang op; de Hulp in de directe leefomgeving ondersteuning is zo kort en licht mogelijk als kan en zo lang en • Ondersteuning erbij halen voor zover nodig, in de sociale zwaar als noodzakelijk is. leefomgeving van kinderen, jongeren en het gezin; • Specialistische zorg wordt ook in reguliere sociale leefomgeving van kinderen, jongeren en het gezin ingezet; 4.2 Uitgangspunten nieuwe jeugdstelsel De volgende uitgangspunten gelden bij het nieuwe Zwolse • Constant appél op de plicht van ouders om hun eigen kinderen op te voeden; jeugdhulpstelsel. Deze uitgangspunten maken ook onderdeel uit • Ambulante zorg daar waar kan; van het RTA. • Zorgcontinuüm: ‘de weg terug naar huis wordt bij voorbaat georganiseerd’. Opvoeden versterken • Positief opvoeden – het samenwerken met en het verbinden van Samenhangend aanbod de leefmilieus van en om kinderen en jongeren is een belangrijk • Samenhang tussen domeinen; uitgangspunt; • In de ondersteuning wordt gewerkt volgens het principe 1 gezin, • De zelfredzaamheid en de eigen kracht van kinderen, jongeren en gezinnen vergroten; • Versterken van het gezinssysteem. 1 plan en 1 generalist; • Doorlopende zorglijnen en duidelijke regievoering; • Zorgcontinuüm realiseren: betekenisvolle volwassenen/ jongeren en beroepskrachten erbij halen. > 25 > Verhouding lokaal - regionaal • Realiseren van een goed werkend AMHK en crisiszorg (regio). Eén van onze beleidsuitgangspunten is dat de ondersteuning • Benutten van jeugd- en ouderparticipatie als klankbord voor zo dicht mogelijk bij kinderen, jongeren en ouders wordt georganiseerd. Het is echter niet efficiënt om ondersteuning die beleid en onderdeel van de uitvoering. • Samen met haar partners inzetten op scholing van minder vaak voorkomt en specialistisch is te organiseren in elke medewerkers, om toe te groeien naar de beoogde transformatie gemeente. Vandaar dat wij, met name voor de zwaardere vormen in het nieuwe jeugdstelsel. van jeugdhulpverlening, samenwerken met de gemeenten in de regio IJsselland. Wanneer de juiste ondersteuning tijdig, efficiënt Deze doelen worden nader in dit Beleidsplan uitgewerkt. en effectief wordt ingezet, geeft dat een verschuiving van de Daarnaast is in bijlage 1 een eerste aanzet tot een zwaardere vormen van ondersteuning naar lichtere ondersteuning Transformatieagenda Zwolle toegevoegd waarin onderwerpen die dicht bij huis. in 2015 spelen zijn opgenomen. Deze Transformatieagenda 2015 4.3 Doelen De gemeente Zwolle zet de komende twee jaar in op het: • Versterken van preventie en innovatie • Realiseren van een goed functionerende, integrale toegang tot ondersteuning - de Sociale Wijkteams (SWT’s) - , voor gespecialiseerde zorg . Onderdeel daarvan is een goede samenwerking met onderwijs en huisartsen; • Realiseren van een verbinding tussen de lokale toegang (SWT’s) en de regionaal georganiseerde voorzieningen: jeugdhulp, jeugdzorg, gedwongen kader (jeugdreclassering en jeugdbescherming, Raad voor de Kinderbescherming), Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) en crisiszorg (regio); > 26 > bestaat uit speerpunten en een planning op hoofdlijnen en wordt opgroeien en opvoeden van kinderen (‘It takes a village to raise a in de komende periode nader met jongeren, ervaringsdeskundigen child’). Ouders, jongeren en buurtbewoners, maar ook familiele- en partners ingevuld en uitgebreid. den, leraren, sportcoaches etcetera zijn op zo’n manier onderling betrokken dat het positief bijdraagt aan het opvoeden en opgroeien 4.4 Inrichting van het nieuwe jeugdhulpstelsel in de gemeente Zwolle van kinderen en jongeren. Ouders zijn primair verantwoordelijk Het nieuwe jeugdhulpstelsel in de gemeente Zwolle is gebaseerd groeien tot zelfredzame volwassenen die zich in kunnen zetten op vijf pijlers: voor de sociale omgeving en de maatschappij en het creëren van Pijler 1: Positief opgroei- en opvoedklimaat een stimulerende, gezonde en veilige omgeving voor hun kinderen. Pijler 2: Basisvoorzieningen Ouders staat er niet alleen voor. Ook familie, buren, vrienden, de Pijler 3: Sociale Wijkteams (SWT’s) school en vrijwilligers bij buitenschoolse activiteiten en professi- Pijler 4: Specialistische jeugdhulp onals die met kinderen en jongeren werken geven vorm aan het Pijler 5: Hulp in het gedwongen kader pedagogische klimaat waarin kinderen en jongeren opgroeien. Deze pijlers zijn onderling verbonden en vormen samen het totale Wij willen een stimulerende rol spelen bij het versterken van stelsel aan ondersteuning en jeugdhulpverlening in de gemeente de pedagogische civil society. In Zwolle wonen veel kinderen en Zwolle. Bij alle pijlers zijn de eerder genoemde uitgangspunten jongeren, met hen gaat het over het algemeen goed en dat wil de van toepassing. gemeente Zwolle graag zo houden. Jongeren praten en beslissen voor het bieden van kansen aan kinderen en jongeren om op te mee. De gemeente Zwolle wil jongeren de ruimte blijven geven 4.4.1 Pijler 1: Positief opgroei- en opvoedklimaat om mee te praten en mee te beslissen bijvoorbeeld op een manier De basis van het jeugdhulpstelsel wordt gevormd door de zoals nu gebeurd binnen LevelZ en Z200. ‘pedagogische civil society’. Hier wordt onder verstaan: gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen Verder denken wij hierbij aan een kindvriendelijke inrichting van van kinderen. In een goed functionerende pedagogische civil wijken en de participatie van burgers (inclusief jongeren) daarbij of society bestaat er bij inwoners de bereidheid om in de eigen het stimuleren en steunen van burgerinitiatieven die de gemeen- sociale netwerken en in het publieke domein bij te dragen aan het schap versterken. Zo kunnen voorschoolse voorzieningen, scholen > 27 > en wijkcentra ontmoetingsplekken creëren en activiteiten stimu- van het zorgproces. In hoofdstuk 6 wordt hier nader op ingegaan. leren waar ouders hun ervaringen en vragen bij het opvoeden Wij zien de eerste 2 pijlers als een belangrijke preventieve laag, kunnen uitwisselen. mede in combinatie met pijler 3. Wanneer geïnvesteerd wordt in preventie en vroegsignalering 4.4.2 Pijler 2: Basisvoorzieningen kan dat problemen voorkomen of voorkomen dat problemen De basisvoorzieningen in de gemeente Zwolle bestaan uit een groter worden. Scholen en de voorschoolse voorzieningen zijn de scala aan voorzieningen waarin preventieve programma’s zijn plekken voor vroegsignalering en vroeginterventie, en door deze opgenomen. We zien basisvoorzieningen - in het bijzonder het goed te organiseren en te positioneren kunnen het escaleren onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningen - als het van problematiek alsook duurdere vormen van zorg worden eerste aanspreekpunt voor ouders met opvoedvragen en kinderen voorkomen. Zo wordt in de leeftijd 0-4 jaar een schat aan ervaring en jongeren met vragen rondom opgroeien. De gezamenlijke visie en kennis opgedaan over kinderen en de gezinssituatie waar ze positief opvoeden geldt hierbij als leidraad. uit komen. Door deze kennis te koppelen aan zorgstructuren en door het organiseren van een passende en warme overdracht naar Scholen en ook voorschoolse voorzieningen zijn een centrale plek scholen kan er preventief actie ondernomen worden. in de jeugdinfrastructuur. Kinderen en jongeren wonen samen met Het huidige Zwolse jeugdbeleid is al gericht op inzet van hun ouders in een wijk, maar zitten een groot deel van de dag op preventie. In de komende jaren willen we dit nog meer versterken school. Scholen en voorschoolse voorzieningen zijn echter veel en aanvullen door basisvoorzieningen te ondersteunen door meer dan alleen een vindplek: ze vormen dé plek waar dagelijks gespecialiseerde zorg erbij te halen in plaats er naar door te gewerkt wordt aan de ontwikkeling van kinderen. Hier worden verwijzen. Mede in relatie tot de inzet van eigen kracht, sociale kinderen opgeleid, vinden ze hun vrienden en krijgen ze structuur netwerken (ook via social media) en informele zorg. Wat en toekomstperspectief. Daarnaast zijn er op de scholen en vraagt dit bijvoorbeeld in de ondersteuning van vrijwilligers voorschoolse voorzieningen veel professionele medewerkers met en mantelzorgers en netwerken van jongeren zelf en welke pedagogische, orthopedagogische en didactische kennis. Een goede initiatieven – bestaande of nieuwe – dragen hieraan bij. Het verbinding tussen de zorgstructuur in en om school en de zorg- beschikbare innovatiebudget in 2015 (zie hoofdstuk 7) biedt structuur in de wijk (SWT) is daarom van groot belang in alle fasen daarvoor financiële mogelijkheden. > 28 > geïntegreerd in de SWT’s. Medewerkers van het SWT’s zijn actief in de wijk, aanwezig in de basisvoorzieningen (in het bijzonder het onderwijs), werken ambulant en komen dus bij mensen in hun leefomgeving. Hiermee geven we invulling aan een belangrijke randvoorwaarde, onder andere naar voren gebracht door de Wmo Adviesraad en de Klankbordgroep Jeugdzorg, namelijk dat de toegang tot ondersteuning voor kinderen, jongeren en hun ouders laagdrempelig georganiseerd moet zijn. Het gezin heeft de mogelijkheid om samen met betekenisvolle anderen een eigen plan (gezinsplan) te maken. Zo nodig wordt 4.4.3 Pijler 3: Sociale Wijkteams (SWT’s) ook kennis van buiten het familienetwerk (generalisten en/of Deze derde pijler is nieuw in het jeugdstelsel en gaat een specialisten) beschikbaar gesteld aan de “familie” om tot een zo cruciale rol vervullen bij het verhogen van de kwaliteit van de goed mogelijk gezinsplan te komen. jeugdhulp én de vermindering van het gebruik van specialistische Wanneer het gezin geen gebruik maakt van de mogelijkheid om voorzieningen. De expertise en kennis van diverse soorten zelf een gezinsplan op te stellen dan ondersteunt de generalist ambulante hulp uit het huidige stelsel wordt in deze teams van het SWT het gezin bij het opstellen van het gezinsplan en samengevoegd. Daarmee wordt het hulpaanbod doelmatiger en wordt samen bekeken wie kunnen helpen bij het realiseren overzichtelijker voor kinderen, jongeren en ouders en voor de van de gezinsdoelen. Zo nodig schakelt de generalist daarbij basisvoorzieningen, scholen, (huis)artsen en specialisten. specialisten in (pijler 4) of ondersteuning vanuit andere domeinen. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de rol van het SWT bij Met de vaststelling van het uitvoeringsprogramma SWT’s is toeleiding naar de specialistische jeugdhulp en welke andere gekozen voor SWT’s waar iedereen van 0 tot 100 jaar met zijn toegangen er tot jeugdhulp zijn. ondersteuningsvragen terecht kan. Dus ook kinderen, jongeren en hun ouders. Huidige NJG instrumenten en structuren worden > 29 > De werkwijze en inrichting van de SWT’s dragen bij aan diverse zijn en worden afspraken met partners over mogelijkheden voor gesignaleerde verbeterpunten en aandachtspunten, die zijn consultatie, diagnose en advies. aangedragen door de Klankbordgroep Jeugdzorg en de Wmo Adviesraad. Door te werken vanuit het principe – 1 gezin, 1 plan, 4.4.4 Pijler 4: Specialistische jeugdhulp 1 generalist – is er een duidelijk aanspreekpunt voor gezinnen. De vierde pijler wordt gevormd door de specialisten. Het gaat hier Daarnaast wordt zo voorkomen dat men het eigen verhaal vaak om organisaties met moet vertellen en van het kastje naar de muur wordt gestuurd. specialistische expertise op het gebied van opgroeien en opvoeden Met een gezinsplan worden de verschillende activiteiten en in situaties waar sprake is van ernstige of complexe problemen ten interventies op elkaar afgestemd en wordt voorkomen dat deze gevolge van: haaks op elkaar staan. Met het gezinsplan wordt duidelijk wie wat doet. Hierbij is het belangrijk om duidelijk elkaars rollen en • problematische gezinssituaties verantwoordelijkheden te benoemen en afspraken te maken hoe te • sychiatrische stoornissen handelen bij knelpunten of stagnatie van zorg. Naast inhoudelijke • verslaving expertise, moet een generalist dan ook beschikken over goede • licht verstandelijke beperkingen communicatie- en procesvaardigheden. Medewerkers van het SWT kunnen met specialistische vragen Bovenstaande en de ervaringen en opgedane kennis van het van kinderen, jongeren en ouders terecht bij deze specialisten. NJG worden meegenomen bij de ontwikkeling van de SWT’s. In de eerste plaats voor consultatie en advies, zodat ze zelf Voor de nadere toelichting op de inrichting en werkwijze van de weer verder kunnen. Ook wanneer een kind, jongere of gezin SWT’s wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma Sociale nadere diagnostiek of een specifieke behandeling, begeleiding Wijkteams. of verzorging nodig heeft wordt een specialist ingeschakeld. Deze ondersteuning vindt in principe ambulant plaats. Maar het Het is belangrijk om te investeren in kennis en kunde (een kan nodig zijn dat het kind of de jongere (tijdelijk) in een setting scholingsplan is onderdeel van de implementatie van de SWT’s) en van de specialist verblijft voor bijvoorbeeld dagbehandeling het realiseren van korte lijntjes met o.a. gespecialiseerde zorg. Er of 24-uursverblijf. Bij 24-uursverblijf heeft een pleeggezin de > 30 > uitdrukkelijke voorkeur. Het principe 1 gezin, 1 plan en 1 generalist ondertoezichtstellingen gedaald. In de regio IJsselland is het blijft bij alle interventies het uitgangspunt: de specialisten leveren aantal ondertoezichtstellingen met 12,3% gedaald in 2013 ten een bijdrage aan het realiseren van de gezinsdoelen die in dat opzichte van 2012. plan zijn geformuleerd. De generalist ondersteunt ouders bij het bewaken van de samenhang en de continuïteit. Ter ondersteuning van bovengenoemde samenwerkingsafspraken/ Beter Beschermd wordt er daarnaast in onze regio ingezet op de 4.4.5 Pijler 5: Hulp in het gedwongen kader methodiek VERVE. VERVE staat voor Veiligheid En Regie Voor Elk. Bij de organisatie van hulp in het gedwongen kader zijn wij VERVE is een nieuwe werkwijze voor de jeugdbescherming. Bij verplicht regionaal samen te werken. Hulp in het gedwongen VERVE staat de veiligheid van het kind voorop. De veiligheid van kader betreft de taken kinderbeschermingsmaatregelen en het kind is het beste gediend als de regie voor de oplossing van jeugdreclassering, JeugdzorgPlus en het Advies – Meldpunt opvoedingsproblemen en veiligheidsvraagstukken zoveel mogelijk Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). In het bij de cliënt en zijn of haar eigen netwerk ligt. Met VERVE wordt gedwongen kader is er sprake van een uitspraak en maatregel van getracht de acceptatie van vrijwillige hulp te vergroten en daarmee de rechter. Gemeenten hebben de plicht deze op te volgen en uit te voeren. Het gaat hier om specialistische, soms ingrijpende en dure vormen van zorg. In de regio IJsselland zijn er al enkele jaren samenwerkingsafspraken tussen o.a. Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) en de Raad van de Kinderbescherming (RvdK) op basis van de methodiek Beter Beschermd. Beter beschermd is een methodiek waardoor kinderen en gezinnen sneller worden geholpen en eerder weten waar ze aan toe zijn door het gezamenlijk optrekken in de keten. Er wordt altijd een veiligheidsplan opgesteld met ouders en het netwerk. Door de inzet van deze methodiek is het aantal uithuisplaatsingen en > 31 > betrokken bij de hulp die vanuit het gedwongen kader wordt ingezet. Er moet altijd een doorlopend zorgproces zijn van preventie tot curatie en bescherming voor de cliënt en ook de weg terug – als het gedwongen kader eindigt – wordt tijdig georganiseerd. Jeugdbescherming en – reclassering Voor de organisatie van de jeugdbescherming en -reclassering maken we vóór 1 november afspraken met de huidige uitvoerder in de regio, zijnde het huidige Bureau Jeugdzorg Overijssel en met de instellingen die nu onder het mandaat van BJzO de jeugdbescherming- en de jeugdreclassering uitvoeren (William Schrikker Groep, Leger des Heils en de SGJ). De kinderbeschermingsmaatregelen zoveel mogelijk voorkomen of verkorten. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: eigen kracht, inzet netwerk en regie op het gezin. Er wordt dus nauw samengewerkt met ouders en ook met het SWT. We waken ervoor dat de overgang van vrijwillig naar gedwongen kader vloeiend verloopt en dat er geen gescheiden zorgcircuits ontstaan. Dat betekent dat de expertise vanuit de Raad voor de Kinderbescherming en de uitvoerder van de jeugdbescherming en jeugdreclassering makkelijk ingeschakeld kan worden voor advies en consultatie. Op die manier kan een maatregel soms worden voorkomen. Het SWT blijft altijd samenwerkingsvorm waarvoor gekozen is, houdt in dat het huidige BJzO optreedt als hoofdaannemer en WSG, SGJ en het Leger des Heils als onderaannemer. Al deze organisaties moeten ervoor zorgen dat zij gecertificeerd zijn. Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) In de WMO 2015 hebben de gemeenten de taak om op bovenlokaal niveau zorg te dragen voor een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). De samenvoeging van de Stichting Huiselijk Geweld (SHG) met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) tot een AMHK heeft als doel om > 32 > samenhang te brengen in de aanpak van huiselijk geweld en jongeren. Het toekomstperspectief is 1 integrale crisisdienst voor die van kindermishandeling. Ook ontstaat er daarmee één Zwollenaren van 0 tot 100 jaar. meldpunt voor burgers en professionals voor huiselijk geweld en kindermishandeling. JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg) Gemeenten moeten zorgen voor een toereikend aanbod van Het AMHK wordt vormgegeven voor de regio IJsselland, waarmee instellingen die JeugdzorgPlus leveren. De JeugdzorgPlus aangesloten wordt bij de veiligheidsregio, de regio voor Huiselijk is bovenregionaal georganiseerd en valt niet onder het Geweld en de voor de organisatie van Jeugdzorg van toepassing landelijk transitiearrangement (zie landelijke inkoop). Voor de zijnde regeling. Uitgangspunt van de vormgeving is de ambitie JeugdzorgPlus wordt vanuit de regio IJsselland aangesloten om maximaal in te zetten op preventie en de mogelijkheden om op het landelijk voorstel de organisatiestructuur voor de aan de voorkant te komen. Het AMHK in de regio IJsselland wordt plaatsingscoördinatie gedurende de eerste 2 jaar in stand te ingevuld als een integraal advies en meldpunt voor alle vormen houden. Dat betekent dat vanuit vijf “zorgregio’s”, jongeren met van geweld in huiselijke kring, met één integrale werkwijze. De een rechtelijke verwijzing direct doorverwezen worden naar huisvesting zal op één locatie plaats vinden en er is sprake van één JeugdzorgPlus. Ten behoeve van de inkoop JeugdzorgPlus werken (landelijk) telefoonnummer. Het geïntegreerde AMHK is uiterlijk 1 wij vanuit de regio IJsselland samen in de regio Oost. januari 2015 operationeel. We zetten in op preventieve hulpverlening aan de voorkant om het aantal jeugdzorgplusplaatsingen te beperken. In de JeugdzorgPlus Crisis- en spoedzorg wordt gewerkt met trajectplannen voor een jongere. Wat is er Gemeenten hebben de wettelijke verplichting een 24-uurs nodig binnen de JeugdzorgPlus en wat is er bij terugkeer naar crisisdienst te organiseren. Op dit moment zijn er vanuit de huis verder nodig. Daar moet de link gelegd worden met de Zwolse verschillende domeinen – Jeugd-GGZ, provinciale jeugdzorg en SWT’s en de Zwolse jeugdhulpinstellingen. Ook bij plaatsing in de LVB – verschillende crisisdiensten. De diverse organisaties die nu JeugdzorgPlus moet er sprake zijn van een doorlopend proces dat een crisisdienst hebben, hebben de opdracht gekregen om met is gericht op lange termijn perspectief voor de jongere, ook waar een voorstel te komen voor een integrale 24-uurs crisisdienst voor het gaat om zaken als onderwijs, werk en wonen. Daarnaast moet jongeren. Voor 1 januari 2015 is er 1 integrale crisisdienst voor er ook aandacht zijn voor de omgeving van de jongere. Als daar > 33 > niets verandert, is het effect van de jeugdhulp vaak beperkt. Hier kan het SWT een positieve bijdrage aan leveren. Verbinding zorg/repressieketen De zorg/repressieketen voorziet in een aanpak van personen die worden verdacht van een strafbaar feit of die daarvoor al gestraft zijn, risicogroepen en -personen. Maar ook voor personen waar een hulpverleningsaanbod alleen niet voldoende is om resultaat te boeken. Vaak gaat het dan om complexe problematiek (bijvoorbeeld verslaving, relatieproblemen, gedragsproblemen, financiële nood). Een repressieve stok achter de deur kan dan net het benodigde duwtje geven. Overtreders aanpakken, om recidive te voorkomen. In Zwolle hebben we diverse vormen van overleg/inzet voor deze zeer specifieke doelgroep. Wij zullen de komende jaren investeren in het verbinden van deze vormen van overleg en inzet van het SWT. > 34 > 5.Positie van kinderen, jongeren en ouders Ambitie zeggenschap hebben over de hulp die zij krijgen. De vraag hoe De gemeente Zwolle stelt de vraag en behoefte van de participatie van kinderen, jongeren en ouders eruit komt te zien inwoners centraal bij het verder vormgeven en uitvoeren van de staat centraal in ons beleid en is onderdeel van de contracten met jeugdhulpverlening. Wij praten niet alleen over kinderen, jongeren de jeugdhulpinstellingen. en ouders in kwetsbare situaties maar juist ook met ze om ze mee gaan geven. 5.1 Eigen regie en zeggenschap bij kinderen, jongeren en ouders De gemeente Zwolle kiest er voor om kinderen, jongeren De positie van kinderen, jongeren en hun ouders verandert en ouders een actieve rol te geven in het beleid van de fundamenteel in het nieuwe jeugdzorgstelsel. Het perspectief van jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instelling en in de kinderen, jongeren en hun ouders staat centraal juist omdat er uitvoering ervan. uitgegaan wordt van eigen kracht, verantwoordelijkheid en regie. De belangenbehartiging binnen de gemeente Zwolle en de Beeldend gezegd wordt er niet meer over kinderen, jongeren en medezeggenschap van jongeren en ouders over het beleid hun ouders gesproken maar met hen. Zij hebben de regie over het van de jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instelling is hulpplan. te laten praten over hoe we de jeugdhulpverlening verder vorm zo ingericht dat kinderen, jongeren en ouders daadwerkelijk > 35 > Het gezin heeft de mogelijkheid om een eigen gezinsplan Omdat wij ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsen zien als te maken. Wanneer het gezin geen gebruik maakt van de laatste redmiddel willen wij deze zoveel mogelijk voorkomen. In mogelijkheid om zelf een gezinsplan op te stellen dan ondersteunt de regio wordt gewerkt volgens de VERVE methodiek waarbij de de generalist van het SWT het gezin bij het opstellen van het veiligheid van kinderen en jongeren voorop staat. De veiligheid gezinsplan en wordt samen bekeken wie kunnen helpen bij het van kinderen en jongeren is het beste gediend als de regie voor de realiseren van de gezinsdoelen. oplossing van opvoedingsproblemen en veiligheidsvraagstukken De vraag van de kinderen, jongeren en ouders is hierbij leidend zoveel mogelijk bij hen zelf en het eigen netwerk ligt. Met VERVE en niet het aanbod van de jeugdhulpaanbieders. Bij veranderende vergroten wij de acceptatie van vrijwillige hulp en daarmee omstandigheden wordt het gezinsplan door de ouders, indien voorkomen of verkorten wij kinderbeschermingsmaatregelen gewenst in overleg met de hulpverlener, bijgesteld. Sowieso vindt zoveel mogelijk. Belangrijke uitgangspunten bij de VERVE éénmaal per jaar evaluatie van het gezinsplan plaats. methodiek zijn het uitgaan van eigen kracht, inzet van het netwerk en regie in het gezin. Wanneer de veiligheid van kinderen en 5.2 Veiligheid van kinderen en jongeren jongeren in gevaar is kan een kinderbeschermingsmaatregel De veiligheid van kinderen en jongeren staat voorop. Hierbij noodzakelijk zijn. Ouders verliezen in dat geval (tijdelijk) de regie, hanteert de gemeente Zwolle het uitgangspunt dat aan maar blijven wel nauw betrokken. kinderen en jongeren bij wie de veiligheid in het geding is en aan kinderen en jongeren in crisissituaties direct de benodigde Voor een deel van de kinderen en jongeren die op jeugdhulp hulp wordt geboden. Het is vooral van belang dat de sociale zijn aangewezen kan het wenselijk of zelfs noodzakelijk zijn omgeving (familie) hierbij betrokken wordt. Daarnaast zijn een dat zij buiten de eigen gemeente worden opgevangen. Dit geldt goede samenwerking tussen de SWT’s, het AMHK, de Raad bijvoorbeeld voor minderjarige vrouwen die slachtoffer zijn van voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling, loverboys of eergerelateerd geweld. Het behoort tot de taak van een goed bereikbare crisisdienst en veelvuldige afstemming het AMHK om te bepalen of plaatsing buiten de gemeentegrenzen met en terugkoppeling naar de behandelaars ook belangrijke vanuit veiligheidsperspectief voor het kind of de jongere randvoorwaarden. noodzakelijk is. > 36 > 5.3 Participatie gesprekspartner zijn maar in beginsel wordt het kind er bij Onder participatie verstaan wij de invloed die kinderen, jongeren, betrokken. hun ouders, belangenbehartigers en burgers hebben op de Bij meningsverschillen over de situatie of de gewenste hulp wordt ontwikkeling en invulling van het beleid, tijdens en na de transitie hoor en wederhoor toegepast en gezocht naar een oplossing. In van de jeugdzorg. Wij vinden deze invloed belangrijk omdat wij de aanpak staat de veiligheid van het kind en de jongere voorop. de jeugdhulpverlening zo willen inrichten dat maximaal rekening Voor de professionals gelden vereiste competenties als de wordt gehouden met de wensen en behoeften van kinderen, vraag kunnen verhelderen, belangen kunnen onderscheiden en jongeren en ouders zodat hulpverlening op maat geleverd wordt benoemen, kunnen bemiddelen bij conflicterende standpunten aan de (jonge) burgers van Zwolle. en belangen. In scholing, begeleiding en coaching wordt aan deze vaardigheden aandacht besteed. Bij de start van het gesprek om het onderliggende probleem te Elke jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling heeft verhelderen en het aanbieden van de juiste hulpverlening is de de verantwoordelijkheid medezeggenschap van cliënten te vraag van de Zwollenaar leidend. De kinderen, jongeren en ouders organiseren in de vorm van een cliëntenraad. Bij de organisatie denken zelf mee over de beste aanpak voor de problemen die er van de medezeggenschap hebben wij voorkeur voor een aparte zijn ontstaan. Als hulp moet worden ingeschakeld wordt in eerste jongeren- en ouderraad. instantie gekeken naar wat het kind, de jongere, het gezin en het sociale netwerk zelf kunnen doen. Zo wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij de eigen kracht van de Zwollenaren. In de werkwijze voor ondersteuning is vastgelegd dat jongeren van 12 tot 16 jaar zelf een beroep kunnen doen op ondersteuning maar dat de ouders op de hoogte worden gebracht (in principe door de jongere zelf, desgewenst samen met de ondersteuner) en zoveel mogelijk worden betrokken bij het vervolg. Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelf uitmaken of ouders geïnformeerd en betrokken worden. Voor kinderen tot 12 jaar geldt dat ouders > 37 > Wij vinden het van belang dat medezeggenschap duidelijk en kinderen, jongeren en ouders die geen gebruik maken van makkelijk toegankelijk is. Daarom verwachten wij van elke jeugdhulp worden betrokken bij de beleidsvorming en –toetsing. jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling met wie wij een Het succes van veel activiteiten hangt nauw samen met de contract aangaan dat zij de regeling voor medezeggenschap op de mate waarin kinderen, jongeren en ouders eraan meedoen. openbare website vermelden. Bij het opstellen van dit Beleidsplan hebben wij onder andere gebruik gemaakt van adviezen van de Klankbordgroep Jeugd, De vereiste voor een cliëntenraad is, net als een procedure voor de Jongerenraad, de Participatieraad en BelangenOrganisaties klachtenbehandeling, niet nieuw. De huidige cliëntenraden vormen Overijssel (BOO). Toch willen wij in de toekomst jongeren en de basis om het beleid verder vorm te geven en te toetsen. Wij ouders nog meer betrekken bij de uitvoering van ons jeugd- en zetten dit na 1 januari 2015 voort en bouwen dit uit door kinderen, jongerenbeleid. De manier waarop we lokale participatie van jongeren en ouders meer zeggenschap te geven over het beleid jongeren en ouders in de toekomst verder vorm gaan geven is van jeugdhulpinstellingen. opgenomen op de Transformatieagenda 2015. Hierbij zullen wij de Dit doen wij door van elke jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde Klankbordgroep Jeugd, de Jongerenraad, de Participatieraad, BOO instelling met wie wij een contract aangaan te verwachten dat zij en andere vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en ouders de medezeggenschap gaan organiseren vanuit het perspectief om advies vragen. van kinderen, jongeren en ouders. Participatie is maatwerk en de vorm ervan verschilt per situatie. De Jongerenraad heeft aangeboden om jeugdhulpinstellingen te ondersteunen bij het beschrijven van de manier waarop zij medezeggenschap gaan organiseren. Dit aanbod zullen wij samen met de Jongerenraad en jeugdhulpinstellingen concreet vorm gaan geven. Wij vinden het belangrijk inzicht te hebben in wat er leeft onder kinderen, jongeren en ouders en zien dat inzicht als essentieel voor de uitvoering van een goed jeugd- en jongerenbeleid. Ook > 38 > 5.4 Keuzevrijheid Wij houden bij de bepaling van de aangewezen vorm van jeugdhulp Wij vinden het belangrijk dat mensen de mogelijkheid hebben om en bij de uitvoering van de Jeugdbeschermingsmaatregelen en zelf te beslissen hoe ze hun leven inrichten. Keuzevrijheid is hierbij Jeugdreclassering redelijkerwijs rekening met de behoeften altijd het uitgangspunt, ook als mensen in de directe omgeving en persoonskenmerken, de godsdienstige gezindheid, de liever zouden zien dat andere keuzes gemaakt worden. Bij levensovertuiging en de culturele achtergrond van kinderen, keuzevrijheid hoort maatwerk en hulp die past bij de achtergrond jongeren en ouders. Wij hebben diversiteit en respect voor van de hulpvrager. Het gaat er hierbij om dat de hulpverlener ieders achtergrond hoog in het vaandel staan en zullen de past bij het probleem waarbij het besef er moet zijn dat het ene jeugdhulpinstellingen stimuleren om kinderen, jongeren en syndroom het andere niet is en de ene beperking de andere niet is. ouders zoveel mogelijk zeggenschap te geven over de persoon van Een psychiatrische ziekte bijvoorbeeld kan gedrag veroorzaken dat de hulpverlener. moeilijk geaccepteerd wordt in onze samenleving, of in de directe omgeving. Dat is echter nog geen reden om het recht om zelf het Als er gevaar ontstaat voor het kind of de jongere zelf of voor leven in te richten te ontnemen. mensen in de naaste omgeving, kan het nodig zijn dat de keuzevrijheid, eventueel na uitspraak van de rechter, beperkt Omdat de kinderen, jongeren en ouders zelf sturen op de wordt, bijvoorbeeld bij een ondertoezichtstelling. oplossing is er vrijheid van keuze, ook als er sprake is van meer gespecialiseerde jeugdhulpverlening. Samen met de medewerker De ondersteuningsmogelijkheden vanuit de gemeente Zwolle van het SWT wordt gekeken wat nodig is en of de beste oplossing kunnen begrensd worden door interne of externe oorzaken. De gevonden kan worden in Zorg in Natura of in de vorm van een complexiteit of meervoudigheid van de problematiek bij kinderen, PGB. Wanneer er geen klik is tussen de jongere, ouders en de jongeren en ouders kunnen voor ons een grens zijn. Ook de hulpverlener dan kunnen beide kiezen voor inzet van een andere volgende redenen kunnen aanleiding zijn om de keuzevrijheid van hulpverlener zonder dat dit overigens tot ‘shopgedrag’ moet Zwollenaren in te perken: leiden. • Veiligheid van directe omgeving en het kind of de jongere zelf • Mate van zelfredzaamheid • Mate van fysieke en/of medische verzorging > 39 > • Kwaliteit en kwantiteit van de hulpverlening die mogelijk is • Benodigde materiële ondersteuning van hulpmiddelen • Dit geldt voor alle kinderen, jongeren en ouders die jeugdhulp ontvangen waarvoor wij vanaf 2015 verantwoordelijk zijn. • Deze continuïteit van hulpverlening geldt zolang de De differentiatie die aangebracht wordt in doelgroepen en de indicatietermijn duurt maar tot maximaal één jaar na de voorwaarden waaronder individuele voorzieningen al dan niet transitie (dus tot 1 januari 2016). toegekend worden, worden in regio IJssellandverband vastgesteld • Deze continuiteit van hulpverlening geldt ook voor kinderen, en vastgelegd in de Verordening Jeugdhulp Gemeente Zwolle 2015. jongeren en ouders die op 31 december 2014 een aanspraak Deze zal rond 1 november 2014 worden vastgesteld. hebben op jeugdhulpverlening maar die op dat moment nog geen hulpverlening krijgen (“wachtlijstcliënten”). 5.5 Continuiteit van jeugdhulp in 2015 overgangsperiode • Bestaande PGB’s worden voor het jaar 2015, tot uiterlijk 1 januari 2016, gecontinueerd. Wij hanteren hierbij Kinderen, jongeren en ouders maken zich er zorgen over of de het uitgangspunt dat de rechten van bestaande PGB’s jeugdhulpverlening of het Persoonsgebonden budget (PGB) waar gerespecteerd worden en een benodigde herindicatie als een zij eind 2014 gebruik van maken, in 2015 voortgezet wordt. Om nieuwe aanvraag geldt. deze zorgen voor deze kwetsbare groep kinderen en jongeren • In 2015 (sowieso dus vóór 1 januari 2016) wordt door het SWT zoveel mogelijk weg te nemen hebben wij er voor gekozen de samen met de kinderen, jongeren en ouders bekeken welke hulpverlening of het PGB waar eind 2014 gebruik van wordt ondersteuning na de overgangsperiode nodig is. gemaakt, in 2015 voort te zetten. Voor kinderen en jongeren in pleegzorg maken wij een Voor de kinderen, jongeren en ouders betekent dit onder andere uitzondering, in die zin dat voor hen geldt dat de continuïteit van het volgende: jeugdhulp geldt zolang zij pleegzorg nodig hebben. • Kinderen, jongeren en ouders die op 31 december 2014 jeugdhulp ontvangen (“zittende” cliënten), kunnen deze hulp in 2015 voort zetten bij de jeugdhulpaanbieder die deze zorg op 31 december 2014 biedt. > 40 > 5.6 Persoonsgebonden budget familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, Kinderen, jongeren en ouders kunnen onder voorwaarden een PGB kennissen etcetera. aanvragen waarmee zij zelf kunnen kiezen van wie zij de jeugdhulp ontvangen en niet zijn aangewezen op een jeugdhulpaanbieder In het keukentafelgesprek dat met kinderen, jongeren en ouders met wie wij afspraken hebben gemaakt. gevoerd wordt, wordt samen met hen het vermogen van kinderen, Voor kinderen en jongeren die een Jeugdbeschermingsmaatregel jongeren en de ouders om zelf of met ondersteuning van de of Jeugdreclassering hebben gekregen en voor jongeren die zijn naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden opgenomen in een gesloten accommodatie met machtiging geldt eerst bepaald. Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden dat zij niet de mogelijkheid hebben een PGB toegekend te krijgen. maken wij gebruik van de bepalingen die zijn vastgelegd in het Wij verstrekken een PGB wanneer er voldaan is aan de volgende protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ. Wij realiseren ons dat drie (wettelijke) voorwaarden: er sprake dient te zijn van maatwerk waarbij rekening gehouden • Het kind, de jongere en ouders zijn in staat op eigen kracht moet worden met de belastbaarheid van het gezin en het sociale de aan het PGB verbonden taken op verantwoorde wijze uit te netwerk. voeren; • Het kind, de jongere en de ouders kunnen duidelijk maken Wij gaan in 2015 met alle Zwolse PGB-houders in gesprek over dat de jeugdhulpverlening die wordt geleverd door een hun ondersteuningsbehoefte. Iedereen waarvoor geldt dat jeugdhulpaanbieder niet passend is; ondersteuning vanuit de Jeugdwet nodig blijft, krijgt uiterlijk 1 • Gewaarborgd is dat de jeugdhulp die het kind, de jongere en de januari 2016 een nieuwe beschikking. De medewerkers van het ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is. SWT spelen een belangrijke voorlichtende rol bij de toekenning Wij vinden het betalen van hulp die normaliter zonder betaling van een PGB en zullen dus ruime kennis moeten hebben van de geleverd zou worden uit het sociale netwerk van het kind en de mogelijkheden binnen Zorg in Natura en PGB. Samen met de jongere niet wenselijk. Tot het sociale netwerk van kinderen en jongeren en hun ouders bepalen zij in concrete gevallen wat goede jongeren worden personen gerekend uit de huiselijke kring en kwaliteit en passende zorg en begeleiding is. andere personen met wie kinderen en jongeren een sociale relatie In de Verordening Jeugdhulp Gemeente Zwolle 2015 worden onderhouden. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan aanvullende voorwaarden en nadere regels vastgelegd. > 41 > 5.7Ouderbijdrage Voor cursussen die in het preventieve domein worden aangeboden Voor ondersteuning en hulp op grond van de Jeugdwet wordt geen kan wel een eigen bijdrage aan de Zwollenaren worden gevraagd, eigen bijdrage opgelegd. Wanneer kinderen of jongeren buiten bijvoorbeeld in de vorm van cursusgeld. het gezin verblijven of wanneer zij in een justitiële jeugdinrichting verblijven, wordt er wel een ouderbijdrage in rekening gebracht. 5.8 Klachtenbehandeling Deze ouderbijdrage wordt opgelegd omdat ouders van wie de Wij stellen als uitgangspunt dat klachten voorkomen moeten kinderen buiten het gezin worden verzorgd ook minder kosten voor worden en dat hulpverleners van een SWT of jeugdhulpinstelling die kinderen maken. met kinderen, jongeren en ouders in gesprek moeten gaan als de hulpverlening niet aan de wensen van één van beide Om de eigenbijdrageregelingen voor de extramurale AWBZ, de partijen voldoet. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat er Wmo en de Jeugdwet goed op elkaar aan te laten sluiten wordt een laagdrempelige, gebruikersvriendelijke en duidelijke de ouderbijdrage vastgesteld en voor ons geïnd door het CAK. klachtenregeling komt voor de jeugdhulpverlening wanneer Hierdoor is er zicht op het aantal ouderbijdragen dat een gezin wij vanaf 2015 verantwoordelijk worden voor de totale moet betalen en dat maakt het mogelijk om die waar nodig te jeugdhulpverlening. beperken teneinde onbedoelde en ongewenste stapeling van eigen bijdragen te voorkomen. Jeugdhulpaanbieders en de Gecertificeerde Instelling (GI) voeren een goed functionerende klachtenbehandeling uit in het belang van kinderen, jongeren en ouders. Het is de verantwoordelijkheid van jeugdhulpaanbieders en de GI het bemiddelen bij en behandelen van klachten van kinderen, jongeren en ouders effectief en laagdrempelig te organiseren. De jeugdhulpaanbieders en de GI hebben een eigen klachtenregeling en klachtencommissie. > 42 > In elke klachtencommissie moet minimaal één vertegenwoordiger opgenomen, leidend zijn. van kinderen, jongeren en ouders zitting hebben. In het Kinderen, jongeren en ouders kunnen zich bij het indienen van een contracteringsproces toetsen wij of het perspectief van kinderen, klacht laten adviseren en ondersteunen door een onafhankelijke jongeren en ouders bij de klachtbehandeling voldoende naar vertrouwenspersoon (zie 5.9) van het Advies- en Klachtenbureau voren komt en of bemiddeling een belangrijke plaats inneemt en Jeugdzorg (AKJ). Deze vertrouwenspersoon kan ondersteunen bij: rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van ons beleid. • het in kaart brengen van de klacht De klachtenfunctionaris van een jeugdhulpaanbieder en de GI moet onafhankelijk zijn. Teveel zien we dat de klachtenfunctionaris ook hulpverlener is. (wat speelt er precies en met/bij wie); • het in kaart brengen wat eraan vooraf ging en wat al besproken is; • het uitleg geven over de klachtenprocedure (hoe het werkt en De kosten van een procedure mogen niet voor rekening van wat kan het kind, de jongere en de ouders(s) verwachten; kinderen, jongeren of ouders komen. Na indienen van een • het opstellen van de klacht; klacht dient deze binnen 14 dagen in behandeling genomen te • het indienen van de klacht; zijn en binnen 6 weken afgerond te zijn. In deze periode moet • het ondersteunen tijdens de klachtenprocedure. de hulpverlening doorlopen en niet gewijzigd, doorgevoerd of opgelegd worden tegen de wens van de kinderen, jongeren en De jeugdhulpinstellingen stellen jaarlijks een klachtenrapportage ouders in. Bij alles moet veiligheid voorop staan. op waarin patronen in klachten worden erkend en de maatregelen die zijn toegezegd naar aanleiding van een oordeel op een klacht Een uitspraak van een klachtencommissie is voor beide partijen worden beschreven en gevolgd. Iedere klacht is ten slotte ook een bindend en moet dus door de jeugdhulpinstelling uitgevoerd en advies over hoe het beter kan. door de kinderen, jongeren en ouders gerespecteerd worden. Wij vinden het van belang dat de klachtenrapportage door Wij vinden het van belang dat de uitgangspunten die in de vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en ouders beoordeeld handreiking “Goede klachtbehandeling in de jeugdzorg” (www. en besproken wordt. Daarom wordt de klachtenrapportage door nationaleombudsman.nl) van de Nationale Ombudsman zijn de jeugdhulpinstelling in ieder geval verzonden naar en besproken > 43 > met het AKJ, BelangenOrganisatie Overijssel (BOO) en de Naast deze vooral ondersteunende taak hebben gemeente Zwolle (al dan niet in regionaal verband). vertrouwenspersonen ook afgeleide taken, zoals het geven van algemene voorlichting en het signaleren van structurele Ook voor de SWT’s wordt een klachtenregeling opgesteld. Deze tekortkomingen en misstanden. Het vertrouwenswerk heeft wordt ingericht vergelijkbaar met die van andere gemeentelijke op deze manier dus ook betekenis voor de algehele kwaliteit klachtenregelingen. van jeugdhulpverlening en ondersteuning. Specifieke signalen worden zo nodig doorgeleid naar de Inspectie Jeugdzorg (zie 7.3) 5.9 Vertrouwenspersoon en geanonimiseerde informatie kan beschikbaar komen voor de Wij vinden het belangrijk dat kinderen, jongeren en ouders een gemeente Zwolle, jeugdhulpinstellingen en vertegenwoordigers beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon van kinderen, jongeren en ouders. die niet in dienst is van een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde Mede namens de gemeente Zwolle heeft de VNG besloten de instelling. De onafhankelijke vertrouwenspersoon zien wij als een belangrijk instrument om de rechten van kinderen, jongeren en ouders voor zover die onder de Jeugdwet vallen te borgen. Door de vroegtijdige inzet van een vertrouwenspersoon kan in veel gevallen voorkomen worden dat een vraag of klacht escaleert tot een conflict met alle juridische gevolgen van dien. Vertrouwenspersonen zijn professionals die kinderen, jongeren en ouders ondersteunen als zij vragen of klachten hebben over bejegening, communicatie, procedures, besluiten en onveiligheid. De vertrouwenspersoon heeft tot taak kinderen, jongeren en ouders te ondersteunen, doet dat nooit op eigen initiatief maar altijd naar aanleiding van een vraag of klacht. > 44 > uitvoering van het vertrouwenswerk vanaf 2015 landelijk in te 5.10 Second Opinion kopen bij het AKJ, voor de periode van drie jaar. Een belangrijke methodiek van het SWT is dat het de vraag in beeld brengt zonder dat daarvoor een zwaar instrument gebruikt Wij vinden het bestaan van een laagdrempelige toegang wordt. In plaats daarvan wordt een “keukentafelgesprek” gevoerd tot de vertrouwenspersoon belangrijk en zullen het AKJ waarbij het kind, de jongere en de ouders, al dan niet met de dan ook monitoren op 24-uurs bereikbaarheid, meerdere generalist uit het SWT en overige betrokkenen, samen een communicatiekanalen, gezamenlijk meldpunt, op vaste tijden gezinsplan opstellen. bereikbaar en beschikbaar, borging van kwaliteit en innovatie. Als een kind, jongere of ouder het niet eens is met de wijze De wens van de gemeenten in de regio IJsselland waarop de ondersteuning wordt gegeven, de weigering op is dat het vertrouwensnetwerk meer regionaal gaat ondersteuning of de ondersteuning niet passend vindt, kan deze opereren, zodat vertrouwenspersonen bekend zijn met de een second opinion aanvragen. De mogelijkheid bestaat dat een regionale beleidskaders/-uitgangspunten en de regionale onafhankelijke professional uit een ander SWT gevraagd wordt te jeugdhulpinstellingen. Het AKJ krijgt daarbij de opdracht beoordelen of het juiste plan van aanpak er ligt. Het oordeel van om samen met de andere partijen toe te werken naar een deze tweede persoon moet leiden tot die aanpak die tot ieders robuust netwerk en de mogelijkheden te onderzoeken tevredenheid stemt. In de generieke werkwijze van de SWT’s is om dit te laten aansluiten op cliëntenparticipatie en opgenomen dat de vragensteller, het gezin, een beroep kan doen belangenbehartiging en bij de organisaties die dit uitvoeren, zoals op een second opinion. BelangenOrganisatiesOverijssel. 5.11 Gegevensuitwisseling en privacy In de contracten met de jeugdhulpinstellingen nemen wij de In het nieuwe jeugdstelsel zitten de hulpvragers zelf aan verplichting op dat zij kinderen, jongeren en ouders op een tafel en moeten het met de generalist eens worden over het duidelijke en zorgvuldige manier informeren over het bestaan van gezinsplan. Omdat er verschillende ketenpartners bij de de vertrouwenspersoon. hulpverlening betrokken kunnen zijn, moet er een werkwijze voor gegevensuitwisseling en privacy ontwikkeld worden. > 45 > Het gezin is uitdrukkelijk eigenaar van het dossier en deze kan van het gesignaleerde risico is. De werkwijze voor een integrale anderen (hulpverlening etcetera) rechten toekennen om het en gecoördineerde aanpak in vervolg op signalen in de VIRZ is dossier te benaderen. Uitwisseling van gegevens uit dossiers of dezelfde als de werkwijze in de ondersteuningsstructuur in het van dossiers kan, behalve in situaties waarbij de veiligheid van brede sociale domein het kind of de jongere in het gedrang is, nooit zonder explicitiete toestemming van het gezin plaatsvinden. Wanneer ouders Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet zijn wij verantwoordelijk toestemming weigeren weegt dat zwaar maar kan dat, als het in voor het onderhouden van de Verwijsindex en voor het bevorderen nadrukkelijk belang van (de veiligheid) van een kind of jongere is, van het gebruik. Over het gebruik van de VIRZ zijn convenant- worden genegeerd. De overweging en de argumenten worden in afspraken gemaakt met instanties die zich met jeugdhulp dat geval vastgelegd. bezighouden. Verwijsindex In de komende periode blijven we het gebruik van de VIRZ De Verwijsindex is een landelijk elektronisch systeem om bevorderen en zien we toe dat de gemaakte afspraken worden professionele hulpverleners vroegtijdig met elkaar in contact nagekomen. Dit wordt ook onderdeel van de af te sluiten te brengen. Soms weten hulpverleners niet welke andere contracten. Het systeem functioneert pas goed als een ieder de hulpverleners bij een gezin of jongere betrokken zijn. Als ze, VIRZ gebruikt en op dezelfde manier gebruikt. omdat ze zich zorgen maken of problemen signaleren, zich melden in de Verwijsindex, kunnen ze met elkaar contact opnemen en kan De VIRZ Zwolle bevat geen inhoudelijke informatie, hulpverlening beter, sneller en gecoördineerd worden aangepakt. dossierinformatie of –gegevens. In 2015 zal de VIRZ deel gaan uitmaken van het voor het brede sociaal domein ontwikkelde In Zwolle kennen we de Verwijsindex Risicojongeren Zwolle (VIRZ). registratie- en informatiesysteem Topicus, ook aangeduid met Top. Hulpverleners kunnen daarin een signaal afgeven als zij een Wanneer een professional in Top een signaal over een zorg die redelijk vermoeden hebben dat een kind of jongere belemmerd hij/zij heeft of vermoeden afgeeft, wordt dit wel aan de betrokken wordt in zijn/haar fysieke, psychische, sociale of cognitieve jongeren en/of ouders (afhankelijk van leeftijd) gemeld maar deze ontwikkeling. In de VIRZ wordt niet vermeld wat de aard en inhoud hoeven er geen toestemming voor te geven. > 46 > 5.12 Leeftijdsgrens Voor de Jeugdhulp wordt een leeftijdsgrens van 18 jaar gehanteerd voor de verschillende vormen van jeugdhulp en de uitvoering van de jeugdbeschermingsmaatregelen die naar de gemeenten worden overgeheveld. Vanaf het 18e jaar vinden ondersteuning, hulp en zorg in de regel plaats uit een ander wettelijk kader, zoals Wmo, ZVW of AWBZ. Op basis van input van verschillende partijen is het duidelijk geworden dat de continuïteit van hulpverlening voor jongeren na het bereiken van de 18- jarige leeftijd belangrijk is en geborgd kan worden als partijen elkaar weten te vinden en in gesprek zijn. Als bijlage 4 is een informatiekaart opgenomen die weergeeft langs welke weg en met welke partijen de gemeente Zwolle als onderdeel van de Transformatieagenda in 2015 in gesprek gaat en afspraken gaat maken. Jeugdhulp kan doorlopen tot maximaal het 23ste levensjaar als deze hulp niet onder een ander wettelijk kader valt. Voor gesloten jeugdzorg is de doorloop op basis van jurisprudentie beperkt tot hooguit zes maanden na het 18e jaar, omdat het toepassen van dwang op pedagogische grondslag bij meerderjarigen strijd oplevert. Voor jongeren met psychische problemen en stoornissen (jeugd-ggz) wordt de leeftijdsgrens op 18 jaar gesteld omdat veel geestelijke stoornissen die zich in de (late) adolescentie ontwikkelen, doorlopen in de volwassenheid en daarmee in de > 47 > volwassen-ggz. Verder wordt vanaf het 18e jaar premie voor een Voor de continuïteit van zorg en het welzijn van de jongere vinden zorgverzekering betaald en maakt geestelijke gezondheidszorg wij het van belang dat een goede overdracht plaatsvindt zodra onderdeel uit van de aanspraak medisch specialistische zorg. een jongere na zijn 18e levensjaar in een ander wettelijk kader Ondanks dat er goede redenen zijn om de leeftijdsgrens voor terecht komt. Wij realiseren ons dat wij hier een belangrijke rol te jongeren met verstandelijke beperkingen op 23 jaar te stellen, in vervullen hebben en streven er naar om de ondersteuning, hulp verband met hun tragere ontwikkeling, is voor een leeftijdsgrens of zorg – indien gewenst – bij dezelfde aanbieder te continueren, van 18 jaar gekozen omdat dit tegemoet komt aan het zodat de jongere hier niets van hoeft te merken. uitgangspunt van één uniforme leeftijdsgrens. Het voorkomen van dakloosheid onder jongeren en jongvolwassenen is topprioriteit voor de gemeente Zwolle. De komende periode zetten wij ons samen met woningbouwcorporaties, banken, verzekeraars en energiebedrijven in op het voorkomen van dakloosheid door vroegtijdig mensen terzijde te staan. De vraag die centraal staat in deze inventarisatie is hoe wij op lokaal niveau met de samenwerkende organisaties op een effectieve wijze nazorg organiseren die gericht is op zelfstandigheid en zelfredzaamheid van jongeren uit de jeugdhulpverlening tussen de 17 en 23 jaar. De knelpunten in het proces van het organiseren van nazorg voor jongeren zijn onder andere het ontbreken van zelfstandige woonruimte, de samenwerking met en overdracht vanuit de jeugdhulpaanbieders en de financiering van beschikbare trajecten of interventies. Jongeren zelf ervaren nazorg nog té vaak als zwaar hulpverlenend, terwijl zij daar na een jeugdzorgtraject niet voor gemotiveerd zijn. Hun hulpvraag is vooral praktisch gericht. > 48 > Voor jongeren in de jeugdhulpverlening die de leeftijd van 18 jaar 18 jaar of neemt daarna een aanvang. De aanspraak op deze bereiken wordt een risicotaxatie gemaakt. Deze risicotaxatie hulpverlening vloeit dan al uit de rechterlijke beslissing voort. geeft antwoord op de vraag of zij het na het bereiken van hun 18e Ook is de gemeente verantwoordelijk voor deze vormen van hulp jaar zelfstandig gaan redden of dat begeleiding op onderdelen wanneer zij worden opgelegd met toepassing van artikel 77c van nog nodig is? Juist voor de jongeren waarvan wordt verwacht dat het Wetboek van Strafrecht. zij ook na hun 18e begeleiding en ondersteuning nodig hebben, worden afspraken gemaakt over een doorlopende ondersteuning Als pleegkinderen 18 jaar worden zijn ze voor de wet volwassen, en begeleiding. Daar waar huisvesting een knelpunt kan vormen stopt de hulpverlening en moet er van alles geregeld worden. (dreigende dakloosheid) wordt aan de ‘Zwerftafel’, onder regie Omdat financiële regelingen vaak ingewikkeld zijn en van de GGD, gesproken met jeugdhulpinstellingen en reguliere aanvraagprocedures tijd kosten, vinden wij het belangrijk dat al hulpverlening over een warme overdracht en wordt passende met elkaar om de tafel gezeten wordt als een pleegkind 16 jaar huisvesting gezocht. Deze jongeren kunnen bijvoorbeeld, wordt. afhankelijk van hun situatie, doorstromen naar Take Off of Fast Forward, beide projecten van Leger des Heils, of naar Ook na hun 18e verjaardag hebben sommige pleegkinderen begeleidingsprojecten op basis van een begeleid wonen indicatie. behoefte aan ondersteuning en begeleiding. Ze kunnen tot hun 23e een beroep doen op voortgezette hulpverlening. Deze is altijd Voor jeugdreclassering en jeugdhulp die voortvloeien uit een vrijwillig. De hulpverlening eindigt wanneer er geen hulpvraag strafrechtelijke beslissing geldt geen leeftijdsgrens. Dit hangt meer is, wanneer het pleegkind geen hulp meer wil of wanneer samen met de omstandigheid dat het jeugdstrafrecht en het pleegkind 23 jaar wordt. bijpassende begeleiding en toezicht door de reclassering ook kunnen worden toegepast op jongeren en op jongvolwassenen in de leeftijd van 18-23 jaar ten tijde van het plegen van een delict. In de gevallen waarin de jeugdhulp voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing die is genomen met toepassing van het jeugdstrafrecht, loopt de hulpverlening door bij het bereiken van de leeftijd van > 49 > 6.Toegang tot jeugdhulp manieren plaatsvinden: 6.1Vrij-toegankelijke hulp en niet vrijtoegankelijke hulp 1.via de ondersteuningsteams/sociale wijkteams in de wijk en in Gemeenten kunnen zelf vaststellen welke jeugdhulp ‘vrij- De toeleiding naar de jeugdhulpverlening kan op verschillende en om school toegankelijk ’is en welke hulp ‘niet vrij- toegankelijk’ is. Vrij- 2.via huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten en toegankelijke hulp is voor iedereen beschikbaar, bijvoorbeeld 3.vanuit het gedwongen kader en crisis en spoedzorg. welzijnsactiviteiten, jeugdgezondheidszorg (0 tot 18 jaar), algemeen maatschappelijk werk/ school maatschappelijk werk en In de jeugdhulpverlening maken we onderscheid tussen vrij- het aanbod dat nu vanuit het NJG wordt geboden. Voor niet vrij- toegankelijke en niet vrij-toegankelijke (individuele) voorzieningen. toegankelijke hulp is een verleningsbeslissing nodig. Voordat wordt ingaan op de drie toegangsmogelijkheden, wordt Een verleningsbeslissing is een besluit waartegen bezwaar en hieronder eerst op dit onderscheid ingegaan. beroep mogelijk is. Er wordt in vastgelegd, op basis van onderzoek naar de persoonlijke situatie en de behoefte van de aanvrager, welk aanbod wordt toegekend. Het is hier altijd een individuele voorziening – vergelijkbaar als in de Wmo1. Voorbeelden van niet vrij-toegankelijke hulp zijn wat tot nu toe bekend staat > 50 > ondersteuning, deeltijd verblijf, crisisopvang, opname residentieel. 6.2Toegang jeugdhulp via ondersteuningsteams – sociale wijkteams Maar voordat ‘niet vrij-toegankelijke hulp’ nodig is, zijn er veel Vanaf 2015 kan iedereen met ondersteuningsvragen - van mogelijkheden waar eerst gebruik van kan worden gemaakt kleine tot grote vragen - terecht bij het SWT. De medewerker als het gaat om opvoed- en opgroeiproblemen. Veel vragen van het sociale wijkteam werkt outreachend en is te vinden op worden zelf opgelost of samen met familie, vrienden, kennissen vindplekken, zoals op scholen en voorschoolse voorzieningen en is en buren. Of men legt de vraag voor aan iemand uit het te bereiken via een centrale plek in de wijk: digitaal, telefonisch en sociaal netwerk, zoals een leerkracht, consultatiebureauarts, fysiek. onder ‘geïndiceerde jeugdzorg’, zoals intensieve ambulante jeugdverpleegkundige, huisarts, sporttrainer, die ook kan adviseren gebruik te maken van bijvoorbeeld maatschappelijk 6.2.1 Ondersteuningsstructuur in en om school werk of een opvoedcursus. Daarnaast kan de vraag voorgelegd Voor lichte opvoed- en opgroeivragen kunnen ouders en worden aan een generalist van het SWT, zie 6.2. jongeren terecht bij zorg- of ondersteuningsteams binnen In de verordening Jeugdhulp is vastgelegd welke voorzieningen de school. Het zorg- of ondersteuningsteam in het primair vrij-toegankelijk zijn en welke niet. onderwijs bestaat nu in de regel uit de intern begeleider 1 In de Wmo wettekst wordt de term maatwerkvoorziening in plaats van individuele voorziening gebruikt. In dit Beleidsplan Jeugdhulp wordt aangesloten bij de terminologie van de Jeugdwet. van de school, de jeugdverpleegkundige en (op de meeste scholen) de schoolmaatschappelijk werker. In het voortgezet onderwijs bestaat het zorg- of ondersteuningsteam nu meestal uit de zorgcoördinator van de school, de jeugdarts of jeugdverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker. Ook binnen het MBO is er een ondersteuningsstructuur. Doordat de schoolmaatschappelijk werker, jeugdverpleegkundige en de jeugdarts daarvoor bevoegd zijn kan het zorgteam de toegang tot ondersteuning snel in gang zetten. In de teams komen expertise op het gebied van onderwijszorg, psychosociale zorg en medische zorg samen. De leerplichtambtenaar en de RMC-consulent > 51 > maken ook deel uit van de zorgstructuur binnen de school. De (BO, VO, MBO) pilots gestart ter ondersteuning van de aansluiting leerplichtambtenaar/RMC-consulent verleent geen zorg, maar tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. We willen de ervaringen zorgt er wel voor dat bij signalen van zorg, de juiste partner van deze pilots borgen en uitbreiden. Een deel van het lokale deel erbij gehaald wordt en stemt met jeugdhulpverlening af om zo van het gemeentelijke transitiebudget zal hiervoor worden ingezet. voortijdig schoolverlaten te voorkomen. De jeugdverpleegkundige De verwachting is dat met een goede ondersteuningsstructuur en schoolmaatschappelijk werker zijn onderdeel van de in en op school 70% tot 80% van de hulpvragen kan worden zorgstructuur op school en de wijk (SWT’s). afgehandeld. De voorschoolse voorzieningen (kinderdagverblijf, peutergroep) In de komende periode willen we drie ontwikkelagenda’s met het en buitenschoolse opvang zijn ook belangrijke plekken om onderwijs opstellen: één met het basisonderwijs, één met het problemen of (lichte) zorgvragen vroegtijdig te signaleren en voorgezet onderwijs en één met het middelbaar beroepsonderwijs. hierop vroegtijdig te interveniëren. Enerzijds kunnen ouders Deze agenda’s staan in verbinding met elkaar, onder meer in laagdrempelig op een vertrouwde plek met hun vragen relatie tot het vormgeven van doorgaande leerlijnen. en zorgen terecht, anderzijds signaleren geschoolde en De voorschoolse voorzieningen worden betrokken bij de ervaren medewerkers snel vanuit de dagelijkse praktijk en ontwikkelagenda basisonderwijs om zo gezamenlijk te investeren vanuit ontwikkelingsgerichte programma’s. De pedagogisch in het benutten van de beschikbare kennis en kunde en de medewerkers kunnen snel en adequaat reageren en interveniëren, overdacht tussen voorschoolse voorzieningen en scholen te waardoor inhoudelijke escalatie en aanspraak op duurdere zorg verbeteren. Dit thema is onderdeel van de transformatieagenda kan worden voorkomen. De pedagogisch medewerkers hebben (zie bijlage 1). korte lijntjes met de sociale wijkteams. 6.2.2 Ondersteuningsstructuur in de wijk – SWT’s Doorontwikkeling verbinding passend onderwijs - jeugdzorg Naast de mogelijkheden in en op school, kan een jongere of Ter voorbereiding op de ontwikkelingen binnen passend onderwijs ouder binnen lopen, bellen of mailen met het sociale wijkteam. en de transitie jeugdzorg is in de afgelopen periode geinvesteerd in De medewerker van het SWT ondersteunt, indien wenselijk, het de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp. Er zijn op 9 scholen kind, de jongere en de ouders bij het opstellen van het gezinsplan, > 52 > maakt afspraken over wat het gezin en de sociale omgeving zelf Daarom hechten we groot belang aan een goede samenwerking kan oppakken en haalt de juiste hulp erbij. In het proces van met huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen en maken ondersteuning is de generalist van begin tot eind betrokken, we hier in de komende periode afspraken mee. In deze afspraken waarbij de mate van betrokkenheid in het proces kan toe- en leggen we vast hoe de artsen en het SWT elkaar op de hoogte afnemen. De generalist helpt mee de vraag in kaart te brengen, brengen van problemen en behandelingen van kinderen, jongeren denkt mee over de ondersteuning, is betrokken bij de uitvoering en hun ouders. Hiermee wordt de integrale benadering en het ervan, voert waar mogelijk zelf lichte ondersteuning uit en is principe van 1 gezin, 1 plan, 1 generalist geborgd; Professionals gedurende het hele proces een centraal aanspreekpunt voor het weten van elkaar wie bij het gezin betrokken zijn, wat zij doen en gezin maar ook voor andere betrokken hulpverleners. waar verantwoordelijkheden belegd zijn. Als een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is, dan wordt eerst gekeken of dit een vrij-toegankelijke voorziening kan 6.4 Toegang jeugdhulp vanuit het gedwongen kader en crisis/ spoedzorg zijn of een niet vrij-toegankelijke voorziening. Ook vanuit het gedwongen kader (jeugdreclassering en jeugdbescherming) kan jeugdhulp rechtstreeks worden ingezet. 6.3Toegang jeugdhulp via de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist De voogd of reclasseerder van de gecertificeerde instelling kan De jeugdhulp is ook toegankelijk na rechtstreekse verwijzing door uitvoering van de door een rechter opgelegde maatregel. de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist, juist om goede In het geval van crisis- of spoedzorg is er geen sprake van integrale hulpverlening te bereiken voor het kind, de jongere en/ planbare zorg. Afhankelijk van de situatie en de ernst van de crisis of het gezin. Vanuit hun specifieke verantwoordelijkheid hebben kunnen alle mogelijke vormen van jeugdhulp noodzakelijk zijn. zij zicht op de problemen die zich voordoen bij kinderen en/of Vandaar dat hier ook rechtstreekse verwijsmogelijkheden zijn. alle vormen van jeugdhulp inzetten die nodig worden geacht als jongeren en zijn zij in staat om de juiste diagnose te stellen. Zo is de huisarts vaak direct betrokken bij gezinnen en geworteld in de Deze vormen van toegang worden op regionale schaal door lokale praktijk. De jeugdarts is de sociaal geneeskundig specialist de samenwerkende gemeenten georganiseerd voor de regio van kinderen en ziet bijna alle kinderen op regelmatige basis. IJsselland (wettelijke verplichting). Ook hier zijn heldere afspraken > 53 > noodzakelijk tussen gemeente, Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen, AMHK en instellingen voor jeugdhulp. De samenwerkende gemeenten in IJsselland en de Raad voor de Kinderbescherming hebben samenwerkingsafspraken gemaakt die direct volgen uit de toepasselijke wet- en regelgeving. Deze afspraken volgen de werkprocessen in de jeugdbescherming en jeugdreclassering, waarbij steeds wordt ingegaan op de momenten waarop (vertegenwoordigers van) de gemeente en de Raad voor de Kinderbescherming elkaar tegenkomen. Uitgangspunt bij het maken van die afspraken is dat het gezin de bemoeienis waar mogelijk blijft ervaren als hulpaanbod, waarbij vooral ingezet wordt op versterking van de eigen kracht van ouders en kinderen en het inschakelen van het eigen netwerk. Waarbij jeugdbescherming en jeugd-reclassering pas aan de orde komen als het niet anders kan – doordat ouders onwillig of onmachtig zijn om de bedreigingen voor hun kind weg te nemen of doordat een jongere in strafbaargedrag vervalt. Ook met de overige partners zullen nog voor het einde van het jaar afspraken gemaakt zijn over samenwerking en informatieoverdracht in relatie tot de lokale ondersteuningsstructuur – de SWT’s. > 54 > 7. Financiën, kwaliteit en monitoring Ambitie In het belang van de kinderen en jongeren transformeren wij het Wij streven er naar om de kwaliteit van de jeugdhulpverlening in bestaande jeugdhulpaanbod en stimuleren wij innovatie in de de gemeente Zwolle te verbeteren. jeugdhulpverlening om deze optimaal aan te laten sluiten op wat kinderen, jongeren en ouders willen. Wij realiseren een verschuiving van zwaardere gespecialiseerde jeugdhulpverlening naar preventie en lichtere vormen van jeugdhulpverlening. Wij streven ernaar de uitgaven aan jeugdhulpverlening binnen het financiële kader dat ons door de Rijksoverheid ter beschikking is gesteld te houden. > 55 > 7.1 Beschikbaar budget Vanaf 2015 zijn wij niet alleen inhoudelijk, maar ook financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp in de gemeente Zwolle. Voor de bekostiging hiervan ontvangen wij via het gemeentefonds middelen van het Rijk. Op deze uitkering is door het Rijk een efficiencykorting toegepast. Eind mei is via de meicirculaire het definitieve budget voor jeugdhulp in 2015 gepresenteerd waardoor wij weten dat wij in 2015 een bedrag van € 36.503.125 ontvangen om de nieuwe jeugdtaken in de gemeente Zwolle uit te voeren. Voor de regio IJsselland is het totale budget voor de nieuwe jeugdtaken € 132 mln. In vergelijking met de update van december 2013 is er in mei 2014 landelijk zo’n € 330 miljoen budget toegevoegd aan het totaalbudget dat overgaat naar gemeenten. In de berekeningen werd tot dusver rekening gehouden met een korting van 5% in 2015, 10% in 2016 en 15% in 2017. Door de stijging van het landelijk budget en als gevolg daarvan de stijging van het budget voor de gemeente Zwolle met € 2,5 mln. is het aandeel van de korting nu naar verhouding gedaald naar 3,1% in 2015. Ook in de volgende jaren zal de korting naar verhouding dalen. > 56 > Begroting 2015 In het RTA is een verdeelmodel opgenomen. Op basis van de nu beschikbare cijfers is het verdeelmodel aangepast. Deze aanpassing heeft met name te maken met een hoger PGB- gebruik in de regio. Onderdeel % Bedrag Zwolle mei- circulaire 2014 (inclusief rijkskorting) Bedragen zijn afgerond 1. Invulling lokale toegang 100 % € 36.503.000 4% Bedrag Toelichting € 1.460.000 Bekostiging deelname BJzO aan SWT’s 2014, vanuit een generalistische aanpak,conform besluit februari, invulling basisvoorwaarden zoals regionaal overeengekomen, overige implementatiekosten SWT’s – deel Jeugd 2. Gemeentelijke uitvoeringskosten 5% € 1.825.000 Bekostiging Zwolse bijdrage Bedrijfsvoeringsorganisatie, gemeentelijke uitvoeringskosten – inrichting backoffice tbv verleningsbeschikking, beleid en ondersteuning, bijdrage SVB tbv trekkingsrecht PGB 3. Innovatie en preventie 5% € 1.825.000: Onderverdeling: a. Stimuleren preventie en innovatie – a. € 1.000.000 a. Subsidieregeling is uiterlijk maart 2015 beschikbaar, met subsidieregeling daarin criteria. b. Borgen van bestaande initiatieven en pilots CJG b. € 800.000 b. o.a. bekosting uitbreiding tbv ondersteuningsstructuur in en die bijdragen aan preventie en vroegsignalering rond scholen, c. € 25.000 c. clientenparticipatie lokaal c. in te zetten voor nieuwe, aanvulllende participatie-activiteiten Onvoorzien 1% € 365.000 Subtotaal 15% € 5.475.000 Landelijk arrangement 3,76% € 1.372.000 Tbv voor landelijk ingekochte zorg JeugdzorgPLus p.m. p.m. Onderhandelingen zijn nog gaande – informatie volgt na afronding inkooptafels Voorheen AWBZ - ZIN p.m. p.m. Idem Voorheen ZVW - ZIN p.m. p.m. Idem Voorheen provinciaal - ZIN p.m. p.m. Idem PGB 22,2 % € 8.112.000 onvoorzien 2,8 % € 1.022.000 Subtotaal 85% € 31.027.000 > 57 > Eind dit jaar worden het College en de Raad geinformeerd over de Woonplaatsbeginsel uitkomsten van het regionale contracteringsproces. Voor gemeenten is het belangrijk om te bepalen of kinderen en jongeren die in hun gemeente jeugdhulp nodig hebben ook Vereffeningsmodel daadwerkelijk tot hun (financiële) verantwoordelijkheid horen. Met de vaststelling van het RTA regio IJsselland is gekozen om Hiervoor is in de Jeugdwet het zogenaamde woonplaatsbeginsel een tijdelijk regionaal vereffeningsmodel uit te werken waarbij opgenomen. de insteek is om in de jaren 2015 en 2016 de financiële voor- en nadelen gezamenlijk op te vangen. Naar aanleiding van de De verantwoordelijke gemeente is in beginsel de gemeente ervaringen van daadwerkelijke afname van jeugdhulpverlening waar de ouder met gezag woont. Bij (tijdelijke) voogdij en bij in 2015 wordt er in 2016 een voorstel uitgewerkt voor 2017 en meerderjarigheid is de verblijfplaats van het kind of de jongere zelf latere jaren, waarbij de financiering van jeugdhulpverlening meer bepalend. gerelateerd zal worden aan de daadwerkelijke lokale afname van Kinderen en jongeren uit andere gemeenten kunnen uiteraard ook jeugdhulpverlening. Het tijdelijk model zorgt er in elk geval voor gebruik maken van de jeugdhulpvoorzieningen in de gemeente dat er bij de gemeenten in de regio IJsselland enige financiële rust Zwolle en de regio IJsselland. De gemeente waar deze kinderen en ontstaat. Een voorstel voor dit tijdelijke vereffeningsmodel wordt jongeren vandaan komen, is dan wel financieel verantwoordelijk. eind dit jaar ter besluitvorming voorgelegd. De huidige verdeling van het landelijk budget is gebaseerd op een historische grondslag. Landelijk vindt er discussie plaats over een nieuw verdeelmodel waarbij meer rekening gehouden wordt met risicofactoren van de kinderen en jongeren. Of dit een positief of negatief effect heeft op het beschikbare budget voor de gemeente Zwolle en de regio IJsselland in latere jaren is nog niet bekend. > 58 > 7.2 Contracteerbeleid Wij vinden het belangrijk dat wij er voor zorgen dat het aanbod Om de regionale contractering in goede banen te leiden zijn er van voorzieningen voor kinderen en jonderen kwalitatief en drie regionale inkooptafels ingericht die aansluiten bij de huidige kwantitatief voldoende is. financieringsstromen, Jeugd GGZ (ZVW), AWBZ (LVB en langdurige Jeugd GGZ) en de voorheen provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Regionale contractering (subsidie of inkoop) Aan deze inkooptafels worden binnen het financiële kader alle De gemeenten van de regio IJsselland trekken samen op bij benodigde contracten 2015 vóór 1 december 2014 afgesloten. Tot de inkoop van jeugdhulpverlening. Samenwerking in de regio op heden zijn er geen cliëntvertegenwoordigers bij de inkooptafels ligt voor de hand deels omdat dit wettelijk verplicht is (voor betrokken. Wij zijn voornemens voor de inkooptafels voor de de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en het AMHK). contractering 2016 wel cliëntvertegenwoordigers uit te nodigen. Andere belangrijke argumenten voor samenwerking zijn dat het hulpverleningsaanbod al sterk geregionaliseerd is en er Bij de bekostiging van de nieuwe taken kiezen wij er in kostenvoordelen te behalen zijn. regioverband voor om een zachte landing te realiseren. De huidige wijze van bekostiging bij de verschillende zorgsoorten is complex. Het uitgangspunt bij de contractering van de jeugdhulpverlening Dit komt omdat de verschillende zorgsoorten worden bekostigd vanaf 2015 zijn de afspraken die in het Regionaal op grond van verschillende stelsels (Wet op de jeugdzorg, Transitiearrangement (RTA) van de regio IJsselland zijn zorgverzekeringswet, AWBZ) en verschillende opdrachtgevers vastgelegd. Wij zijn goed betrokken bij het contracteerproces (rijk, provincie, zorgverzekeraar, zorgkantoor). Ook zijn de en -beleid zoals dat in de regio IJsselland wordt vormgegeven. sturingsparameters verschillend. In het RTA is vastgelegd dat de regio IJsselland een “zachte Daarom kiezen wij er voor om in 2015 en 2016 de bestaande landing” van de huidige situatie bij de transitie op 1 januari 2015 bekostigingsmethoden te handhaven, te weten: wil bereiken. Dat betekent onder andere dat voor de jaren 2015 en 2016 financiële relaties worden aangegaan met de huidige zorgaanbieders. • Jeugd GGZ: bekostigingsmethode Diagnose Behandel Combinatie (DBC) > 59 > • Jeugd LVB:bekostigingsmethode pxq (prijs x hoeveelheid) financiering • Jeugdzorg provinciaal:bekostigingsmethode subsidiering door middel van trajectfinanciering • JeugdzorgPlus: bekostigingsmethode p x q financiering Landelijke contractering Er zijn landelijke inkoopafspraken gemaakt voor een aantal specialistische functies. Dit is in de eerste plaats gedaan omdat het aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van deze functies zo klein is dat het in regioverband moeilijk zou zijn om daarvoor een goed aanbod te contracteren. Ten tweede Vanwege de complexiteit van de overheveling van de GGz zijn deze functies zodanig landelijk georganiseerd en klein in jeugdhulpverlening is landelijk al besloten om enkele structuren omvang dat de decentralisatie er toe kan leiden dat er extra hoge maximaal 3 jaar in stand te houden. Dit besluit omvat onder transactiekosten en/of administratieve lasten kunnen ontstaan bij andere de bekostiging en prestaties (DBC’s). het maken van bekostigingsafspraken. Tot slot is de inhoud van Deze keuze biedt houvast op eenheid van behandeltaal, deze functies zo specialistisch dat de kans op het organiseren van administratie, declaratie en op de techniek van contracteren een vervangend aanbod op lokaal of regionaal niveau lastig is en waardoor gemeenten zich kunnen focussen op de inhoudelijke de drempel voor een aanbieder, om dit als nieuwe dienst aan te sturing. gaan bieden, hoog is. De functies waarvoor landelijk afspraken zijn gemaakt, zijn Bovenregionale contractering vastgelegd in het Landelijk Transitiearrangement Jeugd 2015. De JeugdzorgPlus is bovenregionaal georganiseerd en valt niet onder het landelijk transitiearrangement (zie landelijke inkoop). Voor de JeugdzorgPlus wordt vanuit de regio IJsselland In het regionaal verdeelmodel was in eerste instantie 2,2% van het aangesloten op het landelijk voorstel de organisatiestructuur budget gereserveerd voor landelijke inkoopafspraken. Op advies voor de plaatsingscoördinatie gedurende de eerste 2 jaar in stand van de VNG is dit aangepast tot 3,9% zonder dat dat overigens te houden. Dat betekent dat vanuit vijf “zorgregio’s” jongeren gevolgen heeft voor de regionale inkoop. met een rechtelijke verwijzing direct doorverwezen worden naar JeugdzorgPlus. Ten behoeve van de inkoop JeugdzorgPlus werken wij vanuit de regio IJsselland samen met gemeenten in de regio Oost. > 60 > 7.3 Kwaliteit en toezicht op kwaliteit Kwaliteit Kwaliteit, continuïteit en veiligheid zijn begrippen waar wij in de uitvoering van ons jeugdbeleid veel waarde aan hechten. Kinderen en jongeren die (vaak noodgedwongen) gebruik maken van de jeugdhulpverlening verkeren vaak al in een kwetsbare positie en hebben, alleen daarom al, recht op kwalitatief goede hulpverlening en een veilige omgeving. Het borgen van kwaliteit van jeugdhulp is daarom een belangrijk onderdeel voor ons. Bij de zorginkoop sturen wij onder andere op kwaliteit en dat werknemers bij jeugdhulpaanbieders voldoen aan de norm verantwoorde werktoedeling. Belangrijk is te weten dat de wijze van sturing op kwaliteit in ontwikkeling is. Zo spelen in het veld ten tijde van het verschijnen van dit Beleidsplan Jeugdhulp diverse ontwikkelingen en discussies rondom de sturing op kwaliteit, onder andere ten aanzien van outcomecriteria (zie 7.6). Hiervoor hanteren we voor 2016, en waar mogelijk al voor 2015 de door het rijk beschikbaar gestelde basisset outcomecriteria, te weten: 1.Uitval (% bereik, % verschijnen op afspraak/’no-shows’, % reguliere beëindiging voorlichting/advies-/hulptraject); 2.tevredenheid (% tevreden over nut/effect/resultaat); 3.doelresultaat (% zegt: doel gerealiseerd, % zegt: kan zonder > 61 > info/hulp verder, % na jeugdhulp geen terugkeer in jeugdhulp). tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen en jongeren in de jeugdhulpverlening en de In de Jeugdwet is vastgelegd aan welke kwaliteitseisen ondersteuning van ouders van die kinderen en jongeren. De jeugdhulpinstellingen en de gecertificeerde instellingen in elk inspectie draagt er met haar toezicht toe bij dat de samenleving geval moeten voldoen. In regio IJsselland verband bepalen wij erop kan vertrouwen dat kinderen, jongeren en ouders de of er nog andere aanvullende kwaliteitseisen worden gesteld. Er benodigde hulp en ondersteuning krijgen van de instellingen is in de regio IJsselland een voorstel voor het kwaliteitsbeleid en de professionals in de jeugdhulpverlening. De inspectie opgesteld (bijlage 2). Dit conceptvoorstel wordt in de komende zorgt voor een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van de periode nog nader uitgewerkt. jeugdhulpverlening dat relevant is voor de professional, de instelling, de overheid en de burger en dat helpt bij het verbeteren Door de brede omschrijving van jeugdhulp is de gemeente van de jeugdhulpverlening. vanaf januari 2015 verantwoordelijk voor alle kwaliteitseisen rond verantwoorde zorg. Er is in de wet onderscheid tussen Door in 2015 en 2016 ruimte te creëren voor innovatie kan het zijn hulpverlening en preventie. Voor preventie gelden andere dat nieuwe aanbieders jeugdhulp gaan leveren. Deze nieuwe kwaliteitseisen maar er is wel gekozen voor één kwaliteitsregime, waar een landelijke inspectie toezicht op gaat houden. Toezicht op kwaliteit De Inspectie Jeugdzorg (inspectie) ziet toe op de kwaliteit van de jeugdhulpverlening en op de naleving van de wetgeving. Er zijn afspraken gemaakt tussen gemeenten en rijksinspecties over de uitvoering van het landelijk toezicht in het jeugddomein. Deze afspraken zijn vastgelegd in een afsprakenkader tussen inspectie en VNG. De inspectie stimuleert met haar toezicht jeugdhulpinstellingen > 62 > aanbieders worden door de inspectie onderworpen aan de de instelling of de GI informeert vervolgens de gemeente waar “kwaliteitstoets nieuwe aanbieders”. de jongere verblijft en de gemeente waar ouders ingeschreven staan (woonplaatsbeginsel). Incidenten en calamiteiten 2.Borgen van continuïteit van zorg in geval van calamiteit Wij vinden het belangrijk op de hoogte te zijn van incidenten en Ingeval de inspectie besluit tot (tijdelijke) sluiting van een calamiteiten in onze gemeente, en dat de kwaliteit en continuïteit jeugdhulpinstelling, garandeert de jeugdhulpinstelling van hulpverlening dan geborgd is. Alle instellingen met wie wij vanwege het belang van de kinderen, jongeren en ouders en afspraken maken moeten kinderen en jongeren over wie zij zich de continuïteit van hun zorg de benodigde medewerking te zorgen maken, melden bij de Verwijsindex risicojongeren (VIR). verlenen voor een goede en vlotte overgang van jeugdhulp naar de door de gemeenten daartoe aangewezen jeugdhulpinstelling Het incidenten- en calamiteitenbeleid ten aanzien van kinderen en voor de ononderbroken voorzetting daar van de en jongeren in de gemeente Zwolle wordt vóór 1 december 2014 hulpverlening. beoordeeld waarbij aansluiting wordt gezocht bij het al bestaande veiligheidsbeleid van de gemeente Zwolle. 7.4Innovatie en preventie De transitie biedt een kans voor innovatie en vernieuwing. We In de contracten met de jeugdhulpinstellingen nemen wij in elk zetten hierbij meer in op preventie en ambulante vormen van geval twee afspraken uit het landelijk afsprakenkader Toezicht ondersteuning ter voorkoming van verblijfszorg. Inspectie - VNG op: Bij innovatie spelen er 2 lijnen: 1.Melding calamiteiten • innovatie bij bestaande aanbieders; Ingeval de jeugdhulpaanbieder of de GI bij de inspectie een melding doet van een calamiteit, dan dient de aanbieder of • innovatie door toelating van nieuwe aanbieders en ruimte voor nieuwe initiatieven. de GI de calamiteit tevens te melden bij de gemeente waar de calamiteit heeft plaatsgevonden en bij de gemeente die het Met bestaande aanbieders maken we afspraken in de contracten inkoopcontract heeft gesloten met de jeugdhulpaanbieder of over innovatie en vernieuwing. Hierbij is het streven om dit in de de GI. De gemeente die het inkoopcontract heeft gesloten met prijs te verwerken. > 63 > Voor nieuwe - of uitbreiding van bestaande - initiatieven en nieuwe de gemeente Zwolle. Zij dragen de wensen en behoeftes aan aanbieders is er op basis van de verdeling van het RTA een bedrag van de eigen cliënten, waaronder die van kinderen en jongeren, van € 1,8 miljoen in 2015 beschikbaar voor nieuwe initiatieven waar de gemeente op kan inspelen. Voor de communicatie in de gemeente Zwolle. We willen dit innovatiebudget met name met hun eigen cliënten, waaronder jongeren, zijn en blijven zij in zetten om de verschuiving naar voren te ondersteunen: van zelf verantwoordelijk. Door de samenwerking is er wel meer zware, duurdere zorg, naar lichte ondersteuning en preventie. samenhang in de afzonderlijke communicatieactiviteiten. Uiterlijk maart 2015 zal er een regeling beschikbaar zijn voor nieuwe, innovatieve initiatieven. Jeugdhulpaanbieders met Aan dat netwerk nemen ook deel de organisaties die straks in en wie wij regionale afspraken maken over gespecialiseerde met het SWT gaan werken. Voor het SWT is een communicatieplan jeugdhulpverlening kunnen in principe geen aanspraak 2015 gemaakt waarin de uitgangspunten worden beschreven voor maken op dit budget, omdat zij geacht worden dit binnen de de communicatie met de SWT-doelgroepen. contractafspraken te realiseren. We gebruiken de periode tot 1 januari 2015 om de juiste communicatiekeuzes te maken en de communicatie geleidelijk 7.5Communicatie aan uit te bouwen. Daar is een aantal redenen voor: De jeugd zien we als een bijzondere communicatiedoelgroep Het SWT gaat volgens de transformatie- en participatiegedachte met eigen behoeftes en wensen en waarvoor een eigen werken. Dat betekent vraaggericht, inwoner centraal, eigen communicatieaanpak nodig is. kracht. Die uitgangspunten trekken we door voor de inrichting van de communicatie. We betrekken daarom ook medewerkers In de gemeente Zwolle is een communicatienetwerk van (jeugd) en Zwollenaren bij het bepalen van de wijze van communicatie. partners/jeugdhulpaanbieders gevormd dat actief samenwerkt We peilen de communicatiebehoefte en toetsen welke middelen en de afstemming zoekt in de communicatie naar inwoners en manieren passen bij de verschillende doelgroepen waaronder en de eigen medewerkers en cliënten. De samenwerking jongeren. We kijken naar de specifieke wijk en de wijkopgave in het bevordert de eenduidige boodschap en de afstemming van de bijzonder met betrekking tot de wijkjeugd. communicatieactiviteiten naar Zwollenaren, personeel en cliënten. Deze partners vervullen een belangrijke informatiebron voor > 64 > We bepalen nog nader hoe we inspraak van jongeren en Adviesbureau Risicomanagement (NAR) een risicoanalyse voor de kinderen organiseren. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van IJsellandgemeenten uitgevoerd. De risicoanalyse is in een bijlage de Jongerenraad, kinderraad of een bestaande cliëntenraad bij het raadsvoorstel behorend bij dit Beleidsplan opgenomen. van één van de deelnemende organisaties of een combinatie In regioverband hebben wij aan de hand van de risicoanalyse ervan. We zetten middelen in die aansluiten bij jongeren zoals aandacht voor risico’s en zullen wij deze nauwlettend volgen: de Facebook, Twitter en Whatsapp. De website wordt zo ingericht dat risico’s zijn in beeld, daar waar mogelijk worden maatregelen deze toegankelijk is voor jongeren en de jongere doelgroep(en) getroffen en sommige risico’s zijn inmiddels al achterhaald of aanspreekt. ondervangen. De samenwerking in het communicatienetwerk gaat door. Deze De belangrijkste risico’s op hoofdlijnen zijn: sluit aan op de samenwerkingsstructuur van het SWT. De eerste • In de gemeente Zwolle ligt het gebruik van PGB’s substantieel stappen daartoe zijn al gezet door meer partners, zoals de hoger dan het landelijk gemiddelde. huisartsen en de scholen, te betrekken bij de communicatie. Historische cijfers laten zien dat Zwollenaren meer gebruik maken van zorg via het PGB dan het landelijk gemiddelde. 7.6Risico’s Omdat de gemeente Zwolle continuïteit van hupverlening De uitvoering van de jeugdhulpverlening voor kinderen en moet leveren, is de gemeente Zwolle verplicht dit PGB in 2015 jongeren betekent een enorme uitdaging voor de gemeente Zwolle voort te zetten. Op korte termijn is hier geen besparing op in en brengt ook risico’s met zich mee. Het is een grote uitdaging te boeken, de PGB-houder heeft zelf zeggenschap over bij wie voor gemeenten om de nieuwe jeugdzorgtaken kwalitatief goed de zorg wordt ingekocht en de gemeente kan hier niet over en binnen de financiële kaders uit te voeren. Een belangrijke onderhandelen. Dit geldt voor de gehele regio IJsselland+ stap in dit proces is het uitvoeren van een risicoanalyse. Een • Door een betere lokale toeleiding kan de zorgconsumptie op risicoanalyse stelt ons in staat om proactief maatregelen te korte termijn stijgen. treffen, risico’s mee te nemen n het sluiten van contracten Door de oprichting van de SWT’s wordt de toegang en verwachtingen te managen naar burgers, gemeenteraad laagdrempelig georganiseerd en dat betekent dat kinderen, en externe partijen. In augustus 2014 heeft het Nederlands jongeren en ouders eerder hulp en ondersteuning kunnen > 65 > vragen. Dit kan op korte termijn leiden tot een stijging van de zorgconsumptie. Door meer in te zetten op preventie verwachten wij dat op de middellange termijn een besparing kan worden ingeboekt. • De gemeente heeft een hulpverleningsplicht. Wanneer het budget op is en er toch noodzakelijk zorg moet worden ingezet heeft de gemeente een betalingsen leveringsplicht. In de (regionale) contracten met de jeugdhulpaanbieders en in het vereffeningsmodel besteden wij hier aandacht aan. • De gemeente is niet de enige toegang tot hulpverlening. Huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten mogen direct verwijzen, evenals de rechter en de gecertificeerde instelling. Met de huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten komen wij tot afspraken over samenwerking met de SWT’s. • Calamiteiten en incidenten. In de jeugdhulp kunnen zich heftige incidenten en calamiteiten voordoen. Reacties hierop kunnen leiden tot ongewenste beleidsaanpassingen waardoor professionals meer tijd besteden aan het voldoen aan regels. In een op te stellen calamiteitenprotocol worden afspraken over de omgang met incidenten en calamiteiten vastgelegd. • Onzekerheid aannames. Er worden nu keuzes gemaakt op basis van cijfers waarvan niet met 100% zekerheid gezegd kan worden dat deze juist zijn. Dit > 66 > leidt tot onzekere effecten van financiële ramingen. Landelijk Wij leggen verantwoording af aan de gemeenteraad en de worden gesprekken gevoerd om te kijken of het rijk gemeenten inwoners van Zwolle. Daarbij gaat het om het totale veld van de op dit punt financieel tegemoet kan komen. jeugdhulpverlening, dus zowel over het lokale- als het regionale jeugdbeleid. Wij gebruiken daarvoor de reguliere instrumenten 7.7Verantwoording over de uitvoering en resultaten van het beleid voor planning en control en de jaarrekening en borgen daarmee de Het Rijk werkt samen met gemeenten aan het vaststellen en en sturen en verantwoorden op de doelstellingen van dit toegankelijk maken van een set indicatoren om op landelijk niveau Beleidsplan Jeugdhulp. integraliteit van de jeugdhulpverlening met andere zorggebieden inzicht te krijgen in de effecten van de nieuwe wet. Ook wil het Rijk dat gegevens over het hele sociale domein zoveel mogelijk Om de resultaten te meten, zijn resultaatgerichte indicatoren gestandaardiseerd worden om integrale ondersteuning van nodig. Deze indicatoren zullen onder andere bepaald worden aan cliënten te bevorderen. de hand van maatschappelijke effecten die wij willen realiseren, zoals: Met de decentralisatie ligt de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de Jeugdwet bij de gemeente. Ondanks de regionale samenwerking is elke gemeente individueel verantwoordelijk voor de uitvoering van haar jeugdzorgbeleid. De monitoring en verantwoording is zowel lokaal als regionaal. Monitoring voor de regionaal ingekochte zorg zal op regionaal niveau plaatsvinden. • Burgers weten waar ze terecht kunnen met vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien; • Signalen van dreigende problemen worden tijdig herkend en besproken met ouders; • Ondersteuning wordt zoveel mogelijk geleverd door personen uit het eigen netwerk en zo dichtbij als mogelijk; • De ondersteuning wordt tijdig geleverd; • De ondersteuning heeft een duurzaam effect; De lokale toegang (SWT) en aanbod in het preventieve domein, waaronder de toewijzing van de hulpverlening, zal op lokaal niveau • Cliënten zijn tevreden over de geboden ondersteuning (inclusief de toeleiding en toewijzing); worden gemeten. Dit zal meegenomen worden in de periodieke • De veiligheid is gewaarborgd; evaluatie van de SWT’s. • De uitgaven blijven binnen het begrote budget. > 67 > Zodra de landelijke set indicatoren beschikbaar is stellen wij in Daar waar het gaat om de aanvullende kwaliteitseisen vindt de 2015 in overleg met onze partners (waaronder de Participatieraad bewaking ervan plaats door middel van verantwoordingen en en de Jongerenraad) een set aan indicatoren op die wij de dialoog met jeugdhulpaanbieders over hun kwaliteit. komende jaren gaan gebruiken (Transformatieagenda 2015). Hierbij zal gebruik gemaakt worden van hetgeen al ontwikkeld is Verantwoording aan het Rijk door bijvoorbeeld de GGD en het CBS. De middelen voor de uitvoering van de Jeugdwet, de maatschappelijke ondersteuning en het Participatiebudget vormen Eén van de meest gehoorde punten van kritiek in de samen de inkomstenkant van het sociaal deelfonds en worden jeugdhulpverlening is de aanwezigheid van een overmaat aan toegevoegd als apart onderdeel aan het gemeentefonds. bureaucratie. Onder meer versnippering van de zorg en een (te) De eerste drie jaar zijn er aan dit deelfonds beperkte grote nadruk op het afleggen van verantwoording worden als bestedingsvoorwaarden gesteld. Na deze drie jaar zullen de oorzaken genoemd. De afgelopen jaren zijn er vele initiatieven middelen in het algemeen gemeentefonds komen. Het Rijk vraagt genomen om de regeldruk in de jeugdhulpverlening te beteugelen. geen verantwoording over de rechtmatigheid van de bestedingen, Wanneer wij extra beleidsinformatie van de jeugdhulpaanbieders maar zal slechts via monitoring op macroniveau inzicht willen en de GI opvragen maken wij zoveel als mogelijk gebruik van wat krijgen in de hoogte van de uitgaven. De voorwaarde is dat al ontwikkeld is, dit om jeugdhulpinstellingen en werkers in het gemeenten de middelen uit het deelfonds alleen mogen besteden veld niet extra te belasten. binnen het sociaal domein. De gemeente mag wel zelf bepalen hoe deze middelen verdeeld worden over de drie decentralisaties. Omdat wij vanaf 1 januari 2015 via het CBS (Statline) Vervolgens zal er een toets plaatsvinden of de baten uit het sociaal beleidsinformatie van de aanbieders van jeugdhulp en de GI op deelfonds volledig zijn besteed. Bij onvolledige besteding van de kunnen vragen, nemen wij in de afspraken met hen in elk geval middelen gedurende het totaal van deze drie eerste jaren, kan het de verplichting op dat zij twee keer per jaar binnen de gestelde Rijk besluiten tot terugvordering van gelden. landelijke termijn de gevraagde gegevens bij het CBS aanleveren. Ook zijn zij al bij wet verplicht om maatschappelijke en financiële verantwoording af te leggen. > 68 > Bijlage 1 Transformatieagenda Zwolle Inleiding In het Beleidsplan is aangegeven wat de gemeentelijke visie en ambitie is op het gebied van de jeugdhulp en welke uitgangspunten daarbij gelden. De jeugdhulpinfrastructuur is beschreven en de wijze waarop de toegang tot de jeugdhulp wordt georganiseerd, met nadrukkelijk aandacht voor de positie van kinderen, jongeren en ouders hierbij. In het Beleidsplan is aangegeven wat de gemeentelijke visie en ambitie is op het gebied van de jeugdhulp en welke uitgangspunten daarbij gelden. De jeugdhulpinfrastructuur is In de komende periode zullen we samen met jongeren, ouders en beschreven en de wijze waarop de toegang tot de jeugdhulp wordt partners deze transformatieagenda aanvullen en uitwerken. Het is georganiseerd, met nadrukkelijk aandacht voor de positie van dan ook een dynamisch document – er komen onderdelen bij, en kinderen, jongeren en ouders hierbij. onderdelen kunnen worden afgerond. Voor nu (oktober 2014) zijn de thema’s van deze transformatieagenda: De transitie en de transformatie van de jeugdhulp gaat in de 1.Versterken preventie en bevorderen innovatie komende periode onverminderd door. In deze transformatieagenda 2.Verbinding passend onderwijs en transitie jeugdzorg zijn een aantal speerpunten voor 2015 nader uitgewerkt. 3.Participatie. Dit thema staat apart benoemd, maar loopt ook Dit betekent niet dat de andere thema’s van het Beleidsplan als rode draad – net als communicatie –door de andere thema’s Jeugdhulp minder belangrijk zijn, ook daaraan wordt in het heen. komende jaar gewerkt. 4.Overgang 18-/18+ 5.Monitoring > 69 > 1.Versterken preventie en bevorderen innovatie Beschrijving De transitie biedt een kans voor innovatie en vernieuwing. De gemeente Zwolle zet hierbij meer in op preventie en ambulante vormen van ondersteuning om kinderen zoveel mogelijk in hun eigen gezin en leefomgeving te ondersteunen en daarmee verblijfszorg voorkomen. Bij innovatie spelen er 2 lijnen: • innovatie bij bestaande aanbieders; • innovatie door toelating van nieuwe aanbieders en ruimte voor nieuwe initiatieven. > 70 > Acties Met wie Wanneer Toelichting Innovatie en verschuiving naar voren bij bestaande aanbieders Onderdeel (regionale) Bestaande aanbieders Vóór 1 In 2014, 2015 en 2016 werken de jeugdhulpaanbieders samen met de contracten november gemeenten aan de transformatie volgens de regionale visie “Opvoeden 2014 Versterken”. We zetten meer in op preventie en ambulante vormen van ondersteuning ter voorkoming van verblijfszorg. We werken vanuit de eigen kracht van het gezin aan één gezin, één plan in relatie met de andere transitiedossiers. Innovatie en vernieuwing in het nieuwe stelsel en binnen de nieuwe Jeugdwet is hiermee mogelijk. Dit vindt plaats binnen budgetafspraken met die bestaande aanbieders Monitoring afspraken Bestaande aanbieders Continu Zie ook 5. De regionale bedrijfsvoeringsorganisatie monitort en bewaakt en ontwikkelingen irt de gemaakte afspraken met aanbieders en rapporteert hierover aan de 12 transformatie gemeenten. Innovatie en preventie – ruimte voor nieuwe, innovatie aanbieders c.q. nieuwe initiatieven en borgen van al lopende initiatieven Opstellen Ervaringsdeskundigen Vóór 1 In de regeling worden onder meer opgenomen: subsidieregeling (jongeren en ouders) maart 2015 criteria waaraan initiatieven moeten voldoen Klankbordgroep jeugdzorg/ welke partijen een aanvraag kunnen indienen hoe de aanvraagprocedure participatieraad en beoordeling plaatsvindt. Het subsidieplafond is € 1 miljoen. Beoordelen aanvragen en monitoring subsidieregeling Ervaringsdeskundigen (jongeren en ouders) Participatieraad/ jongerenraad/ klankbordgroep Jeugdzorg (vertegenwoordiging van) Partners Evaluatie en borging pilots CJGs en bestaande initiatieven Extra inzet op Partners – onderwijs, preventie welzijn, zorg , en ervaringsdeskundigen (jongeren en ouders) Maart Evaluatie medio 2016 2015 – december 2016 Vóór 1 februari 2015 Continu Relatie met thema 2. Betreft bestaande initiatieven die nog niet inhoudelijk en structureel financieel zijn geborgd. Nu veelal incidenteel gefinancierd. Het beschikbare budget hiervoor is € 800.000 Met elkaar vaststellen waarop extra inzet nodig is, afspraken maken hoe dit te organiseren en te financieren en scherp blijven op mogelijke overlap en deze voorkomen/eruit halen en zoeken naar efficiency mogelijkheden. > 71 > 2.Verbinding passend onderwijs - Jeugdzorg Beschrijving twee jaar heeft de samenwerking geresulteerd in de visie en De transitie Jeugdzorg staat nadrukkelijk in verbinding met het uitgangspunten “Positief Opgroeien”. Daarnaast zijn er in het Passend Onderwijs. Gemeente en scholen staan gezamenlijk aan kader van de doorontwikkeling van het NJG op 9 scholen (BO, VO de lat om de ondersteuning aan kinderen en jongeren goed vorm en MBO) pilots gestart ter ondersteuning van de aansluiting tussen te geven. De ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs onderwijs en jeugdhulpverlening. dragen bij aan de doelstellingen van de transitie en transformatie van de jeugdzorg en vice versa. Het gaat hierbij enerzijds om het Doel van deze 9 pilots is om de ondersteuningsstructuur op gezamenlijk realiseren van een soepel verlopende schoolloopbaan school vorm te geven en verder te ontwikkelen op basis van de en anderzijds om het gezamenlijk realiseren van een goede uitgangspunten positief opvoeden: ondersteuningsstructuur. • Opvoeden versterken, waaronder eigen kracht. • Het belang van een opvoedende leefomgeving. Ter voorbereiding op al deze ontwikkelingen is in de afgelopen • Hulp in de directe leefomgeving. 2 jaar de samenwerking tussen de gemeente en het onderwijs • Samenhangend aanbod. geïntensiveerd. Het onderwijs en de gemeente Zwolle spreken elkaar regelmatig, zowel ambtelijk als bestuurlijk. De afgelopen Elke pilot heeft zijn eigen accenten. > 72 > opstellen van de ontwikkelagenda’s maken we zoveel als Uit de pilots blijjkt wat er randvoorwaardelijk nodig is voor een mogelijk gebruik van bestaande (overleg)structuren. effectieve ondersteuningsstructuur, wat wenselijk is aan functies binnen het ondersteuningsteam, en welke afspraken en criteria Een sterke basis hierbij gelden (kwaliteit, compententies en wie doet wat). Vooropgesteld, Zwolle heeft een solide en kwalitatief goede onderwijsinfrastructuur. Wel blijft het belangrijk om door te Er zijn veel gezamenlijke thema’s tussen het onderwijs en ontwikkelen, iets wat scholen ook al doen. de gemeente Zwolle. Veel van deze thema’s zijn al belegd in Vragen die hierbij spelen zijn: overlegstructuren, afspraken en gezamenlijk opgestelde agenda’s, Wat doet de school aan het versterken van het pedogische zoals het voortijdig schoolverlaten en onderwijshuisvesting. In klimaat op school? Wij vragen van de scholen als onderdeel van de komende periode willen we lokaal prioriteit geven aan de de ontwikkelagenda een duidelijke visie te formuleren op het ondersteuningstructuur. Vanuit dit thema zullen nog andere pedagogisch klimaat op school en de uitvoering hiervan. Gezien thema’s naar voren komen. Telkens kijken we samen met het de verandering in doelgroep vraagt het van scholen ook een onderwijs, welke acties en/of verbeterplannen nodig zijn, wat investering in het versterken van de voorwaarden om tot leren te daarin prioriteit heeft en wie daarin wat doet. komen, zoals een positief opvoedingsklimaat en het planmatig/ handelingsgericht werken door leerkrachten en docenten. In de komende periode willen we met een ontwikkelagenda langs Wat kunnen we ter versterking hierin gezamenlijk doen? drie lijnen afspraken met het onderwijs maken over: Hoe wordt jongeren en ouderparticipatiebetrokkenheid binnen • Een sterke basis een school vormgegeven en hoe kan dit, indien nodig, worden • Ondersteuning waar nodig versterkt? We onderzoeken of het nodig is of er naast de • Speciaal als het moet huidige afspraken met het onderwijs, afspraken gemaakt dienen • Er komt een ontwikkelagenda met het basisonderwijs waarbij te worden over de invloed van jongeren binnen het onderwijs. worden ook de voorschoolse voorzieningen betrokken. Er komt Daarbij kijken we of welke rol de Jongerenraad bij een eventuele daarnaast een aparte ontwikkelagenda met het voortgezet ontwikkeling daarvan kan spelen. onderwijs en één met het middelbaar onderwijs. Bij het > 73 > voor de evaluatie van de ondersteuningsstructuren en spreken Ondersteuning waar nodig Een voorwaarde voor passend onderwijs en de transitie af hoe de evaluatie plaatsvindt. • Hoe de verbinding tussen de ondersteuningsstrcutuur op school van de jeugdhulpverlening is een goed werkende en de wijk het beste kan worden vormgegeven, waarbij het ondersteuningsstructuur in en om de school. Een jeugdgezondheidszorg, leerplicht en schoolmaatschappelijk ondersteuningsteam op school bestaat veelal uit: de intern werk een belangrijke rol hebben in die verbinding. De ondersteuner/zorgcoordinator, Jeugdverpleegkundige/jeugdarts, wederzijdse verantwoordelijkheden worden daarbij duidelijk schoolmaatschappelijk werk en leerplichtambtenaar. We werken omschreven. We kijken hierbij goed naar de context van de wijk maken afspraken over een sluitende ondersteuningsstructuur die en de school; maatwerk is hierbij het sleutelwoord. door school en gemeente gedragen wordt. Planning Speciaal waar het moet Startbijeenkomst – november 2014. Doel bijeenkomst: afspraken Bij sommige ondersteuningsvragen is inzet van specifieke maken over opdracht, structuur en inhoud. expertise nodig. Belangrijk hierbij is dat er korte lijnen zijn zodat Eindrapportage pilots – januari 2015. hulp tijdig kan worden ingezet. Ontwikkelagenda gereed – vóór 31 maart 2015. Vóór 1 augustus 2015 implementatie afspraken vanuit In de komende periode brengen we met het onderwijs in kaart: ontwikkelagenda, waaronder financiering. • Welke ondersteuningscompetenties er op de verschillende schooltypen zijn. Daarbij brengen we ook de omvang en de financier in beeld. • We evalueren de pilots in het kader van de doorontwikkeling NJG. • We formuleren aandachtspunten voor een goede zorgstructuur en maken afspraken over de invulling, waaronder financiering. • We formuleren met het onderwijs welke thema’s belangrijk zijn > 74 > 3.Participatie Beschrijving Onder participatie verstaan wij de invloed die kinderen, jongeren en hun ouders, belangenbehartigers en burgers hebben op de ontwikkeling en invulling van het beleid, tijdens en na de transitie van de jeugdzorg. Wij vinden deze invloed belangrijk omdat wij de jeugdhulpverlening zo willen inrichten dat maximaal rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften van kinderen, jongeren en ouders zodat hulpverlening op maat geleverd wordt aan de (jonge) burgers in Zwolle. Dit op basis van de visie positief opgroeien waarbij het ‘kind in zijn of haar context’ steeds uitgangspunt is. Acties Participatie integraal opzetten In kaart brengen hoe participatie nu georganiseerd is op zowel gemeentelijk- als instellingsniveau Op welke wijze kan de invloed van kinderen, jongeren en hun ouders, belangenbehartigers en burgers vergroot worden? Subthema pleegzorg Pleegzorg als verdiepingsthema op agenda Met wie Partners Wanneer Vóór 1 maart 2015 Toelichting Interne actie gemeente Zwolle Ervaringsdeskundigen Vóór 1 juli 2015 Participatieraad/ jongerenraad/ klankbordgroep Jeugdzorg (vertegenwoordiging van) Te denken valt aan invloed op inrichting van de leefomgeving maar ook aan invloed op beleid bij de jeugdhulpinstellingen en in het hulpverleningsproces Ervaringsdeskundigen Themabijeenkomst januari Participatieraad/ 2015 – voorbereiding jongerenraad/ bijeenkomst najaar 2014 klankbordgroep Jeugdzorg (vertegenwoordiging van) Pleegzorgorganisaties Organiseren van een themabijeenkomst “Pleegzorg”. Doel: op basis van knelpunten en verbeterpunten concrete actie punten benoemen en hierover vervolgafspraken maken Relatie met thema 18-/18+. > 75 > 4.Overgang 18+/18Beschrijving Voor de Jeugdhulp wordt een leeftijdsgrens van 18 jaar gehanteerd voor de verschillende vormen van jeugdhulp. Na het 18e jaar vinden ondersteuning, hulp en zorg in de regel plaats uit een ander wettelijk kader, zoals Wmo, ZVW of AWBZ. Op basis van input van verschillende partijen is het duidelijk geworden dat de continuïteit van hulpverlening voor jongeren na hun 18e belangrijk is en geborgd kan worden als partijen elkaar weten te vinden en in gesprek zijn. Het voorkomen van dakloosheid onder jongeren en jongvolwassenen is topprioriteit voor de gemeente Zwolle. De komende periode zetten wij ons samen met woningbouwcorporaties, banken, verzekeraars en energiebedrijven in op het voorkomen van dakloosheid door vroegtijdig mensen terzijde te staan. De vraag die centraal staat in deze inventarisatie is: hoe wij op lokaal niveau met de samenwerkende organisaties op een effectieve wijze nazorg organiseren die gericht is op zelfstandigheid en zelfredzaamheid van jongeren uit de jeugdhulpverlening tussen de 17 en 23 jaar. Acties Met wie Wanneer Toelichting Overgang hulpverlening bij bereiken 18 jarige leeftijd Inventariseren wet- en Partners Vóór 1 januari 2015 Mogelijkheden verlengde jeugdhulpverlening in kaart brengen regelgeving Realiseren doorlopende Jeugdhulpaanbieders Vóór 1 juli 2015 Aansluiting gemeentelijk domein en verzekeraarsdomein zorgpaden door Zorgverzekeraars integraal zorgaanbod Ervaringsdeskundigen Pleegzorg Ervaringsdeskundigen Bij dit thema speelt ook de verbinding tussen 18-. Daar actiepunten en prioriteiten benoemen en afspraken maken over vervolgproces. Voorkomen van dakloosheid onder jongeren en jongvolwassenen Voorbereiding op zo Ervaringsdeskundigen Vóór 1 juli 2015 Aanleren woonvaardigheden + zelfstandig mogelijk Woningcorporaties Voorlichting en praktische begeleiding deelnemen aan Zorgverzekeraars maatschappij na 18e GGD, SWT’s verjaardag Bestaande aanbieders > 76 > 5.Monitoring Beschrijving Met de decentralisatie ligt de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de Jeugdwet bij de gemeente. Ondanks de regionale samenwerking is elke gemeente individueel verantwoordelijk voor de uitvoering van haar jeugdzorgbeleid. De monitoring en verantwoording is zowel lokaal als regionaal. Om de resultaten te meten, zijn resultaatgerichte indicatoren nodig. In 2015 stellen wij in overleg met onze partners (waaronder de Participatieraad en de Jongerenraad) een set aan indicatoren op die wij de komende jaren gaan gebruiken. Acties Met wie Inventariseren wat er al is aan monitorings- en verantwoordingsinformatie Inventariseren wat er Partners al aan monitorings- en verantwoordingsinformatie is Ontvangst landelijke Rijk/VNG handreiking indicatoren Ontwikkelen monitorings- en verantwoordingsindicatoren Ontwikkelen Ervaringsdeskundigen resultaatgerichte indicatoren Participatieraad/jongerenraad/ klankbordgroep Jeugdzorg (vertegenwoordiging van)GGD Jeugdhulpinstellingen Gemeenteraad Resultaatgerichte Gemeente indicatoren integreren in verantwoordingsproces Wanneer Toelichting Vóór 1 februari 2015 Interne actie gemeente Zwolle Vóór 1 februari 2015 Wordt landelijk ontwikkeld Vóór 1 juli 2015 Zoveel mogelijke gebruik maken van wat er al is; betrekken Raad bij ontwikkeling Vóór 1 september 2015 > 77 > Bijlage 2 Regionale Transformatieagenda Kwaliteit Jeugdzorg Regio IJsselland 1. Inleiding Per 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor Dit maakt het mogelijk te sturen op kwaliteit. de gehele jeugdzorg. Via het Regionale Transitie Arrangement IJsselland + (RTA) hebben de 11 gemeenten de continuïteit van De opdracht van de werkgroepen Zorginhoud is het formuleren deze zorg in 2015 en 2016 gewaarborgd en hiermee de ruimte van de minimale voorwaarden aan de toegang tot jeugdhulp, gecreëerd om de transformatie vorm te geven. de kwaliteit en innovatie. voor de regionale inkoop- en Eveneens hebben de regiogemeenten in dit RTA afgesproken om subsidieafspraken 2015 en 2016. In deze notitie doet de werkgroep deze zorg in ieder geval in 2015 en 2016 gezamenlijk in te kopen. een inhoudelijk voorstel voor eisen. Deze notitie vormt input voor het formuleren van subsidie- en/of contractvoorwaarden. We hebben door deze nieuwe taken te maken met een ontwikkelperiode, zowel in het voorbereidend jaar 2014 als de Zorgvormen/organisaties waarvoor de eisen moeten gelden periode 2015 en 2016 (RTA) waarin we met nieuw elan en nieuwe De eisen zullen van toepassing zijn op de volgende onderdelen: randvoorwaarden de transitie en transformatie vorm gaan geven. • J-GGz: landelijke afspraken en overgangstermijn van drie Vanuit deze nieuwe positie en rollen moeten we gaan werken aan jaar: gemeenten sluiten inkoopcontracten met de bestaande goed opdrachtgeverschap met als doel kwalitatief goede zorg zorgaanbieders, bekostigingsmethode en systematiek blijft voor de jeugd. Om dit te sturen zullen wij goede afspraken aan zolang gehandhaafd t/m 2016, (beperkte) ondersteuning van de voorkant moeten maken in de vorm van subsidievoorwaarden Zorgverzekeraars en/of contractvoorwaarden en de voortgang te volgen en de te behalen resultaten (outcome) te monitoren en te evalueren. • Jeugd-en opvoedhulp: subsidiebeschikkingen Trias en Pactum (subsidie). > 78 > • Jeugdreclassering (JB) en jeugdbescherming (JR) d.m.v. subsidiebeschikkingen. • Jeugd/LVG: inkoopcontracten met een nog nader te bepalen aantal grotere zorgaanbieders (o.a. Vitree en Ambique) en daarom aansluitende afspraken met de kleinere zorgaanbieders. • Financiering van nieuwe crisisopvang/spoedhulp en AM(H)K (subsidie), kader: Wmo. • Ruimte voor nieuwe innovatieve aanbieders. 2 Dit sluit aan bij de bijlage “contractering jeugdzorg” bij de memo regionale samenwerkingsvormen zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg regio IJsselland d.d. 26 maart 2014. > 79 > 2. Toegang In het RTA regio IJsselland is afgesproken dat de toeleiding tot de De gemeente is verantwoordelijk voor een deskundige advisering gespecialiseerde zorg altijd verloopt via de lokale infrastructuur. over en beoordeling van de vraag of er een voorziening op het Elke gemeente is vrij dit op haar eigen manier te organiseren, gebied van jeugdhulp nodig is en welke voorziening dit dan is. De bijvoorbeeld via het Centrum voor Jeugd en Gezin of in een sociaal door de gemeente te treffen voorziening kan zowel een algemene, gebiedsteam. Dit sluit aan bij de visie om ondersteuning en zorg zo vrij toegankelijke voorziening zijn als een individuele voorziening. nabij en toegankelijk mogelijk te organiseren en bij het principe: Een individuele voorziening zal vaak betrekking hebben op de één gezin, één plan en één regisseur. De opzet is dat de toeleiding, meer gespecialiseerde zorg. maar ook de afschaling van interventieniveaus, op lokaal niveau plaatsvindt op grond van uniforme regionale criteria. Vanaf 1 januari 2015 hoeven er geen indicatiebesluiten meer te worden afgegeven. Gemeenten moeten wel bepalen welke De toeleiding moet niet ingeperkt worden door uniforme criteria, jeugdhulp als vrij en als niet vrij toegankelijk wordt beschouwd maar gemeenten richten hun lokale infrastructuur op zodanige en professionals moeten gemandateerd zijn om te kunnen wijze in dat zij de toeleiding lokaal op een deskundige manier doorverwijzen. In het RTA is al vastgelegd dat de toeleiding naar de kunnen uitvoeren. Wanneer men met regionale wegingcriteria zwaardere vormen van jeugdhulp altijd via de lokale infrastructuur gaat werken, blijft de huidige toewijzingsprocedure (zoals bij verloopt. Belangrijk daarbij is dat de individuele gemeenten zorgen Bureau Jeugdzorg) grotendeels intact. De bedoeling is dat het voor voldoende expertise en deskundigheid in hun CJG of sociaal anders moet en dat generalisten in het basisteam van het CJG of gebiedsteam. Dat betekent dat lokale teams met haar generalisten sociaal gebiedsteam meer handelingsruimte moeten hebben om straks kunnen bepalen of een jeugdige en het gezin in aanmerking maatwerk te kunnen bieden. komt voor de specialistische zorg. Het credo hierbij is ´ loslaten´. Het betreft hier de toeleiding naar de niet vrij toegankelijke voorzieningen die regionaal worden ingekocht. > 80 > In de Jeugdwet is bepaald dat gemeenten voor een aantal taken op In de jeugdregio IJsselland+ organiseren we samen: regionaal niveau moeten samenwerken. Dit betreft de uitvoering • Alle vormen van Jeugdhulp (daghulp t/m 24 uur) die van kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en noodzakelijkwijs gegeven moeten worden in een residentiele bepaalde specialistische vormen van jeugdhulp (pleegzorg), voorziening of klinische setting. Onder andere: de gesloten jeugdhulp en het Advies- en Meldpunt Huiselijk • Jeugd en opvoedhulp geweld en Kindermishandeling (AMHK). Deze vormen van • Jeugd hulp voor verstandelijk, lichamelijke of zintuigelijke jeugdhulp/maatregelen komen, relatief gezien, beperkt voor beperkte jeugdigen; Jeugd geestelijke gezondheidszorg (J-GGZ) en daarom is er in deze regio sprake van een beperkt aantal • Gesloten jeugdhulp aanbieders. Het gaat vaak om dure vormen van zorg die vragen • Pleegzorg om specialistische kennis van de inkopende partij. Vanwege • Jeugdbescherming en jeugdreclassering het feit dat het gespecialiseerde aanbod zowel kwalitatief als • Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling kwantitatief voldoende beschikbaar moet zijn, is het gewenst (AMHK) (en grotendeels verplicht) dat gemeenten deze taken in • Crisishulp samenwerking oppakken. Deze taken zijn niet vrij toegankelijk • Vertrouwenspersoon (behalve het AMHK) en betreffen dus individuele voorzieningen. • Collectieve belangenbehartiging en (cliënten)participatie. Gemeenten moeten in hun verordening de toegang tot en de toekenning van deze voorzieningen regelen. Naast deze verplichte samenwerkingstaken in de Jeugdwet , is er ook regionale samenwerking gewenst op het gebied van de 24-uurs crisishulp, de vertrouwenspersoon, de collectieve belangenbehartiging en cliëntenparticipatie. > 81 > 3. Regionale basisvoorwaarden toegang Gemeenten hebben dus de vrijheid om de lokale toegang zelf in te f. Voordat doorgeleid wordt naar zorg op de zwaardere vullen, mits zij voldoen aan de onderstaande basisvoorwaarden: interventieniveaus vindt er lokaal of regionaal3 consultatie plaats bij gedragswetenschapper of GZ psycholoog; g. Iedere gemeente zorgt voor onafhankelijke generalisten in het toeleiden naar zwaardere vormen van jeugdzorg; a. Iedere gemeente zorgt ervoor dat de lokale toegang voldoet aan de kaders die vanuit de Jeugdwet worden gesteld; b. Iedere gemeente zorgt ervoor dat de professionals bij de lokale toegang beschikken over de juiste competenties en de benodigde bevoegdheden, conform de wettelijke voorwaarden lokale toegang in de vorm van versterking nuldelijn bij de toegang: de norm verantwoorde werkhouding en de in de vorm van een gedragswetenschapper en GZ psycholoog; eisen uit art. 2.1. van het Uitvoeringsbesluit. i. Iedere gemeente zorgt voor een goede sociale kaart jeugd; j. Wanneer er sprake is van zorg op de interventieniveaus 5, 6 en 7 blijft de lokale gemeente verantwoordelijk voor de d. Iedere gemeente zorgt voor voldoende expertise in haar casusregie. De gemeente wijst hiervoor een casusregisseur toe; c. h. Iedere gemeente zorgt voor voldoende expertise in haar Iedere gemeente werkt volgens de regionale visie ´opvoeden versterken´; lokale basisteam; e. Iedere gemeente legt in haar beleid vast wie bevoegd is tot het toeleiden naar de zwaardere vormen van jeugdhulp en geeft hiervoor mandaat aan deskundige generalisten; > 82 > k. Casusregisseur van de lokale gemeente heeft de regie, e. Regionale consultatie kan ook plaatsvinden in de Jeugd draagt zorg voor een integrale toewijzing van zorg, ziet toe op GGZ. Aan de huidige soorten DBC´s wordt een consultatie de duur van de hulpverlening en monitort de inzet op de DBC toegevoegd, omdat het in bepaalde gevallen belangrijk zwaardere interventieniveaus. is dat specialisten uit de basis GGZ of de specialistische GGZ l. Gezinsplan is leidend. In het gezinsplan worden de te behalen doelen vastgesteld en evaluatiemomenten opgenomen. Tijdens deze evaluatiemomenten wordt door degeneralist/ casusregisseur getoetst of de hulp voortgezet dient te worden. Dit gebeurt minimaal één keer per kalenderjaar. meekijken voor wat er nodig is. Soms is meekijken al voldoende en hoeft er geen volledig DBC te worden ingezet. Aanvullende afspraken die gemaakt moeten worden bij contractering van partners: a. Casusregisseur heeft samen met het gezin de regie over het gezinsplan; b. Hulpverlening wordt conform gezinsplan uitgevoerd; c. Zorgaanbieder bepaalt niet zelf de lengte en frequentie van de zorg, maar doet dit in overleg met de (onafhankelijke) generalist en conform het gezinsplan; d. Wanneer nodig schuiven zorgaanbieders aan bij lokale multidisciplinaire overleggen (MDO´s). > 83 > 4. Kwaliteit Op dit moment gelden er al diverse kwaliteitseisen binnen De cliënt de (jeugd)zorg die bij wet (Jeugdwet) geformuleerd zijn of In de Jeugdwet staan de eigen verantwoordelijkheid en de eigen door brancheorganisaties of beroepsbeoefenaars opgesteld mogelijkheden van jeugdigen en hun ouder(s)/verzorger(s), zijn. Wij hebben deze kwaliteitseisen geïnventariseerd en met inzet van hun sociale netwerk, voorop. De cliënt is dan ook opgenomen bijlagen A en B van deze notitie. Deze notitie heel belangrijk bij het beoordelen van de kwaliteit van het (hulp) gericht op aanvullende kwaliteitseisen gericht op de doelen aanbod en de geboden diensten. Professionals moeten oog hebben van de transformatie van de Jeugdzorg en de regionale visie/ voor wat de jeugdige en zijn omgeving zelf kan en wat er aan uitgangspunten Transformatie Jeugdzorg interventies of hulp nodig is om het beoogde resultaat te bereiken. Wat kwaliteit van hulpverlening is en hoe dat wordt ervaren, wordt bepaald door de jeugdige en zijn omgeving. Jeugdigen hebben zelf hun mening over en ervaringen met de kwaliteit van geleverde hulp. In de praktijk benadrukken zij specifieke kwaliteitsaspecten van hulp. Het betreft vaak organisatorische en relationele aspecten van kwaliteit, zoals bereikbaarheid en toegankelijkheid van jeugdhulpvoorzieningen (dicht bij huis, zonder wachtlijst beschikbaar), privacy, bejegening en persoonlijke autonomie. Definiëring kwaliteit vanuit vier dimensies De kwaliteit van hulp, ondersteuning en zorg voor een jeugdige/ het gezin kan vanuit vier dimensies herleid worden: de cliënt, de beroepsbeoefenaar, het instrument en de organisatie. > 84 > Beroepsbeoefenaren kennis, ofwel stand van de wetenschap wordt, indien mogelijk, Als gezinnen er zelf of met behulp van hun netwerk niet uitkomen, vertaald in richtlijnen, waarbinnen de professional moet werken komen professionals in beeld. Een vakbekwame professional en op basis waarvan hij keuzes zal maken over de in te zetten beschikt over de juiste en actuele kennis en vaardigheden, kan behandelmethode. een adequate beroepshouding zichtbaar maken en neemt deel aan deskundigheidsbevordering en intervisie. Reflecteren op Organisaties het eigen handelen is een essentiële voorwaarde om goed te Organisaties die actief zijn binnen het jeugddomein dienen kunnen functioneren als professional, ook volgens de eisen de professionals in staat te stellen om zo goed mogelijke die het nieuwe jeugdstelsel aan de professional stelt. Een deel ondersteuning, hulp of zorg aan de jeugdige te bieden. Zij creëren van de professionals is werkzaam als beroepsbeoefenaar en de essentiële randvoorwaarden, zoals de samenwerking met is aangesloten bij de daarvoor bestaande beroepsvereniging. andere dienstverlenende organisaties die betrokken zijn rond de Beroepsverenigingen waken over de kwaliteit, bijvoorbeeld door zorg voor een gezin. De Jeugdwet stelt een aantal kwaliteitseisen in een beroepsprofiel te beschrijven welke kennis en ervaring aan instellingen. Organisaties dienen zorg te dragen voor een voor de professie vereist is. Ook kunnen beroepsverenigingen een laagdrempelige klachtenbehandeling en een onafhankelijke beroepsregister instellen. Zo’n register kent toelatingseisen in de klachtencommissie, privacybescherming, cliëntenraadpleging termen van opleiding, supervisie, intervisie en levenslang leren via en te werken met een meldcode voor kindermishandeling en na- en bijscholing. huiselijk geweld. Met kwaliteitskeurmerken als ISO of HKZ kunnen organisaties laten zien dat zij een werkend kwaliteitssysteem Instrumenten hebben. De Jeugdwet schrijft geen kwaliteitskeurmerk voor, Ook de interventies of methodieken die worden gebruikt bij het maar stelt wel een werkend kwaliteitssysteem als eis. Waar het bieden van hulp aan jeugdigen zijn van invloed op de kwaliteit. om gaat, is dat een organisatie kan laten zien dat zij een lerende In het jeugddomein wordt gebruik gemaakt van een veelvoud organisatie is, aan systematische kwaliteitsbewaking doet, intern aan methoden. Om te komen tot daadwerkelijk effectieve kwaliteitsonderzoek uitvoert en voortdurend kwaliteitsverbetering methoden heeft het beleid van de rijksoverheid zich de laatste in het oog heeft. jaren gericht op wetenschappelijke effectiviteitonderzoek. Deze > 85 > Algemene kwaliteitseisen kwaliteitseisen kan juist belemmerend werken voor de opdracht Voordat de werkgroep ingaat op mogelijke kwaliteitseisen van de zorginstellingen om nieuwe betere vormen van hulp en per dimensie, wil zij nog een aantal algemene kwaliteitseisen ondersteuning te ontwikkelen die passen bij de uitgangspunten en benoemen: de financiële taakstelling. a) Aantoonbaar bijdragen aan de beoogde transformatie De werkgroep adviseert om vanuit de huidige afspraken en de Wij hebben bij het opstellen van onze regionale visie, het nieuwe wet kwaliteitseisen op te stellen. En bij het opstellen Projectplan en het RTA, de zorginstellingen nauw betrokken. van de inkoop- en subsidievoorwaarden vooral te richten op De twee jarige continuïteit van de zorg hebben wij gewaarborgd goede procesafspraken voor de komende transitieperiode. De mits de zorginstellingen aantoonbaar bijdragen aan de beoogde bestaande kwaliteitsstandaarden, wet en regelgeving en regionaal transformatie. Dit moet blijken uit een tussenevaluatie in 2015. beleidskader zijn hiervoor de inhoudelijke basis. Aangezien de Indien partijen zich niet houden aan de voorwaarden die onderdeel contractering en de beschikkingen voor het jaar 2015 en 2016 zijn van het RTA, worden continuïteitsafspraken gewijzigd. gelden, moet er ruimte zijn om te ontwikkelen (transformatie) en tegelijkertijd bureaucratisering voorkomen worden. Hiervoor is het b) Kwaliteitseisen mogen geen afbreuk doen aan vermindering nodig dat er gedurende deze periode op open wijze afstemming van regeldruk en meer ruimte voor de professionals plaats vindt over de werkpraktijk tussen opdrachtgever en De werkgroep constateert dat de Jeugdwet , de afsprakenkaders opdrachtnemer. Afspraken hierover zijn onderdeel van het contract voor de (professionele) uitvoering ervan, het landelijk te c.q. de beschikking. ontwikkelen evaluatiekader4, het Projectplan IJsselland en de lokale Beleidsplannen al voldoende input leveren voor het c) Ook bij onderaannemerschap zijn de kwaliteitseisen van formuleren van kwaliteitseisen. Het stellen van extra inhoudelijke toepassing eisen is naar de mening van de werkgroep niet meer in de Ook bij onderaannemerschap worden de belangen van de lijn met de uitgangspunten. Dan wordt voorbij gegaan aan cliënt, de kwaliteit van de beroepsbeoefenaar, kwaliteit van het het doel om tot verminderen van regeldruk te komenen meer instrument en de vereisten aan de betreffende organisatie in ruimte voor professional te realiseren. Extra inhoudelijke acht genomen. Bovendien vergewist zich er van dat > 86 > uitvoeringsorganisatie de uitgangspunten van de regio IJsselland aanpak (hulpverleningsplan) als onderdeel van verantwoorde in acht neemt en hier naar handelt. De hoofdaannemer stimuleert hulp. Onder voorwaarde van veiligheid van het kind. In een hierbij innovatieve aanpak die verantwoord is (met inachtneming gedwongen kader betreft het een andere situatie. van doelen en kwaliteitseisen). Zij draagt zorg voor het (doen) • maatwerk en in verbinding met het sociale netwerk, recht op verzamelen van gegevens ten behoeve van verantwoording privacy volgens de wetgeving, kwaliteit bejegening en kwaliteit en beleidsinnovatie(monitoring). Specifieke aandacht voor aanbod/dienst volgens kwaliteitsstandaard. aanvullende eisen pleegzorg. • ruimte voor beoordeling en evaluatie hulp en diensten door cliënten zelf, het instellen van van een cliëntenraad (bij meer d) Kwantiteitsafspraken dan 10 fte’s), het goed informeren van cliënten over over de Dit laat onverlet dat er ook afspraken gemaakt moeten worden werkwijze, de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon die ingaan op de kwantiteit. Een doelstelling als het verminderen en klachtenregeling. De vertrouwenspersoon wordt in de van het aantal kinderen dat langdurige intensieve (zwaardere) gelegenheid gesteld zijn/haar werk uit te voeren. ondersteuning nodig heeft is kwantificeerbaar. • recht op vrije keuze voor zover reëel (b.v. geestelijke stroming) • organisaties moeten de tevredenheid van cliënten toetsen. Mogelijke Kwaliteitseisen/afspraken per dimensie 2015 en 2016 t.a.v. beroepsbeoefenaren Op basis van de formele kaders (uitgangspunten transitie • professionals voldoen aan de vereisten geldend voor die en Jeugdwet en de regionale visie) en beredeneerd vanuit de vier dimensies, stelt de werkgroep voor de volgende kwaliteitseisen te hanteren bij de formulering van de contract- en subsidievoorwaarden: branche en/of functie (bv registratie). • professionals kennen de uitgangspunten van ‘opvoeden versterken’ en hanteren een werkwijze die hier bij past. • de beroepsbeoefenaar draagt zorg voor aansluiting met de lokale netwerken van de cliënt en draagt zorg voor uitwisseling t.a.v. cliënt: van de informatie voor zover nodig voor de uitvoering van het • cliënt centraal (en zijn opvoeders), autonomie en oog voor wat plan van aanpak, het behalen van de doelen of de afronding cliënt zelf kan. Regie en vraaggericht werken. Inzet plan van (bijvoorbeeld nazorg). > 87 > • de Verve werkwijze wordt gehanteerd en professionals zijn daarin geschoold. • Professionals brengen niet alleen hun (specialistische) kennis t.a.v. organisatie • organiseren en faciliteren uitvoering van het werk • de organisatie is aanspreekbaar op het naleven van de vereisten in tbv de begeleiding van de cliënt maar juist ook (op verzoek) gesteld in de wet en andere richtlijnen zoals het hanteren van in het voorliggende veld zodat mogelijk zware en dure hulp niet een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. meer nodig is. • Andersom zullen beroepsbeoefenaren goed gebruik maken van de kennis en expertise van de generalisten en/of signaleerders en cliënten zelf. • Beroepsbeoefenaren scholen zich wanneer gewenst t.b.v. de kwaliteit van de uitoefening van de functie en voor zover dit nodig is passend bij de nieuwe ontwikkelingen/kaders. • draagt zorg voor randvoorwaarden goede uitoefening van de functie en professie (registratiesysteem, scholing medewerkers, communicatie cliënten , e.d.) • de organisatie draagt zorg voor goede aansluiting en verbinding met de lokale partners • het afleggen van maatschappelijke verantwoording (volgens de jeugdwet): rapportage/verslaglegging • fungeren als opdrachtnemer en gesprekspartner met het oog t.a.v. instrumenten/interventies op beleidsontwikkeling, innovatie, benchmarking, evaluatie en • ‘lichter wanneer het lichter kan’ als doelstelling van de monitoring, financiële verantwoording en het verder formuleren uitvoering interventies van prestatie indicatoren. • bij uithuisplaatsing altijd eerst de optie van plaatsing in een gezinssituatie overwegen • (pleegzorg of gezinshuis) voor overgegaan wordt tot plaatsing in een instelling (voor zover dit niet door de rechter wordt opgelegd) • bij behandeling en hulp: uitgaan van evidence based dan wel veelbelovende interventies en aanpak of innovatieve aanpak (met goedkeuring betrokkene) voor zover de keuze onderbouwd kan worden , gemonitord en geëvalueerd op resultaat. 4 Zie brief 31 maart aan de kamer (voortgang Transformatie Jeugd): het operationaliseren van het evaluatiekader: kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren, inclusief outcome. > 88 > 5. Transformeren In de jaren 2014, 2015 en 2016 werken de aanbieders van 7. Kwaliteit gaat boven kwantiteit jeugdhulp samen met de gemeenten aan de transformatie volgens de regionale visie Opvoeden Versterken. Voor de Transformatie vraagt iets van organisaties: aanbieders in Deventer geldt de lokale visie van Wieg naar 1. Lerende organisaties Werk. We zetten meer in op preventie en ambulante vormen van 2. Transparant: durf ervaringen (positief en negatief) te delen ondersteuning ter voorkoming van verblijfszorg. We werken vanuit 3. Mensen moeten er zin in hebben de eigen kracht van het gezin aan een gezin, een plan in relatie 4. Geef professionals de ruimte met de andere transitiedossiers. Innovatie en vernieuwing in het 5. Investeer in de nieuwe professional nieuw stelsel en binnen de nieuwe jeugdwet is hiermee mogelijk. 6. Leg dwarsverbanden (Aldus het Transitiearrangement) 7. Kruisbestuiving van inspiratie Aandachtspunten voor transformatie: Toetsingscriteria 1. Begin klein Aanbieders toetsen aan de kwaliteitscriteria van Vinkenburg: 2. Mensenwerk technisch, functioneel en bejegening 3. Laat de juiste dingen gebeuren 4. Dit lukt beter op de werkvloer • Technisch (kwaliteitsmodel) 5. Leg de discussiepunten op het goede niveau neer Voor de veiligheid van een kind is technische kwaliteit nodig. We moeten een systeem bedenken dat a. Strategisch b.Tactisch simpel is. Geen bureaucratie. Wie betaalt het systeem? Er c. Praktisch is behoefte aan een vereenvoudigd kwaliteitsmodel waarin 6. Ruimte voor wetenschappelijk onderzoek klanttevredenheid een belangrijke rol speelt. Gemeenten laten > 89 > hiermee zien dat er minder regels nodig zijn. Je kunt alleen • Bejegening (klanttevredenheid, competenties) innoveren met een simpel model. Organisaties moeten kwalitatief - Dichtbij goed werk leveren. Innoveren is ook organisaties beoordelen - Snel op effectiviteit, declarabele uren, aantallen patiënten en - 1 aanspreekpunt samenwerking met andere partijen. - Klantverhalen op basis van een aantal vaste vragen - Professioneel (lid zijn van een beroepsvereniging en - Samenhang tussen verschillende factoren nascholingsinspanning) - Bespreek dit punt met cliënten en cliëntorganisaties, - Keurmerk (ook voor kleine instellingen? Dit vraagt veel) patiëntenraden en ouderraden - Veiligheid van het kind voorop Kennis-vaardigheden-houding-waarden-normen-motivatie- - Best practice, Evidence based (Iets wat goed werkt moet ambitie niet ten koste gaan van innovaties om het innoveren. Competenties van de nieuwe professional: • Functioneel (trends, kruisbestuiving) - Deelname aan kennisdelingsessies op niveau RTA, maar ook - Creativiteit - Zelfontwikkeling lokaal - Aanpassingsvermogen - Samenwerking - Coachen - Gebruik bestaande structuren - Durf - Op basis van trends: denktank - Inlevingsvermogen - Laat ook nieuwe relaties ontstaan - Netwerken - Netwerkdagen: leg de opbrengsten vast - Samenwerken - Werk de uitgangspunten uit op drie niveaus: operationeel, - Conflicthantering tactisch en strategisch. - Flexibel gedrag - Innoverend vermogen - Overtuigingskracht > 90 > 6. Toelaten nieuwe aanbieders Nieuwe aanbieders moeten voldoen aan de definitie van innovatie. Het innovatiebudget moet los staan van de bezuinigingen. Als je meer bespaart als organisatie dan afgesproken, dan mag je dit Dit moet je toetsen aan criteria: bijvoorbeeld houden als beloning. Geef organisaties ruimte. Bouw - Zorgvernieuwing prikkels in om innoveren aantrekkelijk te maken. Geef bij innovatie - Doelmatigheid van de zorg je investering aan, maar vooral op inhoud. Het voorstel is om - Praktijkgericht: de cliënt heeft er iets aan. innovatie in de prijs te verwerken en hier geen apart budget voor - Aantoonbaar effect voor de cliënt te creëren, omdat dit vooral bureaucratie oplevert. - Aantoonbaar regionaal/lokaal effect - Het is een rechtspersoon zonder winstoogmerk - Vermindering van bureaucratie - Vermindering van overhead Nieuwe ideeën ontstaan vaak klein, maar hebben omvang nodig om te kunnen slagen. Nieuwe aanbieders komen binnen op het niveau van de gemeente. De bekostiging zal dan ook uit gemeentelijk budget moeten en niet uit het budget dat met de bestaande aanbieders wordt afgesproken of uit een regionaal budget. De toetsingscriteria moeten wel regionaal worden vastgesteld. > 91 > 7. Indicatoren We zetten in op preventie en ambulante vormen van ondersteuning • Of worden nu mensen geholpen die het anders ook wel gered ter voorkoming van verblijfszorg. We werken vanuit de eigen hadden, zonder intensieve hulpverlening? (bijvoorbeeld door kracht van het gezin aan één gezin, één plan in relatie met de laagdrempeliger aanbod van ondersteuning) andere transitiedossiers. Innovatie en vernieuwing in het nieuwe stelstel en binnen de nieuwe jeugdwet is hiermee mogelijk. Het aantal jeugdigen/gezinnen met ambulante ondersteuning De belangrijkste indicator is: Verder definiëren wat onder ambulante ondersteuning valt en Het aantal jeugdigen in verblijfszorg wat de relatie hiervan is met verblijfszorg. Indien er geen relatie Dit aantal zou in de loop der tijd minder moeten worden. Vraag bestaat, ook niet meenemen. blijft altijd of de jeugdigen/gezinnen ook goed geholpen zijn zonder • Vraag is echter wat deze indicator precies zegt bij een toename: gebruik van verblijfszorg. D.w.z. dat de preventieve en ambulante • Draagt dit echt bij aan het voorkomen van verblijfszorg? ondersteuning een oplossing hebben geboden voor het probleem. • Of worden nu mensen geholpen die het anders ook wel gered Het in kaart brengen van terugval in preventieve en ambulante hadden, zonder intensieve hulpverlening? (bijvoorbeeld door ondersteuning kan hierbij helpen. laagdrempeliger aanbod van ondersteuning) Overige indicatoren: • Het aantal jeugdigen/gezinnen met preventieve ondersteuning • Nog verder definiëren wat onder preventieve ondersteuning valt en wat de relatie hiervan is met verblijfszorg. Indien er geen relatie bestaat, ook niet meenemen. • Eigen kracht. De mate van eigen kracht in beeld brengen bij de cliënten • 1 gezin, 1 plan. Het aantal cliënten/gezinnen waarbij gewerkt wordt met de methode één gezin, één plan. Bijlage A: Kwaliteitseisen op basis van de Jeugdwet • Vraag is echter wat deze indicator precies zegt bij een toename: Bijlage B: Regelgeving en kwaliteitscriteria van organisaties en • Draagt dit echt bij aan het voorkomen van verblijfszorg? beroepsbeoefenaars. > 92 > Bijlage A Kwaliteitseisen op basis van de Jeugdwet Wat zegt de jeugdwet ( op hoofdlijnen) over kwaliteit. Verantwoordelijkheidstoedeling van toepassing (art 2.2.2.d en art 2.7). Het college verzekert zich bij het inzetten van de aangewezen Het spreekt voor zich dat er bij het maken en vastleggen van voorziening ervan dat de jeugdhulpaanbieder in staat is te voldoen afspraken met de aanbieders en uitvoeringsorganisaties aan de eisen inzake de verantwoordelijkheidstoedeling 5 gesteld afgesproken wordt dat de wet nageleefd moet worden. Dit heeft bij of krachtens artikel 4.1.1, tweede lid, juncto 4.1.5, eerste lid. hier met name betrekking op de Jeugdwet. Soms wordt er Art 2.11, tweede lid: … bij aanbesteding jh, jr of jb wordt in ieder verwezen naar andere wet- en regelgeving (bijvoorbeeld Wmo of geval een criterium dat betrekking heeft op kwaliteit opgenomen. Algemene maatregel van bestuur, nadere regels, of op te stellen verordening) Hoofdstuk 3 gecertificeerde instelling: art.3.5, eerste lid, de gecertificeerde instelling bepaalt of, en zo ja, welke In de jeugdwet staat dat colleges verantwoordelijk zijn voor een jeugdhulp is aangewezen in het kader van de uitvoering van de toereikend kwalitatief en kwantitatief aanbod (art. 2.6.1.a). Bij de kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Zij overlegt artikelen die betrekking hebben op kwaliteit en het goed regelen hiertoe met het college van de gemeente waar de jeugdige daarvan onder hoofdstuk 2 (gemeente)benoemen we: zijn woonplaats heeft (met uitzondering van situaties waarbij rechterlijke beslissing waarbij in jeugdreclassering is voorzien). Art. 2.2.2.c: welke resultaten de gemeente in de door het plan Verder dient het college er zich van te bestreken periode wenst te behalen, hoe gemeten zal worden of vergewissen dat de vereiste certificering aanwezig is. deze resultaten zijn behaald en welke outcomecriteria gehanteerd worden ten aanzien van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde Hoofdstuk 4 Eisen aan jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. instellingen. 4.1 (4.1.1. t/m 4.1.9: kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen). > 93 > Hier onder een korte duiding: afgestemd op de behoefte. Bij pleegzorg worden pleegouders 4.1.1.1: verantwoorde hulp verlening, op goed niveau, in ieder betrokken. Dit mag eventueel mondeling overeengekomen maar geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht, afgestemd op op verzoek binnen 14 dagen op schrift (altijd op schrift wanneer reële behoefte van jeugdige of ouder. het gaat om kinderbeschermingsmaatregel of gesloten jeugdzorg). 4.1.1.2: organiseren zich zodanig voorzien van kwalitatief en Vaststelling van het plan: uiterlijk binnen zes weken (wanneer kwantitatief voldoende personeel en materieel en dragen zorg afgezien is van een familiegroepsplan). Specifieke aandacht voor voor zodanige verantwoordelijkheidstoedeling dat leidt tot betrokkenheid pleegouders (in voorkomende gevallen). verantwoorde hulp. Jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde 4.1.4. Uitvoering 4.1.1.2 behoeft systematische bewaking, instelling betrekken resultaten van overleg met het college beheersing en verbetering van de kwaliteit van de hulpverlening. en cliëntorganisaties. Wanneer er sprake is van verblijf in een Hiervoor wordt zorg gedragen (door jeugdhulpaanbieder of accommodatie (van tenminste een etmaal) wordt er zorg gedragen gecertificeerde instelling) voor: systematisch verzamelen en voor beschikbaarheid geestelijke verzorging (die zoveel mogelijk registreren van gegevens betreffende de kwaliteit van zorg, het aansluit bij godsdienst of levensovertuiging jeugdige of ouder). aan de hand hiervan toetsen of dit leidt tot verantwoorde hulp, 4.1.1.3 De hulpverlener neemt zorg voor goed hulpverlenerschap en op basis van de uitkomst zo nodig wijzigen van de aanpak/ in acht en handelt vanuit verantwoordelijkheid met daarbij uitvoering. Dit geldt ook voor begeleiding pleegzorgaanbieder van geldende professionele standaard. een pleegouder. 5 Over verantwoordelijkheidsdeling: zie bijlage 4.1.5 Er kunnen nadere regels gesteld worden bij algemene 4.1.2 Bij het uitvoeren van 4.1.1. en wanneer er sprake is maatregelen van bestuur of zonodig nadere regels wanneer dit van vroege signalering wordt eerst het opstellen van een vereist is voor het niveau van de (kwaliteit) van de hulpverlening familiegroepsplan aangeboden (niet wanneer ouders ontheven of 4.1.6. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen ontzet zijn uit ouderlijke macht). Alleen bij weigering ouders of (die overigens geen hulp verlenen) zijn in het bezit van een wanneer belangen/veiligheid kind geschaad worden wordt hier van verklaring omtrent het gedrag (zie voor nadere gegevens lid 1 af gezien. t/m 5, is inclusief mogelijkheid instelling register bij amvb t.b.v 4.1.3. er wordt gewerkt op basis van een plan van aanpak (of verantwoorde hulp) hulpverleningsplan) waarbij overleg met jeugdige en ouders en 4.1.7 Verplichting vaststelling meldcode waarin stapsgewijs > 94 > vermeld hoe wordt omgegaan et signalen huiselijk geweld en onder 4.2 ; zo is er tevens een regeling voor een bindende kindermishandeling. Daarin /daarbij moet sprake zijn van snelle voordracht in het bestuur opgenomen. en adequate hulp. De kennis over en het gebruik hiervan moet 4.3.1. en 4.3.2 : gaan over Maatschappelijke verantwoording. bevordert worden. Bij Amv B wordt vastgesteld Hierin staat opgenomen welke onderwerpen minimaal moeten wat hier minimaal in moet staan. worden opgenomen in een jaarverslag over de naleving van de 4.1.8 Onverwijld en onmiddellijk wordt melding gedaan aan de wet (door jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling) op daarmee belaste ambtenaren (inspectie): calamiteiten en geweld gebied van kwaliteit van uitvoering van taken, het klachtenrecht die bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of en de medezeggenschap.. Waaronder: hoe ouders en jeugdigen jeugdreclassering heeft plaats gevonden (inclusief vereisten welke zijn betrokken bij het kwaliteitsbeleid en de frequentie waarmee informatie) en de wijze waarop binnen de instelling kwaliteitsbeoordeling 4.1.9 Jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling stellen een plaats vond en de beoordeling daarvan. Verder info in kader vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen. Bij van klachtenrecht. In artikel 4.3.2. de eisen aan de openbare AmvB worden regels opgesteld over taken en bevoegdheden, e.d. verslaglegging en aan wie deze in ieder geval gezonden dient te (zie verder lid 2 t/m 5) worden voor 1 juni van het jaar van vaststelling. 4.2 Rechtspositie jeugdigen en ouders. In de artikelen 4.2.1. t/m 4.2.12 de eisen waaraan aanbieders en gecertificeerde instellingen Hoofdstuk 5. Hierin zijn de wettelijke vereisten opgenomen die moeten voldoen als het gaat om de rechten en belangen van worden gesteld voor pleegzorg. cliënten (en hun verzorgers). Belangrijk onderdeel is dat er een N.B. voor een uitwerking van de vereisten voor zover glieeerd aan klachtenregeling is volgens de richtlijnen die wordt nagekomen en de wet is tevens het Uitvoeringsbesluit jeugdwet relevant. Het dat medezeggenschap geregeld is (er moet een cliëntenraad zijn). verdient aanbeveling hier ook naar te verwijzen bij het maken van In artikel afspraken met de instellingen. 4.2.6 is opgenomen over welke voorgenomen besluiten de cliëntenraad in ieder geval geraadpleegd wordt voor advies. De cliëntenraad mag ook ongevraagd advies geven. Uitwerking van de gang van zaken rond cliëntenraad in de verschillende artikelen > 95 > Een aantal thema’s rondom kwaliteit is landelijk nog in 4) de ontwikkeling van de norm ‘verantwoorde werktoedeling’ ontwikkeling zoals: waarbij wordt geregeld welke 1) de ontwikkeling van een normenkader (basiskwaliteitseisen) werkzaamheden door welke beroepsbeoefenaren mogen voor instellingen die zich willen certificeren voor de uitvoering van worden uitgevoerd. Dit kwaliteitskader wordt ontwikkeld door jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een landelijk beroepsgroepen onder toezicht van de Inspectie. Vraag die hierbij (nog aan te wijzen) certificerende instelling kent deze certificering in de discussies naar voren komt, is in hoeverre deze aanvullende toe; beleidskaders voldoende ruimte laten voor het (naar eigen verantwoordelijkheid en inzicht) handelen van de professionals en 2) een traject voor (verdere) professionalisering van de jeugdzorg voor lokale beleidsvrijheid hierin. waarbij men toe werkt naar een gezamenlijk kwaliteitsregister met geregistreerde werkers (de jeugdzorgwerker op HBO-niveau en de orthopedagoog/psycholoog op WO-niveau); 3) de ontwikkeling van de een kwaliteitskader voor de norm ‘verantwoorde hulp’(het inzetten van geregisterde jeugdzorgwerkers). Dat gebeurt door beroepsverenigingen, werkgevers en cliëntenorganisaties onder toezicht van de Inspectie ; > 96 > Bijlage B Regelgeving en kwaliteitscriteria van organisaties en beroepsbeoefenaars a) Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg. Door de commissie (Rouvoet) Jeugdzorg g) Mogelijk nadere afspraken tussen Rijk en Nederland op basis van rapport commissie Samson en VNG over kwaliteitskader en uitvoeringskader inspecties (verplichte) Meldcode kindermishandeling. jeugdgezondheidszorg, jeugdwet/veiligheid en Justitie. b) HKZ normering voor organisaties. c) Evidende based interventies (of veel belovend): zie overzicht van het NJI (via website). d) Kwaliteitsstandaarden jeugdzorg Q4C (zie website: quality for children) , Stichting Alexander, op basis van ‘wat vinden jongeren. e) Kwaliteitskader jeugdzorg, de norm van de verantwoorde werktoedeling: Jeugdzorg Nederland. f) Registratie professionals bij verschillende branches: BIG registratie(publiekrechtelijk en verplicht) en andere verplichte en vrijwillige registers , beroepscodes en tuchtrecht. > 97 > Bijlage 3 Lijst met afkortingen AKJ Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg OTS Ondertoezichtstelling AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling PGB Persoons Gebonden Budget AMHK Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en PO Primair onderwijs Kindermishandeling RTA Regionaal Transitie Arrangement AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten RvdK Raad voor de Kinderbescherming BJzO Bureau Jeugdzorg Overijssel SGJ Stichting Gereformeerde Jeugdzorg BOBasisonderwijs SHG Steunpunt Huiselijk geweld BOOBelangenOrganisatiesOverijssel SWTSociaal Wijkteam CAK Centraal Administratie Kantoor VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten CBS Centraal Bureau voor de Statistiek VO Voortgezet onderwijs CIZ Centraal Indicatieorgaan Zorg VOG Verklaring omtrent gedrag CJG Centrum voor Jeugd en Gezin Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning DBC Diagnose Behandel Combinatie Wpg Wet publieke gezondheidszorg GGz Geestelijke Gezondheidszorg ZIN Zorg in Natura GGD Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst ZVWZorgverzekeringswet GIGecertificeerde Instelling JGZJeugdgezondheidszorg LVB Licht Verstandelijke Beperking MBO Middelbaar Beroepsonderwijs NJG Netwerk voor Jeugd en Gezin OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg > 98 > Bijlage 4 Leeftijdsgrenzen 18-/+ Informatiekaart Wat verandert in 2015 maximaal het 23ste levensjaar, indien de hulp niet onder een Vanaf 1 januari 2015 wordt de zorg en ondersteuning voor jongeren ander wettelijk kader valt en mits het voldoet aan daarvoor onder de 18 jaar voor een belangrijk deel belegd in de Jeugdwet geldende voorwaarden. Voor jeugdreclassering geldt dat en vanaf 18 jaar in de Wmo 2015. Ook zijn er andere wettelijke indien een delict is gepleegd vóór de jeugdige de leeftijd van kaders, zoals de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg, 23 bereikt hij veroordeeld kan worden via het jeugdstrafrecht. die van belang zijn bij de overgang rond het 18e levensjaar. Tussen De jeugdreclassering die dan wordt opgelegd en de jeugdhulp de verschillende domeinen bestaan belangrijke aandachtspunten. die uit de strafrechtelijke beslissing voortvloeit, loopt dan door In deze informatiekaart brengen de TransitieBureaus Jeugd en tot het einde van de titel Jeugdreclassering en jeugdhulp die Wmo deze aandachtspunten in kaart. Op basis van input van voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing kan dus doorlopen verschillende gemeenten en experts is het duidelijk geworden dat tot ná het 23ste levensjaar, indien de hulp niet onder een ander de continuïteit van zorg van jongeren na hun 18de geborgd kan wettelijk kader valt en mits het voldoet aan daarvoor geldende worden als partijen elkaar weten te vinden en in gesprek zijn. Deze voorwaarden. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk met de informatiekaart geeft weer op welke punten het voor gemeenten inwerkingtredingvan de Jeugdwet. van belang is om in gesprek te gaan en afspraken te maken. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wettelijke kaders leeftijdsgrenzen In de Wmo2015 geldt in principe geen leeftijdsgrens. In artikel 2.1.5 van de Wmo 2015 staat een uitzondering, namelijk wanneer Jeugdwet het gaat om een maatwerkvoorziening of een persoongebonden In de Jeugdwet geldt in principe het uitgangspunt dat er een budget ten behoeve van een woningaanpassing voor een leeftijdsgrens van 18 jaar geldt voor jeugdhulp en jeugdbescher minderjarige. Cliëntondersteuning (MEE), hulpmiddelen, en ming (artikel 1.1 Jeugdwet). Jeugdhulp kan doorlopen tot > 99 > woningaanpassingen, doventolk, maatschappelijke opvang (en zorg en ondersteuning voor jeugdigen en de ondersteuning voor vrouwenopvang) vallen ook voor de jeugd onder de Wmo2015. iedereen vanaf 18 jaar en ouder. Dit betekent dat gemeenten doorlopende zorgpaden voor jongeren kunnen realiseren en Zorgverzekeringswet (Zvw) dat, ondanks dat jongeren formeel van systeem veranderen, zij GGZ tot 18 jaar valt onder de Jeugdwet en vanaf het 18de jaar, met de continuïteit van zorg voor deze groep kunnen borgen. Goede uitzondering van beschermd wonen, onder de Zvw. aansluiting is belangrijk om te voorkomen dat problematiek verergert. Een zachte overgang is voor alle jongeren van belang. Wet langdurige zorg (Wlz) Speciale aandacht verdienen echter licht verstandelijk beperkte De Wlz is er voor de meest kwetsbare mensen met een beperking jongeren die een kwetsbare groep vormen. die ‘levenslang en levensbreed’ op zorg zijn aangewezen. Algemene aandachtspunten: Onderwijs Het is van belang dat gemeenten in een vroeg stadium de Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten onderwijs volgen totdat ze verschillende actoren en partijen benaderen om te komen tot een een startkwalificatie hebben of 18 jaar worden. integraal zorg aanbod en een goede overdracht om de continuïteit van zorg borgen na de 18e verjaardag te borgen. Het is tevens van Participatiewet belang dat de jongeren om wie het gaat, hun ouders, verzorgers en In het algemeen geldt dat aanspraak op ondersteuning en een begeleiders worden betrokken bij het overleg. eventueel recht op een bijstandsuitkering mogelijk is vanaf 18 jaar. Naast het borgen van een goede overdracht, geven veel jongeren Hiervoor gelden enkele uitzonderingen en voorbehouden. Ook aan dat het belangrijk is op tijd (bijvoorbeeld al vanaf de 16de voor de studieregeling die onderdeel is van de Participatiewet kan jaar of nog eerder) te beginnen met de voorbereiding op het onder bepaalde voorwaarden, vanaf 18 jaar een recht bestaan. zo zelfstandig mogelijk deelnemen aan de maatschappij na de Recht op de Wajong bestaat vanaf 18 jaar. 18de verjaardag. Waarbij het niet alleen gaat om het aanleren woonvaardigheden, maar ook om voorlichting over en praktische Wat betekent dit voor gemeenten? begeleiding bij zaken als het afsluiten van zorgverzekering, Gemeenten krijgen vanaf 2015 de verantwoordelijkheid voor de aanvragen van studiefinanciering etc. > 100 > Het investeren in het netwerk van de jeugdige is belangrijk. Help Overgang Jeugdwet-Wmo2015 een jongere bij het opbouwen van een netwerk, wanneer er geen netwerk is, zodat een jongere dan steunpunten heeft om op terug Amendement te vallen. Dit is een continue aandachtspunt, met name bij de Tijdens de behandeling van de Wmo 2015 in de Tweede Kamer is organisatie van de toegang tot jeugdhulp en de doorstroom bij een amendement over de continuïteit van zorg door de Tweede 18 jaar. Daarnaast is het belangrijk dat ouders van kwetsbare Kamer aangenomen. jongeren opvoedondersteuning wordt geboden. Aan artikel 2.1.2, vierde lid, wordt onder vervanging van de punt Organiseer dat er iemand beschikbaar is die ook na het 18de aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel jaar mee kan lopen, die naast de jongere staat en hem/haar toegevoegd, luidende: de wijze waarop de continuïteit van hulp ondersteunt bij de zorg en ondersteuning vanaf het 18de wordt gewaarborgd, in het bijzonder ten aanzien van de persoon levensjaar. Waarbij de jongere weliswaar de regie houdt maar een die door het bereiken van een bepaalde leeftijd geen jeugdhulp als vertrouwd iemand heeft om op terug te vallen. bedoeld in de Jeugdwet meer kan ontvangen. Door dit amendement worden gemeenten verplicht in hun Wmo- Koop in afstemming Jeugdzorg en Wmo ondersteuning in. Voor Beleidsplan aandacht te besteden aan de wijze waarop zij zullen jongeren is het wenselijk dat zij hun aanbieder kunnen behouden, zorg dragen voor de continuïteit van zorg voor jongeren die op om zo een doorlopende lijn te realiseren. grond van het bereiken van de leeftijd van 18 jaar (of, in bepaalde Maak met aanbieders afspraken over de overgang van jeugdhulp gevallen, 23 jaar) niet langer in aanmerking komen voor zorg op naar andere wettelijke kaders. basis van de Jeugdwet, maar dat wel nodig hebben. Heb aandacht (binnen sociale wijkteams) voor jongeren tussen de Maatschappelijke opvang 16-23. De decentralisatie van de jeugdzorg biedt kansen om de aansluiting tussen maatschappelijke opvang (MO) en jeugdzorg Maak afspraken met woningcorporaties over huisvesting van de te verbeteren. Dit is nodig omdat veel jongeren die in de opvang kwetsbare groep van 18 tot 23 jaar. terecht komen een verleden hebben in de jeugdzorg. Een goede > 101 > aansluiting tussen MO (of lichte begeleiding) en jeugdzorg Overgang Jeugdwet- Zvw/ Wlz kan voorkomen dat deze jongeren enige tijd na hun 18de met schulden en andere problemen in de opvang terecht komen. Zvw In de MO komen zeer regelmatig kinderen met hun moeder Voor curatieve jeugd-ggz is een jongere vanaf zijn 18e verjaardag mee, bijvoorbeeld in de vrouwenopvang na huiselijk geweld. aangewezen op de verzekeraar. In het geval van een doorlopende Deze kinderen groeien op dat moment niet op in een positief en behandeling is het van belang dat de aansluiting tussen het stabiel pedagogisch klimaat en ook de moeders verkeren in een gemeentelijk domein en verzekeraarsdomein goed georganiseerd kwetsbare positie. Extra ondersteuning bij opvoeden en opgroeien is. In zowel de Jeugdwet als de Zorgverzekeringswet is een vanuit jeugdzorg is nogal eens wenselijk. Door de decentralisatie passage opgenomen die voorschrijft dat gemeenten en van de jeugdzorg worden gemeenten ook voor dit deel van de zorg verzekeraars zorgen voor deze aansluiting. verantwoordelijk en kunnen zij de huidige schotten beslechten en voor zowel de oudere als jongere kinderen goede samenhangende Als de verzekeraar de betreffende behandeling bij dezelfde zorg realiseren. zorgaanbieder heeft ingekocht als de gemeente, dan zou kan de jeugdige in principe bij deze behandelaar moeten kunnen blijven Aandachtspunten: en zal de factuur vanaf de 18-jarige leeftijd naar de verzekeraar Verbind Jeugd en Wmo professionals met elkaar. Zorg voor gaan in plaats van de gemeente. Over de voorwaarden van een sluitend aanbod van jeugdhulp en opvang voor deze groep deze overgang zijn nog geen verdere afspraken gemaakt. Als jongeren, door nauwe samenwerking en informatie- de verzekeraar dezelfde zorg bij een andere aanbieder heeft uitwisseling tussen de aanbieders. ingekocht, dan zal de jeugdige moeten overstappen naar deze behandelaar en zal zorginhoudelijke (gegevens)overdracht tussen Houd er rekening mee dat cliëntondersteuning (MEE), hulp behandelaren moeten plaatsvinden. De jeugdige kan bij de keuze middelen, en woningaanpassingen, doventolk, maatschappelijke voor een zorgverzekeraar meewegen welke behandelaren deze opvang (en vrouwenopvang)ook voor de jeugd onder de Wmo2015 gecontracteerd heeft. Het is ook mogelijk dat de gemeente vallen. zorgaanbod heeft gecontracteerd dat niet in het basispakket zit. In dat geval is er sprake van ‘zorg die niet onder een ander wettelijk > 102 > kader valt’ en is de gemeente gehouden deze zorg tot het 23e jaar licht verstandelijke beperking die intramurale zorg nodig hebben, te continueren. geld dat zij vanaf het 18e jaar onder de Wlz vallen. In alle gevallen heeft de verzekeraar, om zijn zorgplicht te kunnen Aandachtspunten: vervullen, bepaalde informatie over lopende zorgtrajecten nodig. Informatie-uitwisseling: zorgverzekeraars/kantoren en gemeenten ZN en de VNG zijn momenteel in gesprek over de aard, inhoud en moeten afspraken maken over structurele informatie-uitwisseling de praktische uitwerking van deze informatieoverdracht. Meer voor jeugdigen die 18 jaar worden. Specifiek voor de Wlz moeten informatie hierover zal te vinden zijn op www.voordejeugd.nl. deze afspraken niet alleen voor het 18e levensjaar worden gemaakt, maar ook over een eventueel eerdere doorstroom; Wlz Op elke leeftijd kan er doorstroom plaatsvinden naar de Wlz. Bewustwording bij cliënten: vanaf het 18e levensjaar is de Het gaat om mensen die blijvend zijn aangewezen op permanent zorgverzekeraar/-kantoor verantwoordelijk. Voor jeugd-ggz toezicht of op 24-uurszorg in de nabijheid. De Wlz is ook van kunnen bij het afsluiten van een verzekering factoren als toepassing voor de meest kwetsbare jeugdigen tot 18 jaar met ‘gecontracteerde aanbieders’ en ‘inhoud van aanvullende meervoudige beperkingen of een (zeer) ernstige verstandelijke, pakketten’ worden meegewogen. lichamelijke of zintuiglijke beperking. De wet biedt een integraal Afstemming: als een jeugdige na zijn 18e verjaardag zowel zorgpakket dat persoonlijke verzorging, verpleging, verblijf, ondersteuning vanuit de gemeente als zorg vanuit de zorg begeleiding en behandeling bevat, en ook thuis geboden kan verzekeraar krijgt, kan afstemming nog steeds van belang zijn en worden, in de vorm van een persoonsgebonden budget (PGB) of moeten professionals elkaar kunnen blijven vinden. als ‘zorg in natura’ (het ‘volledig pakket thuis’). Jeugdigen bij wie al voor het 18e levensjaar duidelijk is dat zij op grond van ernstige Gedwongen kader beperkingen of stoornissen hun verdere leven zorg nodig hebben, Jeugdbescherming: jeugdbeschermingsmaatregelen stoppen maken aanspraak op de Wlz. Zie de prestatie-codelijst om te zien wanneer een jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, welke code van een bepaalde vorm van AWBZ-zorg onder welke maar de jeugdhulp in dat kader kan wel langer doorlopen. wet komt te vallen (zie voordejeugd.nl). Voor jeugdigen met een Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet wordt de gemeente > 103 > verantwoordelijk voor de jeugdbescherming en de jeugdhulp die beleid en indien nodig een warme overdracht te borgen. in dit kader wordt ingezet. Dit moet integraal werken bevorderen en een warme overdracht tussen de jeugdbescherming en de Aandachtspunten: gemeente borgen. (Gezins)voogden moeten vroegtijdig beginnen met de voor bereiding op het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Zorg voor een Jeugdreclassering: De (kinder)rechter kan een jongvolwassene goede aansluiting tussen het gedwongen kader en het lokale veld veroordelen volgens het jeugdstrafrecht óf het reguliere strafrecht om overdrachten soepel te laten verlopen. indien hij tussen de 16 en 23 jaar oud was wanneer het delict Maak goede afspraken over de overgang van het woonplaatsbe werd gepleegd. Bij een leeftijd tot 18 jaar wordt doorgaans ginsel; voor 18- is dat de woonplaats van de ouder, voor 18+ de het jeugdstrafrecht toegepast en bij een leeftijd boven de 18 verblijfplaats van de jongvolwassene. het reguliere strafrecht. De vraag is steeds welke straffen en Maak goede afspraken met de jeugd- en volwassenreclassering maatregelen het beste passen bij het ontwikkelingsniveau over de aansluiting op het lokale veld tijdens en na de straf van de adolescent. Bij sommige jongvolwassenen tot 23 rechtelijke titel. jaar biedt juist het jeugdstrafrecht de beste kansen op een effectieve aanpak. De rechter kan in zijn vonnis toezicht en Participatiewet begeleiding door de reclassering opleggen. Als de rechter Als jongeren 18 jaar worden hebben zij in het algemeen aanspraak kiest voor het jeugdstrafrecht, dan kan hij dit toezicht aan de op ondersteuning en recht op bijstand (waaronder studieregeling) jeugdreclassering óf aan de volwassenenreclassering opdragen. vanuit de Participatiewet en recht op uitkering en voorzieningen Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet wordt de gemeente vanuit de Wajong. Daar zijn voor de Participatiewet enkele verantwoordelijk voor jeugdreclassering en de jeugdhulp die uitzonderingen op. Zo kan in bepaalde gevallen de gemeente uit een strafrechtelijke beslissing voortvloeit, dus ook wanneer besluiten re-integratiemiddelen in te zetten voor leerwerktrajecten dit wordt toegepast bij adolescenten die een delict hebben voor jongeren van 16 of 17 jaar die nog op school zitten. Ook zijn er gepleegd vóór zij de leeftijd van 23 hebben bereikt en volgens voorzieningen (brailleregels, etc) voor onderwijsvolgende kinderen het jeugdstrafrecht zijn veroordeeld. Dit biedt mogelijkheden om met een beperking (eigenlijk een OCW regeling, uitgevoerd door de jeugdreclassering nauw aan te laten sluiten bij gemeentelijk UWV). > 104 > Op basis van het Wmo 2015 en de Participatiewet kunnen jongeren ook als de onderwijsinstelling in een ander gemeente staat dan zodra zij achttien zijn gevraagd worden een tegenprestatie te waar de jeugdigen woont, is het verstandig in een vroeg stadium leveren. Werken met behoud van uitkering kan als re-integratie- afspraken te maken. instrument ingezet worden door gemeenten om de afstand tot de Meer informatie over passend onderwijs is te vinden op: arbeidsmarkt van uitkeringsgerechtigden te verkleinen om zo de http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs kans op regulier betaald werk te vergroten. Aandachtspunten: Heb aandacht voor de kwetsbare (inkomens)positie van deze jongeren en maak afspraken over hoe om te gaan met de 4-weken wachttijd bij het aanvragen van een uitkering voor deze groep. Het kan bijvoorbeeld voor sommige jongeren beter zijn om de vier weken termijn niet te hanteren. Dit kan onderdeel zijn van een maatwerkaanpak die zeker bij kwetsbare jongeren vaak nodig is. Onderwijs Zodra jongeren achttien jaar worden vervalt de kwalificatieplicht. Zij zijn niet langer verplicht onderwijs te volgen. Jeugdigen die een opleiding volgen in het Middelbaar Beroeps Onderwijs kunnen nu recht hebben op begeleiding vanuit de AWBZ. Gemeenten moeten vanaf 2015 de begeleiding op bijvoorbeeld MBO scholen bieden. Het is voor gemeenten van belang om met scholen in gesprek te gaan over de wijze waarop zij hier invulling aan geven. Zeker > 105 > Goede voorbeelden Meer informatie “Traject op maat (T.O.M.)” Gemeente Den Bosch www.invoeringwmo.nl Bossche jongeren tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie worden door de gemeente begeleid naar een betere toegang en www.voordejeugd.nl instroom in opleiding en werk. Dit gebeurt door gemeentelijke jobcoaches en jongerenwerkers www.nji.nl/Praktijkvoorbeelden- De brochure “Wat moet ik doen als ik 18 wordt” op de website van Beschrijving- praktijkvoorbeeld?itemcode=VSP_IPV_12314 het Loc: www.loc.nl “De nieuwe kans” (Rotterdam) http://www.nji.nl/Onderwijs-en-zorg De Nieuwe Kans is een organisatie voor dagbehandeling van jongeren vanaf 18 jaar, die actief willen werken aan de verbetering http://www.passendonderwijs.nl/praktijkvoorbeelden van hun situatie. Ze werken niet vrijblijvend, wel toegewijd en buiten de gebaande paden. Individuele coaches helpen de Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke jongeren met het veranderen en verbeteren van hun leven. zorg besteed. Het TransitieBureau kan niet aansprakelijk worden http://www.denieuwekans.nl/ gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend. “Kwikstart: een app voor jongeren” van Kinderperspectief Opdrachtgever Om jongeren voor te bereiden om de verantwoordelijkheden die zij TransitieBureau Wmo (VWS/VNG) krijgen heeft Kinderperspectief een praktisch app ontwikkeld om TransitieBureau Jeugd jongeren te ondersteunen. In de app, Kwikstart, vinden jongeren alle te regelen zaken op een rijtje. Daarnaast kunnen ze via de app Vormgeving veel informatie vinden over jeugdzorg, allerlei vormen van hulp, je Kris Kras Design gezondheid en allerlei andere praktische tips. www.kwikstart.nl © Rijksoverheid | september 2014 > 106
© Copyright 2025 ExpyDoc