2 - Gemeente Zwolle

ajeugd in beeld
Zwolle
Beleidsplan
Jeugdhulp
2015 - 2016
>
Voorwoord
Met enthousiasme schrijf ik dit voorwoord van het Beleidsplan Jeugdhulp. Wat mij betreft een belangrijk stuk. Niet
alleen omdat het een belangrijke stap markeert in een voor ons allemaal intensief proces. Dit plan geeft op dit
moment het beste overzicht van alle zogenoemde kaders, van de inzet die afgelopen tijd is gepleegd om op lokaal en
regionaal niveau de jeugdhulp te organiseren en van de piketpalen die geslagen worden. Het is nogal een pakket. Dat
kan niet anders: wie maatwerk wil leveren - en dat doen we - moet met veel dingen rekening houden.
Het is voor mij ook een belangrijk stuk omdat ik in dit Beleidsplan
de antwoorden nog niet altijd te geven zijn. Ik denk echter dat we
de eerste concrete lijnen zie van een aanpak zoals we die in onze
met het verschijnen van dit Beleidsplan weer een stap dichter
stad voor ogen hebben: een aanpak die er is voor de mensen waar
bij het bereiken van onze inzet zijn gekomen. Die inzet is wat mij
het om gaat, onze kinderen, jongeren en hun naasten.
betreft dat onze kinderen simpelweg gelukkig zijn. Het is rijkdom
Ik hoop dat iedereen de moeite neemt om deze nota te lezen. Als
om te constateren dat dat bij het merendeel van de kinderen in
het goed is herkent u er veel in. Vanzelfsprekend hebben we de
Zwolle ook lukt. Maar soms gaat het om allerlei redenen niet
uitgangspunten en ideeën zoals ze in dit stuk staan samen met
goed, en dan moeten we helpen. Die drijfveer zie ik ook bij onze
de belanghebbenden - jongeren, hun naasten, professionals
professionals en natuurlijk de jongeren en hun naasten zelf. We
- vormgegeven. Dat is wat mij betreft nu al de winst van deze
hebben nu de kans om op basis van eigen ervaring, kennis en
decentralisatie. Ik heb de afgelopen tijd veel energie gezien om
kunde vorm te geven aan dat geluk. Een kans die de afgelopen
deze klus gezamenlijk en zo goed mogelijk te klaren. Geweldig.
maanden door alle betrokkenen gegrepen
Ik zag tijdens het proces ook veel onzekerheid. Dit stuk neemt dat,
is. Op basis van die brede samenwerking
vermoed ik, niet helemaal weg. Hoe graag we ook willen. Maar als
tot nu toe - het resultaat leest u op de
je gelooft in maatwerk, weet je ook dat je zaken niet in beton moet
volgende pagina’s - durf ik te stellen dat we
gieten. Wij geloven in aanpakken en leren: in dit stuk staat helder
zorgvuldig vormgeven aan onze toekomst.
beschreven hoe we dat doen.
Ed Anker,
Betrokkenen zitten soms met hele praktische vragen, waarop
Wethouder Jeugdbeleid en Jeugdzorg
>
2
>
Inhoudsopgave
1.Inleiding
5. Positie van kinderen, jongeren en ouders
1.1 Doel en positionering Beleidsplan jeugdhulp
7
5.1 Eigen regie en zeggenschap 35
1.2 Totstandkoming Beleidsplan en vervolgproces
8
5.2 Veiligheid van kinderen en jongeren
36
1.3 Samenhang passend onderwijs, WMO en participatie 9
5.3 Participatie37
5.4 Keuzevrijheid39
2. Landelijk en regionaal kader
5.5 Continuiteit van jeugdhulp in 2015 - overgangsperiode 40
2.1
Landelijk kader 12
5.6 Persoonsgebonden budget 41
2.2 Regionale kader 15
5.7
Ouderbijdrage 42
5.8 Klachtenbehandeling42
3.Doelgroepenanalyse
5.9 Vertrouwenspersoon 44
3.1 Huidige omvang van aantallen kinderen en jongeren in 5.10 Second Opinion45
jeugdhulpverlening17
5.11 Gegevensuitwisseling en privacy45
3.2 Trends en ontwikkelingen voor de transitie
5.12 Leeftijdsgrens47
22
3.3 Zicht op de vraag naar ondersteuning in 2015 en 2016 23
4. Visie, uitgangspunten en inrichting Zwols jeugdhulpstelsel
4.1 Gemeentelijke visie en ambitie 24
4.2 Uitgangspunten nieuwe jeugdstelsel
25
4.3 Doelen 26
4.4 Inrichting nieuwe jeugdhulpstelsel in Zwolle
27
>
3
>
6. Toegang tot jeugdhulp
6.1 Vrij-toegankelijke hulp en niet vrij-toegankelijke hulp
Bijlage 1 Transformatieagenda Zwolle
50
6.2 Toegang via ondersteuningsteams – sociale wijkteams 51
6.3 Toegang via huisarts, jeugdarts en medisch specialist 53
Bijlage 2 Regionale Transformatieagenda
Kwaliteit Jeugdzorg Regio IJsselland
6.4 Toegang vanuit gedwongen kader en crisis/spoedzorg 53
Bijlage 3 Lijst met afkortingen
7. Financiën, kwaliteit en monitoring
7.1 Beschikbaar budget 56
Bijlage 4 Leeftijdsgrenzen 18-/+ Informatiekaart
7.2 Contracteerbeleid 59
7.3 Kwaliteit en toezicht op kwaliteit
61
7.4
Innovatie en preventie63
7.5
Communicatie64
7.6
Risico’s65
7.7 Verantwoording over uitvoering en resultaten
67
>
4
>
Leeswijzer
Toelichting definities
In hoofdstuk 1 wordt het doel, de positionering en de
In dit Beleidsplan hanteren wij het begrip ‘kinderen en
totstandkoming van het Beleidsplan toegelicht. In hoofdstuk
jongeren’. Daarmee bedoelen we kinderen en jongeren tot 18
2 wordt ingegaan op het landelijke en regionale kader: de
jaar. In voorkomende gevallen (bijvoorbeeld een jongere voor
Jeugdwet en het regionale Transitie Arrangement Jeugdzorg
wie de voortzetting van jeugdhulp noodzakelijk is of een jongere
Regio IJsselland+.
die volgens het Strafrecht berecht is) heeft ons beleid ook
betrekking op jongvolwassenen tot en met 23 jaar.
In hoofdstuk 3 komt de doelgroepenanalyse aan bod, waarbij
zowel het gebruik over de afgelopen jaren, het huidig gebruik
Ten behoeve van de leesbaarheid wordt in dit Beleidsplan de
als een vooruitblik naar 2015 en 2016 wordt gepresenteerd.
term ouders gehanteerd. Kinderen en jongeren kunnen ook
worden opgevoed door familie, iemand vanuit het sociale
In hoofdstuk 4 wordt aandacht besteed aan de visie en
netwerk of pleegouders. We kiezen voor de term ouders, maar
uitgangspunten van het nieuwe jeugdstelsel van de gemeente
we bedoelen ook mogelijke andere opvoeders.
Zwolle. Omdat kinderen, jongeren en hun ouders centraal
staan in het Zwolse Jeugdhulpbeleid en bij de uitvoering van
In het Beleidsplan worden de begrippen transitie en
activiteiten wordt in hoofdstuk 5 expliciet aandacht besteed aan
transformatie gehanteerd. Bij transitie gaat het om het
hun positie.
overgaan van wettelijke taken en verantwoordelijkheid naar
de gemeente. Bij transformatie gaat het om de inhoudelijke
De toegang tot de jeugdhulp wordt beschreven in hoofdstuk 6.
verandering.
Dit beleidskader sluit af met hoofdstuk 7 waarin aandacht wordt
besteed aan financiën, kwaliteit en monitoring.
>
5
>
1.Inleiding
Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Zwolle
verantwoordelijk voor alle preventie, hulp en
ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun ouders bij
het opvoeden en opgroeien, psychische problematiek,
stoornissen en beperkingen. Deze uitbreiding van
jeugdtaken maakt deel uit van de overdracht van andere
sociale taken van het Rijk en de provincie naar de
gemeente.
overnemen van de huidige financiers, maar komen tot een andere
manier van werken, waarbij de kinderen en jongeren centraal
staan en regie hebben, daarbij ondersteund door het eigen
netwerk en indien nodig door een professional.
Onze ambitie is om de jeugdhulp in de leefwereld, dichtbij huis van
kinderen, jongeren en hun ouders te organiseren. Kernbegrippen
in de ondersteuning zijn ontzorgen en maatwerk. We bieden de
juiste hulp afgestemd op de persoonlijke situatie van kinderen,
jongeren en hun ouders: zo kort en licht als mogelijk en zo lang en
De veranderingen zijn complex, ingrijpend en spannend voor
zwaar als noodzakelijk. We benutten de eigen kracht en het sociale
kinderen, jongeren, ouders, jeugdhulpprofessionals, organisaties
netwerk van Zwollenaren. Dat beroep op zelfredzaamheid is niet
en gemeenten, maar bieden ook kansen. Ze bieden de
alleen een noodzaak, maar ook een recht dat iedere hulpvrager
mogelijkheid om de ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun
heeft. Daarmee laten we regie en eigen keuze bij de hulpvrager.
ouders te verbeteren, te vereenvoudigen en meer in samenhang
De ondersteuning richten we zo in dat deze zoveel mogelijk
aan te bieden. We willen hierbij vernieuwen. Niet alleen een stelsel
integraal en in samenhang opgepakt wordt.
>
6
>
Deze nieuwe taken voor kwetsbare kinderen en jongeren bereiden
1.1Doel en positionering Beleidsplan jeugdhulp
we met grote zorgvuldigheid en samen met welzijn-, zorg- en
onderwijsorganisaties voor. Een extra impuls wordt daarvoor
In de afgelopen jaren zijn er diverse beleidsnota’s die betrekking
gegeven met de verbinding tussen Passend onderwijs en
hebben op kinderen en jongeren vastgesteld, zoals de lokale
Jeugdhulp. Gemeente en onderwijsorganisaties staan gezamenlijk
nota jeugdbeleid ‘De toekomst van Zwolle’. Ook worden er nog
aan de lat om er voor te zorgen dat kinderen en jongeren in
nota’s voorbereid, waaronder de nota ‘doorontwikkeling Brede
hun eigen omgeving op een veilige en positieve manier kunnen
School; Samen werken aan verbeteringen voor de jeugd’. De nota
opgroeien.
jeugdbeleid richt zich op de doelgroep van 0 - 23 jaar en is gericht
op alle domeinen waar kinderen en jongeren zich bevinden.
Naast het benutten van kansen en het realiseren van
verbeterpunten, willen we ook graag benutten wat goed gaat. In
In het kader van de transitie jeugdzorg moet de gemeente ook
het huidige stelsel gaan al veel zaken goed en op veel gebieden
een Beleidsplan Jeugdhulp hebben voor haar jeugdzorgbeleid
zijn al positieve ontwikkelingen gaande. Er worden al veel
voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 - 18 jaar
verbindingen gelegd, samenwerking gezocht en er wordt ruimte
(Jeugdwet art. 2.2). Dit Beleidsplan Jeugdhulp geeft aan hoe de
geboden aan nieuwe initiatieven.
gemeente Zwolle de ondersteuning voor kinderen en jongeren en
de toegang daartoe wil organiseren. Dit Beleidsplan Jeugdhulp is
Over het algemeen gaat het goed met de Zwolse jongeren en
een nadere uitwerking van de pijlers 2 (versterken weerbaarheid)
zijn er betrokken ouders, vrijwilligers en professionals actief
en 4 (zorgen voor sluitende ondersteuning voor als het nodig is)
om kinderen en jongeren te ondersteunen bij hun groei naar
van de nota jeugdbeleid. Daarnaast is dit Beleidsplan Jeugdhulp
zelfstandige volwassenen. Er is veel kwaliteit, potentie en
een lokale uitwerking van het Regionale Transitie arrangement,
professionaliteit in onze stad aanwezig. Met elkaar zijn en worden
zie ook 2.2.
in de voorbereiding op alle decentralisaties de schouders er onder
gezet.
>
7
>
De focus van dit Beleidsplan Jeugdhulp ligt op het vormgeven
transitie en transformatie goed gemonitord en zullen, indien
van de nieuwe gemeentelijke taken. Dit kan alleen in verbinding
nodig, aanpassingen worden gerealiseerd. Daarnaast sluit dit aan
met andere terreinen, zoals beleid ten aanzien van voortijdig
bij de looptijd van het regionale transitiearrangement.
schoolverlaters (VSV), brede scholen en arbeidsparticipatie. Deze
verbinding leggen we in de praktijk, maar is in deze nota beperkt
1.2 Totstandkoming Beleidsplan en vervolgproces
vormgegeven, met name vanwege de omvang en complexiteit
van deze nieuwe taken. We werken toe naar één integrale nota
Het Zwolse Beleidsplan Jeugdhulp is het resultaat van een lang en
jeugdbeleid, waar jeugdhulp deel van uit maakt.
intensief voorbereidingsproces.
Er zijn gesprekken gevoerd met Zwolse jongeren, kinderen, ouders
Met het in dit plan beschreven beleid staan we samen met onze
en hulpverleners, onder andere tijdens werkbezoeken. Veel
onderwijs, welzijns- en zorgpartners voor een tijdige, zorgvuldige
thema’s zijn besproken en aangedragen door de Klankbordgroep
en kwalitatief verantwoorde uitvoering van de ondersteuning
Jeugdzorg Zwolle. Hierin zijn ervaringsdeskundigen – met name
aan kinderen, jongeren en hun ouders. Als Zwolle kiezen we,
ouders –, vertegenwoordigers van ouders en vrijwilligers die
samen met de regiogemeenten in de regio IJsselland, voor
actief zijn in het jeugdveld vertegenwoordigd. Adviezen van de
continuïteit en kwaliteit van hulpverlening. Hierbij kiezen we
Wmo adviesraad over het Regionaal Transitie Arrangement (RTA)
nadrukkelijk voor transitie (invoering jeugdhulp als nieuwe taak)
zijn benut. En er is overleg geweest met een vertegenwoordiging
en een transformatie (vernieuwing van beleid en uitvoering van
van de Jongerenraad.
jeugdhulp).
De afgelopen twee jaar hebben het onderwijs en de gemeente
Looptijd Beleidsplan Jeugdhulp
Zwolle geïnvesteerd in de samenwerking en de afstemming van de
Dit Beleidsplan geeft de belangrijkste richtingen en keuzes voor
Jeugdzorg en het Passend Onderwijs.
de komende 2 jaar aan. Voor deze periode is gekozen omdat
in de komende jaren de dynamiek rond deze stelselwijziging
blijft bestaan, wat ruimte vraagt voor veranderingen en
koerswijzigingen. In 2015 en 2016 wordt het verloop van de
>
8
>
In regionaal verband is intensief overleg gevoerd met
veld gaan door. Want met het vaststellen van dit Beleidsplan is
vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en de huidige
het nog niet afgerond. De transitie en transformatie zullen met
jeugdhulpaanbieders, Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO) en
name hun beslag krijgen in de komende jaren. We hebben er alle
huidige financiers op alle onderdelen van de transitie. Er is een
vertrouwen in dat de constructieve samenwerking de komende
regionaal beleidskader en een Regionaal Transitie Arrangement
jaren voortgezet wordt, zodat kinderen, jongeren en ouders
regio IJsselland+ (RTA) opgesteld.
tijdig, passend en naar tevredenheid ondersteund worden bij het
opvoeden en opgroeien.
Inspraak
Op 24 juni 2014 is het ontwerpBeleidsplan door het college
vrijgegeven voor de inspraak. De gemeente Zwolle hecht groot
1.3 Samenhang met passend onderwijs, WMO en
participatie
belang aan participatie, waaronder meedenken over het beleid.
Tijdens deze inspraak periode zijn er 11 bijeenkomsten geweest
Passend Onderwijs
waarin het Beleidsplan is besproken. Naast deze mondelinge
De transitie Jeugdzorg staat nadrukkelijk in verbinding met het
reacties zijn er 14 schriftelijke reacties binnengekomen. In het
Passend Onderwijs. Gemeente en scholen staan gezamenlijk aan
bijgevoegde eindverslag is aangegeven met wie wanneer is
de lat om de ondersteuning aan kinderen en jongeren goed vorm
gesproken, welke schriftelijke reacties zijn binnengekomen en hoe
te geven. De ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs
deze verwerkt zijn in dit definitieve Beleidsplan Jeugdhulp Zwolle
dragen bij aan de doelstellingen van de transitie en transformatie
2015 en 2016.
van de jeugdzorg en vice versa. Het gaat hierbij enerzijds om het
gezamenlijk realiseren van een soepel verlopende schoolloopbaan
Vervolg
en anderzijds om het gezamenlijk realiseren van een goede
De veranderingen en vernieuwing kosten tijd en gaan niet van de
ondersteuningsstructuur.
ene op de andere dag. We hebben te maken met een ontwikkel- en
een overgangsperiode, zowel in het voorbereidend jaar 2014 als
in de jaren 2015 en 2016. Op 1 januari 2015 is de transitie een
feit, maar de vernieuwing en het gesprek met de stad en het
>
9
>
Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs per augustus
2014 hebben schoolbesturen de verantwoordelijkheid voor het
realiseren van Passend Onderwijs voor alle leerlingen in de regio.
Doel van Passend Onderwijs is goed onderwijs met ondersteuning
op maat. Het onderwijs heeft de opdracht (zorgplicht) het
onderwijs voor kinderen en jongeren zo dicht bij huis als mogelijk
te bieden. Om dit te realiseren werken schoolbesturen samen in
samenwerkingsverbanden.
Passend onderwijs brengt voor het MBO geen extra zorgplicht
met zich mee. Op basis van de Wet educatie beroepsonderwijs is
het MBO al verplicht elke leerling die extra ondersteuning nodig
heeft een zo passend mogelijke onderwijsplek en transparante
ondersteuning te bieden. Het MBO wordt zelf verantwoordelijk
voor toewijzing van ondersteuning aan leerlingen die dat nodig
hebben en krijgt hiervoor financiële middelen. Voor de uitvoering
is intensieve samenwerking met partners in de jeugdhulp
noodzakelijk.
>
10
>
In Zwolle hebben we te maken het samenwerkingsverband primair
van de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulpverlening.
onderwijs, het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs
en het (landelijk) samenwerkingsverband voor reformatorisch
In de komende periode gaan we samen met het onderwijs
onderwijs. De samenwerkingsverbanden zijn verplicht een
ontwikkelagenda’s (Primair onderwijs en voorschoolse
ondersteuningsplan op te stellen dat de kaders aangeeft voor de
voorzieningen, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar
ondersteuning voor leerlingen met een extra zorgbehoefte.
Beroepsonderwijs) opstellen om de ervaringen vanuit de pilots te
Om de samenwerking tussen onderwijs en gemeenten te
borgen en de verbinding tussen Passend Onderwijs te versterken,
formaliseren wordt een overlegstructuur vormgegeven. Op de
zie ook hoofdstuk 5 en bijlage 1.
agenda hiervoor staan deels verplichte onderwerpen voor overleg,
namelijk de ondersteuningsplannen Passend Onderwijs en het
Wmo en participatie
Beleidsplan Jeugdhulp. Voor deze onderwerpen is wettelijk
Door de overdracht van jeugdzorgtaken, de nieuwe Participatiewet
vastgelegd dat hierover Op Overeenstemmings Gericht Overleg
en de uitbreiding van de Wmo (Wet maatschappelijk
(OOGO) gevoerd moet worden tussen de samenwerkingsverbanden
ondersteuning) is de gemeente Zwolle vanaf 2015 verantwoordelijk
Passend Onderwijs en de gemeenten. Dit overleg heeft
voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van
plaatsgevonden voor zowel de ondersteuningsplannen Passend
inwoners: kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen.
Onderwijs als het Beleidsplan Jeugdhulp.
Met de vaststelling van het uitvoeringsprogramma Sociale
Ter voorbereiding op al deze ontwikkelingen is in de afgelopen
wijkteams heeft de gemeente Zwolle gekozen voor een integrale
2 jaar de samenwerking tussen de gemeente en het onderwijs
toegang tot ondersteuning op het gebied van jeugdhulp,
geïntensiveerd. Het onderwijs en de gemeente Zwolle spreken
participatie en Wmo.
elkaar regelmatig, zowel ambtelijk als bestuurlijk. De afgelopen
twee jaar heeft de samenwerking geresulteerd in de visie en
uitgangspunten Positief Opgroeien, zoals beschreven in hoofdstuk
4. Daarnaast zijn er in het kader van de doorontwikkeling van het
NJG op 9 scholen (BO, VO en MBO) pilots gestart ter ondersteuning
>
11
>
2. Landelijk en regionaal kader
2.1Landelijk kader
2.1.1 Doel Jeugdwet
Met de nieuwe Jeugdwet gaat het huidige jeugdzorgstelsel op de
Het Rijk wil met de transitie van de Jeugdzorg het volgende
schop. Terwijl de Nederlandse jeugd tot de gelukkigste ter wereld
bereiken:
behoort, neemt de instroom in de jeugdzorg al jaren sterk toe. In
• Preventie en uitgaan van eigen mogelijkheden en eigen kracht,
de afgelopen jaren is er sprake geweest van een stijging van 7% en
zonder een koerswijziging wordt een verdere jaarlijkse stijging van
2,2% verwacht, zie ook hoofdstuk 2.
De transitie en transformatie bieden de mogelijkheid om een
omslag te maken van aanbodgerichte hulpverlening naar
vraaggerichte hulpverlening; van verkokerd naar geïntegreerd;
inzet sociale netwerken.
• Demedicalisering, ontzorgen en normaliseren door het
versterken van het opvoedkundig klimaat.
• Eerder de juiste hulp op maat bieden om het beroep op dure
gespecialiseerde hulp te verminderen.
• Integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt één gezin,
van hulp los van de leefomgeving van een gezin naar hulp rond
één plan, één regisseur. Door ontschotten van budgetten ontstaan
het gezin en van daaruit inschakeling van ‘eigen kracht’; van
meer mogelijkheden voor betere samenwerking en innovaties in
problemen achteraf oplossen naar problemen of escalatie
ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en gezinnen.
voorkomen; van praten, doorverwijzen en doorzetten, naar
geïntegreerd werken met elkaar rond gezinnen.
• Meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door
vermindering van regeldruk.
>
12
>
De gemeente wordt gezien als de meest nabije overheid, die
de Wet langdurige zorg geregeld.
dichtbij mensen staat en die, waar nodig, dwarsverbanden
kan leggen. In 2014 is de Jeugdwet aangenomen die deze
De nieuwe Jeugdwet spreekt niet meer van Jeugdzorg of Zorg voor
taken regelt en er voor zorgt dat alle huidige budgetten
Jeugd maar van ‘Jeugdhulp’. In de Jeugdwet wordt jeugdhulp als
voor jeugdhulpverlening worden samengevoegd en onder
volgt omschreven:
verantwoordelijkheid van de gemeenten komen. Hierdoor vervallen
a. de ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en
de huidige wettelijk verplichte indicaties via de Bureaus Jeugdzorg
hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en
en het Centraal Indicatieorgaan Zorg.
opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische, psychosociale, gedrags- en/ of opvoedingsproblemen of
2.1.2 Nieuwe gemeentelijke taken
problemen met het omgaan met een verstandelijke beperking;
Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente Zwolle verantwoordelijk voor
b. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk
alle preventie, hulp en ondersteuning aan kinderen, jongeren en
verkeer, het zelfstandig functioneren van kinderen en jongeren
hun ouders bij het opvoeden, opgroeien, psychische problematiek,
met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking,
stoornissen en beperkingen.
chronisch psychische of psychosociale problemen;
c.
het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op
De provinciale jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg (Jeugdzorg
het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen
Plus), de jeugd geestelijke gezondheidszorg (Jeugd GGZ) en
van een tekort aan zelfredzaamheid bij kinderen en jongeren met
de zorg voor verstandelijk beperkte jeugd (Jeugd VB) vallen
een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een
onder de nieuwe Jeugdwet. Daarnaast worden de begeleiding
somatische of psychiatrische aandoening of beperking.
en persoonlijke verzorging van kinderen en jongeren met
een lichamelijke of zintuiglijke handicap (LG/ZG) straks de
In het schema op de volgende pagina is de verschuiving in
verantwoordelijkheid van de gemeente net als maatregelen in het
verantwoordelijkheden in kaart gebracht.
kader van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. De zorg
en ondersteuning van kinderen en jongeren met meervoudige en
ernstige beperkingen vallen buiten de Jeugdwet. Die zorg wordt in
>
13
>
Nu
Straks
Provincies
Gemeenten
Jeugd & Opvoedhulp
• Jeugdbescherming & jeugdreclassering
71.300 cliënten
€ 1.234 miljoen
Jeugdbescherming & jeugdreclassering
62.500 cliënten
• Zorg aan jeugd met een verstandelijke beperking,
begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en
€ 361 miljoen
langdurige jeugd-ggz.
• Jeugd-GGZ
AWBZ
Zorg aan jeugd met een verstandelijke beperking, begeleiding,
• Gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus)
persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en langdurige
• Opvoed- en opgroeiondersteuning
jeugd-ggz.
• Jeugdgezondheidszorg
80.500 cliënten
€ 1.151 miljoen
Totaal € 3.868 miljoen
Zorgverzekeringwet
Jeugd-GGZ
267.500 cliënten
• Licht-ambulante zorg
Zwolle: € 36,5 miljoen (exclusief huidige taken)
€ 988 miljoen
Regio IJsselland: € 132 miljoen (idem)
Rijk
Gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus)
2400 cliënten
€ 134 miljoen
Gemeenten
Opvoed- en opgroeiondersteuning
Jeugdgezondheidszorg
Licht-ambulante zorg
>
14
>
2.2 Regionale kader
in het bijzonder op het gebied van de jeugdbescherming,
De gemeente Zwolle werkt in de regio IJsselland al jaren nauw
jeugdreclassering en de JeugdzorgPlus. Het Advies- en Meldpunt
samen met de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg,
Kindermishandeling moet samen gaan met het regionale
Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland
Steunpunt Huiselijk Geweld. Ook voor de zeer specialistische
en Zwartewaterland om de hulpverlening voor kinderen en
vormen van jeugdzorg is regionale samenwerking raadzaam
jongeren te verbeteren. Deze gemeenten hebben van meet af aan
gezien het zeer specialistische karakter en de hoge kosten.
uitgesproken nauw te willen samenwerken bij de transitie van de
jeugdhulpverlening naar gemeenten omdat de complexiteit en
In het Regionaal Transitie Arrangement regio IJsselland+ (RTA)
het specialisme van een groot deel van de nieuwe taken voor een
hebben de samenwerkende gemeenten aangegeven hoe ze
individuele gemeente te omvangrijk is om alleen te doen.
de continuïteit van zorg vanaf 2015 willen realiseren en hoe de
zorginfrastructuur eruit ziet die daarvoor nodig is. Het RTA bouwt
Naast een transitie willen de gemeente Zwolle en de andere
voort op de visie ‘Opvoeden Versterken’ – zie ook hoofdstuk 4 -
10 regiogemeenten ook tot een werkelijke transformatie van
maar stelt ook kaders voor de regionale samenwerking rondom
het huidige jeugdzorgstelsel komen. Om tot inhoudelijke en
zorginkoop, financiering en bedrijfsvoering.
organisatorische transformatie en vernieuwing te komen
is gezamenlijk optrekken van gemeenten noodzakelijk om
met elkaar te zorgen dat deze inhoudelijke vernieuwing ook
daadwerkelijk plaatsvindt. Het realiseren van cultuur- en
systeemveranderingen vraagt om een duidelijke visie, massa en
vasthoudendheid vanuit de (gezamenlijke) gemeenten.
Omdat de transitie gepaard gaat met vanuit het Rijk opgelegde
bezuinigingen is het noodzakelijk gezamenlijk te streven naar
optimale efficiency en effectiviteit. Daarnaast verplicht de
Jeugdwet gemeenten op regionaal niveau samen te werken,
>
15
>
De belangrijkste uitgangspunten zijn hierbij:
1. Gemeenten kiezen in het belang van de cliënten voor
opgevangen. Hiertoe wordt een vereffeningsmodel ontwikkeld.
8. Van het gemeentelijk jeugdzorgbudget wordt 15% apart
continuïteit van zorg. In 2015 en 2016 wordt gewerkt met de
gezet voor innovatie, vernieuwing en uitvoering nieuwe
huidige zorgaanbieders, mits zij een bijdrage leveren aan de
gemeentelijke taken: 4% voor de lokale toegangsfunctie, 5%
beoogde transformatie.
voor gemeentelijke uitvoeringskosten, 5% voor preventie
2. Er is ruimte voor innovatie en vernieuwing. Zo is er lokaal
ruimte voor nieuwe, innovatieve aanbieders, maar ook van de
huidige aanbieders wordt innovatie en vernieuwing verwacht..
3. Alle nieuwe gemeentelijke zorgtaken worden gezamenlijk
ingekocht, met uitzondering van de toegangsfunctie. Ten
behoeve van deze gezamenlijke inkoop, wordt voor 1 november
en innovatie op lokaal niveau, 1% voor onvoorziene
omstandigheden.
9. Er wordt gestuurd op kwaliteit, transformatie, monitoring en wachtlijsten.
10.We monitoren de resultaten van de zorgaanbieders en de gewenste transformatie en houden tussentijdse evaluatie.
2015 een passende rechtsvorm gekozen en ingericht.
4. De toeleiding naar gespecialiseerde (bovenlokale) zorg gaat
De gemeente Zwolle en de samenwerkende gemeenten en de
altijd via de lokale toegang (in Zwolle via het Sociale Wijkteam).
zorgaanbieders in de regio IJsselland staan voor een vloeiende
Dit zijn de gespecialiseerde vormen van jeugdzorg waarvoor op
overgang van de jeugdzorg in de periode 2014 tot 2017 en een
dit moment een verwijsbrief of indicatiestelling nodig is. Iedere
geleidelijke overgang van transitie naar transformatie, omdat dat
gemeente mag dit op haar eigen manier organiseren. Dit geldt
in het belang is van kinderen, jongeren, ouders, zorgaanbieders en
ook voor het afschalen van gespecialiseerde zorg naar de
gemeenten.
lagere zorgniveaus.
5. Toeleiding naar de gespecialiseerde zorg (= niet vrij
toegankelijk) gebeurt op basis van uniforme regionale
basisvoorwaarden (zie bijlage 2).
6. Frictiekosten worden zoveel mogelijk beperkt – de keuze voor
continuïteit van zorg draagt hieraan bij.
7. De financiële voor- en nadelen worden gezamenlijk
>
16
>
3.Doelgroepenanalyse
In het kader van de transitie is het nodig om inzicht te hebben
een helderder overzicht van het aantal unieke kinderen
in de aantallen jongeren uit de eigen gemeente die nu
en jongeren dat gebruik maakt van de diverse vormen van
ondersteuning ontvangen voor de taken waar de gemeente straks
jeugdhulpverlening beschikbaar komt. De gegevens die nu bekend
verantwoordelijk voor is. Dit is onder meer van belang voor het
en min of meer betrouwbaar zijn, zijn afkomstig uit analyse van
verder bepalen van beleid, financiën en organisatievorm.
de zogeheten landelijke Vektis bestanden en aanbieders van
jeugdhulpverlening. In de gemeente Zwolle wonen anno 2014
Wij hebben net als alle andere gemeenten geconstateerd dat
26.665 kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot en met 17 jaar.
gegevens over het gebruik in de jeugdhulpverlening in veel
financier en instantie een eigen taak in het proces heeft en eigen
3.1 Huidige omvang van aantallen kinderen en
jongeren in jeugdhulpverlening
modellen hanteert, registreren de verschillende financiers en
Hieronder is per huidige financieringsstroom zo goed als mogelijk
instanties hun gegevens voor verschillende doeleinden en op
het aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van een vorm
verschillende wijze.
van jeugdhulpverlening in kaart gebracht. Gezien de focus van dit
Gemeenten hebben van de Rijksoverheid de toezegging gekregen
Beleidsplan op de nieuwe gemeentelijke zorgtaken zijn alleen de
dat er eind oktober 2014 per gemeente en per financieringsbron
cijfers in relatie tot die taken opgenomen.
verschillende gegevensbestanden opgenomen zijn. Doordat iedere
>
17
>
3.1.1 Provinciaal gefinancierde jeugdzorg
3.1.2 Zorgverzekeringswet – Jeugd GGZ
In 2012 ontvingen in Nederland circa 103 duizend kinderen en
Het gaat hier om kinderen en jongeren met een psychische- of
jongeren provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Dit is ongeveer 3%
gedragsstoornis (bijvoorbeeld ADHD, autisme, eetstoornissen,
van het totaal aantal kinderen en jongeren. In verreweg de meeste
psychische problematiek) die hulp krijgen vanuit bijvoorbeeld 1e
situaties wordt deze jeugdhulp ambulant geboden. Er zijn meer
en 2e lijns vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten en
jongens dan meisjes in jeugdzorg. Het aandeel van de Zwolse
instellingen als Eleos, Accare, Dimence en Karakter.
kinderen en jongeren in de provinciaal gefinancierde jeugdzorg in
Zwolle
2012 bedroeg 2,93%.
Zwolse Jeugd
Aanbieders van Jeugd en Opvoedhulp bieden hulpverlening en
jongeren met matige of zwaardere problematiek, die hulp krijgen
1e lijns psychologische zorg
DBC* zonder verblijf
DBC met verblijf
Totaal aantal unieke kinderen
vanuit bijvoorbeeld Trias Jeugdhulp en Stichting Gereformeerde
en jongeren Jeugd GGz zvw
ondersteuning voor kinderen, jongeren en ouders, gericht op
opvoed- en opgroeiproblemen. Het gaat hier om kinderen en
Jeugdzorg (SGJ). Het kan gaan om zorgvormen als ambulante
hulp, dagbehandeling, residentiële zorg en pleegzorg.
Zwolle
Provincie
% t.o.v. totale
306
1.707
178
2.192
1,2%
6,4%
0,7%
8,2%
(Bron: College voor Zorgverzekeringen en Vektis 2012)
* Diagnose Behandeling Combinatie
Nederland
Overijssel
Aantal ambulant
Aantal
dagbehandeling
Aantal
residentieel
Aantal pleegzorg
Totaal*
455
80
3.475
640
57.810
7.590
190
735
11.875
120
525*
1.565
3.890*
20.540
71.345*
(bron: CBS, cijfers 2012)
* Kinderen en jongeren kunnen gebruik maken van meerdere vormen naast elkaar,
vandaar dat de totale optelsom niet overeenkomt met de aantallen per zorgvorm. Dit
geldt bij alle tabellen in dit hoofstuk.
>
18
>
3.1.3 AWBZ – LVB en Jeugd GGZ
Aantal unieke clienten per
Het gaat hierbij om zorg aan kinderen en jongeren met een
zorgvorm
verstandelijke beperking, begeleiding, persoonlijke verzorging,
tussen de 50 en 85), maar hebben ook een beperkt sociaal
Persoonlijke begeleiding
Begeleiding individueel
Begeleiding groep
Kortdurend verblijf
Overige functies
Totaal aantal unieke kinderen
aanpassingsvermogen, waardoor hun sociale redzaamheid
en jongeren extramurale zorg
kortdurend verblijf en langdurige jeugd-ggz.
Kinderen en jongeren met een Licht Verstandelijke Beperking
(LVB) hebben niet alleen een lagere intelligentie (IQ-score
Zwolle
% t.o.v. totale
Zwolse Jeugd
127
539
575
359
2
774
0,4%
2,0%
2,1%
1,3%
0,0%
2,9%
laag is. Bij deze kinderen en jongeren is dan ook vaak sprake
van bijkomende problematiek, zoals leerproblemen, een
Intramurale zorg: opname in een instelling
psychiatrische stoornis en problemen in het gezin en de sociale
0,2% van de Zwolse jeugd ontvangt een vorm van intramurale zorg.
context. Jongeren met een LVB komen relatief vaak in de gesloten
Het gaat in totaal om 56 kinderen en jongeren. Driekwart van de
jeugdzorg terecht. Oudere jongeren met een LVB hebben een risico
zorg is op basis van Zorg in natura (ZIN) en 25% wordt gefinancierd
op zwerfgedrag, vereenzaming, criminaliteit en problematisch
met een PGB
drank- en drugsgebruik.
Aantal unieke clienten per
Extramurale zorg: begeleiding, persoonlijke verzorging en
zorgvorm
kort durend verblijf
GGZ
Licht Verstandelijk Gehandicapt
Verstandelijk Gehandicapt
Totaal aantal unieke kinderen
Bijna 3% van de Zwolse jeugd ontvangt een vorm van extramurale
zorg. Ruim 4 op de 5 cliënten (82 %) financiert de zorg vanuit een
Persoonsgebonden budget (PGB).
Zwolle
% t.o.v. totale
Zwolse Jeugd
12
40
5
56
0,1%
0,2%
0,0%
0,2%
en jongeren intramurale zorg
(Bron: Vektis 2012)
>
19
>
3.1.4 Hulp in het gedwongen kader
om de ernstige bedreiging op te heffen.
In het gedwongen kader worden de
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) onderzoekt
kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en
of de kind- en omgevingsfactoren dusdanig zijn dat een
JeugdzorgPlus uitgevoerd. In het gedwongen kader is er altijd
gezagsbeperkende maatregel nodig is en legt dat advies dan aan
sprake van een uitspraak en maatregel van de rechter. Het gaat
de kinderrechter voor. Factoren kunnen heel verschillend zijn,
hier om specialistische, soms ingrijpende, zware en dure vormen
of een combinatie vormen die de veiligheid en ontwikkeling van
van zorg.
minderjarigen ernstig bedreigen, zoals geweld in het gezin door
Ook bij de hulpverlening in het gedwongen kader vormt
ernstige relatieproblemen, ouders die wel het goede willen maar
samenwerking op basis van het principe 1 gezin, 1 plan,
die (tijdelijk) niet bij machte zijn om hun kind(eren) de veiligheid en
1 generalist de basis. Wij vinden dat er nauw samengewerkt moet
de aandacht te bieden die ze nodig hebben.
worden met ouders en het SWT. Bij de organisatie van hulp in het
gedwongen kader werken wij in de regio IJsselland samen met
de andere gemeenten volgens de VERVE methodiek waarbij de
veiligheid van kinderen en jongeren voorop staat.
Voor alle vormen van hupverlening in het gedwongen kader geldt
een leveringsplicht van gemeenten. Dit houdt in dat gemeenten
verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van voldoende
capaciteit om maatregelen uit te voeren.
Jeugdbescherming & jeugdreclassering
Jeugdbescherming is voor minderjarigen van 0 tot 18 jaar die
ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd waarbij vrijwillige
hulpverlening aan de ouders en of minderjarige ontoereikend is
gebleken, of naar verwachting te weinig structureel kan bijdragen
>
20
>
De bevoegde rechter kan in die situaties een civiele
gekomen. Dat kan zijn vanwege het plegen van een delict of
jeugdbeschermingsmaatregel opleggen:
vanwege structureel overtreden van de Leerplichtwet (ernstig
- Ondertoezichtstelling:
schoolverzuim).
Een tijdelijke gezagsbeperkende maatregel die voor maximaal 1
Jeugdreclassering is bedoeld voor jongeren die risico lopen een
jaar wordt uitgesproken waarbij gezinsvoogden in samenwerking
criminele carrière op te bouwen. Centraal doel is het terugdringen
met de gezaghebbende ouders en waar nodig zorginstellingen,
van recidive van delictgedrag, of van ernstig schoolverzuim en het
begeleiding bij de opvoeding in het gezin bieden tot de ouders dit
veranderen van omstandigheden en gedrag van de jongere en
weer zelfstandig kunnen.
hun ouders waardoor deelname en integratie van de jongere in de
samenleving worden bevorderd.
- De gezagsbeëindigende maatregel:
De jeugdreclasseerder bespreekt met de jongere en hun ouders
Hierbij verliezen de ouders, na onderzoek en advies van de
samen een plan van aanpak waarin staat wat er moet veranderen,
RvdK aan de rechter, hun wettelijke gezag over hun kind.
begeleidt de jongere en hun ouders hierbij en schakelt zo nodig
Deze beschermingsmaatregel is dus nog ingrijpender dan de
ondersteunende jeugdzorg in.
ondertoezichtstelling en kan toegepast worden als er bijvoorbeeld
De maatregelen worden opgelegd aan de jongere zelf en kunnen
geen perspectief meer is op een terugplaatsing bij de ouder(s) en/
variëren van licht (vrijwillige begeleiding tot aan de strafzitting)
of de ouders niet meer beschikbaar of bereikbaar zijn of, zoals bij
naar zwaar, zoals bijvoorbeeld het ondersteunen van een
ontzetting, wanneer de ouders ernstig misbruik hebben gemaakt
opgelegde Gedrag Beïnvloedende Maatregel waarbij de jongere
van hun kind.
zich strikt aan het pakket aan maatregelen moet houden om
buiten de Justitiële Jeugd Inrichting te blijven.
De gemeente heeft bij deze vormen van gedwongen maatregelen
ook de verplichting de aanvullende vormen van jeugdhulpverlening
te leveren.
Jeugdreclassering is voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar
die wegens een strafbaar feit met Justitie in aanraking zijn
>
21
>
Zwolle
Provincie
Nederland
vanaf 2015 bij de gemeente waar de jongere woonachtig is.
Overijssel
Aantal
ondertoezichtstellingen
Aantal voogdij
Aantal
reclasseringszaken
Totaal BJZ
377
3.355
opnamegarantie te kunnen realiseren. Die leveringsplicht ligt
39.355
70
115
475
965
8.520
15.970
515
4.535
59.620
Geconstateerd is dat de huidige landelijke capaciteit te hoog ligt en
kan worden terug gebracht: van 1.336 in 2014 naar 1.162 in 2015.
Voor de regio IJsselland is de capaciteit voor 2015 vastgesteld
op 10.
Aantal jongeren regio IJsselland JeugdzorgPlus (2013)
8
(bron: CBS, cijfers 2012)
3.2 Trends en ontwikkelingen voor de transitie
JeugdzorgPlus
De jeugdzorg heeft in de periode 2000-2009 een sterke groei
De essentie van JeugdzorgPlus is dat het een vorm van
doorgemaakt in zowel gebruik als kosten. Het aantal kinderen en
behandeling is die alleen door de rechter kan worden opgelegd en
jongeren in de bevolking is nauwelijks toegenomen terwijl bij alle
die pas wordt ingezet als vormen van vrijwillige behandeling niet
jeugdzorgvoorzieningen het gebruik met 8% per jaar gestegen is.
voldoen. JeugdzorgPlus is hulp voor jongeren met zeer ernstige
Dit geldt voor alle doelgroepen.
gedragsproblemen die ernstig in hun ontwikkeling worden
De afgelopen jaren hebben we een sterke stijging van het gebruik
bedreigd en een gevaar vormen voor zichzelf en/of anderen en zich
van ambulante hulp gezien. Deze ontwikkkeling is in lijn met onze
onttrekken of onttrokken worden aan de nodige behandeling. Het
visie dat kinderen, jongeren en ouders waar mogelijk ambulante
gaat hier om jongeren die behandeling in een gesloten omgeving
hulp ontvangen in en naast het eigen gezin. Andere, zwaardere
krijgen van RSG Rentray, OG Heldring en Horizon omdat er tijdelijk
vormen van jeugdhulpverlening worden pas ingezet als ambulante
beperkende maatregelen nodig zijn om de jongere weer grip op
hulp ontoereikend is of verwacht wordt te zijn.
zijn leven te laten krijgen en na behandeling weer terug te laten
In 2009 maakten landelijk circa 377.000 kinderen en jongeren
keren in de maatschappij.
gebruik van een jeugdzorgvoorziening. Er is een grote overlap in
gebruik tussen de verschillende voorzieningen geconstateerd. In
Naast een op basis van de verwachte omvang van de vraag
termen van unieke cliënten gaat het om circa 265.000 kinderen en
vastgestelde capaciteit is ook extra capaciteit nodig om de
jongeren (7,5% van alle 0-17 jarigen).
>
22
>
De oorzaken van de groei worden vooral gevonden in
van zware en veelal duurdere hulp en op het verkorten daarvan.
maatschappelijke ontwikkelingen. In het rapport ‘Jeugdzorg in
Wij realiseren ons hierbij wel dat sommige kinderen en jongeren
groeifase. Ontwikkelingen in gebruik en kosten van de jeugdzorg’
aangewezen blijven op vormen van zware en veelal duurdere
wijst het SCP de volgende oorzaken aan voor de groei:
hulpverlening.
• Mensen roepen sneller professionele hulp in als jeugdigen
niet voldoen aan de steeds strenger wordende eisen die de
De ervaringen in onder andere Denemarken leren ons dat een
maatschappij aan hen stelt.
transitie en transformatie niet direct leidt tot afname van de
• Professionals hebben meer angst om ernstige gevallen over het
hoofd te zien en geven daarom meer indicaties af.
• De diagnostiek is verbeterd waardoor problematiek eerder
herkend en behandeld wordt.
vraag. Er is de eerste jaren vaak sprake van een vraagstijging
en vraagreductie treedt pas na verloop van tijd op. Door de hulp
dichterbij te brengen kan aanvankelijk zelfs meer vraag ontstaan.
Door tegelijk te werken aan en in een ander systeem wordt op den
duur de vraag naar hulp en de duur van hulp wel teruggebracht en
3.3 Zicht op de vraag naar ondersteuning in 2015
en 2016
verkort.
De vraag naar jeugdhulpverlening is de afgelopen jaren gestegen
De positieve gevolgen van deze transformatie op het aantal
en de verwachting is dat de vraag naar hulp, zonder gewijzigd
kinderen en jongeren dat aangewezen is op jeugdhulpverlening
beleid, ook de komende jaren licht zal blijven stijgen. Landelijk
en de kosten zullen daarom waarschijnlijk in 2015 niet of slechts
wordt een stijging van de vraag naar jeugdhulpverlening
licht zichtbaar zijn. Hierbij speelt ook dat kinderen en jongeren die
(uitgedrukt in aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van
eind 2014 jeugdhulp ontvangen deze in 2015 behouden. Daarnaast
jeugdhulpverlening) van 2,2% verwacht.
is 2015 het eerste jaar waarin de transformatie zijn beslag
krijgt en zullen alle betrokkenen - kinderen, jongeren, ouders,
De noodzaak van het terugdringen van deze groei van zware en
jeughulpinstellingen en financiers – ervaringen op doen met het
dus veelal duurdere geïndiceerde hulp is één van de redenen voor
nieuwe stelsel.
de transitie van de jeugdzorg. De transformatie die wij lokaal en in
regio IJsselland verband nastreven, is gericht op het terugdringen
>
23
>
4.Visie, uitgangspunten en inrichting Zwols jeugdhulpstelsel
4.1Gemeentelijke visie en ambitie
‘Iedereen telt mee ’is het uitgangspunt in het coalitieakkoord
Iedereen die ondersteuning, hulp en zorg nodig heeft kan op
2014-2018. De gezamenlijke ambitie van maatschappelijke
ons rekenen. Samen met de partners in de stad zorgen we voor
partners en de gemeente Zwolle is dat kinderen opgroeien en
goede basisvoorzieningen in de directe omgeving van ouders en
leren in een veilige en positieve leefomgeving dichtbij huis, zodat
kinderen. Vanaf 2015 kunnen inwoners - van nul tot honderd - met
zij opgroeien tot gezonde (fysiek, cognitief en sociaal-emotioneel)
al hun ondersteuningsvragen terecht bij Sociale Wijkteams.
en tevreden volwassenen met goede kansen op de arbeidsmarkt
en een volwaardige deelname aan de samenleving. Kortom: de
Wij investeren in preventie om problemen te voorkomen en als
jeugd telt mee!
deze er zijn, vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. Aan
kinderen en jongeren bij wie de veiligheid in het geding is en/of in
Voor kinderen en jongeren met een (verstandelijke en/of
een crisissituatie zitten, wordt direct de benodigde hulp geboden.
psychische) beperking is het perspectief soms een ander dan
participeren op de arbeidsmarkt. Vanwege de beperking is
We benutten en versterken het zelforganiserend vermogen, de
het doel daarom niet voor alle kinderen en jongeren uit deze
eigen kracht en verantwoordelijkheid van kinderen, jongeren,
doelgroep bereikbaar.
ouders en families (onder families verstaan wij ook betekenisvolle
>
24
>
anderen in de omgeving) waarin positief opvoeden centraal staat.
Een opvoedende leefomgeving
Wij gaan daarbij uit van hetgeen mensen samen met dit steunend
• Versterken van de sociale leefomgeving van kinderen en
netwerk zelf kunnen.
jongeren;
• Ouders en betekenisvolle volwassenen (‘groot familie’) in directe
Als (voor korte of langere tijd) meer ondersteuning of
leefomgeving van kinderen en jongeren zijn essentieel voor de
gespecialiseerde hulpverlening nodig is, dan bieden we maatwerk
ontwikkeling van kinderen en jongeren.
afgestemd op de persoonlijke (gezins)situatie. We pakken alle
ondersteuningsvragen van het hele gezin in samenhang op; de
Hulp in de directe leefomgeving
ondersteuning is zo kort en licht mogelijk als kan en zo lang en
• Ondersteuning erbij halen voor zover nodig, in de sociale
zwaar als noodzakelijk is.
leefomgeving van kinderen, jongeren en het gezin;
• Specialistische zorg wordt ook in reguliere sociale leefomgeving
van kinderen, jongeren en het gezin ingezet;
4.2 Uitgangspunten nieuwe jeugdstelsel
De volgende uitgangspunten gelden bij het nieuwe Zwolse
• Constant appél op de plicht van ouders om hun eigen kinderen
op te voeden;
jeugdhulpstelsel. Deze uitgangspunten maken ook onderdeel uit
• Ambulante zorg daar waar kan;
van het RTA.
• Zorgcontinuüm: ‘de weg terug naar huis wordt bij voorbaat
georganiseerd’.
Opvoeden versterken
• Positief opvoeden – het samenwerken met en het verbinden van
Samenhangend aanbod
de leefmilieus van en om kinderen en jongeren is een belangrijk
• Samenhang tussen domeinen;
uitgangspunt;
• In de ondersteuning wordt gewerkt volgens het principe 1 gezin,
• De zelfredzaamheid en de eigen kracht van kinderen, jongeren
en gezinnen vergroten;
• Versterken van het gezinssysteem.
1 plan en 1 generalist;
• Doorlopende zorglijnen en duidelijke regievoering;
• Zorgcontinuüm realiseren: betekenisvolle volwassenen/
jongeren en beroepskrachten erbij halen.
>
25
>
Verhouding lokaal - regionaal
• Realiseren van een goed werkend AMHK en crisiszorg (regio).
Eén van onze beleidsuitgangspunten is dat de ondersteuning
• Benutten van jeugd- en ouderparticipatie als klankbord voor
zo dicht mogelijk bij kinderen, jongeren en ouders wordt
georganiseerd. Het is echter niet efficiënt om ondersteuning die
beleid en onderdeel van de uitvoering.
• Samen met haar partners inzetten op scholing van
minder vaak voorkomt en specialistisch is te organiseren in elke
medewerkers, om toe te groeien naar de beoogde transformatie
gemeente. Vandaar dat wij, met name voor de zwaardere vormen
in het nieuwe jeugdstelsel.
van jeugdhulpverlening, samenwerken met de gemeenten in de
regio IJsselland. Wanneer de juiste ondersteuning tijdig, efficiënt
Deze doelen worden nader in dit Beleidsplan uitgewerkt.
en effectief wordt ingezet, geeft dat een verschuiving van de
Daarnaast is in bijlage 1 een eerste aanzet tot een
zwaardere vormen van ondersteuning naar lichtere ondersteuning
Transformatieagenda Zwolle toegevoegd waarin onderwerpen die
dicht bij huis.
in 2015 spelen zijn opgenomen. Deze Transformatieagenda 2015
4.3 Doelen
De gemeente Zwolle zet de komende twee jaar in op het:
• Versterken van preventie en innovatie
• Realiseren van een goed functionerende, integrale toegang
tot ondersteuning - de Sociale Wijkteams (SWT’s) - , voor
gespecialiseerde zorg . Onderdeel daarvan is een goede
samenwerking met onderwijs en huisartsen;
• Realiseren van een verbinding tussen de lokale toegang
(SWT’s) en de regionaal georganiseerde voorzieningen:
jeugdhulp, jeugdzorg, gedwongen kader (jeugdreclassering en
jeugdbescherming, Raad voor de Kinderbescherming), Advies
en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK)
en crisiszorg (regio);
>
26
>
bestaat uit speerpunten en een planning op hoofdlijnen en wordt
opgroeien en opvoeden van kinderen (‘It takes a village to raise a
in de komende periode nader met jongeren, ervaringsdeskundigen
child’). Ouders, jongeren en buurtbewoners, maar ook familiele-
en partners ingevuld en uitgebreid.
den, leraren, sportcoaches etcetera zijn op zo’n manier onderling
betrokken dat het positief bijdraagt aan het opvoeden en opgroeien
4.4 Inrichting van het nieuwe jeugdhulpstelsel in
de gemeente Zwolle
van kinderen en jongeren. Ouders zijn primair verantwoordelijk
Het nieuwe jeugdhulpstelsel in de gemeente Zwolle is gebaseerd
groeien tot zelfredzame volwassenen die zich in kunnen zetten
op vijf pijlers:
voor de sociale omgeving en de maatschappij en het creëren van
Pijler 1: Positief opgroei- en opvoedklimaat
een stimulerende, gezonde en veilige omgeving voor hun kinderen.
Pijler 2: Basisvoorzieningen
Ouders staat er niet alleen voor. Ook familie, buren, vrienden, de
Pijler 3: Sociale Wijkteams (SWT’s)
school en vrijwilligers bij buitenschoolse activiteiten en professi-
Pijler 4: Specialistische jeugdhulp
onals die met kinderen en jongeren werken geven vorm aan het
Pijler 5: Hulp in het gedwongen kader
pedagogische klimaat waarin kinderen en jongeren opgroeien.
Deze pijlers zijn onderling verbonden en vormen samen het totale
Wij willen een stimulerende rol spelen bij het versterken van
stelsel aan ondersteuning en jeugdhulpverlening in de gemeente
de pedagogische civil society. In Zwolle wonen veel kinderen en
Zwolle. Bij alle pijlers zijn de eerder genoemde uitgangspunten
jongeren, met hen gaat het over het algemeen goed en dat wil de
van toepassing.
gemeente Zwolle graag zo houden. Jongeren praten en beslissen
voor het bieden van kansen aan kinderen en jongeren om op te
mee. De gemeente Zwolle wil jongeren de ruimte blijven geven
4.4.1 Pijler 1: Positief opgroei- en opvoedklimaat
om mee te praten en mee te beslissen bijvoorbeeld op een manier
De basis van het jeugdhulpstelsel wordt gevormd door de
zoals nu gebeurd binnen LevelZ en Z200.
‘pedagogische civil society’. Hier wordt onder verstaan: gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen
Verder denken wij hierbij aan een kindvriendelijke inrichting van
van kinderen. In een goed functionerende pedagogische civil
wijken en de participatie van burgers (inclusief jongeren) daarbij of
society bestaat er bij inwoners de bereidheid om in de eigen
het stimuleren en steunen van burgerinitiatieven die de gemeen-
sociale netwerken en in het publieke domein bij te dragen aan het
schap versterken. Zo kunnen voorschoolse voorzieningen, scholen
>
27
>
en wijkcentra ontmoetingsplekken creëren en activiteiten stimu-
van het zorgproces. In hoofdstuk 6 wordt hier nader op ingegaan.
leren waar ouders hun ervaringen en vragen bij het opvoeden
Wij zien de eerste 2 pijlers als een belangrijke preventieve laag,
kunnen uitwisselen.
mede in combinatie met pijler 3.
Wanneer geïnvesteerd wordt in preventie en vroegsignalering
4.4.2 Pijler 2: Basisvoorzieningen
kan dat problemen voorkomen of voorkomen dat problemen
De basisvoorzieningen in de gemeente Zwolle bestaan uit een
groter worden. Scholen en de voorschoolse voorzieningen zijn de
scala aan voorzieningen waarin preventieve programma’s zijn
plekken voor vroegsignalering en vroeginterventie, en door deze
opgenomen. We zien basisvoorzieningen - in het bijzonder het
goed te organiseren en te positioneren kunnen het escaleren
onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningen - als het
van problematiek alsook duurdere vormen van zorg worden
eerste aanspreekpunt voor ouders met opvoedvragen en kinderen
voorkomen. Zo wordt in de leeftijd 0-4 jaar een schat aan ervaring
en jongeren met vragen rondom opgroeien. De gezamenlijke visie
en kennis opgedaan over kinderen en de gezinssituatie waar ze
positief opvoeden geldt hierbij als leidraad.
uit komen. Door deze kennis te koppelen aan zorgstructuren en
door het organiseren van een passende en warme overdracht naar
Scholen en ook voorschoolse voorzieningen zijn een centrale plek
scholen kan er preventief actie ondernomen worden.
in de jeugdinfrastructuur. Kinderen en jongeren wonen samen met
Het huidige Zwolse jeugdbeleid is al gericht op inzet van
hun ouders in een wijk, maar zitten een groot deel van de dag op
preventie. In de komende jaren willen we dit nog meer versterken
school. Scholen en voorschoolse voorzieningen zijn echter veel
en aanvullen door basisvoorzieningen te ondersteunen door
meer dan alleen een vindplek: ze vormen dé plek waar dagelijks
gespecialiseerde zorg erbij te halen in plaats er naar door te
gewerkt wordt aan de ontwikkeling van kinderen. Hier worden
verwijzen. Mede in relatie tot de inzet van eigen kracht, sociale
kinderen opgeleid, vinden ze hun vrienden en krijgen ze structuur
netwerken (ook via social media) en informele zorg. Wat
en toekomstperspectief. Daarnaast zijn er op de scholen en
vraagt dit bijvoorbeeld in de ondersteuning van vrijwilligers
voorschoolse voorzieningen veel professionele medewerkers met
en mantelzorgers en netwerken van jongeren zelf en welke
pedagogische, orthopedagogische en didactische kennis. Een goede
initiatieven – bestaande of nieuwe – dragen hieraan bij. Het
verbinding tussen de zorgstructuur in en om school en de zorg-
beschikbare innovatiebudget in 2015 (zie hoofdstuk 7) biedt
structuur in de wijk (SWT) is daarom van groot belang in alle fasen
daarvoor financiële mogelijkheden.
>
28
>
geïntegreerd in de SWT’s.
Medewerkers van het SWT’s zijn actief in de wijk, aanwezig in
de basisvoorzieningen (in het bijzonder het onderwijs), werken
ambulant en komen dus bij mensen in hun leefomgeving.
Hiermee geven we invulling aan een belangrijke randvoorwaarde,
onder andere naar voren gebracht door de Wmo Adviesraad
en de Klankbordgroep Jeugdzorg, namelijk dat de toegang
tot ondersteuning voor kinderen, jongeren en hun ouders
laagdrempelig georganiseerd moet zijn.
Het gezin heeft de mogelijkheid om samen met betekenisvolle
anderen een eigen plan (gezinsplan) te maken. Zo nodig wordt
4.4.3 Pijler 3: Sociale Wijkteams (SWT’s)
ook kennis van buiten het familienetwerk (generalisten en/of
Deze derde pijler is nieuw in het jeugdstelsel en gaat een
specialisten) beschikbaar gesteld aan de “familie” om tot een zo
cruciale rol vervullen bij het verhogen van de kwaliteit van de
goed mogelijk gezinsplan te komen.
jeugdhulp én de vermindering van het gebruik van specialistische
Wanneer het gezin geen gebruik maakt van de mogelijkheid om
voorzieningen. De expertise en kennis van diverse soorten
zelf een gezinsplan op te stellen dan ondersteunt de generalist
ambulante hulp uit het huidige stelsel wordt in deze teams
van het SWT het gezin bij het opstellen van het gezinsplan en
samengevoegd. Daarmee wordt het hulpaanbod doelmatiger en
wordt samen bekeken wie kunnen helpen bij het realiseren
overzichtelijker voor kinderen, jongeren en ouders en voor de
van de gezinsdoelen. Zo nodig schakelt de generalist daarbij
basisvoorzieningen, scholen, (huis)artsen en specialisten.
specialisten in (pijler 4) of ondersteuning vanuit andere domeinen.
In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op de rol van het SWT bij
Met de vaststelling van het uitvoeringsprogramma SWT’s is
toeleiding naar de specialistische jeugdhulp en welke andere
gekozen voor SWT’s waar iedereen van 0 tot 100 jaar met zijn
toegangen er tot jeugdhulp zijn.
ondersteuningsvragen terecht kan. Dus ook kinderen, jongeren
en hun ouders. Huidige NJG instrumenten en structuren worden
>
29
>
De werkwijze en inrichting van de SWT’s dragen bij aan diverse
zijn en worden afspraken met partners over mogelijkheden voor
gesignaleerde verbeterpunten en aandachtspunten, die zijn
consultatie, diagnose en advies.
aangedragen door de Klankbordgroep Jeugdzorg en de Wmo
Adviesraad. Door te werken vanuit het principe – 1 gezin, 1 plan,
4.4.4 Pijler 4: Specialistische jeugdhulp
1 generalist – is er een duidelijk aanspreekpunt voor gezinnen.
De vierde pijler wordt gevormd door de specialisten. Het gaat hier
Daarnaast wordt zo voorkomen dat men het eigen verhaal vaak
om organisaties met
moet vertellen en van het kastje naar de muur wordt gestuurd.
specialistische expertise op het gebied van opgroeien en opvoeden
Met een gezinsplan worden de verschillende activiteiten en
in situaties waar sprake is van ernstige of complexe problemen ten
interventies op elkaar afgestemd en wordt voorkomen dat deze
gevolge van:
haaks op elkaar staan. Met het gezinsplan wordt duidelijk wie
wat doet. Hierbij is het belangrijk om duidelijk elkaars rollen en
• problematische gezinssituaties
verantwoordelijkheden te benoemen en afspraken te maken hoe te
• sychiatrische stoornissen
handelen bij knelpunten of stagnatie van zorg. Naast inhoudelijke
• verslaving
expertise, moet een generalist dan ook beschikken over goede
• licht verstandelijke beperkingen
communicatie- en procesvaardigheden.
Medewerkers van het SWT kunnen met specialistische vragen
Bovenstaande en de ervaringen en opgedane kennis van het
van kinderen, jongeren en ouders terecht bij deze specialisten.
NJG worden meegenomen bij de ontwikkeling van de SWT’s.
In de eerste plaats voor consultatie en advies, zodat ze zelf
Voor de nadere toelichting op de inrichting en werkwijze van de
weer verder kunnen. Ook wanneer een kind, jongere of gezin
SWT’s wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma Sociale
nadere diagnostiek of een specifieke behandeling, begeleiding
Wijkteams.
of verzorging nodig heeft wordt een specialist ingeschakeld.
Deze ondersteuning vindt in principe ambulant plaats. Maar het
Het is belangrijk om te investeren in kennis en kunde (een
kan nodig zijn dat het kind of de jongere (tijdelijk) in een setting
scholingsplan is onderdeel van de implementatie van de SWT’s) en
van de specialist verblijft voor bijvoorbeeld dagbehandeling
het realiseren van korte lijntjes met o.a. gespecialiseerde zorg. Er
of 24-uursverblijf. Bij 24-uursverblijf heeft een pleeggezin de
>
30
>
uitdrukkelijke voorkeur. Het principe 1 gezin, 1 plan en 1 generalist
ondertoezichtstellingen gedaald. In de regio IJsselland is het
blijft bij alle interventies het uitgangspunt: de specialisten leveren
aantal ondertoezichtstellingen met 12,3% gedaald in 2013 ten
een bijdrage aan het realiseren van de gezinsdoelen die in dat
opzichte van 2012.
plan zijn geformuleerd. De generalist ondersteunt ouders bij het
bewaken van de samenhang en de continuïteit.
Ter ondersteuning van bovengenoemde samenwerkingsafspraken/
Beter Beschermd wordt er daarnaast in onze regio ingezet op de
4.4.5 Pijler 5: Hulp in het gedwongen kader
methodiek VERVE. VERVE staat voor Veiligheid En Regie Voor Elk.
Bij de organisatie van hulp in het gedwongen kader zijn wij
VERVE is een nieuwe werkwijze voor de jeugdbescherming. Bij
verplicht regionaal samen te werken. Hulp in het gedwongen
VERVE staat de veiligheid van het kind voorop. De veiligheid van
kader betreft de taken kinderbeschermingsmaatregelen en
het kind is het beste gediend als de regie voor de oplossing van
jeugdreclassering, JeugdzorgPlus en het Advies – Meldpunt
opvoedingsproblemen en veiligheidsvraagstukken zoveel mogelijk
Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). In het
bij de cliënt en zijn of haar eigen netwerk ligt. Met VERVE wordt
gedwongen kader is er sprake van een uitspraak en maatregel van
getracht de acceptatie van vrijwillige hulp te vergroten en daarmee
de rechter. Gemeenten hebben de plicht deze op te volgen en uit te
voeren. Het gaat hier om specialistische, soms ingrijpende en dure
vormen van zorg.
In de regio IJsselland zijn er al enkele jaren
samenwerkingsafspraken tussen o.a. Bureau Jeugdzorg
Overijssel (BJzO) en de Raad van de Kinderbescherming
(RvdK) op basis van de methodiek Beter Beschermd. Beter
beschermd is een methodiek waardoor kinderen en gezinnen
sneller worden geholpen en eerder weten waar ze aan toe zijn
door het gezamenlijk optrekken in de keten. Er wordt altijd een
veiligheidsplan opgesteld met ouders en het netwerk. Door de
inzet van deze methodiek is het aantal uithuisplaatsingen en
>
31
>
betrokken bij de hulp die vanuit het gedwongen kader wordt
ingezet. Er moet altijd een doorlopend zorgproces zijn van
preventie tot curatie en bescherming voor de cliënt en ook de
weg terug – als het gedwongen kader eindigt – wordt tijdig
georganiseerd.
Jeugdbescherming en – reclassering
Voor de organisatie van de jeugdbescherming en -reclassering
maken we vóór 1 november afspraken met de huidige uitvoerder
in de regio, zijnde het huidige Bureau Jeugdzorg Overijssel
en met de instellingen die nu onder het mandaat van BJzO
de jeugdbescherming- en de jeugdreclassering uitvoeren
(William Schrikker Groep, Leger des Heils en de SGJ). De
kinderbeschermingsmaatregelen zoveel mogelijk voorkomen of
verkorten. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: eigen kracht,
inzet netwerk en regie op het gezin.
Er wordt dus nauw samengewerkt met ouders en ook met
het SWT. We waken ervoor dat de overgang van vrijwillig naar
gedwongen kader vloeiend verloopt en dat er geen gescheiden
zorgcircuits ontstaan. Dat betekent dat de expertise vanuit
de Raad voor de Kinderbescherming en de uitvoerder van de
jeugdbescherming en jeugdreclassering makkelijk ingeschakeld
kan worden voor advies en consultatie. Op die manier kan
een maatregel soms worden voorkomen. Het SWT blijft altijd
samenwerkingsvorm waarvoor gekozen is, houdt in dat het huidige
BJzO optreedt als hoofdaannemer en WSG, SGJ en het Leger des
Heils als onderaannemer. Al deze organisaties moeten ervoor
zorgen dat zij gecertificeerd zijn.
Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK)
In de WMO 2015 hebben de gemeenten de taak om op bovenlokaal
niveau zorg te dragen voor een Advies en Meldpunt Huiselijk
Geweld en Kindermishandeling (AMHK). De samenvoeging van
de Stichting Huiselijk Geweld (SHG) met het Advies en Meldpunt
Kindermishandeling (AMK) tot een AMHK heeft als doel om
>
32
>
samenhang te brengen in de aanpak van huiselijk geweld en
jongeren. Het toekomstperspectief is 1 integrale crisisdienst voor
die van kindermishandeling. Ook ontstaat er daarmee één
Zwollenaren van 0 tot 100 jaar.
meldpunt voor burgers en professionals voor huiselijk geweld en
kindermishandeling.
JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg)
Gemeenten moeten zorgen voor een toereikend aanbod van
Het AMHK wordt vormgegeven voor de regio IJsselland, waarmee
instellingen die JeugdzorgPlus leveren. De JeugdzorgPlus
aangesloten wordt bij de veiligheidsregio, de regio voor Huiselijk
is bovenregionaal georganiseerd en valt niet onder het
Geweld en de voor de organisatie van Jeugdzorg van toepassing
landelijk transitiearrangement (zie landelijke inkoop). Voor de
zijnde regeling. Uitgangspunt van de vormgeving is de ambitie
JeugdzorgPlus wordt vanuit de regio IJsselland aangesloten
om maximaal in te zetten op preventie en de mogelijkheden om
op het landelijk voorstel de organisatiestructuur voor de
aan de voorkant te komen. Het AMHK in de regio IJsselland wordt
plaatsingscoördinatie gedurende de eerste 2 jaar in stand te
ingevuld als een integraal advies en meldpunt voor alle vormen
houden. Dat betekent dat vanuit vijf “zorgregio’s”, jongeren met
van geweld in huiselijke kring, met één integrale werkwijze. De
een rechtelijke verwijzing direct doorverwezen worden naar
huisvesting zal op één locatie plaats vinden en er is sprake van één
JeugdzorgPlus. Ten behoeve van de inkoop JeugdzorgPlus werken
(landelijk) telefoonnummer. Het geïntegreerde AMHK is uiterlijk 1
wij vanuit de regio IJsselland samen in de regio Oost.
januari 2015 operationeel.
We zetten in op preventieve hulpverlening aan de voorkant om het
aantal jeugdzorgplusplaatsingen te beperken. In de JeugdzorgPlus
Crisis- en spoedzorg
wordt gewerkt met trajectplannen voor een jongere. Wat is er
Gemeenten hebben de wettelijke verplichting een 24-uurs
nodig binnen de JeugdzorgPlus en wat is er bij terugkeer naar
crisisdienst te organiseren. Op dit moment zijn er vanuit de
huis verder nodig. Daar moet de link gelegd worden met de Zwolse
verschillende domeinen – Jeugd-GGZ, provinciale jeugdzorg en
SWT’s en de Zwolse jeugdhulpinstellingen. Ook bij plaatsing in de
LVB – verschillende crisisdiensten. De diverse organisaties die nu
JeugdzorgPlus moet er sprake zijn van een doorlopend proces dat
een crisisdienst hebben, hebben de opdracht gekregen om met
is gericht op lange termijn perspectief voor de jongere, ook waar
een voorstel te komen voor een integrale 24-uurs crisisdienst voor
het gaat om zaken als onderwijs, werk en wonen. Daarnaast moet
jongeren. Voor 1 januari 2015 is er 1 integrale crisisdienst voor
er ook aandacht zijn voor de omgeving van de jongere. Als daar
>
33
>
niets verandert, is het effect van de jeugdhulp vaak beperkt. Hier
kan het SWT een positieve bijdrage aan leveren.
Verbinding zorg/repressieketen
De zorg/repressieketen voorziet in een aanpak van personen
die worden verdacht van een strafbaar feit of die daarvoor al
gestraft zijn, risicogroepen en -personen. Maar ook voor personen
waar een hulpverleningsaanbod alleen niet voldoende is om
resultaat te boeken. Vaak gaat het dan om complexe problematiek
(bijvoorbeeld verslaving, relatieproblemen, gedragsproblemen,
financiële nood). Een repressieve stok achter de deur kan dan net
het benodigde duwtje geven. Overtreders aanpakken, om recidive
te voorkomen.
In Zwolle hebben we diverse vormen van overleg/inzet voor deze
zeer specifieke doelgroep. Wij zullen de komende jaren investeren
in het verbinden van deze vormen van overleg en inzet van het
SWT.
>
34
>
5.Positie van kinderen, jongeren en ouders
Ambitie
zeggenschap hebben over de hulp die zij krijgen. De vraag hoe
De gemeente Zwolle stelt de vraag en behoefte van de
participatie van kinderen, jongeren en ouders eruit komt te zien
inwoners centraal bij het verder vormgeven en uitvoeren van de
staat centraal in ons beleid en is onderdeel van de contracten met
jeugdhulpverlening. Wij praten niet alleen over kinderen, jongeren
de jeugdhulpinstellingen.
en ouders in kwetsbare situaties maar juist ook met ze om ze mee
gaan geven.
5.1 Eigen regie en zeggenschap bij kinderen,
jongeren en ouders
De gemeente Zwolle kiest er voor om kinderen, jongeren
De positie van kinderen, jongeren en hun ouders verandert
en ouders een actieve rol te geven in het beleid van de
fundamenteel in het nieuwe jeugdzorgstelsel. Het perspectief van
jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instelling en in de
kinderen, jongeren en hun ouders staat centraal juist omdat er
uitvoering ervan.
uitgegaan wordt van eigen kracht, verantwoordelijkheid en regie.
De belangenbehartiging binnen de gemeente Zwolle en de
Beeldend gezegd wordt er niet meer over kinderen, jongeren en
medezeggenschap van jongeren en ouders over het beleid
hun ouders gesproken maar met hen. Zij hebben de regie over het
van de jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instelling is
hulpplan.
te laten praten over hoe we de jeugdhulpverlening verder vorm
zo ingericht dat kinderen, jongeren en ouders daadwerkelijk
>
35
>
Het gezin heeft de mogelijkheid om een eigen gezinsplan
Omdat wij ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsen zien als
te maken. Wanneer het gezin geen gebruik maakt van de
laatste redmiddel willen wij deze zoveel mogelijk voorkomen. In
mogelijkheid om zelf een gezinsplan op te stellen dan ondersteunt
de regio wordt gewerkt volgens de VERVE methodiek waarbij de
de generalist van het SWT het gezin bij het opstellen van het
veiligheid van kinderen en jongeren voorop staat. De veiligheid
gezinsplan en wordt samen bekeken wie kunnen helpen bij het
van kinderen en jongeren is het beste gediend als de regie voor de
realiseren van de gezinsdoelen.
oplossing van opvoedingsproblemen en veiligheidsvraagstukken
De vraag van de kinderen, jongeren en ouders is hierbij leidend
zoveel mogelijk bij hen zelf en het eigen netwerk ligt. Met VERVE
en niet het aanbod van de jeugdhulpaanbieders. Bij veranderende
vergroten wij de acceptatie van vrijwillige hulp en daarmee
omstandigheden wordt het gezinsplan door de ouders, indien
voorkomen of verkorten wij kinderbeschermingsmaatregelen
gewenst in overleg met de hulpverlener, bijgesteld. Sowieso vindt
zoveel mogelijk. Belangrijke uitgangspunten bij de VERVE
éénmaal per jaar evaluatie van het gezinsplan plaats.
methodiek zijn het uitgaan van eigen kracht, inzet van het netwerk
en regie in het gezin. Wanneer de veiligheid van kinderen en
5.2 Veiligheid van kinderen en jongeren
jongeren in gevaar is kan een kinderbeschermingsmaatregel
De veiligheid van kinderen en jongeren staat voorop. Hierbij
noodzakelijk zijn. Ouders verliezen in dat geval (tijdelijk) de regie,
hanteert de gemeente Zwolle het uitgangspunt dat aan
maar blijven wel nauw betrokken.
kinderen en jongeren bij wie de veiligheid in het geding is en
aan kinderen en jongeren in crisissituaties direct de benodigde
Voor een deel van de kinderen en jongeren die op jeugdhulp
hulp wordt geboden. Het is vooral van belang dat de sociale
zijn aangewezen kan het wenselijk of zelfs noodzakelijk zijn
omgeving (familie) hierbij betrokken wordt. Daarnaast zijn een
dat zij buiten de eigen gemeente worden opgevangen. Dit geldt
goede samenwerking tussen de SWT’s, het AMHK, de Raad
bijvoorbeeld voor minderjarige vrouwen die slachtoffer zijn van
voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling,
loverboys of eergerelateerd geweld. Het behoort tot de taak van
een goed bereikbare crisisdienst en veelvuldige afstemming
het AMHK om te bepalen of plaatsing buiten de gemeentegrenzen
met en terugkoppeling naar de behandelaars ook belangrijke
vanuit veiligheidsperspectief voor het kind of de jongere
randvoorwaarden.
noodzakelijk is.
>
36
>
5.3 Participatie
gesprekspartner zijn maar in beginsel wordt het kind er bij
Onder participatie verstaan wij de invloed die kinderen, jongeren,
betrokken.
hun ouders, belangenbehartigers en burgers hebben op de
Bij meningsverschillen over de situatie of de gewenste hulp wordt
ontwikkeling en invulling van het beleid, tijdens en na de transitie
hoor en wederhoor toegepast en gezocht naar een oplossing. In
van de jeugdzorg. Wij vinden deze invloed belangrijk omdat wij
de aanpak staat de veiligheid van het kind en de jongere voorop.
de jeugdhulpverlening zo willen inrichten dat maximaal rekening
Voor de professionals gelden vereiste competenties als de
wordt gehouden met de wensen en behoeften van kinderen,
vraag kunnen verhelderen, belangen kunnen onderscheiden en
jongeren en ouders zodat hulpverlening op maat geleverd wordt
benoemen, kunnen bemiddelen bij conflicterende standpunten
aan de (jonge) burgers van Zwolle.
en belangen. In scholing, begeleiding en coaching wordt aan deze
vaardigheden aandacht besteed.
Bij de start van het gesprek om het onderliggende probleem te
Elke jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling heeft
verhelderen en het aanbieden van de juiste hulpverlening is de
de verantwoordelijkheid medezeggenschap van cliënten te
vraag van de Zwollenaar leidend. De kinderen, jongeren en ouders
organiseren in de vorm van een cliëntenraad. Bij de organisatie
denken zelf mee over de beste aanpak voor de problemen die er
van de medezeggenschap hebben wij voorkeur voor een aparte
zijn ontstaan. Als hulp moet worden ingeschakeld wordt in eerste
jongeren- en ouderraad.
instantie gekeken naar wat het kind, de jongere, het gezin en het
sociale netwerk zelf kunnen doen. Zo wordt zoveel als mogelijk
aangesloten bij de eigen kracht van de Zwollenaren.
In de werkwijze voor ondersteuning is vastgelegd dat jongeren
van 12 tot 16 jaar zelf een beroep kunnen doen op ondersteuning
maar dat de ouders op de hoogte worden gebracht (in principe
door de jongere zelf, desgewenst samen met de ondersteuner)
en zoveel mogelijk worden betrokken bij het vervolg. Jongeren
vanaf 16 jaar mogen zelf uitmaken of ouders geïnformeerd en
betrokken worden. Voor kinderen tot 12 jaar geldt dat ouders
>
37
>
Wij vinden het van belang dat medezeggenschap duidelijk en
kinderen, jongeren en ouders die geen gebruik maken van
makkelijk toegankelijk is. Daarom verwachten wij van elke
jeugdhulp worden betrokken bij de beleidsvorming en –toetsing.
jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling met wie wij een
Het succes van veel activiteiten hangt nauw samen met de
contract aangaan dat zij de regeling voor medezeggenschap op de
mate waarin kinderen, jongeren en ouders eraan meedoen.
openbare website vermelden.
Bij het opstellen van dit Beleidsplan hebben wij onder andere
gebruik gemaakt van adviezen van de Klankbordgroep Jeugd,
De vereiste voor een cliëntenraad is, net als een procedure voor
de Jongerenraad, de Participatieraad en BelangenOrganisaties
klachtenbehandeling, niet nieuw. De huidige cliëntenraden vormen
Overijssel (BOO). Toch willen wij in de toekomst jongeren en
de basis om het beleid verder vorm te geven en te toetsen. Wij
ouders nog meer betrekken bij de uitvoering van ons jeugd- en
zetten dit na 1 januari 2015 voort en bouwen dit uit door kinderen,
jongerenbeleid. De manier waarop we lokale participatie van
jongeren en ouders meer zeggenschap te geven over het beleid
jongeren en ouders in de toekomst verder vorm gaan geven is
van jeugdhulpinstellingen.
opgenomen op de Transformatieagenda 2015. Hierbij zullen wij de
Dit doen wij door van elke jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde
Klankbordgroep Jeugd, de Jongerenraad, de Participatieraad, BOO
instelling met wie wij een contract aangaan te verwachten dat zij
en andere vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en ouders
de medezeggenschap gaan organiseren vanuit het perspectief
om advies vragen.
van kinderen, jongeren en ouders. Participatie is maatwerk en
de vorm ervan verschilt per situatie. De Jongerenraad heeft
aangeboden om jeugdhulpinstellingen te ondersteunen bij het
beschrijven van de manier waarop zij medezeggenschap gaan
organiseren. Dit aanbod zullen wij samen met de Jongerenraad en
jeugdhulpinstellingen concreet vorm gaan geven.
Wij vinden het belangrijk inzicht te hebben in wat er leeft onder
kinderen, jongeren en ouders en zien dat inzicht als essentieel
voor de uitvoering van een goed jeugd- en jongerenbeleid. Ook
>
38
>
5.4 Keuzevrijheid
Wij houden bij de bepaling van de aangewezen vorm van jeugdhulp
Wij vinden het belangrijk dat mensen de mogelijkheid hebben om
en bij de uitvoering van de Jeugdbeschermingsmaatregelen en
zelf te beslissen hoe ze hun leven inrichten. Keuzevrijheid is hierbij
Jeugdreclassering redelijkerwijs rekening met de behoeften
altijd het uitgangspunt, ook als mensen in de directe omgeving
en persoonskenmerken, de godsdienstige gezindheid, de
liever zouden zien dat andere keuzes gemaakt worden. Bij
levensovertuiging en de culturele achtergrond van kinderen,
keuzevrijheid hoort maatwerk en hulp die past bij de achtergrond
jongeren en ouders. Wij hebben diversiteit en respect voor
van de hulpvrager. Het gaat er hierbij om dat de hulpverlener
ieders achtergrond hoog in het vaandel staan en zullen de
past bij het probleem waarbij het besef er moet zijn dat het ene
jeugdhulpinstellingen stimuleren om kinderen, jongeren en
syndroom het andere niet is en de ene beperking de andere niet is.
ouders zoveel mogelijk zeggenschap te geven over de persoon van
Een psychiatrische ziekte bijvoorbeeld kan gedrag veroorzaken dat
de hulpverlener.
moeilijk geaccepteerd wordt in onze samenleving, of in de directe
omgeving. Dat is echter nog geen reden om het recht om zelf het
Als er gevaar ontstaat voor het kind of de jongere zelf of voor
leven in te richten te ontnemen.
mensen in de naaste omgeving, kan het nodig zijn dat de
keuzevrijheid, eventueel na uitspraak van de rechter, beperkt
Omdat de kinderen, jongeren en ouders zelf sturen op de
wordt, bijvoorbeeld bij een ondertoezichtstelling.
oplossing is er vrijheid van keuze, ook als er sprake is van meer
gespecialiseerde jeugdhulpverlening. Samen met de medewerker
De ondersteuningsmogelijkheden vanuit de gemeente Zwolle
van het SWT wordt gekeken wat nodig is en of de beste oplossing
kunnen begrensd worden door interne of externe oorzaken. De
gevonden kan worden in Zorg in Natura of in de vorm van een
complexiteit of meervoudigheid van de problematiek bij kinderen,
PGB. Wanneer er geen klik is tussen de jongere, ouders en de
jongeren en ouders kunnen voor ons een grens zijn. Ook de
hulpverlener dan kunnen beide kiezen voor inzet van een andere
volgende redenen kunnen aanleiding zijn om de keuzevrijheid van
hulpverlener zonder dat dit overigens tot ‘shopgedrag’ moet
Zwollenaren in te perken:
leiden.
• Veiligheid van directe omgeving en het kind of de jongere zelf
• Mate van zelfredzaamheid
• Mate van fysieke en/of medische verzorging
>
39
>
• Kwaliteit en kwantiteit van de hulpverlening die mogelijk is
• Benodigde materiële ondersteuning van hulpmiddelen
• Dit geldt voor alle kinderen, jongeren en ouders die jeugdhulp
ontvangen waarvoor wij vanaf 2015 verantwoordelijk zijn.
• Deze continuïteit van hulpverlening geldt zolang de
De differentiatie die aangebracht wordt in doelgroepen en de
indicatietermijn duurt maar tot maximaal één jaar na de
voorwaarden waaronder individuele voorzieningen al dan niet
transitie (dus tot 1 januari 2016).
toegekend worden, worden in regio IJssellandverband vastgesteld
• Deze continuiteit van hulpverlening geldt ook voor kinderen,
en vastgelegd in de Verordening Jeugdhulp Gemeente Zwolle 2015.
jongeren en ouders die op 31 december 2014 een aanspraak
Deze zal rond 1 november 2014 worden vastgesteld.
hebben op jeugdhulpverlening maar die op dat moment nog
geen hulpverlening krijgen (“wachtlijstcliënten”).
5.5 Continuiteit van jeugdhulp in 2015 overgangsperiode
• Bestaande PGB’s worden voor het jaar 2015, tot uiterlijk
1 januari 2016, gecontinueerd. Wij hanteren hierbij
Kinderen, jongeren en ouders maken zich er zorgen over of de
het uitgangspunt dat de rechten van bestaande PGB’s
jeugdhulpverlening of het Persoonsgebonden budget (PGB) waar
gerespecteerd worden en een benodigde herindicatie als een
zij eind 2014 gebruik van maken, in 2015 voortgezet wordt. Om
nieuwe aanvraag geldt.
deze zorgen voor deze kwetsbare groep kinderen en jongeren
• In 2015 (sowieso dus vóór 1 januari 2016) wordt door het SWT
zoveel mogelijk weg te nemen hebben wij er voor gekozen de
samen met de kinderen, jongeren en ouders bekeken welke
hulpverlening of het PGB waar eind 2014 gebruik van wordt
ondersteuning na de overgangsperiode nodig is.
gemaakt, in 2015 voort te zetten.
Voor kinderen en jongeren in pleegzorg maken wij een
Voor de kinderen, jongeren en ouders betekent dit onder andere
uitzondering, in die zin dat voor hen geldt dat de continuïteit van
het volgende:
jeugdhulp geldt zolang zij pleegzorg nodig hebben.
• Kinderen, jongeren en ouders die op 31 december 2014
jeugdhulp ontvangen (“zittende” cliënten), kunnen deze hulp in
2015 voort zetten bij de jeugdhulpaanbieder die deze zorg op 31 december 2014 biedt.
>
40
>
5.6 Persoonsgebonden budget
familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden,
Kinderen, jongeren en ouders kunnen onder voorwaarden een PGB
kennissen etcetera.
aanvragen waarmee zij zelf kunnen kiezen van wie zij de jeugdhulp
ontvangen en niet zijn aangewezen op een jeugdhulpaanbieder
In het keukentafelgesprek dat met kinderen, jongeren en ouders
met wie wij afspraken hebben gemaakt.
gevoerd wordt, wordt samen met hen het vermogen van kinderen,
Voor kinderen en jongeren die een Jeugdbeschermingsmaatregel
jongeren en de ouders om zelf of met ondersteuning van de
of Jeugdreclassering hebben gekregen en voor jongeren die zijn
naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden
opgenomen in een gesloten accommodatie met machtiging geldt
eerst bepaald. Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden
dat zij niet de mogelijkheid hebben een PGB toegekend te krijgen.
maken wij gebruik van de bepalingen die zijn vastgelegd in het
Wij verstrekken een PGB wanneer er voldaan is aan de volgende
protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ. Wij realiseren ons dat
drie (wettelijke) voorwaarden:
er sprake dient te zijn van maatwerk waarbij rekening gehouden
• Het kind, de jongere en ouders zijn in staat op eigen kracht
moet worden met de belastbaarheid van het gezin en het sociale
de aan het PGB verbonden taken op verantwoorde wijze uit te
netwerk.
voeren;
• Het kind, de jongere en de ouders kunnen duidelijk maken
Wij gaan in 2015 met alle Zwolse PGB-houders in gesprek over
dat de jeugdhulpverlening die wordt geleverd door een
hun ondersteuningsbehoefte. Iedereen waarvoor geldt dat
jeugdhulpaanbieder niet passend is;
ondersteuning vanuit de Jeugdwet nodig blijft, krijgt uiterlijk 1
• Gewaarborgd is dat de jeugdhulp die het kind, de jongere en de
januari 2016 een nieuwe beschikking. De medewerkers van het
ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is.
SWT spelen een belangrijke voorlichtende rol bij de toekenning
Wij vinden het betalen van hulp die normaliter zonder betaling
van een PGB en zullen dus ruime kennis moeten hebben van de
geleverd zou worden uit het sociale netwerk van het kind en de
mogelijkheden binnen Zorg in Natura en PGB. Samen met de
jongere niet wenselijk. Tot het sociale netwerk van kinderen en
jongeren en hun ouders bepalen zij in concrete gevallen wat goede
jongeren worden personen gerekend uit de huiselijke kring en
kwaliteit en passende zorg en begeleiding is.
andere personen met wie kinderen en jongeren een sociale relatie
In de Verordening Jeugdhulp Gemeente Zwolle 2015 worden
onderhouden. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan
aanvullende voorwaarden en nadere regels vastgelegd.
>
41
>
5.7Ouderbijdrage
Voor cursussen die in het preventieve domein worden aangeboden
Voor ondersteuning en hulp op grond van de Jeugdwet wordt geen
kan wel een eigen bijdrage aan de Zwollenaren worden gevraagd,
eigen bijdrage opgelegd. Wanneer kinderen of jongeren buiten
bijvoorbeeld in de vorm van cursusgeld.
het gezin verblijven of wanneer zij in een justitiële jeugdinrichting
verblijven, wordt er wel een ouderbijdrage in rekening gebracht.
5.8 Klachtenbehandeling
Deze ouderbijdrage wordt opgelegd omdat ouders van wie de
Wij stellen als uitgangspunt dat klachten voorkomen moeten
kinderen buiten het gezin worden verzorgd ook minder kosten voor
worden en dat hulpverleners van een SWT of jeugdhulpinstelling
die kinderen maken.
met kinderen, jongeren en ouders in gesprek moeten gaan
als de hulpverlening niet aan de wensen van één van beide
Om de eigenbijdrageregelingen voor de extramurale AWBZ, de
partijen voldoet. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat er
Wmo en de Jeugdwet goed op elkaar aan te laten sluiten wordt
een laagdrempelige, gebruikersvriendelijke en duidelijke
de ouderbijdrage vastgesteld en voor ons geïnd door het CAK.
klachtenregeling komt voor de jeugdhulpverlening wanneer
Hierdoor is er zicht op het aantal ouderbijdragen dat een gezin
wij vanaf 2015 verantwoordelijk worden voor de totale
moet betalen en dat maakt het mogelijk om die waar nodig te
jeugdhulpverlening.
beperken teneinde onbedoelde en ongewenste stapeling van eigen
bijdragen te voorkomen.
Jeugdhulpaanbieders en de Gecertificeerde Instelling (GI)
voeren een goed functionerende klachtenbehandeling uit
in het belang van kinderen, jongeren en ouders. Het is de
verantwoordelijkheid van jeugdhulpaanbieders en de GI het
bemiddelen bij en behandelen van klachten van kinderen,
jongeren en ouders effectief en laagdrempelig te organiseren. De
jeugdhulpaanbieders en de GI hebben een eigen klachtenregeling
en klachtencommissie.
>
42
>
In elke klachtencommissie moet minimaal één vertegenwoordiger
opgenomen, leidend zijn.
van kinderen, jongeren en ouders zitting hebben. In het
Kinderen, jongeren en ouders kunnen zich bij het indienen van een
contracteringsproces toetsen wij of het perspectief van kinderen,
klacht laten adviseren en ondersteunen door een onafhankelijke
jongeren en ouders bij de klachtbehandeling voldoende naar
vertrouwenspersoon (zie 5.9) van het Advies- en Klachtenbureau
voren komt en of bemiddeling een belangrijke plaats inneemt en
Jeugdzorg (AKJ). Deze vertrouwenspersoon kan ondersteunen bij:
rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van ons beleid.
• het in kaart brengen van de klacht
De klachtenfunctionaris van een jeugdhulpaanbieder en de GI
moet onafhankelijk zijn. Teveel zien we dat de klachtenfunctionaris
ook hulpverlener is.
(wat speelt er precies en met/bij wie);
• het in kaart brengen wat eraan vooraf ging en wat al
besproken is;
• het uitleg geven over de klachtenprocedure (hoe het werkt en
De kosten van een procedure mogen niet voor rekening van
wat kan het kind, de jongere en de ouders(s) verwachten;
kinderen, jongeren of ouders komen. Na indienen van een
• het opstellen van de klacht;
klacht dient deze binnen 14 dagen in behandeling genomen te
• het indienen van de klacht;
zijn en binnen 6 weken afgerond te zijn. In deze periode moet
• het ondersteunen tijdens de klachtenprocedure.
de hulpverlening doorlopen en niet gewijzigd, doorgevoerd of
opgelegd worden tegen de wens van de kinderen, jongeren en
De jeugdhulpinstellingen stellen jaarlijks een klachtenrapportage
ouders in. Bij alles moet veiligheid voorop staan.
op waarin patronen in klachten worden erkend en de maatregelen
die zijn toegezegd naar aanleiding van een oordeel op een klacht
Een uitspraak van een klachtencommissie is voor beide partijen
worden beschreven en gevolgd. Iedere klacht is ten slotte ook een
bindend en moet dus door de jeugdhulpinstelling uitgevoerd en
advies over hoe het beter kan.
door de kinderen, jongeren en ouders gerespecteerd worden.
Wij vinden het van belang dat de klachtenrapportage door
Wij vinden het van belang dat de uitgangspunten die in de
vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en ouders beoordeeld
handreiking “Goede klachtbehandeling in de jeugdzorg” (www.
en besproken wordt. Daarom wordt de klachtenrapportage door
nationaleombudsman.nl) van de Nationale Ombudsman zijn
de jeugdhulpinstelling in ieder geval verzonden naar en besproken
>
43
>
met het AKJ, BelangenOrganisatie Overijssel (BOO) en de
Naast deze vooral ondersteunende taak hebben
gemeente Zwolle (al dan niet in regionaal verband).
vertrouwenspersonen ook afgeleide taken, zoals het geven
van algemene voorlichting en het signaleren van structurele
Ook voor de SWT’s wordt een klachtenregeling opgesteld. Deze
tekortkomingen en misstanden. Het vertrouwenswerk heeft
wordt ingericht vergelijkbaar met die van andere gemeentelijke
op deze manier dus ook betekenis voor de algehele kwaliteit
klachtenregelingen.
van jeugdhulpverlening en ondersteuning. Specifieke signalen
worden zo nodig doorgeleid naar de Inspectie Jeugdzorg (zie 7.3)
5.9 Vertrouwenspersoon
en geanonimiseerde informatie kan beschikbaar komen voor de
Wij vinden het belangrijk dat kinderen, jongeren en ouders een
gemeente Zwolle, jeugdhulpinstellingen en vertegenwoordigers
beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon
van kinderen, jongeren en ouders.
die niet in dienst is van een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde
Mede namens de gemeente Zwolle heeft de VNG besloten de
instelling. De onafhankelijke vertrouwenspersoon zien wij als een
belangrijk instrument om de rechten van kinderen, jongeren en
ouders voor zover die onder de Jeugdwet vallen te borgen. Door de
vroegtijdige inzet van een vertrouwenspersoon kan in veel gevallen
voorkomen worden dat een vraag of klacht escaleert tot een
conflict met alle juridische gevolgen van dien.
Vertrouwenspersonen zijn professionals die kinderen, jongeren
en ouders ondersteunen als zij vragen of klachten hebben over
bejegening, communicatie, procedures, besluiten en onveiligheid.
De vertrouwenspersoon heeft tot taak kinderen, jongeren en
ouders te ondersteunen, doet dat nooit op eigen initiatief maar
altijd naar aanleiding van een vraag of klacht.
>
44
>
uitvoering van het vertrouwenswerk vanaf 2015 landelijk in te
5.10 Second Opinion
kopen bij het AKJ, voor de periode van drie jaar.
Een belangrijke methodiek van het SWT is dat het de vraag in
beeld brengt zonder dat daarvoor een zwaar instrument gebruikt
Wij vinden het bestaan van een laagdrempelige toegang
wordt. In plaats daarvan wordt een “keukentafelgesprek” gevoerd
tot de vertrouwenspersoon belangrijk en zullen het AKJ
waarbij het kind, de jongere en de ouders, al dan niet met de
dan ook monitoren op 24-uurs bereikbaarheid, meerdere
generalist uit het SWT en overige betrokkenen, samen een
communicatiekanalen, gezamenlijk meldpunt, op vaste tijden
gezinsplan opstellen.
bereikbaar en beschikbaar, borging van kwaliteit en innovatie.
Als een kind, jongere of ouder het niet eens is met de wijze
De wens van de gemeenten in de regio IJsselland
waarop de ondersteuning wordt gegeven, de weigering op
is dat het vertrouwensnetwerk meer regionaal gaat
ondersteuning of de ondersteuning niet passend vindt, kan deze
opereren, zodat vertrouwenspersonen bekend zijn met de
een second opinion aanvragen. De mogelijkheid bestaat dat een
regionale beleidskaders/-uitgangspunten en de regionale
onafhankelijke professional uit een ander SWT gevraagd wordt te
jeugdhulpinstellingen. Het AKJ krijgt daarbij de opdracht
beoordelen of het juiste plan van aanpak er ligt. Het oordeel van
om samen met de andere partijen toe te werken naar een
deze tweede persoon moet leiden tot die aanpak die tot ieders
robuust netwerk en de mogelijkheden te onderzoeken
tevredenheid stemt. In de generieke werkwijze van de SWT’s is
om dit te laten aansluiten op cliëntenparticipatie en
opgenomen dat de vragensteller, het gezin, een beroep kan doen
belangenbehartiging en bij de organisaties die dit uitvoeren, zoals
op een second opinion.
BelangenOrganisatiesOverijssel.
5.11 Gegevensuitwisseling en privacy
In de contracten met de jeugdhulpinstellingen nemen wij de
In het nieuwe jeugdstelsel zitten de hulpvragers zelf aan
verplichting op dat zij kinderen, jongeren en ouders op een
tafel en moeten het met de generalist eens worden over het
duidelijke en zorgvuldige manier informeren over het bestaan van
gezinsplan. Omdat er verschillende ketenpartners bij de
de vertrouwenspersoon.
hulpverlening betrokken kunnen zijn, moet er een werkwijze voor
gegevensuitwisseling en privacy ontwikkeld worden.
>
45
>
Het gezin is uitdrukkelijk eigenaar van het dossier en deze kan
van het gesignaleerde risico is. De werkwijze voor een integrale
anderen (hulpverlening etcetera) rechten toekennen om het
en gecoördineerde aanpak in vervolg op signalen in de VIRZ is
dossier te benaderen. Uitwisseling van gegevens uit dossiers of
dezelfde als de werkwijze in de ondersteuningsstructuur in het
van dossiers kan, behalve in situaties waarbij de veiligheid van
brede sociale domein
het kind of de jongere in het gedrang is, nooit zonder explicitiete
toestemming van het gezin plaatsvinden. Wanneer ouders
Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet zijn wij verantwoordelijk
toestemming weigeren weegt dat zwaar maar kan dat, als het in
voor het onderhouden van de Verwijsindex en voor het bevorderen
nadrukkelijk belang van (de veiligheid) van een kind of jongere is,
van het gebruik. Over het gebruik van de VIRZ zijn convenant-
worden genegeerd. De overweging en de argumenten worden in
afspraken gemaakt met instanties die zich met jeugdhulp
dat geval vastgelegd.
bezighouden.
Verwijsindex
In de komende periode blijven we het gebruik van de VIRZ
De Verwijsindex is een landelijk elektronisch systeem om
bevorderen en zien we toe dat de gemaakte afspraken worden
professionele hulpverleners vroegtijdig met elkaar in contact
nagekomen. Dit wordt ook onderdeel van de af te sluiten
te brengen. Soms weten hulpverleners niet welke andere
contracten. Het systeem functioneert pas goed als een ieder de
hulpverleners bij een gezin of jongere betrokken zijn. Als ze,
VIRZ gebruikt en op dezelfde manier gebruikt.
omdat ze zich zorgen maken of problemen signaleren, zich melden
in de Verwijsindex, kunnen ze met elkaar contact opnemen en kan
De VIRZ Zwolle bevat geen inhoudelijke informatie,
hulpverlening beter, sneller en gecoördineerd worden aangepakt.
dossierinformatie of –gegevens. In 2015 zal de VIRZ deel gaan
uitmaken van het voor het brede sociaal domein ontwikkelde
In Zwolle kennen we de Verwijsindex Risicojongeren Zwolle (VIRZ).
registratie- en informatiesysteem Topicus, ook aangeduid met Top.
Hulpverleners kunnen daarin een signaal afgeven als zij een
Wanneer een professional in Top een signaal over een zorg die
redelijk vermoeden hebben dat een kind of jongere belemmerd
hij/zij heeft of vermoeden afgeeft, wordt dit wel aan de betrokken
wordt in zijn/haar fysieke, psychische, sociale of cognitieve
jongeren en/of ouders (afhankelijk van leeftijd) gemeld maar deze
ontwikkeling. In de VIRZ wordt niet vermeld wat de aard en inhoud
hoeven er geen toestemming voor te geven.
>
46
>
5.12 Leeftijdsgrens
Voor de Jeugdhulp wordt een leeftijdsgrens van 18 jaar gehanteerd
voor de verschillende vormen van jeugdhulp en de uitvoering
van de jeugdbeschermingsmaatregelen die naar de gemeenten
worden overgeheveld. Vanaf het 18e jaar vinden ondersteuning,
hulp en zorg in de regel plaats uit een ander wettelijk kader, zoals
Wmo, ZVW of AWBZ. Op basis van input van verschillende partijen
is het duidelijk geworden dat de continuïteit van hulpverlening voor
jongeren na het bereiken van de 18- jarige leeftijd belangrijk is
en geborgd kan worden als partijen elkaar weten te vinden en in
gesprek zijn. Als bijlage 4 is een informatiekaart opgenomen die
weergeeft langs welke weg en met welke partijen de gemeente
Zwolle als onderdeel van de Transformatieagenda in 2015 in
gesprek gaat en afspraken gaat maken.
Jeugdhulp kan doorlopen tot maximaal het 23ste levensjaar als
deze hulp niet onder een ander wettelijk kader valt. Voor gesloten
jeugdzorg is de doorloop op basis van jurisprudentie beperkt
tot hooguit zes maanden na het 18e jaar, omdat het toepassen
van dwang op pedagogische grondslag bij meerderjarigen strijd
oplevert.
Voor jongeren met psychische problemen en stoornissen
(jeugd-ggz) wordt de leeftijdsgrens op 18 jaar gesteld omdat
veel geestelijke stoornissen die zich in de (late) adolescentie
ontwikkelen, doorlopen in de volwassenheid en daarmee in de
>
47
>
volwassen-ggz. Verder wordt vanaf het 18e jaar premie voor een
Voor de continuïteit van zorg en het welzijn van de jongere vinden
zorgverzekering betaald en maakt geestelijke gezondheidszorg
wij het van belang dat een goede overdracht plaatsvindt zodra
onderdeel uit van de aanspraak medisch specialistische zorg.
een jongere na zijn 18e levensjaar in een ander wettelijk kader
Ondanks dat er goede redenen zijn om de leeftijdsgrens voor
terecht komt. Wij realiseren ons dat wij hier een belangrijke rol te
jongeren met verstandelijke beperkingen op 23 jaar te stellen, in
vervullen hebben en streven er naar om de ondersteuning, hulp
verband met hun tragere ontwikkeling, is voor een leeftijdsgrens
of zorg – indien gewenst – bij dezelfde aanbieder te continueren,
van 18 jaar gekozen omdat dit tegemoet komt aan het
zodat de jongere hier niets van hoeft te merken.
uitgangspunt van één uniforme leeftijdsgrens.
Het voorkomen van dakloosheid onder jongeren en
jongvolwassenen is topprioriteit voor de gemeente
Zwolle. De komende periode zetten wij ons samen
met woningbouwcorporaties, banken, verzekeraars en
energiebedrijven in op het voorkomen van dakloosheid door
vroegtijdig mensen terzijde te staan. De vraag die centraal
staat in deze inventarisatie is hoe wij op lokaal niveau met de
samenwerkende organisaties op een effectieve wijze nazorg
organiseren die gericht is op zelfstandigheid en zelfredzaamheid
van jongeren uit de jeugdhulpverlening tussen de 17 en 23 jaar.
De knelpunten in het proces van het organiseren van nazorg
voor jongeren zijn onder andere het ontbreken van zelfstandige
woonruimte, de samenwerking met en overdracht vanuit de
jeugdhulpaanbieders en de financiering van beschikbare trajecten
of interventies. Jongeren zelf ervaren nazorg nog té vaak als zwaar
hulpverlenend, terwijl zij daar na een jeugdzorgtraject niet voor
gemotiveerd zijn. Hun hulpvraag is vooral praktisch gericht.
>
48
>
Voor jongeren in de jeugdhulpverlening die de leeftijd van 18 jaar
18 jaar of neemt daarna een aanvang. De aanspraak op deze
bereiken wordt een risicotaxatie gemaakt. Deze risicotaxatie
hulpverlening vloeit dan al uit de rechterlijke beslissing voort.
geeft antwoord op de vraag of zij het na het bereiken van hun 18e
Ook is de gemeente verantwoordelijk voor deze vormen van hulp
jaar zelfstandig gaan redden of dat begeleiding op onderdelen
wanneer zij worden opgelegd met toepassing van artikel 77c van
nog nodig is? Juist voor de jongeren waarvan wordt verwacht dat
het Wetboek van Strafrecht.
zij ook na hun 18e begeleiding en ondersteuning nodig hebben,
worden afspraken gemaakt over een doorlopende ondersteuning
Als pleegkinderen 18 jaar worden zijn ze voor de wet volwassen,
en begeleiding. Daar waar huisvesting een knelpunt kan vormen
stopt de hulpverlening en moet er van alles geregeld worden.
(dreigende dakloosheid) wordt aan de ‘Zwerftafel’, onder regie
Omdat financiële regelingen vaak ingewikkeld zijn en
van de GGD, gesproken met jeugdhulpinstellingen en reguliere
aanvraagprocedures tijd kosten, vinden wij het belangrijk dat al
hulpverlening over een warme overdracht en wordt passende
met elkaar om de tafel gezeten wordt als een pleegkind 16 jaar
huisvesting gezocht. Deze jongeren kunnen bijvoorbeeld,
wordt.
afhankelijk van hun situatie, doorstromen naar Take Off of
Fast Forward, beide projecten van Leger des Heils, of naar
Ook na hun 18e verjaardag hebben sommige pleegkinderen
begeleidingsprojecten op basis van een begeleid wonen indicatie.
behoefte aan ondersteuning en begeleiding. Ze kunnen tot hun
23e een beroep doen op voortgezette hulpverlening. Deze is altijd
Voor jeugdreclassering en jeugdhulp die voortvloeien uit een
vrijwillig. De hulpverlening eindigt wanneer er geen hulpvraag
strafrechtelijke beslissing geldt geen leeftijdsgrens. Dit hangt
meer is, wanneer het pleegkind geen hulp meer wil of wanneer
samen met de omstandigheid dat het jeugdstrafrecht en
het pleegkind 23 jaar wordt.
bijpassende begeleiding en toezicht door de reclassering ook
kunnen worden toegepast op jongeren en op jongvolwassenen in
de leeftijd van 18-23 jaar ten tijde van het plegen van een delict. In
de gevallen waarin de jeugdhulp voortvloeit uit een strafrechtelijke
beslissing die is genomen met toepassing van het jeugdstrafrecht,
loopt de hulpverlening door bij het bereiken van de leeftijd van
>
49
>
6.Toegang tot jeugdhulp
manieren plaatsvinden:
6.1Vrij-toegankelijke hulp en niet vrijtoegankelijke hulp
1.via de ondersteuningsteams/sociale wijkteams in de wijk en in
Gemeenten kunnen zelf vaststellen welke jeugdhulp ‘vrij-
De toeleiding naar de jeugdhulpverlening kan op verschillende
en om school
toegankelijk ’is en welke hulp ‘niet vrij- toegankelijk’ is. Vrij-
2.via huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten en
toegankelijke hulp is voor iedereen beschikbaar, bijvoorbeeld
3.vanuit het gedwongen kader en crisis en spoedzorg.
welzijnsactiviteiten, jeugdgezondheidszorg (0 tot 18 jaar),
algemeen maatschappelijk werk/ school maatschappelijk werk en
In de jeugdhulpverlening maken we onderscheid tussen vrij-
het aanbod dat nu vanuit het NJG wordt geboden. Voor niet vrij-
toegankelijke en niet vrij-toegankelijke (individuele) voorzieningen.
toegankelijke hulp is een verleningsbeslissing nodig.
Voordat wordt ingaan op de drie toegangsmogelijkheden, wordt
Een verleningsbeslissing is een besluit waartegen bezwaar en
hieronder eerst op dit onderscheid ingegaan.
beroep mogelijk is. Er wordt in vastgelegd, op basis van onderzoek
naar de persoonlijke situatie en de behoefte van de aanvrager,
welk aanbod wordt toegekend. Het is hier altijd een individuele
voorziening – vergelijkbaar als in de Wmo1. Voorbeelden van
niet vrij-toegankelijke hulp zijn wat tot nu toe bekend staat
>
50
>
ondersteuning, deeltijd verblijf, crisisopvang, opname residentieel.
6.2Toegang jeugdhulp via
ondersteuningsteams – sociale wijkteams
Maar voordat ‘niet vrij-toegankelijke hulp’ nodig is, zijn er veel
Vanaf 2015 kan iedereen met ondersteuningsvragen - van
mogelijkheden waar eerst gebruik van kan worden gemaakt
kleine tot grote vragen - terecht bij het SWT. De medewerker
als het gaat om opvoed- en opgroeiproblemen. Veel vragen
van het sociale wijkteam werkt outreachend en is te vinden op
worden zelf opgelost of samen met familie, vrienden, kennissen
vindplekken, zoals op scholen en voorschoolse voorzieningen en is
en buren. Of men legt de vraag voor aan iemand uit het
te bereiken via een centrale plek in de wijk: digitaal, telefonisch en
sociaal netwerk, zoals een leerkracht, consultatiebureauarts,
fysiek.
onder ‘geïndiceerde jeugdzorg’, zoals intensieve ambulante
jeugdverpleegkundige, huisarts, sporttrainer, die ook kan
adviseren gebruik te maken van bijvoorbeeld maatschappelijk
6.2.1 Ondersteuningsstructuur in en om school
werk of een opvoedcursus. Daarnaast kan de vraag voorgelegd
Voor lichte opvoed- en opgroeivragen kunnen ouders en
worden aan een generalist van het SWT, zie 6.2.
jongeren terecht bij zorg- of ondersteuningsteams binnen
In de verordening Jeugdhulp is vastgelegd welke voorzieningen
de school. Het zorg- of ondersteuningsteam in het primair
vrij-toegankelijk zijn en welke niet.
onderwijs bestaat nu in de regel uit de intern begeleider
1
In de Wmo wettekst wordt de term maatwerkvoorziening in plaats van individuele
voorziening gebruikt. In dit Beleidsplan Jeugdhulp wordt aangesloten bij de terminologie
van de Jeugdwet.
van de school, de jeugdverpleegkundige en (op de meeste
scholen) de schoolmaatschappelijk werker. In het voortgezet
onderwijs bestaat het zorg- of ondersteuningsteam nu
meestal uit de zorgcoördinator van de school, de jeugdarts of
jeugdverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker. Ook
binnen het MBO is er een ondersteuningsstructuur. Doordat de
schoolmaatschappelijk werker, jeugdverpleegkundige en de
jeugdarts daarvoor bevoegd zijn kan het zorgteam de toegang tot
ondersteuning snel in gang zetten. In de teams komen expertise
op het gebied van onderwijszorg, psychosociale zorg en medische
zorg samen. De leerplichtambtenaar en de RMC-consulent
>
51
>
maken ook deel uit van de zorgstructuur binnen de school. De
(BO, VO, MBO) pilots gestart ter ondersteuning van de aansluiting
leerplichtambtenaar/RMC-consulent verleent geen zorg, maar
tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. We willen de ervaringen
zorgt er wel voor dat bij signalen van zorg, de juiste partner
van deze pilots borgen en uitbreiden. Een deel van het lokale deel
erbij gehaald wordt en stemt met jeugdhulpverlening af om zo
van het gemeentelijke transitiebudget zal hiervoor worden ingezet.
voortijdig schoolverlaten te voorkomen. De jeugdverpleegkundige
De verwachting is dat met een goede ondersteuningsstructuur
en schoolmaatschappelijk werker zijn onderdeel van de
in en op school 70% tot 80% van de hulpvragen kan worden
zorgstructuur op school en de wijk (SWT’s).
afgehandeld.
De voorschoolse voorzieningen (kinderdagverblijf, peutergroep)
In de komende periode willen we drie ontwikkelagenda’s met het
en buitenschoolse opvang zijn ook belangrijke plekken om
onderwijs opstellen: één met het basisonderwijs, één met het
problemen of (lichte) zorgvragen vroegtijdig te signaleren en
voorgezet onderwijs en één met het middelbaar beroepsonderwijs.
hierop vroegtijdig te interveniëren. Enerzijds kunnen ouders
Deze agenda’s staan in verbinding met elkaar, onder meer in
laagdrempelig op een vertrouwde plek met hun vragen
relatie tot het vormgeven van doorgaande leerlijnen.
en zorgen terecht, anderzijds signaleren geschoolde en
De voorschoolse voorzieningen worden betrokken bij de
ervaren medewerkers snel vanuit de dagelijkse praktijk en
ontwikkelagenda basisonderwijs om zo gezamenlijk te investeren
vanuit ontwikkelingsgerichte programma’s. De pedagogisch
in het benutten van de beschikbare kennis en kunde en de
medewerkers kunnen snel en adequaat reageren en interveniëren,
overdacht tussen voorschoolse voorzieningen en scholen te
waardoor inhoudelijke escalatie en aanspraak op duurdere zorg
verbeteren. Dit thema is onderdeel van de transformatieagenda
kan worden voorkomen. De pedagogisch medewerkers hebben
(zie bijlage 1).
korte lijntjes met de sociale wijkteams.
6.2.2 Ondersteuningsstructuur in de wijk – SWT’s
Doorontwikkeling verbinding passend onderwijs - jeugdzorg
Naast de mogelijkheden in en op school, kan een jongere of
Ter voorbereiding op de ontwikkelingen binnen passend onderwijs
ouder binnen lopen, bellen of mailen met het sociale wijkteam.
en de transitie jeugdzorg is in de afgelopen periode geinvesteerd in
De medewerker van het SWT ondersteunt, indien wenselijk, het
de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp. Er zijn op 9 scholen
kind, de jongere en de ouders bij het opstellen van het gezinsplan,
>
52
>
maakt afspraken over wat het gezin en de sociale omgeving zelf
Daarom hechten we groot belang aan een goede samenwerking
kan oppakken en haalt de juiste hulp erbij. In het proces van
met huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen en maken
ondersteuning is de generalist van begin tot eind betrokken,
we hier in de komende periode afspraken mee. In deze afspraken
waarbij de mate van betrokkenheid in het proces kan toe- en
leggen we vast hoe de artsen en het SWT elkaar op de hoogte
afnemen. De generalist helpt mee de vraag in kaart te brengen,
brengen van problemen en behandelingen van kinderen, jongeren
denkt mee over de ondersteuning, is betrokken bij de uitvoering
en hun ouders. Hiermee wordt de integrale benadering en het
ervan, voert waar mogelijk zelf lichte ondersteuning uit en is
principe van 1 gezin, 1 plan, 1 generalist geborgd; Professionals
gedurende het hele proces een centraal aanspreekpunt voor het
weten van elkaar wie bij het gezin betrokken zijn, wat zij doen en
gezin maar ook voor andere betrokken hulpverleners.
waar verantwoordelijkheden belegd zijn.
Als een voorziening op het gebied van jeugdhulp nodig is, dan
wordt eerst gekeken of dit een vrij-toegankelijke voorziening kan
6.4 Toegang jeugdhulp vanuit het gedwongen
kader en crisis/ spoedzorg
zijn of een niet vrij-toegankelijke voorziening.
Ook vanuit het gedwongen kader (jeugdreclassering en
jeugdbescherming) kan jeugdhulp rechtstreeks worden ingezet.
6.3Toegang jeugdhulp via de huisarts, de
jeugdarts en de medisch specialist
De voogd of reclasseerder van de gecertificeerde instelling kan
De jeugdhulp is ook toegankelijk na rechtstreekse verwijzing door
uitvoering van de door een rechter opgelegde maatregel.
de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist, juist om goede
In het geval van crisis- of spoedzorg is er geen sprake van
integrale hulpverlening te bereiken voor het kind, de jongere en/
planbare zorg. Afhankelijk van de situatie en de ernst van de crisis
of het gezin. Vanuit hun specifieke verantwoordelijkheid hebben
kunnen alle mogelijke vormen van jeugdhulp noodzakelijk zijn.
zij zicht op de problemen die zich voordoen bij kinderen en/of
Vandaar dat hier ook rechtstreekse verwijsmogelijkheden zijn.
alle vormen van jeugdhulp inzetten die nodig worden geacht als
jongeren en zijn zij in staat om de juiste diagnose te stellen. Zo is
de huisarts vaak direct betrokken bij gezinnen en geworteld in de
Deze vormen van toegang worden op regionale schaal door
lokale praktijk. De jeugdarts is de sociaal geneeskundig specialist
de samenwerkende gemeenten georganiseerd voor de regio
van kinderen en ziet bijna alle kinderen op regelmatige basis.
IJsselland (wettelijke verplichting). Ook hier zijn heldere afspraken
>
53
>
noodzakelijk tussen gemeente, Raad voor de Kinderbescherming,
gecertificeerde instellingen, AMHK en instellingen voor jeugdhulp.
De samenwerkende gemeenten in IJsselland en de Raad voor de
Kinderbescherming hebben samenwerkingsafspraken gemaakt
die direct volgen uit de toepasselijke wet- en regelgeving. Deze
afspraken volgen de werkprocessen in de jeugdbescherming
en jeugdreclassering, waarbij steeds wordt ingegaan op de
momenten waarop (vertegenwoordigers van) de gemeente en de
Raad voor de Kinderbescherming elkaar tegenkomen.
Uitgangspunt bij het maken van die afspraken is dat het gezin de
bemoeienis waar mogelijk blijft ervaren als hulpaanbod, waarbij
vooral ingezet wordt op versterking van de eigen kracht van ouders
en kinderen en het inschakelen van het eigen netwerk. Waarbij
jeugdbescherming en jeugd-reclassering pas aan de orde komen
als het niet anders kan – doordat ouders onwillig of onmachtig zijn
om de bedreigingen voor hun kind weg te nemen of doordat een
jongere in strafbaargedrag vervalt.
Ook met de overige partners zullen nog voor het einde
van het jaar afspraken gemaakt zijn over samenwerking
en informatieoverdracht in relatie tot de lokale
ondersteuningsstructuur – de SWT’s.
>
54
>
7. Financiën, kwaliteit en monitoring
Ambitie
In het belang van de kinderen en jongeren transformeren wij het
Wij streven er naar om de kwaliteit van de jeugdhulpverlening in
bestaande jeugdhulpaanbod en stimuleren wij innovatie in de
de gemeente Zwolle te verbeteren.
jeugdhulpverlening om deze optimaal aan te laten sluiten op wat
kinderen, jongeren en ouders willen.
Wij realiseren een verschuiving van zwaardere gespecialiseerde
jeugdhulpverlening naar preventie en lichtere vormen van
jeugdhulpverlening.
Wij streven ernaar de uitgaven aan jeugdhulpverlening binnen het
financiële kader dat ons door de Rijksoverheid ter beschikking is
gesteld te houden.
>
55
>
7.1 Beschikbaar budget
Vanaf 2015 zijn wij niet alleen inhoudelijk, maar ook financieel
verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp in de
gemeente Zwolle. Voor de bekostiging hiervan ontvangen wij via
het gemeentefonds middelen van het Rijk. Op deze uitkering is
door het Rijk een efficiencykorting toegepast.
Eind mei is via de meicirculaire het definitieve budget voor
jeugdhulp in 2015 gepresenteerd waardoor wij weten dat wij
in 2015 een bedrag van € 36.503.125 ontvangen om de nieuwe
jeugdtaken in de gemeente Zwolle uit te voeren. Voor de regio
IJsselland is het totale budget voor de nieuwe jeugdtaken € 132
mln. In vergelijking met de update van december 2013 is er in
mei 2014 landelijk zo’n € 330 miljoen budget toegevoegd aan het
totaalbudget dat overgaat naar gemeenten.
In de berekeningen werd tot dusver rekening gehouden met een
korting van 5% in 2015, 10% in 2016 en 15% in 2017. Door de
stijging van het landelijk budget en als gevolg daarvan de stijging
van het budget voor de gemeente Zwolle met € 2,5 mln. is het
aandeel van de korting nu naar verhouding gedaald naar 3,1% in
2015. Ook in de volgende jaren zal de korting naar verhouding
dalen.
>
56
>
Begroting 2015
In het RTA is een verdeelmodel opgenomen. Op basis van de nu beschikbare cijfers is het verdeelmodel aangepast. Deze aanpassing
heeft met name te maken met een hoger PGB- gebruik in de regio.
Onderdeel
%
Bedrag Zwolle mei- circulaire 2014 (inclusief
rijkskorting) Bedragen zijn afgerond
1. Invulling lokale toegang
100 % € 36.503.000
4%
Bedrag
Toelichting
€ 1.460.000
Bekostiging deelname BJzO aan SWT’s 2014, vanuit een
generalistische aanpak,conform besluit februari, invulling
basisvoorwaarden zoals regionaal overeengekomen, overige
implementatiekosten SWT’s – deel Jeugd
2. Gemeentelijke uitvoeringskosten
5%
€ 1.825.000
Bekostiging Zwolse bijdrage Bedrijfsvoeringsorganisatie,
gemeentelijke uitvoeringskosten – inrichting backoffice tbv
verleningsbeschikking, beleid en ondersteuning, bijdrage SVB
tbv trekkingsrecht PGB
3. Innovatie en preventie
5%
€ 1.825.000: Onderverdeling:
a. Stimuleren preventie en innovatie –
a. € 1.000.000 a. Subsidieregeling is uiterlijk maart 2015 beschikbaar, met
subsidieregeling
daarin criteria.
b. Borgen van bestaande initiatieven en pilots CJG
b. € 800.000 b. o.a. bekosting uitbreiding tbv ondersteuningsstructuur in en
die bijdragen aan preventie en vroegsignalering
rond scholen,
c. € 25.000
c. clientenparticipatie lokaal
c. in te zetten voor nieuwe, aanvulllende participatie-activiteiten
Onvoorzien
1%
€ 365.000
Subtotaal
15%
€ 5.475.000
Landelijk arrangement
3,76% € 1.372.000
Tbv voor landelijk ingekochte zorg
JeugdzorgPLus
p.m.
p.m.
Onderhandelingen zijn nog gaande – informatie volgt na
afronding inkooptafels
Voorheen AWBZ - ZIN
p.m.
p.m.
Idem
Voorheen ZVW - ZIN
p.m.
p.m.
Idem
Voorheen provinciaal - ZIN
p.m.
p.m.
Idem
PGB
22,2 % € 8.112.000
onvoorzien
2,8 % € 1.022.000
Subtotaal
85%
€ 31.027.000
>
57
>
Eind dit jaar worden het College en de Raad geinformeerd over de
Woonplaatsbeginsel
uitkomsten van het regionale contracteringsproces.
Voor gemeenten is het belangrijk om te bepalen of kinderen
en jongeren die in hun gemeente jeugdhulp nodig hebben ook
Vereffeningsmodel
daadwerkelijk tot hun (financiële) verantwoordelijkheid horen.
Met de vaststelling van het RTA regio IJsselland is gekozen om
Hiervoor is in de Jeugdwet het zogenaamde woonplaatsbeginsel
een tijdelijk regionaal vereffeningsmodel uit te werken waarbij
opgenomen.
de insteek is om in de jaren 2015 en 2016 de financiële voor- en
nadelen gezamenlijk op te vangen. Naar aanleiding van de
De verantwoordelijke gemeente is in beginsel de gemeente
ervaringen van daadwerkelijke afname van jeugdhulpverlening
waar de ouder met gezag woont. Bij (tijdelijke) voogdij en bij
in 2015 wordt er in 2016 een voorstel uitgewerkt voor 2017 en
meerderjarigheid is de verblijfplaats van het kind of de jongere zelf
latere jaren, waarbij de financiering van jeugdhulpverlening meer
bepalend.
gerelateerd zal worden aan de daadwerkelijke lokale afname van
Kinderen en jongeren uit andere gemeenten kunnen uiteraard ook
jeugdhulpverlening. Het tijdelijk model zorgt er in elk geval voor
gebruik maken van de jeugdhulpvoorzieningen in de gemeente
dat er bij de gemeenten in de regio IJsselland enige financiële rust
Zwolle en de regio IJsselland. De gemeente waar deze kinderen en
ontstaat. Een voorstel voor dit tijdelijke vereffeningsmodel wordt
jongeren vandaan komen, is dan wel financieel verantwoordelijk.
eind dit jaar ter besluitvorming voorgelegd.
De huidige verdeling van het landelijk budget is gebaseerd op een
historische grondslag. Landelijk vindt er discussie plaats over een
nieuw verdeelmodel waarbij meer rekening gehouden wordt met
risicofactoren van de kinderen en jongeren. Of dit een positief of
negatief effect heeft op het beschikbare budget voor de gemeente
Zwolle en de regio IJsselland in latere jaren is nog niet bekend.
>
58
>
7.2 Contracteerbeleid
Wij vinden het belangrijk dat wij er voor zorgen dat het aanbod
Om de regionale contractering in goede banen te leiden zijn er
van voorzieningen voor kinderen en jonderen kwalitatief en
drie regionale inkooptafels ingericht die aansluiten bij de huidige
kwantitatief voldoende is.
financieringsstromen, Jeugd GGZ (ZVW), AWBZ (LVB en langdurige
Jeugd GGZ) en de voorheen provinciaal gefinancierde jeugdzorg.
Regionale contractering (subsidie of inkoop)
Aan deze inkooptafels worden binnen het financiële kader alle
De gemeenten van de regio IJsselland trekken samen op bij
benodigde contracten 2015 vóór 1 december 2014 afgesloten. Tot
de inkoop van jeugdhulpverlening. Samenwerking in de regio
op heden zijn er geen cliëntvertegenwoordigers bij de inkooptafels
ligt voor de hand deels omdat dit wettelijk verplicht is (voor
betrokken. Wij zijn voornemens voor de inkooptafels voor de
de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en het AMHK).
contractering 2016 wel cliëntvertegenwoordigers uit te nodigen.
Andere belangrijke argumenten voor samenwerking zijn dat
het hulpverleningsaanbod al sterk geregionaliseerd is en er
Bij de bekostiging van de nieuwe taken kiezen wij er in
kostenvoordelen te behalen zijn.
regioverband voor om een zachte landing te realiseren. De huidige
wijze van bekostiging bij de verschillende zorgsoorten is complex.
Het uitgangspunt bij de contractering van de jeugdhulpverlening
Dit komt omdat de verschillende zorgsoorten worden bekostigd
vanaf 2015 zijn de afspraken die in het Regionaal
op grond van verschillende stelsels (Wet op de jeugdzorg,
Transitiearrangement (RTA) van de regio IJsselland zijn
zorgverzekeringswet, AWBZ) en verschillende opdrachtgevers
vastgelegd. Wij zijn goed betrokken bij het contracteerproces
(rijk, provincie, zorgverzekeraar, zorgkantoor). Ook zijn de
en -beleid zoals dat in de regio IJsselland wordt vormgegeven.
sturingsparameters verschillend.
In het RTA is vastgelegd dat de regio IJsselland een “zachte
Daarom kiezen wij er voor om in 2015 en 2016 de bestaande
landing” van de huidige situatie bij de transitie op 1 januari 2015
bekostigingsmethoden te handhaven, te weten:
wil bereiken. Dat betekent onder andere dat voor de jaren 2015
en 2016 financiële relaties worden aangegaan met de huidige
zorgaanbieders.
• Jeugd GGZ: bekostigingsmethode Diagnose Behandel
Combinatie (DBC)
>
59
>
• Jeugd LVB:bekostigingsmethode pxq (prijs x hoeveelheid)
financiering
• Jeugdzorg provinciaal:bekostigingsmethode subsidiering door
middel van trajectfinanciering
• JeugdzorgPlus: bekostigingsmethode p x q financiering
Landelijke contractering
Er zijn landelijke inkoopafspraken gemaakt voor een aantal
specialistische functies. Dit is in de eerste plaats gedaan
omdat het aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van
deze functies zo klein is dat het in regioverband moeilijk zou
zijn om daarvoor een goed aanbod te contracteren. Ten tweede
Vanwege de complexiteit van de overheveling van de GGz
zijn deze functies zodanig landelijk georganiseerd en klein in
jeugdhulpverlening is landelijk al besloten om enkele structuren
omvang dat de decentralisatie er toe kan leiden dat er extra hoge
maximaal 3 jaar in stand te houden. Dit besluit omvat onder
transactiekosten en/of administratieve lasten kunnen ontstaan bij
andere de bekostiging en prestaties (DBC’s).
het maken van bekostigingsafspraken. Tot slot is de inhoud van
Deze keuze biedt houvast op eenheid van behandeltaal,
deze functies zo specialistisch dat de kans op het organiseren van
administratie, declaratie en op de techniek van contracteren
een vervangend aanbod op lokaal of regionaal niveau lastig is en
waardoor gemeenten zich kunnen focussen op de inhoudelijke
de drempel voor een aanbieder, om dit als nieuwe dienst aan te
sturing.
gaan bieden, hoog is.
De functies waarvoor landelijk afspraken zijn gemaakt, zijn
Bovenregionale contractering
vastgelegd in het Landelijk Transitiearrangement Jeugd 2015.
De JeugdzorgPlus is bovenregionaal georganiseerd en valt
niet onder het landelijk transitiearrangement (zie landelijke
inkoop). Voor de JeugdzorgPlus wordt vanuit de regio IJsselland
In het regionaal verdeelmodel was in eerste instantie 2,2% van het
aangesloten op het landelijk voorstel de organisatiestructuur
budget gereserveerd voor landelijke inkoopafspraken. Op advies
voor de plaatsingscoördinatie gedurende de eerste 2 jaar in stand
van de VNG is dit aangepast tot 3,9% zonder dat dat overigens
te houden. Dat betekent dat vanuit vijf “zorgregio’s” jongeren
gevolgen heeft voor de regionale inkoop.
met een rechtelijke verwijzing direct doorverwezen worden naar
JeugdzorgPlus. Ten behoeve van de inkoop JeugdzorgPlus werken
wij vanuit de regio IJsselland samen met gemeenten in de regio Oost.
>
60
>
7.3 Kwaliteit en toezicht op kwaliteit
Kwaliteit
Kwaliteit, continuïteit en veiligheid zijn begrippen waar wij in de
uitvoering van ons jeugdbeleid veel waarde aan hechten. Kinderen
en jongeren die (vaak noodgedwongen) gebruik maken van de
jeugdhulpverlening verkeren vaak al in een kwetsbare positie en
hebben, alleen daarom al, recht op kwalitatief goede hulpverlening
en een veilige omgeving. Het borgen van kwaliteit van jeugdhulp is
daarom een belangrijk onderdeel voor ons.
Bij de zorginkoop sturen wij onder andere op kwaliteit en dat
werknemers bij jeugdhulpaanbieders voldoen aan de norm
verantwoorde werktoedeling. Belangrijk is te weten dat de wijze
van sturing op kwaliteit in ontwikkeling is. Zo spelen in het veld
ten tijde van het verschijnen van dit Beleidsplan Jeugdhulp diverse
ontwikkelingen en discussies rondom de sturing op kwaliteit,
onder andere ten aanzien van outcomecriteria (zie 7.6).
Hiervoor hanteren we voor 2016, en waar mogelijk al voor 2015
de door het rijk beschikbaar gestelde basisset outcomecriteria, te
weten:
1.Uitval (% bereik, % verschijnen op afspraak/’no-shows’, %
reguliere beëindiging voorlichting/advies-/hulptraject);
2.tevredenheid (% tevreden over nut/effect/resultaat);
3.doelresultaat (% zegt: doel gerealiseerd, % zegt: kan zonder
>
61
>
info/hulp verder, % na jeugdhulp geen terugkeer in jeugdhulp).
tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling
van kinderen en jongeren in de jeugdhulpverlening en de
In de Jeugdwet is vastgelegd aan welke kwaliteitseisen
ondersteuning van ouders van die kinderen en jongeren. De
jeugdhulpinstellingen en de gecertificeerde instellingen in elk
inspectie draagt er met haar toezicht toe bij dat de samenleving
geval moeten voldoen. In regio IJsselland verband bepalen wij
erop kan vertrouwen dat kinderen, jongeren en ouders de
of er nog andere aanvullende kwaliteitseisen worden gesteld. Er
benodigde hulp en ondersteuning krijgen van de instellingen
is in de regio IJsselland een voorstel voor het kwaliteitsbeleid
en de professionals in de jeugdhulpverlening. De inspectie
opgesteld (bijlage 2). Dit conceptvoorstel wordt in de komende
zorgt voor een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van de
periode nog nader uitgewerkt.
jeugdhulpverlening dat relevant is voor de professional, de
instelling, de overheid en de burger en dat helpt bij het verbeteren
Door de brede omschrijving van jeugdhulp is de gemeente
van de jeugdhulpverlening.
vanaf januari 2015 verantwoordelijk voor alle kwaliteitseisen
rond verantwoorde zorg. Er is in de wet onderscheid tussen
Door in 2015 en 2016 ruimte te creëren voor innovatie kan het zijn
hulpverlening en preventie. Voor preventie gelden andere
dat nieuwe aanbieders jeugdhulp gaan leveren. Deze nieuwe
kwaliteitseisen maar er is wel gekozen voor één kwaliteitsregime,
waar een landelijke inspectie toezicht op gaat houden.
Toezicht op kwaliteit
De Inspectie Jeugdzorg (inspectie) ziet toe op de kwaliteit van de
jeugdhulpverlening en op de naleving van de wetgeving. Er zijn
afspraken gemaakt tussen gemeenten en rijksinspecties over
de uitvoering van het landelijk toezicht in het jeugddomein. Deze
afspraken zijn vastgelegd in een afsprakenkader tussen inspectie
en VNG.
De inspectie stimuleert met haar toezicht jeugdhulpinstellingen
>
62
>
aanbieders worden door de inspectie onderworpen aan de
de instelling of de GI informeert vervolgens de gemeente waar
“kwaliteitstoets nieuwe aanbieders”.
de jongere verblijft en de gemeente waar ouders ingeschreven
staan (woonplaatsbeginsel).
Incidenten en calamiteiten
2.Borgen van continuïteit van zorg in geval van calamiteit
Wij vinden het belangrijk op de hoogte te zijn van incidenten en
Ingeval de inspectie besluit tot (tijdelijke) sluiting van een
calamiteiten in onze gemeente, en dat de kwaliteit en continuïteit
jeugdhulpinstelling, garandeert de jeugdhulpinstelling
van hulpverlening dan geborgd is. Alle instellingen met wie wij
vanwege het belang van de kinderen, jongeren en ouders en
afspraken maken moeten kinderen en jongeren over wie zij zich
de continuïteit van hun zorg de benodigde medewerking te
zorgen maken, melden bij de Verwijsindex risicojongeren (VIR).
verlenen voor een goede en vlotte overgang van jeugdhulp naar
de door de gemeenten daartoe aangewezen jeugdhulpinstelling
Het incidenten- en calamiteitenbeleid ten aanzien van kinderen
en voor de ononderbroken voorzetting daar van de
en jongeren in de gemeente Zwolle wordt vóór 1 december 2014
hulpverlening.
beoordeeld waarbij aansluiting wordt gezocht bij het al bestaande
veiligheidsbeleid van de gemeente Zwolle.
7.4Innovatie en preventie
De transitie biedt een kans voor innovatie en vernieuwing. We
In de contracten met de jeugdhulpinstellingen nemen wij in elk
zetten hierbij meer in op preventie en ambulante vormen van
geval twee afspraken uit het landelijk afsprakenkader Toezicht
ondersteuning ter voorkoming van verblijfszorg.
Inspectie - VNG op:
Bij innovatie spelen er 2 lijnen:
1.Melding calamiteiten
• innovatie bij bestaande aanbieders;
Ingeval de jeugdhulpaanbieder of de GI bij de inspectie een
melding doet van een calamiteit, dan dient de aanbieder of
• innovatie door toelating van nieuwe aanbieders en ruimte voor
nieuwe initiatieven.
de GI de calamiteit tevens te melden bij de gemeente waar de
calamiteit heeft plaatsgevonden en bij de gemeente die het
Met bestaande aanbieders maken we afspraken in de contracten
inkoopcontract heeft gesloten met de jeugdhulpaanbieder of
over innovatie en vernieuwing. Hierbij is het streven om dit in de
de GI. De gemeente die het inkoopcontract heeft gesloten met
prijs te verwerken.
>
63
>
Voor nieuwe - of uitbreiding van bestaande - initiatieven en nieuwe
de gemeente Zwolle. Zij dragen de wensen en behoeftes aan
aanbieders is er op basis van de verdeling van het RTA een bedrag
van de eigen cliënten, waaronder die van kinderen en jongeren,
van € 1,8 miljoen in 2015 beschikbaar voor nieuwe initiatieven
waar de gemeente op kan inspelen. Voor de communicatie
in de gemeente Zwolle. We willen dit innovatiebudget met name
met hun eigen cliënten, waaronder jongeren, zijn en blijven zij
in zetten om de verschuiving naar voren te ondersteunen: van
zelf verantwoordelijk. Door de samenwerking is er wel meer
zware, duurdere zorg, naar lichte ondersteuning en preventie.
samenhang in de afzonderlijke communicatieactiviteiten.
Uiterlijk maart 2015 zal er een regeling beschikbaar zijn voor
nieuwe, innovatieve initiatieven. Jeugdhulpaanbieders met
Aan dat netwerk nemen ook deel de organisaties die straks in en
wie wij regionale afspraken maken over gespecialiseerde
met het SWT gaan werken. Voor het SWT is een communicatieplan
jeugdhulpverlening kunnen in principe geen aanspraak
2015 gemaakt waarin de uitgangspunten worden beschreven voor
maken op dit budget, omdat zij geacht worden dit binnen de
de communicatie met de SWT-doelgroepen.
contractafspraken te realiseren.
We gebruiken de periode tot 1 januari 2015 om de juiste
communicatiekeuzes te maken en de communicatie geleidelijk
7.5Communicatie
aan uit te bouwen. Daar is een aantal redenen voor:
De jeugd zien we als een bijzondere communicatiedoelgroep
Het SWT gaat volgens de transformatie- en participatiegedachte
met eigen behoeftes en wensen en waarvoor een eigen
werken. Dat betekent vraaggericht, inwoner centraal, eigen
communicatieaanpak nodig is.
kracht. Die uitgangspunten trekken we door voor de inrichting
van de communicatie. We betrekken daarom ook medewerkers
In de gemeente Zwolle is een communicatienetwerk van (jeugd)
en Zwollenaren bij het bepalen van de wijze van communicatie.
partners/jeugdhulpaanbieders gevormd dat actief samenwerkt
We peilen de communicatiebehoefte en toetsen welke middelen
en de afstemming zoekt in de communicatie naar inwoners
en manieren passen bij de verschillende doelgroepen waaronder
en de eigen medewerkers en cliënten. De samenwerking
jongeren. We kijken naar de specifieke wijk en de wijkopgave in het
bevordert de eenduidige boodschap en de afstemming van de
bijzonder met betrekking tot de wijkjeugd.
communicatieactiviteiten naar Zwollenaren, personeel en cliënten.
Deze partners vervullen een belangrijke informatiebron voor
>
64
>
We bepalen nog nader hoe we inspraak van jongeren en
Adviesbureau Risicomanagement (NAR) een risicoanalyse voor de
kinderen organiseren. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van
IJsellandgemeenten uitgevoerd. De risicoanalyse is in een bijlage
de Jongerenraad, kinderraad of een bestaande cliëntenraad
bij het raadsvoorstel behorend bij dit Beleidsplan opgenomen.
van één van de deelnemende organisaties of een combinatie
In regioverband hebben wij aan de hand van de risicoanalyse
ervan. We zetten middelen in die aansluiten bij jongeren zoals
aandacht voor risico’s en zullen wij deze nauwlettend volgen: de
Facebook, Twitter en Whatsapp. De website wordt zo ingericht dat
risico’s zijn in beeld, daar waar mogelijk worden maatregelen
deze toegankelijk is voor jongeren en de jongere doelgroep(en)
getroffen en sommige risico’s zijn inmiddels al achterhaald of
aanspreekt.
ondervangen.
De samenwerking in het communicatienetwerk gaat door. Deze
De belangrijkste risico’s op hoofdlijnen zijn:
sluit aan op de samenwerkingsstructuur van het SWT. De eerste
• In de gemeente Zwolle ligt het gebruik van PGB’s substantieel
stappen daartoe zijn al gezet door meer partners, zoals de
hoger dan het landelijk gemiddelde.
huisartsen en de scholen, te betrekken bij de communicatie.
Historische cijfers laten zien dat Zwollenaren meer gebruik
maken van zorg via het PGB dan het landelijk gemiddelde.
7.6Risico’s
Omdat de gemeente Zwolle continuïteit van hupverlening
De uitvoering van de jeugdhulpverlening voor kinderen en
moet leveren, is de gemeente Zwolle verplicht dit PGB in 2015
jongeren betekent een enorme uitdaging voor de gemeente Zwolle
voort te zetten. Op korte termijn is hier geen besparing op in
en brengt ook risico’s met zich mee. Het is een grote uitdaging
te boeken, de PGB-houder heeft zelf zeggenschap over bij wie
voor gemeenten om de nieuwe jeugdzorgtaken kwalitatief goed
de zorg wordt ingekocht en de gemeente kan hier niet over
en binnen de financiële kaders uit te voeren. Een belangrijke
onderhandelen. Dit geldt voor de gehele regio IJsselland+
stap in dit proces is het uitvoeren van een risicoanalyse. Een
• Door een betere lokale toeleiding kan de zorgconsumptie op
risicoanalyse stelt ons in staat om proactief maatregelen te
korte termijn stijgen.
treffen, risico’s mee te nemen n het sluiten van contracten
Door de oprichting van de SWT’s wordt de toegang
en verwachtingen te managen naar burgers, gemeenteraad
laagdrempelig georganiseerd en dat betekent dat kinderen,
en externe partijen. In augustus 2014 heeft het Nederlands
jongeren en ouders eerder hulp en ondersteuning kunnen
>
65
>
vragen. Dit kan op korte termijn leiden tot een stijging van
de zorgconsumptie. Door meer in te zetten op preventie
verwachten wij dat op de middellange termijn een besparing
kan worden ingeboekt.
• De gemeente heeft een hulpverleningsplicht.
Wanneer het budget op is en er toch noodzakelijk zorg
moet worden ingezet heeft de gemeente een betalingsen leveringsplicht. In de (regionale) contracten met de
jeugdhulpaanbieders en in het vereffeningsmodel besteden wij
hier aandacht aan.
• De gemeente is niet de enige toegang tot hulpverlening.
Huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten mogen direct
verwijzen, evenals de rechter en de gecertificeerde instelling.
Met de huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten komen
wij tot afspraken over samenwerking met de SWT’s.
• Calamiteiten en incidenten.
In de jeugdhulp kunnen zich heftige incidenten en calamiteiten
voordoen. Reacties hierop kunnen leiden tot ongewenste
beleidsaanpassingen waardoor professionals meer tijd
besteden aan het voldoen aan regels. In een op te stellen
calamiteitenprotocol worden afspraken over de omgang met
incidenten en calamiteiten vastgelegd.
• Onzekerheid aannames.
Er worden nu keuzes gemaakt op basis van cijfers waarvan niet
met 100% zekerheid gezegd kan worden dat deze juist zijn. Dit
>
66
>
leidt tot onzekere effecten van financiële ramingen. Landelijk
Wij leggen verantwoording af aan de gemeenteraad en de
worden gesprekken gevoerd om te kijken of het rijk gemeenten
inwoners van Zwolle. Daarbij gaat het om het totale veld van de
op dit punt financieel tegemoet kan komen.
jeugdhulpverlening, dus zowel over het lokale- als het regionale
jeugdbeleid. Wij gebruiken daarvoor de reguliere instrumenten
7.7Verantwoording over de uitvoering en
resultaten van het beleid
voor planning en control en de jaarrekening en borgen daarmee de
Het Rijk werkt samen met gemeenten aan het vaststellen en
en sturen en verantwoorden op de doelstellingen van dit
toegankelijk maken van een set indicatoren om op landelijk niveau
Beleidsplan Jeugdhulp.
integraliteit van de jeugdhulpverlening met andere zorggebieden
inzicht te krijgen in de effecten van de nieuwe wet. Ook wil het
Rijk dat gegevens over het hele sociale domein zoveel mogelijk
Om de resultaten te meten, zijn resultaatgerichte indicatoren
gestandaardiseerd worden om integrale ondersteuning van
nodig. Deze indicatoren zullen onder andere bepaald worden aan
cliënten te bevorderen.
de hand van maatschappelijke effecten die wij willen realiseren,
zoals:
Met de decentralisatie ligt de verantwoordelijkheid voor het beleid
en de uitvoering van de Jeugdwet bij de gemeente. Ondanks
de regionale samenwerking is elke gemeente individueel
verantwoordelijk voor de uitvoering van haar jeugdzorgbeleid.
De monitoring en verantwoording is zowel lokaal als regionaal.
Monitoring voor de regionaal ingekochte zorg zal op regionaal
niveau plaatsvinden.
• Burgers weten waar ze terecht kunnen met vragen op het
gebied van opvoeden en opgroeien;
• Signalen van dreigende problemen worden tijdig herkend en
besproken met ouders;
• Ondersteuning wordt zoveel mogelijk geleverd door personen
uit het eigen netwerk en zo dichtbij als mogelijk;
• De ondersteuning wordt tijdig geleverd;
• De ondersteuning heeft een duurzaam effect;
De lokale toegang (SWT) en aanbod in het preventieve domein,
waaronder de toewijzing van de hulpverlening, zal op lokaal niveau
• Cliënten zijn tevreden over de geboden ondersteuning (inclusief
de toeleiding en toewijzing);
worden gemeten. Dit zal meegenomen worden in de periodieke
• De veiligheid is gewaarborgd;
evaluatie van de SWT’s.
• De uitgaven blijven binnen het begrote budget.
>
67
>
Zodra de landelijke set indicatoren beschikbaar is stellen wij in
Daar waar het gaat om de aanvullende kwaliteitseisen vindt de
2015 in overleg met onze partners (waaronder de Participatieraad
bewaking ervan plaats door middel van verantwoordingen en
en de Jongerenraad) een set aan indicatoren op die wij de
dialoog met jeugdhulpaanbieders over hun kwaliteit.
komende jaren gaan gebruiken (Transformatieagenda 2015).
Hierbij zal gebruik gemaakt worden van hetgeen al ontwikkeld is
Verantwoording aan het Rijk
door bijvoorbeeld de GGD en het CBS.
De middelen voor de uitvoering van de Jeugdwet, de
maatschappelijke ondersteuning en het Participatiebudget vormen
Eén van de meest gehoorde punten van kritiek in de
samen de inkomstenkant van het sociaal deelfonds en worden
jeugdhulpverlening is de aanwezigheid van een overmaat aan
toegevoegd als apart onderdeel aan het gemeentefonds.
bureaucratie. Onder meer versnippering van de zorg en een (te)
De eerste drie jaar zijn er aan dit deelfonds beperkte
grote nadruk op het afleggen van verantwoording worden als
bestedingsvoorwaarden gesteld. Na deze drie jaar zullen de
oorzaken genoemd. De afgelopen jaren zijn er vele initiatieven
middelen in het algemeen gemeentefonds komen. Het Rijk vraagt
genomen om de regeldruk in de jeugdhulpverlening te beteugelen.
geen verantwoording over de rechtmatigheid van de bestedingen,
Wanneer wij extra beleidsinformatie van de jeugdhulpaanbieders
maar zal slechts via monitoring op macroniveau inzicht willen
en de GI opvragen maken wij zoveel als mogelijk gebruik van wat
krijgen in de hoogte van de uitgaven. De voorwaarde is dat
al ontwikkeld is, dit om jeugdhulpinstellingen en werkers in het
gemeenten de middelen uit het deelfonds alleen mogen besteden
veld niet extra te belasten.
binnen het sociaal domein. De gemeente mag wel zelf bepalen
hoe deze middelen verdeeld worden over de drie decentralisaties.
Omdat wij vanaf 1 januari 2015 via het CBS (Statline)
Vervolgens zal er een toets plaatsvinden of de baten uit het sociaal
beleidsinformatie van de aanbieders van jeugdhulp en de GI op
deelfonds volledig zijn besteed. Bij onvolledige besteding van de
kunnen vragen, nemen wij in de afspraken met hen in elk geval
middelen gedurende het totaal van deze drie eerste jaren, kan het
de verplichting op dat zij twee keer per jaar binnen de gestelde
Rijk besluiten tot terugvordering van gelden.
landelijke termijn de gevraagde gegevens bij het CBS aanleveren.
Ook zijn zij al bij wet verplicht om maatschappelijke en financiële
verantwoording af te leggen.
>
68
>
Bijlage 1 Transformatieagenda Zwolle
Inleiding
In het Beleidsplan is aangegeven wat de gemeentelijke visie en ambitie is op het gebied van de jeugdhulp en welke
uitgangspunten daarbij gelden. De jeugdhulpinfrastructuur is beschreven en de wijze waarop de toegang tot de
jeugdhulp wordt georganiseerd, met nadrukkelijk aandacht voor de positie van kinderen, jongeren en ouders hierbij.
In het Beleidsplan is aangegeven wat de gemeentelijke
visie en ambitie is op het gebied van de jeugdhulp en welke
uitgangspunten daarbij gelden. De jeugdhulpinfrastructuur is
In de komende periode zullen we samen met jongeren, ouders en
beschreven en de wijze waarop de toegang tot de jeugdhulp wordt
partners deze transformatieagenda aanvullen en uitwerken. Het is
georganiseerd, met nadrukkelijk aandacht voor de positie van
dan ook een dynamisch document – er komen onderdelen bij, en
kinderen, jongeren en ouders hierbij.
onderdelen kunnen worden afgerond. Voor nu (oktober 2014) zijn
de thema’s van deze transformatieagenda:
De transitie en de transformatie van de jeugdhulp gaat in de
1.Versterken preventie en bevorderen innovatie
komende periode onverminderd door. In deze transformatieagenda
2.Verbinding passend onderwijs en transitie jeugdzorg
zijn een aantal speerpunten voor 2015 nader uitgewerkt.
3.Participatie. Dit thema staat apart benoemd, maar loopt ook Dit betekent niet dat de andere thema’s van het Beleidsplan
als rode draad – net als communicatie –door de andere thema’s
Jeugdhulp minder belangrijk zijn, ook daaraan wordt in het
heen.
komende jaar gewerkt.
4.Overgang 18-/18+
5.Monitoring
>
69
>
1.Versterken preventie en bevorderen innovatie
Beschrijving
De transitie biedt een kans voor innovatie en vernieuwing. De gemeente Zwolle zet hierbij meer in op preventie en ambulante vormen
van ondersteuning om kinderen zoveel mogelijk in hun eigen gezin en leefomgeving te ondersteunen en daarmee verblijfszorg
voorkomen. Bij innovatie spelen er 2 lijnen:
• innovatie bij bestaande aanbieders;
• innovatie door toelating van nieuwe aanbieders en ruimte voor nieuwe initiatieven.
>
70
>
Acties
Met wie
Wanneer
Toelichting
Innovatie en verschuiving naar voren bij bestaande aanbieders
Onderdeel (regionale) Bestaande aanbieders
Vóór 1
In 2014, 2015 en 2016 werken de jeugdhulpaanbieders samen met de
contracten
november gemeenten aan de transformatie volgens de regionale visie “Opvoeden
2014
Versterken”. We zetten meer in op preventie en ambulante vormen van
ondersteuning ter voorkoming van verblijfszorg. We werken vanuit de
eigen kracht van het gezin aan één gezin, één plan in relatie met de
andere transitiedossiers. Innovatie en vernieuwing in het nieuwe stelsel
en binnen de nieuwe Jeugdwet is hiermee mogelijk. Dit vindt plaats
binnen budgetafspraken met die bestaande aanbieders
Monitoring afspraken Bestaande aanbieders
Continu
Zie ook 5. De regionale bedrijfsvoeringsorganisatie monitort en bewaakt
en ontwikkelingen irt
de gemaakte afspraken met aanbieders en rapporteert hierover aan de 12
transformatie
gemeenten.
Innovatie en preventie – ruimte voor nieuwe, innovatie aanbieders c.q. nieuwe initiatieven en borgen van al lopende initiatieven
Opstellen
Ervaringsdeskundigen
Vóór 1
In de regeling worden onder meer opgenomen:
subsidieregeling
(jongeren en ouders)
maart 2015 criteria waaraan initiatieven moeten voldoen
Klankbordgroep jeugdzorg/
welke partijen een aanvraag kunnen indienen hoe de aanvraagprocedure
participatieraad
en beoordeling plaatsvindt.
Het subsidieplafond is € 1 miljoen.
Beoordelen
aanvragen en
monitoring
subsidieregeling
Ervaringsdeskundigen
(jongeren en ouders)
Participatieraad/
jongerenraad/
klankbordgroep Jeugdzorg
(vertegenwoordiging van)
Partners
Evaluatie en borging
pilots CJGs en
bestaande initiatieven
Extra inzet op
Partners – onderwijs,
preventie
welzijn, zorg , en
ervaringsdeskundigen
(jongeren en ouders)
Maart
Evaluatie medio 2016
2015 –
december
2016
Vóór 1
februari
2015
Continu
Relatie met thema 2. Betreft bestaande initiatieven die nog niet
inhoudelijk en structureel financieel zijn geborgd. Nu veelal incidenteel
gefinancierd. Het beschikbare budget hiervoor is € 800.000
Met elkaar vaststellen waarop extra inzet nodig is, afspraken maken hoe
dit te organiseren en te financieren en scherp blijven op mogelijke overlap
en deze voorkomen/eruit halen en zoeken naar efficiency mogelijkheden.
>
71
>
2.Verbinding passend onderwijs - Jeugdzorg
Beschrijving
twee jaar heeft de samenwerking geresulteerd in de visie en
De transitie Jeugdzorg staat nadrukkelijk in verbinding met het
uitgangspunten “Positief Opgroeien”. Daarnaast zijn er in het
Passend Onderwijs. Gemeente en scholen staan gezamenlijk aan
kader van de doorontwikkeling van het NJG op 9 scholen (BO, VO
de lat om de ondersteuning aan kinderen en jongeren goed vorm
en MBO) pilots gestart ter ondersteuning van de aansluiting tussen
te geven. De ontwikkelingen op het gebied van Passend Onderwijs
onderwijs en jeugdhulpverlening.
dragen bij aan de doelstellingen van de transitie en transformatie
van de jeugdzorg en vice versa. Het gaat hierbij enerzijds om het
Doel van deze 9 pilots is om de ondersteuningsstructuur op
gezamenlijk realiseren van een soepel verlopende schoolloopbaan
school vorm te geven en verder te ontwikkelen op basis van de
en anderzijds om het gezamenlijk realiseren van een goede
uitgangspunten positief opvoeden:
ondersteuningsstructuur.
• Opvoeden versterken, waaronder eigen kracht.
• Het belang van een opvoedende leefomgeving.
Ter voorbereiding op al deze ontwikkelingen is in de afgelopen
• Hulp in de directe leefomgeving.
2 jaar de samenwerking tussen de gemeente en het onderwijs
• Samenhangend aanbod.
geïntensiveerd. Het onderwijs en de gemeente Zwolle spreken
elkaar regelmatig, zowel ambtelijk als bestuurlijk. De afgelopen
Elke pilot heeft zijn eigen accenten.
>
72
>
opstellen van de ontwikkelagenda’s maken we zoveel als
Uit de pilots blijjkt wat er randvoorwaardelijk nodig is voor een
mogelijk gebruik van bestaande (overleg)structuren.
effectieve ondersteuningsstructuur, wat wenselijk is aan functies
binnen het ondersteuningsteam, en welke afspraken en criteria
Een sterke basis
hierbij gelden (kwaliteit, compententies en wie doet wat).
Vooropgesteld, Zwolle heeft een solide en kwalitatief goede
onderwijsinfrastructuur. Wel blijft het belangrijk om door te
Er zijn veel gezamenlijke thema’s tussen het onderwijs en
ontwikkelen, iets wat scholen ook al doen.
de gemeente Zwolle. Veel van deze thema’s zijn al belegd in
Vragen die hierbij spelen zijn:
overlegstructuren, afspraken en gezamenlijk opgestelde agenda’s,
Wat doet de school aan het versterken van het pedogische
zoals het voortijdig schoolverlaten en onderwijshuisvesting. In
klimaat op school? Wij vragen van de scholen als onderdeel van
de komende periode willen we lokaal prioriteit geven aan de
de ontwikkelagenda een duidelijke visie te formuleren op het
ondersteuningstructuur. Vanuit dit thema zullen nog andere
pedagogisch klimaat op school en de uitvoering hiervan. Gezien
thema’s naar voren komen. Telkens kijken we samen met het
de verandering in doelgroep vraagt het van scholen ook een
onderwijs, welke acties en/of verbeterplannen nodig zijn, wat
investering in het versterken van de voorwaarden om tot leren te
daarin prioriteit heeft en wie daarin wat doet.
komen, zoals een positief opvoedingsklimaat en het planmatig/ handelingsgericht werken door leerkrachten en docenten.
In de komende periode willen we met een ontwikkelagenda langs
Wat kunnen we ter versterking hierin gezamenlijk doen?
drie lijnen afspraken met het onderwijs maken over:
Hoe wordt jongeren en ouderparticipatiebetrokkenheid binnen
• Een sterke basis
een school vormgegeven en hoe kan dit, indien nodig, worden
• Ondersteuning waar nodig
versterkt? We onderzoeken of het nodig is of er naast de • Speciaal als het moet
huidige afspraken met het onderwijs, afspraken gemaakt dienen
• Er komt een ontwikkelagenda met het basisonderwijs waarbij
te worden over de invloed van jongeren binnen het onderwijs.
worden ook de voorschoolse voorzieningen betrokken. Er komt
Daarbij kijken we of welke rol de Jongerenraad bij een eventuele
daarnaast een aparte ontwikkelagenda met het voortgezet
ontwikkeling daarvan kan spelen.
onderwijs en één met het middelbaar onderwijs. Bij het
>
73
>
voor de evaluatie van de ondersteuningsstructuren en spreken
Ondersteuning waar nodig
Een voorwaarde voor passend onderwijs en de transitie
af hoe de evaluatie plaatsvindt.
• Hoe de verbinding tussen de ondersteuningsstrcutuur op school
van de jeugdhulpverlening is een goed werkende
en de wijk het beste kan worden vormgegeven, waarbij het
ondersteuningsstructuur in en om de school. Een
jeugdgezondheidszorg, leerplicht en schoolmaatschappelijk
ondersteuningsteam op school bestaat veelal uit: de intern
werk een belangrijke rol hebben in die verbinding. De
ondersteuner/zorgcoordinator, Jeugdverpleegkundige/jeugdarts,
wederzijdse verantwoordelijkheden worden daarbij duidelijk
schoolmaatschappelijk werk en leerplichtambtenaar. We werken
omschreven. We kijken hierbij goed naar de context van de wijk
maken afspraken over een sluitende ondersteuningsstructuur die
en de school; maatwerk is hierbij het sleutelwoord.
door school en gemeente gedragen wordt.
Planning
Speciaal waar het moet
Startbijeenkomst – november 2014. Doel bijeenkomst: afspraken
Bij sommige ondersteuningsvragen is inzet van specifieke
maken over opdracht, structuur en inhoud.
expertise nodig. Belangrijk hierbij is dat er korte lijnen zijn zodat
Eindrapportage pilots – januari 2015.
hulp tijdig kan worden ingezet.
Ontwikkelagenda gereed – vóór 31 maart 2015.
Vóór 1 augustus 2015 implementatie afspraken vanuit
In de komende periode brengen we met het onderwijs in kaart:
ontwikkelagenda, waaronder financiering.
• Welke ondersteuningscompetenties er op de verschillende
schooltypen zijn. Daarbij brengen we ook de omvang en de
financier in beeld.
• We evalueren de pilots in het kader van de doorontwikkeling
NJG.
• We formuleren aandachtspunten voor een goede zorgstructuur
en maken afspraken over de invulling, waaronder financiering.
• We formuleren met het onderwijs welke thema’s belangrijk zijn
>
74
>
3.Participatie
Beschrijving
Onder participatie verstaan wij de invloed die kinderen, jongeren en hun ouders, belangenbehartigers en burgers hebben op de
ontwikkeling en invulling van het beleid, tijdens en na de transitie van de jeugdzorg. Wij vinden deze invloed belangrijk omdat wij de
jeugdhulpverlening zo willen inrichten dat maximaal rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften van kinderen, jongeren en
ouders zodat hulpverlening op maat geleverd wordt aan de (jonge) burgers in Zwolle. Dit op basis van de visie positief opgroeien waarbij
het ‘kind in zijn of haar context’ steeds uitgangspunt is.
Acties
Participatie integraal opzetten
In kaart brengen hoe participatie
nu georganiseerd is op zowel
gemeentelijk- als instellingsniveau
Op welke wijze kan de invloed van
kinderen, jongeren en hun ouders,
belangenbehartigers en burgers
vergroot worden?
Subthema pleegzorg
Pleegzorg als verdiepingsthema op
agenda
Met wie
Partners
Wanneer
Vóór 1 maart 2015
Toelichting
Interne actie gemeente Zwolle
Ervaringsdeskundigen
Vóór 1 juli 2015
Participatieraad/
jongerenraad/
klankbordgroep
Jeugdzorg
(vertegenwoordiging van)
Te denken valt aan invloed op inrichting van
de leefomgeving maar ook aan invloed op
beleid bij de jeugdhulpinstellingen en in het
hulpverleningsproces
Ervaringsdeskundigen
Themabijeenkomst januari
Participatieraad/
2015 – voorbereiding
jongerenraad/
bijeenkomst najaar 2014
klankbordgroep
Jeugdzorg
(vertegenwoordiging van)
Pleegzorgorganisaties
Organiseren van een themabijeenkomst
“Pleegzorg”. Doel: op basis van knelpunten
en verbeterpunten concrete actie punten
benoemen en hierover vervolgafspraken
maken
Relatie met thema 18-/18+.
>
75
>
4.Overgang 18+/18Beschrijving
Voor de Jeugdhulp wordt een leeftijdsgrens van 18 jaar gehanteerd voor de verschillende vormen van jeugdhulp. Na het 18e jaar
vinden ondersteuning, hulp en zorg in de regel plaats uit een ander wettelijk kader, zoals Wmo, ZVW of AWBZ. Op basis van input van
verschillende partijen is het duidelijk geworden dat de continuïteit van hulpverlening voor jongeren na hun 18e belangrijk is en geborgd
kan worden als partijen elkaar weten te vinden en in gesprek zijn. Het voorkomen van dakloosheid onder jongeren en jongvolwassenen
is topprioriteit voor de gemeente Zwolle. De komende periode zetten wij ons samen met woningbouwcorporaties, banken, verzekeraars
en energiebedrijven in op het voorkomen van dakloosheid door vroegtijdig mensen terzijde te staan. De vraag die centraal staat in deze
inventarisatie is: hoe wij op lokaal niveau met de samenwerkende organisaties op een effectieve wijze nazorg organiseren die gericht is
op zelfstandigheid en zelfredzaamheid van jongeren uit de jeugdhulpverlening tussen de 17 en 23 jaar.
Acties
Met wie
Wanneer
Toelichting
Overgang hulpverlening bij bereiken 18 jarige leeftijd
Inventariseren wet- en Partners
Vóór 1 januari 2015 Mogelijkheden verlengde jeugdhulpverlening in kaart brengen
regelgeving
Realiseren doorlopende Jeugdhulpaanbieders Vóór 1 juli 2015
Aansluiting gemeentelijk domein en verzekeraarsdomein
zorgpaden door
Zorgverzekeraars
integraal zorgaanbod
Ervaringsdeskundigen
Pleegzorg
Ervaringsdeskundigen
Bij dit thema speelt ook de verbinding tussen 18-. Daar actiepunten
en prioriteiten benoemen en afspraken maken over vervolgproces.
Voorkomen van dakloosheid onder jongeren en jongvolwassenen
Voorbereiding op zo
Ervaringsdeskundigen Vóór 1 juli 2015
Aanleren woonvaardigheden +
zelfstandig mogelijk
Woningcorporaties
Voorlichting en praktische begeleiding
deelnemen aan
Zorgverzekeraars
maatschappij na 18e
GGD, SWT’s
verjaardag
Bestaande aanbieders
>
76
>
5.Monitoring
Beschrijving
Met de decentralisatie ligt de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering van de Jeugdwet bij de gemeente. Ondanks de
regionale samenwerking is elke gemeente individueel verantwoordelijk voor de uitvoering van haar jeugdzorgbeleid. De monitoring en
verantwoording is zowel lokaal als regionaal. Om de resultaten te meten, zijn resultaatgerichte indicatoren nodig. In 2015 stellen wij
in overleg met onze partners (waaronder de Participatieraad en de Jongerenraad) een set aan indicatoren op die wij de komende jaren
gaan gebruiken.
Acties
Met wie
Inventariseren wat er al is aan monitorings- en verantwoordingsinformatie
Inventariseren wat er
Partners
al aan monitorings- en
verantwoordingsinformatie is
Ontvangst landelijke
Rijk/VNG
handreiking indicatoren
Ontwikkelen monitorings- en verantwoordingsindicatoren
Ontwikkelen
Ervaringsdeskundigen
resultaatgerichte indicatoren Participatieraad/jongerenraad/ klankbordgroep
Jeugdzorg (vertegenwoordiging van)GGD
Jeugdhulpinstellingen
Gemeenteraad
Resultaatgerichte
Gemeente
indicatoren integreren in
verantwoordingsproces
Wanneer
Toelichting
Vóór 1 februari 2015
Interne actie gemeente Zwolle
Vóór 1 februari 2015
Wordt landelijk ontwikkeld
Vóór 1 juli 2015
Zoveel mogelijke gebruik
maken van wat er al
is; betrekken Raad bij
ontwikkeling
Vóór 1 september
2015
>
77
>
Bijlage 2 Regionale Transformatieagenda
Kwaliteit Jeugdzorg Regio IJsselland
1. Inleiding
Per 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor
Dit maakt het mogelijk te sturen op kwaliteit.
de gehele jeugdzorg. Via het Regionale Transitie Arrangement
IJsselland + (RTA) hebben de 11 gemeenten de continuïteit van
De opdracht van de werkgroepen Zorginhoud is het formuleren
deze zorg in 2015 en 2016 gewaarborgd en hiermee de ruimte
van de minimale voorwaarden aan de toegang tot jeugdhulp,
gecreëerd om de transformatie vorm te geven.
de kwaliteit en innovatie. voor de regionale inkoop- en
Eveneens hebben de regiogemeenten in dit RTA afgesproken om
subsidieafspraken 2015 en 2016. In deze notitie doet de werkgroep
deze zorg in ieder geval in 2015 en 2016 gezamenlijk in te kopen.
een inhoudelijk voorstel voor eisen. Deze notitie vormt input voor
het formuleren van subsidie- en/of contractvoorwaarden.
We hebben door deze nieuwe taken te maken met een
ontwikkelperiode, zowel in het voorbereidend jaar 2014 als de
Zorgvormen/organisaties waarvoor de eisen moeten gelden
periode 2015 en 2016 (RTA) waarin we met nieuw elan en nieuwe
De eisen zullen van toepassing zijn op de volgende onderdelen:
randvoorwaarden de transitie en transformatie vorm gaan geven.
• J-GGz: landelijke afspraken en overgangstermijn van drie
Vanuit deze nieuwe positie en rollen moeten we gaan werken aan
jaar: gemeenten sluiten inkoopcontracten met de bestaande
goed opdrachtgeverschap met als doel kwalitatief goede zorg
zorgaanbieders, bekostigingsmethode en systematiek blijft
voor de jeugd. Om dit te sturen zullen wij goede afspraken aan
zolang gehandhaafd t/m 2016, (beperkte) ondersteuning van
de voorkant moeten maken in de vorm van subsidievoorwaarden
Zorgverzekeraars
en/of contractvoorwaarden en de voortgang te volgen en de te
behalen resultaten (outcome) te monitoren en te evalueren.
• Jeugd-en opvoedhulp: subsidiebeschikkingen Trias en Pactum
(subsidie).
>
78
>
• Jeugdreclassering (JB) en jeugdbescherming (JR) d.m.v.
subsidiebeschikkingen.
• Jeugd/LVG: inkoopcontracten met een nog nader te bepalen
aantal grotere zorgaanbieders (o.a. Vitree en Ambique)
en daarom aansluitende afspraken met de kleinere
zorgaanbieders.
• Financiering van nieuwe crisisopvang/spoedhulp en AM(H)K
(subsidie), kader: Wmo.
• Ruimte voor nieuwe innovatieve aanbieders.
2 Dit sluit aan bij de bijlage “contractering jeugdzorg” bij de memo regionale
samenwerkingsvormen zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg regio IJsselland d.d.
26 maart 2014.
>
79
>
2. Toegang
In het RTA regio IJsselland is afgesproken dat de toeleiding tot de
De gemeente is verantwoordelijk voor een deskundige advisering
gespecialiseerde zorg altijd verloopt via de lokale infrastructuur.
over en beoordeling van de vraag of er een voorziening op het
Elke gemeente is vrij dit op haar eigen manier te organiseren,
gebied van jeugdhulp nodig is en welke voorziening dit dan is. De
bijvoorbeeld via het Centrum voor Jeugd en Gezin of in een sociaal
door de gemeente te treffen voorziening kan zowel een algemene,
gebiedsteam. Dit sluit aan bij de visie om ondersteuning en zorg zo
vrij toegankelijke voorziening zijn als een individuele voorziening.
nabij en toegankelijk mogelijk te organiseren en bij het principe:
Een individuele voorziening zal vaak betrekking hebben op de
één gezin, één plan en één regisseur. De opzet is dat de toeleiding,
meer gespecialiseerde zorg.
maar ook de afschaling van interventieniveaus, op lokaal niveau
plaatsvindt op grond van uniforme regionale criteria.
Vanaf 1 januari 2015 hoeven er geen indicatiebesluiten meer
te worden afgegeven. Gemeenten moeten wel bepalen welke
De toeleiding moet niet ingeperkt worden door uniforme criteria,
jeugdhulp als vrij en als niet vrij toegankelijk wordt beschouwd
maar gemeenten richten hun lokale infrastructuur op zodanige
en professionals moeten gemandateerd zijn om te kunnen
wijze in dat zij de toeleiding lokaal op een deskundige manier
doorverwijzen. In het RTA is al vastgelegd dat de toeleiding naar de
kunnen uitvoeren. Wanneer men met regionale wegingcriteria
zwaardere vormen van jeugdhulp altijd via de lokale infrastructuur
gaat werken, blijft de huidige toewijzingsprocedure (zoals bij
verloopt. Belangrijk daarbij is dat de individuele gemeenten zorgen
Bureau Jeugdzorg) grotendeels intact. De bedoeling is dat het
voor voldoende expertise en deskundigheid in hun CJG of sociaal
anders moet en dat generalisten in het basisteam van het CJG of
gebiedsteam. Dat betekent dat lokale teams met haar generalisten
sociaal gebiedsteam meer handelingsruimte moeten hebben om
straks kunnen bepalen of een jeugdige en het gezin in aanmerking
maatwerk te kunnen bieden.
komt voor de specialistische zorg. Het credo hierbij is ´ loslaten´.
Het betreft hier de toeleiding naar de niet vrij toegankelijke
voorzieningen die regionaal worden ingekocht.
>
80
>
In de Jeugdwet is bepaald dat gemeenten voor een aantal taken op
In de jeugdregio IJsselland+ organiseren we samen:
regionaal niveau moeten samenwerken. Dit betreft de uitvoering
• Alle vormen van Jeugdhulp (daghulp t/m 24 uur) die
van kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en
noodzakelijkwijs gegeven moeten worden in een residentiele
bepaalde specialistische vormen van jeugdhulp (pleegzorg),
voorziening of klinische setting. Onder andere:
de gesloten jeugdhulp en het Advies- en Meldpunt Huiselijk
• Jeugd en opvoedhulp
geweld en Kindermishandeling (AMHK). Deze vormen van
• Jeugd hulp voor verstandelijk, lichamelijke of zintuigelijke
jeugdhulp/maatregelen komen, relatief gezien, beperkt voor
beperkte jeugdigen; Jeugd geestelijke gezondheidszorg (J-GGZ)
en daarom is er in deze regio sprake van een beperkt aantal
• Gesloten jeugdhulp
aanbieders. Het gaat vaak om dure vormen van zorg die vragen
• Pleegzorg
om specialistische kennis van de inkopende partij. Vanwege
• Jeugdbescherming en jeugdreclassering
het feit dat het gespecialiseerde aanbod zowel kwalitatief als
• Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling
kwantitatief voldoende beschikbaar moet zijn, is het gewenst
(AMHK)
(en grotendeels verplicht) dat gemeenten deze taken in
• Crisishulp
samenwerking oppakken. Deze taken zijn niet vrij toegankelijk
• Vertrouwenspersoon
(behalve het AMHK) en betreffen dus individuele voorzieningen.
• Collectieve belangenbehartiging en (cliënten)participatie.
Gemeenten moeten in hun verordening de toegang tot en de
toekenning van deze voorzieningen regelen. Naast deze verplichte
samenwerkingstaken in de Jeugdwet , is er ook regionale
samenwerking gewenst op het gebied van de 24-uurs crisishulp,
de vertrouwenspersoon, de collectieve belangenbehartiging en
cliëntenparticipatie.
>
81
>
3. Regionale basisvoorwaarden toegang
Gemeenten hebben dus de vrijheid om de lokale toegang zelf in te
f.
Voordat doorgeleid wordt naar zorg op de zwaardere vullen, mits zij voldoen aan de onderstaande basisvoorwaarden:
interventieniveaus vindt er lokaal of regionaal3 consultatie plaats bij gedragswetenschapper of GZ psycholoog;
g.
Iedere gemeente zorgt voor onafhankelijke generalisten in het toeleiden naar zwaardere vormen van jeugdzorg;
a.
Iedere gemeente zorgt ervoor dat de lokale toegang voldoet
aan de kaders die vanuit de Jeugdwet worden gesteld;
b.
Iedere gemeente zorgt ervoor dat de professionals bij de lokale toegang beschikken over de juiste competenties en de benodigde bevoegdheden, conform de wettelijke voorwaarden lokale toegang in de vorm van versterking nuldelijn bij de toegang: de norm verantwoorde werkhouding en de in de vorm van een gedragswetenschapper en GZ psycholoog;
eisen uit art. 2.1. van het Uitvoeringsbesluit.
i.
Iedere gemeente zorgt voor een goede sociale kaart jeugd;
j.
Wanneer er sprake is van zorg op de interventieniveaus 5, 6
en 7 blijft de lokale gemeente verantwoordelijk voor de d. Iedere gemeente zorgt voor voldoende expertise in haar casusregie. De gemeente wijst hiervoor een casusregisseur toe;
c.
h. Iedere gemeente zorgt voor voldoende expertise in haar Iedere gemeente werkt volgens de regionale visie ´opvoeden versterken´;
lokale basisteam;
e. Iedere gemeente legt in haar beleid vast wie bevoegd is tot het toeleiden naar de zwaardere vormen van jeugdhulp en geeft hiervoor mandaat aan deskundige generalisten;
>
82
>
k.
Casusregisseur van de lokale gemeente heeft de regie, e.
Regionale consultatie kan ook plaatsvinden in de Jeugd draagt zorg voor een integrale toewijzing van zorg, ziet toe op GGZ. Aan de huidige soorten DBC´s wordt een consultatie de duur van de hulpverlening en monitort de inzet op de DBC toegevoegd, omdat het in bepaalde gevallen belangrijk zwaardere interventieniveaus.
is dat specialisten uit de basis GGZ of de specialistische GGZ l.
Gezinsplan is leidend. In het gezinsplan worden de te behalen doelen vastgesteld en evaluatiemomenten opgenomen. Tijdens deze evaluatiemomenten wordt door degeneralist/
casusregisseur getoetst of de hulp voortgezet dient te worden. Dit gebeurt minimaal één keer per kalenderjaar.
meekijken voor wat er nodig is. Soms is meekijken
al voldoende en hoeft er geen volledig DBC te worden ingezet.
Aanvullende afspraken die gemaakt moeten worden bij
contractering van partners:
a.
Casusregisseur heeft samen met het gezin de regie over het gezinsplan;
b.
Hulpverlening wordt conform gezinsplan uitgevoerd;
c.
Zorgaanbieder bepaalt niet zelf de lengte en frequentie van de zorg, maar doet dit in overleg met de (onafhankelijke) generalist en conform het gezinsplan;
d.
Wanneer nodig schuiven zorgaanbieders aan bij lokale multidisciplinaire overleggen (MDO´s).
>
83
>
4. Kwaliteit
Op dit moment gelden er al diverse kwaliteitseisen binnen
De cliënt
de (jeugd)zorg die bij wet (Jeugdwet) geformuleerd zijn of
In de Jeugdwet staan de eigen verantwoordelijkheid en de eigen
door brancheorganisaties of beroepsbeoefenaars opgesteld
mogelijkheden van jeugdigen en hun ouder(s)/verzorger(s),
zijn. Wij hebben deze kwaliteitseisen geïnventariseerd en
met inzet van hun sociale netwerk, voorop. De cliënt is dan ook
opgenomen bijlagen A en B van deze notitie. Deze notitie
heel belangrijk bij het beoordelen van de kwaliteit van het (hulp)
gericht op aanvullende kwaliteitseisen gericht op de doelen
aanbod en de geboden diensten. Professionals moeten oog hebben
van de transformatie van de Jeugdzorg en de regionale visie/
voor wat de jeugdige en zijn omgeving zelf kan en wat er aan
uitgangspunten Transformatie Jeugdzorg
interventies of hulp nodig is om het beoogde resultaat te bereiken.
Wat kwaliteit van hulpverlening is en hoe dat wordt ervaren, wordt
bepaald door de jeugdige en zijn omgeving. Jeugdigen hebben zelf
hun mening over en ervaringen met de kwaliteit van geleverde
hulp. In de praktijk benadrukken zij specifieke kwaliteitsaspecten
van hulp. Het betreft vaak organisatorische en relationele
aspecten van kwaliteit, zoals bereikbaarheid en toegankelijkheid
van jeugdhulpvoorzieningen (dicht bij huis, zonder wachtlijst
beschikbaar), privacy, bejegening en persoonlijke autonomie.
Definiëring kwaliteit vanuit vier dimensies
De kwaliteit van hulp, ondersteuning en zorg voor een jeugdige/
het gezin kan vanuit vier dimensies herleid worden: de cliënt, de
beroepsbeoefenaar, het instrument en de organisatie.
>
84
>
Beroepsbeoefenaren
kennis, ofwel stand van de wetenschap wordt, indien mogelijk,
Als gezinnen er zelf of met behulp van hun netwerk niet uitkomen,
vertaald in richtlijnen, waarbinnen de professional moet werken
komen professionals in beeld. Een vakbekwame professional
en op basis waarvan hij keuzes zal maken over de in te zetten
beschikt over de juiste en actuele kennis en vaardigheden, kan
behandelmethode.
een adequate beroepshouding zichtbaar maken en neemt deel
aan deskundigheidsbevordering en intervisie. Reflecteren op
Organisaties
het eigen handelen is een essentiële voorwaarde om goed te
Organisaties die actief zijn binnen het jeugddomein dienen
kunnen functioneren als professional, ook volgens de eisen
de professionals in staat te stellen om zo goed mogelijke
die het nieuwe jeugdstelsel aan de professional stelt. Een deel
ondersteuning, hulp of zorg aan de jeugdige te bieden. Zij creëren
van de professionals is werkzaam als beroepsbeoefenaar en
de essentiële randvoorwaarden, zoals de samenwerking met
is aangesloten bij de daarvoor bestaande beroepsvereniging.
andere dienstverlenende organisaties die betrokken zijn rond de
Beroepsverenigingen waken over de kwaliteit, bijvoorbeeld door
zorg voor een gezin. De Jeugdwet stelt een aantal kwaliteitseisen
in een beroepsprofiel te beschrijven welke kennis en ervaring
aan instellingen. Organisaties dienen zorg te dragen voor een
voor de professie vereist is. Ook kunnen beroepsverenigingen een
laagdrempelige klachtenbehandeling en een onafhankelijke
beroepsregister instellen. Zo’n register kent toelatingseisen in de
klachtencommissie, privacybescherming, cliëntenraadpleging
termen van opleiding, supervisie, intervisie en levenslang leren via
en te werken met een meldcode voor kindermishandeling en
na- en bijscholing.
huiselijk geweld. Met kwaliteitskeurmerken als ISO of HKZ kunnen
organisaties laten zien dat zij een werkend kwaliteitssysteem
Instrumenten
hebben. De Jeugdwet schrijft geen kwaliteitskeurmerk voor,
Ook de interventies of methodieken die worden gebruikt bij het
maar stelt wel een werkend kwaliteitssysteem als eis. Waar het
bieden van hulp aan jeugdigen zijn van invloed op de kwaliteit.
om gaat, is dat een organisatie kan laten zien dat zij een lerende
In het jeugddomein wordt gebruik gemaakt van een veelvoud
organisatie is, aan systematische kwaliteitsbewaking doet, intern
aan methoden. Om te komen tot daadwerkelijk effectieve
kwaliteitsonderzoek uitvoert en voortdurend kwaliteitsverbetering
methoden heeft het beleid van de rijksoverheid zich de laatste
in het oog heeft.
jaren gericht op wetenschappelijke effectiviteitonderzoek. Deze
>
85
>
Algemene kwaliteitseisen
kwaliteitseisen kan juist belemmerend werken voor de opdracht
Voordat de werkgroep ingaat op mogelijke kwaliteitseisen
van de zorginstellingen om nieuwe betere vormen van hulp en
per dimensie, wil zij nog een aantal algemene kwaliteitseisen
ondersteuning te ontwikkelen die passen bij de uitgangspunten en
benoemen:
de financiële taakstelling.
a) Aantoonbaar bijdragen aan de beoogde transformatie
De werkgroep adviseert om vanuit de huidige afspraken en de
Wij hebben bij het opstellen van onze regionale visie, het
nieuwe wet kwaliteitseisen op te stellen. En bij het opstellen
Projectplan en het RTA, de zorginstellingen nauw betrokken.
van de inkoop- en subsidievoorwaarden vooral te richten op
De twee jarige continuïteit van de zorg hebben wij gewaarborgd
goede procesafspraken voor de komende transitieperiode. De
mits de zorginstellingen aantoonbaar bijdragen aan de beoogde
bestaande kwaliteitsstandaarden, wet en regelgeving en regionaal
transformatie. Dit moet blijken uit een tussenevaluatie in 2015.
beleidskader zijn hiervoor de inhoudelijke basis. Aangezien de
Indien partijen zich niet houden aan de voorwaarden die onderdeel
contractering en de beschikkingen voor het jaar 2015 en 2016
zijn van het RTA, worden continuïteitsafspraken gewijzigd.
gelden, moet er ruimte zijn om te ontwikkelen (transformatie) en
tegelijkertijd bureaucratisering voorkomen worden. Hiervoor is het
b) Kwaliteitseisen mogen geen afbreuk doen aan vermindering
nodig dat er gedurende deze periode op open wijze afstemming
van regeldruk en meer ruimte voor de professionals
plaats vindt over de werkpraktijk tussen opdrachtgever en
De werkgroep constateert dat de Jeugdwet , de afsprakenkaders
opdrachtnemer. Afspraken hierover zijn onderdeel van het contract
voor de (professionele) uitvoering ervan, het landelijk te
c.q. de beschikking.
ontwikkelen evaluatiekader4, het Projectplan IJsselland en
de lokale Beleidsplannen al voldoende input leveren voor het
c) Ook bij onderaannemerschap zijn de kwaliteitseisen van
formuleren van kwaliteitseisen. Het stellen van extra inhoudelijke
toepassing
eisen is naar de mening van de werkgroep niet meer in de
Ook bij onderaannemerschap worden de belangen van de
lijn met de uitgangspunten. Dan wordt voorbij gegaan aan
cliënt, de kwaliteit van de beroepsbeoefenaar, kwaliteit van het
het doel om tot verminderen van regeldruk te komenen meer
instrument en de vereisten aan de betreffende organisatie in
ruimte voor professional te realiseren. Extra inhoudelijke
acht genomen. Bovendien vergewist zich er van dat
>
86
>
uitvoeringsorganisatie de uitgangspunten van de regio IJsselland
aanpak (hulpverleningsplan) als onderdeel van verantwoorde
in acht neemt en hier naar handelt. De hoofdaannemer stimuleert
hulp. Onder voorwaarde van veiligheid van het kind. In een
hierbij innovatieve aanpak die verantwoord is (met inachtneming
gedwongen kader betreft het een andere situatie.
van doelen en kwaliteitseisen). Zij draagt zorg voor het (doen)
• maatwerk en in verbinding met het sociale netwerk, recht op
verzamelen van gegevens ten behoeve van verantwoording
privacy volgens de wetgeving, kwaliteit bejegening en kwaliteit
en beleidsinnovatie(monitoring). Specifieke aandacht voor
aanbod/dienst volgens kwaliteitsstandaard.
aanvullende eisen pleegzorg.
• ruimte voor beoordeling en evaluatie hulp en diensten door
cliënten zelf, het instellen van van een cliëntenraad (bij meer
d) Kwantiteitsafspraken
dan 10 fte’s), het goed informeren van cliënten over over de
Dit laat onverlet dat er ook afspraken gemaakt moeten worden
werkwijze, de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon
die ingaan op de kwantiteit. Een doelstelling als het verminderen
en klachtenregeling. De vertrouwenspersoon wordt in de
van het aantal kinderen dat langdurige intensieve (zwaardere)
gelegenheid gesteld zijn/haar werk uit te voeren.
ondersteuning nodig heeft is kwantificeerbaar.
• recht op vrije keuze voor zover reëel (b.v. geestelijke stroming)
• organisaties moeten de tevredenheid van cliënten toetsen.
Mogelijke Kwaliteitseisen/afspraken per dimensie 2015 en
2016
t.a.v. beroepsbeoefenaren
Op basis van de formele kaders (uitgangspunten transitie
• professionals voldoen aan de vereisten geldend voor die
en Jeugdwet en de regionale visie) en beredeneerd vanuit
de vier dimensies, stelt de werkgroep voor de volgende
kwaliteitseisen te hanteren bij de formulering van de contract- en
subsidievoorwaarden:
branche en/of functie (bv registratie).
• professionals kennen de uitgangspunten van ‘opvoeden
versterken’ en hanteren een werkwijze die hier bij past.
• de beroepsbeoefenaar draagt zorg voor aansluiting met de
lokale netwerken van de cliënt en draagt zorg voor uitwisseling
t.a.v. cliënt:
van de informatie voor zover nodig voor de uitvoering van het
• cliënt centraal (en zijn opvoeders), autonomie en oog voor wat
plan van aanpak, het behalen van de doelen of de afronding
cliënt zelf kan. Regie en vraaggericht werken. Inzet plan van
(bijvoorbeeld nazorg).
>
87
>
• de Verve werkwijze wordt gehanteerd en professionals zijn
daarin geschoold.
• Professionals brengen niet alleen hun (specialistische) kennis
t.a.v. organisatie
• organiseren en faciliteren uitvoering van het werk
• de organisatie is aanspreekbaar op het naleven van de vereisten
in tbv de begeleiding van de cliënt maar juist ook (op verzoek)
gesteld in de wet en andere richtlijnen zoals het hanteren van
in het voorliggende veld zodat mogelijk zware en dure hulp niet
een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.
meer nodig is.
• Andersom zullen beroepsbeoefenaren goed gebruik maken van
de kennis en expertise van de generalisten en/of signaleerders
en cliënten zelf.
• Beroepsbeoefenaren scholen zich wanneer gewenst t.b.v. de
kwaliteit van de uitoefening van de functie en voor zover dit
nodig is passend bij de nieuwe ontwikkelingen/kaders.
• draagt zorg voor randvoorwaarden goede uitoefening van de
functie en professie (registratiesysteem, scholing medewerkers,
communicatie cliënten , e.d.)
• de organisatie draagt zorg voor goede aansluiting en verbinding
met de lokale partners
• het afleggen van maatschappelijke verantwoording (volgens de
jeugdwet): rapportage/verslaglegging
• fungeren als opdrachtnemer en gesprekspartner met het oog
t.a.v. instrumenten/interventies
op beleidsontwikkeling, innovatie, benchmarking, evaluatie en
• ‘lichter wanneer het lichter kan’ als doelstelling van de
monitoring, financiële verantwoording en het verder formuleren
uitvoering interventies
van prestatie indicatoren.
• bij uithuisplaatsing altijd eerst de optie van plaatsing in een
gezinssituatie overwegen
• (pleegzorg of gezinshuis) voor overgegaan wordt tot plaatsing
in een instelling (voor zover dit niet door de rechter wordt
opgelegd)
• bij behandeling en hulp: uitgaan van evidence based dan wel
veelbelovende interventies en aanpak of innovatieve aanpak
(met goedkeuring betrokkene) voor zover de keuze onderbouwd
kan worden , gemonitord en geëvalueerd op resultaat.
4 Zie brief 31 maart aan de kamer (voortgang Transformatie Jeugd): het
operationaliseren van het evaluatiekader: kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren,
inclusief outcome.
>
88
>
5. Transformeren
In de jaren 2014, 2015 en 2016 werken de aanbieders van
7. Kwaliteit gaat boven kwantiteit
jeugdhulp samen met de gemeenten aan de transformatie
volgens de regionale visie Opvoeden Versterken. Voor de
Transformatie vraagt iets van organisaties:
aanbieders in Deventer geldt de lokale visie van Wieg naar
1. Lerende organisaties
Werk. We zetten meer in op preventie en ambulante vormen van
2. Transparant: durf ervaringen (positief en negatief) te delen
ondersteuning ter voorkoming van verblijfszorg. We werken vanuit
3. Mensen moeten er zin in hebben
de eigen kracht van het gezin aan een gezin, een plan in relatie
4. Geef professionals de ruimte
met de andere transitiedossiers. Innovatie en vernieuwing in het
5. Investeer in de nieuwe professional
nieuw stelsel en binnen de nieuwe jeugdwet is hiermee mogelijk.
6. Leg dwarsverbanden
(Aldus het Transitiearrangement)
7. Kruisbestuiving van inspiratie
Aandachtspunten voor transformatie:
Toetsingscriteria
1. Begin klein
Aanbieders toetsen aan de kwaliteitscriteria van Vinkenburg:
2. Mensenwerk
technisch, functioneel en bejegening
3. Laat de juiste dingen gebeuren
4. Dit lukt beter op de werkvloer
• Technisch (kwaliteitsmodel)
5. Leg de discussiepunten op het goede niveau neer
Voor de veiligheid van een kind is technische kwaliteit nodig. We
moeten een systeem bedenken dat
a. Strategisch
b.Tactisch
simpel is. Geen bureaucratie. Wie betaalt het systeem? Er
c. Praktisch
is behoefte aan een vereenvoudigd kwaliteitsmodel waarin
6. Ruimte voor wetenschappelijk onderzoek
klanttevredenheid een belangrijke rol speelt. Gemeenten laten
>
89
>
hiermee zien dat er minder regels nodig zijn. Je kunt alleen
• Bejegening (klanttevredenheid, competenties)
innoveren met een simpel model. Organisaties moeten kwalitatief
- Dichtbij
goed werk leveren. Innoveren is ook organisaties beoordelen
- Snel
op effectiviteit, declarabele uren, aantallen patiënten en
- 1 aanspreekpunt
samenwerking met andere partijen.
- Klantverhalen op basis van een aantal vaste vragen
- Professioneel (lid zijn van een beroepsvereniging en
- Samenhang tussen verschillende factoren
nascholingsinspanning)
- Bespreek dit punt met cliënten en cliëntorganisaties, - Keurmerk (ook voor kleine instellingen? Dit vraagt veel)
patiëntenraden en ouderraden
- Veiligheid van het kind voorop
Kennis-vaardigheden-houding-waarden-normen-motivatie-
- Best practice, Evidence based (Iets wat goed werkt moet
ambitie
niet ten koste gaan van innovaties om het innoveren.
Competenties van de nieuwe professional:
• Functioneel (trends, kruisbestuiving)
- Deelname aan kennisdelingsessies op niveau RTA, maar ook
- Creativiteit
- Zelfontwikkeling
lokaal
- Aanpassingsvermogen
- Samenwerking
- Coachen
- Gebruik bestaande structuren
- Durf
- Op basis van trends: denktank
- Inlevingsvermogen
- Laat ook nieuwe relaties ontstaan
- Netwerken
- Netwerkdagen: leg de opbrengsten vast
- Samenwerken
- Werk de uitgangspunten uit op drie niveaus: operationeel, - Conflicthantering
tactisch en strategisch.
- Flexibel gedrag
- Innoverend vermogen
- Overtuigingskracht
>
90
>
6. Toelaten nieuwe aanbieders
Nieuwe aanbieders moeten voldoen aan de definitie van innovatie.
Het innovatiebudget moet los staan van de bezuinigingen. Als je
meer bespaart als organisatie dan afgesproken, dan mag je dit
Dit moet je toetsen aan criteria:
bijvoorbeeld houden als beloning. Geef organisaties ruimte. Bouw
-
Zorgvernieuwing
prikkels in om innoveren aantrekkelijk te maken. Geef bij innovatie
-
Doelmatigheid van de zorg
je investering aan, maar vooral op inhoud. Het voorstel is om
-
Praktijkgericht: de cliënt heeft er iets aan.
innovatie in de prijs te verwerken en hier geen apart budget voor
-
Aantoonbaar effect voor de cliënt
te creëren, omdat dit vooral bureaucratie oplevert.
-
Aantoonbaar regionaal/lokaal effect
-
Het is een rechtspersoon zonder winstoogmerk
-
Vermindering van bureaucratie
-
Vermindering van overhead
Nieuwe ideeën ontstaan vaak klein, maar hebben omvang nodig
om te kunnen slagen. Nieuwe aanbieders komen binnen op het
niveau van de gemeente.
De bekostiging zal dan ook uit gemeentelijk budget moeten
en niet uit het budget dat met de bestaande aanbieders wordt
afgesproken of uit een regionaal budget.
De toetsingscriteria moeten wel regionaal worden vastgesteld.
>
91
>
7. Indicatoren
We zetten in op preventie en ambulante vormen van ondersteuning
• Of worden nu mensen geholpen die het anders ook wel gered
ter voorkoming van verblijfszorg. We werken vanuit de eigen
hadden, zonder intensieve hulpverlening? (bijvoorbeeld door
kracht van het gezin aan één gezin, één plan in relatie met de
laagdrempeliger aanbod van ondersteuning)
andere transitiedossiers. Innovatie en vernieuwing in het nieuwe
stelstel en binnen de nieuwe jeugdwet is hiermee mogelijk.
Het aantal jeugdigen/gezinnen met ambulante
ondersteuning
De belangrijkste indicator is:
Verder definiëren wat onder ambulante ondersteuning valt en
Het aantal jeugdigen in verblijfszorg
wat de relatie hiervan is met verblijfszorg. Indien er geen relatie
Dit aantal zou in de loop der tijd minder moeten worden. Vraag
bestaat, ook niet meenemen.
blijft altijd of de jeugdigen/gezinnen ook goed geholpen zijn zonder
• Vraag is echter wat deze indicator precies zegt bij een toename:
gebruik van verblijfszorg. D.w.z. dat de preventieve en ambulante
• Draagt dit echt bij aan het voorkomen van verblijfszorg?
ondersteuning een oplossing hebben geboden voor het probleem.
• Of worden nu mensen geholpen die het anders ook wel gered
Het in kaart brengen van terugval in preventieve en ambulante
hadden, zonder intensieve hulpverlening? (bijvoorbeeld door
ondersteuning kan hierbij helpen.
laagdrempeliger aanbod van ondersteuning)
Overige indicatoren:
• Het aantal jeugdigen/gezinnen met preventieve ondersteuning
• Nog verder definiëren wat onder preventieve ondersteuning valt
en wat de relatie hiervan is met verblijfszorg. Indien er geen
relatie bestaat, ook niet meenemen.
• Eigen kracht. De mate van eigen kracht in beeld brengen bij de
cliënten
• 1 gezin, 1 plan. Het aantal cliënten/gezinnen waarbij gewerkt
wordt met de methode één gezin, één plan.
Bijlage A: Kwaliteitseisen op basis van de Jeugdwet
• Vraag is echter wat deze indicator precies zegt bij een toename:
Bijlage B: Regelgeving en kwaliteitscriteria van organisaties en
• Draagt dit echt bij aan het voorkomen van verblijfszorg?
beroepsbeoefenaars.
>
92
>
Bijlage A Kwaliteitseisen op basis van de Jeugdwet
Wat zegt de jeugdwet ( op hoofdlijnen) over kwaliteit.
Verantwoordelijkheidstoedeling van toepassing (art 2.2.2.d en art
2.7). Het college verzekert zich bij het inzetten van de aangewezen
Het spreekt voor zich dat er bij het maken en vastleggen van
voorziening ervan dat de jeugdhulpaanbieder in staat is te voldoen
afspraken met de aanbieders en uitvoeringsorganisaties
aan de eisen inzake de verantwoordelijkheidstoedeling 5 gesteld
afgesproken wordt dat de wet nageleefd moet worden. Dit heeft
bij of krachtens artikel 4.1.1, tweede lid, juncto 4.1.5, eerste lid.
hier met name betrekking op de Jeugdwet. Soms wordt er
Art 2.11, tweede lid: … bij aanbesteding jh, jr of jb wordt in ieder
verwezen naar andere wet- en regelgeving (bijvoorbeeld Wmo of
geval een criterium dat betrekking heeft op kwaliteit opgenomen.
Algemene maatregel van bestuur, nadere regels, of op te stellen
verordening)
Hoofdstuk 3 gecertificeerde instelling: art.3.5, eerste lid,
de gecertificeerde instelling bepaalt of, en zo ja, welke
In de jeugdwet staat dat colleges verantwoordelijk zijn voor een
jeugdhulp is aangewezen in het kader van de uitvoering van de
toereikend kwalitatief en kwantitatief aanbod (art. 2.6.1.a). Bij de
kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Zij overlegt
artikelen die betrekking hebben op kwaliteit en het goed regelen
hiertoe met het college van de gemeente waar de jeugdige
daarvan onder hoofdstuk 2 (gemeente)benoemen we:
zijn woonplaats heeft (met uitzondering van situaties waarbij
rechterlijke beslissing waarbij in jeugdreclassering is voorzien).
Art. 2.2.2.c: welke resultaten de gemeente in de door het plan
Verder dient het college er zich van te
bestreken periode wenst te behalen, hoe gemeten zal worden of
vergewissen dat de vereiste certificering aanwezig is.
deze resultaten zijn behaald en welke outcomecriteria gehanteerd
worden ten aanzien van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde
Hoofdstuk 4 Eisen aan jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde
instellingen.
instellingen. 4.1 (4.1.1. t/m 4.1.9:
kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen).
>
93
>
Hier onder een korte duiding:
afgestemd op de behoefte. Bij pleegzorg worden pleegouders
4.1.1.1: verantwoorde hulp verlening, op goed niveau, in ieder
betrokken. Dit mag eventueel mondeling overeengekomen maar
geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht, afgestemd op
op verzoek binnen 14 dagen op schrift (altijd op schrift wanneer
reële behoefte van jeugdige of ouder.
het gaat om kinderbeschermingsmaatregel of gesloten jeugdzorg).
4.1.1.2: organiseren zich zodanig voorzien van kwalitatief en
Vaststelling van het plan: uiterlijk binnen zes weken (wanneer
kwantitatief voldoende personeel en materieel en dragen zorg
afgezien is van een familiegroepsplan). Specifieke aandacht voor
voor zodanige verantwoordelijkheidstoedeling dat leidt tot
betrokkenheid pleegouders (in voorkomende gevallen).
verantwoorde hulp. Jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde
4.1.4. Uitvoering 4.1.1.2 behoeft systematische bewaking,
instelling betrekken resultaten van overleg met het college
beheersing en verbetering van de kwaliteit van de hulpverlening.
en cliëntorganisaties. Wanneer er sprake is van verblijf in een
Hiervoor wordt zorg gedragen (door jeugdhulpaanbieder of
accommodatie (van tenminste een etmaal) wordt er zorg gedragen
gecertificeerde instelling) voor: systematisch verzamelen en
voor beschikbaarheid geestelijke verzorging (die zoveel mogelijk
registreren van gegevens betreffende de kwaliteit van zorg, het
aansluit bij godsdienst of levensovertuiging jeugdige of ouder).
aan de hand hiervan toetsen of dit leidt tot verantwoorde hulp,
4.1.1.3 De hulpverlener neemt zorg voor goed hulpverlenerschap
en op basis van de uitkomst zo nodig wijzigen van de aanpak/
in acht en handelt vanuit verantwoordelijkheid met daarbij
uitvoering. Dit geldt ook voor begeleiding pleegzorgaanbieder van
geldende professionele standaard.
een pleegouder.
5 Over verantwoordelijkheidsdeling: zie bijlage
4.1.5 Er kunnen nadere regels gesteld worden bij algemene
4.1.2 Bij het uitvoeren van 4.1.1. en wanneer er sprake is
maatregelen van bestuur of zonodig nadere regels wanneer dit
van vroege signalering wordt eerst het opstellen van een
vereist is voor het niveau van de (kwaliteit) van de hulpverlening
familiegroepsplan aangeboden (niet wanneer ouders ontheven of
4.1.6. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
ontzet zijn uit ouderlijke macht). Alleen bij weigering ouders of
(die overigens geen hulp verlenen) zijn in het bezit van een
wanneer belangen/veiligheid kind geschaad worden wordt hier van
verklaring omtrent het gedrag (zie voor nadere gegevens lid 1
af gezien.
t/m 5, is inclusief mogelijkheid instelling register bij amvb t.b.v
4.1.3. er wordt gewerkt op basis van een plan van aanpak (of
verantwoorde hulp)
hulpverleningsplan) waarbij overleg met jeugdige en ouders en
4.1.7 Verplichting vaststelling meldcode waarin stapsgewijs
>
94
>
vermeld hoe wordt omgegaan et signalen huiselijk geweld en
onder 4.2 ; zo is er tevens een regeling voor een bindende
kindermishandeling. Daarin /daarbij moet sprake zijn van snelle
voordracht in het bestuur opgenomen.
en adequate hulp. De kennis over en het gebruik hiervan moet
4.3.1. en 4.3.2 : gaan over Maatschappelijke verantwoording.
bevordert worden. Bij Amv B wordt vastgesteld
Hierin staat opgenomen welke onderwerpen minimaal moeten
wat hier minimaal in moet staan.
worden opgenomen in een jaarverslag over de naleving van de
4.1.8 Onverwijld en onmiddellijk wordt melding gedaan aan de
wet (door jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling) op
daarmee belaste ambtenaren (inspectie): calamiteiten en geweld
gebied van kwaliteit van uitvoering van taken, het klachtenrecht
die bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of
en de medezeggenschap.. Waaronder: hoe ouders en jeugdigen
jeugdreclassering heeft plaats gevonden (inclusief vereisten welke
zijn betrokken bij het kwaliteitsbeleid en de frequentie waarmee
informatie)
en de wijze waarop binnen de instelling kwaliteitsbeoordeling
4.1.9 Jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instelling stellen een
plaats vond en de beoordeling daarvan. Verder info in kader
vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen. Bij
van klachtenrecht. In artikel 4.3.2. de eisen aan de openbare
AmvB worden regels opgesteld over taken en bevoegdheden, e.d.
verslaglegging en aan wie deze in ieder geval gezonden dient te
(zie verder lid 2 t/m 5)
worden voor 1 juni van het jaar van vaststelling.
4.2 Rechtspositie jeugdigen en ouders. In de artikelen 4.2.1. t/m
4.2.12 de eisen waaraan aanbieders en gecertificeerde instellingen
Hoofdstuk 5. Hierin zijn de wettelijke vereisten opgenomen die
moeten voldoen als het gaat om de rechten en belangen van
worden gesteld voor pleegzorg.
cliënten (en hun verzorgers). Belangrijk onderdeel is dat er een
N.B. voor een uitwerking van de vereisten voor zover glieeerd aan
klachtenregeling is volgens de richtlijnen die wordt nagekomen en
de wet is tevens het Uitvoeringsbesluit jeugdwet relevant. Het
dat medezeggenschap geregeld is (er moet een cliëntenraad zijn).
verdient aanbeveling hier ook naar te verwijzen bij het maken van
In artikel
afspraken met de instellingen.
4.2.6 is opgenomen over welke voorgenomen besluiten de
cliëntenraad in ieder geval geraadpleegd wordt voor advies. De
cliëntenraad mag ook ongevraagd advies geven. Uitwerking van
de gang van zaken rond cliëntenraad in de verschillende artikelen
>
95
>
Een aantal thema’s rondom kwaliteit is landelijk nog in
4) de ontwikkeling van de norm ‘verantwoorde werktoedeling’
ontwikkeling zoals:
waarbij wordt geregeld welke
1) de ontwikkeling van een normenkader (basiskwaliteitseisen)
werkzaamheden door welke beroepsbeoefenaren mogen
voor instellingen die zich willen certificeren voor de uitvoering van
worden uitgevoerd. Dit kwaliteitskader wordt ontwikkeld door
jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een landelijk
beroepsgroepen onder toezicht van de Inspectie. Vraag die hierbij
(nog aan te wijzen) certificerende instelling kent deze certificering
in de discussies naar voren komt, is in hoeverre deze aanvullende
toe;
beleidskaders voldoende ruimte laten voor het (naar eigen
verantwoordelijkheid en inzicht) handelen van de professionals en
2) een traject voor (verdere) professionalisering van de jeugdzorg
voor lokale beleidsvrijheid hierin.
waarbij men toe werkt naar een gezamenlijk kwaliteitsregister
met geregistreerde werkers (de jeugdzorgwerker op
HBO-niveau en de orthopedagoog/psycholoog op WO-niveau);
3) de ontwikkeling van de een kwaliteitskader voor de
norm ‘verantwoorde hulp’(het inzetten van geregisterde
jeugdzorgwerkers). Dat gebeurt door beroepsverenigingen,
werkgevers en cliëntenorganisaties onder toezicht van de
Inspectie ;
>
96
>
Bijlage B Regelgeving en kwaliteitscriteria van organisaties en beroepsbeoefenaars
a)
Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg. Door de commissie (Rouvoet) Jeugdzorg g) Mogelijk nadere afspraken tussen Rijk en Nederland op basis van rapport commissie Samson en VNG over kwaliteitskader en uitvoeringskader inspecties (verplichte) Meldcode kindermishandeling.
jeugdgezondheidszorg, jeugdwet/veiligheid en Justitie.
b) HKZ normering voor organisaties.
c) Evidende based interventies (of veel belovend): zie overzicht van het NJI (via website).
d)
Kwaliteitsstandaarden jeugdzorg Q4C (zie website: quality
for children) , Stichting Alexander, op basis van ‘wat vinden jongeren.
e)
Kwaliteitskader jeugdzorg, de norm van de verantwoorde werktoedeling: Jeugdzorg Nederland.
f) Registratie professionals bij verschillende branches: BIG registratie(publiekrechtelijk en
verplicht) en andere verplichte en vrijwillige registers , beroepscodes en tuchtrecht.
>
97
>
Bijlage 3 Lijst met afkortingen
AKJ
Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg
OTS Ondertoezichtstelling
AMK Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
PGB
Persoons Gebonden Budget
AMHK Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en PO Primair onderwijs
Kindermishandeling
RTA
Regionaal Transitie Arrangement
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
RvdK
Raad voor de Kinderbescherming
BJzO Bureau Jeugdzorg Overijssel
SGJ Stichting Gereformeerde Jeugdzorg
BOBasisonderwijs
SHG Steunpunt Huiselijk geweld
BOOBelangenOrganisatiesOverijssel
SWTSociaal Wijkteam
CAK
Centraal Administratie Kantoor
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
VO Voortgezet onderwijs
CIZ Centraal Indicatieorgaan Zorg
VOG Verklaring omtrent gedrag
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning
DBC Diagnose Behandel Combinatie
Wpg
Wet publieke gezondheidszorg
GGz Geestelijke Gezondheidszorg
ZIN
Zorg in Natura
GGD Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
ZVWZorgverzekeringswet
GIGecertificeerde Instelling
JGZJeugdgezondheidszorg
LVB
Licht Verstandelijke Beperking
MBO Middelbaar Beroepsonderwijs
NJG
Netwerk voor Jeugd en Gezin
OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg
>
98
>
Bijlage 4 Leeftijdsgrenzen 18-/+ Informatiekaart
Wat verandert in 2015
maximaal het 23ste levensjaar, indien de hulp niet onder een
Vanaf 1 januari 2015 wordt de zorg en ondersteuning voor jongeren
ander wettelijk kader valt en mits het voldoet aan daarvoor
onder de 18 jaar voor een belangrijk deel belegd in de Jeugdwet
geldende voorwaarden. Voor jeugdreclassering geldt dat
en vanaf 18 jaar in de Wmo 2015. Ook zijn er andere wettelijke
indien een delict is gepleegd vóór de jeugdige de leeftijd van
kaders, zoals de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg,
23 bereikt hij veroordeeld kan worden via het jeugdstrafrecht.
die van belang zijn bij de overgang rond het 18e levensjaar. Tussen
De jeugdreclassering die dan wordt opgelegd en de jeugdhulp
de verschillende domeinen bestaan belang­rijke aandachtspunten.
die uit de strafrechtelijke beslissing voortvloeit, loopt dan door
In deze informatiekaart brengen de TransitieBureaus Jeugd en
tot het einde van de titel Jeugdreclasse­ring en jeugdhulp die
Wmo deze aandachtspunten in kaart. Op basis van input van
voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing kan dus doorlopen
verschillende gemeenten en experts is het duidelijk geworden dat
tot ná het 23ste levensjaar, indien de hulp niet onder een ander
de continuïteit van zorg van jongeren na hun 18de geborgd kan
wettelijk kader valt en mits het voldoet aan daar­voor geldende
worden als partijen elkaar weten te vinden en in gesprek zijn. Deze
voorwaarden. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk met de
informatiekaart geeft weer op welke punten het voor gemeenten
inwerkingtreding­van de Jeugdwet.
van belang is om in gesprek te gaan en afspraken te maken.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Wettelijke kaders leeftijdsgrenzen
In de Wmo2015 geldt in principe geen leeftijdsgrens. In artikel
2.1.5 van de Wmo 2015 staat een uitzondering, namelijk wanneer
Jeugdwet
het gaat om een maatwerkvoorziening of een persoongebonden
In de Jeugdwet geldt in principe het uitgangspunt dat er een
budget ten behoeve van een woningaanpassing voor een
leeftijdsgrens van 18 jaar geldt voor jeugdhulp en jeugdbescher­
minderjarige. Cliëntondersteuning (MEE), hulpmiddelen, en
ming (artikel 1.1 Jeugdwet). Jeugdhulp kan doorlopen tot
>
99
>
woningaanpassingen, doventolk, maatschappelijke opvang (en
zorg en ondersteuning voor jeugdigen en de ondersteuning voor
vrouwenopvang) vallen ook voor de jeugd onder de Wmo2015.
iedereen vanaf 18 jaar en ouder. Dit betekent dat gemeenten
doorlopende zorgpaden voor jongeren kunnen realiseren en
Zorgverzekeringswet (Zvw)
dat, ondanks dat jongeren formeel van systeem veranderen, zij
GGZ tot 18 jaar valt onder de Jeugdwet en vanaf het 18de jaar, met
de continuïteit van zorg voor deze groep kunnen borgen. Goede
uitzondering van beschermd wonen, onder de Zvw.
aansluiting is belangrijk om te voorkomen dat problematiek
verergert. Een zachte overgang is voor alle jongeren van belang.
Wet langdurige zorg (Wlz)
Speciale aandacht verdienen echter licht verstandelijk beperkte
De Wlz is er voor de meest kwetsbare mensen met een beperking
jongeren die een kwetsbare groep vormen.
die ‘levenslang en levensbreed’ op zorg zijn aangewezen.
Algemene aandachtspunten:
Onderwijs
Het is van belang dat gemeenten in een vroeg stadium de
Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten onderwijs volgen totdat ze
verschillende actoren en partijen benaderen om te komen tot een
een startkwalificatie hebben of 18 jaar worden.
integraal zorg aanbod en een goede overdracht om de continuïteit
van zorg borgen na de 18e verjaardag te borgen. Het is tevens van
Participatiewet
belang dat de jongeren om wie het gaat, hun ouders, verzorgers en
In het algemeen geldt dat aanspraak op ondersteuning en een
begeleiders worden betrokken bij het overleg.
eventueel recht op een bijstandsuitkering mogelijk is vanaf 18 jaar.
Naast het borgen van een goede overdracht, geven veel jongeren
Hiervoor gelden enkele uitzonderingen en voorbehouden. Ook
aan dat het belangrijk is op tijd (bijvoorbeeld al vanaf de 16de
voor de studieregeling die onderdeel is van de Participatiewet kan
jaar of nog eerder) te beginnen met de voor­bereiding op het
onder bepaalde voorwaarden, vanaf 18 jaar een recht bestaan.
zo zelfstandig mogelijk deelnemen aan de maatschappij na de
Recht op de Wajong bestaat vanaf 18 jaar.
18de verjaardag. Waarbij het niet alleen gaat om het aanleren
woonvaardigheden, maar ook om voorlichting over en praktische
Wat betekent dit voor gemeenten?
begeleiding bij zaken als het afsluiten van zorgverzekering,
Gemeenten krijgen vanaf 2015 de verantwoordelijkheid voor de
aanvragen van studiefinanciering etc.
>
100
>
Het investeren in het netwerk van de jeugdige is belangrijk. Help
Overgang Jeugdwet-Wmo2015
een jongere bij het opbouwen van een netwerk, wanneer er geen
netwerk is, zodat een jongere dan steunpunten heeft om op terug
Amendement
te vallen. Dit is een continue aandachtspunt, met name bij de
Tijdens de behandeling van de Wmo 2015 in de Tweede Kamer is
organisatie van de toegang tot jeugdhulp en de doorstroom bij
een amendement over de continuïteit van zorg door de Tweede
18 jaar. Daarnaast is het belangrijk dat ouders van kwetsbare
Kamer aangenomen.
jongeren opvoedondersteuning wordt geboden.
Aan artikel 2.1.2, vierde lid, wordt onder vervanging van de punt
Organiseer dat er iemand beschikbaar is die ook na het 18de
aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel
jaar mee kan lopen, die naast de jongere staat en hem/haar
toegevoegd, luidende: de wijze waarop de continuïteit van hulp
ondersteunt bij de zorg en ondersteuning vanaf het 18de
wordt gewaarborgd, in het bijzonder ten aanzien van de persoon
levensjaar. Waarbij de jongere weliswaar de regie houdt maar een
die door het bereiken van een bepaalde leeftijd geen jeugdhulp als
vertrouwd iemand heeft om op terug te vallen.
bedoeld in de Jeugdwet meer kan ontvangen.
Door dit amendement worden gemeenten verplicht in hun Wmo-
Koop in afstemming Jeugdzorg en Wmo ondersteuning in. Voor
Beleidsplan aandacht te besteden aan de wijze waarop zij zullen
jongeren is het wenselijk dat zij hun aanbieder kunnen behouden,
zorg dragen voor de continuïteit van zorg voor jongeren die op
om zo een doorlopende lijn te realiseren.
grond van het bereiken van de leeftijd van 18 jaar (of, in bepaalde
Maak met aanbieders afspraken over de overgang van jeugdhulp
gevallen, 23 jaar) niet langer in aanmerking komen voor zorg op
naar andere wettelijke kaders.
basis van de Jeugdwet, maar dat wel nodig hebben.
Heb aandacht (binnen sociale wijkteams) voor jongeren tussen de
Maatschappelijke opvang
16-23.
De decentralisatie van de jeugdzorg biedt kansen om de
aansluiting tussen maatschappelijke opvang (MO) en jeugdzorg
Maak afspraken met woningcorporaties over huisvesting van de
te verbeteren. Dit is nodig omdat veel jongeren die in de opvang
kwetsbare groep van 18 tot 23 jaar.
terecht komen een verleden hebben in de jeugdzorg. Een goede
>
101
>
aansluiting tussen MO (of lichte begeleiding) en jeugdzorg
Overgang Jeugdwet- Zvw/ Wlz
kan voorkomen dat deze jongeren enige tijd na hun 18de met
schulden en andere problemen in de opvang terecht komen.
Zvw
In de MO komen zeer regelmatig kinderen met hun moeder
Voor curatieve jeugd-ggz is een jongere vanaf zijn 18e verjaardag
mee, bijvoorbeeld in de vrouwenopvang na huiselijk geweld.
aangewezen op de verzekeraar. In het geval van een doorlopende
Deze kinderen groeien op dat moment niet op in een positief en
behandeling is het van belang dat de aansluiting tussen het
stabiel pedagogisch klimaat en ook de moeders verkeren in een
gemeentelijk domein en verzekeraarsdomein goed georganiseerd
kwetsbare positie. Extra ondersteuning bij opvoeden en opgroeien
is. In zowel de Jeugdwet als de Zorgverzekeringswet is een
vanuit jeugdzorg is nogal eens wenselijk. Door de decentralisatie
passage opgenomen die voorschrijft dat gemeenten en
van de jeugdzorg worden gemeenten ook voor dit deel van de zorg
verzekeraars zorgen voor deze aansluiting.
verantwoordelijk en kunnen zij de huidige schotten beslechten en
voor zowel de oudere als jongere kinderen goede samenhangende
Als de verzekeraar de betreffende behandeling bij dezelfde
zorg realiseren.
zorgaanbieder heeft ingekocht als de gemeente, dan zou kan de
jeugdige in principe bij deze behandelaar moeten kunnen blijven
Aandachtspunten:
en zal de factuur vanaf de 18-jarige leeftijd naar de verzekeraar
Verbind Jeugd en Wmo professionals met elkaar. Zorg voor
gaan in plaats van de gemeente. Over de voorwaarden van
een sluitend aanbod van jeugdhulp en opvang voor deze groep
deze overgang zijn nog geen verdere afspraken gemaakt. Als
jongeren, door nauwe samenwerking en informatie-
de verzekeraar dezelfde zorg bij een andere aanbieder heeft
uitwisseling tussen de aanbieders.
ingekocht, dan zal de jeugdige moeten overstappen naar deze
behandelaar en zal zorginhoudelijke (gegevens)overdracht tussen
Houd er rekening mee dat cliëntondersteuning (MEE), hulp­
behandelaren moeten plaatsvinden. De jeugdige kan bij de keuze
middelen, en woningaanpassingen, doventolk, maatschappelijke
voor een zorgverzekeraar meewegen welke behandelaren deze
opvang (en vrouwenopvang)ook voor de jeugd onder de Wmo2015
gecontracteerd heeft. Het is ook mogelijk dat de gemeente
vallen.
zorgaanbod heeft gecontracteerd dat niet in het basispakket zit. In
dat geval is er sprake van ‘zorg die niet onder een ander wettelijk
>
102
>
kader valt’ en is de gemeente gehouden deze zorg tot het 23e jaar
licht verstandelijke beperking die intramurale zorg nodig hebben,
te continueren.
geld dat zij vanaf het 18e jaar onder de Wlz vallen.
In alle gevallen heeft de verzekeraar, om zijn zorgplicht te kunnen
Aandachtspunten:
vervullen, bepaalde informatie over lopende zorgtrajecten nodig.
Informatie-uitwisseling: zorgverzekeraars/kantoren en gemeenten­
ZN en de VNG zijn momenteel in gesprek over de aard, inhoud en
moeten afspraken maken over structurele informatie-uitwisseling
de praktische uitwerking van deze informatieoverdracht. Meer
voor jeugdigen die 18 jaar worden. Specifiek voor de Wlz moeten
informatie hierover zal te vinden zijn op www.voordejeugd.nl.
deze afspraken niet alleen voor het 18e levensjaar worden
gemaakt, maar ook over een eventueel eerdere doorstroom;
Wlz
Op elke leeftijd kan er doorstroom plaatsvinden naar de Wlz.
Bewustwording bij cliënten: vanaf het 18e levensjaar is de
Het gaat om mensen die blijvend zijn aangewezen op permanent
zorgverzekeraar/-kantoor verantwoordelijk. Voor jeugd-ggz
toezicht of op 24-uurszorg in de nabijheid. De Wlz is ook van
kunnen bij het afsluiten van een verzekering factoren als
toepassing voor de meest kwetsbare jeugdigen tot 18 jaar met
‘gecontracteerde aanbieders’ en ‘inhoud van aanvullende
meervoudige beperkingen of een (zeer) ernstige verstandelijke,
pakketten’ worden meegewogen.
lichamelijke of zintuiglijke beperking. De wet biedt een integraal
Afstemming: als een jeugdige na zijn 18e verjaardag zowel
zorgpakket dat persoonlijke verzorging, verpleging, verblijf,
ondersteuning vanuit de gemeente als zorg vanuit de zorg­
begeleiding en behandeling bevat, en ook thuis geboden kan
verzekeraar krijgt, kan afstemming nog steeds van belang zijn en
worden, in de vorm van een persoonsgebonden budget (PGB) of
moeten professionals elkaar kunnen blijven vinden.
als ‘zorg in natura’ (het ‘volledig pakket thuis’). Jeugdigen bij wie
al voor het 18e levensjaar duidelijk is dat zij op grond van ernstige
Gedwongen kader
beperkingen of stoornissen hun verdere leven zorg nodig hebben,
Jeugdbescherming: jeugdbeschermingsmaatregelen stoppen
maken aanspraak op de Wlz. Zie de prestatie-codelijst om te zien
wanneer een jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft,
welke code van een bepaalde vorm van AWBZ-zorg onder welke
maar de jeugdhulp in dat kader kan wel langer doorlopen.
wet komt te vallen (zie voordejeugd.nl). Voor jeugdigen met een
Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet wordt de gemeente
>
103
>
verantwoordelijk voor de jeugdbescherming en de jeugdhulp die
beleid en indien nodig een warme overdracht te borgen.
in dit kader wordt ingezet. Dit moet integraal werken bevorderen
en een warme overdracht tussen de jeugdbescherming en de
Aandachtspunten:
gemeente borgen.
(Gezins)voogden moeten vroegtijdig beginnen met de voor­
bereiding op het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Zorg voor een
Jeugdreclassering: De (kinder)rechter kan een jongvolwassene
goede aansluiting tussen het gedwongen kader en het lokale veld
veroordelen volgens het jeugdstrafrecht óf het reguliere strafrecht
om overdrachten soepel te laten verlopen.
indien hij tussen de 16 en 23 jaar oud was wanneer het delict
Maak goede afspraken over de overgang van het woonplaatsbe­
werd gepleegd. Bij een leeftijd tot 18 jaar wordt doorgaans
ginsel; voor 18- is dat de woonplaats van de ouder, voor 18+ de
het jeugdstrafrecht toegepast en bij een leeftijd boven de 18
verblijfplaats van de jongvolwassene.
het reguliere strafrecht. De vraag is steeds welke straffen en
Maak goede afspraken met de jeugd- en volwassenreclassering
maatregelen het beste passen bij het ontwikkelingsniveau
over de aansluiting op het lokale veld tijdens en na de straf­
van de adolescent. Bij sommige jongvolwassenen tot 23
rechtelijke titel.
jaar biedt juist het jeugdstrafrecht de beste kansen op een
effectieve aanpak. De rechter kan in zijn vonnis toezicht en
Participatiewet
begeleiding door de reclassering opleggen. Als de rechter
Als jongeren 18 jaar worden hebben zij in het algemeen aanspraak
kiest voor het jeugdstrafrecht, dan kan hij dit toezicht aan de
op ondersteuning en recht op bijstand (waaronder studierege­ling)
jeugdreclassering óf aan de volwassenenreclassering opdragen.
vanuit de Participatiewet en recht op uitkering en voorzieningen
Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet wordt de gemeente
vanuit de Wajong. Daar zijn voor de Participatiewet enkele
verantwoordelijk voor jeugdreclassering en de jeugdhulp die
uitzonderingen op. Zo kan in bepaalde gevallen de gemeente
uit een strafrechtelijke beslissing voortvloeit, dus ook wanneer
besluiten re-integratiemiddelen in te zetten voor leerwerktrajecten
dit wordt toegepast bij adolescenten die een delict hebben
voor jongeren van 16 of 17 jaar die nog op school zitten. Ook zijn er
gepleegd vóór zij de leeftijd van 23 hebben bereikt en volgens
voorzieningen (brailleregels, etc) voor onderwijsvolgende kinderen
het jeugdstrafrecht zijn veroordeeld. Dit biedt mogelijkheden om
met een beperking (eigenlijk een OCW regeling, uitgevoerd door
de jeugdreclassering nauw aan te laten sluiten bij gemeentelijk
UWV).
>
104
>
Op basis van het Wmo 2015 en de Participatiewet kunnen jongeren
ook als de onderwijsinstelling in een ander gemeente staat dan
zodra zij achttien zijn gevraagd worden een tegenpresta­tie te
waar de jeugdigen woont, is het verstandig in een vroeg stadium
leveren. Werken met behoud van uitkering kan als re-integratie-
afspraken te maken.
instrument ingezet worden door gemeenten om de afstand tot de
Meer informatie over passend onderwijs is te vinden op:
arbeidsmarkt van uitkeringsgerechtigden te verkleinen om zo de
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs
kans op regulier betaald werk te vergroten.
Aandachtspunten:
Heb aandacht voor de kwetsbare (inkomens)positie van deze
jongeren en maak afspraken over hoe om te gaan met de
4-weken wachttijd bij het aanvragen van een uitkering voor deze groep. Het kan bijvoorbeeld voor sommige jongeren beter zijn om
de vier weken termijn niet te hanteren. Dit kan onderdeel zijn van
een maatwerkaanpak die zeker bij kwetsbare jongeren vaak nodig
is.
Onderwijs
Zodra jongeren achttien jaar worden vervalt de kwalificatieplicht.
Zij zijn niet langer verplicht onderwijs te volgen. Jeugdigen die een
opleiding volgen in het Middelbaar Beroeps Onderwijs kunnen nu
recht hebben op begeleiding vanuit de AWBZ. Gemeenten moeten
vanaf 2015 de begeleiding op bijvoorbeeld MBO scholen bieden.
Het is voor gemeenten van belang om met scholen in gesprek
te gaan over de wijze waarop zij hier invulling aan geven. Zeker
>
105
>
Goede voorbeelden
Meer informatie
“Traject op maat (T.O.M.)” Gemeente Den Bosch
www.invoeringwmo.nl
Bossche jongeren tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie
worden door de gemeente begeleid naar een betere toegang en
www.voordejeugd.nl
instroom in opleiding en werk. Dit gebeurt door gemeentelijke
jobcoaches en jongerenwerkers www.nji.nl/Praktijkvoorbeelden-
De brochure “Wat moet ik doen als ik 18 wordt” op de website van
Beschrijving- praktijkvoorbeeld?itemcode=VSP_IPV_12314
het Loc: www.loc.nl
“De nieuwe kans” (Rotterdam)
http://www.nji.nl/Onderwijs-en-zorg
De Nieuwe Kans is een organisatie voor dagbehandeling van
jongeren vanaf 18 jaar, die actief willen werken aan de verbetering
http://www.passendonderwijs.nl/praktijkvoorbeelden
van hun situatie. Ze werken niet vrijblijvend, wel toegewijd
en buiten de gebaande paden. Individuele coaches helpen de
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke
jongeren met het veranderen en verbeteren van hun leven.
zorg besteed. Het TransitieBureau kan niet aansprakelijk worden
http://www.denieuwekans.nl/
gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud
rechten worden ontleend.
“Kwikstart: een app voor jongeren” van
Kinderperspectief
Opdrachtgever
Om jongeren voor te bereiden om de verantwoordelijkheden die zij
TransitieBureau Wmo (VWS/VNG)
krijgen heeft Kinderperspectief een praktisch app ontwikkeld om
TransitieBureau Jeugd
jongeren te ondersteunen. In de app, Kwikstart, vinden jongeren
alle te regelen zaken op een rijtje. Daarnaast kunnen ze via de app
Vormgeving
veel informatie vinden over jeugdzorg, allerlei vormen van hulp, je
Kris Kras Design
gezondheid en allerlei andere praktische tips. www.kwikstart.nl
© Rijksoverheid | september 2014
>
106