PRESENTATIE TED HIELCKERT

Wat is Goochem?
Goochem betekend slim en bijdehand en is afgeleid uit het Jiddisch. Jiddisch? Dat is een oude
joodse taal. Goochem werd overgenomen door de Amsterdammers, net als mazzel, habbekrats,
smoes en kapsones. Nu is het een project dat hier op school draait.
Het idee: er zijn genoeg bijzondere, interessante verhalen in de wereld die het luisteren waard
zijn. Verhalen die je vast interesseren, maar waar je simpelweg de tijd niet voor vrij kan maken.
Hoe kunnen we dit wél mogelijk maken? Door die grote wereld daarbuiten even héél dichtbij te
brengen! Hier op het Meander College, om precies te zijn.
Het concept: bijzondere mensen zullen hier onder schooltijd presentaties komen geven, over van
alles. Ervaringen, wereldproblemen, vernieuwende ideeën, noem het maar op. Kom als je
geïnteresseerd bent: er zijn geen vakken of verplichtingen aan verbonden. Je hoeft je alleen even
in te schrijven, zodat de school weet dat je niet spijbelt. En, niet onbelangrijk, er zullen koekjes
zijn.
Weet je een interessant onderwerp? Of ken je iemand die leuk zou zijn om uit te nodigen?
We horen graag van je, dus doe een briefje in de rode ideeënbus!
Dit is een initiatief van leerlingen voor leerlingen.
PRESENTATIE TED HIELCKERT
Je mag Ted Hielckert op elk moment tijdens de presentatie een vraag stellen.
WIL JE SLIMME VRAGEN STELLEN?? Lees je dan een beetje in op de achterzijde of kijk op
http://www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten/sprekende_beelden/getuigenverhalen/69
voor een filmpje.
Nederlands-Indië in de tweede wereldoorlog
In januari 1942 landen Japanse troepen op Nederlands-Indië, dat twee maanden later moet
capituleren. De Japanners zetten de Europese bevolking van Nederlands-Indië gevangen in
kampen. Pas in augustus 1945 wordt Nederlands-Indië bevrijd. Nog in diezelfde maand roept
Indonesië echter de onafhankelijkheid uit. Na de daarop volgende gewelddadige ‘Bersiap’-periode
slaan Nederlandse troepen hard terug in ‘politionele acties’. Onder internationale druk trekken de
Nederlandse troepen zich terug. Veel inwoners van Nederlands-Indië trekken naar Nederland.
Vandaag de dag kent Nederland dan ook een nog zeer actieve Indische gemeenschap.
In januari 1942 valt het Japanse leger het eiland Tarakan bij Borneo binnen. De eerste gevechten op
zee vinden al snel hierna plaats. Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) geeft zich op 9 maart
1942 over. Een deel van de overwonnen Europeanen wordt van de Aziatische bevolking geïsoleerd
en in krijgsgevangenen- of burgerkampen gevangen genomen. In het begin steunt de Indonesische
bevolking de Japanners, maar deze houding verandert als hun situatie verslechtert. Miljoenen
Indonesische mannen worden door Japan gedwongen te werken als romusha (dwangarbeider),
onder andere aan de Birma-spoorweg. Ook Nederlandse en geallieerde krijgsgevangenen moeten
onder dwang werken, onder meer aan de spoorweg. Maar, op 15 augustus 1945 capituleert Japan en
komt er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Dat betekent echter geen einde aan de
vijandelijkheden in het Indische gebied.
Op 17 augustus 1945 wordt in de hoofdstad Jakarta door Soekarno en Hatta, de nationalistische
leiders, de republiek Indonesië uitgeroepen. Maar de nieuwe republiek wordt niet door Nederland
erkend. De koloniale (oude Nederlandse) autoriteiten proberen hun macht te herstellen, maar de
geallieerden en Nederlanders komen hen niet te hulp. Indonesische strijdgroepen die voortkomen uit
jeugdbewegingen (pemoeda’s) proberen er – desnoods met geweld – voor te zorgen dat Indonesiërs
de leiding van de Japanners kunnen overnemen. De bloedige Bersiap-periode (Bersiap = Indonesisch
voor ‘wees paraat’) duurt tot het voorjaar van 1946.
Na de Bersiap-periode volgt een periode waarin onderhandelingen, onrust en geweld elkaar
afwisselen. Nederland vecht tegen de republiek Indonesië in de zogenaamde eerste en tweede
‘politionele acties’ (juli-augustus 1947 en december 1948-januari 1949). Tijdens deze militaire acties
wordt er regelmatig geweld gebruikt. Het gevolg is internationale druk op Nederland. Via een
conferentie komen Nederland en Indonesië tot een soevereiniteitsoverdracht. Indonesië wordt op 27
december 1949 onafhankelijk. Nederlands Nieuw-Guinea valt echter buiten de overdracht, en dit
zorgt voor problemen. Want ook Indonesië maakt aanspraak op dit gebied. De bevolking van NieuwGuinea, de Papoea’s, wenst onafhankelijk te worden van zowel Nederland als Indonesië, maar naar
hen wordt nauwelijks geluisterd.
De verhoudingen verslechteren. In december 1957 maakt de Indonesische regering bekend dat alle
Nederlanders het land moeten verlaten. Ruim 70.000 mensen gaan naar Nederland. Onder
internationale druk draagt Nederland het beheer van Nieuw-Guinea over aan de Verenigde Naties.
Deze dragen in 1963 het bestuur over aan Indonesië. Na het beëindigen van het conflict rond NieuwGuinea/West Papua worden de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Indonesië
voorzichtig hersteld.
De val van Soekarno en zijn opvolging door Soeharto in 1965 maakt een verdere verbetering in de
contacten mogelijk. Migranten weten in Nederland uiteindelijk een plek op de arbeidsmarkt te
vinden. De kwestie van vergoeding van oorlogsschade en het niet uitbetalen van salarissen van
Indische Nederlanders blijft in Nederland een discussie. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige
eeuw wordt de Indische achtergrond van migranten steeds belangrijker. Er worden meerdere
organisaties opgericht die blijk geven van een toenemend zelfbewustzijn van zowel de eerste,
tweede als derde generatie Indische Nederlanders.