GeniaaL jg. 7 nr. 26, juli 2014 - Faculteit Ingenieurswetenschappen

T I J D S C H R I F T V A N D E F A C U LT E I T I N G E N I E U R S W E T E N S C H A P P E N E N V I L v
Nr. 26 • juli 2014
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
ingenieurs onderzoeken, ontwerpen,
innoveren, reizen, leiden, sporten,
musiceren, feesten …
!
ir
ALUMNI INGENIEURS
KU LEUVEN
t
a
d
is
tje
s
e
fe
Voorwoord
Beste ingenieurs, beste medewerkers en vrienden van de faculteit
Wat hebben Gerald G. Fuller, Robin Ska, Manu De Block en ‘ir is dat feestje!’ met elkaar gemeen?
Hun verhaal staat in GeniaaL. In dit nummer van GeniaaL is alles in beweging, onbewust geïnspireerd
door ons feestjaar 150 jaar ingenieursopleiding aan de KU Leuven.
Studeren, afstuderen, werken en tussendoor een beetje feesten of vakantie nemen – zo ziet deze
periode er voor de meeste jonge burgerlijk ingenieurs of burgerlijk ingenieur-architecten uit.
De afgestudeerden zetten de stap naar de arbeidsmarkt, ze studeren verder of verdiepen zich nog
meer in het ‘engineeren’ door te doctoreren (hopelijk aan een van onze prachtige onderzoeksafdelingen
van wereldtopniveau. Ze blikken alleszins melancholisch terug of hoopvol vooruit, samen met onze
nieuwe (Manu De Block) en ere-VTK-preses (Robin Ska).
De Faculteit Ingenieurswetenschappen doet er alles aan om goede burgerlijk ingenieurs en burgerlijk
ingenieur-architecten ‘af te leveren’. Contacten met het afnemend veld en onze alumni zijn meer dan belangrijk. Een interview met
een zeer gekende alumnus, Jo Cornu, de topman van de NMBS, is dan mooi op zijn plaats.
Natuurlijk hebben we naast jaarlijks nieuwe studenten, ook nieuwe docenten. Techniek staat niet stil en jonge vernieuwende kennis
is steeds welkom. In dit nummer wordt ook een korte blik geworpen op onze nieuwe professoren. We rekenen erop dat ze de hoge
kwaliteit en reputatie die onze faculteit en onze burgerlijk ingenieurs en burgerlijk ingenieur-architect en wereldwijd genieten, blijvend
waarmaken. Terwijl de wereld verder draait, wensen we iedereen toch af en toe wat rust: een deugddoende vakantie om daarna weer
vol energie ertegenaan te gaan.
Graag tot binnenkort, op naar een veelbelovend en boeiend nieuw academiejaar!
Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
Beste collega-alumni
Het feestacademiejaar loopt ten einde, op naar het 151e jaar ingenieursopleiding in Leuven. We kunnen
terugblikken op een heel druk en bewogen academiejaar. Er waren heel wat activiteiten in het kader van
deze bijzondere verjaardag. Velen onder jullie hebben van die gelegenheden gebruik gemaakt om nog
eens naar Leuven te komen en te proeven van de sfeer van onze mooie Arenbergcampus. Voor diegenen
onder jullie die al wat langer zijn afgestudeerd, zal het wellicht zijn opgevallen dat de faculteit – en bij
uitbreiding de campus – niet stilstaan. Ook de alumnivereniging is steeds in beweging en hopelijk hebben
jullie daar als leden ook wat van gemerkt. Een aantal nieuwe initiatieven die we vorig academiejaar
hadden opgestart, draaien nu op volle toeren. Zo zijn er de VILv-prijzen voor P&O3 in de algemene
richting en voor het bachelorprojectwerk in de richting burgerlijk ingenieur-architect. We proberen hiermee
onze alumnivereniging beter bekend te maken bij de studenten, maar drukken tevens onze appreciatie
uit voor wat wij een positieve evolutie vinden binnen de opleiding en geven zo ook de faculteit onze steun. Meer rechtstreeks naar
onze leden is er dan onze nieuwsbrief die dit jaar heel regelmatig in uw mailbox is beland. Hiermee kunnen we onze leden beter
en efficiënter op de hoogte houden van de activiteiten die de faculteit en onze vereniging organiseren. Jullie – steeds behoorlijke aanwezigheid op deze activiteiten geeft aan dat we slagen in ons opzet om boeiend te blijven. Ik hoop dan ook van harte dat we
vele nieuwe collega’s – die ik hierbij van harte gelukwens met het behalen van hun diploma – in onze vereniging mogen verwelkomen.
Gegroet en tot gauw
Gert Sablon, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD
Nieuws uit de faculteit
Nieuwe Arenbergers
GeniaaL gedacht
Nieuwe SOC Maakindustrie
Eredoctoraat Gerald G. Fuller
View on Belgians
Ir is dat feestje!
Jaarlijkse Algemene Vergadering VILv
Forumavond: ‘succesvol ondernemen voor en door ingenieurs
3
4
5
6-7
8-9
10-11
12-13
14-15
16-17
Reünie 1954
Reünie 1957 – aankondiging Dag van de Ingenieur
VILv-prijzen
Baron Frans van Dale
GeniaLe alumni: Jo Cornu
Ploeg Fuse maakt plaats voor Pixel
Laatstejaarsreis 2014: Singapore en Maleisië
Feestweek
18
19
20
21-22
23-24
25
26-27
28
Nieuws
Prijzen, onderscheidingen, …
• Philip Dutré, hoogleraar aan het Departement Computerwetenschappen, ontving de ‘Frederick Emmons Terman Engineering
Scholastic Award’ voor ‘Excellence in Teaching’. Raf Mertens,
die zijn eerste jaar ingenieursopleiding aan onze faculteit
volgde en daarna zijn studies verderzette aan Stanford
University, kreeg op 12 april 2014 de Frederick Emmons
Terman Engineering Scholastic Award voor ‘distinguished
academic performance at Stanford University’. De Terman
Awards worden uitgereikt aan de top vijf percent ingenieursstudenten van elk afstudeerjaar aan Stanford University.
Tevens ontving Philip Dutré van Stanford University een
certificaat voor ‘Contributions to the education of students
in general, and in particular for exceptional influence on
the engineering career of Raf Mertens’.
engineering.stanford.edu/portals/student/termanscholastic-awards
• Met de businessplanwedstrijd Start Academy kunnen
hogeschool- en universiteitsstudenten proeven van het
ondernemerschap en krijgen ze de kans hun businessplan
te vervolmaken. Start Academy is een gezamenlijk initiatief
van Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo) en ING België,
met o.a. VKW als partner. Het studententeam achter de app
Quivr won de 5e editie van de businessplanwedstrijd Start
Academy. Ze haalden het van vijf andere teams met hun
flexibele uurroosterapplicatie voor studenten. Met Quivr
kunnen studenten op Android, Windows Phone, iOS en
computer alle informatie vinden die ze dagelijks nodig
hebben als student. 13.000 studenten van KU Leuven
hebben momenteel al een account op Quivr. De kersverse
winnaars Maxime Bossens, Boris Gordts, Jeroen Hermans,
Joris Gevaert, alle vier van de Faculteit Ingenieurswetenschappen, en Andreas Van Assche en Wouter Adriaens van
de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen ontmoetten
elkaar op een programmeerwedstrijd. Ze hebben plannen
om verder te gaan en ook effectief een bedrijf op te richten.
www.vkw.be/kennisbank/quivr-van-ku-leuven-wintstart-academy-2014
Ontwerpwedstrijd FabLab
FabLab Leuven organiseerde in het kader van ‘KU Leuven
ingenieurt 150 jaar’ een unieke ontwerpwedstrijd.
Deze wedstrijd stond open voor alle Vlaamse studenten,
scholieren en FabLab-gebruikers. Er werd gevraagd
een meubel te ontwerpen dat gemaakt kan worden
met FabLab-technologie (bv. lasercutting, CNC milling).
De beste meubels werden gefabriceerd op ware grootte
en geschonken aan de desbetreffende deelnemer.
De drie beste ontwerpen kregen een geldprijs van
respectievelijk 250, 150 en 100 euro. Alle ontwerpen werden
beoordeeld door een jury volgens de criteria functionaliteit,
schoonheid en maakbaarheid.
Vielen in de prijzen: Tom Piessens (1e prijs), Nik Aelbrecht
en Toon Monballieu (2e prijs) en Wim Van Gool (3e prijs).
eng.kuleuven.be/algemeen/nieuws/fablabontwerpwedstrijd
InnovationLab
Op 23 april 2014 werd InnovationLab officieel gelanceerd.
InnovationLab is een interactief leercentrum ter ondersteuning
van ‘ingenieuze’ wetenschapsprojecten in de derde graad
secundair onderwijs. InnovationLab biedt scholen en hun
leerlingen de kans om tijdens een projectdag zelf te experimenteren en te onderzoeken. Rond actuele thema’s als energie,
energieopslag, veiligheid en gezondheid ontwerpen en bouwen
de leerlingen een systeem en passen hierbij concepten van
de lessen wiskunde en wetenschappen toe. Meer over deze
samenwerking tussen Chemische Ingenieurstechnieken,
Materiaalkunde, Computerwetenschappen en Elektrotechniek
lees je op eng.kuleuven.be/innovationlab
lancering InnovationLab
Open Atelier – VILv-prijzen
VILv-voorzitter Gert Sablon reikte op 23 mei prijzen uit voor
het beste ontwerp van de bachelor ingenieurswetenschappen:
architectuur. Thijs Engels en Vincent van Kerckhove kregen
de hoofdprijs voor hun herbestemmingsproject van een site
in Molenbeek. Het team van Gert-Willem Van Gompel, Jeroen
Vanmassenhove en Jolien Winters is uitgeroepen tot runner-up.
Meer informatie op eng.kuleuven.be/AlumniVILv/vilv-prijs
Annemie Caproens
3
De nieuwe Arenbergers
De Groep Wetenschap & Technologie heeft zopas haar 24e Arenbergbrochure gepubliceerd, waarin
het pas aangesteld academisch personeel wordt voorgesteld. De professoren vertellen over zichzelf
en hun onderzoek. Hier vind je in een oogopslag de vier professoren die actief zijn in de ingenieurswetenschappen. Meer informatie en meer portretten vind je online: www.set.kuleuven.be
Liliane Pintelon
Pieter Vansteenwegen
4
Privé
Geboren in Leuven in 1979.
Getrouwd met Sofie Beersmans.
Twee dochters en een zoon: Sien,
Adriaan en Lena
Studies
Master of Science in Mechanical
Engineering (KU Leuven) – PhD in
Operations Research (KU Leuven)
Loopbaan
Postdoc FWO (KU Leuven) – assistant
professor, Department Industrial
Engineering, UGent (2010-2012) –
research stay UPC, Barcelona (2012) –
assistant professor, KU Leuven (sinds
oktober 2012)
Onderzoeksdomein
Verbeteren van de robuustheid en
optimalisatie van openbaar vervoer.
Metaheuristieken voor complexe
logistieke planningsproblemen.
Onderwijsopdrachten
In de nieuwe master verkeer, logistiek
en intelligente transportsystemen
(VLITS): openbaar vervoer – besliskunde
voor bedrijfsbeheer – operationeel
management – distribution logistics
Eenheid
Centrum voor Industrieel Beleid/
Verkeer & Infrastructuur –
Departement Werktuigkunde
e-mail
[email protected]
Website
www.mech.kuleuven.be/en/cib/
Sofie Pollin
Marian Verhelst
Privé
Geboren in Brugge in 1979.
Getrouwd met Bart Adams.
Twee dochters: Liselore en Jozefien
Privé
Geboren in Leuven in 1980.
Getrouwd met Thomas Plomteux.
Drie dochters: Marie, Emma en Laura
Studies
Master of Science in Electrical
Engineering (KU Leuven) - PhD (imec –
KU Leuven)
Studies
Master of Science in Electrical
Engineering (KU Leuven) –
PhD (KU Leuven)
Loopbaan
Internship National Semiconductor
(Santa Clara) – visiting scholar at UC
Berkeley met BAEF en Marie Curie
Scholarships – principal scientist imec
– assistant professor KU Leuven
(sinds oktober 2012)
Loopbaan
Visiting scholar Berkeley Wireless
Research Center, UC Berkeley researcher Intel Labs (USA) - assistant
professor KU Leuven (oktober 2012) lid van de Jonge Academie van KVAB
- lid van het STEM-platform.
Onderzoeksdomein
Networked systems met nood aan
netwerken die steeds denser,
heterogener, batterij-afhankelijker
en spectrumbeperkter worden.
Onderzoeksdomein
Zelflerende en zelfadaptieve circuits
en systemen voor ultralaag vermogen
draadloze sensortoepassingen.
Onderwijsopdrachten
Mobiele en draadloze communicatie
Telecom lab sessies met software
programmeerbare radio’s
Eenheid
ESAT - TELEMIC, Telecommunicatie
en Microgolven
e-mail
[email protected]
Website
www.esat.kuleuven.be/telemic/
Onderwijsopdrachten
Computer Architectures; Design of
Digital Platforms (Ontwerp van digitale
platformen).
InnovationLab (STEM-projecten voor
middelbaar onderwijs)
Eenheid
ESAT – MICAS (Micro-electronics
and Sensors)
e-mail
[email protected]
Website
www.esat.kuleuven.be/telemic/
GeniaaL gedacht
We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningen
van niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bod
komen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.
Marcel Pelgrom studeerde elektrotechniek aan de HTS (hogere technische
school) in Arnhem en de Universiteit Twente. Hij werkte 27 jaar als
onderzoeker en afdelingshoofd voor Philips Research op het gebied
van elektronisch ontwerp. Sinds 2006 is hij medewerker van NXP.
Pelgrom is gastdocent aan Stanford University, Universiteit Twente
en de TU Delft. Daarnaast schrijft hij regelmatig columns in Bits&Chips.
In 2013 kende onze faculteit hem een ereprofessoraat toe.
’n Hollander?
Wat moet een Hollander in dit Leuvens alumniblad? Nu ben ik geboren waar de Rijn de grens passeert, gedoopt in Grolsch bier,
academisch gevormd in Twente en heb een carrière lang in Eindhoven gewerkt. Dan ben je een Nederlander uit de provincie.
Hollanders denken dat rond dat volk stallucht hangt en dat Belgen bij het ontbijt hun frites met bier wegspoelen. Wat u en mij
bindt is dat we hetzelfde denken over die Hollanders: beetje te grote mond voor wat ze presteren. Of dat nu bij het WK is of
als ingenieur, steeds hetzelfde liedje.
Toch hebben de Hollandse studenten in mijn colleges best iets charmants: ze denken al snel dat ze de stof snappen. Met een
beetje handigheid laat je ze dan zulke kromme dingen zeggen, dat ze zich over hun eigen redenering verbazen. En als de
denkfout helder is, dan is het correcte pad snel gevonden. Een goede ingenieur leert van zijn eigen misvattingen.
Een goede ingenieur heeft ook geleerd hard te werken. Sommige aspecten van het vak moet je blind beheersen: de basisvaardigheden van wis- en natuurkunde moeten zo triviaal zijn als het schakelen van een auto. De verschillende onderwijshervormingen hebben het ouderwetse kennisstampen uit de Nederlandse lessen verbannen. Echter hoofdrekenen traint de
scholier om als ingenieur constructies in gedachten te analyseren. Logaritmen rekenen legt de basis om snel grootteordes te
overzien. Die basis mist de Hollandse student anno 2014. De Leuvense ijkingstoets zou voor hem te zwaar zijn. Dat is jammer
want een beetje Hollandse flair kan een internationaal opererende ingenieur wel gebruiken.
Marcel Pelgrom, Honorary Professor 2013
Rechtzetting
Op p. 22 van het vorige nummer van GeniaaL werden de foto’s van Dieter Boels en Koen Wouters (Faculty STARs Atmosfeer)
per vergissing omgewisseld. Met onze excuses plaatsen we hieronder de juiste versie bij de juiste muzikant:
Dieter Boels: °Ukkel, 17 november 1990
• masterstudent in de ingenieurswetenschappen:
elektrotechniek, optie ingebedde systemen en
multimedia
• muziekervaring: accordeon (acht jaar muziekschool), piano (vijf jaar privé), gitaar (zes jaar
privé, een jaar jazzacademie, diverse stages),
trombone (een jaar muziekschool)
• vorige projecten: Arristide, Bolkwush
(https://myspace.com/bolkwush/)
Koen Wouters: °Deurne, 28 september 1990
• master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde, nu masterstudent in het management
aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde
• muziekervaring: gitaar (vier jaar muziekschool),
saxofoon (zes jaar klassieke opleiding aan muziekschool, twee jaar jazz en lichte muziek aan
muziekschool)
• vorige projecten: Bolkwush
5
Het nieuwe SOC (strateg
Maakindustrie gaat van
De maakindustrie is de motor van de welvaart in Vlaanderen. Ze biedt niet alleen werk aan meer
dan 200.000 mensen in 5.700 bedrijven, actief in onder meer de voertuig-, mechatronica- en
machinebouwindustrie, alsook in andere hoogtechnologische productieomgevingen, zij is ook
een krachtige motor van indirecte tewerkstelling. Een baan in de productiesector creëert tussen
twee en vijf bijkomende banen. Productie stimuleert onderzoek en ontwikkeling en de vraag naar
diensten. De productiesector levert een belangrijk aandeel in de private (tot 90%) en publieke
financiering van de O&O-inspanningen. Hij speelt een essentiële rol in het innovatieproces en
de technologische vooruitgang.
6
De maakindustrie staat tegenover de
procesindustrie. In de maakindustrie
verlaten de producten als discrete
entiteiten (‘dingen’) de fabriek.
Voorbeelden zijn auto’s, werktuigmachines, kookpotten, keukens, kledij,
computers, meubelen, zonnepanelen,
vliegtuigen, elektronenmicroscopen,
ledlampen, bruistabletten, … In de
procesindustrie echter stromen de
producten als een fluïdum doorheen het
bedrijf. Voorbeelden van continue productie zijn de petrochemie,
veevoederbedrijven, brouwerijen (de bottelarij is maakindustrie),
farmaceutische bedrijven, …
De Europese maakindustrie staat onder zeer hoge druk wegens
verlies aan competitiviteit tegenover de lagelonenlanden.
Uitbesteden van de productie aan lagelonenlanden, ook
delokalisatie genoemd, wordt meestal als oplossing voorgesteld.
Maar als de productie uit Europa verdwijnt, dan verdwijnen
of verarmen planning, ontwerp, onderzoek en ontwikkeling,
toelevering, technisch onderwijs, ingenieursfaculteiten en het
voor innovatie zo noodzakelijke industrieel weefsel, onherroepelijk
mee. Daarom is een krachtige maakindustrie van levensbelang
voor de welvaart in onze regio.
Als basis voor innovatie en competitiviteit is een sterk industrieel
weefsel primordiaal. Dit omvat: O&O-kennis, beschikbaarheid
van geavanceerde processen en engineeringcapaciteiten,
fabricagecompetenties in specifieke technologieën, dit alles
ingebed in bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen.
Dit weefsel is publiek domein en is de basis voor innovatie.
Het is meestal geografisch verankerd. Een indrukwekkend
modern voorbeeld is de High Tech Campus in Eindhoven,
verankerd in het industriële weefsel van Philips Research en zijn
succesvolle spin-offs (ASML, FEI, ...), met al een honderdtal hightechbedrijven, actief rond mechatronica, precisiemachinebouw,
nanotechnologie. Geografische nabijheid is opnieuw belangrijk
geworden in het innovatieproces. De ‘The World is Flat’-kreet
van Thomas Friedman, dat afstand er niet toe doet, is weer veraf.
Om te innoveren moet je maken
We moeten niet alleen nieuwe producten maken, maar vooral
waarde creëren. Alleen innoveren en de productie uitbesteden
is ook geen oplossing. Er is nood aan een geïntegreerde
aanpak, waarvan ‘dingen maken’ maar één element is.
Verregaande integratie van innovatie, ontwerp, productie en
diensten, als de vier hoekpunten van de waardeketentetraëder,
is de enige weg. Het succes van de integratie van nieuwe
technologieën, zoals microsysteemtechnologie (MST), ICT,
isch onderzoekscentrum)
start
nieuwe materialen, nanotechnologie en biotechnologie,
in nieuwe producten, is in de eerste plaats afhankelijk van de
beschikbaarheid van nieuwe productiemethodes. Alleen die
locaties die alle technologische en organisatorische aspecten
van de ontstaans- en levenscyclus van innovatieve producten
beheersen, hebben een toekomst in het industriële landschap
van de 21e eeuw.
Om in te spelen op de dwingende nood om het industriële
weefsel in Vlaanderen te versterken en zodoende een gunstig
innovatieklimaat te scheppen, keurde de Vlaamse regering
recent de oprichting van het SOC Maakindustrie goed. In dit
nieuw strategisch onderzoekscentrum bundelen de bestaande
Vlaamse onderzoekscentra FMTC (Flanders’ Mechatronics
Technology Centre) en Flanders’ DRIVE, alsook laboratoria
van de vijf Vlaamse universiteiten hun krachten, met de steun
van Sirris, het collectief centrum van de technologische
industrie en onder impuls van Agoria, de federatie van de
technologische industrie. Vanuit hun expertise en jarenlange
ervaring zullen ze samen de bedrijven in de maakindustrie via
precompetitief onderzoek ondersteunen om hun internationale
concurrentiepositie te versterken.
Het SOC Maakindustrie zal nauw samenwerken met een 100-tal
Vlaamse topbedrijven aan precompetitief technologisch onderzoek
op het gebied van mechatronica, productontwikkeling en
geavanceerde productietechnologieën. Dit zal in eerste instantie
concrete toepassingen opleveren op het vlak van machines,
voertuigen, voertuigcomponenten en hoogtechnologische
productiesystemen. Nadien zal een brede groep bedrijven via
de begeleiding van Sirris de gelegenheid krijgen om de onderzoeksresultaten toe te passen en zo hun concurrentiekracht
te verhogen. Daarnaast zet het SOC Maakindustrie sterk in op
grensoverschrijdende en internationale innovatiesamenwerking
en op participatie in Europese onderzoeksprojecten om uit te
groeien tot een uitmuntend onderzoekscentrum in de Europese
context en om de Vlaamse industrie toegang te geven tot de
internationaal beschikbare kennis.
Het SOC Maakindustrie is het vijfde SOC in Vlaanderen.
Het eerste was imec, in 1984, gevolgd door VITO, VIB en iMinds.
Het strategisch onderzoekscentrum Maakindustrie heeft
vestigingen in Lommel, Diepenbeek en Leuven en bij de
vijf Vlaamse universiteiten. De Vlaamse regering voorziet
een basisfinanciering van € 8,4 miljoen per jaar vanaf 2014,
gecombineerd met eenmalige impulsen vanuit SALK
(Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat) en EFRO
(Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), ter waarde
van € 16,5 miljoen voor de financiering van gericht onderzoek.
Het SOC Maakindustrie kwam tot stand vanuit een impuls
gegeven in het SALK-rapport voor Limburg en dankzij een
intensieve samenwerking tussen de industrie, de universiteiten,
Flanders’ DRIVE en FMTC, onder leiding en coördinatie van
Sirris. Opzet is tegen 2018 te komen tot een jaarlijkse overheidsdotatie van € 25 miljoen en een totale omzet van € 50 miljoen
door bijkomende inbreng van middelen vanuit bedrijven,
IWT en Europese steunkanalen. Tegen 2018 zullen er meer
dan 300 onderzoekers vanuit de industrie, het SOC Maakindustrie
en de universiteiten, voltijds als een unieke onderzoeksgemeenschap samenwerken aan een gemeenschappelijke industrieel
gerichte onderzoeksagenda.
Door hun jarenlange onderzoekservaring op het vlak van
productietechnieken, machinebouw en industriële automatisering
zijn meerdere onderzoeksgroepen van de FirW en de FIIW van
KU Leuven uitstekend geplaatst om een belangrijke bijdrage te
leveren aan de activiteiten van het nieuwe SOC.
Hendrik Van Brussel
7
Eredoctoraat voor Gerald G. Fu
Gerald G. Fuller is professor aan het Departement Chemical Engineering aan Stanford University
(California, USA) en een van de pioniers in optische reologie en interfasereologie. In 1980 behaalde
hij zijn doctoraat aan CalTech in de groep van prof. Gary Leal waar hij stromingsgeïnduceerde
dubbele breking bestudeerde als methode om krachten in polymere vloeistoffen te meten.
Al snel werd Gerald G. Fuller de leidende figuur in het gebied
van de reo-optica, waar een brede waaier van technieken
wordt ingezet om spanningen en structuren in stromende
systemen te meten.
Hij schreef hierover een boek in 1994 om vervolgens zijn
onderzoeksfocus te verleggen naar interfasen en hun stromingseigenschappen om ook in dit domein op korte tijd een expert
te worden. En ja … hij werkt momenteel opnieuw aan een boek.
Op 3 juni overhandigde de Faculteit Ingenieurswetenschappen
van de KU Leuven aan Gerald G. Fuller een eredoctoraat. Hij werd
gelauwerd voor zijn uitmuntende wetenschappelijke prestaties,
maar ook voor de meer dan 25 jaar lange succesvolle samenwerking tussen zijn onderzoeksgroep en het Departement
Chemische Ingenieurstechnieken van de KU Leuven.
8
Eline Hermans en Gerald G. Fuller
Doorheen de jaren was u zowel eerst in optische reologie
als later in interfasereologie een van de pioniers in het
vakgebied. Wat is uw geheim? Hoe bedacht u tot tweemaal
toe een nieuw onderdeel dat al snel vele onderzoekers ter
wereld inspireerde?
Je moet een wetenschappelijk probleem identificeren dat verder
onderzoek waard is. In feite moet ik toegeven dat ik me vooral
beter voel als ik de enige ben die aan een specifiek probleem
werkt. Ik voel me relaxed, kan me beter focussen en moet me
geen zorgen maken dat iemand me te snel af is. Voor zowel
optische reologie als interfasereologie had ik jarenlang geen
significante concurrentie. Het heeft voor- en nadelen. Je slaapt
’s nachts beter. Anderzijds, wanneer niemand anders je probleem
bestudeert, betekent het soms dat het geen relevant probleem is.
Het is zeker en vast een groot risico om een grote hoeveelheid
middelen te investeren in totaal nieuwe ideeën. Maar ik denk
dat de echt moedige mensen mijn studenten zijn die de uitdaging
aangaan. Ik heb heel veel geluk gehad om met goede studenten
te kunnen werken die mijn ideeën in praktijk omgezet hebben.
Ik ben daar heel fier op als ik nu naar een conferentie ga en zie
dat een volledige sessie georganiseerd wordt over interfasereologie, waar wij 20 jaar geleden mee gestart zijn.
Wanneer u terugdenkt aan alle onderzoeksprojecten die
u al gedaan hebt, welk project is dan uw favoriet?
Doorheen de jaren hebben we in mijn lab heel wat nieuwe
toestellen en technieken ontwikkeld, waarvan enkele ook
gecommercialiseerd zijn. De Interfacial Shear Rheometer (ISR)
is waarschijnlijk een van de meest succesvolle. Maar net als in
het leven denk ik dat je favoriete project datgene is waar je nu
aan werkt. Ik sta ervan versteld hoe we er onlangs in geslaagd
zijn om dunne vloeistoffilmen te visualiseren en zo de traanfilm
in het oog te kunnen bestuderen.
Hoe is uw samenwerking met het Departement CIT in
Leuven gestart?
Tijdens mijn eerste sabbatical als professor in 1988 heb ik een
opstelling gebouwd voor het meten van dubbele breking tijdens
stroming voor Ron Larson bij AT&T Bell Laboratories en Gill
Pearson bij Exxon Mobil in New Jersey. Dit heeft de aandacht
getrokken van Joe Starita, het toenmalige hoofd van het bedrijf
Rheometrics, een belangrijke producent van apparatuur.
Een van zijn goede vrienden was Jan Mewis, toen professor
aan de KU Leuven. Hij heeft ons aan elkaar voorgesteld en
kort daarna nodigde Jan Mewis mij uit voor een bezoek aan
zijn groep in Leuven. Toen ik het departement voor het eerst
bezocht, was Paula Moldenaers (huidig hoofd van het departement) bezig met haar doctoraatsonderzoek over vloeibare
kristallen. We besloten dat het interessant zou zijn om deze
vloeibare kristallen te bestuderen met mijn reo-optische
opstelling in Stanford. Zo was zij de eerste in een lijst van
meer dan 10 doctoraatsstudenten van de KU Leuven die
mijn lab in Stanford bezochten.
ller, pionier in rheo-optics en interfasereologie
Sinds mijn eerste bezoek aan Leuven kom ik bijna elk jaar
terug. Ik heb zelfs korte tijd met mijn familie in het Begijnhof
gewoond. Vooral mijn kinderen hielden enorm van deze
fantastische plaats.
En zelfs na 25 jaar wordt er nog zeer sterk samengewerkt?
Ook Jan Vermant, huidig professor aan de KU Leuven, bezocht
mijn lab, maar dan als postdoc. Op dat moment was ik nog
maar net gestart met het onderzoeken van interfasen.
Tijdens zijn postdoc raakte ook hij gefascineerd door deze
systemen en in de jaren nadien hebben we hierover nog vaak
samengewerkt. Maar naast goede collega’s zijn we vooral
goede vrienden geworden.
Niet alleen op het gebied van onderzoek bent u een grote
inspiratie voor onderzoekers wereldwijd, maar u heeft hen
ook geïnspireerd om te beginnen fietsen. Tijdens elke
grote conferentie is er nu steeds een groepje professoren
dat rekent op een fietstochtje. Hoe hebt u hen overtuigd?
In het begin van de jaren ’90 ben ik gestart met fietsen en
neem ik mijn fiets overal ter wereld mee. Het kostte me heel
wat moeite, zeker omdat ik toen nog met een mountainbike
reed, die in ieder geval veel zwaarder is dan een koersfiets.
Het was alsof ik elke keer een kleine boot als bagage bij had.
Gelukkig is de technologie sterk geëvolueerd. Vandaag kan ik
een fantastische koersfiets zo efficiënt demonteren dat ik hem
als gewone bagage kan inchecken.
15 jaar lang was ik de enige ‘fietsende reoloog’. Het mooie
van mijn vak is dat je vele goede vrienden maakt. Je ziet elkaar
niet zo vaak, maar je kijkt echt uit naar die schaarse momenten
dat je elkaar wel ziet. Ik heb zeker niemand proberen te overtuigen
om te beginnen fietsen, maar het is gewoon fantastisch om
de wereld te ontdekken op de fiets.
Stanford University Campus
Fietst u graag in België?
Ik heb bijna overal in België gefietst. En telkens als ik in België
ben, heeft Jan Vermant er het grootste plezier in mij mee te
nemen over kasseienwegen met de grootste undulaties.
Je tanden zouden er bijna van uitvallen. (lacht)
Ik heb vele fantastische fietstochten gemaakt in België. Zo heb ik
zelfs een keer de kans gekregen om mee te rijden met Eddy Merckx
en een paar van zijn oude teamleden. We droegen allemaal
hetzelfde truitje dat special voor die dag ontworpen was. Ik heb
dit truitje nog steeds, het hangt, gehandtekend door Eddy
Merckx en vijf of zes van zijn teamleden, ingekaderd aan de muur.
Als professor geeft u uiteraard ook les. Hoe belangrijk is
dit voor u?
Lesgeven en het begeleiden van jonge mensen is enorm
belangrijk voor mij. Het is heel speciaal om jonge mensen te
ontmoeten op een belangrijk keerpunt in hun leven. Ik haal er
enorm veel voldoening uit, vooral als je hen na een tijd opnieuw
tegenkomt of ze komen je bezoeken samen met hun gezin.
Samen met mijn vrouw Mary zijn we erin geslaagd om deze
ervaring zelfs nog dichter bij ons te brengen. Tijdens de zomer
nodigen we steeds enkele kinderen van mijn voormalige studenten
of postdocs uit om bij ons thuis te blijven logeren. Het is ‘a big
circle of life’. Zoals zij ooit bij mij kwamen werken jaren geleden,
vertrouwen ze nu hun kinderen aan mij toe om een project te
doen in mijn lab tijdens de zomervakantie.
Naast hen nodigen we ook kinderen uit minderbedeelde families
uit. Het is een deel van Stanfords ‘science outreach program’
om slimme kinderen uit minder gegoede families een kans te
geven op hoger onderwijs. Als ze het goed doen tijdens hun
project, maken ze kans op een beurs om te komen studeren
in Stanford en een diploma te behalen.
Wat is het beste advies dat iemand ooit aan u gegeven heeft?
Het beste advies dat iemand mij ooit gaf, is hetzelfde dat ik
steeds aan studenten vertel. Wanneer je een carrièrekeuze
moet maken, kies altijd voor die optie die jou het gelukkigst
zal maken. Als je gelukkig bent, zal je succesvol zijn.
de onderzoeksgroep van Gerald G. Fuller
Eline Hermans
9
View on Belgians from
Organized, hard-working, goal oriented but also
Voor de Nederlandstaligen: vanaf nu publiceren we ook artikels in het Engels, zodat ook internationale
alumni GeniaaL kunnen meelezen. Anderzijds: deze interviews zijn in zekere zin ‘eye openers’
voor ons, Belgen.
d at
ebe studie
Brooke Ab ian Institute of
p
io
th
EiABC (E
dis Ababa
e) at the Ad
Architectur
d enrolled
an
ia
p
Ethio
University,
ts Master
en
an Settlem
at the Hum
artment
e of the Dep
Programm
ure.
of Architect
Cheng Hun and Brooke are studying at the Faculty of
Engineering Science for one year and this offers us a nice
opportunity to talk to both of them and share their thoughts
on life in Belgium and how different or similar it is compared
to student life in their home countries.
10
Cheng Hun Chi decided to study in Leuven after discovering
the double degree programme for Nanoscience and Nanotechnology at our faculty. The only thing he knew at the time was
that KU Leuven is an excellent and famous university, so coming
here was taking a giant leap into the unknown. Before arriving in
Leuven he travelled Europe for 40 days and visited a lot of cities,
crossed borders and hopped from island to island. Even after
discovering the rest of Europe, he thinks Leuven is the most
fascinating city. Cheng Hun describes it as a small, historical,
meaningful, and quiet but yet vivid city.
Belgium, the country where we can only enjoy God’s gift,
the sun, 50 days a year
‘Belgian beer is God’s gift although I don’t like the food here.
The sunshine is also God’s gift but it is a pity he only sends it
50 days a year to Belgium so I don’t really like the weather here.
However, I will definitely treasure and appreciate the sunshine
more in Taiwan when I will be back.
I like the fact that Belgium is at the heart of Western Europe.
This great position makes travelling very convenient and cheap.
It is a small country but it behaves like a giant country in the world.
I am amazed by how many languages Flemish people are able
to speak. People are highly educated and friendly to foreigners,
though not as friendly as Spanish, Italian or Greek’ (he smiles).
Knowledge from a book compared to professors as a mentor
‘The teaching method was a culture shock to me. A master student
in Taiwan is much more involved in research and experiments.
Students in Belgium have to attend a lot more classes. The professors in Leuven teach very fast and like to give students a lot of
references to study. It is hard to even read half of the references
they give you. Professors are more like a real teacher here.
They teach knowledge from a book and help you to understand
the material. Another big difference are the exams. In Taiwan,
we only have written exams but in Belgium professors organize
oral exams.
Cheng Hun Chi,
student at the
National Chia Tu
ng University,
Taipei, Taiwan joi
ned the double
degree program
me of Nanoscience and Nano
technology
at our Faculty.
A master student in Taiwan has to decide on a topic and work
with one professor in his department before he or she can start
a master career. This means that for a master student in Taiwan,
professors are more like a mentor who teach you how to do research
and help you finish your thesis. Here in Leuven, you just pick one
of the thesis topics, provided by the professors and you apply
for it. You can even do your thesis in a company if you want to.
Students in Belgium are more flexible to decide what kind of
research they want to do.’
Meeting people from different cultures
‘I have a few Belgian friends but most of my friends are from other
European and non-European countries. To be honest, there are
so many Chinese students in Leuven and because of the fact that
we use the same language, I often stay with them because it is much
easier to talk or to discuss something. I also have Taiwanese friends
who study here so we are sharing our daily life and support each
other. We enjoy playing basketball and we organize trips to other
countries during longer breaks and holidays.
In the future I plan to study abroad again because of my experience
here. I will have to work hard to improve my English so I will get
a chance to make a lot more friends from different countries. I am
eager to know the difference between different cultures and would
like to exchange thoughts and experiences with people from
different parts of the world.’
Lesson I learned from Belgian student life: jump out of the box
‘First of all, I like the fact that in each department building there
are playrooms with vending machines, microwaves, refrigerators,
chairs, tables, ... so people can relax. I think it is a good idea to
have this kind of rooms. It is a perfect opportunity for people to
have fun with their colleagues and get closer to the professors.
We do not have this in Taiwan. It is very special to me. It seems
like telling us the place is not only for working. Work is not boring;
you can also have a lot of fun with it. Secondly, I do like the study
atmosphere here; Belgian students seem to really know what they
want and why they are here.
Almost all of them have a specific goal. I would contribute it to the
fact that Europeans are more open to different things and subjects.
They study because they find it interesting instead of thinking
about the opportunities of getting a job when they graduate, as it
is the case in Taiwan. I would say that people are more open to
other opportunities because Belgians are surrounded by different
international students
‘jumping out of the box’ and trying new things
countries. It’s easy to travel and meet different people and this
allows you to change your opinions. For Taiwanese, it is different,
we are an island country. The traditional concepts about what you
should be when you grow up are hard to change in our society.
It only changes from generation to generation. It is good that people
start travelling and experience different cultures. More and more
people will be able to ‘jump out of the box’ and do what they really
want to do.
Finally, I found it harder to make Belgian friends than other international friends here. I don’t mean that Belgian people are not
friendly people. They already have their friends and life here.
For me, this is why it is hard to be friends with Belgians. Being here
made me think about my attitude towards international students
in Taiwan. I was not really involved with them either. After being
an international student myself, I can say I know the feeling not
having friends at first. Back in Taiwan, I will pay more attention to
the international students in my university. I want them to know
Taiwanese people are really friendly people.’
The exams are organized in a different way as well. Students at
the architecture department have a lot of papers to write and
presentations to give.
Another difference is that most of the young professors in Ethiopia
tend to be less formal than most of my professors at KU Leuven.
On the other hand I also had more formal professors in Addis Ababa
University who have a rule for everything and won’t talk to students
without an appointment. In my view, the excellent experience and
reputation of the KU Leuven professors might have created a gap
between them and their students. I do like to mention though that
the professors at the KU Leuven are communicative and studentcentered. Most of the communication between students and
professors is by e-mail and TOLEDO. TOLEDO is a great way of
exchanging information with students and professors. We don’t
have this in Addis Ababa University. We either use direct submission
of printed papers or e-mail.
My lesson to Belgians: go and experience the amazing world
‘Addis Ababa is a very large city, almost 10 times larger than Leuven.
Considering the limited public transport and the distance to be
travelled, moving from place to place needs to be preplanned
and is therefore minimized. Dormitories are provided for students
whose houses are relatively far from the university. The life in dorms
is based on sharing everything including dorm rooms. I used
dormitory for the first two years of my undergraduate and then
had to leave. Staying at the dormitories means that students tend
to spend more time with each other staying at the university
premises. Ethiopia offers 10 months of sunshine so students
are usually outdoors to meet and talk.
In Leuven, the closeness of everything makes the lifestyle different.
Students here meet at a certain time, usually at night for a beer.
Activities are not so spontaneous in Belgium. I have the impression
students seem to enjoy gathering and celebrating, specially
during the summertime.
As for myself I have been travelling, visiting places in Belgium
and attempted to learn Dutch. I was also lucky to meet both
international and Belgian friends.’
‘I would say travellers are always learning a lot more than residents.
I think I can bring a different culture and way of thinking to you.
Let Belgian students know that on the other side of the earth, there
is a country called Taiwan, and they should go there to try the best
food and sunshine in the world at least once in their lifetime.
Most importantly, Belgian students know that the world is so large,
a lot of people come here to study or live and they should also go
to a different country to see and experience this amazing world.’
☺
Brooke Abebe chose the KU Leuven because it is a university
with a good and longstanding reputation; moreover it counts a
lot of professors with an outstanding expertise. Besides that,
the application procedure is easy and it offers attractive
scholarships and great support. Before arriving, Brooke heard
about Leuven as a student city and this attracted him as well.
So he was looking forward to a great experience.
Summertime
Private versus interdependent life
‘Living in a society where life is a lot more informal and spontaneous,
I would say that life in Belgium is at the other side of the spectrum.
Life here seems formal, organized and coded. People are more
or less private and enjoy company once in a while. This is very
different from the Ethiopian society where people are very interdependent. Leuven is a great place for students though and I am
meeting good people who are very enthusiastic and communicative.
The city is very small as well and everything is in close proximity
and even the streets are safe for cycling.’
Formal versus informal
‘One of the things I have noticed is that everything is better organized
at the KU Leuven than in my home country. Arriving in Leuven, I didn’t
know what to do next. The organized guidance from both the
faculty and the international office helped me not to be confused.
I met a lot of people who love their work and not only know but
also take on their responsibilities. The big smiles from secretaries
made me feel at home immediately.
Another aspect I like is the respect for schedules and not interrupting
the classes. I also enjoy the flexibility that is offered to us to choose
courses based on our own personal preferences. Students from
the same year in Addis Ababa University follow more or less the
same courses.
Lessons learned from Belgian life: trying new things and not
afraid to fail
‘Most Belgians are goal oriented and hardworking people. I really
enjoyed the punctuality and respect for time that is far different
from Ethiopia. Another aspect that surprises me is the courage
and enthusiasm of students to know more. Belgians seem to be
focused on what they do. On the other hand, most of the students
here have the courage to try new things and are not afraid to fail.
I have seen these qualities both in class and in life.
I also like the fact that the KU Leuven professors stay up-to-date
through progressive research and have a lot of international
relations and are giving public lectures. The fact that professors
are not only teaching but are also contributing to the body of
knowledge is an inspiration for European students and professors.’
My lesson to Belgians: be more interdependent
‘Ethiopians are just like Belgians introvert people but at the same
time they sacrifice everything to make visitors and tourists feel at
home. They enjoy the interdependency and sharing information
with new people. This is the reason why most people will easily
fall in love with my country.’
Isabelle Benoit
11
ir is dat feestje!
Op 23 mei vierden de personeelsleden van de faculteit nog maar eens het 150-jarige bestaan van
de Leuvense ingenieursopleiding, met activiteiten die op het eerste gezicht niets ‘ingenieurachtigs’
hebben: workshops valkenieren, circustechnieken, beeldhouwen, boetseren, juwelen maken,
monoprint, goochelen, dansen, volleybal, voetbal, fietsen, een kano- of vlotafvaart van de Dijle,
een stadswandeling langs de ingenieurshoekjes van Leuven en ten slotte samen met de familie
en de alumni een barbecue met free podium op het grasveld voor het Arenbergkasteel. Het podium
werd niet toevallig vooral bezet door ingenieurs. En de ingenieurs zagen dat het goed was.
Meer foto’s vind je op http://eng.kuleuven.be/irfeestje/fotos
Foto’s: Michael Delausnay
Valérie Wyns
De sp
of bea
12
e handen verliep
vrijwillige helpend
al
nt
aa
e
ot
gr
t
Dankzij he
dfeest vlotjes.
n het grote avon
de opstelling va
liefhebbers
De dieren
konden
n in een
zich uitleve
workshop
dags al geniete
Het personeel van de faculteit kon ’s namid
zoals bee
hops,
works
de
van
een
aan
n
door deel te neme
n.
valkeniere
Een begeleide stadswandeling
leidde de deelnemers
ingenieursgerelateerde beziensw
aardigheden van Le
De klein
ste fees
tv
ijverige
schmink ierders werden
onder h
sters.
ande
n genom
en door
portievelingen konden onder ande
re deelnemen aan een voetbalachvolleytornooi.
13
De bijna duizend feestvierders werd
en snel bediend aan de buffettaf
en van het feest
ldhouwen.
De lange
asveld voor
tafels op het gr
s langs de historische
euven en Heverlee.
els.
l.
n afgeladen vo
het kasteel zate
De BBQ werd
opgeluisterd do
or bandjes die
van de faculte
het muzikaal ta
it vertegenwoo
lent
rdigden.
Jaarlijkse Algemene Vergade
Op 27 juni 2014 vond in het Departement Werktuigkunde in Heverlee de jaarlijkse statutaire algemene
vergadering van VILv vzw plaats, die dit jaar het karakter had van een Bijzondere Algemene Vergadering
omdat ook een wijziging van de statuten op de agenda stond. Het activiteitenverslag 2013 werd
gepresenteerd door secretaris-generaal ir. Bart Van Buggenhout, het financieel verslag door
penningmeester ir. Johan Vanmarcke.
Voor een uitgebreid verslag kan u terecht op onze website:
eng.kuleuven.be/AlumniVILv/bestuur/algemene-vergadering/verslag-juni.
Figuur 1: Resultatenrekening 2013:
Kosten
Opbrengsten
Saldo
Begroting
TOTAAL WERKING
84.660,88 €
69.842,03 €
-14.818,85 €
-17.375,00 €
TOTAAL FINANCIELE ACTIVITEITEN
15.056,78 €
876,19 €
-14.180,59 €
-125,00 €
TOTAAL UITGAVEN / ONTVANGSTEN
99.717,66 €
70.718,22 €
-28.999,44 €
-17.500,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
12.
12.1
12.2
Fondsen VILv
Schenkingen en legaten
Gebruik van fondsen
21.
21.1
21.2
Resultaatsverwerking
Over te dragen winst (resultaat boni)
Over te dragen verlies (resultaat mali)
0,00 €
28.999,44 €
ALGEMEEN TOTAAL
99.717,66 €
99.717,66 €
0,00 €
14
Figuur 2: Balans per 31 december 2013 (gepresenteerd volgens de nieuwe wetgeving):
ACTIVA
Vaste activa
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa
III. Materiële vaste activa
IV. Financiële vaste activa
Vlottende activa
V. Vorderingen > 1 jaar
VI. Voorraden
VII. Vorderingen < 1 jaar
VIII.Geldbeleggingen
Pooled Fund KU Leuven (VILv = K 286)
BNP Paribas Fortis effectenrekening
230-0041783-93
BNP Paribas Fortis spaarrekening plus
230-7382371-12
BNP Paribas Fortis Spaarrekening
035-2397166-46
KBC effectenrekening 479-4128574-89
Obligatie nr. 288 van Vzw Actief, Mecenaat
Pro KU Leuven
IX. Liquide middelen
Zichtrekeningen BNPPF, KBC
X. Overlopende rekeningen
Totaal van de activa
2012
2013
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
0, €
161.174, €
161.750, €
394.566, €
386.091, €
14.604, €
33.990, €
95, €
157.303, €
95, €
137.001, €
15.493, €
15.493, €
10.088, €
15.945, €
927, €
15.031, €
769.268, €
750.379, €
2012
2013
Eigen vermogen
I. Kapitaal
Fonds Cousin
71.741, €
Fonds Van Bree
180.933, €
Fonds Vierendeel Dumont Mertens de Wilmars 14.872, €
Fonds Blondel
4.023, €
Fonds Jadot
26.182, €
Fonds Jadot Van Bree
197.626, €
Solidariteitsfonds
33.854, €
II. Uitgiftepremies
0, €
III. Herwaarderingsmeerwaarden
0, €
IV. Reserves
222.004, €
V. Overgedragen winst (verlies)
VI. Kapitaalsubsidies
0, €
VII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
0, €
PASSIVA
71.741, €
180.933, €
14.872, €
4.023, €
26.182, €
197.626, €
33.854, €
0, €
0, €
222.004, €
-28.999, €
0, €
0, €
Schulden
VIII. Schulden > 1 jaar
IX. Schulden < 1 jaar
X. Overlopende rekeningen
Totaal van de passiva
0, €
0, €
18.036, €
0, €
0, €
28.146, €
769.268, €
750.379, €
r ing 2014 VILv vzw
Figuur 3: financieel verslag betreffende de werking 2013:
Kosten
Opbrengsten
Saldo
Begroting
1.188,25 €
16.244,00 €
0,00 €
50.082,29 €
34.577,28 €
-1.188,25 €
33.838,29 €
34.577,28 €
-1.000,00 €
31.250,00 €
15.505,01 €
15.505,01 €
-16.244,00 €
-12.359,49 €
0,00 €
6.179,74 €
1. VILv Office
2. Lidgelden
2.1 KVIV / ie-net
2.2 VILv - Alumni Lovanienses
Lidgelden VILv - Alumni Lovanienses
Bijdrage voor de algemene koepel Alumni Lovanienses
3. VILv-blad
3.1 Advertentie
3.2 Tussenkomst Alumni Lovanienses
3.4 Redactionele kosten
kosten layout
3.5 Drukkosten
3.6 Verzendingskosten
4. Algemene vergadering
5. Vergaderingen
6. Activiteiten
6.1 Promotiebijeenkomsten
6.2 VILv-forumavonden
sponsoring / inschrijvingen
kosten receptie
andere (organisatie)kosten
6.3 Dag van de Ingenieur
inschrijvingen
kosten receptie / diner
kosten uitnodiging
andere (organisatie)kosten
6.4 VILv-prijs
7. Partnership met studenten
8. Partnership met bestuursorganen KU Leuven
8.1 Promotiefeest
8.2 KU Leuven ingenieurt 150 jaar
8.3 Leerstoel prof. Van Cauteren
9. Overige kosten
18.869,51 €
1.991,38 €
45,87 €
2.300,00 €
0,00 €
16.219,76 €
1.000,00 €
14.419,76 €
800,00 €
427,87 €
TOTAAL WERKING
84.660,88 €
16.244,00 €
18.539,23 €
3.403,13 €
8.531,40 €
6.604,70 €
1.342,91 €
982,80 €
29.716,06 €
2.590,00 €
6.179,74 €
0,00 €
6.179,74 €
455,00 €
0,00 €
13.125,00 €
-3.403,13 €
-8.531,40 €
-6.604,70 €
-887,91 €
-982,80 €
-16.591,06 €
-2.590,00 €
15,00 €
15,00 €
-3.465,55 €
-453,75 €
13.110,00 €
0,00 €
13.110,00 €
-18.869,51 €
-1.991,38 €
-45,87 €
-2.300,00 €
0,00 €
-16.219,76 €
-1.000,00 €
-14.419,76 €
-800,00 €
-427,87 €
69.842,03 €
-14.818,85 €
3.465,55 €
453,75 €
0,00 €
0,00 €
-9.700,00 €
-2.000,00 €
-2.000,00 €
-14.050,00 €
-2.650,00 €
-16.800,00 €
15
-425,00 €
-17.375,00 €
Figuur 4: Begroting 2014
Kosten
Opbrengsten
Saldo
1. VILv Office
2. Lidgelden
3. VILv-blad
4. Algemene vergadering
5. Vergaderingen
6. Activiteiten
7. Partnership met studenten
8. Partnership met bestuursorganen KU Leuven
9. Overige kosten
1.000,00 €
17.600,00 €
14.700,00 €
1.000,00 €
1.500,00 €
15.300,00 €
2.650,00 €
1.800,00 €
450,00 €
0,00 €
49.500,00 €
5.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-1.000,00 €
31.900,00 €
-9.700,00 €
-1.000,00 €
-1.500,00 €
-15.300,00 €
-2.650,00 €
-1.800,00 €
-450,00 €
TOTAAL WERKING
56.000,00 €
54.500,00 €
-1.500,00 €
1.375,00 €
875,00 €
-500,00 €
11. Reserves VILv
TOTAAL FINANCIELE ACTIVITEITEN
1.375,00 €
875,00 €
-500,00 €
TOTAAL UITGAVEN / ONTVANGSTEN
57.375,00 €
55.375,00 €
-2.000,00 €
12. Fondsen VILv
TOTAAL
0,00 €
0,00 €
0,00 €
57.375,00 €
55.375,00 €
-2.000,00 €
Johan Vanmarcke
Bart Van Buggenhout
Forumavond:
‘Succesvol ondernemen voor en
Voor heel veel ingenieurs komt het er vroeg of laat van: een leidende rol opnemen. Voor een kleiner
aantal hiervan neemt dit echter heel andere proporties aan: leidinggeven aan een heel bedrijf. Op de
forumavond ‘Succesvol ondernemen voor en door ingenieurs’ werd dieper ingegaan op alle mogelijke
aspecten die hierbij van belang zijn. Drie Vlaamse topondernemers, allen afgestudeerd aan onze eigen
faculteit, gaven hun persoonlijke visie op succesvol ondernemerschap. Daarna gingen deze ‘captains
of industry’ in op vragen tijdens een debat dat gemodereerd werd door prof. Koenraad Debackere.
16
Urbain Vandeurzen, die nog niet zo lang geleden LMS verkocht
aan Siemens, legde in zijn verhaal vooral de nadruk op het feit
dat zijn bedrijf voortdurend in transformatie was. Dat was de
sleutel tot succes. Het continu veranderingsproces was nodig
om snel te kunnen inspelen op de noden van de klant de volgende
tien jaar. LMS spendeerde ieder jaar 25% van het totale budget
aan onderzoek en ontwikkeling. Dit werd mogelijk gemaakt door
het businessmodel dat recurrente inkomsten genereerde. In het
crisisjaar 2008 plukte LMS daar de vruchten van. Er werd door
de voertuigindustrie enkel nog geïnvesteerd in technologie voor
zuinigere en veiligere wagens; net datgene waar LMS op had
ingezet. Vandeurzen is met zijn bedrijf ook van bij de start
wereldwijd gegaan. Uiteindelijk werden alle bedrijven uit de
top 500 van de maakindustrie klanten van LMS.
De transformatie waarover Vandeurzen sprak, had ook betrekking
op zijn eigen persoon. Hij evolueerde van technologieondernemer
naar groeimanager en uiteindelijk naar ‘captain of society’, zoals
hij het zelf noemde. Een titel die hij terecht draagt, want hij is of
was topman van onder andere Gimv, VOKA, VBO, Flanders’
Drive en Barco.
Herman Verrelst kan nog niet de adelbrieven voorleggen die
Vandeurzen heeft, maar hij zit intussen toch al aan zijn derde
start-up. Na DATA4S en Medicim opgericht en verkocht te hebben,
is Verrelst nu CEO van Cartagenia, dat software aanbiedt aan
Eric Van Zele
bedrijven die informatie willen halen uit DNA-analyses. Volgens
Verrelst is het belangrijkste waar een technologisch ondernemer
zich moet op focussen de zogenaamde ‘product-market fit’: in welk
product zal mijn technologie geconcretiseerd worden en voor welke
toepassing? Welke nood in de markt kan dat product lenigen?
De ingenieur-ondernemer moet meer marketeer worden!
Met Cartagenia wil Verrelst een stap verder gaan dan met zijn
vorige twee ondernemingen. Terwijl DATA4S en Medicim overgenomen werden op een moment dat ze relatief klein waren,
wil hij nu Cartagenia laten groeien van 30 naar 300 werknemers.
Een nieuwe financieringsronde, die dit plan moet ondersteunen,
is net achter de rug.
Eric Van Zele, CEO van Barco, legde de nadruk op de soft skills
die een ondernemer moet hebben om succesvol te zijn. Niet de
koele managerscapaciteiten, maar wel de warme, menselijke
leiderschapscapaciteiten maken van een ingenieur een succesvol
bedrijfsleider. Toen Van Zele bij Barco aankwam was het volgens
hem een groot, log, arrogant bedrijf met een zeer zware kostenstructuur. De motivatie bij de werknemers was ver te zoeken
omdat er geen communicatie was vanuit het management.
door ingenieurs’ 1 april 2014
Door volop in te zetten op operationele excellentie en het aanleren
van leiderschap aan het management kon Van Zele het tij keren.
Het productievolume ging met een factor 20 omhoog (met hetzelfde aantal mensen) en de motivatie onder de werknemers
werd hersteld. Een goed bedrijfsleider moet assertief en spraakvaardig zijn en zorgen voor een sfeer van open communicatie.
Nadat de drie sprekers de toon hadden gezet, werd er verder
gedebatteerd over het thema ondernemerschap. Op de vraag
hoe we in Vlaanderen ondernemerschap kunnen stimuleren
werd vooral verwezen naar het buitenland. Ingenieurs moeten
hun horizon verruimen en internationale ervaring opdoen.
Internationalisering komt ook je product ten goede, weet
Vandeurzen, want de grote groeimarkten vereisen een performanter
product. Belgen kunnen goede internationale managers zijn.
Tot slot wilde de moderator nog van de sprekers weten welke
boodschap zij hadden voor de politieke wereld. Urbain Vandeurzen
moest hierover niet lang nadenken. Innovatie, onderwijs en economie
moeten gealigneerd worden en dus de bevoegdheid worden van
één enkele minister. Talentgedreven innovatie moet de volle aandacht
krijgen. Eric Van Zele pleitte voor het Duitse model, waarin ondernemerschap positief benaderd wordt en de vakbonden eerst
aan welvaartscreatie denken en pas daarna aan welvaartsverdeling. Herman Verrelst waarschuwde dat de overheid niet
te veel mag interfereren met de ondernemerswereld. Ze moet
wel een stimulerend kader scheppen, maar zeker de zaken
niet complexer maken.
Moderator Koenraad Debackere besloot dan de avond met
een oproep aan alle stakeholders in het innovatielandschap.
De overheid hoeft geen betuttelingsbeleid te voeren. Laat de
ondernemingen aan de ondernemers en het onderwijs aan de
onderwijsinstellingen. Maar laten we wel de krachten bundelen
om ondernemerschap te stimuleren.
Herman Verrelst
David Maes
Maar volgens Eric Van Zele is het moeilijk om goede buitenlandse
managers naar hier te halen. De reden hiervoor zal niemand
verbazen: de hoge belastingen in België. De internationalisering
kan ook tot gevolg hebben dat bedrijven in buitenlandse handen
vallen. Maar, aldus Van Zele, het verankeren van bedrijven in België
betekent dat het beslissingscentrum in België blijft. Hoe de aandeelhoudersstructuur eruit ziet, is van minder belang. Herman Verrelst
voegde hieraan toe dat een technologie start-up in ieder geval
internationaal denkt, vanaf dag 1.
Maar hoe kunnen we de ingenieursstudenten dan aanzetten tot
meer ondernemerschap, vroeg Michiel Steyaert, de decaan van
de Faculteit Ingenieurswetenschappen, zich af. Opnieuw:
buitenlandse ervaring laten opdoen! Studenten moeten vanonder
de kerktoren weg. Maak een buitenlandse stage tot een verplicht
onderdeel van de opleiding, zo sprak Vandeurzen.
Koenraad Debackere
17
Promotie 1954 vierde 60 jaar ingenieursdiploma
Het Diamanten Jubileum van Promotie 1954 werd op 15 mei
een zeer geslaagd feest in de Faculty Club in Leuven.
Het werd voor de jubilarissen een hartelijk weerzien bij hooggestemde orgelmuziek,
die middag in de nabije Begijnhofkerk.
Zij woonden er een dankmis bij waar ook de 27 overleden collega’s en partners
herdacht werden. Emeritus Jacques Péters concelebreerde met pater Decaluwe
de eucharistieviering, opgeluisterd met muziek van J.S. Bach.
Daarna begon het feest in de Faculty Club. Bij het aperitief werden de glazen
geheven op de groei en bloei van VILv en ons aller gezondheid. Aansluitend werd
in de ‘Heilige Geesttafel’ een feestbanket gehouden.
Tussen de gangen met sterrenklasse kwamen de toespraken.
18
Uitmuntend banket, pittige speeches
Eregast Jacques Péters speechte met de panache die wij van hem kennen. Ingeleid als de man die Werktuigkunde van KU Leuven
op de Europese kaart plaatste, bracht hij een toespraak om ‘u’ tegen te zeggen.
Ingaand op het veelzijdig parcours van de jubilarissen stond professor Péters stil bij wat onze ingenieursgeneratie presteerde in
ruim vier decennia na 1954. Waar opnieuw een industriële revolutie aankwam, na mutaties als de mijnsluitingen en Congo 1961 …
Eén op vijf collega’s van deze promotie heeft toen een carrièreswitch gemaakt.
Met hun polyvalente opleiding verwerkten zij die conversie goed – om met de andere collega’s verder hun bijdrage te leveren
voor hun gemeenschap.
Met grote waardering hiervoor en ‘ongeacht onze ouderdom’ wou hij toch ook nog een opdracht meegeven naar jongeren toe,
onze kinderen en vooral de kleinkinderen:
‘Geef de fakkel door van de waarden en idealen waarvoor u zich ingezet hebt. Uw kinderen, ook al uw zonen- en dochters-ingenieurs die 20 bijna-vijftigers - toonden zich wel aangesproken door uw motivatie en inzet.
Maar voor uw kleinkinderen hebt u nog een opdracht: blijft u ervoor inzetten - zolang u er zijt - opdat ook zij in uw geest en in de
lijn van uw idealen met empathie zouden voortdoen.
Zo voortdoen, al weten wij dat zij vandaag in een wereld terechtkomen die honderd procent verschilt van wat de onze geweest
is, beste vrienden … daar gaat het om!’
De oproep waarmee Jacques Péters zijn toespraak afsloot kreeg warm applaus, terwijl het tussengerecht eraan kwam.
Paul Van Beveren over examentijden
Vóór de chef-kok zijn hoofdschotel zou laten opdienen, had hij Paul van Beveren 14 minuten toegezegd als ‘tijdvenster’ - voor een
speech die ons olijk terugbracht naar bepalende momenten uit onze examentijden. Paul ondersteunde krachtig Theo Van der Waeterens
standpunt dat onze ingenieursstudies de zwaarste academische studies aller tijden waren - en voor bouwkundigen de allerzwaarste.
Dat illustreerde hij uitvoerig met zijn ervaringen en die van collega’s uit hun beslissend examenparcours op het einde van het 5e jaar –
met professoren als Pierre De Smet, Jozef Vanderhaeghen in hun grote wijsheid in de titelrol. Ook professor Péters gaf al vroeg
van die wijsheid blijk. Voor niet-ingewijden zoals de aanwezige dames deden zijn onthullingen de bouwkundigen nog meer in
aanzien stijgen. Hun daverend applaus voor Paul gold ongetwijfeld ook de genoemde leermeesters.
Poëzie van Fé
Met dessert en koffie in aantocht kwam poëzie aan de beurt: Roger Maenhaut stelde promotiepoëet Fé Luykx voor, met zijn
nieuwste dichtwerk ‘Tachtigers’, alle tachtigers van de promotie ter ere. Enthousiast toegejuicht werd Fé opgevolgd door de
‘highlight’-speech van de dag door Roger Maenhaut – waarvoor ‘Tachtigers’ de ideale intro was.
Diamanten Jubileumspeech: Roger Maenhaut
De bevlogen speech van Roger was er een van superieur karaat.
Vol verrassende, pittige anekdotes, hilarische en straffe verhalen vol herinneringen aan proffen en commilito’s uit onze studententijd
en dat tot in de aansluitende 21 maanden legerdienst. Die had Roger gedurende maanden bijeengezocht bij de jaargenoten –
buiten wat hem nog helder voor de geest stond – en dat was heel wat. Hij heeft het allemaal zelfs te boek gesteld! Een boekje
van 40 pagina’s met keurig op een mooie blauwe cover het embleem van de Speciale Scholen – uit Pierre De Smets tijd …
Roger Maenhaut kreeg dubbel applaus toen hij besluitend aankondigde dat ‘het boekje’ voor iedereen klaar lag bij het einde
van de viering. 15 mei is een jubileumviering geworden om niet te vergeten, een gelukkige dag.
Jos Deknopper
Promotie 1957: 57 jaar afgestudeerd
Andermaal kwamen we, de promotie van 1957 na
57 jaar, samen in het Iers College in Leuven op
woensdag 21 mei 2014.
Ook vorig jaar waren we er te gast. Toen hield het
minder goede weer ons binnen in het overigens
ruime en prachtig gerestaureerde gebouw. Dit jaar
konden we voor het aperitief, aangeboden door
onze alumnivereniging VILv, waarvoor onze dank,
terecht op het terras in een mooi verzorgde tuin. Het werd een heerlijke lentedag.
De samenkomst was gepland vanaf het middaguur, maar al om halftwaalf kwamen de eerste genodigden aan. Het werd dan
ook een heerlijk weerzien, niet zozeer als collega’s maar als ‘oude’ vrienden. Waarom niet jaarlijks twee keer zo’n samenkomst
organiseren, werd door sommigen geopperd: we zijn haast allemaal tachtigers en de tijd gaat zo snel. Dit was vooral een duidelijke
wenk om de samenkomsten ook in de volgende jaren te blijven organiseren. En we komen allemaal graag naar Leuven, de plek
waar het ooit allemaal begon.
Uiteindelijk waren we met 33, zowat de helft dames, want ook weduwen blijven trouwe en enthousiaste leden.
Een uur later konden we aanschuiven in de grote zaal voor een veelbelovend viergangenmenu, geserveerd door Ben De Vijver,
de chef-kok van het huis, die ons tijdens het aperitief had ingelicht over de ingrediënten en de bereidingswijze van de gerechten.
Ook de wijnkeuze van de chef was ronduit schitterend.
Na de maaltijd gingen wij terug naar buiten om verder bij te praten bij een koffie, een fruitsapje of een pint en voor de obligate groepsfoto.
Rond halfzes - wat gaat de tijd toch snel – keerden wij allen terug huiswaarts.
Jef De Lepeleire
19
Zaterdag 4 oktober 2014:
Dag van de Ingenieur
Zoals ieder jaar organiseert VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven de ‘Dag van de Ingenieur’ op de eerste zaterdag van oktober.
Deze druk bijgewoonde happening brengt recent en minder recent afgestudeerde ingenieurs opnieuw samen in Leuven in een
gezellige omkadering.
Om 18 uur zetten we de avond in in de Universiteitshal met een receptie. Ook het traditionele diner zal plaatsvinden op deze unieke
locatie. De rector van de KU Leuven, Rik Torfs, zal deelnemen aan het diner en een korte causerie houden.
Na het diner wordt in de Fakbar ’t ElixIr een speciale Ouwzakkenavond georganiseerd: Ouwzakkenavond De Luxe waar tot in de
vroege uurtjes herinneringen kunnen worden opgehaald op de muziek van vroeger en nu.
Voor dit avondvullende programma vragen we
• € 65,- per persoon (als één van beiden lid is van de alumnivereniging)
of € 75,- per persoon (indien beiden geen betalend lid zijn).
• Voor de promotiejaren 2009 tot 2013 geldt het speciale tarief van € 40,voor leden en hun partners en € 50,- voor niet-leden en hun partners.
• Voor promotie 2014 bedraagt de bijdrage slechts € 25,-.
Schrijf je snel in via eng.kuleuven.be/AlumniVILv/dagvandeingenieur.
VILv-prijzen voor bachelorstudenten
burgerlijk ingenieur-architect
VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven heeft voor de tweede
keer een prijs uitgereikt voor het beste architectuurontwerp
in de derde fase van de bacheloropleiding burgerlijk ingenieurarchitect. Voor de algemene bacheloropleiding werden deze
prijzen uitgereikt in december, bij de jaarlijkse demodag van
het opleidingsonderdeel ‘Probleemoplossen en ontwerpen’.
Bij de bachelors burgerlijk ingenieur-architect werd gekozen
voor het beste ontwerp in de afstudeerfase van de bacheloropleiding. Deze prijs werd uitgereikt op 23 mei 2014 door
VILv-voorzitter Gert Sablon aan Thijs Engels en Vincent van
Kerckhove voor hun herbestemmingsproject van een site
in Molenbeek.
De leden van de groep die meewerkten in het beginstadium
van het project kregen de prijs van runners-up: Gert-Willem
Van Gompel, Jeroen Vanmassenhove en Jolien Winters.
Uit het juryverslag van Brecht Verstraete, een van de begeleiders
van het winnende team:
20
De ontwerpopdracht in 3bira vraagt een onderzoek naar een
alternatief voor de vrijstaande gezinswoning met private tuin,
naar een nieuwe en minder ruimteverslindende woonvorm.
Dit jaar werd dit specifiek toegepast op vier sites in Brussel:
uitdagend, complex en met nood aan een gedurfde transformatie. De opgave vraagt een relatief hoge dichtheid die de
klassieke bouwblokkencontext bevraagt en gaat uit van
een stedelijk programma van wonen (zoeken naar nieuwe
woonkwaliteit) én een publiek programma (bijvoorbeeld
een overdekte markt).
Een ontwerpende stadsanalyse (van Thijs, Vincent, Jeroen,
Jolien en Gert-Willem) leidde tot een masterplan dat
• enerzijds het woonprogramma voorziet in een evidente
continuïteit met het omliggende weefsel: twee bouwblokken
met wonen rondom collectieve en private tuinen
• anderzijds het publieke programma (markt) en een deel
van het woonprogramma combineert in een markant
nieuw gebouw, waarbij woningen voorzien worden in het
dak van de markt dat een archetypische dakvorm kreeg.
Dit volume wordt zo een speler in het Brusselse stadslandschap, ‘een landmark’, maar op een veel authentiekere
manier dan de zoveelste extra hoogbouwtoren (sympathieker qua schaduw, stedelijk qua plint, minder exclusief
en meer inclusief dus).
Thijs en Vincent werkten dit markante volume verder uit in
het tweede semester en losten hier de hoge verwachtingen
in, door doorgedreven inzet en enthousiasme … met ‘veel
goesting’ dus.
Ze ontwierpen een gebouw dat heel kwalitatieve woningen
voorziet, dat ‘en passant’ boeiende collectieve ruimtes
introduceert die buren kunnen samenbrengen, dat onder
dit alles door de uiterst stedelijke plint verder concretiseerde.
Een gebouw dus dat op genereuze manier onderin ruimte
maakt voor stadsdrukte en tegelijk mensen in staat stelt zich
even terug te trekken uit die stadsdrukte; met een schema
dat zowel naar recent werk van MVRDV in Rotterdam kan
verwijzen, als naar het ontwerp van Henri Sauvage in de rue
des Amiraux bijna een eeuw eerder. In de publieke ruimte
introduceert het ontwerp ruimtes die doen denken aan de
hallen van Schaarbeek, maar zelfs (met voldoende verbeelding)
aan de grandeur van de lichtinval van het pantheon …
Thijs en Vincent vatten de ‘koe bij de horens’: de uit het
concept voortvloeiende vraagstukken rond stabiliteit, technieken,
toegankelijkheid, brandveiligheid werden tijdig in het ontwerpproces meegenomen en konden zo bijdragen aan het plan
in plaats van ermee te moeten vloeken.
De zoektocht naar een alternatieve ‘woonvorm’ die we
in de derde fase willen voeren, kreeg zo een heel eigen,
onverwachte en kwalitatieve invulling, vandaar de keuze
van de jury om de prijs dit jaar aan Thijs Engels en
Vincent Van Kerckhove toe te kennen.
Proficiat!
Baron Frans van Daele
Europese grootmeester en voorzitter van Alumni Lovanienses
Alumni Lovanienses is de koepelorganisatie en het centraal
overlegorgaan van alle alumnikringen van de KU Leuven,
waartoe ook VILv, onze ingenieurs-alumnivereniging, behoort.
Baron Frans van Daele is voorzitter van Alumni Lovanienses en
heeft samen met vicerector Katlijn Malfliet het Alumni Office
onder zijn hoede. Voor meer info over de Alumni Lovanienses
verwijzen we naar de webpagina alum.kuleuven.be/.
Wie is Frans van Daele?
Een indrukwekkende bewakingsdienst begeleidt ons tot aan zijn
kantoor in het Koninklijk Paleis, waar hij momenteel kabinetschef
is van Koning Filip.
Studies
Frans van Daele heeft zijn prille jeugd doorgebracht in Sluis met
een Belgische vader en een Nederlandse moeder. Daarna is hij
‘aangespoeld’ in Knokke, waar hij naar de middelbare school ging.
Aan de KU Leuven studeerde hij Romaanse filologie en kunstwetenschappen aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van
1967 tot 1971. Hij heeft er dus de woelige jaren rond 1968
meegemaakt. Frans van Daele had gekozen voor de KU Leuven
omdat het de meest prominente studentenstad is en omdat er
ook lesgegeven werd door proffen van de UCL, wat voor de studies
romanistiek natuurlijk interessant was. In zijn studententijd
vertoonde hij linkse progressieve sympathieën. Zijn voornaamste
activiteiten waren onder andere volksvergaderingen in de Alma,
het uitdelen van pamfletten bij Cockerill-Sambre en het deelnemen
aan diverse betogingen, waarbij hij zelfs opgepakt werd door de
gendarmerie en een nachtje mocht doorbrengen in de rijkswachtkazerne. Een beeld dat verwondering wekt als we nu Frans van
Daele ontmoeten, maar heeft onze vroegere rector De Somer
niet ooit gezegd dat de goede leiders in hun studententijd links
waren en in hun beroepscarrière een evolutie doormaken?
Carrière
Na zijn studies heeft hij een jaar Frans gegeven bij de zusters
Ursulinen in de Naamsestraat, terwijl hij zijn diplomatiek examen
voorbereidde, wat hij in 1971 afgelegd heeft in Brussel. Daarna
begon hij zijn carrière met Etienne Davignon als eerste baas,
wat voor hem een openbaring en sterke leerschool is geweest.
In 1972 werd hij voor twee maanden naar Santiago di Chili gestuurd
waar toen de 3e UNCTAD-conferentie plaatsvond. Het was een
fascinerende periode waarin de strijd links-rechts in volle hevigheid
woedde met Salvador Allende als president. Wat Frans van Daele
toen vooral opviel, was hoe uitgesproken de politieke rivaliteiten
waren en vooral hoe open erover gepraat werd. Na Santiago
keerde hij terug naar Europa waar hij voor de eerste keer werkte
bij de ‘Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese
Unie’. Als jong-afgestudeerde kreeg hij niet de meest boeiende
dossiers en werd hij verantwoordelijk voor de opvolging van
de algemene preferenties in douanerechten. Voor hem bood het
echter een mooi werkterrein en een eerste echte onderhandelingsmogelijkheid met de zes andere lidstaten. Hij kreeg er heel veel
bewegingsruimte en het was opnieuw een ideale leerschool voor
de toekomst. Door de goede resultaten werd hij secretaris van
het adjunct-hoofd van de Permanente Vertegenwoordiging en
kreeg hij meer dossiers van generalistische aard, zoals begroting,
sociaal beleid en transportbeleid.
Van 1977 tot 1981 werd hij gedetacheerd naar Griekenland dat
net een dictatuur achter de rug had en onderhandelingen startte
om lid te worden van de Europese Unie. Frans van Daele houdt
goede herinneringen over aan deze periode, zowel professionele
als niet-professionele; hij kon er zich onderdompelen in de Griekse
oudheid en cultuur. Van 1981 tot 1984 keerde hij terug naar de
Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU, waar hij
onder andere werkte aan de uittreding van Groenland uit de EU.
Daarna was hij twee jaar woordvoerder en perschef van minister
Leo Tindemans. Dit was een uitzonderlijke gelegenheid om de
stiel van buitenaf te bekijken. Vroeger had hij lang getwijfeld of
zijn voorkeur uitging naar journalistiek, politiek of diplomatie en
hier kwam alles samen. In die tijd was Leo Tindemans een
grootmeester van de communicatie met de media.
In 1989 reisde Frans van Daele naar New York, toen België voor
twee jaar niet-permanent lid werd van de Veiligheidsraad. Hij maakte
er de periode mee van de eerste Golfoorlog en het uitbreken
van de Joegoslavische burgeroorlog. Er waren in die periode
meer vredesmissies dan alle jaren voordien. Ook in die periode
implodeerde de Sovjet-Unie na de val van de Berlijnse Muur.
Al snel bleek dat vroegere ideologische tegenstellingen vervangen
werden door belangentegenstellingen.
In 1993 werd hij adjunct-directeur-generaal Politiek bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en hij maakte er de genocide in Rwanda
van nabij mee.
In 1997 vervoegde hij voor de derde keer de Permanente Vertegenwoordiging, maar nu als postoverste. Daar speelde hij een cruciale
rol bij het Belgische Voorzitterschap van de EU in 2001. Het eerste
belangrijke dossier was alles wat er gebeurde in de nasleep van
9/11, onder andere de maatregelen die er toen genomen werden
tegen terrorisme. Het tweede belangrijke dossier waren de onderhandelingen voor het verdrag van Nice in 2000, met de verklaring
van Laken rond de uitbouw van de Europese Unie en het voorbereiden van de nieuwe Europese Grondwet en het Verdrag
van Lissabon.
21
Frans van Daele tussen Herman Van Rompuy en Angela Merkel op een bijeenkomst van de G8 in Camp David
Van 2002 tot 2007 was Frans van Daele ambassadeur in
Washington met een strijdbare opdracht, aangezien de verhoudingen tussen België en de VS toen niet zo goed waren, wegens
de houding van België tijdens de tweede Golfoorlog. Daarna werd
hij ambassadeur bij de NAVO tot 2009.
Vanaf 2009 was hij kabinetschef van respectievelijk Yves Leterme
in België en Herman Van Rompuy in Europa. Op zijn 65e moest
hij afscheid nemen van zijn Europese functie en werd hij benoemd
tot kabinetschef van Koning Filip.
Alumni Lovanienses
22
Frans van Daele is altijd geboeid geweest door het verenigingsleven.
Hij was als student actief in de studentenclub ‘De Zwinneblomme’.
Hij heeft de KU Leuven altijd enorm gerespecteerd, maar door
zijn drukke beroepsbezigheden verloor hij een tijd contact met
de KU Leuven. Toen hij gevraagd werd om ingenieur Karel Vinck
op te volgen als voorzitter van de Alumni Lovanienses, vond hij
dat een enorme eer. Hij wou iets terugdoen voor de instelling die
voor hem zoveel betekend heeft en de basis heeft gelegd van
een boeiende carrière. In de VS is het ‘giving-back’-fenomeen
een evidentie, maar in België is dit nog beperkt en dat wou hij
toch stimuleren.
Hij vond de KU Leuven steeds een echt keurmerk, met een
uitstekende vorming, een kiem tot uitbouwen van talenkennis en
het creëren van een enorm analytisch vermogen. Het uitbouwen
van een internationaal netwerk was indertijd minder prioritair,
maar daar besteden de KU Leuven en haar alumni steeds meer
aandacht aan.
De voorganger van Frans van Daele, Karel Vinck, had Alumni
Lovanienses uitgebouwd tot een schitterende groepering met
heel wat leden en activiteiten. Alumni Lovanienses bestaat voornamelijk uit een goede onderbouw van faculteitskringen (zoals
de VILv, die het grootste aantal leden telt). Zijn doelstelling was
om naast de faculteitskringen, ook regionale kringen in de
provincies uit te bouwen, alsook internationale kringen in het
buitenland en institutionele kringen (zoals alumni die werken
bij de Europese Unie). De regionale kringen zijn immers enorm
belangrijk voor de uitbouw van de alumnivereniging bij de geassocieerde hogescholen van de KU Leuven, nu kullocs genoemd.
Het doel is de KU Leuven zoveel mogelijk bekendheid te geven
© Pete Souza
en het keurmerk te promoten, net zoals voor ons ingenieurs
de referenties van bijvoorbeeld Stanford en Berkeley een
uithangbord zijn.
Frans van Daele heeft als prioriteit gesteld om middelen en
mensen te voorzien en zo de groeimogelijkheden te realiseren.
Samen met het bestuur van de KU Leuven en de faculteitskringen
is hij erin geslaagd om de uitbouw echt op te starten. What about
the KU Leuven Engineers?
Wij wilden natuurlijk even weten wat Frans van Daele als nietingenieur over ingenieurs denkt … Volgens hem is er een heel
eenvoudige analyse. Filologen denken dat de wereld een letter is
en ingenieurs denken dat de wereld een cijfer is. En beiden hebben
gelijk! In zijn samenwerking met ingenieurs ervaart hij dat zij
enorm aangetrokken zijn tot wat berekenbaar en oplosbaar is en
tot een eenduidige oplossing kan leiden. Het is heel belangrijk
om deze gave te cultiveren, omdat de vooruitgang in de maatschappij voor een groot deel daarom draait. Daarentegen zijn er
ook heel wat niet-eenduidige zaken, de ‘constructive ambiguity’
in de woorden van een diplomaat. En daar is het belangrijk dat
beide competenties (ingenieurs en filologen) elkaar kunnen
ontmoeten en vinden. Het voorzitterschap van Alumni Lovanienses
is dan ook zo boeiend omdat ook hier de diverse competenties
elkaar vinden om tot een optimale werking te kunnen groeien.
Frans van Daele parafraseert hierbij graag het dubbel magisterium
van de kerkelijke leer, maar voegt er gauw aan toe ‘Omnis
comparatio claudicat’ – ‘Elke vergelijking gaat mank’.
Hobby’s en advies
Frans van Daele leest ettelijke boeken van o.a. Mark Helprin,
Lawrence Durrell en Peter Brown en hij duikt graag in de
geschiedenis van het laat-Romeinse keizerrijk.
Zijn advies voor pas afgestudeerden is: ‘Hou verschillende opties
open!’ en ‘Stay Connected!’. Te veel focussen op één ding is
verkeerd, want dan sluit je teveel mogelijkheden voor jezelf af.
Verder is het belangrijk om een groot vriendennetwerk in stand
te houden en om nieuwsgierig te blijven naar alles wat rondom je
gebeurt. Speel in op alle mogelijkheden en geniet ook een beetje
van het leven!
Patrick Pype
Yvan Verbakel
GeniaLe alumni
Jo Cornu aan de top van de NMBS:
een robuust ingenieur voor een robuuste service
investeringsplan van 26 miljard euro voor de periode 2013-2025
ophoest. Niettemin is mobiliteit een gewestelijke bevoegdheid,
wat uiteraard aanleiding geeft tot een belangrijk spanningsveld.
Naast de federale en gewestelijke overheden zijn er nog talrijke
andere stakeholders, gaande van vakbonden, pers, meerdere
gebruikersverenigingen en lokale bestuurders. Zo verschijnen
er op een gemiddelde dag 20 persartikels en worden er jaarlijks
meer dan 1.000 parlementaire vragen gesteld over de NMBS.
Omdat er zoveel betrokken partijen zijn, heeft de NMBS ervoor
gekozen om, voor het invoeren van het nieuwe vervoersplan in
december 2014, een roadshow te organiseren in alle provincies.
Deze vonden plaats in de periode eind februari – einde maart.
Telkens werden de belangrijkste wijzigingen van het plan en
de voorziene investeringen toegelicht aan het personeel,
aan de pers en aan de lokale politici en overheden.
Rol van de ingenieur
Jo Cornu
Eind vorig jaar begon Jo Cornu, na een indrukwekkende carrière in het bedrijfsleven, aan een
nieuwe uitdaging: het leiden van de NMBS.
Hij bekleedde eerder al topfuncties in hoogtechnologische bedrijven, onder andere bij
Alcatel en Agfa-Gevaert. Als alumnus van onze
faculteit was hij snel bereid om tijd voor GeniaaL
vrij te maken en in gesprek te gaan met professor
Pieter Vansteenwegen. Pieter Vansteenwegen
ligt mee aan de basis van de in 2011 opgerichte
‘master in de ingenieurswetenschappen: verkeer,
logistiek en intelligente transportsystemen’.
De master VLITS focust zowel op de technische
aspecten, de planning en het beheer van vervoersstromen als op de bedrijfseconomische en sociale
elementen. Pieter Vansteenwegen doctoreerde
in 2008 aan de KU Leuven. Sinds 2009 werkt hij
intensief samen met Infrabel rond de robuustheid
van de dienstregeling en de capaciteitsplanning
in de stations.
Vele stakeholders
Jo Cornu staat aan het hoofd van een federaal bedrijf. Het is
inderdaad de federale overheid die het leeuwenaandeel van het
Ondanks het feit dat zoveel stemmen zich laten horen in het
maatschappelijk debat rond het openbaar vervoer en mobiliteit,
betreurt Jo Cornu het dat de ingenieurs zich niet laten horen in
dit debat. Ook in andere debatten wordt de stem van de ingenieur
niet gehoord, of liever, laat de ingenieur zich niet horen. Daarom
heeft Jo Cornu enkele jaren geleden bewust zijn KVIV- lidmaatschap opgezegd.
Nieuw vervoersplan
Op 14 december 2014 wordt het nieuwe vervoersplan uitgerold.
Jo Cornu schetst ons de belangrijkste uitgangspunten van het
nieuwe vervoersplan. Enerzijds is ernaar gestreefd om maximaal
aan de vraag van de treinreiziger te kunnen beantwoorden (op een
weekdag vervoert de NMBS dagelijks 850.000 personen, waarvan
eenderde tot de helft via Brussel passeert). Anderzijds mocht het
totaal aantal gereden kilometers niet stijgen, maar moest er wel
meer robuustheid in het plan ingebouwd worden. Het vorige
vervoersplan dateerde immers al van 1998 en sindsdien zijn
vele nieuwe treinen ingevoerd. De structuur is dus zoek geraakt.
Jo Cornu verzekert ons dat het nieuwe plan onderbouwd is met
een goede structuur en wijst op de gevaren van het ad hoc
aanbrengen van wijzigingen onder druk van de vele belangengroepen. Hij geeft het voorbeeld van de ‘nieuwe’ verbinding
Hasselt – Antwerpen die veel kritiek kreeg. Die verbinding wordt
echter door pendelaars voor 85% tijdens de spits gebruikt.
In het nieuwe plan wordt een rechtstreekse trein ingelegd die
er zes minuten minder over doet. Buiten de spits moet er
inderdaad overgestapt worden in Aarschot wat leidt tot een
extra reistijd van zes minuten.
23
Pieter Vansteenwegen
Kwaliteitsfactoren
Momenteel wordt voor het meten van de stiptheid een Europese
richtlijn gebruikt. Een trein wordt beschouwd ‘op tijd’ te zijn wanneer
hij minder dan zes minuten vertraging heeft. Die wordt enkel
gemeten bij het binnenrijden van Brussel en op de eindbestemming.
Volgens Pieter Vansteenwegen zijn daar echter wel wat kanttekeningen bij te maken. De voornaamste bedenking is dat het
om gemiddelde cijfers gaat waarbij bijna lege treinen ’s avonds
laat even belangrijk zijn als overvolle spitstreinen. Bovendien kan
vijf minuten vertraging volstaan om als reiziger je overstap te missen.
Hoewel je trein ‘op tijd’ was, kom je dan als reiziger al gauw een
(half) uur te laat op je bestemming. Hij stelt dan ook voor om
deze ‘treinstiptheidsmeting’ aan te vullen met een meting van
de ‘reizigersstiptheid’. Deze reizigersstiptheid houdt wel rekening
met het aantal passagiers op elke trein en ook met het aantal
reizigers dat een overstap mist. Bovendien zou een meting in
alle stations een veel juister beeld geven van de dienstverlening.
24
Een andere veelbesproken wijziging van het nieuwe vervoersplan
die Jo Cornu aanhaalt is die van de Noord-Zuidverbinding waar
het nieuwe plan een doorrijtijd van 13 minuten voorziet in plaats
van 11 minuten. Pieter Vansteenwegen vindt dat een positief
element van het plan: hij pleit inderdaad al lang voor meer realistisch
geplande reistijden omdat dat bijvoorbeeld de kans op gemiste
overstappen en het doorgeven van vertragingen van de ene trein
op de volgende minimaliseert. Ook het gebruik in de Noord-Zuidas
van 84 rijpaden in plaats van 87 rijpaden per uur (op een totaal
van 91) zou volgens Jo Cornu de robuustheid en dus de reizigerservaring moeten verbeteren.
Een uitgebreide studie over de Noord-Zuidas door het team van
Pieter Vansteenwegen toont aan hoe de vertragingen die treinen
momenteel in de Noord-Zuidas oplopen, met 20% verminderd
kunnen worden. Hiervoor zijn kleine wijzigingen aan de dienstregeling nodig, samen met aanpassingen van de toegewezen
perrons en betere trajecten voor de treinen doorheen de complexe
wisselzones. Het verminderen van het aantal treinen doorheen
de Noord-Zuidas kan ook de stiptheid ten goede komen,
maar verkleint tegelijkertijd wel het aanbod voor de reizigers.
Economics van het spoor
Ook al beheert de NMBS het vervoersplan, toch moet ze daarvoor
samenwerken met Infrabel, dat de infrastructuur van de sporen
beheert. Jo Cornu geeft aan dat de inkomsten van tickets
(€ 0,10,-/km voor een abonnement) tot de laagste van Europa
behoren (in de UK zijn de tarieven bijvoorbeeld driemaal hoger),
maar dat anderzijds de infrastructuurvergoeding aan Infrabel
(€ 7.1,-/km) beduidend hoger is dan in de meeste andere landen.
De kosten van het spoor liggen grosso modo vast, het komt er
dus op aan om de inkomsten te maximaliseren, onder andere
door het verder inzetten op gedifferentieerde tarieven. Op het
vlak van yield management liggen er volgens Jo Cornu nog heel
wat mogelijkheden bij de NMBS. Daarom heeft hij een commerciële
directie in het leven geroepen.
Naast stiptheid zijn er uiteraard nog andere factoren die de
tevredenheid van de reizigers bepalen. De tijd in het station en in
de trein moet ‘quality time’ zijn volgens Jo Cornu. Daarom komt
er binnenkort wifi in alle stations; draadloos internet op de treinen
ligt wat complexer. Ofwel breiden de mobiele operatoren hun
dekking uit zodat ook in de trein een goed signaal ontvangen
wordt (en daar staat een behoorlijke kostprijs tegenover) ofwel
komt er in de trein een wifisysteem, gevoed door een outdoor
3G/4G antenne. Hierover zijn de studies lopende. Ook het vlot
kunnen opladen van een mobiel toestel in de trein is een van de
desiderata van de huidige NMBS-directie. Dit is meegenomen in
het lastenboek van de NMBS voor een nieuwe grote bestelling
van treinen.
(Geen) standaardisatie in
(zwak) Europa
Het bestellen van nieuwe treinen is een lang en kostelijk proces
en wordt negatief beïnvloed door het feit dat er veel te weinig
standaardisatie is. Zo is het huidige Desiro-model (Siemens) op
maat van de NMBS gemaakt wat voor de nodige kinderziektes
en leveringsvertraging gezorgd heeft. Jo Cornu vindt dat de
Europese Commissie zich veel te zwak opstelt op het vlak van
technische compatibiliteit. Momenteel moeten er bijvoorbeeld op
de Eurostar vijf signalisatiesystemen ingebouwd worden. Jo Cornu
herinnert ons eraan dat het succes van de gsm te danken is aan
(Europese) standaardisatie. Maar op het vlak van technische
normering van treinsystemen en bijvoorbeeld ook elektronische
betaalsystemen op autosnelwegen, slaagt de Europese Commissie
er niet in om degelijke normen uit te werken en op te leggen.
Op veiligheidsvlak blijken een aantal normen verouderd te zijn.
Het is duidelijk dat de inbreng van ingenieurs en het gebruik van
moderne technologie de efficiëntie van het spoorverkeer sterk
kan verbeteren zonder de veiligheid in het gedrang te brengen.
Jo Cornu, ingenieur in hart en nieren, zal allicht zijn steentje
bijdragen om verouderde normen en handelswijzen bij de NMBS
aan te pakken en kan hiervoor rekenen op de wetenschappelijke
ondersteuning van het team van Pieter Vansteenwegen.
Iris De Coster
met dank aan Pieter Vansteenwegen
Ploeg Fuse maakt plaats voor Pixel
Interview met preses Robin Ska en preses-elect Manu De Block
Wat heeft je gemotiveerd om
preses te worden?
Robin: ‘Het leek me een heel leuke
ervaring. Ik zat al twee jaar bij VTK,
eerst bij Sport en dan als groepscoördinator Sport. Ik wil altijd meer
doen dan het jaar ervoor, dus Groep 5
was een logische stap voor mij.
Iedereen zei me op voorhand dat
het een fantastisch jaar zou worden.
Dus toen de kans er was, heb ik
me kandidaat gesteld en ik vind
het nog steeds een hele eer dat
ik preses mocht worden.’
Manu: ‘Ik ben eigenlijk toevallig bij VTK betrokken geraakt, maar mijn
inbreng in VTK nam al snel toe. In de 3e bachelor besloot ik om op
blok 6 op kot te gaan, waardoor je nog meer meegenomen wordt
in het hele VTK-gebeuren. Oorspronkelijk had ik nooit gedacht
dat ik preses zou worden, maar steeds meer mensen spraken
me erover aan en steunden mij om me kandidaat te stellen.
En ik wou me nog meer inzetten voor VTK.’
Manu, wanneer heb je de beslissing genomen om je kandidaat
te stellen als preses?
‘Eigenlijk is het moment waarop ik zou beslissen om me niet
kandidaat te stellen, nooit gekomen. Eind september houdt het
4e jaar een startvergadering om te bepalen wie volgend jaar in
Groep 5 zal zitten. Dat is dan ook het moment waarop ik me
kandidaat heb gesteld.’
Hoe hebben jullie het afgelopen jaar beleefd? Robin, jij als
preses, en Manu als groepscoördinator van de post onderwijs?
Robin: ‘Als een rollercoaster! Het is heel moeilijk om op voorhand
te voorspellen waar het naartoe zal gaan en wat er op je af zal
komen. Ook al was het een zeer hectisch jaar, ik heb telkens
geprobeerd met alles zo efficiënt mogelijk om te gaan.’
Robin, wat had je graag nog gedaan als er meer tijd was
geweest?
‘De alumniwerking verder uitbouwen. Dat hadden we vorige zomer
al op de agenda gezet, maar er is nog niet zo veel vooruitgang
geboekt. Er is nog veel ruimte voor verbetering en hopelijk kan ik
daar volgend jaar langs de andere kant mijn steentje toe bijdragen.’
Manu, zijn er dingen die je als preses volgend jaar graag
anders ziet binnen VTK?
‘Er zijn wel een aantal zaken die verbeterd kunnen worden. Maar ik
zie dat niet als ‘anders’ in de zin van ‘nu is het slecht en volgend
jaar beter’. Ik denk bijvoorbeeld aan een efficiëntere verdeling van
de lidkaarten, een meer uitgebouwde pr en promo voor activiteiten,
een uitgebreidere alumniwerking, een betere en snellere beloning
van onze medewerkers.
Robin, wat zijn je plannen voor volgend jaar?
‘Werken. Maar voor de rest weet ik het allemaal nog niet zo goed.
Er spoken veel vragen door mijn hoofd en bij iedere oplossing
komen er nog meer vragen naar boven. Ik ga al zeker tijd maken
om weer competitief te sporten en af en toe langs te komen bij
VTK-activiteiten.’
Manu, waar kijk je het meest naar uit?
‘De afwisseling, alles wat ik zal moeten doen en wat ik eruit ga
leren. Uiteraard kijk ik uit naar de leuke jaarlijkse activiteiten zoals
de 24-urenloop. Ik hecht ook veel belang aan interkringenrelaties
en kijk dan ook al uit naar de samenwerking met mijn collegapresessen van andere kringen.
Robin, kan je Manu nog raad meegeven om er volgend jaar
een schitterend werkingsjaar van te maken?
‘Pluk de dag en neem alles zoals het op je afkomt. Geniet ervan,
want het vliegt voorbij. Voor je het weet, staat er iemand anders
om de fakkel over te nemen. En oh ja, succes!’
Robin
Manu
Manu: ‘Het was een zeer leuk jaar en ik heb enorm veel bijgeleerd.
Als groepscoördinator stak ik uiteraard meer werk in VTK dan het
jaar ervoor. Daarbij kwam dan nog eens het werk als opkomend
preses, dus het was een vrij hectisch, maar vooral boeiend jaar.
Ik heb ook de kans gekregen om mee te gaan op LOKO-midweek,
waardoor ik veel mensen van andere kringen heb leren kennen.’
Wat wou je als
boer
kind later worden?
gekke geleerde
Favoriet
burgievak?
Spacecraft Technology
and Environment
selectie en
dimensionering van
machine-elementen
Idool?
Marc Herremans
Theo Van der Waeteren
Robin, wat zijn voor jou realisaties waar je trots op bent?
Heel het jaar was gewoonweg fantastisch. En dat is niet enkel
mijn verdienste, maar die van het hele presidium. Ik ben dan ook
fier op alles wat we dit jaar hebben neergepoot. Als ik dan toch
één hoogtepunt moet opnoemen, is het de 24-urenloop en de
manier waarop die beleefd is dit jaar. Ik had het gevoel dat de
vlam eindelijk nog eens aangewakkerd is en dat deed me met
plezier terugdenken aan hoe ik de hevige strijd in mijn eerste jaar
ervaren heb. Maar dit is niet echt mijn verdienste, voornamelijk
die van Sport.’
Favoriete vakantie- Rock Werchter
bestemming?
of Canada
Engeland
Wat doe je vlak
voor je gaat
slapen?
mijn vissen eten geven
push-ups
Favoriet
studeerplekje?
mijn kot
mijn kamer thuis
Manu, hoe was de kiesweek?
‘Die is zeer goed verlopen! We hadden een geweldig team. De lichting nieuwkomers van het 2e jaar is zeer gemotiveerd om eraan
te beginnen, dus dat ziet er veelbelovend uit voor volgend jaar.
Op de kiesweek zelf is alles vlot verlopen. De vele aanwezigen
konden zich amuseren op de leuke activiteiten, genieten van de
gezellige inkleding van de tent, hier en daar een gratis gadget
meepikken en hun keel smeren met het bier dat rijkelijk vloeide
(we zijn erin geslaagd om vijf gratis vaten te geven). Ik ben dan
ook blij met de vele positieve reacties die we gekregen hebben.’
Beste eigenschap? sociaal
kalm
Slechtste
eigenschap?
arrogant kantje
af en toe tam zijn
Welk nutteloos
voorwerp ligt
op je bureau?
mijn plaat
drie halfvolle flesjes
water
Wat doe je als je
je één uur wil
ontspannen?
serie kijken of
gitaar spelen
op YouTube
ronddolen
Favoriet
cantusliedje
Klokke Roeland
Signor Abbate
Karen De Leener
25
Laatstejaarsreis 2014: Singa
De meeste studenten die deze reis hebben meegemaakt zijn nu afgestudeerd; een melancholische
terugblik naar een reis om nooit te vergeten.
Singapore en Maleisië … watch out for this! Een hele bende
burgies is er geland om het er onveilig te maken. Na de lange
vlucht vlogen we er meteen (weer) in; er was immers geen tijd
te verliezen. We begonnen met een stadswandeling doorheen
de verschillende wijken van Singapore. De skyscrapers wisselden
af met traditionele tempels. Na de middag zetten we de wandeling
verder richting het bekende Marina Bay Hotel. Indrukwekkend!
Ondertussen was iedereen al zeer moe, maar die avond werden
we verwacht op de universiteit van Singapore voor een netwerkdiner met de Belgium Luxembourg Business Group.
Later op de avond besloten sommigen vroeg in bed te kruipen,
anderen konden de lokroep van de metropool niet weerstaan
en doken het nachtleven in.
26
De volgende ochtend had iedereen vrij om de stad op eigen
houtje te verkennen. ’s Namiddags hebben we een geweldige
boottocht gemaakt, georganiseerd door DEME. We werden
opgewacht door DEME aan ons hotel en met bussen naar de
haven gevoerd. Daar stond een fel rood schip op ons te wachten.
Eens aan boord kregen we een heel lekkere maaltijd aangeboden
en deden we aan netwerking. Het zicht op Singapore vanuit
het schip was geweldig. Op het einde van de rit hebben we
ook een toegangsticket gekregen voor de Gardens by the Bay.
Prachtige botanische tuinen!
De eerste dagen vlogen voorbij! De tijd in Singapore zat
erop en we vertrokken richting Maleisië, meer bepaald
Malacca. Deze historische stad verkenden we te voet
met onze lokale gidsen Douglas en Balan. Groot was
onze verbazing
toen we Nederlandse teksten zagen op grafstenen. Dit zijn
restanten van de Nederlandse kolonisten die hier van 1641 tot
1825 verbleven. In de avond waren we vrij, de meesten van
ons genoten van een typisch Maleisische maaltijd.
De volgende ochtend vertrokken we naar Kuala Lumpur,
de hoofdstad van Maleisië. De wandeling door Kuala Lumpur
vond plaats bij temperaturen van 34°C. Er werd dus heel wat
afgezweet. Hoogtepunten waren de Petronas Towers
en China Town, waar je van elk bekend merk wel een fake
exemplaar kan vinden! De meesten hebben die avond nog
een stapje in de wereld gezet, omdat we pas de volgende
dag rond de middag richting Batu Caves (kalksteengrotten)
vertrokken. Het standbeeld voor deze kalksteengrotten is
zeer indrukwekkend en behoort dan ook tot een van de
dingen die je zeker moet zien voor je sterft.
Aan de Batu Caves konden we heel wat makaken spotten
die maar al te graag even poseerden voor onze camera.
We zetten onze reis verder richting Cameron Highlands.
Daar verbleven we één nacht. Er werd nog een pitstop gehouden
aan een waterval waar zij die zich wilden verfrissen, even een
duik konden maken.
pore en Maleisië
De volgende dagen zouden we kamperen in een regenwoud.
We kwamen ’s avonds aan in ons basecamp van het Belum
rainforest resort. Tenten voor de jongens, een hut voor de
meisjes, overstromende toiletten en vervelende insecten.
Maar vooral een gezellig kampvuur en leuke sfeer! Het was een
echt avontuur! Na een kort nachtje stonden we op om de jungle
te verkennen met de boot en te voet. We ontdekten de Orang
Asli, de oorspronkelijke bewoners van Maleisië en de Rafflesia,
een van de grootste bloemen ter wereld. Deze bloem stond in
bloei, wat maar enkele dagen per jaar gebeurt, we hadden dus
erg veel geluk. We lunchten aan een waterval waar iedereen
zich even verfriste. In de namiddag volgde een pittige wandeling
door de jungle. Bij aankomst doken we in de infinity pool van
het resort dicht bij ons base camp. Zalig!
Die avond is een aantal van ons op night trekking vertrokken:
de jungle induiken om er dieren te spotten. Anderen bleven in
het kamp gezellig kaarten.
Na onze nachten in het regenwoud vertrokken we richting
Penang om daar de laatste drie dagen van onze reis te
spenderen. Hier vind je zon, strand en zee. Dus alles wat we
nodig hadden om er nog drie spetterende dagen van te maken!
De gekko’s, de everzwijntjes, de olifanten en de tijgers lieten
we nu achter ons. Op weg naar Penang reden we over de
langste brug van Azië. Onderweg stopten we aan een snake
tempel. Enkelen durfden het aan om een slang rond hun nek
te leggen. ’s Middags aten we in een lokaal Indisch restaurant.
Pikant! Na het eten bezochten we een gigantisch tempelcomplex,
een van de mooiste die we hier gezien hebben! Het complex
was zo groot dat het even duurde voordat iedereen zijn weg
terugvond naar de bus. Na een karaoke in de bus en nog een
dutje bereikten we het hotel.
We waren vrij om onze laatste dagen in Penang zelf in te vullen.
Sommigen bleven lekker in de zon liggen aan het zwembad,
anderen verkozen het strand en nog anderen huurden liever
een brommer om het eiland te verkennen of bezochten een
van de vele toeristische attracties die het eiland te bieden
heeft, waaronder een mooie butterfly farm, het nationale park,
Monkey Beach, keuze genoeg! Onze laatste avond sloten we
af met een vette beachparty getrakteerd door het team van
de laatstejaarsreis. Het feestje duurde tot in de vroege uurtjes
waarna sommigen zich nog waagden aan een nachtelijke duik
in het water.
En dan was het einde van de laatstejaarsreis aangebroken ...
Iedereen heeft er ten volle van genoten en heeft veel verhalen
te vertellen. Tijdens de terugvlucht is er vooral veel geslapen.
Wat het meeste gemist zal worden, is het goede weer, het lekkere
eten, de humor van de gidsen en de geweldige reissfeer.
We waren een hechte groep en met zijn 68’en is dat toch
niet zo vanzelfsprekend.
Sophie Mariën
27
Feestweek:
KU Leuven ingenieurt 150 jaar en VTK feest mee
Dat onze ingenieursopleiding aan de KU Leuven al 150 jaar bestaat kunnen we niet zomaar voorbij
laten gaan! Bij het begin van het eerste semester vierden we dit al met een eerste openingsactiviteit.
Enkele bandjes kwamen het beste van zichzelf geven op 7 oktober in de Waaiberg. Son of Sons,
Common Nonsens, Wavemaker en Albino speelden de pannen van het dak onder grote appreciatie
van het aanwezige publiek. Dat publiek werd trouwens verwend door zelfgemaakte suikerspinnen,
aangeboden door VTK.
Op dinsdag gingen we over van het degustatiegedeelte naar
het intelligentiegedeelte. Onze decaan, Michiel Steyaert, leidde
die avond namelijk de quiz waarin studenten het opnamen
tegen proffen, assistenten en personeelsleden van de faculteit.
Hersens werden gekronkeld en tanden geknarst om toch maar
het beste van onszelf te kunnen geven. We moesten ten slotte
ook kunnen bewijzen dat we de titel van burgerlijk ingenieur en
burgerlijk ingenieur-architect waard zijn. Moeilijke vragen wisselden
de ludieke af en zorgden voor een evenwichtige quiz die door
iedereen gewonnen kon worden. De strijd was hard, maar de
winnaars hebben verdiend gewonnen. De top 4 zag er zo uit:
In de week van 23 februari hebben we de 150e verjaardag op
gepaste wijze gevierd, namelijk iedere dag van de week.
Zondag zetten we de week in met een feestje in ‘t Elixir, de fakbar
van VTK. Omdat cava bij een verjaardag niet mag ontbreken,
stonden er drie soorten cavacocktails op de kaart, alles samen
voor de toepasselijke prijs van 150 cent. Aan de massale opkomst
te merken had iedereen nood aan wat ontspanning. De sfeer zat
erin, iedereen was blij dat er gevierd kon worden en er werd dan
ook tot in de vroege uurtjes gedanst en gedronken. We konden
al meteen tonen waartoe burgerlijk ingenieurs in staat zijn.
De volgende dag stond er een winterbarbecue op het programma.
Het was al veel te lang geleden dat we de barbecues nog eens
konden bovenhalen (en op het moment dat u dit leest, bent u
hopelijk ook aan het genieten van een lekker stukje vlees of een
vegetarische burger terwijl u in het zonnetje zit). Om de avond af
te sluiten waagden enkele sportievelingen zich nog aan jeneverhonkbal.
1
2
3
4
Vrijwillige brandweer Zoetenaaie
Team Bukakke
De viskeuze cirkel
ESAT1
93
93
91
88
Een assistententeam van MTM won, gevolgd door een studententeam. De eerste proffen verschenen op de 4e plaats.
Woensdag sloten we de prachtige feestweek af met een cavacantus
in stijl. Onze vrienden van de zusteruniversiteit UCL (Université
Catholique de Louvain) in Louvain-La-Neuve kwamen na een
rondleiding op de campus en door Leuven, samen met ons drinken,
zingen en feesten om onze verjaardag te vieren.
Kortom: we hebben ons een hele week goed geamuseerd. Het werd
een week om in te kaderen en te koesteren. We kunnen alleen
maar hopen dat de verschillende generaties na ons hetzelfde
verwezenlijken en er weer voor een volle 150 jaar gaan invliegen.
Maar eerst: op naar de 200!
Laurens Vanden Eynde
COLOFON
‘GeniaaL’ is een tijdschrift
van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv Alumni Ingenieurs KU Leuven,
met bijdragen van medewerkers
van de faculteit, alumni en
studenten.
‘GeniaaL’ verschijnt viermaal
per jaar: in januari, april, juli
en oktober.
verantwoordelijke uitgever:
Michiel Steyaert
redactie:
Isabelle Benoit, Annemie Caproens,
Jelle De Borger, Iris De Coster,
Elke Kalokerinos, Sigrid Maene,
David Maes, Liliane Pintelon,
Patrick Pype, Gert Sablon,
Michiel Steyaert Hendrik
Van Brussel, Yves Willems,
Valérie Wyns, VTK-Communicatie
redactieadres:
GeniaaL
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Jelle De Borger
Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200
3001 HEVERLEE
tel. + 32 16 32 16 89
fax + 32 16 32 19 82
[email protected]
www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp:
altera.be
drukwerk:
Artoos
Oudestraat 19
1910 KAMPENHOUT
tel. + 32 16 61 83 59