Deel 1 - Stad en Esch

Inhoudsopgave (digitaal) Handboek Governance
Algemeen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Doel en samenhang van het Handboek Governance
Beknopte schets van het wettelijk kader
Code voor "Goed onderwijsbestuur" in het voortgezet onderwijs
Beknopte schets bestuurlijke verhoudingen binnen de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe
Missie en visie
Vormgeving dialoog met de samenleving
Statuten
Horizontale verantwoording
8. Uitgangspunten horizontale verantwoording
9. Specifieke positie van de gemeentebesturen artikel 42b WVO
10. Regels met betrekking tot het jaarverslag
Raad van Toezicht
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht
Profielschets voorzitter en leden Raad van Toezicht
Reglement werving en selectie leden Raad van Toezicht
Rooster van aftreden
Vergoedingsregeling Raad van Toezicht
Introductieprogramma nieuwe leden Raad van Toezicht
Procedure zelfevaluatie Raad van Toezicht
Toezichtskader Raad van Toezicht
Directeur-bestuurder
19. Taken en verantwoordelijkheden van de directeur-bestuurder
20. Profiel directeur-bestuurder
21. Selectie- en benoemingsprocedure directeur-bestuurder
22. Arbeidsvoorwaarden en kostenvergoedingen directeur-bestuurder
23. Beoordelingskader directeur-bestuurder
Organisatie
24. Besturingsfilosofie
25. Organisatieschema
26. Managementstatuut Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe
27. Competentieprofiel directeuren
28. A. Selectie- en benoemingsprocedure directeur
B. Selectie- en benoemingsprocedure deelschoolleider
29. Spelregels Communicatie en Cultuur
30. Medezeggenschapsstatuut
31. Klokkenluidersregeling
32. Regeling bezwaar en beroep
33. Waarneming bij afwezigheid van de directeur-bestuurder
Handboek Governance - Inhoudsopgave
januari 2014
pagina 1 van 1
1.
Doel en samenhang van het Handboek Governance
Het Handboek Governance van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe heeft tot doel om
het bestuurlijk proces binnen de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe op een transparante
wijze vast te leggen ten behoeve van de belanghebbenden binnen en buiten de organisatie.
Het kader waarbinnen het bestuurlijk proces vorm krijgt, is de wet en regelgeving die op
de stichting van toepassing is. Het Handboek beschrijft op welke wijze de ruimte die wet
en regelgeving biedt wordt ingevuld en wie daarbij op welke momenten betrokken is en
beslissingen neemt. Ook de formele structuur van de organisatie met een beschrijving van
de functionarissen, hun rol en hun profiel maakt deel uit van het Handboek.
Het Handboek Governance is hiërarchisch gestructureerd.
Het algemeen deel beschrijft het kader van wet- en regelgeving en bevat de door de gemeenteraden van Meppel en Westerveld vastgestelde statuten van de organisatie. Ook
wordt kort ingegaan op de bestuurlijke verhoudingen binnen de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe.
Vervolgens wordt ingegaan op het thema horizontale verantwoording. Dat wil zeggen
hoe de organisatie de dialoog met de samenleving wil vormgeven en verantwoording aflegt over de bereikte resultaten.
Het derde deel gaat over de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op
de directeur-bestuurder en op de algemene gang van zaken in de organisatie. De totstandkoming, het profiel en de werkwijze van de Raad van Toezicht wordt in dit deel beschreven.
Het vierde deel handelt over de directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder heeft de rol
van bevoegd gezag binnen de organisatie. De taken en verantwoordelijkheden, het profiel
en de wijze van selectie en de arbeidsvoorwaardenpakket komt hier aan de orde.
Het vijfde en laatste deel gaat in op de organisatie van de Onderwijsgroep ZuidwestDrenthe. Hierin is onder andere het managementstatuut te vinden en profielen en procedures met betrekking tot de directeuren en de organisatie van de medezeggenschap. In dit
vijfde deel is eveneens de klokkenluidersregeling en de bezwaar en beroepsregeling opgenomen.
Het Handboek Governance is voor alle belangstellenden digitaal te raadplegen via
www.stadenesch.nl. De digitale vorm maakt het niet alleen makkelijk het Handboek overal
en altijd te raadplegen, maar biedt ook de mogelijkheden om het Handboek up to date te
houden.
Handboek Governance - Doel en samenhang
januari 2014
pagina 1 van 1
2.
Beknopte schets van het wettelijk kader
De Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe is een organisatie voor openbaar voortgezet onderwijs. Het openbaar onderwijs is een publieke voorziening die voor iedereen openstaat.
De algemene toegankelijkheid is wettelijk gegarandeerd. Tevens bepaalt de wet dat het
openbaar onderwijs geen specifieke levensbeschouwing propageert, maar aandacht besteedt aan de pluriformiteit van godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke
waarden en het onderkennen van de betekenis van deze pluriformiteit.
De gemeenten hebben de grondwettelijke plicht om zorg te dragen voor voldoende aanbod van openbaar onderwijs. Dat betekent niet dat gemeenten dat aanbod zelf moeten
verzorgen, maar dat kan ook, net als in het geval van de Onderwijsgroep ZuidwestDrenthe, door een stichting in het leven te roepen die de statutaire taak heeft om (voortgezet) openbaar onderwijs aan te bieden. De gemeente houdt toezicht op de stichting
voor openbaar voortgezet onderwijs om daarmee te garanderen dat de stichting (in plaats
van de gemeente) daadwerkelijk openbaar onderwijs verzorgt. Dat verklaart de speciale
rol die de gemeente speelt ten aanzien van een stichting voor openbaar onderwijs als de
Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe.
De Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe valt onder de Wet op het Voortgezet Onderwijs.
Deze wet stelt eisen aan de inhoud van het onderwijs en regelt de bekostiging. De Wet op
het Voortgezet Onderwijs bevat weer allerlei haakjes waaraan uitvoeringsregelingen zijn
opgehangen. Daarnaast zijn andere specifieke wetten van toepassing op het voortgezet
onderwijs, zoals de Wet Medezeggenschap Scholen. Naast de specifieke, op het voortgezet onderwijs gerichte wetten, bevat ook de algemene wetgeving regels die op het onderwijs van toepassing zijn. Dan kan het gaan om regels die van toepassing zijn op het
personeel (ARBO, sociale zekerheid) of op milieu en veiligheid. Maar ook de Algemene
Wet Bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek en de fiscale wetgeving zijn van toepassing.
Sinds het eind van de jaren tachtig is de trend dat scholen meer vrijheid krijgen om hun eigen huishouding in te richten en zelf keuzes te maken. De trend van autonomievergroting
gaat gepaard met meer aandacht voor het toezicht op het bestuur dat deze keuzes maakt.
De positie van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is versterkt als counterpart
van het bestuur. De bestuurlijke bevoegdheden worden belegd bij een professioneel bestuurder met een Raad van Toezicht als toezichthouder op dat professionele bestuur. De
VO-raad heeft een code opgesteld voor goed bestuur en de Inspectie rekent het tot haar
taak om ook het bestuurlijk proces te monitoren. Autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden.
Het Handboek Governance van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe is de ruggengraat
van het interne bestuurlijke proces binnen de onderwijsorganisaties.
Handboek Governance - Wettelijk kader
januari 2014
pagina 1 van 1
3.
Code voor "Goed onderwijsbestuur" in het voortgezet
onderwijs
De VO-raad heeft als sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs in 2007 een code
voor goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs vastgesteld. De code is te downloaden van de site van de vo-raad: www.vo-raad.nl.
De code van de VO-raad bevat een aantal principes:
 De organisatie zorgt voor invloed en betrokkenheid van belanghebbenden op de onderwijsinstelling en verplicht de onderwijsinstelling aan belanghebbenden verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid en de resultaten daarvan.
 Bestuur en intern toezicht zijn gescheiden. Het bestuur is belast met het besturen van
de instelling en doet dat op onafhankelijke wijze. De toezichthouder heeft de werkgeversrol ten opzichte van de directeur-bestuurder. Sinds de wetswijziging van 4 februari
2010, stb. 80, betekent dit dat de bestuurders onder een cao vallen, namelijk de cao Bestuurders VO zoals overeengekomen tussen de VTOI en de OBV. De meest recente versie is de cao Bestuurders VO 2014.
 De interne toezichthouder houdt toezicht op het bestuur en op de algemene gang van
zaken binnen de instelling. De toezichthouder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van
het eigen functioneren, is onafhankelijk samengesteld, stelt de eigen bezoldiging vast,
benoemt de externe accountant en ziet er op toe dat er een klokkenluidersregeling is en
dat de code “Goed Onderwijsbestuur” wordt nageleefd.
De principes uit de code voor "Goed onderwijsbestuur" van de VO-raad zijn terug te vinden binnen de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe:
 Verantwoording afleggen aan belanghebbenden in het onderdeel horizontale verantwoording van het Handboek Governance.
 De scheiding van bestuur en toezicht wordt binnen de nieuwe statuten van de stichting
geïmplementeerd door de invoering van de structuur van een directeur-bestuurder en
een Raad van Toezicht. Inmiddels is de scheiding van bestuur en intern toezicht een
wettelijke verplichting geworden (artikel 24e WVO).
 De beschreven bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn conform de principes uit
de code verdeeld over bestuur en Raad van Toezicht.
De Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe is sinds de wijziging van de bestuurlijke structuur en
de vaststelling van de eerste versie van het Handboek Governance in augustus 2008 "code-proof".
Handboek Governance - Code Goed Onderwijsbestuur
januari 2014
pagina 1 van 1
4. Beknopte schets bestuurlijke verhoudingen binnen de
Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe
Binnen de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe is een institutionele scheiding aangebracht
tussen de bestuurlijke en de toezichthoudende functie. De bestuurlijke functie is belegd bij
een directeur-bestuurder, die als bevoegd gezag fungeert. De directeur-bestuurder heeft
alle bestuurlijke bevoegdheden, voor zover de statuten deze niet bij andere bestuurlijke
organen, zoals de Raad van Toezicht, belegt. De Raad van Toezicht fungeert als toezichthouder op de directeur-bestuurder en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie. De Raad van Toezicht beschikt daartoe over een aantal goedkeuringsbevoegdheden
ten aanzien van besluiten van de directeur-bestuurder. Zonder goedkeuring van de Raad
van Toezicht kan de directeur-bestuurder in de desbetreffende gevallen geen rechtsgeldige besluiten nemen. Bovendien heeft de Raad van Toezicht de bevoegdheid om de accountant aan te wijzen en om de arbeidsvoorwaarden van de directeur-bestuurder vast te
stellen (geheel conform de code "Goed onderwijsbestuur" van de VO-raad en de Wet op
het voortgezet onderwijs).
Daarnaast is er een relatie met de gemeenteraden van Meppel en Westerveld. De gemeenteraden hebben, zoals uitgelegd in het onderdeel "Beknopte schets van het wettelijke kader", een toezichthoudende rol vanuit de verantwoordelijkheid voor voldoende openbaar
onderwijs in de gemeenten. Dan gaat het om de benoeming van de leden van de Raad van
Toezicht en het recht en de plicht om in te grijpen bij wanbeleid. De Onderwijsgroep
Zuidwest-Drenthe legt via het jaarverslag verantwoording af aan de beide gemeenteraden,
waarbij expliciet aandacht wordt gegeven aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.
Binnen de organisatie heeft de directeur-bestuurder bevoegdheden gemandateerd aan de
directeuren. De directeuren hebben een opdracht die is vastgelegd in een managementcontract. Binnen vastgelegde grenzen hebben de directeuren het recht en de plicht om alles te doen om hun opdracht te realiseren. Hiervoor is het zogeheten policy-governancemodel van John Carver gebruikt. Waar dit juridisch noodzakelijk is zijn specifieke bevoegdheden formeel gemandateerd aan de directeuren.
Parallel aan de bestuurlijke structuur is er een medezeggenschapsstructuur via welke de
ouders, leerlingen en personeelsleden invloed uitoefenen op de besluitvorming. Op het niveau van de directeur-bestuurder is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad,
waar onderwerpen aan de orde komen die organisatiebreed spelen. Op het niveau van de
directeuren zijn er binnen Stad & Esch twee deelraden die onderwerpen bespreken die de
desbetreffende onderwijseenheid aangaan. De structuur is in het bijgevoegde schema
weergegeven.
Handboek Governance - Schets bestuurlijke verhoudingen
januari 2014
pagina 1 van 3
Gemeente
Meppel
Gemeente
Westerveld
Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe
GMR
directeurbestuurder
Raad van Toezicht
Bedrijfsvoering
Ondersteuning
2 deelraden
1 Meppel
Lyceum
havo, vwo
havo-kans
Beroepencollege
vmbo
Praktijkschool
Diever
vmbo-tl en
havo
1 Diever
aansturing
intern toezicht (RvT)
extern toezicht (gemeenten)
medezeggenschap
Handboek Governance - Schets bestuurlijke verhoudingen
januari 2014
pagina 2 van 3
Organogram
Handboek Governance - Schets bestuurlijke verhoudingen
januari 2014
pagina 3 van 3
5.
Missie en visie
In het strategisch beleidsplan 2007-2011 presenteerden wij onze voornemens en ambities.
In het strategisch beleidsplan 2011-2015 "Bij ons maak je het!" bouwen we daarop voort.
Ambitie is een woord dat past bij onze organisatie. Als openbare scholen staan wij niet alleen open voor alle leerlingen, maar we willen ook dat zij zich echt bij ons thuis voelen. Uiteraard willen wij het onderwijs bieden waar leerlingen recht op hebben en waar zij behoefte aan hebben. Maar bovenal willen wij onze leerlingen optimaal voorbereiden op de
uitdagingen die de 21e eeuw hen biedt. Het zal een toekomst zijn waarin technologische,
maatschappelijke en demografische ontwikkelingen en de manieren van samenwerken en
samenleven in hoog tempo veranderen. Kwalitatief goed onderwijs met een hoog rendement is vanzelfsprekend het doel. Bij Stad & Esch 2.0 draait het om de passie voor leren en
groeien. We geloven dat ieder mens die passie heeft. Met persoonlijke aandacht, een uitdagende omgeving en creativiteit komt talent tot bloei. Groeien, leren, ontwikkelen, vragen... Een bron van energie.
Wie ambities heeft, moet doelen stellen. Wat betekenen onze ambities voor onze leerlingen, onze medewerkers en voor onze ondersteunende processen? Jaarlijks worden onze
doelen beschreven, herijkt, aangepast en aangevuld. Want alleen zo kunnen we beter aansluiten op wat in een jaar gerealiseerd is en kunnen we de ijkpunten scherper formuleren.
Wij hebben vier uitgangspunten gekozen van waaruit wij onze missie denken waar te kunnen maken:




Passie als brandstof voor talenten
Persoonlijk maken als standaard
Creativiteit als sleutel tot succes
Ruimte voor lef
Uiteindelijk hebben we drie thema's gekozen die we in het strategisch beleidsplan verder
uitwerken: wat betekenen onze ambities voor de leerlingen, de medewerkers en de ondersteunende processen. Immers wie ambities heeft, moet zich doelen stellen.



thema 1: Identiteit
thema 2: Digitaliseren
thema 3: Verantwoorden
Thema 1: Identiteit
Een identiteit hébben is één, een identiteit zíjn is een tweede. Om dit laatste voor elkaar
krijgen, zijn kerngroepen gevormd om langs de vier pijlers: onderwijs, onderwijs, communicatie en symboliek inhoud te geven aan onze missie en visie. De kerngroep onderwijs is
hierin leidend. De kerngroepen bouwen, onder de verantwoordelijkheid van het MT, aan
het beschrijven van de gewenste situatie en het overbruggen van de kloof tussen de huidige en gewenste situatie. Onze leerlingen spelen een belangrijke rol in de manier waarop wij
onze visie willen verwezenlijken. Bij de uitwerking van de thema's zijn en worden zij, op basis van gelijkwaardigheid, betrokken. Ook dat zien wij als manier om onze leerlingen optimaal voor te bereiden op hun leven in de 21e eeuw.
Handboek Governance - Missie en visie
januari 2014
pagina 1 van 2
Thema 2: Digitaliseren
Wij willen onze leerlingen en leraren stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. Daarbij
willen wij de beste middelen en ideeën optimaal benutten. Digitaal onderwijs draagt bij aan
de kwaliteit van het onderwijs. Het vergroot de opbrengsten van leerprocessen doordat
leerlingen meer, sneller en met meer motivatie en plezier kunnen leren. Dankzij digitaal onderwijs kunnen we beter inspelen op de individuele talentontwikkeling en kunnen wij de
creativiteit van leerlingen meer bevorderen en stimuleren.
Thema 3: Verantwoorden
Kwaliteit kent twee dimensies: een buitenkant en een binnenkant. In de buitenkant verantwoorden we ons over het rendement van ons onderwijs op alle op ons van toepassing
zijnde kwaliteitsindicatoren. De ambitie is om op alle indicatoren goed te presteren. De
binnenkant wordt bepaald door de wijze waarop wij vorm geven aan onze kwaliteit en hoe
wij onszelf daarover de maat nemen. Het primaire proces is onze kerntaak. De kwaliteit van
het primair proces draagt in hoge mate bij aan het leerrendement van onze leerlingen. In
de eerste plaats willen we door invoering van het model van collegiale intervisie leraren
met regelmaat bij elkaar laten komen om de kwaliteit van elkaars lessen te toetsen en te
bespreken. Dit model draagt bij aan de professionalisering op maat van de individuele leraar en aan de verdere professionalisering op de complexere vaardigheden als activeren
van leerlingen, digitale didaktiek, differentiëren en inspelen op verschillen.
Tot slot: Onze kijk op onderwijs en mensen
De gemeenschap die we als scholen vormen, heeft een aantal kenmerken. Die kenmerken
zijn nodig om onze ambities waar te kunnen maken, maar ze passen ook bij onze kijk op
onderwijs en op mensen:




Wij vinden samenwerking belangrijk en nodig om tot de beste prestaties te komen. Als
organisatie staan we voor vele opgaven. Die klussen klaren we samen.
Groei hoort bij onderwijs. Groei van leerlingen, maar ook van personeel en organisatie.
Samen discussiëren we over manieren om die groei te realiseren. Daarbij besteden we
veel aandacht aan het proces. We verliezen echter het resultaat niet uit het oog.
We staan midden in de maatschappij. We willen daar een actief onderdeel van zijn. Dat
betekent dat we onszelf de opdracht geven om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van die maatschappij en de mensen die daarin leven.
Om dit alles te realiseren, is het nodig om een balans te vinden tussen ruimte bieden
(aan leerlingen, medewerkers, partners van de scholen) en richting geven (inclusief een
heldere werkorganisatie, duidelijke structuur, afspraken over gewenst gedrag).
Handboek Governance - Missie en visie
januari 2014
pagina 2 van 2
6. Vormgeving dialoog met de samenleving
Er is een ruimere kring van belanghebbenden bij de scholen van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe die geen formele positie hebben, maar wel belangrijke input kunnen leveren
aan de organisatie en geïnteresseerd zijn in de koers van de organisatie. Het gaat om de
groep potentiële ouders en leerlingen die in de toekomst voor een VO-school zullen gaan
kiezen, om de toeleverende basisscholen, die willen weten hoe hun leerlingen straks worden opgevangen in het voortgezet onderwijs. Ook de individuele ouders die niet in de
formele medezeggenschapsstructuur participeren, zijn direct-belanghebbenden. Het gaat
daarnaast om afnemende onderwijsinstellingen, om instellingen die deel uitmaken van de
infrastructuur rond de school (bijvoorbeeld met betrekking tot passend onderwijs), de
gemeente vanuit het jeugdbeleid en het lokale en regionale bedrijfsleven, dat stageplaatsen en faciliteiten kan leveren en waar een deel van de leerlingen na de schoolloopbaan
aan de slag gaat. Ook de (lokale) media zijn van belang, omdat die de publieke opinie beinvloeden. Met het krapper worden van het aanbod van docenten worden opleidingsinstellingen, studenten en stagiaires en potentiële zij-instromers ook een belangrijke doelgroep
voor partnerschap met de school.
De wijze waarop de school met al deze geïnteresseerde groepen de dialoog aangaat, is
niet wettelijk geregeld. Duidelijk is dat het belang van een goede dialoog wederzijds is. De
school kan ervan profiteren, maar zo ook ouders, leerlingen, bedrijven en andere gesprekspartners.
Omdat de groepen verschillen is er ook niet één model waarmee de dialoog kan worden
vormgegeven. Dat vereist per groep maatwerk.
Instrumenten voor de dialoog kunnen zijn:
 Het jaarlijks organiseren van bijeenkomsten voor ouders en belangstellenden.
 Bijeenkomsten met potentiële ouders en leerlingen om zicht te krijgen op hun wensen
en om informatie te kunnen geven over het onderwijsaanbod.
 Bijeenkomsten met directeuren en docenten in het basisonderwijs om de aansluiting op
het basisonderwijs te bespreken, om informatie uit te wisselen over nieuwe leerlingen
en over de loopbaan in het voortgezet onderwijs.
 Lidmaatschap en actieve participatie in de netwerken met het lokale bedrijfsleven.
 Tevredenheidonderzoeken onder ouders en leerlingen.
 Tevredenheidonderzoeken onder medewerkers.
 Het spotten en begeleiden van talenten die wellicht voor het docentschap zijn te interesseren.
 Het goed gebruik maken van de media.
Essentieel bij een dialoog is dat deze wederzijds is en dat de organisatie laat zien wat er
met de input wordt gedaan. De samenleving mag ook verwachten dat de school verantwoording aflegt over wat er met de suggesties is gedaan.
Door de horizontale verantwoording verder vorm te geven geeft de Onderwijsgroep
Zuidwest-Drenthe invulling aan de principes die in de sectorcode voor "Goed onderwijsbestuur" in het voortgezet onderwijs zijn genoemd.
Handboek Governance - Dialoog met de samenleving
januari 2014
pagina 1 van 1
7.
Statuten Stichting Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe
(Wijziging statuten in verband met de wet van 4 februari 2010, Stb. 80)
Naam
Artikel 1
De stichting draagt de naam:
"Stichting Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe".
Zetel en tijdsduur
Artikel 2
2.1
De stichting is gevestigd in de gemeente Meppel.
2.2 De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Doel
Artikel 3
3.1
Het doel van de stichting is het in stand houden in de gemeenten Meppel en Westerveld van openbaar voortgezet onderwijs overeenkomstig artikel 42b van de Wet op
het voortgezet onderwijs. De stichting beoogt het openbaar onderwijs vorm te geven in dialoog met de samenleving.
3.2 Het openbaar onderwijs dat wordt verzorgd door de scholen van de stichting draagt
bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse
samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die
waarden. Het door de stichting in standgehouden openbaar onderwijs is toegankelijk
voor alle kinderen zonder onderscheid naar godsdienst,levensbeschouwing, geslacht,
geaardheid of afkomst. Het openbaar onderwijs dat wordt verzorgd door de stichting wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing.
Vermogen
Artikel 4
Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt gevormd
door:
(a) rijksbekostiging
(b) vergoedingen voor de door de stichting verleende diensten
(c) subsidies, giften en donaties
(d) hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten, met dien verstande dat erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving
(e) hetgeen op andere wijze verkregen wordt
Organisatie van de stichting
Artikel 5
De stichting kent een directeur-bestuurder, die belast is met het bestuur, en een Raad van
Toezicht, die toezicht houdt op het functioneren van de directeur-bestuurder en op de algemene gang van zaken binnen de stichting.
Directeur-bestuurder
Artikel 6
6.1 De stichting wordt bestuurd door een directeur-bestuurder.
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 1 van 7
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
6.9
De directeur-bestuurder wordt benoemd door de Raad van Toezicht.
De vereiste deskundigheden en achtergrond van de directeur-bestuurder worden in
algemene zin in een profielschets vastgesteld door de Raad van Toezicht. De Raad
van Toezicht kan - indien overgegaan moet worden tot de vervulling van een vacature - besluiten tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen van de directeur-bestuurder.
Bij de selectie van een directeur-bestuurder wordt door de Raad van Toezicht een
selectiecommissie ingesteld. De Raad van Toezicht bepaalt de samenstelling van de
selectiecommissie, waarbij in ieder geval zowel de oudergeleding als de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt uitgenodigd om
elk een lid voor te dragen. De selectiecommissie besluit bij unanimiteit over de voordracht van een directeur-bestuurder aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht toetst of de voorgedragen kandidaat voldoet aan het profiel voordat de Raad
van Toezicht tot benoeming van de directeur-bestuurder overgaat.
De directeur-bestuurder kan te allen tijde worden geschorst door de Raad van Toezicht. De schorsing van de directeur-bestuurder vervalt, indien de Raad van Toezicht
niet binnen 4 weken na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing
of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden
worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van
de schorsing werd genomen. De directeur-bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de Raad van Toezicht waarin schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan
door een raadsman.
De Raad van Toezicht is te allen tijde bevoegd de directeur-bestuurder te ontslaan.
De directeur-bestuurder defungeert:
(a) door zijn overlijden
(b) door de beëindiging van zijn dienstverband met de stichting
(c) door zijn ontslag door de rechtbank
(d) door zijn ontslag verleend door de Raad van Toezicht
In de vacature van directeur-bestuurder wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Bij ontstentenis of belet van de directeur-bestuurder wordt de functie directeur-bestuurder
waargenomen door één persoon die daartoe door de Raad van Toezicht is of wordt
aangewezen. Gaat de Raad van Toezicht niet binnen twee weken tot een zodanige
aanwijzing over, dan wordt de functie directeur-bestuurder waargenomen door de
persoon die daartoe door de president van de rechtbank van het arrondissement
waar de stichting statutair is gevestigd, op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt aangewezen.
De Raad van Toezicht is belast met het vaststellen van de bezoldiging en kostenvergoedingen Van de directeur-bestuurder. De Raad van Toezicht hanteert hierbij de
voor de sector voortgezet onderwijs bepaalde of geadviseerde beloningsnormen.
Directeur-bestuurder: taken en bevoegdheden
Artikel 7
7.1
De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de stichting. Bij de vervulling
van zijn taak richt de directeur-bestuurder zich naar het belang van de stichting, het
belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang
van de samenleving.
7.2 De directeur-bestuurder heeft al die taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens
deze statuten aan anderen zijn toegekend.
7.3 De directeur-bestuurder stelt jaarlijks, in overleg met de Raad van Toezicht, een begroting op. Na goedkeuring door de Raad van Toezicht stelt de directeur-bestuurder
de begroting vast en stuurt deze ter kennisneming aan de gemeenteraden.
7.4 De directeur-bestuurder formuleert concrete doelstellingen voor de scholen die door
de stichting in stand worden gehouden, daarbij rekening houdend met de belangen
van hen die bij die scholen zijn betrokken en rekening houdend met de eisen die de
samenleving aan het onderwijs stelt. De directeur-bestuurder legt in het jaarverslag
verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde missie en doelstellingen
worden gehaald.
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 2 van 7
7.5
7.6
7.7
7.8
De directeur-bestuurder is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen,
daaronder met name ook begrepen het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het
aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor
een schuld van een ander verbindt. De in dit artikel met name genoemde besluiten
zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht. Het
ontbreken van bedoelde goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid aan.
Voorts heeft de directeur-bestuurder voorafgaande goedkeuring van de Raad van
Toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot:
(a) het aangaan van financiële verplichtingen welke niet binnen de begroting zijn
opgenomen en waarvan het belang meer bedraagt dan een door de raad van
toezicht vastgesteld en aan de directeur-bestuurder meegedeeld bedrag
(b) de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers
tegelijkertijd of binnen een kort tijdbestek
(c) ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal
werknemers in dienst van de stichting
(d) een aanvraag tot faillissement of van surséance van betaling
(e) het doen van een voorstel tot opheffing of afsplitsing van (een deel van) door de
stichting in standgehouden school/scholen
(f) het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is
voor de stichting of de in stand te houden scholen
(g) het vaststellen, wijzigen of intrekken van het managementstatuut
Tegen de achtergrond van de benodigde deskundigheid draagt de directeurbestuurder zorg voor voortdurende persoonlijke ontwikkeling. Het functioneren van
de directeur-bestuurder wordt jaarlijks door de Raad van Toezicht beoordeeld.
De besluiten van de directeur-bestuurder zijn openbaar, tenzij de besluiten zijn terug
te herleiden op individuele personen, of het belang van de stichting door openbaarmaking onevenredig wordt geschaad.
Vertegenwoordiging
Artikel 8
8.1
De directeur-bestuurder vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet
anders voortvloeit.
8.2 De directeur-bestuurder kan besluiten tot de verlening van volmacht aan derden, om
de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Toezicht op het bestuur
Artikel 9
9.1
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur dat wordt uitgeoefend door de
directeur-bestuurder, op de wijze en binnen de kaders als omschreven in deze statuten.
9.2 Daarnaast oefenen de gemeenteraden toezicht uit op het bestuur door de directeurbestuurder van de stichting in de zin van artikel 42b van de Wet op het voortgezet
onderwijs door - wanneer zulks naar het oordeel van de gemeenteraden geboden is de bevoegdheden te gebruiken die aan de gemeenteraden zijn toegekend bij deze
statuten en in genoemd artikel 42b van de WVO.
Raad van Toezicht
Artikel 10
10.1 Onverminderd het bepaalde ten aanzien van de gemeenteraden in deze statuten en
de Wet op het voortgezet onderwijs is het toezicht op het beleid van de directeurbestuurder en op de algemene gang van zaken in de stichting opgedragen aan een
Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven natuurlijke personen.
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 3 van 7
10.2 De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de gemeenteraden,
waarbij
 twee leden worden benoemd op bindende voordracht van de oudergeleding van
de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad,
 één lid wordt benoemd op bindende voordracht van de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad, en
 twee leden worden benoemd op bindende voordracht van de Raad van Toezicht.
10.3 Ingeval van een vacature in de Raad van Toezicht stelt de Raad van Toezicht een selectiecommissie in en stelt de Raad van Toezicht een profielschets op waarin de
noodzakelijke competenties van de Raad van Toezicht en de afzonderlijke leden van
de Raad van Toezicht worden beschreven. De Raad van Toezicht bepaalt de samenstelling van de selectiecommissie, waarbij in ieder geval zowel de oudergeleding als
de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt
uitgenodigd om elk een lid voor te dragen. De selectiecommissie besluit bij unanimiteit over de voordracht van een lid aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht
toetst of de voorgedragen kandidaat voldoet aan het profiel en draagt de kandidaat
voor aan de gemeenteraden van Meppel en Westerveld voor benoeming als lid van
de Raad van Toezicht, onder vermelding van het in artikel 10.2 genoemde orgaan
namens wie de kandidaat bindend wordt voorgedragen.
10.4 De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar.
Aftreden geschiedt volgens een door de Raad van Toezicht op te stellen rooster van
aftreden. Een volgens rooster aftredend lid van de Raad van Toezicht is onmiddellijk
herbenoembaar. Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk. De in een tussentijdse
vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature
hij werd benoemd.
10.5 De Raad van Toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter aan.
10.6 Eventuele bezoldiging van leden van de Raad van Toezicht en onkostenvergoedingen aan de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht geschieden op basis van
een door de Raad van Toezicht vastgesteld - en op hoofdlijnen in het jaarverslag
openbaar gemaakt - reglement. Jaarlijks wordt door de directeur-bestuurder uitdrukkelijk in de jaarrekening verantwoord welke bedragen op grond van deze regeling zijn uitgegeven.
10.7 De directeur-bestuurder verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening
van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid
van de raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de stichting die
deze mocht verlangen. De wijze en omvang van de informatieverstrekking wordt
verder uitgewerkt in het bestuursreglement.
10.8 De Raad van Toezicht kan zich voor rekening van de stichting in de uitoefening van
zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.
10.9 Een lid van de Raad van Toezicht defungeert:
(a) door zijn overlijden
(b) door zijn vrijwillig aftreden (bedanken)
(c) door het verstrijken van de termijn vermeld in het rooster van aftreden
(d) door zijn ontslag verleend door de rechtbank
(e) door zijn ontslag hem verleend door de Raad van Toezicht bij besluit genomen
met algemene stemmen van de in functie zijnde leden van de Raad van Toezicht met uitzondering van het betrokken lid van de Raad van Toezicht
10.10 In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige Raad van Toezicht houdt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis of belet van alle leden van de Raad
van Toezicht of van het enige (overgebleven) lid worden de taken en bevoegdheden
van de Raad van Toezicht waargenomen door de perso(o)n(en) die daartoe door de
president van de rechtbank van het arrondissement waar de stichting statutair is gevestigd, op verzoek van één of meer belanghebbende(n) is of wordt/en aangewezen.
10.11 Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van de
stichting, het belang van de scholen die door de stichting in stand wordt gehouden
en het belang van de samenleving.
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 4 van 7
Raad van Toezicht: werkwijze
Artikel 11
11.1
In de vergaderingen van de Raad van Toezicht heeft ieder lid één stem. Alle besluiten
worden genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van
stemmen is het voorstel verworpen.
11.2 De Raad van Toezicht kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en
geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan
genomen, indien de meerderheid van het aantal leden zich vóór het voorstel heeft
verklaard. Van elk buiten de vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan
in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
11.3 Elk lid van de Raad van Toezicht is gelijkelijk bevoegd een vergadering van de Raad
van Toezicht bijeen te roepen.
11.4 De bijeenroeping van de vergaderingen van de Raad van Toezicht geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen
onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de
termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig uur.
11.5 Een lid van de Raad van Toezicht kan zich door een ander lid van de Raad van Toezicht ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Eén lid van de Raad van
Toezicht kan slechts één medelid ter vergadering vertegenwoordigen.
11.6 De voorzitter leidt de vergaderingen van de Raad van Toezicht; bij zijn afwezigheid
voorziet
de vergadering zelf in haar leiding.
11.7 De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden
gehouden, met dien verstande dat, indien één of meer leden zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
11.8 Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van
de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit,
voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
11.9 Van het verhandelde in de vergaderingen van de Raad van Toezicht worden notulen
gehouden door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan
door de voorzitter van de vergadering ondertekend.
11.10 De Raad van Toezicht legt zijn werkwijze en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de relatie met de directeur-bestuurder nader vast in een handboek governance.
Boekjaar, jaarstukken
Artikel 12
12.1 Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.
12.2 Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van de stichting, behoudens
verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de Raad van Toezicht op grond van bijzondere omstandigheden, stelt de directeur-bestuurder een
concept-jaarrekening en een concept-jaarverslag op over dat boekjaar. Bij het opmaken van het jaarverslag houdt de directeur-bestuurder rekening met bepaalde in artikel 7.4 (doelstellingen) en legt de directeur-bestuurder verantwoording af over het
bepaalde in artikel 3.2 (specifieke kenmerken openbaar en algemeen toegankelijk
onderwijs). Bij het opmaken van de jaarrekening houdt de directeur-bestuurder rekening met het bepaalde in artikel 6.9 en 10.6 (bezoldiging en onkostenvergoeding directeur-bestuurder en leden Raad van Toezicht).
12.3 De directeur-bestuurder stelt na goedkeuring door de Raad van Toezicht de jaarrekening en het jaarverslag vast en stuurt deze ter informatie aan de gemeenteraden.
Instemming met de jaarrekening door de Raad van Toezicht geldt als décharge voor
de directeur-bestuurder.
12.4 De jaarrekening wordt ten blijke van de vaststelling ondertekend door de directeurbestuurder en door ieder lid van de Raad van Toezicht. Indien de ondertekening van
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 5 van 7
één of meer van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
12.5 De Raad van Toezicht draagt de directeur-bestuurder op de jaarrekening te doen
onderzoeken door een door de Raad van Toezicht aangewezen accountant. De accountant licht aan de Raad van Toezicht de jaarrekening en managementletter toe.
Statutenwijziging
Artikel 13
13.1 De directeur-bestuurder is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht. Het besluit tot statutenwijziging is voorts onderworpen aan de goedkeuring
van de gemeenteraden.
13.2 Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
13.3 De directeur-bestuurder is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een
volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore
van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
Ontbinding en vereffening
Artikel 14
14.1 De directeur-bestuurder is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit tot ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht.
Het besluit tot ontbinding is voorts onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraden.
14.2 Voorts zijn de gemeenteraden, in geval van ernstige taakverwaarlozing door de directeur-bestuurder of functioneren in strijd met de wet als bedoeld in artikel 42b lid
11 van de Wet op het voortgezet onderwijs, bevoegd zonodig de stichting te ontbinden.
14.3 Tenzij de Raad van Toezicht anders besluit, is de directeur-bestuurder met de vereffening belast.
14.4 De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in
het ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
14.5 De Raad van Toezicht stelt in overleg met de gemeenteraden de bestemming van
het batig liquidatiesaldo vast.
14.6 Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening
van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van
deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar
uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in
liquidatie".
14.7 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is
gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het in lid 4 vermelde register.
Juridische fusie en juridische splitsing
Artikel 15
15.1 De directeur-bestuurder is bevoegd te besluiten tot juridische fusie en juridische
splitsing van de stichting. Een dergelijk besluit is onderworpen aan de voorafgaande
goedkeuring van de Raad van Toezicht en de gemeenteraden.
15.2 Een besluit tot juridische splitsing van de stichting tengevolge waarvan de instandhouding van een door de stichting in standgehouden openbare school overgaat naar
een andere rechtspersoon dan de stichting, is onderworpen aan de voorafgaande
goedkeuring van de Raad van Toezicht en de gemeenteraden.
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 6 van 7
Eerste benoeming directeur-bestuurder en leden Raad van Toezicht
Artikel 16
16.1 In afwijking van artikel 6, vierde lid van de statuten wordt als eerste directeurbestuurder benoemd: de heer P.A. de Visser.
16.2 In afwijking van artikel 10, tweede lid van de statuten, worden als eerste leden van de
Raad van Toezicht benoemd:
1. de heer H.J. Broeke, als voorzitter
2. mevrouw E. Hafkamp, als lid
3. de heer G. ter Braake, als lid
4. de heer J.A. Zuijdendorp, als lid
5. de heer L. ter Heide, als lid
Overgangsartikel
Voor elk van de zittende leden van de Raad van Toezicht neemt de Raad van Toezicht in
het rooster van aftreden op namens welk orgaan als bedoeld in artikel 10.2 de desbetreffende leden geacht worden te zijn voorgedragen.
Handboek Governance - Statuten
januari 2014
pagina 7 van 7
8.
Uitgangspunten horizontale verantwoording
Onderwijsorganisaties leggen op veel manieren verantwoording af voor hun beleid en de
gerealiseerde resultaten. Enerzijds gaat het om verticale verantwoording en anderzijds
om horizontale verantwoording. De verticale verantwoording is gericht op de landelijke
en lokale overheid. De horizontale verantwoording kent een formeel kanaal (medezeggenschap op basis van de WMS) en een niet gereguleerde setting. Het verantwoordingsplaatje
kan als volgt schematisch worden weergegeven:
OC&W
Inspectie
Jaarrekening en
jaarverslag
Onderwijsproces
en resultaten
Gemeente
Openbaar onderwijs
Onderwijsgroep
Zuidwest-Drenthe
(G)MR
Instemming en
advies op
voorgenomen
besluiten
Dialoog en partnerschap:
Bespreking
gang van zaken en verantwoording
Maatschappelijke
omgeving: potentiële
ouders en leerlingen,
basisscholen, bedrijven, instellingen,
gemeente, etc.
De invulling van de verticale verantwoording is procesmatig en inhoudelijk bij wet geregeld. Op vaste momenten moet de onderwijsorganisatie bepaalde gegevens en documenten verstrekken op basis waarvan een formele reactie vanuit de overheid volgt.
De horizontale verantwoording in relatie met de (G)MR is ook bij wet geregeld, maar laat
wel ruimte voor een eigen inkleuring van de verantwoordingsrelatie. Die kan minimaal
worden ingevuld door het voorleggen van de voorgeschreven concept-besluiten en documenten. In dat geval heeft de (G)MR voornamelijk hindermacht. Een andere insteek, die
door de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe wordt gekozen, is om de GMR en de deelraden
te beschouwen als strategisch partner van de directeur-bestuurder en de directeuren. Met
de vertegenwoordigers van ouders, leerlingen en personeel wordt een strategische dialoog
Handboek Governance - Uitgangspunten horizontale verantwoording
januari 2014
pagina 1 van 2
gevoerd, gericht op het verder ontwikkelen van de onderwijsorganisatie. Door de medezeggenschapsorganen in een vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen te betrekken en te laten meedenken en meepraten, hebben de medezeggenschapsorganen invloed in het begin
van het beleidsproces. De daaruit voortvloeiende besluiten moet nog wel formeel aan de
medezeggenschapsorganen worden voorgelegd, maar de afwegingen zijn dan al met elkaar besproken en afgewogen.
Handboek Governance - Uitgangspunten horizontale verantwoording
januari 2014
pagina 2 van 2
9. Specifieke positie van de gemeentebesturen artikel 42b
WVO
Artikel 42b: Instandhouding openbare school door een stichting
(tekst geldend op 01-08-2010)
1. Een gemeenteraad kan besluiten dat een of meer openbare scholen in de gemeente in
stand worden gehouden door een stichting die zich ten doel stelt het in stand houden
van een of meer openbare scholen, al dan niet tezamen met openbare scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra.
2. De gemeenteraad maakt het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. Een stichting die een openbare school in stand houdt, wordt opgericht door een of
meer gemeenten, al dan niet tezamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.
4. Het statutaire doel van de stichting is uitsluitend het geven van openbaar onderwijs
overeenkomstig artikel 42.
5. De stichting oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een
openbare school alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit.
6. Onverminderd het vierde lid, voorzien de statuten in ieder geval in een regeling omtrent:
a) de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting,
b) de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden,
met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen
meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders
van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c) de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d) de vaststelling van de begroting na goedkeuring door de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden en de vaststelling van de jaarrekening na instemming van
de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e) de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f) de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden,
g) de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande
dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en
h) de bevoegdheid de stichting te ontbinden, met dien verstande dat in de regeling
een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
De goedkeuring bedoeld in onderdeel d kan worden onthouden wegens strijd met het
recht of met het algemeen belang, waaronder begrepen het financiële belang van de
gemeente.
7. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na instemming van de
desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden.
8. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de
werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt openbaar gemaakt.
Handboek Governance - Positie gemeentebesturen
januari 2014
pagina 1 van 2
9. De vergaderingen van het bestuur van de stichting zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de statuten.
10. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is
goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig
achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
11. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door
het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur
van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden.
12. Indien de school een Raad van Toezicht heeft, is het zesde lid niet van toepassing en
voorzien de statuten, onverminderd artikel 24e1, in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van de Raad van Toezicht van de stichting,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de leden van de
Raad van Toezicht, met dien verstande dat de leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat tenminste een derde
gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken
school of scholen,
c. de termijn waarvoor de leden van de Raad van Toezicht worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening,
e. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande
dat deze periode tenminste 5 jaren bedraagt,
f.
de bevoegdheid de stichting te ontbinden, met dien verstande dat in de regeling
een overheersende invloed van de overheid in de Raad van Toezicht is verzekerd.
Het achtste, negende en elfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Handboek Governance - Positie gemeentebesturen
januari 2014
pagina 2 van 2
10. Regels met betrekking tot het jaarverslag
Voor de opstelling van het jaarverslag past de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs toe. Deze Richtlijn is gebaseerd op inrichtingsvereisten van Boek
2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en op de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (BW/RJ).
Naast hetgeen volgens de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs wordt voorgeschreven, zijn er
nog enkele statutaire verplichtingen ten aanzien van de inhoud van het jaarverslag:
 Verslag Raad van Toezicht
In het jaarverslag is naast het bestuursverslag ook een verslag van de Raad van Toezicht
opgenomen. Hierin doet de Raad van Toezicht kort verslag van zijn werkzaamheden en
gaat de raad kort in op de jaarlijkse zelfevaluatie en de conclusies die de raad daaraan
verbindt (zie de procedure Zelfevaluatie Raad van Toezicht zoals opgenomen in dit Handboek Governance).
 Wezenskenmerken openbaar onderwijs
In het bestuursverslag gaat de directeur-bestuurder in op de wezenskenmerken van het
openbaar onderwijs en hoe deze in de organisatie zijn vormgegeven. Dit deel van het verslag is specifiek bedoeld voor de verantwoording in de richting van de gemeenteraden van
Meppel en Westerveld (artikel 12.2 van de statuten en artikel 42 b WVO).
 Realisatie missie en doelstellingen
Tevens legt de directeur-bestuurder verantwoording af over de mate waarin de missie en
doelstellingen worden gerealiseerd (artikel 7.4 van de statuten).
 Beloning en onkostenvergoedingen directeur-bestuurder en Raad van Toezicht
Verder wordt in het jaarverslag melding gemaakt van de beloning en onkostenvergoedingen van de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht (artikel 12.2 statuten, artikel 8,
lid 2 onder f WMS).
 Continuïteitsparagraaf
De Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) is met ingang van het verslagjaar 2013 uitgebreid met een voorschrift dat voorziet in de opname in het jaarverslag van een zogeheten Continuïteitsparagraaf. Daarmee wordt beoogd dat iedere belanghebbende of belangstellende kennis kan nemen van de wijze waarop het bestuur omgaat met de financiële gevolgen van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid.
Opstelling, goedkeuring en bespreking
Het jaarverslag wordt opgesteld door de directeur-bestuurder en wordt, na goedkeuring
door de Raad van Toezicht, vastgesteld door de directeur-bestuurder. De directeurbestuurder en de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht ondertekenen de jaarrekening. Het jaarverslag wordt ter informatie toegezonden aan de medezeggenschapsraad en
aan de gemeenteraden van Meppel en Westerveld.
Handboek Governance - Regels jaarverslag
januari 2014
pagina 1 van 2
Het jaarverslag wordt formeel ingediend bij het ministerie van OCW, waarna de gecomprimeerde gegevens worden gepubliceerd op de site www.onderwijsincijfers.nl. De kengetallen van het bestuur en de brinnummers kunnen dan worden vergeleken met die van andere (vergelijkbare) besturen en scholen.
In het kader van "Good Governance" is een goede inhoudelijke verantwoording van zaken
als de vermogenspositie en bestuurdersbeloning een "must".
Handboek Governance - Regels jaarverslag
januari 2014
pagina 2 van 2
11. Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht
1.
Reikwijdte van het reglement
Dit reglement geeft, in aanvulling op de statutaire bepalingen, regels met betrekking tot
aangelegenheden van de Raad van Toezicht. Deze regels dienen door de Raad van Toezicht, dan wel door ieder lid van de Raad van Toezicht afzonderlijk, te worden nageleefd.
2.
Hoofdtaken van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is toezichthouder van de stichting als bedoeld in de stichtingstatuten en heeft als zodanig een viertal viertal hoofdtaken:
 De eerste hoofdtaak is om integraal toezicht te houden op het beleid van de directeurbestuurder en op de algemene gang van zaken in de stichting en de door de stichting in
stand gehouden onderwijsorganisatie.
 De tweede hoofdtaak van de Raad van Toezicht is het met raad terzijde staan van de
directeur-bestuurder. Als zodanig heeft de Raad van Toezicht een klankbordfunctie ten
opzichte van de directeur-bestuurder.
 De derde hoofdtaak van de Raad van Toezicht is het uitoefenen van de werkgeversrol
ten opzichte van de directeur-bestuurder.
 De vierde taak van de Raad van Toezicht is verantwoording afleggen over het uitgevoerde toezicht.
3.
Uitoefening integraal toezicht
De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht, dat wil zeggen op alle aspecten van de
stichting en de onderwijsorganisatie en daarbij alle relevante belangen in overweging nemend. De raad richt zich daarbij naar het belang van de stichting, het belang van de onderwijsorganisatie die door de stichting in stand wordt gehouden en het belang van de
samenleving. De raad let daarbij in het bijzonder op de wijze waarop inhoud wordt gegeven aan de openbare identiteit, zoals bedoeld in artikel 42 van de Wet op het voortgezet
onderwijs. De raad toetst de afwegingen die de directeur-bestuurder heeft gemaakt en of
deze daarbij alle relevante belangen heeft meegenomen. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de uitvoering van het Handboek Governance.
Bij de uitoefening van het integraal toezicht maakt de Raad van Toezicht gebruik van het
toezichtkader dat onderdeel uitmaakt van dit Handboek Governance.
4. Uitoefening werkgeversrol ten opzichte van de directeur-bestuurder
De Raad van Toezicht fungeert als werkgever van de directeur-bestuurder. Dat betekent
het volgende:
 De Raad van Toezicht stelt een profielschets van de directeur-bestuurder vast, waarin in
algemene zin de deskundigheden en achtergronden van de directeur-bestuurder zijn
neergelegd 1 (art. 6.3 statuten).
 Bij een vacature van directeur-bestuurder kan de Raad van Toezicht de in het voorgaande punt genoemde profielschets aanvullen, dan wel tot een nadere detaillering van
de kwaliteiten en eigenschappen van de directeur-bestuurder besluiten (art. 6.3 statuten).
 Bij een vacature stelt de Raad van Toezicht een selectiecommissie in en bepaalt de samenstelling daarvan met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.4 van de statuten.
De selectiecommissie past het door de Raad van Toezicht geformuleerde profiel toe bij
1
Deze profielschets is opgenomen als onderdeel 16 van dit Handboek Governance.
Handboek Governance - Huishoudelijk reglement
januari 2014
pagina 1 van 5






de selectie van kandidaten. De Raad van Toezicht wijst de voorzitter of een lid van de
Raad van Toezicht als voorzitter van de selectiecommissie aan. Het bestuurssecretariaat
staat de commissie bij de uitvoering van de werkzaamheden bij. Desgewenst kan de
Raad van Toezicht een extern adviseur aan de selectiecommissie toevoegen. De Raad
van Toezicht bepaalt de werkwijze van de selectiecommissie en waarborgt de vertrouwelijkheid van de kandidaten en de door de kandidaten verstrekte gegevens. De selectiecommissie besluit bij unanimiteit over de voordracht van de directeur-bestuurder aan
de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht toetst de door de selectiecommissie voorgedragen kandidaat aan het profiel alvorens tot benoeming van de kandidaat over te
gaan.
De Raad van Toezicht kan de directeur-bestuurder te allen tijde schorsen. In het schorsingsbesluit geeft de Raad van Toezicht de gronden voor de schorsing aan en stelt de
Raad van Toezicht de directeur-bestuurder in de gelegenheid om zich binnen drie weken te verantwoorden in een vergadering van de Raad van Toezicht. De directeurbestuurder kan zich daarbij laten bijstaan door een raadsman. De Raad van Toezicht
neemt binnen vier weken na het schorsingsbesluit een beslissing om de schorsing op te
heffen of te handhaven. Aan de opheffing van de schorsing kan de Raad van Toezicht
voorwaarden verbinden. Een besluit tot handhaving van de schorsing vervalt na drie
maanden, tenzij de Raad van Toezicht besluit om de schorsing te verlengen. In het laatste geval wordt de directeur-bestuurder, desgewenst bijgestaan door een raadsman,
wederom in de gelegenheid gesteld om zich bij de Raad van Toezicht te verantwoorden.
De Raad van Toezicht kan de directeur-bestuurder kan te allen tijde ontslaan als bedoeld in artikel 6.6. van de statuten.
Bij ontstentenis of belet van de directeur-bestuurder wijst de Raad van Toezicht een
waarnemer aan. De Raad van Toezicht kan nadere voorwaarden aan de waarneming van
de taken van de directeur-bestuurder verbinden.
De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging en kostenvergoedingen van de directeurbestuurder vast. De Raad van Toezicht hanteert hierbij de in de Cao Bestuurders VO
bepaalde beloningsnormen 2.
De Raad van Toezicht maakt jaarlijks afspraken met de directeur-bestuurder over de
door de directeur-bestuurder te realiseren doelstellingen. Deze afspraken worden
schriftelijk vastgelegd.
De Raad van Toezicht bespreekt minimaal een maal per jaar – buiten aanwezigheid van
de functionaris – het functioneren van de directeur-bestuurder. Bij het beoordelen van
het functioneren van de directeur-bestuurder maakt de Raad van Toezicht gebruik van
het beoordelingskader voor de directeur-bestuurder dat onderdeel uitmaakt van dit
Handboek Governance. 3 De voorzitter van de Raad van Toezicht bespreekt, samen met
een lid van de Raad van Toezicht, deze beoordeling van de Raad van Toezicht met de
directeur-bestuurder. De conclusies van deze bespreking worden schriftelijk vastgelegd.
5.
Samenstelling Raad van Toezicht
 Overeenkomstig de statuten bestaat de Raad van Toezicht uit minimaal vijf en maximaal zeven natuurlijke personen.
 Is het aantal leden minder dan vijf, dan neemt de Raad van Toezicht onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental.
6.
Profielschets voorzitter en leden
 De Raad van Toezicht stelt een profielschets op, waarin de noodzakelijke competenties
van de Raad van Toezicht als geheel en van de afzonderlijke leden en de voorzitter zijn
beschreven 4. Nadat de profielschets ter advisering is voorgelegd aan de GMR overeenkomstig de WMS stelt de Raad van Toezicht de profielschets vast.
2
Sinds de wet van 4 februari 2010, Stb. 80, is bepaald dat de directeur-bestuurder tot het personeel wordt gerekend waarvan de beloning in een cao, in dit geval de Cao Bestuurders VO, wordt geregeld. Deze cao voldoet aan
de nieuwe regels t.a.v. de topbeloningen (WNT, Wet normering topbeloningen).
3
Dit beoordelingskader is opgenomen als onderdeel 19 van dit Handboek Governance.
4
Deze profielschets is opgenomen als onderdeel 8 van dit Handboek Governance.
Handboek Governance - Huishoudelijk reglement
januari 2014
pagina 2 van 5
 Ingeval van een vacature bepaalt de Raad van Toezicht - mede gelet op de samenstelling van de raad en de daarin aanwezige en ontbrekende competenties - het specifieke
profiel voor de beoogde kandidaat.
7.
Werving en selectie nieuwe leden Raad van Toezicht
 In het geval een vacature ontstaat in de Raad van Toezicht stelt deze raad een selectiecommissie in en bepaalt de samenstelling daarvan met inachtneming van het bepaalde
in artikel 10.3 van de statuten.
 Van elke vacature wordt in ieder geval mededeling gedaan in een plaatselijk of regionaal dagblad.
 De selectiecommissie past het door de Raad van Toezicht geformuleerde profiel toe bij
de selectie van kandidaten.
 De Raad van Toezicht wijst de voorzitter of een lid van de Raad van Toezicht als voorzitter van de selectiecommissie aan. Het bestuurssecretariaat staat de commissie bij de
uitvoering van de werkzaamheden bij.
 Desgewenst kan de Raad van Toezicht een extern adviseur aan de selectiecommissie
toevoegen.
 De directeur-bestuurder is adviserend lid van de selectiecommissie.
 De Raad van Toezicht bepaalt de werkwijze van de selectiecommissie en waarborgt de
vertrouwelijkheid van de kandidaten en van de door de kandidaten verstrekte gegevens.
 De selectiecommissie besluit bij unanimiteit over de voordracht van een lid aan de Raad
van Toezicht.
 De Raad van Toezicht toetst de door de selectiecommissie voorgedragen kandidaat aan
het profiel en geleidt deze voordracht door aan de gemeenteraden van Meppel of Westerveld onder vermelding van het in artikel 10.2 van de statuten genoemde orgaan namens wie de kandidaat bindend wordt voorgedragen.
8.





Aftreden en herbenoeming Raad van Toezicht
De leden van de Raad van Toezicht worden voor een periode van vier jaren benoemd.
De Raad van Toezicht stelt een rooster van aftreden vast.
Een volgens rooster aftredend lid is onmiddellijk herbenoembaar.
Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk.
Een lid van de Raad van Toezicht kan tussentijds aftreden. De in een tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd
benoemd.
9.
De voorzitter van de Raad van Toezicht
 De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter. Bij deze benoeming
neemt de raad de profielschets van de voorzitter in acht 5.
 Bij afwezigheid van de voorzitter wijst de Raad van Toezicht een van de leden als voorzitter van de vergadering aan.
 De voorzitter van de Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het creëren van de benodigde voorwaarden voor het adequaat functioneren van de Raad van Toezicht en is
daarvoor het primaire aanspreekpunt.
 De voorzitter is in beginsel permanent aanspreekbaar voor de overige leden van de
Raad van Toezicht en de directeur-bestuurder. De voorzitter onderhoudt nauw en frequent contact met de directeur-bestuurder.
 De voorzitter treedt namens de raad naar buiten op. Hij streeft naar optimale participatie van de overige leden van de Raad van Toezicht en coördineert alle activiteiten van
de Raad van Toezicht.
 De voorzitter van de Raad van Toezicht is belast met de leiding van de vergadering van
de Raad van Toezicht. Daarnaast heeft de voorzitter de taak om de informatievoorziening tussen de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht af te stemmen en te coordineren.
5
De profielschets van de voorzitter maakt deel uit van de profielschets van de Raad van Toezicht en is als onderdeel 8 in dit Handboek Governance opgenomen.
Handboek Governance - Huishoudelijk reglement
januari 2014
pagina 3 van 5
10.
Het secretariaat van de Raad van Toezicht
Het secretariaat van de Raad van Toezicht wordt verzorgd door het bestuurssecretariaat.
Het secretariaat draagt zorg voor de vergaderstukken, de notulen, de correspondentie en
het archief van de Raad van Toezicht.
11.
Vergoedingsregeling Raad van Toezicht
De leden van de Raad van Toezicht hebben recht op een vergoeding conform de in het
Handboek Governance opgenomen “Vergoedingsregeling Raad van Toezicht”. De vergoeding is gebaseerd op de modellen van de VTOI.
In het jaarverslag wordt vermeld welk bedrag aan de voorzitter en leden van de Raad van
Toezicht gezamenlijk als vergoeding is uitgekeerd.
12.
De vergaderingen van de Raad van Toezicht
De vergaderingen van de Raad van Toezicht worden bijgewoond door de directeurbestuurder, tenzij de Raad van Toezicht het nodig oordeelt dat de vergadering plaatsvindt
buiten de aanwezigheid van de directeur-bestuurder. In voorkomend geval wordt dit voorafgaand aan de vergadering aan de directeur-bestuurder, zo mogelijk schriftelijk, medegedeeld.
13.
Gedragsregels tegenstrijdige belangen
Alle leden van de raad dragen er zorg voor dat elke vorm en schijn van verstrengeling van
tegenstrijdige belangen die de uitoefening van hun taak kan beïnvloeden,wordt vermeden.
Dit houdt het volgend in:
 De leden van de Raad van Toezicht mogen, om de kwaliteit van het toezicht binnen de
stichting te waarborgen, geen (neven-)functies vervullen of aanvaarden die onverenigbaar zijn met hun functie bij de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe. Personen die op één
of andere manier een belang hebben dat strijdig is of zou kunnen zijn met het belang
van de stichting kunnen geen voorzitter of lid zijn van de Raad van Toezicht.
 De leden van de Raad van Toezicht verstrekken jaarlijks een overzicht van hun (neven-)
functies. Daarin staat aangegeven of het bezoldigde of onbezoldigde functies betreft,
en of de stichting een bestuurlijke dan wel andere band heeft met de organisatie waarin
de nevenfunctie wordt uitgeoefend.
 Een lid van de Raad van Toezicht meldt een (proportioneel) tegenstrijdig belang aan de
voorzitter van de Raad van Toezicht en verschaft alle relevante Informatie omtrent de
belangentegenstelling.
 De voorzitter van de Raad van Toezicht maakt afspraken met het lid dat een tegenstrijdig belang heeft gemeld op welke wijze wordt uitgesloten dat dit tegenstrijdig belang
de besluitvorming van de Raad van Toezicht kan beïnvloeden. De voorzitter meldt de
afspraken aan de Raad van Toezicht.
 Indien er sprake is van een tegenstrijdig belang tussen de stichting en de directeurbestuurder, meldt de directeur-bestuurder dit aan de voorzitter van de Raad van Toezicht. De voorzitter van de Raad van Toezicht maakt in dat geval afspraken met de directeur-bestuurder op welke wijze wordt uitgesloten dat dit tegenstrijdig belang de besluitvorming van de directeur-bestuurder kan beïnvloeden. De voorzitter meldt de afspraken aan de Raad van Toezicht.
Vervolgens kan de Raad van Toezicht bij de uitoefening van zijn toezichthoudende taak te
maken krijgen met tegenstrijdige belangen. In situaties, waarbinnen de Raad van Toezicht
verschillende belangen moet dienen, is het van belang dat de onafhankelijke positie van de
toezichthouder niet in het geding komt.
Handboek Governance - Huishoudelijk reglement
januari 2014
pagina 4 van 5
Zodoende gelden de volgende bepalingen:
 De leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk van de (deel-)belangen van en
binnen de stichting en de onderwijsorganisatie en kunnen derhalve onbevangen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de directeur-bestuurder opereren.
 De leden van de Raad van Toezicht nemen zonder last of ruggespraak deel aan de Raad
van Toezicht.
 De leden van de Raad van Toezicht vertegenwoordigen geen bepaalde achterban(nen).
14.
Informatievoorziening aan de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft het recht te kunnen beschikken over alle informatie aangaande
de stichting en de onderwijsorganisatie. De raad formuleert over welke informatie hij wil
beschikken om adequaat toezicht te kunnen uitoefenen. Daarbij geeft de Raad van Toezicht de aard van de informatie aan, de vorm waarin de informatie door de directeurbestuurder wordt beschikbaar gesteld en het tijdstip waarop de raad over deze informatie
wil beschikken.
Indien buiten de periodieke verstrekking van informatie aan de Raad van Toezicht - zoals is
afgesproken - zich ontwikkelingen voordoen die substantiële invloed hebben op het realiseren van de doelstellingen van de stichting of de onderwijsorganisatie, het voortbestaan
van de onderwijsorganisatie of de exploitatie van de onderwijsorganisatie, wordt de Raad
van Toezicht hiervan onverwijld door de directeur-bestuurder op de hoogte gebracht. In
het algemeen geldt het beginsel van "no surprise" in de relatie tussen directeur-bestuurder
en Raad van Toezicht.
15.
De externe accountant
 De Raad van Toezicht benoemt de externe accountant.
 Bij de bespreking van de jaarrekening door de Raad van Toezicht met de directeurbestuurder is de accountant die de jaarrekening heeft onderzocht aanwezig om een
toelichting op de bevindingen van de accountantscontrole te verstrekken.
16.
Introductieprogramma nieuwe leden Raad van Toezicht
Nieuwe leden van de Raad van Toezicht ontvangen een introductieprogramma, zodat zij
snel als volwaardig lid van de Raad van Toezicht kunnen functioneren. Dit introductieprogramma is opgenomen in het Handboek Governance.
17.
Procedure zelfevaluatie Raad van Toezicht
 De Raad van Toezicht bespreekt eenmaal per jaar het functioneren van de raad als geheel en het functioneren van de individuele leden afzonderlijk.
 In het jaarverslag doet de Raad van Toezicht beknopt verslag van deze interne evaluatie
van het eigen functioneren.
18.
Slotbepaling
 Het reglement en elke wijziging daarin worden vastgesteld door de Raad van Toezicht.
 Het reglement maakt deel uit van het Handboek Governance van Onderwijsgroep
Zuidwest-Drenthe en is online voor alle betrokkenen te raadplegen.
Handboek Governance - Huishoudelijk reglement
januari 2014
pagina 5 van 5
12. Profielschets voor de voorzitter en leden van de
Raad van Toezicht
1.
Inleiding
Bij de invoering van het Raad van Toezichtmodel wordt een scheiding aangebracht tussen
de bestuurlijke en de toezichthoudende bevoegdheden binnen de onderwijsorganisatie. De
bestuurlijke bevoegdheden worden gelegd bij de directeur-bestuurder, de toezichthoudende bevoegdheden bij de Raad van Toezicht.
Voor de invulling van de posities van voorzitter en leden van de Raad van Toezicht wordt
een profielschets gebruikt. In dit document is deze profielschets uitgewerkt, uitgaande van
de taken van de Raad van Toezicht en de besturings- en toezichtsfilosofie die bij een Raad
van Toezichtmodel behoort. Voor dit document is gebruik gemaakt van de "Toolkit Toezicht" van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders (NVTZ) en het Nationaal Register van commissarissen en toezichthouders.
De Raad van Toezicht van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe telt minimaal 5 en maximaal 7 leden.
2.
Taken van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft de volgende taken:
 Het uitoefenen van toezicht waarbij de raad zijn toezicht zodanig inricht dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid daarin tot uiting komt. Onderwerpen van toezicht zijn:
o
Ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van strategie
o
De resultaten die de organisatie realiseert
o
Het functioneren en handelen van de directeur-bestuurder
o
De effecten van belangrijke externe ontwikkelingen
o
Het relatiepatroon met de belangrijkste stakeholders en de externe reputatie
o
De statutair voorgeschreven taken inzake toezicht houden
 Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de directeur-bestuurder en optreden als
klankbord.
 Het nemen van statutair voorgeschreven beslissingen.
 Het functioneren als werkgever voor de directeur-bestuurder.
3.
De besturings- en toezichtsfilosofie
 De directeur-bestuurder bestuurt de instelling; de Raad van Toezicht ziet erop toe dat de
directeur-bestuurder dit doet conform de missie van de instelling en daarbij een excellente prestatie levert.
 De Raad van Toezicht houdt afstand tot de dagelijkse praktijk op de instelling en richt
zich op de strategisch onderwerpen, de hoofdlijnen van beleid en de essentiële prestatieindicatoren.
 De Raad van Toezicht kiest een pro-actieve instelling: bepaalt zijn eigen agenda en prioriteiten en stemt die af met de directeur-bestuurder.
 De Raad van Toezicht levert door zijn niveau, kennis, ervaring, contacten en optreden
daadwerkelijk meerwaarde ten opzichte van de directeur-bestuurder.
Handboek Governance - Profielschetsen RvT
januari 2014
pagina 1 van 2
4.





5.
Algemene eisen aan de Raad van Toezicht als geheel
Maatschappelijk heterogene samenstelling.
Herkenbaarheid en geloofwaardigheid in de ogen van de belangrijkste stakeholders.
Binding met de regio.
Leden zijn complementair qua kennis, ervaring en netwerken.
Het team is evenwichtig samengesteld in termen van teamrollen; dit aspect wordt jaarlijks
door de raad geëvalueerd.
Profiel van een lid van de Raad van Toezicht
 Binding met de missie, ambitie en strategie van de organisatie, zoals geformuleerd in het
strategisch beleidsplan.
 Onafhankelijk (zonder zakelijk belang, vrij van last en ruggespraak en als persoon).
 Brede maatschappelijke belangstelling.
 Inzicht in maatschappelijke en politieke verhoudingen.
 Aantoonbare bestuurlijke kwaliteiten in complexere organisaties.
 Affiniteit met het onderwijs.
 Beschikken over een breed netwerk.
 Leuke/lastige/alerte mensen met gevoel voor humor.
 Goed in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden.
 Standvastig, maar bereid tot concessies en consensus; geen solisten en betweters.
 Beschikkend over (helikopter) kwaliteiten voor een toezichthouder van een complexere
organisatie.
 Bereid en in staat vrijwel alle vergaderingen bij te wonen en zich daar terdege op voor te
bereiden.
 Kennis van en ervaring met één of meer voor de onderwijsorganisatie relevante aandachtsgebieden c.q. perspectieven, zoals:
o Ondernemerschap
o Toeleverend en/of afnemend onderwijsveld
o Openbaar (lokaal) bestuur
o Leerlingen en ouders
o Sociaal perspectief (medewerkers, arbeidsmarkt, opleiding)
o Financiën
o Organisatie- en managementontwikkeling
o Fusies en integratie
o Juridisch perspectief
De Raad van Toezicht als geheel zou al deze aandachtsgebieden c.q. perspectieven zoveel mogelijk moeten afdekken.
6.
Profiel van de voorzitter van de Raad van Toezicht
Voor de voorzitter gelden in aanvulling op het profiel van een lid van de Raad van Toezicht
onder punt 5 de volgende specifieke eisen:
 Voldoende mate van beschikbaarheid (circa dubbele van een gewoon lid)
 Bewustzijn van de specifieke rol als regisseur van het toezichtproces, als eerstverantwoordelijke voor de evenwichtige samenstelling van de Raad van Toezicht en voor het
functioneren van de raad en zijn leden en als bewaker van de collegialiteit
 Goede vergadertechnische voorzitter
 Natuurlijk gezag
 Integrerende kwaliteiten
 Kwaliteiten op het gebied van conflicthantering
 Diplomatieke en onderhandelingskwaliteiten
 In staat zich te verplaatsen in de belevingswereld van de directeur-bestuurder in crisissituaties in relatie tot de positie van andere betrokkenen
 Persoonlijke "fit" met de directeur-bestuurder (wederzijds vertrouwen en respect, geen
rivaliteit).
Handboek Governance - Profielschetsen RvT
januari 2014
pagina 2 van 2
13. Reglement werving en selectie leden Raad van Toezicht
Artikel 1
Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. stichting
: de in de gemeente Meppel gevestigde stichting: Onderwijsgroep
Zuidwest-Drenthe
b. Raad van Toezicht : de Raad van Toezicht van de stichting als bedoeld in artikel 10 vaN
de statuten
c. (G)MR
: (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad van de school
d. school
: Stad & Esch
e. statuten
: de statuten van de stichting
f. reglement RvT
: het reglement van de Raad van Toezicht, zoals opgenomen in het
Handboek Governance van de stichting
Artikel 2
Samenstelling Raad van Toezicht
De samenstelling en benoeming van de Raad van Toezicht vindt plaats met inachtneming
van het bepaalde in artikel 10 van de statuten en de artikelen 5 tot en met 9 van het reglement RvT.
Artikel 3
Vaststelling vacature Raad van Toezicht
Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de zittingstermijn van een aftredend lid, of
bij tussentijds aftreden van een lid, bespreekt de Raad van Toezicht of er gelet op de samenstelling van de Raad van Toezicht een vacature wordt opengesteld. Het minimumaantal leden van de Raad van Toezicht bedraagt volgens artikel 10.1 van de statuten vijf, het
maximumaantal leden bedraagt zeven.
Artikel 4
Opstart wervingsprocedure
Indien de Raad van Toezicht besluit om een vacature open te stellen
1.
Bespreekt de Raad van Toezicht het profiel en stelt dit zo nodig bij (artikel 6 van
het reglement RvT),
2.
Stelt het een selectiecommissie in en
3.
Bepaalt het de samenstelling van de selectiecommissie met in achtneming van artikel 10.3 van de statuten.
Artikel 5
Selectiecommissie
1.
De Raad van Toezicht nodigt de oudergeleding en de personeelsgeleding uit om elk
een lid voor de selectiecommissie voor te dragen
2.
De Raad van Toezicht kan één of meer leden van de Raad van Toezicht aanwijzen
als lid van de selectiecommissie. De voorzitter van de Raad van Toezicht of een lid
is voorzitter van de selectiecommissie.
3.
De directeur-bestuurder is adviserend lid van de selectiecommissie.
4.
De Raad van Toezicht kan een extern adviseur aan de selectiecommissie toevoegen.
5.
Het bestuurssecretariaat ondersteunt de selectiecommissie.
Artikel 6
Plaatsing advertentie
1.
De selectiecommissie stelt een tijdschema vast, waarbinnen zij haar werkzaamheden zal afronden. De verschillende stappen zijn in de bijlage bij dit reglement weergegeven.
Handboek Governance - Reglement werving en selectie
Januari 2014
pagina 1 van 4
2.
3.
4.
De selectiecommissie maakt aan de hand van de door de Raad van Toezicht opgestelde profielschets een advertentie en bepaalt waar en op welke wijze deze advertentie wordt geplaatst.
De advertentietekst bevat tenminste de volgende onderdelen:
a. een beschrijving van de organisatie
b. een onderdeel "wij vragen"
c. een onderdeel "wij bieden"
d. een korte beschrijving van de procedure
e. een informatiepunt
f. sluitingstermijn voor indienen brieven
g. indien mogelijk een datum waarop de gesprekken zijn gepland
De sollicitanten ontvangen een ontvangstbevestiging.
Artikel 7
Selectie
1.
De selectiecommissie beoordeelt de ingekomen brieven en maakt per vacature een
selectie van tenminste drie en hoogstens vijf kandidaten en nodigt deze uit voor
een gesprek.
2.
Kandidaten die gevraagd worden te solliciteren, stellen eveneens een sollicitatiebrief met bijbehorend curriculum vitae ter beschikking. Deze brieven worden bij de
in het eerste lid van dit artikel genoemde selectie betrokken.
3.
Het selectieproces vindt plaats aan de hand van de opgestelde profielschets.
4.
De sollicitanten die voor een gesprek worden uitgenodigd, ontvangen bij de uitnodiging de voor de functie opgestelde profielschets en overige relevante informatie.
5.
De selectiecommissie bereidt gezamenlijk het selectiegesprek voor en verdeelt de
taken tijdens het selectiegesprek.
Artikel 8
Selectiegesprek
1.
Uitsluitend de voor de functie en functievervulling relevante informatie vormt het
onderwerp
van het selectiegesprek. Tijdens het selectiegesprek krijgen beide partijen voldoende gelegenheid voor het uitwisselen van de benodigde informatie.
2.
Indien tijdens het eerste selectiegesprek onvoldoende informatie is uitgewisseld,
kan worden besloten om een tweede selectiegesprek te houden.
3.
Met de sollicitant worden afspraken gemaakt over het mogelijk inwinnen van referenties.
4.
Na afronding van de selectiegesprekken beslist de selectiecommissie bij unanimiteit
over de voor te dragen kandidaat.
5.
De sollicitant waarop de keuze is gevallen wordt zo spoedig mogelijk door de voorzitter geïnformeerd. De verdere procedure wordt aan de sollicitant meegedeeld.
Artikel 9
Terugtrekken sollicitant
Indien de sollicitant te kennen geeft om hem of haar moverende redenen de sollicitatie in
te trekken, wordt de door de sollicitant verstrekte informatie teruggezonden of vernietigd.
Artikel 10
Afwijzen sollicitant
De sollicitanten die niet voor een gesprek in aanmerking komen of die, nadat met hen een
gesprek is gevoerd, niet voor de functie in aanmerking komen, ontvangen zo spoedig mogelijk een gemotiveerde afwijzing.
Artikel 11
Vertrouwelijke behandeling gegevens
1.
Gegevens die de sollicitant in zijn sollicitatie verstrekt zijn vertrouwelijk. De verspreiding wordt dan ook beperkt tot de leden van de selectiecommissie.
Handboek Governance - Reglement werving en selectie
Januari 2014
pagina 2 van 4
2.
Na afloop van de procedure worden de gegevens, met uitzondering van de gegevens
van de te benoemen sollicitant, door de secretaris van de selectiecommissie teruggezonden of vernietigd.
Artikel 12
Vaststellen voordracht
1.
De selectiecommissie zendt haar gemotiveerde voordracht naar de Raad van Toezicht. Het curriculum vitae kan, na toestemming van de sollicitant, onderdeel uitmaken van de voordracht.
2.
De Raad van Toezicht toetst de voordracht aan het vastgestelde profiel. Op initiatief van de Raad van Toezicht en/of de voorgedragen kandidaat kan er een gesprek
plaatsvinden tussen de kandidaat en de Raad van Toezicht alvorens de voordracht
naar de gemeenteraden wordt geleid.
3.
De secretaris van de selectiecommissie stelt een verslag van de gang van zaken op
en zendt dit, na goedkeuring door de selectiecommissie, naar de Raad van Toezicht, op basis waarvan het Raad van Toezicht de selectiecommissie décharge verleent.
4.
De Raad van Toezicht geleidt de voordracht naar de gemeenteraden als bedoeld in
artikel 10 lid 3 van de statuten, waarbij wordt aangegeven namens welk orgaan in
artikel 10.2 van de statuten de kandidaat bindend wordt voorgedragen.
Artikel 13
Citeertitel
Dit reglement kan worden aangehaald als: "reglement werving en selectie leden Raad van
Toezicht".
Bijlage: stappenplan
Handboek Governance - Reglement werving en selectie
Januari 2014
pagina 3 van 4
Bijlage bij reglement werving en selectie leden Raad van Toezicht
Stappenplan
Wat
Wie
Week (indicatief)
Besluit openstellen vacature
Raad van Toezicht
1
Opstellen profielschets
Raad van Toezicht
1
Samenstellen selectiecommissie
Raad van Toezicht
1
1e bijeenkomst selectiecommissie: opstellen
advertentie en zorg dragen voor plaatsing
selectiecommissie
2/5
Ontvangstbevestigingen en selectie ingekomen brieven
selectiecommissie
5/7
Uitnodiging sollicitanten
selectiecommissie
7
Voorbereiden selectiegesprek, afstemmen
werkwijze
selectiecommissie
7
Selectiegesprekken
selectiecommissie
8/9
Bevestiging voor te dragen sollicitant
selectiecommissie
9
Afwijzen sollicitanten
selectiecommissie
9
Opstellen verslag werkzaamheden selectiecommissie
secretaris selectiecommissie
10/12
Doorgeleiden voordracht door Raad van
Toezicht naar gemeenteraden van Meppel
en Westerveld
Raad van Toezicht
12
Décharge selectiecommissie
Raad van Toezicht
12
Namen van Raad van Toezichtsleden
doorgeven aan de Kamer van Koophandel
Raad van Toezicht
na benoeming
door gemeenteraden
Handboek Governance - Reglement werving en selectie
Januari 2014
pagina 4 van 4
14. Rooster van aftreden
voordracht
naam
1e benoeming
Oudergeleding GMR
Mw. E. Hafkamp
1/8/2007
juni 2016
Oudergeleding GMR
Dhr. G. ter Braake
1/8/2007
juni 2016
Raad van Toezicht
Dhr. H.J. Broeke
5/12/2006
juni 2014
Raad van Toezicht
Dhr. L. ter Heide
1/8/2007
juni 2015
Raad van Toezicht
Dhr. J.W. Kromdijk
1/1/2014
Personeelsgeleding
GMR
Mw. J. Drok
1/6/2010
juni 2018
Raad van Toezicht
Mw. M.J.G. Peters
1/6/2010
juni 2018
herbenoeming aftredend
januari 2018
januari 2022
Tijdens de vergadering van 26 juni 2014 wordt de nieuwe voorzitter verkozen.
Bij het aftreden van Dhr. L. ter Heide in juni 2015 zal de werving en selectie gericht zijn op
financiële expertise en op voordracht van de oudergeleiding GMR. Dit met het oog op het
aftreden in 2016 van de beide financiële deskundigen.
Met het aftreden van Dhr. G. Ter Braake en mw. E. Hafkamp wordt de omvang van de Raad
van Toezicht teruggebracht naar 5 personen.
Handboek Governance - Rooster van aftreden
januari 2014
pagina 1 van 1
15. Vergoedingsregeling Raad van Toezicht
Artikel 10.5 van de statuten van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe bepaalt dat de onkostenvergoeding en de eventuele bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht
worden vastgelegd in een vergoedingsregeling. In de jaarrekening wordt uitdrukkelijk verantwoord welke bedragen op grond van deze regeling zijn uitgegeven.
De Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) heeft de honorering
van Leden van de Raad van Toezicht binnen de diverse onderwijsvormen vastgesteld.
De VTOI hanteert een tabel, onderverdeeld in 6 klassen. Dit op basis van de begroting van
de onderwijsinstelling in enig jaar. De Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe heeft voor het
jaar 2014 een bedrag begroot van afgerond € 17,0 miljoen. Op basis van de tabel van de
VTOI komt de vergoeding voor in klasse 4 van de tabel (15 – 30 miljoen). Op basis hiervan
bedraagt de vergoeding voor het jaar 2014:
Voorzitter
Lid
€ 5.200,-- excl. BTW
€ 3.475,-- excl. BTW
(€ 6.300,-- incl. BTW)
(€ 4.200,-- incl. BTW)
De vergoeding voor werkzaamheden in commissieverband zijn in bovenstaande vergoeding opgenomen.
Voor de kosten van competentie- en deskundigheidsbevordering wordt 10% boven op het
budget van de Raad van Toezicht gereserveerd.
Bij aantreden of aftreden in de loop van een kalenderjaar wordt de vergoeding naar rato
berekend. De voorzitter en de leden van de Raad van Toezicht kunnen desgewenst afzien
van hun recht op de bovengenoemde vergoedingsbedragen.
De collectieve kosten van de Raad van Toezicht
De kosten die de Raad van Toezicht maakt om als collectief te kunnen functioneren, maken
geen onderdeel uit van de persoonlijke vergoeding van de leden van de Raad van Toezicht. Daarbij gaat het om:
 de kosten van werving en selectie van nieuwe leden
 de kosten van een collectieve aansprakelijkheidsverzekering voor de leden van de Raad
van Toezicht
 de vergaderkosten van de Raad van Toezicht (vergaderruimte, secretariaat, e.d.)
 de kosten van extern advies of juridische ondersteuning van de Raad van Toezicht
 de kosten van een gezamenlijke studiereis of bezoek van een congres voor leden van
raden van toezicht
 andere bijzondere kosten die de Raad van Toezicht maakt om op een kwalitatief goede
wijze de toezichthoudende taak te kunnen vervullen
Verantwoording in de jaarrekening
In de jaarrekening van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe wordt jaarlijks vermeld welk
totaalbedrag is uitgegeven voor de individuele vergoeding van de voorzitter en leden van
de Raad van Toezicht en welk totaalbedrag is uitgegeven voor de collectieve kosten van
de Raad van Toezicht.
Handboek Governance - Vergoedingsregeling
januari 2014
pagina 1 van 1
16. Introductieprogramma nieuwe leden Raad van Toezicht
Nieuwe leden van de Raad van Toezicht volgen een introductieprogramma. Dit programma bestaat uit de volgende onderdelen:
Kennismakingsactiviteiten
 Een gesprek met de voorzitter van de Raad van Toezicht, ter introductie in de werkwijze van de Raad van Toezicht en de thema’s die vanuit het perspectief van de Raad van
Toezicht spelen;
 Een gesprek met de directeur-bestuurder, om wegwijs te raken in de organisatie en
zicht te krijgen op de interne verhoudingen en ter bespreking van de kernthema’s vanuit
het perspectief van de
directeur-bestuurder;
 Rondleiding op een aantal locaties.
Kennisname van documentatie
 Het Handboek Governance van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe;
 De meest recente begroting en jaarrekening en het jaarverslag;
 De meest recente inspectierapporten over de onderwijseenheden van de Onderwijsgroep Zuidwest-Drenthe;
 Het strategisch beleidsplan.
In overleg met de voorzitter van de Raad van Toezicht kan het nieuwe lid van de Raad van
Toezicht deelnemen aan specifieke oriëntatie en scholingsactiviteiten om wegwijs te raken
in de sector voortgezet onderwijs en/of in de rol en werkwijze van een Raad van Toezicht.
Handboek Governance - Introductieprogramma
januari 2014
pagina 1 van 1