Historische canon Regiment Limburgse Jagers KFOR (Kosovo) Voormalig Joegoslavië bleef, ondanks de inspanningen van de internationale gemeenschap, een zorgenkindje. Was het ergens eindelijk rustig, laaide elders de strijd weer op. Zoals in Kosovo. Kosovo was een Servische provincie, maar de Serviërs waren er sterk in de minderheid. De bevolking bestond grotendeels uit Albanese Kosovaren. Zij werden echter onderdrukt door de Serviërs. Dat leidde eind jaren negentig tot een gewapende strijd tussen de Albanese Kosovaren en de Serviërs. In 1999 besloot de NAVO in te grijpen. Vanaf 24 maart 1999 voerde de NAVO op grote schaal luchtaanvallen uit op Servische doelen. Op 3 juni ging Servië eindelijk door de knieën en trokken de Servische milities en het Joegoslavische leger zich terug uit Kosovo. Daarna nam de VN de zaken in Kosovo in handen om de situatie in goede banen te leiden. Er kwam zowel een civiele als een militaire missie. Met de Kosovo Force (KFOR) nam de NAVO de militaire missie voor haar rekening. De Nederlandse krijgsmacht nam ook deel aan KFOR. Het Nederlandse detachement werd ondergebracht bij een Duitse brigade. De landmacht leverde vooral ground based fire support aan deze brigade: de veldartillerie. 11 Afdeling Rijdende Artillerie (Gele Rijders) kwam als eerste aan de beurt. De eerste KFOR-eenheden trokken op 12 juni 1999 vanuit Macedonië Kosovo binnen. Een dag later volgden de eerste Nederlandse artilleristen als onderdeel van de Duits/Nederlandse Taskforce Orahovac. De Gele Rijders werden in december 1999 afgelost door 41 Afdeling Veldartillerie. Overigens voerden de artilleristen ook infanterietaken uit. De artilleristen werden versterkt met het verkenningspeloton van 42 BLJ. Voor de Limburgse Jagers was het dus een kleine missie, maar het operatiegebied bracht het peloton tal van uitdagingen. Het peloton vertrok eind april 2000 uit Kosovo.
© Copyright 2024 ExpyDoc