Kunstenaarsstatuut

KUNSTENAAR
Wie is kunstenaar? ................................................................................................................ 1
Werken als kunstenaar .......................................................................................................... 2
Werken via Tentoo ....................................................................................................... 2
De kleine vergoedingsregeling ..................................................................................... 2
Artistieke prestatie VS het kunstenaarsstatuut ...................................................................... 3
Het Kunstenaarsstatuut ......................................................................................................... 4
De cachetregeling ........................................................................................................ 4
Voorwaarde 1: tewerkstelling in loondienst .......................................................... 5
Voorwaarde 2: artiest van het spektakelbedrijf of muzikant ................................. 5
Voorwaarde 3: betaling per prestatie ................................................................... 5
Bepaling van het uitkeringsbedrag ............................................................................... 5
Neutralisatievoordeel .................................................................................................... 5
Voorwaarde 1: technicus of artiest in het spektakelbedrijf ................................... 6
Voorwaarde 2: overeenkomsten van zeer korte duur < 3 maanden ..................... 6
Voorwaarde 3: hoofdberoep ................................................................................ 6
WIE IS KUNSTENAAR?
Er bestaat geen wettelijke definitie van een kunstenaar, wel van een artistieke prestatie en/of
artistieke werken. Onder het leveren van artistieke prestaties wordt verstaan:
“de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele
en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de
choreografie”
De bovenstaande definitie is echter zeer ruim. Belangrijk bij de interpretatie is dat het
artistieke primeert.




Niet de persoon, maar de activiteit bepaalt of een prestatie artistiek is
Het artistieke moet primeren: belang van creativiteit, originaliteit en het kunstzinnig
karakter
Enkel zuiver artistieke activiteiten komen in aanmerking
Puur ambachtelijke activiteiten zijn uitgesloten
OPGELET !
Contacteer Tentoo indien je zekerheid wenst of een bepaalde functie
geklasseerd staat als een artistieke functie bij Tentoo
1
WERKEN ALS KUNSTENAAR
Artiesten kunnen voor hun prestaties vergoed worden via een aantal verschillende vormen:
-
Via een SBK (Tentoo)
Als zelfstandige
Via de kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars
WERKEN VIA TENTOO
Wanneer je voor verschillende opdrachtgevers werkt voor korte opdrachten, dan kan je
beroep doen op Tentoo als sociaal bureau voor kunstenaars.
In dit geval wordt Tentoo je werkgever en word je verloond onder het werknemersstatuut.
Tentoo vervult de werkgeversverplichtingen en betaalt alle wettelijke afdrachten en sociale
premies aan de juiste instanties. Deze afdrachten geven recht op uitkering bij ziekte,
werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Alles wat met de tewerkstelling te maken heeft ligt
gecentraliseerd bij één wettelijke werkgever tot wie je je kan richten: Tentoo.
Jij en de opdrachtgever maken zelf afspraken over de inhoud van de opdracht, hoe lang de
opdracht duurt en de vergoeding. Je moet wel de opdracht vooraf melden bij Tentoo zodat
Tentoo de verplichtingen als werkgever kan uitoefenen.
Op basis van een arbeidsovereenkomst die je zelf opstelt, maakt Tentoo de factuur op voor
je opdrachtgever en betaalt je loon uit. Zeven dagen nadat Tentoo de arbeidsovereenkomst
ontvangt, wordt je loon uitbetaald, ongeacht of je opdrachtgever de factuur reeds betaalde.
De zorg voor het innen, voorfinancieren en het debiteurenrisico neemt Tentoo dus over.
DE KLEINE VERGOEDINGSREGELING
De kleine vergoedingsregeling laat artiesten toe om te werken in ruil voor een forfaitaire
onkostenvergoeding, op voorwaarde dat je niet reeds als werknemer of zelfstandige
verbonden was aan de opdrachtgever in kwestie.
De toegestane maxima voor 2014 zijn:




≤ 122,21 euro / dag
≤ 2.444,21 euro / jaar
≤ 7 dagen achtereenvolgend / opdrachtgever
≤ 30 dagen / jaar
Let wel op; indien deze plafonds worden overschreden wordt de totale vergoeding alsnog
onderworpen aan RSZ en belastingen.
Concreet vul je een verklaring op eer in, bij wijze van overeenkomst tussen jou en de
opdrachtgever.
2
ARTISTIEKE PRESTATIE VS HET KUNSTENAARSSTATUUT
Er is een onderscheid tussen het leveren van een artistieke prestatie en het behalen of
behouden van het kunstenaarsstatuut.
Uitvoerders kunnen steeds een artistieke prestatie leveren via Tentoo, ongeacht of je het
kunstenaarsstatuut hebt. Of een prestatie artistiek is of niet, hangt af van de functie die je
uitoefent. Tentoo heeft een beperkte lijst van functies die als een artistieke prestatie gezien
worden.
Indien je een artistieke prestatie levert, dan heeft dit een impact op enerzijds de wijze waarop
er gefactureerd wordt aan je opdrachtgever en anderzijds op de regeling van je vakantiegeld.
Impact voor jou:
-
Bij niet-artistieke prestaties van bedienden krijgen je als uitzendkracht steeds je
vakantiegeld per opdracht uitbetaald bovenop je nettoloon
Bij artistieke prestaties wordt je vakantiegeld doorgestort naar de Rijksdienst voor
Jaarlijks Vakantiegeld. Voor prestaties in 2012, zal je in 2013 je vakantiegeld
ontvangen van het RJV.
Impact voor je opdrachtgever:
-
6% BTW in plaats van 21% BTW op de factuur
Toepassing van een vermindering op een deel van de patronale lasten
Het kunstenaarsstatuut heeft betrekking op de werkloosheidsuitkering van werknemers.
Mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet (vastgelegd door de RVA) dan kan je aanspraak
maken op een voordelige berekening van je werkloosheidsuitkering.
3
HET KUNSTENAARSSTATUUT
Het kunstenaarsstatuut is geen apart statuut voor de sociale zekerheid. Als artiest kies je
voor het werknemers- of zelfstandigenstatuut.
Het “statuut” van de kunstenaar heeft eigenlijk betrekking op de werkloosheidsuitkering. Mits
je aan bepaalde voorwaarden voldoet kan je aanspraak maken op een voordelige
berekening van de werkloosheidsuitkering.
Om een werkloosheidsuitkering te krijgen, moet je aan één van de algemene
toegangsvoorwaarden voldoen:
-
Ofwel heb je een bepaald aantal dagen als werknemer gewerkt
Ofwel is je wachttijd na je studies afgelopen
Ofwel heb je in het verleden rechten op werkloosheidsuitkeringen opgebouwd.
Artiesten kunnen echter genieten van een aantal specifieke regels:
-
-
Voor het bekomen van een uitkering bestaat er de “cachetregeling”
 Artiesten moeten voldoen aan specifieke voorwaarden!
Andere bepaling van het uitkeringsbedrag
 Voor werknemers uit de artistieke sector met overeenkomsten van korte
duur die betaald worden per taak
Neutralisering van de vergoedingsperiodes
 Artiesten moeten voldoen aan specifieke voorwaarden die anders zijn dan
deze voor de toepassing van de cachetregeling!
DE CACHETREGELING
Voor artiesten die met korte contracten werken, is het dikwijls moeilijk om te bewijzen dat ze
genoeg dagen als werknemer gewerkt hebben om een uitkering te krijgen. Voor hen bestaat
de “cachetregeling”.
In plaats van te kijken naar het aantal gepresteerde arbeidsdagen wordt het brutoloon
omgerekend naar gelijkgestelde dagen op basis van een referteloon van €39,21 bruto per
dag.
Leeftijd
Aantal Dagen
Referentieperiode
Minimum bruto
bedrag
< 36 jaar
312
21 maanden
€ 12.233,52
36 tot 49 jaar
468
33 maanden
€ 18.350,28
> 50 jaar
624
42 maanden
€ 24.467,04
Deze minimumbedragen zijn slechts indicaties. Normaliter wordt er bij de aanvraag van het Kunstenaarsstatuut
bij de RVA gekeken naar het individuele dossier van de kunstenaar en naar het volledige verdiende brutoloon in
de voorafgaande referentieperiode.
Er zijn drie cumulatieve voorwaarden waaraan artiesten moeten voldoen opdat de
cachetregeling toegepast mag worden:
1. Tewerkstelling in loondienst
2. Als artiest van het spektakelbedrijf of muzikant
3. Met een betaling per prestatie
4
Voorwaarde 1: tewerkstelling in loondienst
De artistieke arbeid moet verricht worden in het kader van een tewerkstelling in loondienst.
Dit houdt in dat het moet gaan om een werknemer, die een loon ontvangt aan de hand van
een arbeidsovereenkomst.
Voorwaarde 2: artiest van het spektakelbedrijf of muzikant
De werknemer moet:
-
ofwel tewerkgesteld zijn als muzikant in eender welke sector
ofwel tewerkgesteld zijn als artiest in het spektakelbedrijf
Onder artistieke arbeid worden zowel vertolkende functies (acteur, danser, verteller, …) als
scheppende functies (scenarioschrijver, choreograaf, regisseur, tekenaar, …) verstaan.
Onder spektakelbedrijf verstaat men zowel live schouwspel (theater, circus, scene, …), als
opgenomen schouwspel (televisie, film, …).
Artiesten moeten dus prestaties verrichten voor opdrachtgevers die vallen onder het paritair
comité 227 (audiovisuele sector), 303 (filmbedrijf) of 304 (spektakelbedrijf) opdat hij/zij
aanspraak kan maken op de cachetregel.
Voorwaarde 3: betaling per prestatie
Het moet gaan om een tewerkstelling van korte duur en de betalingswijze is per taak of per
prestatie. Dit houdt in dat er geen rechtstreeks verband is tussen het aantal arbeidsuren en
de vergoeding.
BEPALING VAN HET UITKERINGSBEDRAG
Er is een andere bepaling van het uitkeringsbedrag voor de werknemers:
-
uit de artistieke sector
tewerkgesteld met overeenkomsten van korte duur
betaald per taak
Voor deze werknemers wordt het loon voor de bepaling van de eerste aanvraag van het
uitkeringsbedrag berekend door het optellen van alle brutolonen die hij heeft ontvangen
tijdens het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de aanvraag plaatsvindt. Dit
totaal brutoloon wordt gedeeld door 78 om het gemiddelde dagloon van de werknemer te
bekomen.
Indien dit loon lager ligt dan €117,63 (3x het referteloon) of de werknemer geen loon ontving
in het kwartaal voor de aanvraag, dan wordt de werkloosheidsuitkering berekend op basis
van dit referteloon, namelijk €1.501,82 per maand.
NEUTRALISATIEVOORDEEL
Het neutralisatievoordeel zorgt ervoor dat bepaalde werknemers, na afloop van de eerste
vergoedingsperiode, hun toegekende uitkeringspercentage kunnen behouden.
Met andere woorden: wanneer de werknemer overgaat naar een tweede vergoedingsperiode, daalt enkel de loongrens waarop de uitkering wordt berekend. Het percentage
waarmee rekening wordt gehouden om deze werkloosheidsuitkering te berekenen blijft
echter op 60% liggen.
5
OPGELET!
Voor het einde van de eerste vergoedingsperiode moet de werknemer
minstens 3 bewijzen indienen van tewerkstellingen van zeer korte duur in het
spektakelbedrijf, tijdens de laatste 12 maanden. Indien hij dit niet kan doen,
dan gaat het voordeel verloren en wordt het vergoedingspercentage, bepaald
op basis van de gewone regels, onmiddellijk toegepast.
Werknemers moeten aan drie cumulatieve voorwaarden voldoen om aanspraak te kunnen
maken op het neutralisatievoordeel:
1. werknemers tewerkgesteld als technicus of als artiest in het spektakelbedrijf
2. als loontrekkende met overeenkomsten van zeer korte duur
3. in hun hoofdberoep
Voorwaarde 1: technicus of artiest in het spektakelbedrijf
Het voordeel is voornamelijk van toepassing op:
-
de technici tewerkgesteld in het spektakelbedrijf (vb. lichttechnici, kleedsters, …)
de artiesten tewerkgesteld in het spektakelbedrijf
Onder artistieke arbeid worden zowel vertolkende functies (acteur, danser, verteller, …) als
scheppende functies (scenarioschrijver, choreograaf, regisseur, tekenaar, …) verstaan.
Onder spektakelbedrijf verstaat men zowel live schouwspel (theater, circus, scene, …), als
opgenomen schouwspel (televisie, film, …).
Artiesten en technici moeten dus prestaties verrichten voor opdrachtgevers die vallen onder
het paritair comité 227 (audiovisuele sector), 303 (filmbedrijf) of 304 (spektakelbedrijf) opdat
hij/zij aanspraak kan maken op de cachetregel.
OPGELET!
Het voordeel is niet van toepassing op:
o prestaties van korte duur in andere sectoren dan het spektakelbedrijf
(voorbeelden: journalisten)
o prestaties als leerkracht (zelfs indien de onderwezen discipline artistiek is)
o andere artiesten die geen schouwspelartiest zijn (bijvoorbeeld schilder,
beeldhouwer)
o werknemers van wie de activiteit in het spektakelbedrijf slechts een
nevenactiviteit is (zie voorwaarde 3)
Voorwaarde 2: overeenkomsten van zeer korte duur < 3 maanden
Het moet gaan om overeenkomsten van bepaalde duur of om prestaties vergoed met een
taakloon. Er wordt enkel rekening gehouden met arbeidsdagen gepresteerd als
loontrekkende en er wordt geen rekening gehouden met de tewerkstellingen tegen “kleine
vergoedingen”.
Voorwaarde 3: hoofdberoep
De werknemer moet in zijn hoofdberoep uitsluitend tewerkgesteld zijn met overeenkomsten
in loondienst van zeer korte duur. Concreet houdt dit in dat het voordeel voorbehouden is
aan de werknemers die tewerkgesteld zijn in de specifieke sector waar dergelijke
overeenkomsten de regel zijn.
6