DE 10 AJUINTJES VAN ONDERBOUW

DE 10 AJUINTJES VAN ONDERBOUW
1.
EEN ZELFSTANDIG AJUINTJE
komt de kleedkamergang binnen en buiten via de trap aan het kunstgrasveld. Mama en
papa komen niet in de gang van de kleedkamer maar nemen afscheid aan de trap. Hij
kan zich zonder hulp aan- en uitkleden en knoopt zijn veters zelf. Bovendien draagt
alleen hij zijn voetbaltas. Zijn Jartazi-bal (maat 3 voor U7-U8, maat 4 voor U9-U10-U11),
drinkbus en KW heeft hij altijd bij. Vergeet of verliest hij zijn bal, kan er niet meegetraind
worden! Hij werpt thuis alle vuile kledij in de wasmand en helpt met het kuisen van de
schoenen.
2.
EEN BELEEFD AJUINTJE
geeft telkens een hand aan opleiders en medewerkers bij aankomst en vertrek op de club
en verzorgt zijn taalgebruik. Hij gebruikt de term ‘opleider’ en niet ‘trainer’.
3.
EEN AFWEZIG AJUINTJE
laat mama of papa tijdig naar de opleider bellen als hij niet naar een activiteit (wedstrijd,
training, uitstap, ... ) kan komen. Vanaf U9 kan hij dat gerust zelf ...
4.
EEN RESPECTVOL AJUINTJE
zorgt er samen met de anderen voor dat het jeugdopledingscentrum Zandberg proper
blijft. Hij werpt alle afval in de vuilbak en komt met flesjes en etenswaren niet voorbij het
terras. Na een training of wedstrijd betreedt hij op kousen de kleedkamergang. Hij weet
dat de kleedkamer geen speelplaats is. Wie met een bal speelt in de kleedkamer of de
gang, mist de volgende training...
5.
EEN PROPER AJUINTJE
wast zich na elke wedstrijd of training zonder slip en met badslippers. Vuile schoenen
spoelt hij niet af onder de douche maar in de wasbak buiten. De wasbak binnen in de
toiletten is enkel en alleen voor het vullen van drinkbussen en emmers met water. Thuis
poetst hij ’s morgens en ’s avonds zijn tandjes.
6.
EEN WINNAARS AJUINTJE
tracht er telkens opnieuw alles aan te doen om –zowel op training als wedstrijd– te
winnen en geeft niet snel op.
7.
EEN LEERGIERIG AJUINTJE
luistert meteen naar zijn opleiders en tracht de opdrachten zo goed mogelijk uit te
voeren zonder de andere medespelers te storen. Hij oefent op zijn jongleer-huiswerk en
streeft naar 100 keer afwisselend rechts-links tegen U11. Hij beseft dat dagelijks oefenen
de enige manier is ...
8.
EEN FAIR-PLAY AJUINTJE
heeft respect voor alle spelers die aan de wedstrijd deelnemen. Hij geeft een handje na
een fout en bedankt de scheidsrechter (ongeacht de uitslag) na de wedstrijd. Tijdens of
na de wedstrijd commentaar op de scheidsrechter geven is ontoelaatbaar.
9.
EEN PLOEG AJUINTJE
moedigt zijn medespelers aan en snapt dat hij niet in zijn eentje een wedstrijd kan
winnen. Iedereen maakt al eens een foutje! Hij pest geen medespelers maar probeert
een aangenaam vriendje te zijn die steeds helpt waar nodig. Na de training helpt hij de
opleider met opruimen.
10.
EEN GEZOND AJUINTJE
drinkt op weekdagen enkel water, eet elke dag minstens twee stukken fruit en vergeet
niet dagelijks te ontbijten. Hij weet dat chips na de training niet is toegelaten. Hij eet
geen hamburger na de wedstrijd maar geeft de voorkeur aan pasta. Hij slaapt elke dag
minstens 9u en speelt met mate op computer, PSP, Playstation e.d.
Alle spelers van onderbouw dienen hun uiterste best te doen om de 10 ajuintjes na te
streven. Van de entourage en in het bijzonder de ouders verwachten we dat ze meehelpen
om deze afspraken in de praktijk te realiseren en hun zoon bijsturen waar nodig.
Enkel met jullie hulp kunnen deze gedragsregels nageleefd worden.