8 ZATERDAG 17 MEI 2014 regio Gemeenten worden zich meer bewust van ruimte die geurregelgeving biedt In het lint kan meer dan je denkt Joost de la Court Veehouders in een lintdorp zaten altijd gebeiteld: direct aan een vaart of hoofdweg om producten aan en af te voeren en al het land erachter. Maar met burgerbewoning om je heen is het lastig als je een grotere stal wilt bouwen op de huiskavel. G eur- en geluidsregels, maar soms ook regels voor mestopslag, verhinderen in lintbebouwing nogal eens uitbreiding in de nabijheid van andere bewoning. Tenminste, dat denken veel mensen. Toch staan steeds meer gemeenten in Drenthe en Groningen open voor een uitweg. Cruciaal is of een bedrijf in de bebouwde kom ligt of daarbuiten. In dat laatste geval mag een woning van derden op kortere afstand staan en blijkt bouwen op locatie vaak toch een optie. Het veehouderijbedrijf van Jurrie en Carla Guichelaar in Scharmer, gemeente Slochteren, is zo’n geval. Ze houden nu nog circa honderd melkkoeien met jongvee, maar willen graag doorgroeien naar 130 koeien en ruimte creëren voor 150 tot 160 koeien. Dat vergt nieuwbouw. ‘Ik ging daarover rond 2006 praten met de gemeente. Die zei: ‘Je zit in het lint. Uitbreiden is dus niet mogelijk.’’, vertelt Jurrie Guichelaar. Het bedrijf was in 1979 al eens uitgebreid en in 2007 is een nieuwe 20 stands melkstal voor de oude stal neergezet. ‘Dat was met milieuvergunning en al en toen had de gemeente er geen problemen mee’, moppert de melkveehouder. Maatschap Guichelaar heeft een huiskavel van 70 hectare. Verplaatsen naar achteren is duur, verhuizen naar een andere locatie wil de ondernemer ook niet. ‘Ik probeer te optimaliseren op deze plek. Dat is al vrij goed gelukt. Maar de jongveestal Bedrijfsontwikkeling in lintdorpen is vaak lastig voor boeren door de nabijheid van burgerbewoning. moet worden uitgebreid en die staat volgens de gemeente te dicht bij de buren (binnen de geurcirkel van 100 meter). Daar houden ze op het gemeentehuis nu al zeven jaar aan vast, terwijl de gemeente nog steeds geen eigen beleid heeft.’ Handvat De familie Guichelaar schakelde vorig jaar bedrijfsadviseur Jan Pieter Smit van bureau Rombou in om te overleggen met de gemeente. Die had al vaker met dit bijltje gehakt. ‘Bij navraag blijkt nog regelmatig dat de gemeente de regels in de wet onjuist uitlegt. Gelukkig is er sinds 2006 voldoende jurisprudentie ontstaan die duidelijk maakt hoe de rechter de wet interpreteert. Dat biedt gemeenten en dus ook ondernemers een handvat.’ Startpunt is volgens de adviseur om vast te stellen of het bedrijf binnen of buiten de bebouwde kom ligt. Het vergt soms een goed gesprek met wat overredingskracht om daaruit te komen, is Smits ervaring. ‘Ik kom Jurrie en Carla Guichelaar willen hun bedrijf uitbreiden binnen de lintbebouwing van Scharmer. Foto: Nieuwe Oogst zelfs nog wel eens gemeenteambtenaren tegen die schermen met de wegbordjes voor de bebouwde kom. Die verwarren dan de wegenverkeerswet met wetgeving op het gebied van milieu. Dat misverstand help ik dan snel de wereld uit.’ Ook zien sommige gemeenten drie of vier woningen om een bedrijf nog steeds als bebouwde kom. Dat is niet meer van deze tijd, vindt Smit. ‘Er moet namelijk sprake zijn van veel woningen. Maar wat zeker ook meespeelt is hoe ver de boerderij van de woonkern, zeg maar het centrum van het dorp, afligt en de aard van de omgeving. Is het te herkennen als normale bebouwde kom? Het laten meewegen van de omgeving is dus echt maatwerk.’ Op basis van jurisprudentie is Smit er zeker van dat boerderij van de familie Guichelaar buiten de bebouwde kom ligt. Maatschap Guichelaar is niet de enige die in deze discussie zit. Alleen al in gemeente Slochteren zijn Smit meerdere gevallen bekend. ‘Omdat alle stallen aan de geurnorm moeten voldoen, is het soms een hele uitdaging om aan de afstanden te voldoen. Het is dan belangrijk eerst helder te krijgen of de beoordeling van de omgeving wel goed is gedaan.’ Als de afstand dan nog te kort is, zijn de oplossingen divers; tegengaan van de geuruitstoot van de bestaande stal, het buiten gebruik stellen ervan of een bedrijfsverplaatsing op eigen land. ‘Soms is het uiteindelijk maar één woning die een bouwplan tegenhoudt. Dan kun je de afweging maken zo’n woning op te kopen. Een enkele keer gebeurt dat wel’, weet Smit. Ronald Schipper van bureau BügelHajema adviseert gemeenten in Groningen, Drenthe en Overijssel bij hun beleid op het gebied van ruimtelijke ordening. Ook hij constateert dat er meer ruimte komt voor boeren om toch te bouwen in een lintbebouwing. ‘Gemeenten krijgen er steeds meer oog voor. Voorwaarde is wel dat het ook landschappelijk past. Je creëert soms met bouwblokverdieping wel erg diepe en smalle bedrijven.’ ‘Ook voor gemeenten is inpassing vaak een worsteling’ Gemeenten móeten soms ook wel meewerken aan uitbreiden op locatie, omdat bijvoorbeeld in Groningen bedrijfsverplaatsing van veehouderijen niet wordt toegestaan. Schipper adviseert bij reguliere aanpassingen van bestemmingsplannen dan ook goed te kijken naar het intekenen van de bouwblokken. ‘Al met al is het een lastig proces omdat anderen vaak last hebben van de uitbreidingsplannen. Het blijft daarmee een zaak van passen en meten.’ Kritisch blijven Smit benadrukt dat het goed is kritisch naar de opstelling van de gemeente te blijven kijken. ‘Ook voor hen is het vaak een worsteling. Ze waren jarenlang gewend aan een heel andere manier van beoordelen. Ze moeten nu soms erkennen dat ze de regels die in 2006 zijn gemaakt, jarenlang niet goed hebben geïnterpreteerd. Dat ze zijn blijven hangen in de oude beleving dat de grens van 100 meter hard is.’ Diverse gemeenten in NoordNederland komen de landbouw tegemoet en hebben een eigen geurver- Foto: Tielman Photography ordening vastgesteld die uitbreiden nabij burgerwoningen makkelijker maakt. De landelijke afstandsregels voor het emissiepunt tot deze woningen worden dan aangepast; buiten de bebouwde kom doorgaans tot minimaal 25 meter, erbinnen tot 50 meter. Verschillende gemeenten in Drenthe en Groningen kennen inmiddels zo’n verordening, stelt beleidsadviseur Roel Visser van LTO Noord vast. ‘Maar nog niet allemaal.’ Naast geur kan de planologische ontwikkeling boeren in de weg staan. Voor bedrijven in het lint kan hier een oplossing worden gevonden door het bestemmingsplan buitengebied van toepassing te verklaren op boerenbedrijven die tussen burgerbewoning in het lint zitten, het zogenoemde exclaveren. Dat maakt uitbreiding makkelijker. Inmiddels hebben enkele gemeenten hierin voorzien, weet Visser. De regeling voor geurhinder en veehouderij biedt overigens niet in alle gevallen de gewenste oplossing, relativeert Smit. ‘Het is maatwerk en ook dan blijven er altijd grijze situaties over. Maar in veel gevallen ligt het nu vrij zwart-wit: je kunt ter plaatste uitbreiden of niet. Ik raad boeren altijd aan gebruik te maken van de ruimte die er is in de wet.’ Met de regeling en eerdere uitspraken van de rechter in de hand is Smit nog bezig om gemeente Slochteren ervan te overtuigen dat de stallen van maatschap Guichelaar niet in de bebouwde kom liggen. ‘Zij zijn eigenlijk jarenlang verkeerd voorgelicht door de gemeente. Maar nu is hun vergunning binnen handbereik.’ Jurrie Guichelaar: ‘Gelukkig maar, anders worden we zo gedwongen het bedrijf toch te verplaatsen. Dat wil ik echt niet.’
© Copyright 2024 ExpyDoc