Opmaak correspondentenboekje AANPASSING

Inhoudsopgave
Inleiding
Hoofdstuk 1 Het onderwerp
Hoe kom je aan een onderwerp?
De invalshoek
Hoor en wederhoor
Werkhouding
Hoofdstuk 2 Op Pad
Aantekeningen maken
Interviewtechniek
Telefonisch interview
Verslaggeving
Hoofdstuk 3 Aan de
Structuur
Citeren
Beeldgebruik
Hoofdstuk 4
Slag
Spelling en Grammatica
Hoofdstuk 5
huisregels
De Uitstraling
1
Inleiding
“Hé, heb ik jou niet zien staan in De Uitstraling? Mooie foto hoor!” Iedere correspondent van De Uitstraling zal
dit soort opmerkingen herkennen. Uit de vele reacties blijkt dat De Uitstraling een goed gelezen blad is. Van jong
tot oud en van hoog tot laag, iedereen kent ‘dat boekske’. De één bladert het snel een keer door, de ander spit
het boekje uit van A tot Z. Hoe is het mogelijk, dat De Uitstraling bijna alle inwoners van de gemeente bereikt?
Er zijn talloze huis-aan-huisbladen die wekelijks in de
brievenbus belanden. De meeste zijn gericht op lokaal
nieuws: wat gebeurt er in de gemeentelijke politiek?
Wat is er te doen in de regio? Wie is er vijftig jaar
getrouwd? Omdat De Uitstraling tweewekelijks verschijnt, is het onmogelijk om lokaal nieuws te brengen. De onderscheidende kracht zit hem meer in de
genremix. De meest voorkomende genres in het blad
zijn: interview, opinie, sfeerverslag, advertorial en column.
In deze verschillende genres ligt het accent niet op
nieuws, maar op human interest. De mensen uit de
regio staan centraal. Human interestonderwerpen worden gekenmerkt door terugkerende aspecten: curiositeit, humor, vermaak, leeftijd, avontuur, prestaties of
tragedies. De mensen waarover geschreven wordt in De
Uitstraling zijn even divers als de lezers. Een markant
persoon die met pensioen gaat, prins carnaval, of
iemand met een ongewone hobby. Zo divers als de
mensen zijn, zo divers zijn ook de onderwerpen in het
blad. Het schrijven van deze stukken vergt wel wat inzicht en oefening van de correspondenten. Je moet de
lezers aanspreken in eenvoudige, heldere taal over
lichte onderwerpen, met een lichtvoetige ondertoon
zonder flauw of vervelend te worden.
Zoals elk huis-aan-huisblad bevat De Uitstraling naast
redactionele stukken ook wervende/commerciele stukken. Een goede balans van de inhoud tussen commercieel en redactioneel is van groot belang. De verhouding ligt ongeveer op vijftig procent commercieel en
vijftig procent redactioneel. Bij teveel nadruk op comNotities:
2
De Uitstraling
merciële stukken haken lezers af, advertentieblaadjes
oogsten weinig waardering. Maar er moet ook brood op
de plank komen, dus commerciële stukken zijn noodzakelijk. Onder commerciële stukken vallen advertorials,
advertenties en de rubrieken ‘onder de loep’ en ‘de
metamorfose’. De commerciële stukken worden aangeleverd door de adverteerders, of worden geschreven
door de profielschrijvers. De grens tussen commercieel
en redactioneel is soms vaag. Met het oog op de adverteerders is het van belang dat deze grenzen niet overschreden worden. In de huisregels komen deze grenzen
nog eens aan bod.
De waardering voor De Uitstraling wordt dus verklaard
door de mix van mensen en genres die een grote doelgroep aanspreekt. De artikelen zijn informatief, laagdrempelig, herkenbaar en gevarieerd. Voeg daarbij het
sterk lokale karakter, het gebruik van veel fotomateriaal en het handzame formaat, en je hebt de unieke
bladformule van De Uitstraling!
Leeswijzer
De komende vier hoofdstukken zijn
gericht op redactioneel schrijven
voor De Uitstraling. De hoofdstukindeling volgt de werkwijze van een
correspondent: je kiest een onderwerp (Hoofdstuk 1), je gaat op pad
(Hoofdstuk 2) en werkt het artikel uit (Hoofdstuk 3).
Vervolgens wordt er een aantal taal- en grammaticaknelpunten behandeld (Hoofdstuk 4). Ten slotte vind je
in het laatste hoofdstuk nog eens de huisregels van De
Uitstraling op een rij.
Hoofdstuk 1
Het onderwerp
Correspondenten van De Uitstraling zijn vrij om zelf onderwerpen te kiezen. De diversiteit aan onderwerpen
maakt het blad interessant voor de lezers, dus probeer zelf ook te variëren in je onderwerpen en thema’s. Het
vinden van een interessant of verrassend onderwerp valt niet altijd mee. De makkelijkste weg is vaak om toch
maar een bekende te vragen voor een interview. Dat is jammer, want de onderwerpen liggen voor het oprapen.
Als je je antenne maar hebt uitgestoken, zie je tal van ideeën ontstaan waarover je kunt schrijven. Als je in je
achterhoofd houdt, dat je ‘nee’ hebt en ‘ja’ kunt krijgen, zul je zien dat het een stuk makkelijker wordt om op
een onbekende af te stappen voor een vraag om medewerking. Bovendien, als je meer ervaring krijgt als correspondent, zullen je kwaliteiten als schrijver alleen maar groeien. Als je niet bang bent om ergens op af te stappen, kom je vaak in contact met mensen waar je anders aan voorbij zou gaan.
Hoe kom je aan een onderwerp?
Globaal zijn er twee manieren waarop je aan onderwerpen
voor artikelen komt: de passieve en de actieve nieuwsgaring. Passieve nieuwsgaring houdt in dat je een artikel
schrijft aan de hand van bestaande stukken. Zoals bijvoorbeeld een persbericht, een rapport of berichten van internet. Op de redactie van De Uitstraling komen dagelijks persberichten binnen. Als de redactie een onderwerp interessant
genoeg vindt voor het blad, wordt het doorgestuurd naar
een correspondent. Het is van groot belang dat de correspondent het persbericht kritisch leest. In de meeste gevallen is een persbericht zodanig opgesteld dat het grotendeels kan worden overgenomen, maar dit kan een valkuil
zijn. Omdat hetzelfde persbericht wordt verspreid onder verschillende media, zie je vaak dat exact hetzelfde bericht
staat afgedrukt in alle lokale bladen (soms zelfs met exact
dezelfde fouten). Persberichten kunnen wel gebruikt worden, maar een combinatie van bronnen geniet de voorkeur.
Lettend op de bladformule van De Uitstraling, waarin mensen uit de regio centraal staan, is het beter om het persbericht te gebruiken als basis voor je artikel, en aan te vullen
met een mondelinge bron, bijvoorbeeld een (telefonisch)
interview.
Actieve of spontane nieuwsgaring houdt in dat je zelf op
zoek gaat naar nieuws en mogelijke onderwerpen. Dit wordt
ook wel eigen nieuwsgaring genoemd; enige creativiteit
komt hierbij om de hoek kijken. Je kunt dit beschouwen als
een echte uitdaging. Er zijn verschillende manieren waarop
je aan een onderwerp komt.
Actualiteit
Elk uur van de dag kun je vers nieuws vinden, dat aanleiding kan geven voor een artikel in De Uitstraling. Ook landelijk nieuws is interessant, omdat veel onderwerpen vertaald kunnen worden naar je eigen leefomgeving. Houd
daarom nieuwssites in de gaten en lees een dagblad of de
regionale nieuwsbladen. Hieruit valt allerlei informatie te
halen die je op een idee kan brengen. Zo kun je bijvoorbeeld
de drukte op Eindhoven Airport, waar veel over geschreven
wordt in het Eindhovens Dagblad, gebruiken voor een artikel over geluidsoverlast van vliegtuigen in jouw eigen
omgeving. Een ander voorbeeld van landelijk nieuws als
aanleiding gebruiken, is de uitbraak van vogelgriep.
Ongetwijfeld speelt dit ook in jouw eigen omgeving. Een
afspraak met een regionaal pluimveebedrijf is immers zo
gemaakt, je hebt daarmee een interessante en actuele
insteek voor jouw artikel. Het is ook slim om aanplakposters en agenda’s in de gaten te houden.
Eigen omgeving
Een uitstekende inspiratiebron is de eigen omgeving. En
dan niet zozeer ‘ik ken iemand, die heeft wel een leuke
hobby’ (dit kan natuurlijk wel, maar je bent dan snel uitgeschreven). Denk hierbij eerder aan situaties waarin je verzeild raakt. Hier speelt de antenne een belangrijke rol. Je
bent bijvoorbeeld op bezoek bij jouw oma in het bejaardenhuis en hoort op de gang dat steeds meer bejaarden een
nieuwe relatie beginnen. Maar tijdens ditzelfde bezoek kun
je ook te horen krijgen dat er een nieuwbouw op de rol
staat, wat ook een prima aanleiding is voor een artikel.
Eigen observatie
Een bekend gezegde luidt: ‘Het
nieuws ligt op straat’. Soms is dat letterlijk het geval. Als je om je heen
kijkt, zie je allerlei onderwerpen waar
een verhaal inzit. De vele Polen die je
in de supermarkt ziet, kunnen aanleiding geven om een Pool te interviewen over zijn verblijf en
werk in Nederland. Of je constateert dat de voetpaden altijd
bevuild zijn met hondenpoep. Je laat hondenbezitters aan
het woord, iemand die zich hieraan ergert, of een gemeenteambtenaar die verantwoordelijk is voor deze kwestie.
Follow-up
Een follow-up komt voort uit een ander artikel dat je hebt
geschreven. Wanneer er geen ruimte is in het eerste artikel
De Uitstraling
3
om over details uit te wijden, kun je zo’n detail als aanleiding gebruiken voor een nieuw verhaal. Een concreet voorbeeld hiervan: tijdens een interview over het vijftigjarige
jubileum van een gymvereniging, krijg je te horen dat er
sinds kort ook trampolinelessen worden gegeven. Dit gegeven is een mooie aanleiding om een artikel te schrijven over
trampolinespringen.
Internet
Het internet is een bodemloze put van
inspiratie. Als je eens een blik werpt
op de vele startpagina-dochters, zie je
tal van voorbeelden die kunnen dienen als onderwerp voor een artikel. De
vertaalslag naar het lokale is meestal
niet zo moeilijk. Neem eens een kijkje op de talloze forums
en discussieplatforms, je ziet meteen wat er leeft. Een voorbeeld: op een discussiepagina voor jongeren wordt gesproken over Lonsdale-jongeren. Neem eens contact op met een
plaatselijke groep Lonsdale-jongeren. Wat zijn hun standpunten, wat vinden ze ervan dat ze zo genoemd worden?
Zijn ze er trots op? Waaróm dragen ze Lonsdale-kleding?
De invalshoek
Het vinden van een leuk onderwerp is één ding, maar het
vinden van een verrassende invalshoek is weer iets anders.
Veel onderwerpen en personen keren regelmatig terug in de
(lokale) media. Probeer daarom altijd even te checken of die
persoon die je interviewt ook al is benaderd door een ander
blad. Let ook op de verschijningsdatum van het artikel.
Meestal zit er ruim een week tussen het interview en de
daadwerkelijke verschijning van het artikel.
Hoe kom je tot een originele, frisse aanpak van je onderwerp?
• Overeenkomsten en verschillen; zoek naar datgene wat
anders is, onderscheidend.
• Je inleven in een persoon of onderwerp. Probeer het
onderwerp ‘van binnenuit’ te benaderen.
• Verleden en toekomst. Kan het onderwerp ook in het verleden of de toekomst geplaatst worden?
• Associaties. Wat heeft het onderwerp te maken met andere zaken?
Hoor en wederhoor
Het principe van hoor en wederhoor is een groot goed in de
professionele journalistiek. Het houdt in dat je alle betrokken partijen de gelegenheid geeft om hun kant van het verhaal te vertellen. Toepassing van dit beginsel is een aanNotities:
4
De Uitstraling
wijzing dat de journalist zonder vooringenomenheid, met
gevoel voor rechtvaardigheid en onpartijdig te werk gaat.
Nu zal het principe van hoor en wederhoor weinig aan bod
komen bij De Uitstraling, omdat er weinig onthullende artikelen worden geschreven. De insteek van het blad is immers
positief. Toch kan het voorkomen dat een geïnterviewde
zich negatief uitlaat over iemand anders. Wees altijd hierop
bedacht voordat je dit soort kritieken klakkeloos overneemt.
Het is namelijk helemaal niet zeker dat de geïnterviewde
gelijk heeft in zijn kritiek; misschien houdt hij wel informatie achter. Meestal is het een kleine moeite om de persoon
in kwestie te contacteren om zijn/haar kant van het verhaal
te horen. Maar als dit niet lukt, is het een betere oplossing
om de kritiek van de geïnterviewde niet te vermelden in het
artikel. Let op als iemand gepeperde uitspraken doet die
voor waarheid zouden kunnen worden aangenomen. Laat je
nooit leiden door jouw verwachtingen of jouw vooroordelen
of door wat ‘men’ zegt of verklaart. Bedenk of het omgekeerde ook waar zou kunnen zijn, maak je er niet van af met:
‘Het is maar een citaat’. Durf kritisch te zijn. En als je vermoedt dat het niet waar is, geef dan duidelijk aan dat het
gaat om een mening. Wederhoor wordt vaak verward met het
recht op een weerwoord. Het is niet meer dan eerlijk dat
iemand die wordt aangevallen, of zich aangevallen voelt, het
recht heeft om zich te verdedigen. De redactie is zich hier
ook van bewust. Wanneer er een telefoontje binnenkomt van
een gekwetste lezer, wordt deze ook altijd in de gelegenheid
gesteld om zijn of haar visie op te laten tekenen in De
Uitstraling.
Werkhouding
Belangstelling voor mensen en inlevingsvermogen horen bij
het werk als correspondent. Kun je je inleven in vijftigplussers, sterrenkundigen, timmermannen, wethouders, voetballers, allochtonen en crècheleidsters? Het zal wel moeten.
Natuurlijk kan het voorkomen dat je na een interview denkt:
‘Hier had ik nou helemaal niks mee’. Dan moet je toch proberen om de knop om te zetten en het verhaal helder optekenen. Nieuwsgierigheid is een gezonde eigenschap voor
een correspondent. Niet in de figuurlijke zin, maar letterlijk
nieuws-gierig. Willen weten wat er speelt. Wie niet nieuwsgierig is of geen enkele neiging heeft ergens méér van te
willen weten, wie klakkeloos aanneemt wat er wordt verteld, is snel uitgeschreven. Als correspondent heb je een
professionele nieuwsgierigheid. Je zult altijd verder doorvragen, om het naadje van de kous te achterhalen. Daarbij
is een gezond wantrouwen op zijn plaats. Kritisch durven
zijn en doorvragen zijn hierbij van belang. Want alles voor
zoete koek aannemen, is ook niet goed.
Hoofdstuk 2
Op pad
Het onderwerp is gekozen, de afspraak gemaakt: tijd om op pad te gaan voor het interview of evenement waarover je schrijft. Een goede voorbereiding kost soms wat tijd, maar draagt uiteindelijk wel bij aan de kwaliteit
van je artikel. Bedenk van tevoren goed waar je het over wil hebben, en als het mogelijk is kun je op voorhand
wat informatie zoeken over het onderwerp. Internet is daarbij een makkelijke bron. Als je weet waarover je praat,
kun je scherpe vragen stellen, je komt eerder tot de kern. Denk ook aan de praktische voorbereiding: zorg dat je
genoeg schrijfmateriaal bij je hebt – en eventueel een fotocamera - en probeer op tijd te komen voor de afspraak!
Dat voorkomt ergernis, waardoor het gesprek beter begint.
Aantekeningen
De meeste artikelen in De Uitstraling komen tot stand op
basis van een interview of een bezoek aan een evenement.
In een relatief korte tijd krijg je een hoop informatie die
verwerkt moet worden tot een goed artikel. Je kunt na-tuurlijk een gesprek opnemen, zodat je je volledig kunt focussen op het interview, maar praktischer is het om goede aantekeningen te maken. Als dit een routinekwestie is, kun je
je aandacht ook beter bij het gesprek houden.
Aantekeningen worden snel rommelig. Dat is niet handig als
je de aantekeningen op een later tijdstip nog eens nodig
blijkt te hebben, bijvoorbeeld als een artikel herschreven
moet worden, of als je een vervolgverhaal schrijft. Hoewel
iedereen een eigen aantekenstijl heeft, volgt hieronder een
aantal tips die kunnen bijdragen aan gestructureerde, overzichtelijke aantekeningen.
• Markeer kernpunten, dingen die je tijdens de uitwerking
zeker niet over het hoofd mag zien. Bijvoorbeeld met een
kruisje in de kantlijn.
• Noteer alleen wat belangrijk is voor het artikel.
• Noteer alleen trefwoorden of delen van zinnen. Bij het
uitwerken van het stuk heb je hier doorgaans voldoende
geheugensteun aan.
• Gebruik eigen afkortingen voor veel voorkomende woorden in het interview. Bijvoorbeeld in een interview met
iemand die vrijwilligerswerk in Zuid-Afrika heeft gedaan:
VW voor vrijwilligerswerk en ZA voor Zuid-Afrika.
• Noteer citaten waarvan je denkt of verwacht dat ze
belangrijk zijn letterlijk, en beschrijf de sfeer (lachend,
opgelucht, boos).
• Als er verschillende onderwerpen aan de orde komen tijdens een interview is het makkelijk als de aantekeningen
worden gerangschikt. Dat kan op twee manieren. Bij de
ene stijl zet je alle aantekeningen achter elkaar, tijdens
het uitwerken breng je een rangeschikking aan. De andere manier is om te rangschikken tijdens het maken van de
aantekeningen. Je gebruikt dan voor elk onderwerp een
eigen bladzijde. Het kan wel eens voorkomen dat een
onderwerp continu terugkeert tijdens een ge-sprek.
• Wees nauwkeurig in het noteren van feitelijke gegevens,
zoals namen en adressen en functies: is iemand voorzitter, secretaris of penningmeester van een vereniging? Dit
geldt ook voor data, tijden, telefoonnummers en aantallen.
Let op: als achteraf blijkt dat je te weinig aantekeningen hebt
gemaakt of informatie mist, aarzel dan niet om nog even na
te bellen. Zelf iets verzinnen - ‘zo zal hij het ongeveer wel
bedoeld hebben’ - is veel erger.
Interviewtechniek
Interviews zijn er in soorten en maten, De Uitstraling bevat voor het
merendeel portretinterviews. Hierin
worden het leven en werk geschetst
van verschillende mensen. Maar correspondenten kiezen soms ook voor
een achtergrondinterview. Je schrijft
dan een interview naar aanleiding van een nieuwsfeit.
Bijvoorbeeld een interview met een wethouder die betrokken is geweest bij de bouw van een nieuwe sporthal. Het
hoeft geen actueel onderwerp te zijn, het kan ook gaan over
iets wat al lange tijd speelt. Zo’n interview kán nieuws opleveren als de geïnterviewde opmerkelijke uitspraken doet.
Op het eerste gezicht is het portretinterview één van de
makkelijkste genres voor een correspondent. Je laat iemand aan het woord, je vat dit samen en verwerkt dit op
papier. Of je maakt een lijstje met voor de hand liggende
vragen, laat ze beantwoorden en maakt er een ‘vraag-enantwoord’-verslag van. In de praktijk komt dit veel voor,
maar eigenlijk is het een beetje zonde, de mogelijkheden
van het genre blijven hiermee onbenut. Een goed interview
maken is namelijk een echte uitdaging. Als je goed bent
voorbereid, kun je gebruikmaken van andere bronnen.
Daarnaast kun je gebruikmaken van eigen observaties. Met
een vlotte schrijfstijl kun je het geheel samenpakken tot
een boeiende, leesbare tekst. Juist hierin zit de uitdaging.
Een goed interview is prettig om te lezen. Mensen komen
tot leven, je hoort ze bijna praten. Het gaat niet alleen om
De Uitstraling
5
het standpunt of de gedachte, maar ook om de manier waarop die wordt verwoord. Hoe praat iemand? Hoe denkt
iemand? Interviews zijn vaak vlot leesbaar en bevredigen de
nieuwsgierigheid van de lezers naar mensen die iets te melden hebben.
Het interview valt te verdelen in zes fasen:
1. De keuze: kies je voor een interview of is een ander verhaal toepasselijker? Welke persoon kies je? Welke in-valshoek kies je?
2. Voorbereiding: het verzamelen van voorinformatie, een
afspraak maken, een lijst met gespreksonderwerpen of
vragen maken.
3. Gesprek: hoe benader je de geïnterviewde? Wordt het ‘u’
of ‘jij’? Wat voor soort vragen kun je stellen? Wat moet
je wel doen en wat niet?
4. Vorm: interviews kunnen op verschillende manieren worden opgeschreven. Kies je voor een ‘vraag-en-antwoord’-stijl of een verhalende stijl, waarin feiten, ob-servaties en citaten elkaar afwisselen?
5. Uitwerking: zet voordat je gaat schrijven alle informatie
nog eens op een rijtje, maak een grove indeling.
6. Nazorg: inzage voor publicatie en autorisatie.
1. De keuze
Voordat je aan de slag gaat, bespreek
je met de redactie het onderwerp en
de ruimte die beschikbaar is. Probeer
bij het kiezen van een persoon een al
te voor de hand liggende figuur te vermijden. Iemand die regelmatig te vinden is in de lokale kranten zal ongetwijfeld medewerking
verlenen. Maar is waarschijnlijk ook al twintig keer geïnterviewd.
2. De voorbereiding
Als je iemand gaat interviewen over een onderwerp waar je
zelf niet zoveel vanaf weet, is het nuttig om eerst informatie te verzamelen. Bijvoorbeeld in kranten of op internet. Je
komt dan beslagen ten ijs, wat voor de geïnterviewde ook
prettig is.
Notities:
6
De Uitstraling
Er moet een afspraak worden gemaakt, waarbij de geïnterviewde goed geïnformeerd wordt. Vertel het doel van het
interview, waarom je deze persoon hebt gekozen, hoe je aan
zijn/haar naam bent gekomen, waarover je wilt spreken en
hoelang het interview zal duren. Ook een geïnterviewde
moet zich kunnen voorbereiden op het gesprek. Maak ten
slotte een lijstje met vragen en onderwerpen. Niet al te uitgebreid, want er moet ook ruimte zijn voor improvisatie.
Tijdens het gesprek kunnen bepaalde onderwerpen worden
toegevoegd. Het is slim om het lijstje er tijdens het gesprek
bij te houden, zodat je zeker weet dat alle onderwerpen
besproken zijn.
3. Het gesprek
Kom op tijd
Wat je moet vermijden, is te laat komen. Het wekt irritaties
bij veel mensen en kan daardoor een slechte start voor het
gesprek betekenen.
Houding
De houding die je aanneemt ten aanzien van de geïnterviewde, is bepalend voor wat hij/zij vertelt. Als je alles
beaamt en zegt dat je je prima kunt inleven, kom je vaak
niet verder dan wat algemene uitspraken. Als je zo nu en
dan ook kritische vragen stelt, komen er vaak verrassende
en pittige uitspraken, die zeer bruikbaar zijn bij de uitwerking van je verhaal. Als je bijvoorbeeld vraagtekens stelt bij
een bepaalde bewering, zal de geïnterviewde je proberen te
overtuigen. Dat levert bruikbaar materiaal op. Maar pas op:
een té kritische houding is ook niet aan te bevelen. De
geïnterviewde mag zich niet aangevallen voelen.
Observeren
Observaties zijn een belangrijke aanvulling op je citaten,
omdat je hiermee de sfeer van het gesprek kunt weergeven.
Let daarom niet alleen op de persoon zelf, maar ook op de
omgeving. Wat hangt er aan de muur, welke boeken staan
er in kast? Met dit soort beschrijvingen kun je het verhaal
aankleden.
Bescherming
Het is goed om te beseffen dat de meeste mensen niet ervaren zijn in het geven van interviews. Zo kunnen mensen
soms botte uitspraken doen, terwijl ze niet in de gaten hebben dat het door duizenden gelezen zal worden. Als zoiets
gebeurt, geef je de geïnterviewde wel meteen de kans om
zich te herroepen op deze uitspraak.
Vragen stellen
Er zijn drie soorten vragen te onderscheiden bij een interview: de open, half-open en gesloten vraag. Voorbeeld van
een open vraag is: ‘Hoe was het feest?’ Zo’n open vraag
werkt stimulerend, omdat het antwoord alle kanten op kan.
Nadeel is de vrijblijvendheid, de kans bestaat dat er geen
duidelijk antwoord komt op de vraag. Voorbeeld van een
gesloten vraag: ‘Was het een geslaagd feest?’ Het antwoord
is ‘ja’ of ‘nee’. Dat is duidelijk en efficiënt, maar als je teveel
van dit soort vragen stelt, komt de geïnterviewde niet tot
zijn recht, er is geen ruimte voor zijn verhaal. Er-gens daartussenin zitten de half-open vragen zoals: ‘Hoe vond je het
feest?’.
De antwoorden die je krijgt op je vragen moeten beoordeeld
worden op bruikbaarheid:
Zegt de geïnterviewde wat hij denkt?
Is het antwoord volledig?
Slaat het antwoord op de gestelde vraag?
Is het antwoord duidelijk?
Is het antwoord publiceerbaar en interessant voor de lezer?
Dit beoordelen van de antwoorden is essentieel voor een
goed interview, hierdoor wordt uiteindelijk de kwaliteit
bepaald. Hoe meer ervaring je krijgt met interviews, des te
beter word je in deze beoordelingen. Een goede interviewer
is een goede luisteraar. Hoe beter je luistert, hoe be-ter je
kunt reageren en hoe beter het interview wordt.
Wanneer je twijfelt bij de beoordeling van de antwoorden,
kun je de volgende methoden toepassen:
• De vraag herhalen, anders formuleren, verduidelijken of
doorvragen
• Aanmoedigen door bijvoorbeeld instemmend te knikken,
of belangstellend te kijken
• Samenvatten: ‘Dus als ik het goed begrijp is het...’
• Zwijgen. Een stilte hoeft niet altijd ongemakkelijk te zin.
Die geeft ook tijd om nog eens na te denken.
• Zelfonthulling: je vertelt dan iets over een eigen ervaring
in relatie tot het onderwerp.
• Gevoelsreflectie: ‘Dat moet vervelend zijn geweest voor u.’
Het is niet aan te bevelen om suggestieve vragen te stellen, waarmee je het antwoord eigenlijk al in de mond van
de geïnterviewde legt. Je beïnvloedt daarmee de inhoud van
de antwoorden. Ook oppassen dat je niet teveel vragen achter elkaar stelt. Er moet ook ruimte zijn voor antwoorden.
Dubbelinterview
Soms ontkom je er niet aan dat er
twee of meer personen worden geïnterviewd voor je verhaal. Let dan op
dat je duidelijkheid schept in het verhaal, over wie wie is, wie wat doet en
wie wat zegt. Als er veel personen in
het interview aan bod komen, probeer deze personen dan
niet te laten reageren op elkaar, maar werk ze stuk voor stuk
uit.
4. De vorm
De interviewvorm die de voorkeur geniet van De Uitstraling, is een mengvorm van citaten en achtergrondinformatie. Deze achtergrondinformatie dient tegelijkertijd als brug
tussen verschillende onderwerpen. Voorbeelden hiervan zijn
beschrijvingen, samenvattende beschrijvingen of feitelijke
informatie over iets of iemand. Citaten worden vaak
gebruikt om dingen toe te lichten.
Naast de mengvorm zijn er nog twee andere interviewvormen die bruikbaar zijn voor De Uitstraling: Het vraag-antwoordinterview en het full-quote interview. Bij deze laatste
vorm wordt de geïnterviewde kort voorgesteld, het verhaal
zelf bestaat uit één lang citaat. Het wekt de indruk dat
iemand geheel uit het niets een verhaal vertelt, dat echt
boeiend kan zijn. Maar er is geen ruimte voor sfeerbeschrijvingen.
Het vraag-antwoordinterview wordt gezien als de meest
makkelijke vorm om je interview uit te werken. Deze vorm
wordt door de redactie niet aanbevolen, tenzij je er een
goede reden voor hebt. Bijvoorbeeld als je een lijstje met
Notities:
De Uitstraling
7
originele vragen hebt, dat zich leent voor korte, puntige
antwoorden.
5. De uitwerking
Als correspondent maakt iedereen wel eens mee, dat je na
afloop van een interview thuiskomt en ontdekt dat je eigenlijk helemaal geen verhaal hebt gekregen. Het is dan een
kwestie van hard werken om er toch nog iets van te maken.
En makkelijk als je de geïnterviewde nog even kunt nabellen voor wat extra informatie. Als je zoiets vaker meemaakt,
probeer dan te ontdekken waarom dit je telkens overkomt.
Het omgekeerde gebeurt ook: uit een gesprek van een uurtje heb je twintig pagina’s aantekeningen gehaald. Bedenk
in zo’n geval van tevoren wat de lijn van je verhaal wordt.
Stel jezelf de vraag: wat wil ik vertellen? Probeer het
gesprek in één basiszin samen te vatten.
Vervolgens ga je de informatie selecteren, ordenen en indelen. Het maken van een tekstschema is een handig middel
tijdens het schrijfproces. Bekijk je aantekeningen en haal
alle verschillende onderwerpen eruit, zet ze in volgorde van
belangrijkheid. De leidraad daarbij is: wat wil de lezer
weten?
Als het goed is, ben je nu nog niet aan het schrijven. Hoe
beter je van tevoren nadenkt, hoe beter je het verhaal op
papier krijgt. Schrijven begint met denken. Als je het verhaal niet helder in je hoofd hebt, wordt schrijven een marteling. Of het resulteert in een warrig, onsamenhangend
verhaal. Bij het schrijven laat je je leiden door drie principes:
1. Eenheid: het hoofdthema loopt als een rode draad door
je artikel. Alles wat daar niet bij past, wordt geschrapt.
2. Samenhang: alle informatie die met het thema samenhangt wordt in een logische volgorde gepresenteerd.
Zodanig dat de lezer het verhaal moeiteloos kan volgen.
3. Nadruk: de belangrijkste informatie krijgt de meeste aandacht.
6. Nazorg
Meestal vraagt de geïnterviewde zelf of hij/zij het artikel
Notities:
8
De Uitstraling
nog ter inzage krijgt vóór publicatie. Dit mag na-tuurlijk en
is een goed gebruik bij De Uitstraling. Ver-geet alleen niet
om het autorisatie-onderschrift te plaatsen bij het artikel,
vóórdat je het laat lezen aan de geïnterviewde. Hierin staat
omschreven dat de correspondent degene is die bepaalt wat
wel en niet veranderd mag worden. In de praktijk zul je als
correspondent echter soepel omgaan met het autorisatierecht. Als iemand graag iets veranderd wil hebben, is dit
mees-tal een kleine moeite. Mochten er toch problemen
ontstaan, neem dan contact op met de redactie.
Telefonisch interview
Een telefonisch interview heeft nooit
hetzelfde effect als een ‘live’ interview. Soms kan het toch handig zijn
om nog wat extra informatie te krijgen, of als je tegen een deadline zit
aan te hikken. Het grote verschil tussen een telefoongesprek en een
gesprek met iemand die tegenover je zit, is dat je de ander
wel hoort maar niet ziet. Daarom onderbreken mensen
elkaar vaker in een telefoongesprek dan in een gewoon
gesprek. Je kunt niet door een gebaar of gezichtsuitdrukking aangeven dat je ook iets wilt zeggen of iets te vragen
hebt.
Als je besluit om een interview telefonisch te doen, is het
handig om vooraf een lijstje te maken met punten die je in
het gesprek aan de orde wil laten komen. Vragen die van
tevoren volledig zijn uitgeschreven, hebben echter een
belemmerend effect. Het gevaar be-staat dan dat je je
teveel vasthoudt aan de vragen, en niet kunt reageren op
de informatie aan de andere kant van de lijn. Maak aan het
begin van het telefoongesprek altijd duidelijk wie je bent
(correspondent van De Uitstraling), waarvoor je belt, en
hoeveel tijd het telefoongesprek in beslag zal nemen. Het
is handig te vragen of de persoon die je belt, op dat
moment tijd heeft om je te woord te staan. Iemand aan de
lijn hebben die op dat moment bezig is met iets totaal
anders, kan het gesprek om zeep helpen. Vraag in zo’n geval
wanneer het uitkomt dat je terugbelt. Aan het einde van
een telefoongesprek kan het zinvol zijn om de hoofdpunten
nog eens samen te vatten. Verder vraag je of je nog iets ver-
geten bent en of je ‘voor het geval dat’ nog eens terug mag
bellen.
Verslaggeving
Verslaggeving kan een boeiend verhaal opleveren. He-laas
komt dit genre nog weinig aan bod in de meeste edities.
Des te meer uitdaging om je hier eens in te verdiepen, want
het genre biedt veel mogelijkheden. Bovendien is het leuk
om aan een verslag te werken: je kunt verschillende mensen aan het woord laten, er is volop ruimte voor beschrijvingen en meestal zijn de evenementen of gebeurtenissen
waar je over schrijft leerzaam of vrolijk.
Wanneer je eropuit gaat voor een verslag, volg je in principe dezelfde werkwijze als bij een interview. Al-leen zul je je
ogen en je oren meer de kost moeten ge-ven.
Ook voor verslagen geldt dat er vele (meng)vormen zijn.
Hieronder gaan we kort in op het sfeerverslag en het achtergrondverslag, genres die prima passen in de bladformule
van De Uitstraling.
Sfeerverslag
Het voornaamste kenmerk van een sfeerverslag is, dat er
geen nieuwswaarde in zit. Er wordt alleen een sfeer geschetst van een evenement, bijeenkomst of gebeurtenis.
Het genre biedt gelegenheid om je eigen stilistische schrijfstijl te oefenen. Vermijd clichés, zoals ‘het zag zwart van de
mensen’ of ‘je kon er over de koppen lopen’. Er zijn talloze
evenementen of gebeurtenissen denkbaar waarover je een
sfeerverslag kunt schrijven: demonstraties, een sinterklaasintocht of een open dag van een vereniging. Hier nemen we
als voorbeeld een braderie. Het sfeerverslag wordt opgebouwd uit een aantal stukken, probeer hierin een goede
balans te vinden.
• Beschrijvingen van eigen observaties. Je gaat er eens rustig voor zitten en neemt alles in je op: geuren, geluiden,
wat voor mensen lopen er rond? Zijn de mensen vrolijk of
geïrriteerd door de drukte? Hoe zijn de weersomstandigheden?
• Informatie over het evenement / de gebeurtenis. Getallen
over bezoekersaantallen, het aantal standhouders.
Hoelang wordt de braderie al gehouden? Is er een goed
doel aan verbonden?
• Delen van gesprekken, citaten van verschillende betrokkenen. Bijvoorbeeld een citaat van een organisator, een
bezoeker of een standhouder.
Achtergrondverslag
Zoals eerder gezegd kan nieuws dienen als aanleiding voor
een verhaal in De Uitstraling. Het achtergrondverslag is een
genre dat hier goed bij past. Je neemt dan een nieuwsbericht als aanleiding en maakt een vertaalslag naar je eigen
gemeente. Ook kun je een onderwerp kiezen uit het maatschappelijke debat. Het integratiedebat kan bijvoorbeeld
dienen om een artikel te schrijven over een migrantengemeenschap in je eigen regio. Maar ook plaatselijke onderwerpen kunnen bruikbaar zijn. Bijvoorbeeld de commotie
die ontstaat wanneer het gemeentebestuur besluit om het
openbare zwembad te sluiten.
Tenslotte nog enkele tips om rekening mee
te houden.
• Ga niet teveel uit van je eerste indruk,
maar probeer er echt ‘in te duiken’. (De
moeite nemen om verschillende kanten
te bekijken.)
• Zoek naar typeringen die niet voor de hand liggen, maar
wel herkenbaar zijn voor de lezers. (Niet de drukte, maar
de stilte wanneer alle bezoekers vertrokken zijn.)
• Schotel de lezer iets anders, iets nieuws voor. (Bij-voorbeeld een kijkje achter de schermen.)
• Illustreer je bevindingen met details (De dames van de
hamburgerskraam draaien overuren. Na enige tijd ontstaat er paniek omdat de ketchup op is.)
• Probeer de lezer snel (direct na de lead) in de locatie te
plaatsen, zodat hij zich kan inleven in het verhaal. Kom
daarom niet te snel met achtergrondinformatie.
• Bij het schrijven van citaten probeer je zoveel mogelijk
spreektaal te schrijven.
Notities:
De Uitstraling
9
Hoofdstuk 3
Aan de slag
En daar zit je dan achter je beeldscherm. Terug van het interview, gelijk aan de slag om je informatie te verwerken. Als je wat ervaren bent, zul je tijdens de terugweg al bedacht hebben hoe je het artikel wil gaan schrijven, welke citaten je zeker wil inpassen. Maar een bekend spreekwoord luidt niet voor niets: bezint eer ge begint.
Als je alles goed op een rijtje hebt, zal het schrijfproces soepeler verlopen.
In het voorgaand hoofdstuk hebben we het gebruik van
een schrijfschema al aangestipt. Je maakt vooraf een
overzichtje van de opbouw van je verhaal, een tekstontwerp. Dit kun je gebruiken als leidraad tijdens het schrijven. Houd tijdens het schrijven de volgende zaken continu in je achterhoofd.
De doelgroep: de doelgroep van De Uitstraling is breed. Dit
betekent dat je je verhaal niet teveel moet toespitsen op
een kleine groep mensen. Stel jezelf de vraag: ‘Is dit wat
de lezers interessant vinden’?
Eenheid: het hoofdthema loopt als rode draad door je artikel. Alles wat daar niet bij past, wordt geschrapt.
Nadruk: de belangrijkste informatie krijgt de meeste aandacht.
Structuur
Een duidelijke structuur is essentieel
voor de leesbaarheid van je artikel.
Hieronder zetten we uiteen hoe je het
verhaal gestructureerd kunt uitwerken. Begin, middenstuk en slot, daar
komt het op neer. Maar hoe schrijf je
een begin, een middenstuk en een slot? We be-ginnen met
de lead, en eindigen met het schrijven van de kop. Voor
sommigen lijkt dit onlogisch, maar wanneer je artikel echt
af is, kun je beter beoordelen welke kop erbij past.
De lead
Notities:
10 De Uitstraling
De eerste, vetgedrukte alinea van je verhaal noemen we de
lead. De lead moet kort en helder zijn en direct een indruk
geven van waar het artikel over gaat. Na het lezen van de
lead moet de lezer direct besluiten om het artikel verder
te lezen. Er zijn verschillende manieren waarop je de lead
schrijft. Hieronder komen er zes aan bod, geïllustreerd met
een voorbeeld over drankgebruik onder jongeren.
Tafereellead:
het is zaterdagavond, 23.00 uur en de jongeren staan weer
te dringen voor de deuren van de plaatselijke discotheek.
Citaatlead:
“Vorige week was ik zo dronken, dat ik met mijn fiets in
de sloot ben beland”, giechelt Tessa.
Stellende of constaterende lead:
de berichten in de krant liegen er niet om: in onze regio
is het drankmisbruik onder jongeren waanzinnig hoog.
Lezerslead:
kent u een coma-zuiper?
Contrastlead:
vroeger ging je om tien uur op stap en dronk je een paar
pintjes, dan waren je munten op. Om een uur sprong je
weer op je fiets naar huis, lichtelijk aangeschoten.
Tegenwoordig luiden de zorginstanties de noodklok, omdat
het alcoholmisbruik onder jongeren schrikbarend zou toenemen.
Portretlead:
Tessa is net vijftien jaar geworden en mag nu voor het
eerst op stap in Reusel. Met handige manoeuvres weet ze
zichzelf binnen te praten bij de discotheek.
Het middenstuk
Er zijn verschillende manieren waarop je het middenstuk
kunt uitwerken. Chronologisch ligt voor de hand, maar is
niet noodzakelijk. Je kunt ook middenin het verhaal
beginnen en werken met terugblikken en vooruitblikken.
Als je deze stijl hanteert, wees dan wel zorgvuldig met je
taalgebruik. Een andere vorm is om het middenstuk in te
delen naar de verschillende subonderwerpen. Het middenstuk bestaat altijd uit verschillende alinea’s, liefst voorzien van subkopjes. Dit verhoogt de leesbaarheid van het
artikel. Zorg dat de alinea’s mooi afgeronde stukken zijn.
Het slot
Een goed slot heeft als kenmerk dat het de lezer bijblijft
als hij De Uitstraling dichtslaat. Evenals bij de lead zijn er
verschillende manieren om een slot te schrijven. Eveneens
geïllustreerd met het voorbeeld over drankgebruik onder
jongeren.
- Samenvattend slot: iedereen drinkt, dus waarom zou je
niet? Bovendien werken de meeste jongeren om het
stappen te bekostigen. Het echte coma-zuipen, dat hebben ze hier nog nooit van dichtbij meegemaakt.
- Verhaal is rond: de kroegen zijn dicht, de lichten weer
aan. Buiten staat Tessa te wankelen op haar benen. Voor
ze de taxi instapt, geeft ze over.
- Tafereelbeschrijving: het bier spat uit de glazen, voor de
vijfde keer dit uur wordt een nieuw blaadje bier
gebracht.
- Citaat: “Het was een ge-wel-di-ge avond”, besluit ze.
- Concluderend: alcohol hoort bij uitgaan. Geen haan die
ernaar kraait.
Koppen maken
Soms is het moeilijk om een goede kop te bedenken voor
je artikel. Geef het niet te snel op, want een goe-de kop
is de opening van je artikel. Voor snelle lezers bepaalt de
kop of het artikel wel of niet gelezen wordt. Een goede kop
dekt de lading van het artikel. Schrijf koppen het liefst in
de actieve vorm, in de te-genwoordige tijd. Als je het
moeilijk vindt om een passende kop te bedenken, schrijf
dan eerst een volledige zin die de inhoud van het artikel
weergeeft, en dik die vervolgens in tot hij past. Wat ook
wel eens werkt: kies de woorden die in elk geval in de kop
moeten staan en hussel deze tot een goede zin. Als je teveel informatie hebt die je in de kop kwijt wil, kun je
gebruikmaken van een subkop (châpeau). Maar wees ook
hierin voorzichtig, want een kop moet bovenal pakkend
zijn.
Er zijn verschillende kop-constructies te bedenken.
- Dubbele punt-kop: Beukentuin: een ideaal gezinsuitje
- Citaatkop: “Iedereen welkom in de Beukentuin.”
Citeren
Over het algemeen geldt dat citaten een verhaal aantrekkelijker maken, ze geven je verhaal kleur. Maar pas op dat
je verhaal geen opeenstapeling is van citaten. Citaten zijn
bedoeld om af te wisselen. Je gebruikt ze als dit een betere omschrijving is dan je eigen om-schrijving. Gebruik
geen citaten als iemand uitgebreid verslag doet van een
gebeurtenis. Beter is dan om het zelf samen te vatten en
aan te vullen met citaten.
Notities:
De Uitstraling 11
Er zijn vier citaatvormen mogelijk:
Direct citeren:
goed te gebruiken als iemand iets uitlegt, verduidelijkt of beweert. (Mark: “Ik leg mijn ziel en zaligheid
in deze sport.”)
Indirect citeren:
dit is een variatie op direct citeren. Met behoud van
de woordkeus van de spreker worden de gesproken
woorden samengevat tot enkele zinnen die de essentie weergeven. (Het gebruik van scheenbeschermers is
noodzakelijk in deze sport, het zal niet lang meer
duren voor het verplicht wordt gesteld door de Bond,
zo stelt Mark.)
Gedeeltelijk citeren:
dit gebruik je als je een paar woorden of een zinsnede wil benadrukken, omdat het een treffende beschrijving is. (Zonder scheenbeschermers worden je benen
natuurlijk “bont en blauw geschopt”, dus een verplichting zal niet lang uitblijven.)
Parafraseren:
dit is geschikt als iemand een lang, saai, vaag of uitgebreid verhaal vertelt. De woorden worden samengevat tot enkele krachtige zinnen. (Mark is van mening
dat de Bond op korte termijn de scheenbeschermers
zal verplichten.)
Enkele tips wat betreft citeren:
• Probeer zo letterlijk mogelijk te citeren, maar
gebruik wel zoveel mogelijk schrijftaal.
• Citaten in De Uitstraling worden aangegeven tussen
dubbele aanhalingstekens.
• Wissel af in de citaatvormen.
• Maak citaten niet te lang.
Nog enkele tips om de leesbaarheid van je artikel te
behouden:
• Gebruik niet teveel moeilijke woorden.
• Probeer het gebruik van cijfers in de tekst te vermijden, dit maakt de tekst onrustig. Schrijf getallen
Notities:
12 De Uitstraling
•
•
•
•
•
•
•
onder de twintig, honderdtallen en duizendtallen
voluit. Wees wel consequent in het gebruik van
getallen. Niet eerst 81% en even verderop tien procent.
Breng structuur aan in je verhaal door het gebruik
van tussenkopjes. Zorg dat deze kort zijn en de
inhoud van de alinea weergeven.
Wees zuinig met uitroeptekens en vraagtekens.
Dubbele vraag- en uitroeptekens zijn uit den boze.
Vertaal afkortingen en vreemde woorden altijd aan
het begin van je tekst.
Afkortingen zijn uit den boze, zoals d.w.z., i.p.v.,
etc., enzovoort.
Vermijd het gebruik van lange woorden
Let op voor ‘lege’ woorden. Dit zijn woorden die niet
ergens concreet naar verwijzen en waarvan niet duidelijk is wat er precies mee wordt bedoeld. Zoals
‘situatie’, ‘element’ ‘programma’ of ‘structuur’.
In De Uitstraling is het gebruik van de ik-vorm niet
toegestaan. Deze regel is ontstaan om conflicten
over meningen te vermijden.
Beeldgebruik
Onderscheidend in de bladformule
van De Uitstraling is het vele
gebruik van fotomateriaal. Probeer
ook hierin net een beetje meer te
doen dan een ‘recht-toe-rechtaan’- kiekje. Je kunt mensen allerlei houdingen laten aannemen, of op zoek gaan naar
een mooie achtergrond. Als je werkt aan een groot
artikel, is het raadzaam om een staande foto te nemen
van een persoon. De redactie kan deze dan eventueel
inzetten voor de cover.
Probeer je niet te beperken tot een portret, dat vaak
nietszeggend is. Het is mooi als je in de foto iets van
de inhoud van het artikel kunt laten terugkomen.
Wees ook bedacht op de resolutie-instelling van je
camera. Foto’s met een hoge resolutie komen mooier
van de drukpers dan foto’s met een lage resolutie.
Hoofdstuk 4
Spelling
en grammatica
Hoewel alle artikelen in De Uitstraling worden nagekeken door een corrector, is taalbeheersing een goede eigenschap voor correspondenten. Oefening baart kunst. Hoe meer schrijfervaring je opdoet, des te beter zul je de taal
gaan beheersen. Hieronder worden enkele grammatica- en spellingsregels aangestipt die in de praktijk niet door
iedereen goed worden toegepast. Even opfrissen dus.
• Maak zoveel mogelijk gebruik van het
Groene Boekje. Als je niet zeker bent
van de spelling van een moeilijk
woord, is het een kleine moeite om dit
even op te zoeken. De spellingscontrole in je Wordprogramma kan ook
uitkomst bieden, maar het Groene
boekje is betrouwbaarder. Hoe meer je
gebruikmaakt van het Groene boekje,
des te meer train je je taalvaardigheid.
• Vaak worden citaten gebruikt en wordt er geen naam bij
vermeld. Het moet altijd duidelijk zijn wie degene is die
iets zegt. Als je een citaat in een titel gebruikt, moet dat
ook in het artikel terugkomen, anders lijkt het citaat uit
de lucht gegrepen.
• Let ook op een goed gebruik van de tijden van werkwoorden. Het door elkaar gebruiken van tegenwoordige
en verleden tijd werkt zeer verwarrend.
• Gebruik geen afkortingen, schrijf bijvoorbeeld niet etc.
maar et cetera. Ook als je namen schrijft, schrijf ze dan
voluit, niet bijvoorbeeld mevrouw v.d. Ven, maar mevrouw
Van de Ven.
• Als je iemand citeert, gebruik dan “……” (dubbele aanhalingstekens) in plaats van enkele ‘………… ‘.
Wanneer gebruik je enkele aanhalingstekens?
* Als alternatief voor cursivering, wat je vaak gebruikt
voor titels van boeken, films, et cetera.
* Voor woorden die voor de lezer waarschijnlijk onbekend
zijn, bijvoorbeeld omdat het gaat om nieuwe en anderstalige woorden zoals: Die uitgeverij is onze ‘preferred partner’.
* Bij zelfbedachte woorden bijvoorbeeld: Nederland ‘vervinext’ in rap tempo
* Bij ironisch bedoelde woorden: Dat was een ‘geslaagde’
grap
* Bij een citaat in een ander citaat, bijvoorbeeld: Jan:
“Mijn moeder gaat regelmatig naar de kerk. Als ze gaat
zegt ze: ‘Ik bid voor jou’.”
• Maak zo kort mogelijke zinnen, dat voorkomt grammaticale blunders.
• De vergrotende en vergelijkende trap worden vaak door
elkaar gebruikt. Gebruik ‘dan’ na groter, kleiner, dikker
dunner et cetera. ‘Als’ gebruik je bij vergelijkingen: even
groot als, even dik als et cetera.
• Wanneer schrijven we wordt je en wanneer word je? Wat
is bijvoorbeeld juist in: 'Dan word(t) je zeker kampioen'?
Juist is: 'Dan word je zeker kampioen.'
Notities:
De Uitstraling 13
precies hetzelfde. In dat geval vinden veel mensen het
lastig om te bepalen of je het onderwerp van de zin is
of niet.
Er zijn twee manieren om erachter te komen of je het
onderwerp van de zin is en de t achter word dus weg
kan blijven.
1. Je kan alleen onderwerp zijn als het vervangbaar is
door jij: 'Dan word jij zeker kampioen.' Als dit je
(=jij) ná de persoonsvorm staat, vervalt de t.
2. Als je niet vervangen kan worden door jij, maar door
jou, moet een ander woord het onderwerp van de
zin zijn, en is wordt de juiste spelling. Dat is bijvoorbeeld het geval in deze zin: 'Dat wordt je duidelijk'.
Als je het onderwerp van de zin is, en achter de persoonsvorm staat, vervalt de t achter het werkwoord.
Bij een werkwoord als blijven is dit goed te horen:
'Dan blijf je zeker kampioen.' Bij worden horen we het
verschil echter niet: wordt en word klinken immers
Notities:
14 De Uitstraling
• Gebruik van het woord ‘ze’ en ‘hen’. Het woord 'ze' is
ofwel onderwerp bijvoorbeeld: “Ze komen”, ofwel
slaat ze terug op dieren of zaken, bijvoorbeeld: “Ik
heb ze gezien”, (katten, boeken).
Gebruik als lijdend voorwerp (mensen) is het hen. Ik
heb hen gezien, niet: ik heb ze gezien. Opmerking: in
de spreektaal wordt ‘ze’ als lijdend voorwerp vaak op
mensen toegepast.
Hoofdstuk 5
Huisregels
Vooraf:
1. Verwacht wordt dat correspondenten zoveel mogelijk
contact houden met de bureauredactie indien er sprake
is van veranderingen in de eerder gemaakte afspraken.
2. Verwacht wordt dat de correspondent zich ervan bewust
is dat elke aanpassing kort voor de deadline grote gevolgen kan hebben.
3. Verwacht wordt dat alle artikelen vóór de door de
bureauredactie aangegeven deadline ingediend worden.
Alleen in overleg met de bureauredactie kan hiervan
worden afgeweken.
4. Indien de correspondent meerdere weken niet beschikbaar is, bijvoorbeeld door vakantie, wordt verwacht dat
deze dit minimaal twee weken vóóraf meldt, zodat de
bureauredactie hier rekening mee kan houden. Indien de
correspondent door ziekte niet beschikbaar is, wordt
verwacht dat deze dat op een zo kort mogelijke termijn
meldt.
5. Contacten met de bureauredactie kunnen per mail:
[email protected] / [email protected] [email protected] / [email protected] [email protected] / [email protected] [email protected] (afhankelijk voor welke
gemeente het artikel bestemd is). Telefonisch is de
bureauredactie te bereiken onder nummer: 0499463524.
Het interview:
6. Eigen gekozen onderwerpen dienen met de bureauredactie te worden overlegd, vóórdat er actie ondernomen
wordt.
7. Onderwerpen die door onze bureauredactie worden
geopperd gaan altijd in overleg met desbetreffende
gekozen correspondent.
8. Door de bureauredactie gedane suggesties worden geacht door de betreffende correspondent te worden opgevolgd/uitgewerkt tenzij de betreffende correspondent
binnen drie werkdagen anders heeft laten weten. Het
betreffende artikel wordt dan als zodanig ingepland.
9. Na overeenstemming tussen correspondent en bureauredactie onderneemt de correspondent actie richting
betrokken perso(o)n(en) en maakt eventueel een
afspraak met betrokkene(n), indien niet anders overeengekomen.
10. Na het uitwerken van een interview is het gebruikelijk
het artikel te laten controleren op feitelijke onjuistheden door de geïnterviewde.
11. Om oneigenlijk gebruik van het artikel te voorkomen,
dienen rechtsbovenstaande regels aan het document
toegevoegd te worden.
Autorisatie:
Auteursrechten:
Graag zie ik uw reactie tegemoet voor ?????
Indien ik voor genoemde datum niets van u vernomen heb,
ga ik ervan uit dat u akkoord gaat met het artikel. Ik zal
dan deze versie aan De Uitstraling verzenden voor verdere
verwerking. Let wel: het is dan niet meer mogelijk om tekstueel (inhoudelijk) te veranderen.
12. Het auteursrecht van de artikelen ligt bij de auteur. In
verband met de auteursrechten is het niet toegestaan,
tenzij bronvermelding wordt toegepast, tekstpassages
over te nemen uit andere publicaties.
13. Indien de geïnterviewde het inhoudelijk niet eens is
met het artikel en de schrijver niet met de argumenten
van de geïnterviewde, dient de correspondent dit te
melden bij de bureauredactie, zodat de gepaste oplossing kan worden bepaald.
14. De correspondent dient zich ervan bewust te zijn dat
reclameuitingen in een artikel NIET toegestaan zijn. Bij
twijfel dient de correspondent eerst met de bureauredactie te overleggen. Een vraag die je je hierbij kunt
stellen is of er sprake is van een permanente omzet,
inkomen of worden er geldstromen gegenereerd?
15. De bureauredactie heeft de eindbeslissing om een artikel te weigeren. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer een
artikel te commercieel of in strijd is met waarden en
normen. Een weigering tot plaatsing wordt met redenen
omkleed meegedeeld aan de correspondent.
Het artikel:
16. Artikelen dienen als Wordbestand te worden gemaild.
17. De ruimte die voor een artikel gereserveerd moet worden, gaat in overleg met de bureauredactie. Die wordt
De Uitstraling 15
vóóraf bepaald. Alleen na overleg met de bureauredactie kan hiervan afgeweken worden.
Aantal woorden per artikel:
2/3 pagina
maximaal 500 woorden
1
pagina
maximaal 750 woorden
1 1/3 pagina
maximaal 900 woorden
1 2/3 pagina
maximaal 1100 woorden
2
pagina’s
maximaal 1200 woorden
Deze woordenaantallen zijn EXCLUSIEF de foto’s. Elke foto
neemt ongeveer 100 woorden aan ruimte in beslag.
18. Het artikel dient aangeleverd te worden in de volgende
opmaak:
Kop = lettergrootte 14 en bold
Inleiding = lettergrootte 10 bold en cursief
Door: naam correspondent = lettergrootte 10 en cursief
Tussenkop = lettergrootte 10 en bold
Tekst = lettergrootte 10
19. Het is niet van belang in welk lettertype de kopij wordt
aangeleverd.
20. Alle kopij wordt, voordat deze naar de afdeling Opmaak
gaat, gecorrigeerd en/of geredigeerd door onze corrector.
21. Hieronder enkele veelvoorkomende huisstijlvoorbeelden.
Citaat:
Meneer de Vries: ”Het is hartstikke leuk.” (punt dus vóór de
sluittekens)
”Het is hartstikke leuk”, aldus meneer De Vries. (komma dus
ná de sluittekens)
Accentueren in een tekst:
Het is niet toegestaan om hele woorden/zinnen in een
vette letter te gebruiken. Ook hele woorden/zinnen in
hoofdletters of onderstrepen is niet toegestaan.
Om de nadruk op een woord/zin te leggen, kunnen de volgende tekens gebruikt worden: één dag, blèren, dat is dé
oplossing, dóén, vóór, ‘nieuwe’, et cetera.
Dit is allemaal grammaticaal toegestaan volgens het Groene
Boekje.
Notities:
16 De Uitstraling
22. Indien er inhoudelijk wijzigingen worden aangebracht door de corrector, ligt het initiatief bij de
bureauredactie of deze de wijzigingen met desbetreffende correspondent overlegt of niet.
Foto’s
23. Foto’s dienen te worden aangeleverd als JPG-bestand
met een hoge resolutie (300 dpi).
24. Het aanleveren van minimaal één ‘staande’ foto (dus
hoger dan die breed is) geniet de voorkeur. Dit omdat
deze dan eventueel gebruikt kan worden voor de
voorpagina.
25. Bij gebruik van foto’s welke bijvoorbeeld van internet zijn gekopieerd, is het van belang dat deze foto’s
rechtenvrij zijn. Verantwoordelijkheid hiervan ligt bij
de correspondent.
26. Geplaatste foto’s worden alleen vergoed indien er bij
de foto-onderschriften ‘eigen’ vermeld staat op het
moment van aanleveren bij de redactie.
Betaling:
27. Foto’s worden alleen uitbetaald als deze met een
‘eigen’ fototoestel zijn gemaakt. Dus bijvoorbeeld
niet indien deze van het internet komen of worden
aangeleverd door de geïnterviewde.
28. Er worden maximaal drie foto’s per artikel uitbetaald.
29. Artikelen, berust op fotocollages, krijgen maximaal
30 euro per pagina vergoed, mits een en ander is
overlegd met de bureauredactie.
30. Foto’s gemaakt met een camera van De Uitstraling
worden niet vergoed.
31. De correspondent dient zelf de artikelen en de foto’s
te declareren. De correspondent zal aan het einde
van de maand de betaling ontvangen van de voorafgaande maand, mits de declaratie vóór de vijftiende
van de maand ontvangen is.
32. Uitgeverij De Uitstraling bv betaalt het volgende uit:
voor geplaatste artikelen waarvoor de correspondent
‘de deur uit moet’, ofwel gaat interviewen: € 0,055
per woord. Voor de overig geplaatste artikelen:
€ 0,045 per woord. Per geplaatste foto, mits gemaakt
met eigen toestel: € 5,- met een maximum van
drie per artikel. Voor een foto-impressie of collage
wordt per foto € 5,- vergoed, met een maximum
van € 30,-.