ARBEIDSREGLEMENT

ARBEIDSREGLEMENT
OCMW – AARSCHOT
Statiestraat 3
3200 AARSCHOT
Tel.: 016-55 07 00
Fax: 016-56 79 25
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 1 van 61
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 2 van 61
INHOUDSTAFEL
Blz.
1.
Algemene bepalingen
5
2.
Houding van de personeelsleden
6
3.
Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel
7
4.
Arbeidsduur
8
5.
Feestdagen en verlof
11
6.
Andere afwezigheden
13
7.
Loon
18
8.
Veiligheid & hygiëne
18
9.
Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag
21
op het werk
10.
Sancties
23
11.
Einde van de overeenkomst
25
BIJLAGE I : Deontologische code voor alle medewerkers
28
BIJLAGE II : Uurroosters
31
BIJLAGE III : Reglement tijdsregistratie
46
BIJLAGE IV : Gebruik van terbeschikkinggestelde communicatiemiddelen
54
BIJLAGE V : Informatieve gegevens
60
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 3 van 61
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 4 van 61
Hoofdstuk 1 : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Toepassingsgebied
Het arbeidsreglement met bijlagen, regelt de arbeidsvoorwaarden van alle personeelsleden van het
OCMW Aarschot, zowel voor statutaire als contractuele tewerkstellingen met uitzondering van de personeelsleden tewerkgesteld op basis van artikel 60§7 van de Organieke OCMW-wet. Dit arbeidsreglement is van toepassing voor zover het niet in strijd is met de algemene wettelijke, reglementaire en
administratieve bepalingen. Voor de verhouding tussen het OCMW en zijn personeelsleden gelden
ondermeer de regels die zijn opgenomen in de rechtspositieregeling zoals vastgesteld door de Raad
voor Maatschappelijk Welzijn.
Het OCMW-decreet van 19/12/2008 onderscheidt drie personeelsgroepen in het OCMW.
1. Het personeel dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente (art.104 §1 van
het OCMW-decreet)
2. De OCMW-secretaris, de financieel beheerder van het OCMW en het specifiek personeel, d.i.
het personeel dat een betrekking bekleedt die niet bestaat bij de gemeente (art.104 §2 van
het OCMW-decreet)
3. Het voltallige personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en
diensten van het OCMW, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijhorende werkings- en erkenningsregels en het personeel dat ingezet wordt voor
activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers.
(art. 104 §6 van het OCMW- decreet)
Voor deze drie personeelsgroepen werden er door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn een
rechtspositieregeling in twee delen vastgesteld :
1. De rechtspositieregeling van het OCMW – personeel : Algemeen en specifiek personeel,
decretale graden. Deze heeft betrekking op de personeelsleden van de groepen 1 en 2
2. De rechtspositieregeling van het OCMW – personeel : Diensten en instellingen
Deze heeft betrekking op de personeelsleden van groep 3 .
Deze twee reglementen zijn raadpleegbaar bij de personeelsdienst, op elke afdeling en online op de
website van het OCMW.
Wijzigingen aan een hiërarchisch hogere rechtsbron zullen automatisch leiden tot aanpassingen van
het huidige arbeidsreglement.
Met het oog op de gelijkheid tussen man en vrouw, wordt ook het vrouwelijk personeelslid bedoeld
waar ‘hij’, ‘hem’ of ‘zijn’ wordt vermeld.
Voor contractuele personeelsleden kan in individuele en uitzonderlijke gevallen tijdelijk worden afgeweken van het arbeidsreglement. Deze afwijking wordt schriftelijk vastgelegd in een individueel akkoord tussen het bestuur en het personeelslid op het ogenblik dat de afwijking wordt toegestaan of
bedongen.
Artikel 2: Verbintenis
Zowel de werkgever als personeelsleden worden geacht vanaf de indiensttreding het arbeidsreglement te kennen, te aanvaarden en verbinden zich ertoe al de voorschriften ervan na te leven. Aan elk
personeelslid zal een exemplaar van dit reglement en latere wijzigingen worden overhandigd.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 5 van 61
Hoofdstuk 2 : HOUDING VAN HET PERSONEEL
Artikel 3: Inlichtingplicht
Bij de indiensttreding is het personeelslid verplicht aan de personeelsdienst alle inlichtingen te verschaffen omtrent zijn naam, adres, verblijfplaats, telefoon, rijksregisternummer, burgerlijke staat, de
samenstelling van het gezin, rekeningnummer, nationaliteit, en alle andere gegevens waarover de
werkgever dient te beschikken voor de toepassing van de sociale en fiscale wetgeving.
Alle wijzigingen die zich hieraan in de loop van de tewerkstelling zouden voordoen, dienen zonder
uitstel meegedeeld te worden aan de personeelsdienst. Deze dienst zal, indien nodig voor de goede
werking, de informatie doorgeven aan de andere diensten van het OCMW.
De verwerking van al deze gegevens gebeurt steeds conform de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Elk personeelslid heeft het recht zijn persoonlijk dossier te raadplegen en te
laten wijzigen bij fouten. De documenten van het persoonlijk dossier zijn opvraagbaar tegen betaling
per kopie.
Artikel 4: Beroepsgeheim
Alle personeelsleden zijn, zowel gedurende de tewerkstelling als na het beëindigen ervan, gebonden
aan het beroepsgeheim, dit wil zeggen dat zij geen vertrouwelijke informatie eigen aan de werking van
de dienst, mogen doorgeven aan personen die niet betrokken zijn bij de werking van de dienst. Personeelsleden zijn tot discretie gehouden t.o.v. derden en waken er over geen persoonlijke gegevens
bekend te maken behalve aan de personen die bevoegd zijn tot kennisname.
Artikel 5: Gedrag
Het personeelslid is verplicht:
1. zijn werk loyaal, zorgvuldig, eerlijk en nauwkeurig te verrichten, op tijd en plaats, zoals is
overeengekomen;
2. te handelen en zich te gedragen volgens de deontologische code, opgenomen in bijlage I en
integraal deel uitmakend van dit arbeidsreglement;
3. te handelen volgens de opdrachten en instructies die hem worden gegeven door de werkgever, secretaris, departementshoofd, diensthoofd of de vervanger hiervan, met het oog op de
uitvoering van de arbeid;
4. de ter beschikking gestelde werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen zoals
voorgeschreven omwille van de uniformiteit, het welzijn en de veiligheid;
5. zich te onthouden van alle gedragingen die schade kunnen berokkenen aan zichzelf, de collega ’s, de werkgever en derden;
6. de door de werkgever voorziene kledingkasten te gebruiken voor het opbergen van kleding en
andere persoonlijke voorwerpen.
Het is aan de personeelsleden niet toegelaten :
1. alcoholische dranken of drugs binnen te brengen of te gebruiken;
2. in dronken toestand of onder invloed van drugs te werken;
3. te roken in zones waar rookverbod van toepassing is;
4. personen die vreemd zijn aan het OCMW mee te brengen op de werkvloer;
5. drukwerk of documenten te verspreiden of aan te plakken tenzij geparafeerd door de secretaris;
6. politieke vergaderingen bij te wonen en/of propaganda te voerentijdens de werktijd;
7. bijdragen te innen, geldinzamelingen te doen of voorwerpen te koop aan te bieden;
8. rechtstreeks of via tussenpersoon fooien of beloningen onder gelijk welke vorm te vragen, te
eisen of te aanvaarden;
9. zich schuldig te maken aan grensoverschrijdend gedrag , zowel door middel van woorden als
door feitelijke handelingen of gedragingen;
10. persoonlijk gebruik te maken van gebruiksvoorwerpen, materialen of andere hulpmiddelen die
door de werkgever ter beschikking gesteld zijn voor de uitoefening van de functie;
11. te tikken in de plaats van een andere werknemer.
Elke overtreding van deze bepalingen kan sancties tot gevolg hebben.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 6 van 61
Artikel 6: Gebruik van communicatiemiddelen
Personeelsleden die voor de uitvoering van hun werk de beschikking krijgen over communicatiemiddelen van het OCMW zoals internet, e-mail, GSM en telefoon, worden geacht deze middelen aan te
wenden op een professionele en ethisch correcte manier en deze middelen te beschouwen als een
efficiënt werkmiddel voor het bereiken van de bedrijfsdoelen. Het reglement betreffende het gebruik
van informatie – en communicatietechnologieën wordt opgenomen in bijlage IV van dit arbeidsreglement.
Het gebruik van de privé-communicatiemiddelen voor private doeleinden is niet toegelaten tijdens de
diensturen. Ingeval van nood, kan men het personeelslid steeds bereiken via de rechtstreekse vaste
lijn of via het onthaal.
De medewerkers van de thuisdiensten mogen de eigen GSM laten opstaan, maar beperken zich tot
het gebruik ervan enkel voor dringende gevallen.
Hoofdstuk 3 : RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND
PERSONEEL
Artikel 7: Omschrijving
Het toezichthoudend personeel omvat de secretaris, als hoofd van het personeel, de financieel beheerder, de departementshoofden, de diensthoofden, de verantwoordelijke van het woonzorgcentrum
en alle personeelsleden die volgens de functiebeschrijvingen een leidinggevende functie hebben.
Wanneer een lid van het toezichthoudend personeel afwezig is, wordt hij vervangen. De plaatsvervanger krijgt dezelfde rechten en plichten.
Artikel 8: Taken
Het toezichthoudend personeel is belast met de leiding en het toezicht over het werk. Het toezichthoudend personeel is in het bijzonder belast met :
1. de controle op de aanwezigheid;
2. de prestaties van de medewerkers;
3. opvolgen en controleren van de kwaliteit van het werk;
4. de goede werking van de dienst;
5. de werkverdeling;
6. het behoud van orde en rust op de werkplaats;
7. het doen naleven van alle maatregelen die getroffen zijn of zich zouden opdringen voor het
welzijn, de veiligheid en de hygiëne van het personeel;
8. het doen naleven van bepalingen opgenomen in de rechtspositieregeling, het arbeidsreglement en de dienstnota ‘s;
9. het nastreven van de realisatie van doelstellingen opgenomen in beleidsnota ’s van het bestuur;
10. het voorzien van de nodige middelen om de doelstellingen te bereiken;
11. de evaluatie van de medewerkers op een eerlijke en objectieve manier.
Artikel 9: Bevoegdheden
Het toezichthoudend personeel heeft de bevoegdheid om vaststellingen te doen en deze te rapporteren aan de secretaris. Zij hebben het recht vast te stellen dat een personeelslid zich op het werk aanbiedt, klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem te verbieden het werk te beginnen. Wanneer
er hierbij een vermoeden van ziekte of middelenmisbruik is, kan hij de werknemer doorverwijzen naar
een arts.
Artikel 10: Plichten
Het toezichthoudend personeel voert zijn opdracht uit met het nodige respect, de vereiste rechtvaardigheid en beleefdheid tegenover de collega’s en de medewerkers zoals dit gedrag ook van de collega’s en de medewerkers wordt verwacht en volgens de bepalingen van de deontologische code (bijlage I).
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 7 van 61
Het toezichthoudend personeel heeft een belangrijke rol in het ganse welzijnsgebeuren. Ze voeren
elk, binnen de limieten van hun bevoegdheden en hun niveau, het beleid van het bestuur uit en houden toezicht op de naleving van de arbeidsvoorwaarden. In het bijzonder hebben zij de volgende opdrachten:
1. voorstellen en adviezen formuleren aan het bestuur in het kader van een dynamisch risicobeheersingssysteem;
2. ongevallen en incidenten onderzoeken en voorkomingsmaatregelen voorstellen;
3. effectieve controle uitvoeren op arbeidsmiddelen, beschermingsmiddelen en op de gebruikte
stoffen en preparaten, teneinde onregelmatigheden vast te stellen en maatregelen te nemen
om hieraan een einde te maken;
4. tijdig het advies inwinnen van de preventie-adviseur;
5. controleren of de taken worden uitgevoerd door personeelsleden die de nodige bekwaamheid
hebben en de vereiste opleiding en instructies hiervoor ontvingen;
6. waken over de naleving van instructies;
7. zich ervan vergewissen dat de personeelsleden de inlichtingen die zij verkrijgen, goed begrijpen en in de praktijk brengen.
Hoofdstuk 4 : ARBEIDSDUUR
Artikel 11: Arbeidsduur
Het personeel werkt onder het stelsel van de vijfdagenweek. De arbeidsduur bedraagt 38 uur per
week voor een voltijds personeelslid. Er geldt een dienstvrijstelling van een half uur per week. Voor
deeltijdse personeelsleden wordt deze dienstvrijstelling pro rata toegekend.
Afhankelijk van de dienst waar men is tewerkgesteld, werkt men met een vast uurrooster, met of zonder glijtijden of een variabel uurrooster. De uurroosters bevinden zich in bijlage II van dit reglement.
Het uurrooster kan volgens de acute noodwendigheden van de dienst aangepast worden.
Voor de personeelsleden van het departement Ouderenzorg is de Arbeidswet van 16/03/1971 van
toepassing inzake arbeidsduurreglementering. Voor de andere personeelsleden gelden de bepalingen
van de Arbeidstijdwet van 14/12/2000.
Het personeel dient in de voorziene werkkledij en -schoenen aanwezig te zijn op de plaats waar hun
arbeid wordt verricht en op het in hun werkrooster bepaalde beginuur. Met inachtname van de voorziene rusttijden en behoudens gerechtvaardigde reden dienen zij aan het werk te blijven tot het
einduur. De tijd gedurende dewelke het personeelslid op eigen initiatief arbeidsprestaties levert of in
de gebouwen aanwezig is voor of na het voorziene uurrooster zal niet beschouwd worden als betaalde arbeidstijd of overuren.
Het personeelslid werkt volgens een uurrooster dat op voorhand is bepaald. De verantwoordelijke van
de thuisdiensten zal wekelijks het weekuurrooster aan het personeel meedelen.
de
De personeelsleden van het woonzorgcentrum met variabele uurroosters krijgen uiterlijk de 15 van
de voorafgaande maand een overzicht van hun uurrooster.
De werknemer die deeltijds tewerkgesteld wordt, dient minstens 50% van een voltijdse tewerkstelling
de
te verrichten. De prestaties kunnen enkel halve of enkel hele, hetzij halve en hele dagen, of 4/5 dagen omvatten.
Ieder personeelslid, uitgezonderd de secretaris, de financieel beheerder en de departementshoofden
dient bij het begin en bij het einde van de arbeidstaak evenals bij het begin en het einde van de pauze
zijn aanwezigheid elektronisch te laten registreren volgens het reglement van de tijdsregistratie zoals
vastgelegd in bijlage III.
Voor de personeelsleden van de thuisdiensten die werken bij cliënten thuis, wordt de aanwezigheid
geregistreerd door het aftekenen van prestatiestaten door de cliënten. Deze registratie gebeurt zo dat
het personeelslid op het vastgestelde uur op zijn arbeidsplaats aanwezig is tot het einduur.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 8 van 61
Artikel 12: Personeel tewerkgesteld in de verzorgingsinstellingen
De leden van het verplegend, verzorgend, onderhouds- en keukenpersoneel zijn afwisselend van
dienst op weekenden en wettelijke feestdagen.
De personeelsleden die instaan voor continudiensten in verpleging en verzorging moeten op dienst
blijven tot zij vervangen worden door het personeelslid dat de dienst moet overnemen of tot de verantwoordelijke in de nodige vervanging heeft voorzien.
Wanneer de omstandigheden zulks vereisen, kan elk personeelslid gevorderd worden bijkomende
diensten te presteren op zaterdag en zondag, alsmede tijdens de avonduren en zelfs tijdens de nacht.
Zondagen
Bepaalde categorieën van werknemers die instaan voor de continuïteit van de diensten zijn gehouden
aan zondagswerk. De werknemers die onder toepassing vallen van de wet op de zondagsrust en toch
worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. Er kan geen inhaalrust worden verleend op een
werkdag indien deze samenvalt met een wettelijke feestdag of reglementaire verlofdag.
Zaterdagen
Aan de werknemers waarvan de werkprestatie over vijf dagen verdeeld is, wordt buiten de zondagsrust of inhaalrust van deze zondag één rustdag per week toegekend. Deze rustdag mag evenmin samenvallen met een wettelijke feestdag of reglementaire verlofdag.
Artikel 13 : Personeel tewerkgesteld in de gezinszorg en de aanvullende thuiszorg
De regelgeving van het Vlaams Agentschap bepaalt dat verzorgenden moeten in staat zijn om prestaties te leveren op onregelmatige tijdstippen dus ook op zaterdag, zondag en feestdagen. Verzorgenden kunnen opgeroepen worden om van dienst te zijn tijdens het weekend en op wettelijke feestdagen. Verzorgenden die prestaties leveren op zaterdag, zondag of feestdagen hebben recht op inhaalrust, te verlenen in de loop van de 5 dagen die volgen op zaterdag of zondag of feestdagen waarop ze
hebben gewerkt. Er kan geen inhaalrust worden verleend op een werkdag indien deze samenvalt met
een wettelijke feestdag of reglementaire verlofdag.
Begeleidend personeel van de thuiszorg kan opgeroepen worden om de permanentie te verzekeren
tijdens de uren dat het verzorgend personeel werkt onder het weekend en op wettelijke feestdagen.
Artikel 14: Vervangingswerk
Iedere personeelslid moet het werk verrichten waarvoor hij werd aangeworven.
Het personeelslid mag daarentegen niet weigeren om tijdelijk naar een andere dienst van het OCMW
over te gaan om er hetzij hetzelfde werk, hetzij ander werk eigen aan de uitgeoefende functie te verrichten volgens vooraf vastgelegde uurroosters.
Bij overmacht kunnen de personeelsleden zonder onderscheid van graad, dag en uur, opgeroepen
worden door de werkgever. Dit geldt eveneens voor opvang van ziekteverlof, arbeidsongevallen e.d.
Artikel 15: Plaats van aanwezigheid op het beginuur
De personeelsleden dienen in de voorziene werkkledij op de vastgestelde uren aanwezig te zijn op de
plaats waar hun arbeid moet verricht worden en dit als volgt:
1. Interne zaken, Financiën en Secretariaat: Statiestraat 3, 3200 Aarschot.
2. Maatschappelijk welzijn: Bekaflaan 31A, 3200 Aarschot.
3. Ouderenzorg:
- thuisdiensten :
 begeleidend en administratief personeel: Begijnhof 21, 3200 Aarschot.
 verzorgenden en helpsters van de poetsdienst: toegewezen adressen van cliënten.
- woonzorgcentrum St. Rochus en de maaltijdbedelers: Albertlaan 2, 3200 Aarschot.
- assistentiewoningen “Gesloten Hof”: Albertlaan 2, 3200 Aarschot.
- dagverzorgingscentrum De Poort: Begijnhof 21, 3200 Aarschot.
- lokaal dienstencentrum Het Anker: Statiestraat 24, 3200 Aarschot.
Indien het OCMW de dienst naar een ander adres dan bovenvermeld overplaatst, of een nieuwe
dienst opricht, dan aanvaarden de personeelsleden te zullen werken op het nieuwe adres.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 9 van 61
Artikel 16: Vertraging en voortijdig vertrek
Laattijdig toekomen, de arbeid onderbreken of voortijdig vertrekken, zijn niet toegelaten. Als het personeelslid om een persoonlijke reden de dienst wil verlaten, zal hij hiervoor vooraf de toelating vragen
aan de rechtstreeks leidinggevende.
Het personeelslid mag niet van zijn werk afwezig blijven zonder hiervoor vooraf toelating te hebben
gevraagd.
Een personeelslid dat zonder toestemming of zonder geldige reden afwezig blijft van zijn werk, verliest
het recht op zijn loon voor de uren die hij niet presteerde. Hij kan bovendien sancties oplopen die
voorzien worden in het arbeidsreglement.
Statutaire personeelsleden zijn onderworpen aan het tuchtstatuut. Voor contractuele personeelsleden
kunnen ongerechtvaardigde afwezigheden worden aanzien als dringende redenen die de beëindiging
van de arbeidsovereenkomst zonder opzegging of opzeggingsvergoeding rechtvaardigen.
Na een periode van ongerechtvaardigde afwezigheid kan het personeelslid slechts het werk hervatten
nadat hij hiertoe formeel de toestemming van de secretaris van het OCMW of van de dienstverantwoordelijke heeft gekregen.
Indien een personeelslid zich met vertraging aanbiedt of niet op zijn werk aankomt omwille van een
feit dat zich voordeed op de weg naar zijn arbeidsplaats en dat los staat van zijn wil, moet hij hiervan
onmiddellijk zijn rechtstreeks leidinggevende verwittigen. Hij moet de reden van zijn vertraging of van
zijn afwezigheid melden. Het recht op loon zal pas dan worden erkend nadat de werkgever de feiten
heeft kunnen toetsen die het personeelslid aanhaalt.
Artikel 17: Rusttijden
De wettelijke rusttijden zoals voorzien in de Arbeidswet van 16/03/1971 en de Arbeidstijdwet van
14/12/2000 dienen te worden gerespecteerd.
Op grond van artikel 38quater van de Arbeidswet mogen de personeelsleden niet zonder onderbreking werken gedurende meer dan 6 uren. Wanneer de arbeidsuren 6 uren overschrijdt, wordt aan de
werknemer een onbetaalde pauze toegekend van minstens een kwartier en dit ten laatste op het
ogenblik waarop de duur van de prestaties 6 uren bereikt.
Op grond van artikel 6 §1 van de Arbeidstijdwet bedraagt de pauze minstens een half uur en dit onder
dezelfde modaliteiten als opgenomen in artikel 38quater van de Arbeidswet.
Teneinde tegemoet te komen aan deze verplichtingen wordt voor elk personeelslid een onbezoldigde
middagpauze van minimum 30 minuten aangerekend in geval van een opeenvolgende arbeidsduur
van minimum 6 uur.
Naast de verplichte toegekende pauze zoals opgenomen in vorige paragraaf moeten, op grond van de
Arbeidswet en de Arbeidstijdwet, volgende pauzes toegekend worden:
- In elk tijdvak van 24u tussen de beëindiging en de hervatting van de arbeid hebben de personeelsleden recht op 11u opeenvolgende rust tussen twee prestaties (artikel 38ter §1 van de Arbeidswet
en artikel 5 §1 van de Arbeidstijdwet)
- Bovendien moet per periode van 7 dagen de rustpauze tussen twee dagelijkse prestaties bij de
zondagsrust gevoegd worden, zodat het personeelslid een wekelijkse rustpauze van 35 opeenvolgende uren kan genieten (artikel 38ter §3 van de Arbeidswet en artikel 7 §4 van de Arbeidstijdwet).
Artikel 18: Overuren
Overuren zijn uitzonderlijke prestaties die op uitdrukkelijk verzoek van het bestuur geleverd worden
bovenop de uren die op grond van de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis door het personeelslid
gepresteerd worden. De bepalingen inzake overuren van het rechtspositiebesluit OCMW zijn van toepassing behalve voor de financieel beheerder en de secretaris. Aan het personeelslid dat overuren
presteert wordt compenserende inhaalrust toegekend binnen een periode van 4 maanden zoals bepaald in de rechtspositieregeling voor algemeen en specifiek personeel in artikel 241 en zoals bepaald
in de rechtspositieregeling voor diensten en instellingen in artikel 222 voor de personeelsleden tewerkgesteld in de thuisdiensten en het lokaal dienstencentrum. Deze compenserende inhaalrust is
gelijk aan de duur van de extra gepresteerde tijd. Personeelsleden van het woonzorgcentrum, het
dagverzorgingscentrum en de assistentiewoningen ‘het gesloten hof’ vallen onder het toepassingsgebied van de arbeidswet van 16/03/1971.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 10 van 61
Art. 19: Nachtprestaties en prestaties op zaterdag, zon- en feestdagen
Uitgezonderd de decretale graden, de personeelsleden van niveau A en de personeelsleden die recht
hebben op een salarisbijslag voor wisselende diensten krijgen de personeelsleden naast de inhaalrust
opgelegd door de arbeidstijdwetgeving:
- per uur nachtprestatie tussen 22 uur en 6 uur: een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan
25%van het uursalaris of een kwartier extra inhaalrust voor de personeelsleden opgesomd in bijlage 3 van de rechtspositieregeling diensten en instellingen en bijlage 4 van de rechtspositieregeling van het algemeen en specifiek personeel;
- per gepresteerd uur tussen 0 en 24 uur op een zondag of een feestdag: een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 100% van het uursalaris of één uur extra inhaalrust voor de personeelsleden
opgesomd in de bijlage 3 respectievelijk 4 van de rechtspositieregelingen;
- per gepresteerd uur tussen 0 en 24 uur op een zaterdag: een toeslag op het uursalaris die gelijk is
aan 25% van het uursalaris of een kwartier extra inhaalrust voor de personeelsleden opgesomd in
de bijlage 3 respectievelijk 4 van de rechtspositieregelingen. Het extra-uursalaris of de extrainhaalrust wordt niet toegekend aan het personeelslid voor wie zaterdagprestaties inherent zijn
functie en/of deel uitmaken van zijn uurrooster.
Sommige personeelscategorieën van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen, t.t.z.de gediplomeerde en niet gediplomeerde leden van het verplegend en verzorgend personeel en het paramedisch personeel in het woonzorgcentrum en het dagverzorgingscentrum hebben voor wisselende
diensten of buitengewone prestaties recht op een salarisbijslag van 11% van het jaarlijks loon. Zij
krijgen een specifieke toeslag per uur nacht- en avondprestatie en/of per uur prestatie op zaterdag,
zon- en feestdagen. De verpleegkundigen en verzorgenden met onregelmatige prestaties hebben
recht op uurroostertoeslagen overeenkomstig artikel 4 t.e.m. artikel 14 van het KB van 28/12/2011
betreffende de uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep in bepaalde federale gezondheidssectoren, voor wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties (cfr. RPR voor diensten en instellingen artikels 215 t.e.m. 218).
Hoofdstuk 5 : FEESTDAGEN EN VERLOF
Artikel 20: Feestdagen
§1. Vervanging indien werken op een feestdag
De personeelsleden zijn vrijgesteld van prestaties op feestdagen tenzij ze krachtens de arbeidsregeling die op hen van toepassing is, of uitzonderlijk, moeten werken. Als een personeelslid moet werken
op een feestdag, zal hij deze feestdag later kunnen opnemen. Deeltijds werkende personeelsleden die
krachtens de arbeidstijdregeling die op hen van toepassing is, niet werken op één van deze feestdagen, hebben geen recht op deze feestdag.
§2. Compensatie bij feestdagen die samenvallen met een zaterdag, zondag of een normale
inactiviteitsdag
De raad bepaalt jaarlijks op welke wijze feestdagen die samenvallen met een zaterdag, zondag of een
normale inactiviteitsdag gecompenseerd worden (zie rechtspositieregeling deel 8 hoofdstuk 3).
§3.1. Het personeel van de diensten en instellingen in dienst vóór 01/01/2011 en de personeelsleden van het algemeen en specifiek personeel en de decretale graden hebben recht op volgende feestdagen:
- 1 januari
- 21 juli
- 2 januari
- 15 augustus
- Paasmaandag
1 november
- 1 mei
2 november
- Hemelvaartsdag
- 11 november
- Pinkstermaandag
- 25 december
- 11 juli
- 26 december
Bij twee opeenvolgende feestdagen zal voor de medewerkers van de gezinszorg en de facilitaire
dienst ter continuïteit een alternatief werkschema worden voorgesteld en zal de feestdag op een andere werkdag kunnen opgenomen worden.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 11 van 61
§3.2. Het personeel van de diensten en instellingen in dienst na 01/01/2011 hebben recht op
volgende feestdagen:
- 1 januari
- 21 juli
- Paasmaandag
- 15 augustus
- 1 mei
1 november
- Hemelvaartsdag
- 11 november
- Pinkstermaandag
- 25 december
- 11 juli
Artikel 21: Jaarlijkse vakantiedagen
§1. Het personeel van het departement ouderenzorg in dienst vóór 1/1/2011 en de personeelsleden van het algemeen en specifiek personeel en de decretale graden:
Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 35 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig
dienstjaar. De vakantiedagen kunnen worden genomen naar keuze van het personeelslid, met inachtneming van de behoeften van de dienst. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd bij de
hiërarchische verantwoordelijke van de dienst. De departementshoofden vragen hun vakantie aan bij
de secretaris.
Het jaarlijks verlof wordt gesplitst in uren. Iedere werknemer dient jaarlijks een hoofdverlof van minstens één week te nemen.
Het personeelslid kan elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang
kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren.
De jaarlijkse vakantie dient opgenomen te worden tijdens het kalenderjaar waarop de vakantie betrekking heeft. Uitzonderlijk kunnen voor de personeelsleden van het algemeen en specifiek personeel en
de decretale graden maximum vijf werkdagen (pro rata voor deeltijdsen) van het jaarlijks vakantieverlof naar het volgende jaar overgedragen worden. Dit verlof moet dan opgenomen zijn uiterlijk op 31
maart van het volgende jaar. Tegen deze datum worden niet opgenomen dagen als opgenomen beschouwd. In bijzondere omstandigheden (redenen eigen aan de werkgever, langdurige ziekte van het
personeelslid,…) kan het hoofd van het personeel een afwijking toestaan.
§2. Het personeel van het departement ouderenzorg in dienst na 01/01/2011:
Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 26 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig
dienstjaar. De vakantiedagen kunnen worden genomen naar keuze van het personeelslid, met inachtneming van de behoeften van de dienst. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd bij de
hiërarchische verantwoordelijke van de dienst. Departementshoofden vragen hun vakantie aan de
secretaris.
Het jaarlijks verlof wordt gesplitst in uren. Iedere werknemer dient jaarlijks een hoofdverlof van minstens één week te nemen.
Het personeelslid kan elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang
kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren.
De jaarlijkse vakantie dient opgenomen te worden tijdens het kalenderjaar waarop de vakantie betrekking heeft. In bijzondere omstandigheden (redenen eigen aan de werkgever, langdurige ziekte van het
personeelslid,…) kan het hoofd van het personeel een afwijking toestaan.
§3. Spreidingsregels
Voor de personeelsleden van het departement ouderenzorg gelden bijzondere spreidingsregels, rekening houdend met de continuïteit en de goede werking van de dienst.
-
§3.1. Voor de verzorgenden van de dienst gezinszorg en de logistieke medewerkers van de
poetsdienst en de aanvullende thuisdienst gelden volgende regels:
Vóór 30/06 moeten er 10 dagen (7 dagen voor personeelsleden die na 01/01/2011 gestart zijn)
opgenomen zijn.
In juli en augustus mogen er maximum 15 werkdagen verlof genomen worden.
Op 01/09 moeten er nog minimum 4 verlofdagen resteren.
Vanaf 15/12 t.e.m. de tweede week van de kerstvakantie mag er slechts één werkweek gepland
worden d.w.z. 5, 4 of 3 dagen afhankelijk van het aantal feestdagen die in de werkweek vallen.
-
-
§3.2. Voor de medewerkers van het woonzorgcentrum, dagverzorgingscentrum en assistentiewoningen gelden volgende regels:
Minimaal op te nemen verlof inclusief feestdagen :
Tussen 01/01 en 31/03: 8 dagen (6 dagen voor personeelsleden die na 01/01/2011 gestart zijn)
Tussen 01/04 en 30/06: 14 dagen (11 dagen voor personeelsleden die na 01/01/2011 gestart zijn)
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 12 van 61
-
Tussen 01/07 en 30/09: 15 dagen (11 dagen voor personeelsleden die na 01/01/2011 gestart zijn)
Tussen 01/10 en 31/12: 12 dagen (9 dagen voor personeelsleden die na 01/01/2011 gestart zijn)
Personeel met deeltijdse uurroosters reduceren het aantal dagen pro rata.
Hoofdstuk 6 : ANDERE AFWEZIGHEDEN
Artikel 22: Ziekte
§1. Verwittiging bij afwezigheid wegens ziekte
Het personeelslid dat, ten gevolge van ziekte of een ongeval, belet is zich naar zijn werk te begeven,
heeft als verplichting van zodra dit geweten is en ten laatste in het eerste uur van zijn afwezigheid,
hiervan persoonlijk (of uitzonderlijk door tussenkomst van een derde persoon) de rechtstreeks leidinggevende (of zijn vervanger) en de personeelsdienst telefonisch te verwittigen, om toe te laten dat
eventuele maatregelen met het oog op zijn vervanging zouden kunnen getroffen worden. Het personeelslid dat niet heeft verwittigd binnen het eerste uur van de dagtaak wordt geacht onwettig afwezig
te zijn. Voor afwezigheid tijdens de nachtdienst dient het personeelslid te verwittigen uiterlijk om 17
uur.
In zijn eerste mededeling moet het personeelslid de plaats preciseren waar het verblijft en, in de mate
van het mogelijke, de vermoedelijke duur van de afwezigheid aangeven (één of meer dagen) en ook
of het mogelijk is zijn woonplaats te verlaten. Na het doktersbezoek verwittigt de medewerker onmiddellijk zijn rechtstreeks leidinggevende en de personeelsdienst over de voorgeschreven periode van
afwezigheid.
Indien de zieke werknemer op een andere plaats dan zijn gewone woonplaats verblijft, moet hij/zij dit
aan de werkgever meedelen evenals iedere latere adresverandering.
Worden niet met ziekteverlof gelijkgesteld: onderzoek door geneesheer of specialist in ziekenhuis,
bezoek aan tandarts, kinesist e.d. … Voor deze zaken dient verlof aangevraagd te worden.
Het personeelslid is er tevens toe gehouden om zijn rechtstreeks leidinggevende en de personeelsdienst tijdig te verwittigen betreffende het al dan niet hervatten van het werk na de periode van ziekteverlof die gestaafd is door middel van een geneeskundig getuigschrift van de geneesheer. Indien het
betreffende personeelslid vervangen wordt, dient dit personeelslid minstens 2 werkdagen vóór het
verstrijken van de ziekteperiode telefonisch zijn dienst en de personeelsdienst te verwittigen van het al
dan niet hervatten van het werk, zodat de nodige maatregelen kunnen getroffen worden met het oog
op de vervanging. Indien het personeelslid op de vastgestelde datum zijn dienst niet hervat en indien
het OCMW-bestuur daaromtrent geen kennisgeving heeft ontvangen, wordt het personeelslid geacht
onwettig afwezig te zijn.
§2. Medisch attest
Behoudens het geval van ziekte voor de duur van één dag (maximaal 2 keer per kalenderjaar), moet
het zieke personeelslid zich in de loop van de eerste dag van zijn afwezigheid, op eigen kosten, laten
onderzoeken door een geneesheer van zijn keuze, die onmiddellijk:
- een medisch getuigschrift naar het model, voorgeschreven door het OCMW-bestuur, invult, bestemd voor de geneesheer-controleur van de bevoegde geneeskundige dienst. Hierop vermeldt hij
zeer duidelijk zijn diagnose, het aantal afwezigheidsdagen dat hij noodzakelijk oordeelt en of het de
zieke toegestaan of verboden is naar buiten te komen. De naam van de behandelende geneesheer
moet steeds leesbaar zijn.
EN
- een attest bestemd voor het OCMW-bestuur (attest A) invult met vermelding van de naam en adres
van de werknemer, de reden van de arbeidsongeschiktheid, het begin en vermoedelijk einde van
de arbeidsongeschiktheid, of de werknemer zijn woon- en verblijfsplaats wel of niet mag verlaten,
de naam, het adres en de handtekening van de behandelende geneesheer, de datum waarop het
medisch attest wordt afgeleverd en de vermelding of het gaat over een eerste attest, een verlenging of een herval.
Het OCMW-bestuur houdt de nodige modelgetuigschriften ter beschikking van het personeel, dat gehouden is zich de nodige exemplaren aan te schaffen en dient te zorgen dat de getuigschriften voorzien zijn van het verblijfsadres en de dienst waaronder het ressorteert. Het medisch attest, bestemd
voor het OCMW, dient binnen de eerste twee werkdagen van de arbeidsongeschiktheid aan het
OCMW te worden bezorgd door afgifte aan de rechtstreeks leidinggevende of door te verzenden naar
de personeelsdienst van het OCMW, Statiestraat 3, 3200 Aarschot (poststempel geldt als bewijs).
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 13 van 61
Behoudens overmacht zal het indienen van een medisch attest na de voorgeschreven termijn leiden
tot het verlies aan loon voor de dagen van ongeschiktheid die de dag van afgifte of verzending voorafgaan.
Indien het personeelslid zich onbekwaam voelt zijn dienst te hernemen bij het verstrijken van de voorziene afwezigheid, dient het op de dag vóór de dag waarop het verlof verstrijkt, een nieuw getuigschrift voor te leggen.
Bij herval binnen de 14 kalenderdagen volgend op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid
wegens ziekte of ongeval, moet op het medisch getuigschrift duidelijk vermeld staan of de nieuwe
arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere ziekte. Vermeldt het medisch getuigschrift niets, dan gaat het bestuur ervan uit dat het om herval gaat.
Contractuele personeelsleden dienen zich vanaf het begin van de ziekteperiode tevens in orde te stellen met de geldende voorschriften in het kader van de verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen.
Bij langdurige ziekte mag de maximumduur per voorgeschreven geneeskundig getuigschrift maximum
2 maanden bedragen.
§3. Verplichtingen in verband met controle
Het arbeidsongeschikte personeelslid kan krachtens de wet van 13/06/1999 betreffende de controlegeneeskunde onderworpen worden aan geneeskundige controle en moet de nodige maatregelen nemen om zich ter beschikking te houden van een controlearts die door het bestuur aangewezen en
betaald wordt. De controle kan gebeuren op elk ogenblik van de afwezigheid en het bestuur zal in
geval van misbruik van afwezigheid wegens ziekte de controleorganisatie hiervan op de hoogte brengen.
Het zieke personeelslid mag niet weigeren de controlearts te ontvangen, noch zich door deze te laten
onderzoeken, hetzij via een controle aan huis, hetzij via een oproep naar het medisch centrum. De
zieke personeelsleden die weigeren de geneesheer-controleur te ontvangen of weigeren zich te laten
onderzoeken, worden niet als ziek erkend Bijgevolg zal het recht op loon worden ontzegd. Behoudens wanneer diegene die het geneeskundig getuigschrift aan het personeelslid heeft afgeleverd oordeelt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven, moet het
personeelslid zich bij de controlearts aanbieden als het daarom wordt verzocht. In geval van afwezigheid van het personeelslid in zijn woon- of verblijfplaats wordt een oproeping in de brievenbus gestoken opdat hij zich naar het medisch centrum van de controlegeneesheer zou begeven, ten vroegste
de dag na de passage op de woonplaats, behalve wanneer de duur van de ongeschiktheid op het
medisch getuigschrift eindigt op de dag van de passage thuis bij het personeelslid. Het personeelslid
is verantwoordelijk voor het regelmatig (laten) lichten van de brievenbus, teneinde zich tijdig te kunnen
aanbieden op het medisch centrum van de controlegeneesheer. Indien op het medisch attest niet
werd vermeld of het arbeidsongeschikte personeelslid zijn woon- of verblijfsplaats wel of niet mag
verlaten wordt aangenomen dat de zieke werknemer de woonst niet mag verlaten.
Voor de bezoeken aan het medisch centrum is het personeelslid na ontvangst van de oproeping toegelaten om telefonisch contact op te nemen met het controleorganisme met het oog op het maken van
een andere afspraak, indien hij een geldig motief heeft om dit te doen. Het controleorganisme zal zo
snel mogelijk een andere afspraak met het personeelslid maken zodat de periode van werkonbekwaamheid vermeld op het medisch getuigschrift niet is overschreden.
Het bestuur kan het geneeskundig controleorgaan vragen om een personeelslid onder spontane controle te plaatsen als deze medewerker meer dan vier afwezigheden wegens ziekte van één dag of
meer per jaar opneemt. De controlearts beslist of het personeelslid al dan niet onder spontane controle komt te staan. Indien de spontane controle wordt ingesteld, wordt deze beslissing per brief meegedeeld aan werkgever en werknemer. In dat geval zal de medewerker zich bij elke volgende afwezigheid wegens ziekte spontaan bij het aangeduide medisch centrum moeten aanbieden. Als betrokkene
zich niet kan verplaatsen, moet hij het medisch centrum hiervan verwittigen vóór 10u. In de mate van
het mogelijke zal hij dan in zijn woonplaats door een controlearts bezocht worden.
Wanneer de controlearts oordeelt dat het personeelslid zijn dienst kan waarnemen zonder nadeel voor
zijn gezondheidstoestand, die van de collega’s en de cliënten, overhandigt hij het bevel tot werkherneming. Het personeelslid begeeft zich onmiddellijk met dit document naar de personeelsdienst.
Wanneer het personeelslid zich benadeeld acht door de beslissing van de geneesheer-controleur
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 14 van 61
beschikt het over een recht op beroep. De beroepsprocedure is raadpleegbaar in de rechtspositieregeling.
Indien de zieke medewerker een vakantie gepland heeft tijdens de afwezigheidsperiode moet eerst
toestemming gevraagd worden aan het controleorgaan. Men dient zich na afspraak aan te melden bij
de controlegeneesheer met een attest van toelating van de eigen arts en dit minstens een week voor
vertrek. Men brengt de leidinggevende van de dienst en de personeelsdienst vooraf op de hoogte met
voorlegging van de toelating van het controleorgaan.
De om medische redenen noodzakelijke verblijven in het buitenland of kuuroorden zijn onderworpen
aan voorafgaande toelating van het bestuur. Hiertoe biedt men zich na afspraak aan bij de controlegeneesheer met een attest van de behandelend geneesheer waarin die zijn voorstel tot verblijf in het
buitenland motiveert. Om de toelating van het bestuur te vragen moet het personeelslid uiterlijk 15
kalenderdagen voor de vastgestelde vertrekdatum een schriftelijke aanvraag richten tot de secretaris,
vergezeld van een attest van de eigen geneesheer en de toelating van de controlegeneesheer dat het
voorstel tot dit verblijf wettigt. In de aanvraag dient het adres te worden aangeduid van een derde
verantwoordelijke persoon in België aan wie alle voor het personeelslid bestemde correspondentie
kan gericht worden.
Artikel 23 : omstandigheidsverlof
Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:
toegestaan
opname-
maximum
modaliteiten
1. huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een
verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het
Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen
van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten:
4 werkdagen
binnen een termijn
van 14 kalenderdagen voor of na de
gebeurtenis
2. bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of
ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer:
10 werkdagen
binnen een termijn
van 4 maanden na
de geboorte
3. overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een
bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner:
4 werkdagen
binnen een termijn
van 14 kalenderdagen na het overlijden
4. huwelijk van een kind van of het personeelslid of van de
samenwonende of huwelijkspartner:
2 werkdagen
binnen een termijn
van 14 kalenderdagen voor of na het
burgerlijk huwelijk
5. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even
welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner:
2 werkdagen
binnen een termijn
van 14 kalenderdagen na het overlijden
1 werkdag
binnen een termijn
van 14 kalenderdagen na het overlijden
aard van de gebeurtenis
6. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad,
een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder
hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner:
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 15 van 61
7. huwelijk van een bloed- of aanverwant:
a) in de eerste graad, die geen kind is;
b) in de tweede graad, van het personeelslid,
de samenwonende of huwelijkspartner:
de dag van het huwelijk
de dag van het burgerlijk huwelijk
8. priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van
het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer:
de dag van de
rooms-katholieke
plechtigheid of een
daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst
9. a) plechtige communie van een kind van het personeelslid
of van de samenwonende of huwelijkspartner;
de dag van de
plechtigheid, of, als
dat een zondag,
feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag
b) deelneming van een kind van de werknemer of van de
samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de
vrijzinnige jeugd;
c) deelneming van een kind van de werknemer of
van de samenwonende of huwelijkspartner of aan een
plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die
overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie:
10. gehoord worden door de vrederechter in het kader van de
organisatie van de voogdij over een minderjarige:
de nodige tijd,
maximaal één dag
11. deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige
voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank:
de nodige tijd
Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of
gedeeltelijk op te nemen. Het personeelslid richt zijn aanvraag tot de secretaris of de hiërarchische
verantwoordelijke(n) van de dienst en bezorgt de nodige bewijsstukken om dit verlof te krijgen.
Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is bezoldigd.
Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof vermeld in punt 2 ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, toegekend volgens de regels van het
arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van
03/07/1978 op de arbeidsovereenkomsten.
Wanneer het omstandigheidsverlof uit meerdere dagen bestaat kan het op verzoek van het personeelslid worden gesplitst in meerdere periodes van één of meerdere werkdag(en).
Artikel 24: Onbetaald verlof
Het personeelslid, met uitzondering van het statutair personeelslid op proef, kan in aanmerking komen
voor de volgende contingenten onbetaalde verloven:
1.
2.
24/07/2014
twintig werkdagen per kalenderjaar, te nemen in volledige of halve dagen en al dan niet
aaneensluitende perioden.
twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in periodes van minimaal één maand.
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 16 van 61
Het personeelslid richt zijn aanvraag voor het bekomen van onbetaald verlof tot de secretaris en stelt
de hiërarchisch verantwoordelijke(n) van de dienst ervan op de hoogte. De secretaris beslist over de
toekenning ervan. Het personeelslid hoeft geen reden op te geven voor de aanvraag van onbetaald
verlof.
Het onbetaald verlof is geen recht, maar wordt toegestaan als een gunstmaatregel, voor zover de
goede werking van de dienst daardoor niet in het gedrang komt.
Een eventuele weigering gebeurt op gemotiveerde wijze. In de gevallen dat het verlof wordt geweigerd
mag dit niet gebeuren omwille van het uit eigen beweging uitdrukkelijk meegedeelde of het door het
bestuur vermoede doel van het verlof.
Het onbetaalde verlof wordt opgenomen volgens de modaliteiten van het jaarlijks verlof.
Artikel 25: dienstvrijstellingen
Onder dienstvrijstelling wordt verstaan: de toestemming om gedurende de diensturen afwezig te zijn
voor een bepaalde duur met het behoud van zijn rechten, exclusief maaltijdcheques. De afwezigheid
wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Het personeelslid heeft recht op dienstvrijstelling in de volgende gevallen:
1. als vrijwilliger van een brandweerkorps of korps voor burgerlijke bescherming, voor dringende
hulpverlening;
2. als actieve vrijwilliger van het Rode Kruis of van het Vlaamse Kruis a rato van telkens maximaal vijf werkdagen per jaar;
3. bij het afstaan van beenmerg a rato van maximaal vier werkdagen per afname;
Deze dienstvrijstelling gaat in op de dag waarop de beenmergafstand in de verzorgingsinstelling plaatsvindt, en mag ten hoogste 4 werkdagen bedragen.
4. bij het afstaan van organen of weefsels voor de benodigde duur van de onderzoeken, de ziekenhuisopname en het herstel;
5. bij het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes: de nodige tijd en de verplaatsingstijd en dit
met een gecumuleerd maximum van 10 keer per jaar.
Als de nodige tijd gelden volgende gemiddelden:
 75 minuten voor bloedafname
 95 minuten voor afname van plasma
 145 minuten voor de afname van bloedplaatjes
Het personeelslid bewijst de afname door een attest op naam, uitgereikt door de instelling
waar de donatie is gebeurd, met vermelding van de duur van de donatie.
Deze dienstvrijstelling is niet van toepassing op het personeel tewerkgesteld in de diensten en
instellingen van het OCMW, zoals omschreven in art.1 van de RPR – diensten en instellingen.
6. de onbezoldigde deelname (als jurylid of als kandidaat) aan examens ingericht door het
OCMW-bestuur of andere openbare besturen;
7. oproeping naar een Militieraad, Herkeuringsraad of Recruteringscentrum;
8. oproeping voor de burgerlijke of militaire invaliditeitscommissie;
9. verhoor toegestaan door de hogere overheid;
10. oproeping voor de medische gezondheidsdienst of de arbeidsgeneeskundige dienst voor personeelsleden die niet in verlof zijn wegens ziekte.
Het personeelslid richt zijn aanvraag voor het bekomen van dienstvrijstelling tot de secretaris of de
hiërarchische verantwoordelijke van de dienst.
Elk verzoek om vrijstelling van de dienst gaat vergezeld van de oproeping in kwestie of het indienen
van de nodige bewijsstukken achteraf.
Het vrouwelijke personeelslid heeft recht op dienstvrijstelling in de volgende gevallen:
1. bij het geven van borstvoeding op het werk a rato van de benodigde tijd;
2. bij prenatale onderzoeken tijdens de diensturen gedurende de zwangerschap.
Het personeelslid dat als voorzitter, bijzitter of secretaris van een stembureau, een stemopnemingsbureau, of een hoofdstembureau optreedt bij de verkiezingen, heeft recht op dienstvrijstelling:
1. de dag van de verkiezingen, als hij dan moest werken;
2. als lid van een hoofdstembureau: de nodige tijd om de bij de kieswetgeving voorgeschreven
vergaderingen van de hoofdbureaus bij te wonen.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 17 van 61
Jaarlijks kent de secretaris één dag dienstvrijstelling toe op een welbepaalde dag.
De hierna gestelde regels zijn van toepassing op de deeltijdse personeelsleden die een vast uurrooster volgen. Wanneer de dag dienstvrijstelling valt op een activiteitsdag dan hebben zij recht op de
dienstvrijstelling zoals de voltijdse personeelsleden. Wanneer de dag dienstvrijstelling valt op een
inactiviteitsdag dan hebben zij geen recht op de dienstvrijstelling.
De hierna gestelde regels zijn van toepassing op de deeltijdse personeelsleden die een variabel uurrooster volgen in continudiensten. De dag dienstvrijstelling wordt omgezet in uren pro rata het arbeidsregime en wordt bij de jaarlijkse vakantie op de verloffiche genoteerd en kan opgenomen worden volgens de regeling voor de jaarlijkse vakantie.
Het personeelslid dat krachtens de arbeidsregeling die op hem van toepassing is, arbeidsprestaties
moet leveren op de donderdag van Aarschot-kermis, krijgt hiervoor dienstvrijstelling.
Artikel 26: overige afwezigheden
Andere mogelijke afwezigheden kunnen geraadpleegd worden in de respectievelijke rechtspositieregelingen.
Hoofdstuk 7 : LOON
Artikel 27: Berekening en uitbetaling van het salaris:
§1. Het jaarsalaris van het personeel is vastgelegd in salarisschalen, die bestaan uit:
1. een minimumsalaris
2. de salaristrappen, die het resultaat zijn van de periodieke verhogingen
3. een maximumsalaris
Het personeelslid wordt bezoldigd in de salarisschaal die verbonden is aan zijn graad en ontvangt een
loon dat overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit. Het loon van een deeltijds personeelslid wordt
vastgesteld in verhouding tot zijn prestaties.
§2. Het loon wordt maandelijks betaald vanaf de indiensttreding. Wanneer het loon niet volledig betaald moet worden voor een bepaalde maand wordt dit verdeeld in dertigsten. De uitbetaling gebeurt
door overschrijving via een financiële instelling naar keuze van het personeelslid. Elke wijziging van
het bankrekeningnummer of van de gezinssituatie dient tijdig doorgegeven te worden aan de persode
neelsdienst. Vastbenoemde personeelsleden worden maandelijks en vooruit betaald à rato van 1/12
van de jaarwedde op de laatste werkdag van de maand voorafgaand aan de maand waarop het betrekking heeft.
Contractuele werknemers en statutaire personeelsleden op proef worden uitbetaald volgens de wettelijke modaliteiten en uiterlijk op de laatste werkdag van de maand.
§3. Bij elke betaling van het loon ontvangt de werknemer een loonfiche waarop de netto-vergoedingen
alsmede de inhoudingen voorkomen. Op het loon van de werknemer mogen slechts de inhoudingen
worden verricht opgesomd in artikel 23 van de wet van 12/04/1965 betreffende de bescherming van
het loon der werknemers. Het in beslag nemen en/of overdragen van loon geschieden overeenkomstig de voorschriften van de wet van 12/04/1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers en binnen de grenzen vastgelegd bij de artikelen 1409 en volgende van het gerechtelijk wetboek.
Hoofdstuk 8 : VEILIGHEID EN HYGIENE
Artikel 28: geneeskundige onderzoeken
Behalve de geneeskundige onderzoekingen vereist voor de aanwerving of krachtens de wettelijke en
reglementaire bepalingen, kan het OCMW een personeelslid een geneeskundig onderzoek opleggen
(b.v. na ziekte of ingeval van epidemie) bij de door het OCMW georganiseerde geneeskundige dienst.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 18 van 61
Bovendien zijn de personeelsleden verplicht het radioscopisch of radiofotografisch onderzoek te ondergaan telkens de wettelijke en reglementaire bepalingen of de arbeidsgeneesheer dit voorschrijft.
Vernoemde onderzoeken gebeuren voor rekening van het OCMW.
De personeelsleden, die preventief moeten worden ingeënt, dienen zich op de hiervoor gestelde dag
te melden. Niemand mag zich aan deze verplichtingen onttrekken, tenzij mits voorlegging van een
bewijs door een andere geneesheer.
De raad van het OCMW kan op advies van de wettelijke en reglementaire bepalingen of de arbeidsgeneesheer de lijst van de preventieve inentingen uitbreiden wanneer daartoe gegronde redenen bestaan. De inentingen gebeuren voor rekening van het OCMW.
Artikel 29: voorschriften inzake veiligheid
Iedere werknemer moet in zijn doen en laten tijdens de arbeid, overeenkomstig zijn opleiding en de
door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen.
Daartoe moeten de personeelsleden vooral, overeenkomstig hun opleiding en de door de werkgever
gegeven instructies:
1. op de juiste wijze gebruik maken van machines, toestellen, gereedschappen, gevaarlijke stoffen, vervoermiddelen en de andere middelen en in voorkomend geval de verkeersregels respecteren;
2. op de juiste wijze gebruik maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen welke hun ter
beschikking zijn gesteld en deze na gebruik opbergen.
Naargelang van het geval worden bedoeld: werkkledij, beschermingskledij, ademhalingstoestellen, hoofddeksel, brillen of gelaatschermen, handschoenen of wanten, beschermingsschoeisel, beschermingsmiddelen voor het oor en beschermingsmiddelen tegen gevaarlijke
stralen of stoffen;
3. de specifieke veiligheidsvoorzieningen van met name machines, toestellen, gereedschappen,
installaties en gebouwen niet willekeurig uitschakelen, veranderen of verplaatsen en deze
voorzieningen op de juiste manier gebruiken;
4. de werkgever en de dienst voor preventie en bescherming of de arbeidsgeneesheer onmiddellijk op de hoogte stellen van iedere werksituatie waarvan zij redelijkerwijs kunnen vermoeden
dat deze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich
meebrengt alsmede van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen;
5. bijstand verlenen aan de werkgever, de dienst voor preventie en bescherming en de arbeidsgeneesheer zolang dat nodig is om hen instaat te stellen alle taken uit te voeren of aan alle
verplichtingen te voldoen die met het oog op de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk zijn opgelegd;
6. deelnemen aan de praktische brandblusoefeningen en andere (rampenplan);
7. cursussen of voordrachten i.v.m. veiligheid bijwonen.
Elke onveilige toestand moet onmiddellijk doorgegeven worden aan de preventieadviseur en zonodig
dienen onmiddellijk de eerste maatregelen getroffen te worden.
Elke vaststelling van verdwijning van persoonlijke bezittingen, bezittingen van bewoners, patiënten of
bezittingen van het OCMW, moet onmiddellijk worden aangegeven aan de personeelsdienst.
Het is verboden alcohol, drugs of andere verdovende of roesverwekkende middelen op de werkvloer
te brengen en te gebruiken vóór of tijdens de werkuren en pauzes.
Informatie over de personen verantwoordelijk voor het verstrekken van eerste hulp en de locaties van
de verbandkisten zijn terug te vinden in bijlage V.
Artikel 30: arbeids(weg)ongevallen
Het personeelslid dat tijdens de diensturen het slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, dient dit
onmiddellijk te melden aan de personeelsdienst en aan zijn hiërarchisch verantwoordelijke.
Het personeelslid dat op de weg van en naar het werk het slachtoffer wordt van een arbeidswegongeval zal bovendien, indien mogelijk, zorgen voor één of meerdere getuigen, behalve indien orde- of
hulpdiensten zijn opgetreden.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 19 van 61
Het arbeids(weg)ongeval dient onmiddellijk en ten laatste de eerst volgende werkdag, aan de personeelsdienst gemeld te worden, ook al heeft dit ongeval geen arbeidsongeschiktheid tot gevolg. Het
personeelslid verschaft de personeelsdienst alle de nodige inlichtingen voor het invullen van de aangifte van het ongeval. Elke afwezigheid wegens een arbeids(weg)ongeval dient verantwoord te worden met een doktersattest.
Ingeval van een arbeids(weg)ongeval heeft het personeelslid de mogelijkheid zijn verwondingen te
laten vaststellen en verzorgen, door een dokter of verzorgingsinstelling naar keuze en dit bij voorkeur
binnen de 24 uren na het ongeval.
Artikel 31: voorschriften inzake hygiëne en gezondheid
De personeelsleden zullen steeds voldoende aandacht besteden aan hun persoonlijke hygiëne en
uiterlijke verzorging.
De personeelsleden tewerkgesteld in de verzorging, onderhoud en de keuken passen de vereiste
maatregelen met betrekking tot MRSA preventie toe. Dit omvat onder meer: het kort houden van de
vingernagels, het verbod op het dragen van kunstnagels en nagellak, het verbod op het dragen van
ringen, armbanden, uurwerken of andere juwelen. De handen en polsen dienen steeds vrij te zijn,
zodat een grondige handhygiëne mogelijk is. Alle concrete richtlijnen inzake handhygiëne zijn steeds
ter beschikking van de werknemers. Wonden, huidbeschadigingen en permanente piercings worden
afgedekt met een waterbestendige pleister en indien nodig worden er handschoenen gedragen.
Handschoenen zijn verplicht bij rechtstreeks contact met voedsel. In een verzorgings- of onderhoudssituatie worden de haren bij elkaar gebonden. In de keuken is bovendien een hoofddeksel verplicht
dat de volledige haardos omsluit.
De werknemers gebruiken hun maaltijden in de daartoe aangeduide refters. Het is niet toegelaten in
de werkplaatsen of op diensten de maaltijden te gebruiken, tenzij met toelating.
Artikel 32: kledij
Alvorens de dienst aan te vatten trekt het personeelslid zijn dienstkledij aan en laat zich pas nadien
registreren via de prikklok om op het vastgestelde uur op zijn afdeling aanwezig te zijn. Tijdens de
diensturen draagt het personeelslid het uniform dat hem door het OCMW ter beschikking is gesteld.
Het uniform moet steeds proper zijn. Kledij mag alleen geborgen worden in de daartoe voorziene kasten. Gezien het kader van onze dienstverlening dient de eigen kledij eveneens proper te zijn en
smaakvol.
De kleerkasten, alsook het lokaal, dienen ordelijk te worden gehouden. Het personeelslid mag zich in
dienstkledij niet buiten de werkplaats begeven, behalve in opdracht. Het is verboden zich in de onmiddellijke nabijheid van machines en voeding op te schikken, van kleren te veranderen of deze neer te
leggen.
De door het OCMW aangeduide verantwoordelijke kan op ieder ogenblik de kleerkast onderzoeken in
het bijzijn van de betrokkene. Bij vermoeden van diefstal zullen ook de zakken en tassen kunnen
doorzocht worden in het bijzijn van de betrokkene en minstens 1 getuige.
Artikel 33: rookbeleid
Het is voor de personeelsleden verboden te roken in de gebouwen en de dienstwagens van het
OCMW en dit geldt zowel binnen als buiten de arbeidsuren. Ook voor de personeelsleden van de
thuisdiensten geldt een absoluut rookverbod tijdens de diensturen in de woningen van de cliënten.
Het roken is enkel toegestaan in open lucht tijdens de pauze. Er worden bijgevolg geen aparte pauzes
voorzien om te roken. Rokers worden geacht de plaatsen waar gerookt wordt, peukvrij achter te laten
en maken gebruik van de aanwezige asbakken. De hiërarchische verantwoordelijke ziet er op toe dat
het rookverbod correct wordt opgevolgd.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 20 van 61
Hoofdstuk 9 : BESCHERMING TEGEN GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK (= grensoverschrijdend gedrag)
Artikel 34: beginselverklaring
Onze organisatie waardeert de verscheidenheid aan medewerkers en streeft ernaar een omgeving te
creëren waarin alle werknemers hun kwaliteiten ten volle kunnen benutten door op een beleefde, respectvolle manier en met de nodige professionaliteit met elkaar om te gaan. Alle personeelsleden hebben het recht om met waardigheid te worden behandeld en zullen zich inzetten voor het welzijn van
het werk. Geen enkel ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk (OGGW) zoals daden van
geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag mag worden toegelaten of getolereerd. Wij willen
grensoverschrijdend gedrag voorkomen, het aanpakken indien het zich toch voordoet en schadelijke
gevolgen zo laag mogelijk houden.
Onder “geweld op het werk” wordt verstaan: elke feitelijke situatie waarin een werknemer psychisch of
fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Hiermee worden
met name bedoeld: gedragingen van fysieke of verbale agressie zoals scheldwoorden en beledigingen.
Onder ”Pesterijen op het werk” wordt begrepen: elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of
binnen de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een personeelslid bij de uitvoering
van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende,
vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Pesterijen kunnen
velerlei vormen aannemen: het isoleren van het slachtoffer, het slachtoffer verhinderen te communiceren, hem in kwaad daglicht stellen, diens gezondheid in het gedrang brengen, …
Onder ”Ongewenst seksueel gedrag op het werk” wordt begrepen: elke vorm van verbaal, niet-verbaal
of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou
moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk of dat
een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
Elk personeelslid dat meent het slachtoffer te zijn van een dergelijke daad, ongeacht de dader (werkgever, collega, cliënt, bewoner, leverancier, dienstverlener, bezoeker, enz.) heeft het recht om een
klacht in te dienen, en dit zonder vrees voor vergelding of tegenmaatregelen.
Artikel 35: mogelijkheden om een klacht in te dienen
§1. Interne kanalen aanspreken
Het slachtoffer van gewelddaden, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, kan in eerste
instantie de persoon aanspreken die het grensoverschrijdend gedrag stelt en vragen dit gedrag te
stoppen. In tweede instantie kan de werkgever of de leidinggevende worden aangesproken voor hulp
en/of advies met de vraag wel of niet tussen beiden te komen.
§2. Informele procedure
Lukt dit niet of is dit niet aangewezen, dan kan men voor een gesprek terecht bij de vertrouwenspersoon van het OCMW of bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. De werknemer vindt er een
luisterend oor en advies. Zo kan er melding gemaakt worden van de situatie zonder dat er verdere
stappen worden ondernomen of zo de werknemer toch verdere actie wil zal de vertrouwenspersoon
en/of de preventieadviseur trachten de partijen te verzoenen. Het verzoeningsproces met de aangeklaagde vereist eerst het akkoord van beide partijen.
Indien deze pogingen tot verzoening met de dader van het geweld, de pesterijen of het ongewenst
seksueel gedrag op het werk niet aangepast zijn aan de situatie, worden geweigerd of niet afdoend
blijken te zijn, kan het slachtoffer de procedure volgen die hieronder wordt beschreven.
§3. Formele procedure
Na een persoonlijk onderhoud met de vertrouwenspersoon of de externe preventieadviseur psychosociale aspecten kan het slachtoffer een met redenen omklede klacht neerleggen bij de externe preventieadviseur.
De klacht wordt ingeschreven in een gedateerd document dat de verklaring van het slachtoffer en de
getuigen en het resultaat van de bemiddeling bevat.
Een kopie van de gemotiveerde klacht wordt overgemaakt aan de werkgever. Het slachtoffer en de
getuigen ontvangen een kopie van hun verklaring.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 21 van 61
Onderzoek
De preventieadviseur onderzoekt volledig onpartijdig en in vertrouwen de klacht van het personeelslid
– slachtoffer en dit zo snel mogelijk vanaf de neerlegging van de klacht.
In het kader van dit onderzoek hebben zowel het slachtoffer als de beschuldigde het recht om te worden bijgestaan en/of om zich te laten vertegenwoordigen door een persoon naar keuze.
De adviseur bezorgt de werkgever voorstellen met aangepaste maatregelen die kunnen worden genomen en dit binnen een termijn van drie maanden vanaf de indiening van de met reden omklede
klacht.
Maatregelen
Wanneer een klacht wordt weerhouden, neemt de werkgever de nodige maatregelen teneinde een
einde te stellen aan de daden van geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag op het
werk en informeert de klager en de aangeklaagde hierover. Indien deze maatregelen de arbeidsvoorwaarden van de werknemer kunnen wijzigen, geeft de werkgever een afschrift van het advies van de
preventieadviseur mee en hoort hij deze werknemer indien gewenst. Blijkt het noodzakelijk dat één
van de partijen wordt overgeplaatst, dan moet het slachtoffer kunnen kiezen of hij zijn arbeidspost
wenst te behouden of wil overgeplaatst worden. De werkgever verbindt er zich toe een gelijkwaardige
functie in de onderneming te zoeken.
Wanneer de klacht niet wordt weerhouden (bijvoorbeeld bij gebrek aan bewijsmateriaal) kan eveneens
een overplaatsing of een reorganisatie van de arbeidsposten worden overwogen.
§4. Inschakelen van de dienst Toezicht Welzijn op het Werk
Indien de werkgever geen maatregel(en) heeft genomen of indien deze niet afdoend blijkt (blijken) te
zijn, doet de preventieadviseur, na akkoord van het slachtoffer, een beroep op het Toezicht Welzijn op
het Werk. De ambtenaar belast met het toezicht op de wet geweld, pesterijen en ongewenst seksueel
gedrag op het werk zal nogmaals de partijen proberen te verzoenen of naar een oplossing trachten te
zoeken. Hij doet hierbij opnieuw voorstellen tot maatregelen naar de werkgever.
§5. Gerechtelijke procedure
Indien ook deze poging mislukt zal een proces-verbaal worden opgemaakt en zal het dossier worden
overgemaakt aan de arbeidsauditeur die na een finale poging tot oplossing van het probleem de
werkgever en/of de aangeklaagde zal dagvaarden voor de correctionele rechtbank.
Artikel 36: bescherming tegen ontslag
Een personeelslid dat een klacht of een rechtsvordering heeft ingediend (of waarvoor een klacht of
een rechtsvordering werd ingediend) geniet bescherming tegen ontslag.
De werkgever mag immers geen einde stellen aan de arbeidsrelatie, noch eenzijdig de arbeidsvoorwaarden wijzigen, behalve omwille van redenen die vreemd zijn aan de klacht of de rechtsvordering.
Ook personeelsleden die optreden als getuigen in geschillen aangaande daden van geweld, pesterijen
of ongewenst seksueel gedrag op het werk genieten deze bescherming tegen ontslag.
De beschermingsperiode eindigt 12 maanden na het indienen van de klacht of het afleggen van de
getuigenverklaring of 3 maanden na de datum waarop het vonnis een definitief karakter krijgt.
Elke personeelslid dat op een duidelijk misleidende wijze een klacht indient of een getuigenis aflegt
(bv. om aan een ontslagmaatregel te ontsnappen waarvan hijzelf het voorwerp uitmaakt) kan één van
de volgende sancties worden opgelegd zoals omschreven in hoofdstuk 10, dit onverminderd een ontslagmaatregel en sancties die kunnen voortvloeien uit een burgerlijke en/of strafrechtelijke rechtsvordering (art. 443 van het strafwetboek):
Het personeelslid dat een dergelijke sanctie werd opgelegd, heeft het recht beroep aan te tekenen.
Artikel 37: sancties
Onverminderd een ontslagmaatregel en sancties die kunnen resulteren uit een strafrechtelijke rechtsvordering ingesteld door het slachtoffer (art. 442bis van het Strafwetboek), kan de persoon die zich
schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag één van de sancties
worden opgelegd zoals omschreven in hoofdstuk 10
De werknemer die een dergelijke sanctie werd opgelegd, heeft het recht beroep aan te tekenen via
de vakbondsafvaardiging.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 22 van 61
Artikel: 38: externen
Verklaringen van personeelsleden die menen het slachtoffer te zijn van feiten van geweld, pesterijen
en ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de organisatie, bv. klanten of leveranciers, worden genoteerd en opgenomen in een speciaal register dat zich op de personeelsdienst bevindt. Alleen de werkgever – de preventieadviseur, de vertrouwenspersoon en de inspecteurs van Toezicht op het welzijn op het werk hebben toegang tot dit register.
Vanaf 01/09/2014 zijn de wetten van 28/02/2014 en 28/03/2014 en het KB van 10/04/2014
van toepassing
Hoofdstuk 10 : SANCTIES
CONTRACTUELE PERSONEELSLEDEN
Voor contractuele personeelsleden die tekortkomen in hun verplichtingen bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, kunnen sanctionerende maatregelen worden genomen door de aanstellende
overheid. De contractuele personeelsleden kunnen in beroep gaan tegen de sancties bij de arbeidsrechtbank.
Artikel 39: Inbreuken
§1. De volgende inbreuken kunnen gesanctioneerd worden :
1. het herhaaldelijk te laat komen of te vroeg vertrekken;
2. ongeoorloofd gebruik van het tijdsregistratiesysteem;
3. het laattijdig verwittigen bij afwezigheden en andere inbreuken inzake de ziekteverzuimbepalingen;
4. ongerechtvaardigde afwezigheid na schriftelijke ingebrekestelling;
5. dronkenschap, alcoholintoxicatie, druggebruik en ander middelenmisbruik;
6. het plegen van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag of het misbruik maken van
de procedure betreffende grensoverschrijdend gedrag;
7. diefstal;
8. het opzettelijk schade toebrengen aan machines, werkmateriaal en gebouwen;
9. het opstellen van valse verklaringen, onkostennota’s of medische attesten;
10. inbreuken ten aanzien van de wet op de Kruispuntbank;
11. inbreuken op de rechtspositieregeling of dit arbeidsreglement;
12. inbreuken op de deontologische code zoals opgenomen in bijlage I van dit arbeidsreglement
en in artikel 106 en verder van het OCMW decreet;
13. toevertrouwde arbeid weigeren uit te voeren in het redelijk kader van de dienstactiviteiten en
de functiefamilie en elke andere daad van insubordinatie;
14. het overtreden van elementaire veiligheids – en gezondheidsvoorschriften;
15. roken op plaatsen waar een rookverbod heerst;
16. het opzettelijk overtreden van de verkeersregels tijdens de diensturen;
17. het negeren van richtlijnen van het bestuur en/of de rechtstreeks leidinggevenden;
18. bezoek tijdens de werkuren aan plaatsen die geen verband houden met de dienstopdracht;
19. herhaalde of ernstige inbreuken op de gebruiksregels voor de elektronische communicatiemiddelen;
Deze lijst is niet limitatief.
§2. Onverminderd de toepassing van hetgeen werd bepaald in §1 kunnen ook sancties worden opgelegd indien contractuele personeelsleden hun beroepsplichten niet of onvoldoende naleven of indien
zij handelingen verrichten die de waardigheid van het ambt in het gedrang brengen.
Artikel 40: Sancties
De volgende sancties kunnen worden opgelegd :
1. mondelinge verwittiging
2. schriftelijke verwittiging
3. loonverlies
4. ontslag
Het verslag van deze sancties wordt gedetailleerd bijgehouden in het persoonlijk dossier van het berokken personeelslid.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 23 van 61
STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN
Voor het statutair personeel is de tuchtregeling van toepassing die geregeld wordt door de artikelen
117 tot en met 143 van het decreet betreffende de organisatie van de OCMW ’s van 19/12/2008 en
het Besluit van de Vlaamse Regering van 15/12/2006, zoals gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 15/05/2009 houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutair OCMWpersoneel.
Artikel 41: Inbreuken
Elke handeling of gedraging die een tekortkoming aan de beroepsplichten uitmaakt of die de waardigheid van het ambt in het gedrang brengt, alsook een overtreding van de rechtspositieregeling, is een
tuchtvergrijp en kan aanleiding geven tot een tuchtstraf.
Artikel 42: Tuchtstraffen en tuchtprocedure
§1. De volgende tuchtstraffen kunnen worden opgelegd:
1. de blaam
2. de inhouding van het salaris
De tuchtstraf inhouding van salaris mag een termijn van zes maanden niet overschrijden. Er
mag niet meer dan twintig procent van het jaarlijks brutosalaris worden ingehouden. Het
OCMW garandeert aan de betrokkene een nettosalaris dat gelijk is aan het bedrag van het
leefloon zoals dat bij wet wordt vastgesteld. In geval van deeltijdse prestaties wordt dat bedrag berekend evenredig met de omvang van de prestaties.
3. de schorsing
De schorsing wordt uitgesproken voor maximaal zes maanden. De schorsing heeft, zolang ze
duurt, verlies van salaris tot gevolg. Het OCMW garandeert aan de betrokkene een nettosalaris dat gelijk is aan het bedrag van het leefloon zoals dat bij de wet wordt vastgesteld. In geval
van deeltijdse prestaties wordt dat bedrag berekend evenredig met de omvang van de prestaties.
4. het ontslag van ambtswege
5. de afzetting
§2. Tuchtprocedure
De aanstellende overheid treedt op als tuchtoverheid en start het tuchtonderzoek op, dit wil zeggen
dat de tuchtoverheid aan de tuchtonderzoeker de opdracht geeft tot het voeren van een tuchtonderzoek, het opmaken van een tuchtverslag en de samenstelling van een tuchtdossier. Als de raad voor
maatschappelijk welzijn als tuchtoverheid optreedt, geeft hij de opdracht van tuchtonderzoeker aan de
secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Hetzelfde geldt als het vast bureau
als tuchtoverheid optreedt. Als de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
als tuchtoverheid optreedt, belast hij een leidinggevend personeelslid met het tuchtonderzoek, het
opstellen van het tuchtverslag en de samenstelling van het tuchtdossier. De tuchtoverheid brengt het
betrokken personeelslid onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing tot het opstarten van een
tuchtonderzoek, met vermelding van de aard van de feiten en de datum van vaststelling of kennisneming van de feiten.
Als tegen een personeelslid een strafrechtelijk of tuchtrechtelijk onderzoek loopt en zijn aanwezigheid
onverenigbaar is met het belang van de dienst, kan de tuchtoverheid het personeelslid preventief
schorsen bij wijze van ordemaatregel. De preventieve schorsing wordt uitgesproken voor een termijn
van maximaal vier maanden. Als er een strafrechtelijk onderzoek loopt, kan de overheid die termijn
voor perioden van maximaal vier maanden verlengen zolang de strafrechtelijke procedure duurt, op
voorwaarde dat het personeelslid daarover vooraf wordt gehoord. Als binnen de vermelde termijnen
geen tuchtstraf wordt opgelegd, vervallen de gevolgen van de preventieve schorsing.
Als tegen een personeelslid een strafrechtelijk of tuchtrechtelijk onderzoek loopt, kan de tuchtoverheid
die de preventieve schorsing uitspreekt, beslissen tot een inhouding van salaris. De inhouding van
salaris mag dan niet meer dan de helft ervan bedragen. Voor de tuchtoverheid beslist tot een preventieve schorsing, al dan niet met inhouding van salaris, hoort ze de betrokkene. In hoogdringende gevallen kan de tuchtoverheid de preventieve schorsing, al dan niet met inhouding van salaris, onmiddellijk uitspreken, met de verplichting het personeelslid binnen acht dagen na de uitspraak te horen over
de preventieve schorsing en, in voorkomend geval, over de inhouding van salaris. De preventieve
schorsing vervalt als ze niet wordt bevestigd binnen vijftien dagen nadat de betrokkene is gehoord.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 24 van 61
Als het tuchtonderzoek is afgerond wordt het tuchtverslag opgesteld dat minstens de ten laste gelegde
feiten bevat. De tuchtoverheid stelt een tuchtdossier samen dat alle stukken bevat die betrekking hebben op de ten laste gelegde feiten. Een tuchtstraf kan pas worden opgelegd nadat het personeelslid
en, in voorkomend geval zijn raadsman, de gelegenheid heeft gekregen om door de tuchtoverheid te
worden gehoord over alle feiten die hem ten laste worden gelegd. Voor de hoorzitting wordt het personeelslid op de hoogte gebracht van het tuchtverslag en wordt aan hem, en desgevallend aan zijn
raadsman, een kopie van het tuchtdossier bezorgd. De tuchtoverheid kan ambtshalve, op verzoek van
het personeelslid of zijn raadsman, getuigen horen. In dat geval heeft het verhoor van de getuigen
plaats in aanwezigheid van de betrokkene of van zijn raadsman. De hoorzitting, alsook de zittingen
waarop de getuigen worden gehoord, zijn niet openbaar, tenzij het betrokken personeelslid er zelf om
verzoekt. De getuige kan echter de beslotenheid van zijn getuigenverhoor op de hoorzitting vragen als
het personeelslid de openbaarheid heeft gevraagd. De tuchtoverheid mag zich te allen tijde laten bijstaan door een raadsman, behalve bij de beraadslaging en de stemming.
De betrokkene wordt van de beslissing van de tuchtoverheid op de hoogte gebracht met een aangetekende brief of met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs. In de kennisgeving van de
beslissing wordt melding gemaakt van de beroepsmogelijkheid bij de Beroepscommissie voor tuchtzaken en van de termijn waarbinnen het beroep kan worden aangetekend.
Hoofdstuk 11 : EINDE VAN DE TEWERKSTELLING
Artikel 43: Statutaire personeelsleden
§1. Het statutaire personeelslid kan zijn hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen naar aanleiding van:
1. een tuchtstraf;
2. de vervroegde pensionering om medische redenen of wegens invaliditeit.
§2. Ambtshalve wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van statutair personeelslid als:
1. de statutaire aanstelling onregelmatig werd bevonden binnen de termijn voor beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State of, als een zodanig beroep is ingesteld, tijdens de procedure;
2. het statutaire personeelslid niet meer voldoet aan de voor zijn functie geldende nationaliteitsvereiste, of de burgerlijke en politieke rechten niet meer geniet, of zijn medische ongeschiktheid voor de functie behoorlijk werd vastgesteld;
3. het statutaire personeelslid zonder geldige reden de werkpost verlaat of na een toegelaten
afwezigheid zonder geldige reden het werk niet hervat na meer dan tien kalenderdagen;
4. het statutaire personeelslid zich in een toestand bevindt waarin de toepassing van de burgerlijke wetten en van de strafwetten de ambtsneerlegging tot gevolg heeft.
In deze gevallen wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van statutair personeelslid zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding.
De termijn, vermeld in het eerste punt geldt niet in het geval van arglist of bedrog vanwege het
statutaire personeelslid. Het personeelslid van wie de aanstelling onregelmatig werd bevonden na
arglist of bedrog, wordt op staande voet ontslagen, ongeacht het tijdstip waarop die onregelmatigheid werd vastgesteld. Anderzijds krijgt het statutaire personeelslid van wie de onregelmatige
aanstelling niet te wijten is aan arglist of bedrog van zijn kant, een verbrekingsvergoeding. Het
bedrag van de verbrekingsvergoeding is gelijk aan het loon van drie maanden.
De aanstellende overheid stelt het verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid vast en
beslist tot ontslag van het betrokken personeelslid. Het personeelslid wordt vooraf gehoord.
Het ontslag wordt met een aangetekende brief betekend. De brief deelt de beslissing en de redenen
ervoor mee en vermeldt de ingangsdatum van het ontslag. Het ontslag gaat niet in met terugwerkende
kracht, maar gaat in op de datum vermeld in de ontslagbeslissing, en, als daarin geen datum vermeld
wordt, op de dag van de beslissing zelf.
Het vast aangestelde statutaire personeelslid wordt bij zijn ontslag geïnformeerd over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20/07/1991 houdende sociale en
diverse andere bepalingen.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 25 van 61
§3. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef:
1. het vrijwillige ontslag;
2. de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van het ongunstig evaluatieresultaat voor de eindevaluatie van de proeftijd.
§4. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde
statutaire personeelslid
1. het vrijwillige ontslag;
2. de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na een ongunstige evaluatie met als evaluatieresultaat geheel onvoldoende;
3. de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving;
4. het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.
In afwijking van het eerste lid, punt 4., kan de aanstellende overheid het vast aangestelde statutaire
personeelslid na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek van de aanstellende overheid of op verzoek van het personeelslid.
In het eerste geval is de uitdrukkelijke instemming van het personeelslid vereist. In het tweede geval is
de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met
hoogstens één jaar. Het betrokken personeelslid behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast aangesteld statutair personeelslid.
Het personeelslid dat vrijwillig ontslag neemt, stelt de aanstellende overheid daarvan schriftelijk in
kennis. De aanstellende overheid neemt kennis van het ontslag en brengt het personeelslid daarvan
schriftelijk op de hoogte. De datum waarop het statutaire personeelslid de dienst effectief verlaat,
wordt vastgesteld in onderling akkoord tussen het personeelslid en de aanstellende overheid waarbij
de opzeggingstermijn maximaal drie maanden mag bedragen.
Het statutaire personeelslid op proef dat wordt ontslagen wegens definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid heeft:
1. een opzeggingstermijn van veertien kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag waarop het ontslag werd betekend, als de proeftijd gelijk is aan of minder is dan drie maanden;
2. een opzeggingstermijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop het ontslag werd betekend, in alle andere gevallen.
Het ontslag wordt met een aangetekende brief, die de datum van uitwerking vermeldt, betekend.
Het ontslag wegens definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid van het vast aangestelde statutaire
personeelslid wordt met een aangetekende brief betekend. Daarbij wordt de datum van uitwerking
vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd over alle verplichtingen van bestuur en personeelslid
die voortvloeien uit de wet van 20/07/1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen.
De opzeggingstermijn bedraagt drie maanden en gaat in op de dag waarop het ontslag werd betekend. In onderling akkoord tussen het personeelslid en de aanstellende overheid kan deze opzeggingstermijn worden ingekort.
Artikel 44: Contractuele personeelsleden
De beëindiging van een arbeidsovereenkomst gebeurt volgens de modaliteiten van de Arbeidsovereenkomstenwet van 03/07/1978 en latere wijzigingen.
Overeenkomstig art.35 van deze wet, kan elke partij de overeenkomst zonder opzegging of voor het
verstrijken van de termijn beëindigen om een dringende reden die aan het oordeel van de rechter
wordt overgelaten en onverminderd alle eventuele schadeloosstellingen. Elk feit dat beschouwd wordt
als een ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt, kan aanleiding geven tot een onmiddellijke en definitieve beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Wanneer de ontslagen partij meent dat ze ten onrechte om een dringende reden werd ontslagen, kan hij aan de rechter beoordeling van de feiten vragen.
Binnen het OCMW worden onder andere de volgende handelingen beschouwd als ernstige tekortkomingen die een dringende reden voor ontslag uitmaken:
1. diefstal en plegen van andere misdrijven;
2. herhaaldelijke ongerechtvaardigde afwezigheden na verwittiging;
3. druggebruik, dronkenschap en ander middelenmisbruik;
4. niet respecteren van het beroepsgeheim;
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 26 van 61
5. het niet naleven van de elementaire veiligheidsmaatregelen;
6. openlijke ongehoorzaamheid of de weigering om de toevertrouwde arbeid uit te voeren;
7. opzettelijk schade toebrengen aan materiaal van het OCMW;
8. fraude inzake de tijdsregistratie, medische getuigschriften en onkostennota’s;
9. grensoverschrijdend gedrag;
Deze lijst in niet limitatief.
Dit arbeidsreglement werd gezien in de vergadering van het bevoegde onderhandelings- en overlegcomité van 27/05/2014 en goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24/07/2014.
De bijlagen maken integraal deel uit van dit arbeidsreglement.
Namens het OCMW,
Jan Maessen
Secretaris
24/07/2014
Julia Mellaerts
Voorzitter
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 27 van 61
BIJLAGE I: DEONTOLOGISCHE CODE VOOR ALLE MEDEWERKERS
Alle medewerkers van OCMW Aarschot verbinden zich er toe zich integer te gedragen volgens de
deontologische code die als basis dient voor onze kwalitatieve dienstverlening en het bereiken van
onze beleidsdoelstellingen.
Deze deontologische code is opgebouwd rond een aantal fundamentele waarden van het openbaar
ambt die bepalend zijn voor de werking van alle medewerkers, zowel contractuelen als statutairen,
arbeiders als bedienden en dit niet alleen naar cliënten en residenten toe maar ook naar leidinggevenden, medewerkers, collega’s, vrijwilligers en derden.
De volgende waarden worden als essentieel beschouwd:
Artikel 1: Klantgerichtheid
Onze cliënten verwachten een klantgerichte en professionele dienstverlening. Dat betekent dat we bij
elk cliëntencontact hoffelijk en respectvol zijn. We praten niet over andere cliënten, residenten en hun
familie en behandelen de mensen als volwaardige personen. We handelen dossiers of opdrachten
snel en efficiënt af. Indien we niet aan een termijn gebonden zijn dan handelen wij de opdracht af binnen een termijn die wij zelf als een goede dienstverlening zouden ervaren. Ook collega’s en andere
diensten zijn interne klanten. Bij meningsverschillen of klachten wordt de rechtstreeks leidinggevende
onmiddellijk op de hoogte gebracht volgens de richtlijnen van de klachtenprocedure van de dienst.
We hebben respect voor ieders levensopvatting, inzonderheid bij de stervensbegeleiding. Vanuit een
humane houding schenken wij de nodige aandacht aan een aangepaste begeleiding van personen
met een welbepaalde religieuze of filosofische overtuiging. We zorgen dat de privacy van elkeen bewaard blijft. Dit wil zeggen dat we discreet omgaan met o.a. medische en financiële gegevens.
We vermelden in elke contact duidelijk onze contactgegevens en gebruiken zowel mondeling als
schriftelijk een duidelijke en correcte taal. We zijn bereid te luisteren, geven heldere en volledige informatie en we bezorgen onze dienst een professioneel imago door bekwaamheid en initiatief te tonen. We zijn voor onze cliënten behulpzaam bij administratieve formaliteiten en verwijzen hen door
naar de juiste persoon of dienst als we hen niet zelf kunnen helpen.
Artikel 2: Objectiviteit en onpartijdigheid
Objectiviteit is in gelijke situaties op basis van dezelfde criteria iedereen gelijk behandelen ongeacht
filosofische, politieke of religieuze overtuigingen en ongeacht seksuele geaardheid, geslacht, leeftijd,
ras of herkomst. Elke vorm van discriminatie is verboden, zowel naar cliënten, leveranciers als naar
collega’s of vrijwilligers. Het gelijkheidsbeginsel wordt altijd en in alle omstandigheden nageleefd. Het
gelijkheidsbeginsel, zoals voorzien in de Grondwet en in internationale verdragen, sluit niet uit dat een
verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover voor
dat onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording bestaat en de goede werking van de
dienst nastreeft. Dat geldt trouwens niet alleen voor het vaststellen van afwijkingen; ook bij de normale
organisatie van de dienst moet absolute objectiviteit worden nagestreefd. Onze persoonlijke voorkeur
of engagement in een vereniging mogen geen weerslag hebben op de objectiviteit van het werk. Onze
eigen privébelangen beïnvloeden de uitvoering van onze opdracht niet. Indien dit niet kan gegarandeerd worden lichten wij de rechtstreeks leidinggevende in en geven we de opdracht door. Wij aanvaarden geen fooien, persoonlijke giften, meubels, geld, geschenken, waardenbons of andere voordelen. De thuiszorgmedewerkers bewaren voldoende afstand en hebben geen georganiseerd contact
met de cliënten buiten de werkuren zonder medeweten van de dienstverantwoordelijke of nemen geen
was en strijk mee naar huis. Wij laten ons niet beïnvloeden door tussenkomsten van derden in de
behandeling van onze dossiers. Wanneer er tussenkomsten door politieke mandatarissen, andere
medewerkers of derden worden vastgesteld wordt dit schriftelijk doorgegeven aan de secretaris en
opgenomen in het betreffende dossier. Niemand mag buiten de uitoefening van de functie betaald
advies verlenen in dossiers waarbij we zelf bij betrokken zijn. Cumulatie van activiteiten mag geen
belangenvermenging met zich meebrengen. De hoedanigheid van personeelslid is onverenigbaar met
de activiteiten waarvan sprake in artikel 109 van het OCMW decreet van 19/12/2008.
Artikel 3: Betrouwbaarheid
We stellen voorop dat al onze medewerkers te vertrouwen zijn en dat we rechtvaardig en correct handelen. Het besteden van bijzondere aandacht aan de maatschappelijk kwetsbaren is hiervan een
rechtstreeks gevolg. De verzorgenden van de thuisdiensten krijgen cash geld om boodschappen te
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 28 van 61
doen en rekenen nadien onmiddellijk af aan de hand van de originele rekening. Wij weigeren elke
rechtstreekse toegang tot de bankrekening van de cliënten, behoudens de rekeningen in het kader
van budgetbeheer waarvoor de cliënt volmacht gaf aan een maatschappelijk werker van het OCMW .
We hebben een voorbeeldfunctie, handelen eerlijk, consequent en in overeenstemming met de wet,
de regelgeving en alle beslissingen van de beleidsorganen van ons bestuur. Zolang beslissingen niet
zijn bekendgemaakt, geven wij geen informatie daarover aan derden en we gebruiken geen voorkennis om onszelf of kennissen te verrijken of te bevoordelen. Vertrouwelijke informatie wordt niet doorgegeven aan derden. We hebben respect voor elke medewerker, leidinggevende, vrijwilliger, cliënt en
leverancier en doen of zeggen niets wat iemand anders als een inbreuk op zijn waardigheid kan beschouwen. Elke vorm van grensoverschrijdend gedrag zoals pesten, agressie, fysisch en psychisch
geweld, racisme, discriminatie en ongewenst seksueel gedrag, zowel door middel van woorden als
door feitelijke handelingen of gedragingen, is verboden.
Artikel 4: Loyaliteit en samenwerking
In ons handelen zijn we trouw aan en hebben we respect voor de democratische instellingen en hun
regelgeving. Dit betekent ook dat we de missie van ons OCMW zoals verwoord in het meerjarenplan
onderschrijven en onze handelingen en activiteiten hierop afstemmen. Wij bereiden het beleid met
kennis van zaken voor. Genomen beslissingen voeren we loyaal en constructief uit, ook al stroken ze
niet met ons eigen standpunt tenzij ze indruisen tegen een hogere rechtsorde. Hiertoe zetten wij onze
middelen en deskundigheid doelmatig in. Onze deskundigheid wordt gegarandeerd door gebruik te
maken van vormingsmogelijkheden en deel te nemen aan de supervisie- en werkvergaderingen zodat
onze kennis en vaardigheden verbeteren. Om opdrachten waar te maken streeft iedereen naar een
vlotte samenwerking, waarbij het belang van de organisatie centraal staat. We hebben respect voor
elkaar (leidinggevenden, medewerkers, bestuur en collega’s) en elkaars werk en doen niet aan discriminatie of neerbuigende kritiek. We communiceren correct met mekaar en verdedigen de belangen
van de organisatie naar derden toe. We houden geen informatie achter die de werking van onze organisatie kan schaden. We zijn alert voor fraude en corruptie en we geven vermoedens of constateringen onmiddellijk door aan de rechtstreeks leidinggevende of de secretaris. We bouwen aan een opbouwende en goede werksfeer, helpen collega’s waar nodig, nemen initiatief en komen onze afspraken tijdig na.
Artikel 5: Zorgvuldig en zuinig beheer van tijd en middelen
We waken in alle omstandigheden over het zorgvuldig en het zuinige beheer van de middelen die de
overheid ter beschikking heeft voor de uitvoering van haar diensten. De middelen die we gebruiken
zijn immers publieke middelen waardoor we verplicht zijn hiermee correct en voorzichtig om te gaan
als een goed huisvader. We maken geen onnodige kosten en berokkenen geen opzettelijke schade.
We zijn bereid om verantwoording af te leggen over het gebruik van die middelen. Omdat de middelen
dienen om het algemeen belang na te streven, gebruiken we ze met oog voor zuinigheid, efficiëntie en
effectiviteit. Materialen of middelen worden enkel gebruikt voor dienstgerelateerde doeleinden. Ongebruikte materialen en het toevertrouwde werkmateriaal geven we in goede staat terug aan de werkgever. Tijdens de diensttijd wijden we ons volledig en uitsluitend aan de activiteiten van het OCMW. We
maken geen gebruik van de situatie om boodschappen voor onszelf te doen of persoonlijke relaties
aan te knopen of te onderhouden met collega’s, cliënten of derden die verder gaan dan de professionele relatie in het kader van de uitoefening van de functie.
Artikel 6: Spreekrecht, spreekplicht en geheimhoudingsplicht
Elkeen heeft principieel spreekrecht en in een aantal gevallen ook spreekplicht. De gegeven informatie wordt correct, volledig en objectief gepresenteerd. Als medewerker van het OCMW kunnen we
voor de goede werking van onze diensten informatie uitwisselen, ideeën toetsen en standpunten verdedigen met collega’s, leidinggevenden en medewerkers. Inhoudelijke kritiek kan op voorwaarde dat
dit op een respectvolle manier gebeurt. Zo’n soepele communicatie is ook een plicht, want ze draagt
bij tot een goede werking van de organisatie en evenwichtige beslissingen. Bij onregelmatigheden
geldt spreekplicht en wordt de leidinggevende onmiddellijk op de hoogte gebracht.
We hebben het recht om cliënten en zorgvragers op eigen initiatief informatie te verschaffen en als ze
om informatie vragen is het onze plicht om die informatie te bezorgen en toe te lichten onder de voorwaarde dat we geen vertrouwelijke informatie verschaffen en ons aan de geheimhoudingsplicht houden. In onze contacten met cliënten en leveranciers vertegenwoordigen wij het OCMW en beperken
wij ons tot duidelijke objectieve en neutrale informatie over de feiten. Alles wat we vernemen of aan
ons wordt toevertrouwd aangaande onze collega’s, cliënten, vrijwilligers, residenten of familie, houden
we vertrouwelijk.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 29 van 61
Als iemand van de pers met u contact opneemt over dienstaangelegenheden, verwijst u door naar de
secretaris.
Als privépersoon bent u vrij om buiten de diensturen te publiceren, voordrachten te houden of op
een andere manier derden te informeren over de domeinen waarin u ervaring hebt opgebouwd. U
hebt als privépersoon ook het recht om buiten de diensturen tegenover derden uw politieke overtuiging te uiten, een openlijk standpunt in te nemen en om kritiek te geven op een overheid maar maak
dan wel duidelijk dat u in eigen naam spreekt en niet namens het bestuur.
Het spreekrecht wordt echter beperkt door het beroepsgeheim, de discretieplicht en de plicht tot gereserveerdheid. De geheimhoudingsplicht heeft betrekking op gegevens over het intern beraad, zolang
de beslissing niet is genomen, gegevens die geheim zijn of door de leidinggevende als dusdanig
wordt gedefinieerd, medische, fiscale, sociale of andere gegevens uit de persoonlijke levenssfeer van
collega’s, zichzelf, cliënten en hun familie en vertrouwelijke commerciële, industriële of intellectuele
gegevens. Gereserveerdheid betekent dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de waardigheid van
ambt en mens en het vertrouwen van het publiek in ons OCMW niet geschaad mag worden.
De geheimhoudingsplicht is ondergeschikt aan grondwettelijke, wettelijke of decretale bepalingen die
tot spreken verplichten.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 30 van 61
BIJLAGE II: UURROOSTERS
Artikel 1
De volle dagprestatie bedraagt 07u36 (=7,60). Een halve dagprestatie bedraagt 03u48 (=3,80). Een
dag of een gedeelte van een dag afwezigheid wordt afgerekend in uren. Voor prestaties langer dan 6u
wordt er een onbetaalde middagpauze van minimaal 30 minuten aangerekend. De gewone dagen van
inactiviteit zijn zaterdagen, zondagen en feestdagen (behalve voor de personeelsleden van het woonzorgcentrum die in continudiensten werken en/of een wisselend uurrooster hebben en uitzonderlijk de
medewerkers van de thuiszorg) en de jaarlijkse vakantiedagen.
Wanneer het werkrooster variabel is zullen de dagelijkse werkroosters ten minste 5, maar bij voorkeur
14 werkdagen vooraf ter kennis worden gebracht van de werknemers.
Artikel 2
Er wordt een dienstvrijstelling toegestaan van een half uur per week voor een voltijds werknemer.
Voor de deeltijdse werknemers wordt dit geprorateerd.
Artikel 3
Mogelijke arbeidsregimes voor deeltijdsen:
de
4/5 prestaties
Werken conform het regime van toepassing voor de voltijdsen en de keuze uit:
- één dag per week niet werken
- twee halve dagen per week niet werken
de
- alle dagen 4/5 werken zijnde 6u05 (=6,08 en enkel voor sommige functies in het woonzorgcentrum)
1/2 - prestaties
- voormiddag niet werken
- namiddag niet werken
- combinatie tussen 1 en 2 mits een vast stramien
- 2 volle dagen en één halve dag werken
Artikel 4: personeel dat ressorteert onder het systeem van glijdende werktijden
Onder “stamtijd” wordt verstaan: de werkuren waarop het personeelslid in principe op de dienst zelf
verplicht aanwezig moet zijn.
Onder “glijtijd” wordt verstaan: de werktijden waarbinnen het tijdstip van het begin en einde van de
dagelijkse prestaties naar keuze van het personeelslid kan worden bepaald mits inachtneming van de
vereisten van de dienst.
1. Interne Zaken (excl werkmannen), Financiën, Secretariaat – Statiestraat 3
VOLTIJDSEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
08u00 - 08u45
08u45 - 11u45
11u45 - 13u15 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u15 - 16u00
16u00 - 17u30 (vrijdag tot 16u30)
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
HALFTIJDSEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
24/07/2014
za
zo
08u20 - 08u45
08u45 - 11u45
11u45 - 12u15 (BIJ HALVE DAGEN)
11u45 - 13u15 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE BIJ VOLLEDIGE DAGEN)
13u15 - 16u00
16u00 - 17u10 (vrijdag tot 16u30)
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 31 van 61
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
4/5DE PRESTATIES
Een combinatie van bovenstaande uurregelingen met 1 vrije dag of 2 halve dagen:
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
2. Maatschappelijk Welzijn – Bekaflaan 31A
2.1.
Administratie
Zie punt 1.
2.2.
Maatschappelijk werkers
Zie punt 1.
De aanwezigheden op het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst worden verrekend volgens de
gepresteerde uren.
3. Ouderenzorg
3.1. Thuiszorgdiensten - Zorgloket - Begijnhof 21
ADMINISTRATIE
Zie punt 1.
3.2. Dagverzorgingscentrum - Begijnhof 21
COÖRDINATOR
Glijtijd:
08u00 - 10u00
Stamtijd:
10u00 - 11u30
Glijtijd:
11u30 - 13u30 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
Stamtijd:
13u30 - 15u00
Glijtijd:
15u00 - 18u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
3.3. Woonzorgcentrum Sint-Rochus - Albertlaan 2
3.3.1.
ADMINISTRATIE
VOLTIJDSEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
24/07/2014
08u00 - 08u45
08u45 - 11u45
11u45 - 13u15 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 32 van 61
Stamtijd:
Glijtijd:
13u15 - 16u45 (vrijdag tot 16u00)
16u45 - 17u30 (vrijdag 16u00 - 17u00)
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
HALFTIJDSEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
za
zo
08u20 - 08u45
08u45 - 11u45
11u45 - 12u15 (BIJ HALVE DAGEN)
11u45 - 13u15 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE BIJ VOLLEDIGE DAGEN)
13u15 - 16u45 (vrijdag tot 16u00)
16u45 - 17u10 (vrijdag 16u00 - 17u00)
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM za
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
week 1
x
x
x
x
week 2
x
x
x
x
x
x
zo
x
x
x
4/5DE PRESTATIES
Zie voltijds uurrooster met 1 vrije dag per week
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3.3.2.
za
zo
DIENSTHOOFD BEWONERSZORG + KINESISTEN + ERGOTHERAPEUT + ORTHOPEDAGOOG
VOLTIJDSEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
08u00 - 08u30
08u30 - 11u30
11u30 - 13u00 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u00 - 16u00
16u00 - 17u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
za
zo
4/5DE PRESTATIES
Zie voltijdse uurrooster met 1 vrije dag per week
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 33 van 61
3.3.3.
ANIMATIE
VOLTIJDSEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
07u30 - 09u00
09u00 - 11u30
11u30 - 13u30 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u30 - 16u00
16u00 - 18u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
HALFTIJDSEN
Een combinatie van voltijdse dagen zoals voorafgaand beschreven en halve dagen:
Glijtijd:
07u30 - 09u00
Stamtijd: 09u00 - 11u30
Glijtijd:
11u30 - 13u00 (BIJ HALVE DAGEN)
Glijtijd:
11u30 - 13u30 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE BIJ VOLLEDIGE DAGEN)
Stamtijd: 13u30 - 16u00
Glijtijd:
16u00 - 18u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3.3.4.
zo
za
zo
VERANTWOORDELIJKE ONDERHOUD
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
08u00 - 08u45
08u45 - 11u45
11u45 - 13u15 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u15 - 16u00
16u00 - 19u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
HOOFDVERPLEEGKUNDIGEN
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
24/07/2014
za
06u45 - 09u00
09u00 - 12u00
12u00 - 13u00 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u00 - 16u00
16u00 - 17u30
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3.3.6.
zo
VERANTWOORDELIJKE KEUKEN EN DIËTIST
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
3.3.5.
za
07u00 - 08u45
08u45 - 11u45
11u45 - 13u15 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u15 - 16u00
16u00 - 21u10
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 34 van 61
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3.4.
za
zo
za
zo
Lokaal dienstencentrum - Statiestraat 24
CENTRUMLEIDING
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
Stamtijd:
Glijtijd:
08u00 - 08u45
08u45 - 12u00
12u00 - 13u30 (MINIMUM 30 MINUTEN MIDDAGPAUZE)
13u30 - 16u00
16u00 - 17u30 (vrijdag tot 16u30)
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
De aanwezigheden op avondactiviteiten worden verrekend volgens de gepresteerde uren.
Artikel 5: personeel dat niet ressorteert onder het systeem van glijdende werktijden
1. Interne Zaken: werkmannen facilitaire diensten
Bij een hittegolf (t.t.z. ten minste vijf dagen achtereen waarop de maximumtemperatuur 25°C of
meer bedraagt (=zomerse dagen) of waarbij ten minste op drie dagen de maximumtemperatuur
30°C of meer bedraagt (=tropische dagen)) kunnen de aankomst- en vertrektijden en de periode
verplichte aanwezigheid met 2u vervroegd worden op vraag van het bestuur.
VOLTIJDSEN
van 08u00 tot 12u00 en van 12u45 tot 16u15
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
HALFTIJDSEN
van 08u tot 11u45
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
za
zo
x
4/5DE PRESTATIES
Een combinatie van bovenstaande uurregelingen met 2 halve dagen
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
za
zo
2. Ouderenzorg
2.1. Gezinszorg: buitendienst
VOLTIJDSEN
van 08u30 tot 12u30 en van 13u30 tot 17u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
HALFTIJDSEN
van 08u30 tot 12u15
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 35 van 61
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
za
zo
4/5DE PRESTATIES
Een combinatie van voltijdse dagen en halve dagen zoals voorafgaand beschreven:
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
De personeelsleden moeten op de vastgestelde uren aanwezig zijn op het adres van de cliënten.
De prestatiestaten worden afgetekend door de cliënten. Wanneer de hulpverlening aan de cliënt
een andere regeling noodzakelijk maakt kan er gevraagd worden zaterdag of zondag te werken
i.p.v. en een weekdag. De uren worden gecompenseerd zoals beschreven in artikel 13 en artikel
19 van het arbeidsreglement.
2.2. Poetsdienst en aanvullende thuiszorg: buitendienst
VOLTIJDSEN
van 08u30 tot 12u00 en van 13u00 tot 17u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
za
zo
HALFTIJDSEN
van 08u30 tot 12u15
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
4/5DE PRESTATIES
Een combinatie van voltijdse dagen en halve dagen zoals voorafgaand beschreven:
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
za
zo
Pagina 36 van 61
De personeelsleden moeten op de vastgestelde uren aanwezig zijn op het adres van de cliënten.
De prestatiestaten worden afgetekend door de cliënten.
2.3. Bedeling warme maaltijden
VOLTIJDSEN
van 07u30 tot 13u30 en van 14u00 tot 15u30
van 09u00 tot 13u30 en van 14u00 tot 17u00
van 09u30 tot 13u30 en van 14u00 tot 17u30
van 09u45 tot 13u30 en van 14u00 tot 17u45
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
HALFTIJDSEN
van 09u45 tot 13u30
ma
x
di
x
wo
x
do
x
vr
x
za
zo
2.4. Dagverzorgingscentrum – Begijnhof 21
2.4.1.
ONDERHOUD
Van 08u00 tot 12u30 en van 13u00 tot 16u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
2.4.2.
of
za
VERPLEGEND EN VERZORGEND PERSONEEL
4/5DE PRESTATIES
M: morgendienst:
van 08u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 15u00
N: namiddagdienst: van 11u00 tot 12u30 en van 13u00 tot 17u30
80% ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
M
M
M
M
M
M
N
N
M
M
wk 1
N
wk 2
N
N
N
M
M
N
N
N
M
M
M
M
N
N
M
M
M
za
zo
za
zo
N
80% ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
N
N
N
N
N
N
M
M
N
N
wk 1
wk 2
zo
M
2.5. Woonzorgcentrum Sint-Rochus - Albertlaan 2
2.5.1
VERPLEGEND EN VERZORGEND PERSONEEL
OPEENVOLGENDE PLOEGEN MET VARIABELE UURROOSTERS INCL WEEKENDS
Het overzicht van de uurroosters wordt per afdeling uitgehangen en het uurrooster wordt
minstens 15 kalenderdagen op voorhand overhandigd aan de medewerkers.
VOLTIJDSEN
- morgendienst:
- avonddienst:
- nachtdienst:
24/07/2014
van 07u00 tot 11u30 en van 12u00 tot 15u00
van 13u10 tot 16u30 en van 17u tot 21u10
van 21u00 tot 07u00 met 30 minuten pauze
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 37 van 61
HALFTIJDSEN
- morgendienst: van 07u00 tot 11u00 met 15 minuten pauze
- avonddienst:
van 17u10 tot 21u10 met 15 minuten pauze
- nacht:
zie voltijdsen met vrije dagen
Personeelsleden die vóór 01/01/2011 in dienst waren kunnen ook voltijdse dagen werken,
gecombineerd met een halve dag en vrije dagen
4/5DE PRESTATIES
vijf werkdagen aan 80%:
- morgendienst: van 07u00 tot 11u30 en van 12u00 tot 13u30
- avonddienst:
van 14u40 tot 16u30 en van 17u tot 21u10
of van 14u30 tot 16u30 en van 17u tot 21u00
Personeelsleden die vóór 01/01/2011 in dienst waren kunnen ook voltijdse dagen werken,
afgewisseld met een vrije dagen
2.5.2.
KOK
4/5DE PRESTATIES
van 06u30 tot 12u30 en van 13u tot 14u30
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
2.5.3.
za
zo
KEUKENPERSONEEL MET VARIABELE UURROOSTERS INCL WEEKENDSHIFTEN
Het overzicht van de uurroosters wordt uitgehangen en het uurrooster wordt minstens
5 werkdagen op voorhand overhandigd aan de medewerkers rekening houdend met de
evenwichtige verdeling van morgen- en namiddagdiensten en weekends.
VOLTIJDSEN
- morgendienst:
- namiddagdienst:
van 06u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 14u30
van 09u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 17u30
4/5DE PRESTATIES
Een combinatie van voltijdse dagen en één vrije dag
2.5.4.
ONDERHOUDS- & AFWASPERSONEEL
VARIABELE UURROOSTERS MET WEERKEREND PATROON EN INCL WEEKENDSHIFTEN
VOLTIJDSEN
- M: morgen:
of
van 08u30 tot 12u00 en van 12u30 tot 16u30
van 08u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 16u30
van 09u00 tot 12u00 en van 12u30 tot 17u00
van 09u00 tot 12u30 en van 13u00 tot 17u00
- N: namiddag:
van 11u30 tot 13u00 en van 13u30 tot 19u30
of
van 11u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 19u30
weekend morgendienst:
van 07u30 tot 11u15
weekend namiddagdienst: van 11u30 tot 13u00 en van 13u30 tot 19u30
of van 11u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 19u30
ma
VT
VM
wk 1 M
ma
NM
M
wk 2
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
vr
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
wk 3
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 4
N
N
N
N
N
N
N
N
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
N
N
N
N
Pagina 38 van 61
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
N
ma
NM
N
di
VM
N
di
NM
N
wo
VM
N
wo
NM
N
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
N
vr
NM
N
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
wk 5
wk 6
N
ma
VM
wk 1 N
wk 2 M
VT
wk 3
wk 4
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 5
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
ma
NM
M
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
M
vr
NM
M
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 6
ma
VM
wk 1 M
wk 2 N
VT
wk 3
wk 4
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 5
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
vr
NM
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
wk 6
ma
VT
VM
wk 1 M
ma
NM
M
wk 2
wk 3
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 4
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
ma
NM
N
di
VM
N
di
NM
N
wo
VM
N
wo
NM
N
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
vr
NM
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
wk 5
wk 6
M
ma
VT
VM
wk 1 N
wk 2
wk 3
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 4
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
ma
NM
N
di
VM
N
di
NM
N
wo
VM
N
wo
NM
N
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
vr
NM
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
wk 5
wk 6
M
ma
VT
VM
wk 1 N
wk 2
wk 3
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 4
M
M
M
M
M
M
M
M
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
N
N
N
N
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
N
N
N
N
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
N
N
N
N
Pagina 39 van 61
wk 5
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 6
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
VT
ma
VM
ma
NM
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
M
vr
NM
M
wk 2
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 3
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
wk 1
wk 4
wk 5
N
N
M
M
M
M
M
M
wk 6
N
N
N
N
N
N
N
N
ma
VM
ma
NM
di
VM
N
di
NM
N
wo
VM
N
wo
NM
N
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
N
vr
NM
N
wk 2
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 3
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
VT
wk 1
wk 4
wk 5
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 6
M
M
M
M
M
M
M
M
VT
ma
VM
ma
NM
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
M
vr
NM
M
wk 2
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 3
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 1
wk 4
wk 5
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 6
N
N
N
N
N
N
N
N
ma
VM
ma
NM
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
M
vr
NM
M
wk 2
N
N
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 3
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
VT
wk 1
wk 4
wk 5
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 6
N
N
N
N
N
N
N
N
ma
NM
M
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
ma
VT
VM
wk 1 M
wk 2 N
wk 3
24/07/2014
vr
VM
M
M
vr
NM
M
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
M
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 40 van 61
wk 4
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 5
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
wk 6
M
M
N
N
N
N
N
N
HALFTIJDSEN
- M: morgendienst :
van 08u30 tot 12u15
van 09u00 tot 12u45
- N: namiddagdienst:
van 15u45 tot 19u30
of hele dagen zoals het voltijds uurrooster met vrije dagen afgewisseld met vrije dagen
weekend morgendienst:
van 07u30 tot 11u15
weekend namiddagdienst: van 11u30 tot 13u00 en van 13u30 tot 19u30
of van 11u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 19u30
of
ma
50% VM
ma
NM
wk 1
wk 2
N
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
N
M
wk 3
M
N
wk 4
wk 5
M
M
wk 6
N
N
ma
50% VM
ma
NM
di
VM
di
NM
wk 1
wk 2
M
M
wk 3
N
N
wk 5
N
N
wk 6
M
M
ma
NM
wk 1
wk 2
N
N
wk 3
M
M
wk 4
N
N
wk 5
M
M
wk 6
ma
50% VM
do
NM
M
N
N
M
M
N
N
N
wo
VM
N
wo
NM
N
do
VM
di
NM
M
N
di
VM
di
NM
vr
NM
za
VM
za
NM
M
N
N
M
M
vr
VM
N
vr
NM
N
M
M
N
zo
VM
zo
NM
M
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
M
N
wo
VM
wo
NM
N
N
N
N
vr
VM
M
N
di
VM
M
do
NM
M
M
M
do
VM
do
NM
N
wk 1
wo
VM
M
wo
NM
M
wk 2
N
wk 3
wk 4
24/07/2014
ma
NM
do
VM
M
N
M
wk 4
ma
50% VM
wo
NM
N
N
do
VM
do
NM
M
vr
VM
M
vr
NM
M
M
M
N
N
M
M
vr
VM
M
vr
NM
M
N
N
N
M
M
M
M
N
N
N
N
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
M
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
Pagina 41 van 61
wk 5
M
M
wk 6
N
N
N
wo
VM
M
wo
NM
M
ma
50% VM
ma
NM
di
VM
di
NM
wk 1
wk 2
N
N
wk 3
M
M
wk 4
wk 5
M
M
wk 6
N
N
N
N
ma
NM
di
VM
N
di
NM
N
ma
50% VM
wk 1
wk 2
wk 3
M
M
wk 4
M
M
wk 5
M
M
wk 6
M
ma
50% VM
wk 1 N
wk 2 M
di
VM
M
wk 4
M
M
wk 5
M
M
wk 6
ma
NM
N
wk 4
M
N
do
VM
do
NM
vr
VM
M
vr
NM
M
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
wo
VM
wo
NM
M
M
do
VM
N
vr
VM
vr
NM
M
N
N
M
M
M
M
wo
VM
N
M
M
M
di
VM
di
NM
N
N
wo
NM
N
do
NM
N
M
M
M
do
VM
do
NM
M
M
M
wk 2
wk 3
N
M
M
wk 3
ma
50% VM
wk 1 N
di
NM
M
M
M
ma
NM
N
M
wo
NM
do
VM
N
do
NM
N
M
M
M
M
N
M
M
N
N
vr
VM
N
vr
NM
N
M
M
N
N
M
M
vr
VM
vr
NM
N
N
M
wk 5
N
N
N
N
wk 6
M
M
M
M
di
VM
di
NM
vr
VM
vr
NM
N
N
N
N
ma
50% VM
wk 1 M
ma
NM
M
wk 2
wk 3
M
M
wk 4
N
N
24/07/2014
wo
VM
wo
NM
N
N
do
VM
M
M
do
NM
M
za
NM
M
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
zo
VM
M
M
M
M
za
VM
M
za
NM
M
M
wo
VM
za
VM
za
VM
zo
VM
M
zo
NM
zo
NM
M
za
NM
zo
VM
M
M
M
M
zo
NM
za
VM
M
za
NM
zo
VM
M
zo
NM
N
N
N
N
za
VM
M
za
NM
zo
VM
M
zo
NM
N
N
N
N
Pagina 42 van 61
M
wk 5
wk 6
N
M
N
N
N
M
M
4/5DE PRESTATIES
Een combinatie van voltijdse dagen en één vrije dag of twee halve dagen zoals voorafgaand
beschreven
ma
80% VM
wk 1 N
wk 2 M
ma
NM
N
di
VM
N
di
NM
N
wo
VM
wo
NM
M
M
M
M
M
N
N
wk 3
wk 4
M
M
M
M
wk 5
N
N
N
N
M
M
ma
NM
di
VM
di
NM
wk 6
ma
80% VM
wk 1
wk 2
M
M
M
M
wk 3
N
N
N
N
wk 4
N
wo
VM
N
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
N
vr
NM
N
N
N
N
N
M
M
M
M
N
wo
NM
N
N
N
M
M
M
M
M
M
do
VM
N
do
NM
N
vr
VM
N
vr
NM
N
M
M
M
M
M
M
N
N
M
N
N
N
N
wk 6
M
M
M
M
M
M
ma
NM
N
di
VM
N
di
NM
N
wo
VM
N
wo
NM
N
do
VM
do
NM
vr
VM
vr
NM
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
wk 2
wk 3
N
N
N
N
wk 4
M
M
M
M
wk 5
wk 6
M
ma
80% VM
wk 1 M
wk 2 N
M
N
N
M
M
M
ma
NM
M
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
wo
NM
N
N
N
N
N
M
M
M
M
wk 3
wk 4
N
N
N
N
wk 5
M
M
M
M
wk 6
M
N
N
N
M
M
M
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
M
vr
NM
M
N
M
M
M
M
N
N
N
N
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
N
N
N
N
za
VM
za
NM
zo
VM
zo
NM
N
N
N
N
N
N
N
za
NM
M
wk 5
ma
80% VM
wk 1 N
N
za
VM
M
M
N
N
M
N
M
N
Of vijf werkdagen aan 80%:
- M: morgendienst: van 08u30 tot 12u00 en van 12u30 tot 15u00 (van ma t.e.m. vrijdag)
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 43 van 61
of
van 08u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 15u00 (van ma t.e.m. vrijdag)
van 09u00 tot 12u00 en van 12u30 tot 15u30 (van ma t.e.m. vrijdag)
van 09u00 tot 12u30 en van 13u00 tot 15u30 (van ma t.e.m. vrijdag
- N: namiddagdienst: van 13u00 tot 16u45 en van 17u15 tot 19u30 (van ma t.e.m. vrijdag)
weekenddienst zie uurrooster voltijdsen
80%
ma VM
M
wk 1
ma
NM
M
wk 2
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
vr
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
wk 3
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 4
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
N
ma
NM
M
di
VM
M
di
NM
M
wo
VM
M
wo
NM
M
do
VM
M
do
NM
M
vr
VM
vr
NM
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
wk 5
N
wk 6
80%
ma VM
wk 1
M
wk 2
wk 3
M
M
M
M
M
M
M
M
wk 4
N
N
N
N
N
N
N
N
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
N
N
N
N
N
N
wk 5
N
wk 6
N
2.5.5.
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
N
N
N
N
za
VM
N
za
NM
N
zo
VM
N
zo
NM
N
M
M
KAPSTER
van 08u35 tot 12u30 en van 13u00 tot 16u35
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
2.5.6.
za
zo
za
zo
ANIMATIE-ASSISTENT
van 8u45 tot 12u00 en van 13u00 tot 17u15
van 9u30 tot 12u30 en van 13u00 tot 17u30
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
2.5.7.
LOGOPEDIST
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM
do NM
vr VM vr NM za zo
8u30- 13u
9u-13u
8u-11u
12u15-15u45 8u-11u45
2.6.
Assistentiewoningen Gesloten Hof - Begijnhof 21
ONDERHOUDSPERSONEEL
VOLTIJDSEN
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 44 van 61
van 08u30 tot 12u15 en van 13u00 - 16u45
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
za
zo
HALFTIJDSEN
voormiddag: van 08u30 tot 12u15
of namiddag van 13u00 tot 16u45
ma VM
wk 1
ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM za
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
wk 2
x
x
x
zo
x
2.7. Lokaal dienstencentrum - Statiestraat 24
VOLTIJDSEN
van 09u00 tot 12u30 en van 13u00 tot 17u00
ma
VM
x
ma
NM
x
di
VM
x
di
NM
x
wo
VM
x
wo
NM
x
do
VM
x
do
NM
x
vr
VM
x
vr
NM
x
za
zo
4/5DE PRESTATIES
van 09u00 tot 12u30 en van 13u00 tot 17u00
ma VM ma NM di VM di NM wo VM wo NM do VM do NM vr VM vr NM
x
x
x
x
x
x
x
x
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
za
zo
Pagina 45 van 61
BIJLAGE III:
REGLEMENT TIJDSREGISTRATIE
Artikel 1: toepassingsgebied
§1. Dit reglement is van toepassing op de personeelsleden van het OCMW – Aarschot
§2. Dit reglement is niet van toepassing voor de secretaris, financieel beheerder en departementshoofden.
Artikel 2: definities
§1. Onder “stamtijd” wordt verstaan:
de werkuren waarop het personeelslid in principe op de dienst zelf moet aanwezig zijn.
§2. Onder “glijtijd” wordt verstaan:
de werktijden waarbinnen het tijdstip van het begin en einde van de dagelijkse prestaties naar
keuze van het personeelslid kan worden bepaald mits inachtneming van de vereisten van de
dienst.
§3. Onder “badge” wordt verstaan:
Het registratiemiddel voor elektronische tijdsregistratie.
§4. Onder “daggemiddelde” wordt verstaan:
de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe het personeelslid behoort. Dit is
07u36 voor een voltijds personeelslid. Dit is een breukgewijze verhouding voor deeltijdse personeelsleden uitgedrukt per arbeidsdag.
§5. Onder “debet-/credituren” wordt verstaan:
de uren die respectievelijk minder of meer gepresteerd werden t.o.v. de gemiddelde dagprestatie
volgens het arbeidsregime waartoe men behoort.
Artikel 3: tijdsregistratie
§1. De personeelsleden die zich dagelijks moeten aanmelden bekomen een registratiebadge waarmee zij hun individuele arbeidstijd automatisch kunnen optekenen. Zij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het bezit en het gebruik van deze badge. Bij verlies of diefstal zullen zij dit onmiddellijk melden aan de personeelsdienst en zullen zij de kosten voor vervanging dragen.
Het gebruik van de registratiebadge is verplicht en deze geeft ook toegang tot de personeelsparking tijdens de werkuren.
§2. Het eventueel omkleden is geen arbeidstijd.
§3. De personeelsleden tewerkgesteld in andere locaties (dienst gezinszorg en poetsdienst) registreren hun individuele arbeidstijd op de daarvoor bestemde aanwezigheidsformulieren per
maand en laten deze aftekenen door het cliënteel van de thuisdiensten.
§4. Het is ten strengste verboden:
- de individuele arbeidstijd voor een ander personeelslid te registreren;
- zijn arbeidstijd te beginnen of te beëindigen zonder registratie.
- Fraude te plegen bij het registreren of door het manipuleren van het tijdsregistratiesysteem
Vastgestelde overtredingen zullen worden beschouwd als een zware tekortkoming aan de beroepsplicht en de daarbij passende sanctie tot gevolg hebben.
§5. Ieder personeelslid registreert zijn arbeidstijd 4 of 2 maal per dag naargelang zijn arbeidsregime.
§6. Indien het personeelslid in de onmogelijkheid verkeert te registreren dan dient een schriftelijke
verantwoording opgesteld te worden conform het modelformulier opgenomen als bijlage 1 van
dit reglement. Registratie van de aanwezigheden bij panne van de tikklok gebeurt op formulier
bijlage 2.
§7. Er is geen tijdsregistratie noodzakelijk bij het volgen van een vorming of afwezigheid ingevolge
een opdracht die meer dan een halve dag (voor halftijdsen) of een volle dag bedraagt. De toelating hiervoor moet gevraagd worden bij middel van formulier bijlage 3 van dit reglement.
§8. Personeelsleden die tijdens de diensturen de dienst moeten verlaten en zich daarvoor buiten het
gebouw waar zij tewerkgesteld zijn, moeten begeven, tikken “uit” en “in” en/of zij registreren dit
via het toegevoegde formulier 3 Aanvraag tot dienstvrijstelling dat wordt ondertekend door de
rechtstreeks leidinggevende. Deze regeling geldt niet voor:
de personeelsleden die hun dagelijkse dienstopdrachten bekomen via hun rechtstreekse
leidinggevende (facilitaire dienst - gezinszorg - poetsdienst - bedeling warme maaltijden);
de maatschappelijk werkers van het departement ouderenzorg en het begeleidend personeel van de thuisdiensten die huisbezoeken plannen in een agenda raadpleegbaar
door de rechtstreeks leidinggevende.
§8. Mogelijk te voorziene afwijkingen:
Prestaties die moeten verricht worden buiten de regeling van de dagelijkse dienstprestaties maar
die vooraf kunnen worden voorzien, worden niet beschouwd als buitengewone prestaties. Het ef24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 46 van 61
fectief aantal uren van dergelijke prestaties wordt verplaatst en in mindering gebracht van de
normale dagelijkse prestatie ofwel van de dag volgend op de dag of in onderling overleg met de
rechtstreeks leidinggevende op een andere dag binnen de maand van afwijking. Overdrachten
naar een volgende maand zijn niet toegelaten.
A.
GLIJDENDE WERKTIJDEN
Het systeem van de tijdsregistratie met glijdende werktijden heeft tot doel de personeelsleden, opgenomen in bijlage II – uurroosters artikel 4, in de mogelijkheid te stellen om binnen een bepaald schema het begin en het einde van de werkdag en van de middagpauze zelf te bepalen, dit naargelang
persoonlijke en familiale omstandigheden, doch steeds en bij voorrang rekening houdend met de vereisten van de dienst.
Om dit systeem technisch uitvoerbaar te maken werd elektronische apparatuur geïnstalleerd bestaande uit een aantal badgeterminals voor de individuele tijdsregistratie en een centrale eenheid voor beheer en toezicht (personeelsdienst).
Behalve deze technische ondersteuning zijn er enkele strikte richtlijnen nodig om een goede en vlotte
werking te waarborgen. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de volgende artikels.
Van alle betrokken personeelsleden wordt verwacht dat zij het systeem van de glijdende werktijden
correct toepassen volgens de voorschriften en de geest van dit reglement. Misbruiken geven aanleiding tot sancties.
Artikel 4: de werktijd voor voltijdsen
§1. Over een tijdsverloop van een maand moet ieder voltijds personeelslid een daggemiddelde van
07u36 gerealiseerd hebben.
§2. Een arbeidsdag bestaat uit glijtijd en stamtijd zoals opgegeven in bijlage II – uurroosters artikel 4.
De periodes van verplichte aanwezigheid zijn de stamtijden.
§3. De middagpauze bedraagt minimum 30 min. en dient genomen te worden in de glijtijd.
§4. Het gebruik van de vermelde uurroosters in bijlage II mag niet tot gevolg hebben dat de wekelijkse
arbeidstijd zoals voorgeschreven door de vigerende wetgeving wordt overschreden.
§5. Rekening houdende met de bijzondere verplichtingen die verbonden zijn aan bepaalde functies of
diensten, kan het bestuur afwijkende systemen opleggen i.v.m. werktijden (o.m. deelname aan officiële vergaderingen die op een al dan niet regelmatige basis plaats vinden en inherent zijn aan
de functie).
Artikel 5: de werktijd voor deeltijdsen
§1. Deeltijdse arbeid wordt toegestaan indien dit verenigbaar is met de goede werking van de dienst.
de
Als deeltijdse arbeid wordt beschouwd de 4/5 en 1/2-prestaties t.a.v. een voltijds tewerkgesteld
personeelslid.
Het arbeidsregime zoals voorzien in art. 3 van bijlage II - uurroosters is van toepassing.
§2. De keuze van arbeidsregime gebeurt op advies van de rechtstreeks leidinggevende in het kader
van de vereisten van de dienst.
Het personeelslid verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met de flexibiliteit in zijn arbeidsregeling. Dit
houdt in dat het toegekende werkschema in het belang van de dienst ten allen tijde kan herzien
worden en dat het personeelslid zich bijgevolg terzake nooit kan beroepen op een verworven
recht.
§3. Het opteren voor een deeltijdse functie kan een mutatie tot gevolg hebben.
Artikel 6: niet-gewerkte dagen
De feest- verlof- of ziektedagen worden gerekend aan de in artikelen 3 en 4 opgesomde daggemiddelden.
Artikel 7: tijdsregistratie
Het meermaals in- en uittikken tijdens de glijtijden wordt niet toegestaan behoudens voor dienstopdrachten.
Artikel 8: credit of debet
§1. Er wordt een afrekening van de arbeidstijden gemaakt op maandbasis voor ieder personeelslid.
Dit gebeurt op de laatste dag van de maand.
Voor deeltijdsen wordt bij de afrekening rekening gehouden met de gemiddelde arbeidsprestaties
conform het gekozen arbeidsregime.
§2. De individuele arbeidstijd per kalendermaand wordt bekomen door het optellen van het aantal
geregistreerde uren en het aantal uren gewettigde afwezigheid.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 47 van 61
Gewettigde afwezigheid tijdens de stamtijd wordt verrekend mits de personeelsdienst hiervan
vooraf in kennis wordt gesteld. De overdracht naar volgende maand bedraagt max. 07u36 of
03u48.
Credituren mogen in geen geval aanleiding geven tot het bijwinnen van verlofdagen.
Er is geen overdracht mogelijk van de te weinig gepresteerde uren: deze worden verrekend op
het verlofblad.
De verrekening van het aantal te werken uren en het aantal gewerkte uren gebeurt op het einde
van de maand.
Ongewettigde of niet meegedeelde afwezigheid tijdens de stamtijd wordt gesanctioneerd
Artikel 9: prestaties buiten de glijdende werktijden en aanvragen tot afwijking
§1. Principieel worden prestaties buiten de vastgestelde glijtijden niet beschouwd als gewerkte arbeidstijd.
§2. Uitzonderingen op §1 kunnen verantwoord worden via formulieren “prestaties buiten de glijdende
werktijden” zie formulier 1 in bijlage.
Deze formulieren dienen voor akkoord ondertekend te worden door de rechtstreeks leidinggevende en worden ter bekrachtiging voorgelegd aan de personeelsdienst.
Artikel 10: sancties
§1. Het personeelslid dat meer dan 07u36 credit per maand vormt, verliest deze uren. Minuren kunnen niet overgedragen worden naar de volgende maand en worden afgetrokken van het verlofblad.
§2. Bij ongewettigde of niet medegedeelde afwezigheid tijdens de stamtijd worden de ongewettigde
minuten verdubbeld.
§3. Het personeelslid dat niet in dienstkledij registreert zal gesanctioneerd worden met 10 minuten
straftijd.
De vaststelling kan gebeuren door de secretaris, de verantwoordelijke van de personeelsdienst,
de verantwoordelijke van het woonzorgcentrum en de dienstverantwoordelijken.
Deze geeft dit door aan de personeelsdienst via het formulier 1 in bijlage.
§4. Verzuim registratie: indien bij vergetelheid niet wordt in- of uitgetikt meldt het personeelslid dit
onmiddellijk aan de rechtstreeks leidinggevende. Latere meldingen, herhaling of kwaad opzet geven aanleiding tot aftrek van de niet geregistreerde tijd van de werkuren.
Deze melding gebeurt tevens via het formulier 1 in bijlage.
Misbruiken of fraude gepleegd bij het gebruik van het glijsysteem zullen ernstig gestraft worden.
Deze fouten worden beschouwd als zwaarwichtige redenen met gevolgen zoals bepaald in het
arbeidsreglement hoofdstuk 10 Sancties.
Artikel 11: controles
§1. Alle diensthoofden zullen regelmatig controles uitvoeren op de naleving van dit reglement en hun
bevindingen kenbaar maken aan de personeelsdienst.
§2. Vanuit elke instelling of dienst zal iedere dag tijdens het eerste uur van de dienst de afwezigheden van het personeel gemeld worden door het dienstverantwoordelijken aan de personeelsdienst.
Artikel 12: plichten van de dienstverantwoordelijken
§1. In het algemeen: toezicht uitoefenen op het correct gebruik van de glijdende werktijden.
§2. Misbruiken voorkomen in verband met het nemen van pauzes.
§3. Aanvragen voor het toekennen van een systeem dat afwijkt van het normale beoordelen en adviseren.
§4. De afwezigheden tijdens de glijtijd zodanig organiseren dat het normale verloop van de werkzaamheden niet in het gedrang komt en dat in bijzondere omstandigheden (vergadering, bespreking, enz.) een beroep kan worden gedaan op de personeelsleden die erbij betrokken zijn.
§5. Zorgen dat de nodige verantwoordingsformulieren, behoorlijk ingevuld en ondertekend door de
bevoegde personen, bezorgd worden aan de personeelsdienst.
B.
VASTE OF VARIABELE WERKTIJDEN ZONDER GLIJDENDE WERKTIJDEN
Ook van de personeelsleden die niet behoren tot het systeem van glijdende werktijden wordt
verwacht dat zij het systeem van registreren correct toepassen volgens de voorschriften en de geest
van dit reglement. Misbruiken geven aanleiding tot sancties.
De volgende artikels zijn van toepassing op de personeelsleden van het OCMW – Aarschot zoals
opgenomen in bijlage II artikel 5.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 48 van 61
Artikel 13: de werktijd voor voltijdsen
§1. De werktijden en pauzes liggen vast zoals opgenomen in bijlage II – uurroosters artikel 5.
§2. Het gebruik van de vermelde uurroosters in bijlage II mag niet tot gevolg hebben dat de wekelijkse
arbeidstijd zoals voorgeschreven door de vigerende wetgeving wordt overschreden.
§3. Rekening houdende met de bijzondere verplichtingen die verbonden zijn aan bepaalde functies of
diensten, kan het bestuur afwijkende systemen opleggen i.v.m. werktijden (o.m. deelname aan officiële vergaderingen die op een al dan niet regelmatige basis plaats vinden en inherent zijn aan
de functie).
Artikel 14: de werktijd voor deeltijdsen
§1. Deeltijdse arbeid wordt toegestaan indien dit verenigbaar is met de goede werking van de dienst.
de
Als deeltijdse arbeid wordt beschouwd de 4/5 en 1/2-prestaties t.a.v. een voltijds tewerkgesteld
personeelslid.
Het arbeidsregime zoals voorzien in art. 3 van bijlage II - uurroosters is van toepassing.
§2. Het daggemiddelde voor een deeltijds tewerkgesteld personeelslid wordt breukgewijze en per dag
berekend ten opzichte van een voltijds tewerkgesteld personeelslid.
§3. De keuze van arbeidsregime gebeurt op advies van de rechtstreeks leidinggevende in het kader
van de vereisten van de dienst.
Het personeelslid verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met de flexibiliteit in zijn arbeidsregeling. Dit
houdt in dat het toegekende werkschema in het belang van de dienst ten allen tijde kan herzien
worden en dat het personeelslid zich bijgevolg terzake nooit kan beroepen op een verworven
recht.
§4. Het opteren voor een deeltijdse functie kan een mutatie tot gevolg hebben.
Artikel 15: niet-gewerkte dagen
De feest- verlof- of ziektedagen worden gerekend aan de in artikelen 3 en 4 opgesomde daggemiddelden.
Artikel 16: tijdsregistratie
De uurroosters en pauzes zijn vastgelegd omdat de dienst dit impliceert.
Artikel 17: credit of debet
§1. Er wordt een afrekening van de arbeidstijden gemaakt op maandbasis voor ieder personeelslid.
Dit gebeurt op de laatste dag van de maand.
Voor deeltijdsen wordt bij de afrekening rekening gehouden met de gemiddelde arbeidsprestaties
conform het gekozen arbeidsregime.
§2. De individuele arbeidstijd per kalendermaand wordt bekomen door het optellen van het aantal
geregistreerde uren en het aantal uren gewettigde afwezigheid.
Gewettigde afwezigheid tijdens de stamtijd wordt verrekend mits de personeelsdienst hiervan
vooraf in kennis wordt gesteld. De overdracht naar volgende maand bedraagt max. 07u36 of
03u48.
Er is geen overdracht mogelijk van de te weinig gepresteerde uren: deze worden verrekend op
het verlofblad.
De verrekening van het aantal te werken uren en het aantal gewerkte uren gebeurt op het einde
van de maand.
Ongewettigde of niet meegedeelde afwezigheid tijdens de stamtijd wordt gesanctioneerd
Artikel 18: prestaties buiten de vaste of variabele werktijden en aanvragen tot afwijking
§1. Principieel worden prestaties buiten de vastgestelde uurroosters niet beschouwd als gewerkte
arbeidstijd.
§2. Uitzonderingen op §1 kunnen verantwoord worden via formulieren “prestaties buiten de glijdende
werktijden” zie formulier 1 in bijlage.
Deze formulieren dienen voor akkoord ondertekend te worden door de rechtstreeks leidinggevende en worden ter bekrachtiging voorgelegd aan de personeelsdienst.
Artikel 19: sancties
§1. Het personeelslid dat meer dan 07u36 credit per maand vormt, verliest deze uren. Minuren kunnen niet overgedragen worden naar de volgende maand en worden afgetrokken van het verlofblad.
§2. Bij ongewettigde of niet medegedeelde afwezigheid tijdens de stamtijd : worden de ongewettigde
minuten verdubbeld.
§3. Het personeelslid dat niet in dienstkledij registreert zal gesanctioneerd worden met 10 minuten.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 49 van 61
De vaststelling kan gebeuren door de secretaris, de verantwoordelijke van de personeelsdienst,
de verantwoordelijke van het woonzorgcentrum en de dienstverantwoordelijken.
Deze geeft dit door aan de personeelsdienst via het formulier 1 in bijlage.
§4. Verzuim registratie: indien bij vergetelheid niet wordt in- of uitgetikt meldt het personeelslid dit
onmiddellijk aan de rechtstreeks leidinggevende. Latere meldingen, herhaling of kwaad opzet geven aanleiding tot aftrek van de niet geregistreerde tijd van de werkuren.
Deze melding gebeurt tevens via het formulier 1 in bijlage.
Misbruiken of fraude gepleegd bij het gebruik van het glijsysteem zullen ernstig gestraft worden.
Deze fouten worden beschouwd als zwaarwichtige redenen met gevolgen zoals bepaald in het
arbeidsreglement hoofdstuk 10 Sancties.
Artikel 20: controles
§1. Alle diensthoofden zullen regelmatig controles uitvoeren op de naleving van dit reglement en hun
bevindingen kenbaar maken aan de personeelsdienst.
§2. Vanuit elke instelling of dienst zal iedere dag tijdens het eerste uur van de dienst de afwezigheden van het personeel gemeld worden door het dienstverantwoordelijken aan de personeelsdienst.
Artikel 21: plichten van de dienstverantwoordelijken
§1. In het algemeen: toezicht uitoefenen op het correct gebruik van de werktijden.
§2. Misbruiken voorkomen in verband met het nemen van pauzes.
§3. Aanvragen voor het toekennen van een systeem dat afwijkt van het normale beoordelen en adviseren.
§4. Zorgen dat de nodige verantwoordingsformulieren, behoorlijk ingevuld en ondertekend door de
bevoegde personen, bezorgd worden aan de personeelsdienst.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 50 van 61
OCMW AARSCHOT
Personeelsdienst
Formulier 1 : AFWIJKING TIJDSREGISTRATIE
DATUM:
NAAM EN VOORNAAM:
DEPARTEMENT:
INSTELLING:
DIENST:
Tijdsregistratie
Gelieve voor volgende prestaties de reden te vermelden en na ondertekening en datering terug
te bezorgen aan de personeelsdienst.
Datum:
Uren:
Reden:
Handtekening personeelslid
Handtekening diensthoofd/departementshoofd
Naam en voornaam:
Naam en voornaam:
Datum:
Datum:
(1)
(2)
(3)
(4)
Prestaties buiten het normaal arbeidsregime
Niet in- of uitgetikt
In (uit) en uit (in) tikken op hetzelfde moment
Boekingen tijdens de arbeidstijd
-10 minuten wegens niet in arbeidskledij tikken
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 51 van 61
OCMW AARSCHOT
Personeelsdienst
Formulier 2:
REGISTRATIE VAN DE AANWEZIGHEDEN IN GEVAL VAN PANNE TIKKLOK
DATUM:
NAAM EN VOORNAAM:
DEPARTEMENT:
INSTELLING:
DIENST:
Week:
Datum: aankomst vertrek aankomst vertrek
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Handtekening personeelslid
Handtekening diensthoofd/departementshoofd
Naam en voornaam:
Naam en voornaam:
Datum:
Datum:
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 52 van 61
OCMW AARSCHOT
Personeelsdienst
Formulier 3: Aanvraag tot dienstvrijstelling
Ondergetekende vraagt aan het OCMW van Aarschot om vrijstelling van dienst:
DATUM:
…………………………………..………………….
NAAM EN VOORNAAM:
……………………………………………………...
DEPARTEMENT:
…………..………………………………………….
INSTELLING:
……………………………….……………………..
DIENST:
………………………………………………………
DATUM VAN DE VRIJSTELLING:
……………………………………………..………..
UUR: VAN / TOT:
………………………………..……………………..
VERMOEDELIJK UUR VAN VERTREK:
………………………………………………………
VERMOEDELIJK UUR VAN TERUGKOMST: …………..…………………………………………
VERPLAATSING NAAR:
………………………………………………..…….
Aard van de vrijstelling:





workshop / seminarie / infosessie
interne / externe vorming
dienstreis
vergadering
andere
Omschrijving:
.. ..................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................
Kostprijs: ..................................................................................................................................................
(gelieve raming kosten, offerte en/of factuur bij te voegen)
Aard van de verplaatsing: eigen wagen / ander middel
De kosten (bus, metro- treintickets of reiswijzer) worden mits voorleggen van bewijzen terugbetaald.
Handtekening personeelslid
Handtekening diensthoofd/
departementshoofd
Voor akkoord,
Niet akkoord,
Handtekening secretaris
Voor akkoord,
Niet akkoord
Naam en voornaam:
Naam en voornaam:
Jan Maessen
Datum:
Datum:
Datum:
Handtekening
Personeelsdienst
ter kennisname
Datum:
Noot: de dienstvrijstelling kan slechts ingaan na een goedgekeurde aanvraag en kennisneming door
de personeelsdienst
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 53 van 61
BIJLAGE IV:
INTERN REGLEMENT VAN TERBESCHIKKINGGESTELDE COMMUNICATIEMIDDELEN
1 Doel en toepassingsgebied
Artikel 1
Dit reglement heeft tot doel het gebruik te regelen van elektronische communicatiemiddelen die door
het OCMW ter beschikking worden gesteld van haar werknemers bij de uitvoering van hun taken zelfs
indien de gebruiker in combinatie met communicatiemiddelen van het OCMW zijn/haar communicatiemiddelen gebruikt zoals bijvoorbeeld: gebruik van het e-mailadres van het OCMW vanaf een computer thuis, gebruik van een persoonlijk e-mailadres vanaf de werkplek bij het OCMW, toegang tot
gegevens bij het rijksregister vanaf de computer op de werkplek.
Artikel 2
Dit reglement is van toepassing op:
a) alle personeelsleden van het OCMW
b) externen die toegang hebben tot de elektronische communicatiemiddelen van het OCMW.
Artikel 3
De personeelsleden en externen worden op gepaste wijze van deze gedragslijn op de hoogte gebracht. Meer bepaald zal:
a) de gedragslijn schriftelijk voorgelegd worden aan alle personeelsleden en externen zodat zij deze
kunnen ondertekenen voor kennisname;
b) de gedragslijn ter inzage op het intern netwerk van het OCMW beschikbaar zijn.
Artikel 4
Wijzigingen aan de gedragslijn worden op dezelfde wijze bekend gemaakt bij het personeel.
Artikel 5
De gedragslijn is goedgekeurd door het bestuur en is van toepassing vanaf 01/04/2010.
De secretaris waakt over de naleving van de gedragslijn.
2
Definities
Artikel 6
§1. Elektronische communicatiemiddelen omvat de apparatuur (computers, laptops, vaste en mobiele
telefoons, faxmachines, modems, ….) de netwerken (interne en externe netwerken, inclusief internet)
en de programma’s en toepassingen die het mogelijk maken gegevens te raadplegen, verwerken,
opslaan en verzenden.
§2. Elektronische documenten omvat alle informatie in digitale vorm zoals e-mail, websites, tekstbestanden, foto’s of muziek.
3
Toegang en gebruiksregels
Artikel 7
Het OCMW beslist wie toegang heeft tot elektronische communicatiemiddelen en bepaalt de voorwaarden waaraan deze toegang onderworpen is.
Toegang
Artikel 8
Toegang tot de computerinfrastructuur en de communicatiemiddelen wordt verleend door individuele
authenticatie d.m.v. een identiteitskaart en paswoord.
Artikel9
Iedere gebruiker is verantwoordelijk en aansprakelijk voor alles wat onder zijn/haar gebruikersidentificatie en paswoord gebeurt.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 54 van 61
Toegestaan gebruik
Artikel 10
Dit reglement maakt een onderscheid tussen toegestaan, aanvaard en verboden gebruik van communicatiemiddelen. Het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen die het OCMW als werkgever ter beschikking heeft gesteld, is in principe alleen toegestaan voor de uitvoering van de opgelegde
taken.
Aanvaard gebruik
Artikel 11
§1: Occasioneel gebruik van communicatiemiddelen zoals telefoon, elektronische post of internet
voor persoonlijke doeleinden is aanvaard op voorwaarde dat dit gebruik:
de uitvoering van de opgelegde taken en de goede werking van het netwerk en de dienst niet in
het gedrang brengt;
de productiviteit van de medewerker niet verstoort.
§2: Het aanvaard persoonlijk gebruik van elektronische communicatiemiddelen moet bovendien aan
de volgende voorwaarden voldoen:
anderen mogen door dit gebruik niet worden gestoord bij de uitoefening van hun beroepsactiviteiten;
er mogen geen abnormale kosten aan verbonden zijn voor het OCMW;
het persoonlijk gebruik van de elektronische communicatiemiddelen moet occasioneel blijven en
mag geen nadelige invloed hebben op de individuele arbeidsprestaties.
§3: Internetgebruik voor persoonlijke doeleinden wordt daarenboven uitsluitend aanvaard buiten de
diensturen.
§4: Het OCMW behoudt zich het recht voor om, wanneer de noden van de dienst het vereisen of
wanneer dit wettelijk bepaald is, de voorwaarden voor het gebruik van de ter beschikking gestelde
elektronische communicatiemiddelen te herzien en zo nodig te beperken of op te schorten.
§5: Het behoort tot de bevoegdheid van het diensthoofd van elke dienst om te oordelen vanaf wanneer privégebruik van de ter beschikking gestelde communicatiemiddelen haar beperkt en occasioneel karakter overschrijdt. Het diensthoofd dat oordeelt dat privégebruik niet langer beantwoordt aan
de gestelde voorwaarden voor aanvaard gebruik brengt de secretaris daarvan onmiddellijk en schriftelijk op de hoogte. Dergelijke melding geldt als een aanwijzing die doet vermoeden dat er misbruik
wordt gemaakt van de werkinstrumenten en die controlemaatregelen rechtvaardigt zoals nader omschreven in dit reglement.
§6: Het beperkt en occasioneel gebruik van communicatiemiddelen van het bestuur voor persoonlijke
doeleinden wordt beschouwd als een uitzondering die in geval van misbruik geheel of gedeeltelijk kan
ingetrokken worden.
Verboden gebruik
Artikel 12
Elke medewerker zorgt ervoor dat het gebruik van communicatiemiddelen en informatieverwerking
altijd gebeurt met respect voor toepasselijke wetgeving. Zo is het niet toegelaten:
- informatie te verspreiden of op te slaan in strijd met de geldende wetgeving zoals de wetgeving op
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
- programmatuur te installeren of te gebruiken waarvoor de (externe) systeembeheerder geen toestemming heeft verleend of waarvan het gebruik in strijd is met de licentievoorwaarden;
- informatie te verspreiden of te verwerken in strijd met de wetgeving over het auteursrecht of andere
intellectuele rechten (bijvoorbeeld illegale muziek of films afspelen of downloaden);
- informatie te verwerken of te verspreiden die in strijd is met de wetgeving ter bestrijding van het
racisme of die in het algemeen beledigend of lasterlijk is voor anderen;
- informatie te verwerken of te verspreiden die strijdig is met de wetgeving over de bescherming van
de goede zeden;
- informatie te verwerken of te verspreiden die schade kan toebrengen aan derden;
- pornografische sites te bezoeken of op enige manier informatie te verwerken of te verspreiden die
een pornografisch of uitgesproken erotisch karakter heeft of aanstootgevend is voor anderen omdat
ze tegen de algemeen geldende fatsoensregels indruist;
- informatie te verwerken of te verspreiden die als vertrouwelijk geldt of die wegens de aard ervan
redelijkerwijs als vertrouwelijk moet beschouwd worden zoals persoonlijke gegevens, tenzij deze verwerking of verspreiding vereist is in het kader van de toegewezen opdracht;
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 55 van 61
- berichten door te sturen of sites te bezoeken waarvan de inhoud de waardigheid van anderen in
gevaar kan brengen, met name het doorsturen of bezoeken van racistische, revisionistische sites of
sites die discriminerend zijn op basis van geslacht, seksuele geaardheid, godsdienst of politieke overtuigingen van een persoon of een groep;
Artikel 13
Elke medewerker draagt mee zorg voor de goede werking van het netwerk en zorgt ervoor de andere
gebruikers niet te hinderen. De volgende vormen van communicatie of informatieverwerking zijn daarom niet toegelaten:
- buiten de gevallen van normale communicatie binnen het bestuur, aan grote groepen gebruikers
ongewenste of ongevraagde elektronische post of kettingbrieven verspreiden;
- acties ondernemen die de beveiliging van systemen in het gedrang kunnen brengen zoals bijvoorbeeld interne en externe systeem- en netwerkbeveiliging omzeilen, schadelijke software (bijvoorbeeld
met gevaar voor virussen) op computers van het OCMW installeren of zich toegang verschaffen tot
systemen waartoe men niet geautoriseerd is;
- apparatuur die geen eigendom is van het OCMW aankoppelen zonder voorafgaande toestemming
van de (externe) systeemverantwoordelijke;
- de door het OCMW ter beschikking gestelde middelen gebruiken voor eigen commerciële of andere activiteiten die geen verband houden met de opdracht in het kader van het bestuur;
- gegevens in te lezen van diskette, CD-rom, USB-stick…. zonder virusscan;
- software te kopiëren die op de pc geïnstalleerd is.
Verplichte acties
Artikel 14
§1: Gebruik voor interne en externe informatie-uitwisseling enkel materiaal (diskettes, CD-rom’s, USBsticks, ….) dat door het bestuur werden besteld. Dit om de kans op virusbesmetting in het gehele netwerk te voorkomen. (besmette bestanden kunnen meestal niet gerecupereerd worden)
§2: Oude of onleesbare externe media (diskette, CD, ….) moeten op een doeltreffende manier vernietigd worden alvorens weggeworpen te worden, zeker als het persoonlijke informatie bevat.
§3: De identiteitskaart moet verwijderd worden bij het verlaten van de werkplek.
§4: Alle bestanden die betrekking hebben op het OCMW moeten, zonder uitzondering, opgeslagen
worden in een map op het interne netwerk. (O-schijf)
Van lokaal opgeslagen bestanden en documenten (op de C-schijf) wordt geen back-up gemaakt –
m.a.w. als de pc crasht zijn deze verloren.
4 Omgaan met materiaal en informatie
Artikel 15
Het OCMW houdt zich het recht voor om verdachte berichten zoals “spam” of extreem omvangrijke emails die een verstopping of vertraging van het netwerk kunnen veroorzaken te isoleren of tegen te
houden.
Het bestuur kan eveneens de toegang tot bepaalde ongeoorloofde sites blokkeren.
Artikel 16
§1: Dat een toestel ter beschikking wordt gesteld van een bepaalde medewerker voor de uitvoering
van de opdracht betekent niet dat alle gegevens die op dit toestel worden bewaard een persoonlijk
karakter krijgen. Het is altijd mogelijk dat een diensthoofd, rechtstreeks leidinggevende of een (externe) systeembeheerder in het kader van hun functie of hun opdracht bij het bestuur kennis moeten
nemen van deze gegevens.
§2: Persoonlijke informatie mag niet worden bewaard op media of onderdelen daarvan die door verschillende gebruikers gedeeld worden zoals bijvoorbeeld op een server of een harde schijf van een
computer die gewoonlijk door verschillende collega’s wordt gedeeld. Een beperkte hoeveelheid persoonlijke informatie mag op het toestel dat werd toegewezen aan een bepaalde medewerker worden
bewaard op een manier die het persoonlijke karakter van die informatie onmiddellijk duidelijk maakt.
De aard of de hoeveelheid van deze informatie mag geenszins de uitvoering van de opdracht of de
goede werking van de dienst of het netwerk in gevaar brengen.
Artikel 17
§1. Alle officiële e-mail (bv aanvragen loopbaanvermindering, alle e-mail met een officieel karakter
gericht aan het OCMW,…) moet gericht zijn aan het volgende adres: [email protected]. De email zal in dat geval geregistreerd worden zoals gewone post. Als officiële mail aankomt op een ge24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 56 van 61
personaliseerd e-mailadres ([email protected]) dan is de medewerker verplicht dit
bericht onmiddellijk door te sturen naar het officiële adres.
§2 Alle uitgaande e-mail met een officieel karakter moet eveneens worden geregistreerd. Die registratie verloopt overeenkomstig de richtlijnen die eerder werden meegedeeld voor de registratie van
klassieke uitgaande post.
5 Kruispuntbank
Artikel 18: Bewaring van vertrouwelijke gegevens
§ 1 Voor de opslag van gevoelige informatie mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van de daarvoor voorziene netwerklocatie en de daarbij horende back-upmiddelen.
§ 2 Het gebruik van fysieke gegevensdragers voor de opslag van vertrouwelijke gegevens, zoals
diskette’s, cd’s, usb-sticks, lokale of draagbare harddisks… is niet toegestaan. Enkel voor de backupprocedure en indien het bestuur uitdrukkelijk de toestemming geeft om toch cliëntgegevens op een
draagbare gegevensdrager te bewaren, kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Deze gegevensdragers moeten dan wel steeds op een veilige plek bewaard worden en indien mogelijk geëncrypteerd of met wachtwoord beveiligd zijn.
§ 3 Voor cliëntgegevens in papieren dossiers wordt er gewerkt met een ‘clean desk policy’ en worden
dossiers steeds terug veilig opgeborgen na gebruik. Afdrukken of kopieën die niet langer nodig zijn
voor de dienst, worden steeds adequaat versnipperd of vernietigd.
Artikel 19: Consultatie van vertrouwelijke gegevens
§ 1 De personen die gebruik maken van de KSZ toepassing mogen enkel de persoonsgegevens
inzamelen die ze nodig hebben voor de uitoefening van hun functie (artikel 23, eerste lid, Kruispuntbankwet).
§ 2 OCMW-medewerkers zijn ertoe gehouden maatregelen te treffen om het vertrouwelijk karakter
van de gegevens te verzekeren en om ervoor te zorgen dat ze uitsluitend worden aangewend voor
professionele doeleinden en voor het vervullen van hun wettelijke verplichtingen. (artikel 23, tweede
lid, Kruispuntbankwet).
§ 3 Iedere opvraging via het netwerk van de KSZ wordt gelogd en bijgevolg kan er steeds gecontroleerd worden welke medewerker binnen het OCMW deze opvraging heeft gedaan.
§ 4 Met de elektronische identiteitskaart, kan iedere burger opvragen wie er, al zij het onrechtstreeks
op het niveau van de instelling, zijn gegevens heeft geconsulteerd. Kortom, er zal meer en meer controle hierop mogelijk zijn. Natuurlijk, als u kan verantwoorden dat u die gegevens nodig hebt gehad om
bijvoorbeeld zijn of haar dossier samen te stellen, is er geen probleem.
§ 5 Het consulteren van het rijksregister of andere KSZ-stromen om bijvoorbeeld het adres van een
oude schoolvriend te achterhalen, of de verjaardag van een collega op te zoeken, is echter totaal onaanvaardbaar en kan gesanctioneerd worden.
Artikel 20: Mededeling van vertrouwelijke gegevens
§ 1 Er wordt uitdrukkelijk bevestigd dat elke persoon die betrokken is bij de inzameling, de verwerking of de uitwisseling van persoonsgegevens in het kader van de sociale zekerheid gebonden is door
het beroepsgeheim (artikel 28 Kruispuntbankwet).
§ 2 Als u een vraag krijgt naar gegevens omtrent een cliënt, geef gevoelige informatie dan niet meteen vrij. Controleer steeds even of de aanvrager wel degelijk recht heeft op deze informatie. Vraag
bijvoorbeeld het telefoonnummer en zeg dat u, zodra u de gevraagde info hebt gevonden, wel terug
contact zal opnemen. Dit geeft u meer tijd om u ervan te vergewissen of de persoon die de informatie
opvraagt wel degelijk is wie hij/zij beweert te zijn. Bij enige twijfel kan u dan altijd eerst nog bij enkele
collega’s informeren.
§ 3 Nog beter is het om enkel te antwoorden als de vraag officieel via fax of brief aan het OCMW is
gericht.
Artikel 21: Schending
Personen die met een bedrieglijk opzet of teneinde schade te berokkenen, toegang hebben, of zich
onrechtmatig toegang verschaft hebben tot sociale gegevens kunnen gesanctioneerd worden indien
zij gegevens ingevoerd, beschadigd, uitgewist of gewijzigd hebben of indien zij de verwerking belemmerd of aangetast hebben.
Artikel 22: Strafbepalingen
Wordt geregeld in afdeling 2 : artikel 60 tot 71 van Kruispuntbankwet (inbreuken en strafbepalingen)
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 57 van 61
6 Toezicht en controle
Artikel 23
Binnen de wettelijke grenzen kan het OCMW controle uitoefenen op het gebruik van de communicatiemiddelen binnen het toepassingsgebied van dit reglement.
Artikel 24
Om een evenwicht te creëren tussen het recht van de werknemer op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer enerzijds en het recht van de werkgever om controle uit te oefenen op het gebruik van
werkmiddelen en de naleving van de terzake geldende gebruiksregels anderzijds wordt deze controle
gebaseerd op de volgende principes: het finaliteitsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het
transparantiebeginsel.
Finaliteit
Artikel 25
De controle op het gebruik van de communicatiemiddelen die het OCMW ter beschikking stelt van
haar werknemers heeft een meerledig doel:
- het voorkomen van ongeoorloofd gebruik van de bedoelde werkmiddelen;
- de vrijwaring van de goede werking en de veiligheid van de informatie- en communicatieinfrastructuur;
- toezien op de naleving van de gebruiksregels die terzake worden bepaald in dit reglement.
Transparantie
Artikel 26
De werknemer moet op gepaste wijze worden geïnformeerd over de gebruiksregels die van toepassing zijn op elektronische communicatiemiddelen, rechten en plichten inzake het gebruik ervan, de
controle die werkgever terzake kan uitvoeren, mogelijke sancties bij niet-naleving van de geldende
gedragsregels…. Alle personeelsleden ontvangen daarom een afschrift van deze beslissing. Alle latere wijzigingen aan dit reglement zullen op dezelfde manier worden meegedeeld.
Proportionaliteit
Artikel 27
De controle op het gebruik van elektronische communicatiemiddelen gaat niet verder dan het strikt
noodzakelijke. Het bestuur mag het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen op een globale manier controleren. Zo mag een globaal overzicht worden opgesteld, eventueel per organisatorische entiteit, van de gedurende een bepaalde periode bezochte websites en de frequentie en het
volume van de doorgezonden informatie, zonder daarin op enige manier gegevens over het individueel gebruik van de werknemer op te nemen.
Artikel 28
De (externe) systeemverantwoordelijke mag elke controle uitvoeren die inherent is aan het beheer van
het informaticasysteem zelf, om de goede werking van het netwerk te waarborgen of om overbelasting
of veiligheidsproblemen te voorkomen. Deze controles kunnen slechts uitgevoerd worden door een
geautoriseerde systeemverantwoordelijke. Deze autorisatie wordt nominatief verleend door de Raad
voor Maatschappelijk Welzijn. Alle medewerkers moeten zich bewust zijn van het bestaan van deze
controlemogelijkheid.
Artikel 29
Indien de (externe) systeemverantwoordelijke naar aanleiding van zijn controletaken vaststelt dat een
of meer gebruikers bewust of onbewust de veiligheid of de goede werking van het systeem in het gedrang brengen, mag hij deze gebruikers onmiddellijk identificeren en indien nodig contacteren om de
problemen te verhelpen. Hij mag de activiteiten van deze gebruikers, indien noodzakelijk en na voorafgaande verwittiging, ook verder opvolgen om herhaling van het probleem te voorkomen.
Artikel 30
§1 Behalve in het voornoemde geval wordt het gebruik van communicatiemiddelen in het bestuur niet
systematisch op individuele wijze gecontroleerd.
§2Indien de systeemverantwoordelijke op basis van de globale controles vermeld in artikel 20 ongeoorloofd gebruik vaststelt, behoudt het OCMW zich het recht voor om de computer te identificeren
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 58 van 61
waarmee dit gebruik gebeurde. Vervolgens wordt een waarschuwingsprocedure in acht genomen die
hoofdzakelijk tot doel heeft de medewerker(s) op de hoogte te brengen van een onregelmatigheid en
van het feit dat in de toekomst systematische en individuele controle zal plaatsvinden wanneer een
nieuwe onregelmatigheid wordt vastgesteld.
De volgende procedureregels worden hierbij in acht genomen:
- de voor de onregelmatigheid verantwoordelijk geachte medewerker wordt uitgenodigd voor een
gesprek met het diensthoofd of de rechtstreeks leidinggevende en de secretaris;
- dit gesprek heeft plaats voor iedere beslissing die de medewerker individueel kan raken;
- het gesprek heeft als doel de medewerker de kans te bieden zijn bezwaren met betrekking tot de
voorgenomen beslissing uiteen te zetten en hem verantwoording te vragen over het gebruik van de
hem ter beschikking gestelde communicatiemiddelen.
Bewaartermijn van gegevens
Artikel 31
De gegevens die verzameld worden ter gelegenheid van of met het oog op controles worden niet langer bewaard dan nodig voor deze controles. De toegang tot deze gegevens wordt enkel verleend door
de werkgever binnen de voorwaarden en voor de strikte doeleinden die voorzien zijn voor de uitoefening van een controle.
Sancties
Artikel 32
Mogelijke sancties op basis van het onderzoek van de verzamelde gegevens zijn:
- al dan niet tijdelijke beperking van de toegang tot bepaalde communicatiemiddelen;
- tijdelijk of definitief verbod op het gebruik van bepaalde communicatiemiddelen;
- elke schending van de bepalingen in dit reglement kan bovendien leiden tot tuchtsancties opgelegd
door het OCMW, onverminderd een eventuele rechtsvervolging bij schending van wettelijke bepalingen.
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 59 van 61
BIJLAGE V: INFORMATIEVE GEGEVENS
1. Gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk –
Stad Aarschot en OCMW Aarschot
Toelating bij KB van 22/03/1999 nr. S 14.234:
Preventieadviseur:
Nico Corbeels (Stad Aarschot)
Contactpersoon OCMW
Paul Laeremans (OCMW - Aarschot)
EHBO: Personen die eerste hulp kunnen bieden
De verpleegkundigen en zorgkundigen van
 het woonzorgcentrum Sint Rochus, Albertlaan 2, 3200 Aarschot
 het dagverzorgingscentrum De Poort: Begijnhof 21, 3200 Aarschot
Plaats verbandkisten:
Interne zaken, Financiën en Secretariaat: Statiestraat 3, 3200 Aarschot: keuken
Maatschappelijk welzijn: Bekaflaan 31A, 3200 Aarschot: onthaal
Ouderenzorg:
 thuiszorgdiensten en dagverzorgingscentrum De Poort, Begijnhof 21, 3200
Aarschot: dagverzorgingscentrum.
 woonzorgcentrum St. Rochus en assistentiewoningen “Gesloten Hof”: alle
verpleegeenheden, Albertlaan 2, 3200 Aarschot.
 lokaal dienstencentrum Het Anker: Statiestraat 24, 3200 Aarschot: onthaal.
2. Kinderbijslagfonds
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten –
afdeling Vlaams-Brabant
Jozef II straat 47
1000 BRUSSEL
aansluitingsnr. 5321
Tel.: 02/239 17 20
3. Aansluitingsnummer RSZPPO
5321-00-55
4. KBO ondernemingsnummer
0.212.234.515
5. Verzekeringsmaatschappij arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid
ETHIAS
Prins Bisschopssingel 73
3500 HASSELT
Tel.: 011/28 21 11
6. Arbeidsgeneeskundige dienst
IDEWE Gewest Brabant
Interleuvenlaan 58
3001 HEVERLEE
Dokter Van Rompuy Griet
Tel.: 016/39 04 38
7. Inspectiediensten
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg – Toezicht op de Sociale Wetten
Directie Leuven
Federaal administratief centrum
Philipssite 3A / bus 8
3001 LEUVEN
Tel.: 016/31 88 30
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 60 van 61
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg – Toezicht op het Welzijn op het Werk
Directie Limburg - Vlaams-Brabant
Koning Albertstraat 16B
3290 DIEST
Tel.: 013/35 90 50
FOD Sociale zekerheid - Sociale Inspectie Vlaams Brabant
Philipssite 3A / bus 7
3001 LEUVEN
Tel.: 016/29 96 46
8. Controleorgaan bij afwezigheid wegens ziekte
Mensura Hasselt - Taxandria Center (gelijkvloers)
Gouverneur Roppesingel 25
3500 HASSELT
Tel.: 011/30 12 52
9. Preventie en bescherming tegen geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag op
het werk
Interne vertrouwenspersonen: OCMW Aarschot
Marina Van Cauwenbergh
Statiestraat 3
3200 Aarschot
Tel.: 016/55 07 04
Externe Preventieadviseur: IDEWE Departement psychosociale aspecten
Diensthoofd mevr. Hilde De Man
Interleuvenlaan 58
3001 Heverlee
Tel.: 016/39 05 06
10. Plaats waar de wetgeving i.v.m. de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en andere regelgevende teksten kan worden ingekeken:
departement Interne Zaken
Statiestraat 3
3200 Aarschot
Tel.: 016/49 94 25
11. Beroepscommissie voor tuchtzaken
Boudewijnlaan 30 bus 70
1000 Brussel
Tel.: 02/553 39 98
12. vakbondsafvaardiging
VSOA Lokale en regionale besturen:
Thomas Erwin, vaste gemachtigde VSOA-Lrb Vlaams-Brabant
Vina Bovypark 3, 9000 Gent,
[email protected]
ACV Openbare diensten:
Nele Massaer, secretaris LRB,
Martelarenlaan 8, 3010 Kessel-Lo
[email protected], 0473/55.41.30
Paul Hermans, afgevaardigde
Marc Van Passel, afgevaardigde
ACOD Lokale en regionale besturen:
Willy Van Den Berge
Maria Theresiastraat 121, 3000 Leuven
[email protected]
24/07/2014
Arbeidsreglement OCMW Aarschot
Pagina 61 van 61