zou de kade niet de ideale plek zijn voor de

De plannen met de haven van Breskens, de keerzijde van dezelfde medaille.
Een notitie, geschreven door burgers , die zich zorgen maken.
Aanleiding
Als bewoners van appartementengebouw de Remise aan de Scheldekade in
Breskens hebben wij een prachtig uitzicht over een groot deel van het
haventerrein. Dat wij ons ermee verbonden voelen, ligt voor de hand. Alleen al
de keuze om op die plaats te gaan wonen zegt genoeg. Het zal dan ook niet
verbazen, dat wij de ontwikkelingen rond het haventerrein met meer dan
gemiddelde belangstelling volgen.
We hebben er ook een direct belang bij, omdat wij er bij de koop van ons
appartement vanuit zijn gegaan, dat een belangrijke meerwaarde van onze
woningen, het uitzicht, onaangetast zou blijven.
Het zal dan ook niemand verbazen, dat wij het erg enthousiast geschreven
artikel in de PZC van 20 december 2013 over de nieuwe plannen met de haven
met meer dan gemiddelde belangstelling hebben gelezen. Omdat we daarin
dingen lazen, die ons de wenkbrauwen deden fronsen, zijn we op onderzoek
uitgegaan en hebben met name de brochure van 4 november ter voorbereiding
van de zogenaamde “Co Design Sessies, Herontwikkeling Havengebied
Breskens” grondig bestudeerd.
We draaien er maar niet omheen: we zijn geschrokken! Hoe kan je nu met
volledig voorbijgaan aan bestaande belangen op zulke magere gronden en met
zo’n zwakke financiële onderbouwing zulke eenzijdige keuzes maken over de
herinrichting van het hele havengebied? We zitten er voor tientallen jaren aan
vast en lopen daarin als gemeente grote financiële risico’s, omdat veel van de
prognoses op drijfzand staan. Die mening vraagt natuurlijk uitleg en die zullen
we hieronder geven, vooral ook omdat we willen weten, of wij in onze mening
alleen staan of dat meer dorpsgenoten niet blij zijn met de plannen van B. en W.
cum suis. Eerst onze uitgangspositie.
Breskens
Sinds mensenheugenis is Breskens “het vissersdorp aan de Schelde”. De stoere
vissershaven in het hart van de haven met zijn houten visserssteiger en daarbij
op de kade het vismijngebouw bepalen het zo kenmerkende karakter van het
vissersdorp. Breskens onderscheidt zich daarmee van alle andere dorpen en
steden in de regio en dat trekt volk. Maar ook in de haven van Breskens is te
zien, dat het niet goed gaat met de visserij. Gelukkig is Breskens door zijn
ligging de ideale zuidelijke aanvoerhaven voor de Nederlandse en ook
Belgische garnalen. De garnalen worden mede door vissersschepen van elders
en zelfs met vrachtwagens aangevoerd om in de Breskense vismijn gesorteerd
en verzendklaar gemaakt te worden. De Breskense vismijn is daarop ingericht
als “garnalencentrum “, zoals Lauwersoog dat bij voorbeeld is voor “de Noord”.
Maar aan de rest van de bebouwing op het haventerrein is te zien, dat de haven
een flinke opknapbeurt kan gebruiken. Eigenlijk zijn alleen de horecabedrijven,
een vishal en een winkel voor jachtbenodigdheden aan het recent fraai
gerenoveerde Kaaiplein achter de Vismijn nog van deze tijd. En niet te vergeten
de daarachter gelegen jachthaven, die ziet er goed uit en kan zich door zijn
unieke ligging in de open getijdenhaven meten met elke andere
zeezeiljachthaven in de wijde omgeving. Maar voor de rest is het met de
bebouwing op het haventerrein toch vooral armoe troef, oud en versleten en
grotendeels buiten gebruik. Er zal iets moeten gebeuren, dat weet iedereen. Er
zullen structurele keuzes gemaakt moeten voor de lange termijn. Alle
zorgvuldigheid is daarbij geboden en we moeten vooral niet het kind met het
badwater weggooien. Wat is er hierover zoal de revue gepasseerd en hoe keken
wij ernaar?
HetMasterplan
In 2011 kwam het spel van de grote en kleinere belangen op de wagen. Het toen
verschenen “Masterplan Havengebied Breskens”, geboren op een afdeling in het
Provinciehuis legde uit, dat haventerrein eigenlijk één grote speeltuin voor
projectontwikkelaars moest worden met maar liefst 11 grote
appartementsgebouwen in en om het haventerrein met daarbij in de
vissershaven een grote extra jachthaven , vastgeknoopt aan de Midden
havendam. Alles moest er voor wijken.
De gemeente Sluis vond het echter wat al te zeer ‘over the top’ en het plan
verdween in de la.
Fish Experience
Een jaar later kwam de gemeente Sluis, in samenspraak met de directie van het
vismijnbedrijf zelf met het idee van de “Fish Experience”. Het huidige
vismijngebouw zou gerenoveerd en deels vernieuwbouwd worden om zo het
landelijke uithangbord te worden voor de Noordzeevisserij in al zijn aspecten.
“Catch to plate” heette het. Het Visserijmuseum kreeg op het dak van het
vismijngebouw gezelschap van een proeflokaal met terras met daarbij als zeer
zichtbaar uithangbord een 40 meter lange viskotter, waarin het vissersmansleven
op de meest moderne wijze zou worden gepresenteerd aan de bezoekers. De
kotter was al gekocht. Een gespecialiseerd ingenieursburau leverde een
schetstekening van het hele project en Europa had een half miljoen over voor dit
idee, dat in totaal 1,4 miljoen zou gaan kosten. In juni 2012 organiseerde het
gemeentebestuur een aantal informatiebijeenkomsten voor omwonenden,
ondernemers en ook de vrijwilligers van het Visserijmuseum, dat nu al jaarlijks
goed is voor 12.500 bezoekers. Kortom de trein stond echt op de rails.
Hypsos
Plannenmaker Hypsos, die door de gemeente was ingehuurd, verwachtte dat de
Fish Experience wel 60.000 bezoekers per jaar naar Breskens zou trekken. In het
Visserijmuseum werd hierover gegrinnikt. Overigens, dat grote aantal betalende
bezoekers zou wel helpen. Want kenners, die hun oog eens lieten gaan over
kotter Wilma, aan de visserskade wachtend op haar ‘moment of total glory’,
keken toch bedenkelijk, denkend aan het opknapwerk, de noodzakelijk
verbouwing om het schip voor het publiek toegankelijk te maken en de daarna
steeds terugkerende onderhoudskosten. “Het kan wel, maar dat gaat flink wat
duiten kosten”. De meeste andere Bressiaanders, die ook een kijkje kwamen
nemen, vonden het idee van de kotter op het dak alleen maar potsierlijk en
informeerden spottend, een goedaardige eigenschap van veel Bressiaanders ,
naar de huidige marktprijs van oud ijzer.
Co Design
Weer een jaar later (najaar 2013) bleek echter, dat het spel van de grote en
kleine belangen nog niet uitgespeeld was. De gemeente Sluis (B en W) met in
zijn kielzog een ambtenaar van de Provincie produceerde op 4 november 2013
in samenspraak met een selecte groep van belanghebbenden een wervend stuk
voor de zgn. Co Design Sessies, die in november en december zouden worden
gehouden. Die sessies waren er vooral op gericht de niet aanwezige leden van de
aandeelhouders vergadering van het jachthavenbedrijf BV over te halen mee te
gaan in het plan om een uitbreiding van de jachthaven met 225 ligplaatsen in de
vissershaven mogelijk te maken. Het moest wel een beetje vlug, want uiterlijk in
februari 2014 moest in de gemeenteraad de kogel door de kerk, omdat anders de
kans bestond , dat de Europese subsidie van een half miljoen verloren ging. Op
20 december meldde de PZC, dat de plannenmakers in hun opzet geslaagd
waren. In een opvallend enthousiast redactioneel artikel werden de plannen aan
het brede lezerspubliek aangeboden. De nieuwe structuur van het havengebied
voor de lange termijn was vastgesteld. Het College van B en W had hierover een
principebesluit genomen. Breskens kreeg te horen wat in de toekomst het
karakter van hun dorp ging bepalen.
Waar kwam het op neer?
Er moest een jachthaven komen in de vissershaven, want er is een “flinke
wachtlijst”. “Daar staan soms wel 100 mensen op”, legde de directeur van de
Jachthaven BV in de PZC uit. Daarom moeten de vissers met hun vismijn maar
“verkassen” naar een uithoek van de pijpenla, die handelshaven heet. Die
nieuwbouw aan de handelshaven gaat wel 4 miljoen kosten, maar dat extra
tekort van 2,7 miljoen in vergelijking met de Fish Experience op de oude plek
moet op te lossen zijn volgens de bedenkers van het plan. Hoe? Nou gewoon :
een miljoen van de gemeente met daar bovenop de garantie voor een klein half
miljoen, mocht de Europese subsidie wegvallen; verder mogelijk een miljoen
van de Provincie en ook nog een miljoen van de projectontwikkelaar. Die komt
er, is de toezegging van de projectontwikkelaar, als hij op het Kaaiplein een
appartementencomplex mag neerzetten met 40 appartementen in twee of vier
woningbouwlagen bovenop de onderbouw. In die onderbouw staan garages en
jachthavenfaciliteiten gepland. Als dan ook de landelijk overheid nog een
miljoen afschuift en mogelijk ook Europa iets extra’s bijdraagt, dan moet het
lukken volgens de plannenmakers.
Hotspot Breskens
Juichend vallen de in vergadering verenigde plannenmakers met superlatieven
over elkaar heen: Hotspot Breskens, Allure, Ambitie, Visie , een Breskens
overstijgende Uitstraling, Innovatie, charterboten, verhuur, sharing, een
zeezeilcentrum, een platbodem, waarmee voor Breskens 250.000 euro omzet
kan worden gehaald, de kusttram, die van Knokke naar Breskens komt gereden
of toch minimaal een elektrische bus om de Belgen en de toeristen langs de kust
naar Breskens te lokken , op termijn een transferium , een school voor topchefs
en wat zo al niet meer. Allemaal geweldig! Want, is de unanieme mening: het is
een prachtig plan met visie voor de lange termijn; het gaat Breskens weer
helemaal op de kaart zetten en dat moet vanwege de krimp. Het zal veel meer
bezoekers trekken.
Als je dan, zoals wij, van een afstandje toekijkt , ontkom je niet aan de gedachte:
“wel een beetje met beide voetjes op de grond blijven, jongens en meisjes,
alsjeblieft eeeeh!” En: hoe kan je als gemeentebestuur in één jaar zo
fundamenteel van mening veranderen.
Realistische prognoses?
Wij, de schrijvers van deze notitie, denken dat de resultaten wel eens vies
kunnen gaan tegenvallen. De aantrekkingskracht van de vismijn met op zijn dak
het museum en de Fish experience, incl. de kotter aan de handelshaven, die
nauwe pijpenla zonder parkeerruimte gaat er niet op vooruit en dat zal aan de
bezoekersaantallen te merken zijn, als het nieuwtje er eenmaal af is. Het is
alleen een plus voor de ondernemers rond het Spuiplein, die er mogelijk – meer
dan nu – een graantje van mee gaan pikken. Maar of die mensen allemaal, meer
dan voordien, door gaan lopen over de bestaande prachtige looplijn richting
jachthaven? Wij weten het niet. Het eerste wat je dan ziet als je de bebouwing
van de Middenhavendam voorbij bent, is een bootjescamping met misschien een
paar mensen op de steigers en een fors flatgebouw. Niet echt uitnodigend lijkt
ons zo. De ondernemers op het Kaaiplein zullen het merken, vrezen wij. Zij zijn
de aantrekkingskracht van de stoere vissershaven en de vismijn met daarop het
Visserijmuseum met zijn 12.500 bezoekers per jaar kwijt en krijgen er een groot
flatgebouw voor in de plaats. Het parkeerterrein zal, zeker in de zomer, volstaan
met auto’s van flatbewoners en booteigenaren, langparkeerders, die duidelijk
voor iets anders komen dan de bezoekers van nu. Tel uit je winst!
Oeps!
Wat niet in de krant stond, was, dat – naast de daar genoemde - er nog twee
andere grote zeer spelers aan de Co Design Sessies hebben meegedaan,
Rijkswaterstaat (RWS) en het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB),
de eigenaren van de haven en de kades in het havengebied. Bekend is, dat zij al
30 jaar proberen de haven over te doen aan wie hem maar hebben wil. Ze kijken
daarbij met name naar de gemeente, maar die hapte nooit, omdat ze daar wel
wisten, wat het onderhoud van de haven zoal kost en wat het opbrengt. RWS en
RVOB zijn van mening, dat alles nu anders is en dat het op termijn best
aantrekkelijk kan zijn voor de gemeente om de haven en de kades in bezit te
hebben. De gemeente kan dan echt gaan sturen in de ontwikkeling en het
havengebied te gelde maken. RWS wil die overname wel faciliteren door de
kades, de damwanden en de remmingswerken op eigen kosten tiptop in orde te
brengen (achterstallig onderhoud) en is ook bereid een gewenningsbijdrage toe
te kennen voor de baggerkosten e.d.: RWS zal 10 jaar lang, steeds 10 procent
per jaar minder bijdragen in die kosten. O, en wat ook nog wel moet worden
betaald, is een gekapitaliseerde vergoeding voor de zakelijke rechten
(erfpachtscanons e.d.), die het Ministerie als eigenaar jaarlijks ontvangt van de
bedrijven op het haventerrein. De hoogte ervan wordt bepaald door de jaarlijkse
inkomsten met de factor 22.22 te vermenigvuldigen. In het Co Design sessiestuk geeft het RVOB uitleg: “Dus stel, dat de haven € 100.000 opbrengt, dan
ontvangt het RVOB (en betaalt bij voorbeeld de gemeente als koper) dik 2
miljoen. Dat lijkt veel maar wij denken dat dat meevalt omdat het Rijk zich
nooit als ontwikkelaar gedragen heeft en zeer beperkt gebruik gemaakt heeft van
de mogelijkheden van de haven”. Dat geld moet overigens wel meteen op tafel
komen, want de afkoop is een inkomstenbron voor het ministerie I&M. Het Rijk
zal dan nog wel eens kijken of er van die kant dat miljoen in de pot gestort kan
worden. De Provincie moet dan wel meedoen met eenzelfde bedrag, want anders
doet het Rijk meer dan waarschijnlijk ook niets en wordt het bovendien een stuk
moeilijker om in Europa voet aan de grond te krijgen.
Wij, inwoners van de gemeente Sluis, schrikken echt als wij lezen, dat de
overdracht van de haven al in voorbereiding is, dat er afspraken liggen met de
wethouder en dat er misschien een projectgroep moet komen om een en ander
verder uit te werken en uit de vinden. “Waar gaan we nu weer in terecht komen”
vragen wij ons af. Sluis is al een dure gemeente om in te wonen en wat hangt er
nog allemaal boven ons hoofd? Een ezel stoot zich…………
Wat vinden wij van die plannenmakerij?
Eén opmerking vooraf, waarover je in de hele plannenmakerij weinig of niets
hoort: van vitaal belang voor de uitstraling van het hele havengebied is, wat er
met de bebouwing op de Middenhavendam gebeurt. Die opstallen zijn voor 90%
opgekocht door één private eigenaar, omdat hij er vast iets mee wil. Nergens in
het sessiestuk is te lezen, dat de plannenmakers met die eigenaar al een visie
daarover hebben ontwikkeld. Als er iets beeldbepalend is voor het hele
havengebied dan is het wel het antwoord op de vraag, wat er met de bebouwing
op de Middenhaven gaat gebeuren.
Wachtlijst
Maar goed, los daarvan, wat zijn nu de echte feiten, behoeften en
omstandigheden, die voor de plannenmakers de basis kunnen zijn geweest voor
de keuze tot een rigoreuze herinrichting van het havengebied, zoals zij die
voorstaan? Wij kunnen er maar één vinden: de jachthaven moet flink uitbreiden,
want er is een “flinke wachtlijst”. Hoe groot is die wachtlijst dan wel? “Soms
wel 100 mensen”, zegt de directeur van de Jachthaven BV in de krant. Hoeveel
mensen je dan echt moet teleurstellen, weten we daarmee nog steeds niet. En,
laten de plannenmakers weten, als we dan toch gaat uitbreiden, maken er maar
meteen 225 ligplaatsen van. Dat is dus 3 tot 4 maal de omvang, waarvoor op dit
moment echt vraag is, durven wij te beweren. De verwachtingen over
charterbedrijven, platbodems en de komst van megajachten, die nu niet in
Breskens ligplaats kunnen kiezen, moet de forse extra expansie van de
jachthaven rechtvaardigen. Hoe hard is dat allemaal? Zijn er al aanvragen? Wie
zijn dat?
Arbeidsplaatsen
Hoe het ook zij, daarvoor moet dus de visserij met vismijn en al uit het hart van
de haven verdwijnen, of zoals de ‘embedded’ PZC-journalist het meende te
moeten verwoorden: “die paar vissersschepen, die Breskens als thuishaven
hebben, moeten maar verkassen naar de Handelshaven”. Voor alle duidelijkheid:
de aloude visbedrijvigheid in Breskens is toevallig nog wel goed voor 160
arbeidsplaatsen. Aan de 580 jachten, die nu in de jachthaven liggen, kunnen 15
arbeidsplaatsen worden gelinkt. De jachthaven zal dus nog flink moeten groeien
om de Breskense visindustrie in te halen. Een beetje meer respect voor hen die
zeker 100 jaar het karakter van Breskens hebben bepaald en dit nog steeds doen
zou op zijn plaats zijn, meneer de journalist. Natuurlijk is het vervelend, als je
‘nee’ moet verkopen aan mensen, die hun bootje ook graag in Breskens zouden
leggen. Maar ‘vol is vol’ helaas en gelukkig is er licht aan de horizon. In 2017
komt een nieuwe jachthaven in Cadzand in bedrijf met 120 ligplaatsen, dus dan
is er plaats genoeg. De Antwerpse jachtclub gaat die haven exploiteren en dat is
wellicht mooi meegenomen, omdat hun landgenoten een flink contingent van de
ligplaatsen innemen, ook in Breskens. Het is ook bedreigend.
2024 jachthaven oostelijk van Port Scaldis.
De keuze voor deze rigoureuze herinrichting van de haven wordt nog een beetje
extra raar als je weet, dat de, in het Breskense jachtwereldje zo zeer gewenste
grote jachthaven, oostelijk van Port Scaldis er toch wel zal komen. In
Middelburg waait een andere wind, het kan alleen nog wel tot 2024 duren, maar
komen zal die, is de gewoon in het sessiestuk neergeschreven verwachting
vanuit de Provincie. Maar voor nu: te duur en het wordt niet “of/of” maar
“en/en” zegt ook de gemeente: een jachthaven in de vissershaven en een
jachthaven oostelijk van Port Scaldis. Daarvoor moet alles wijken. Wij vragen
ons af waarom je als plaatselijke overheid niet ook gewoon tegen de machtige
jachthavenlobby zou kunnen zeggen: “Nee, het gaat niet door, jullie krijgen al
genoeg, in 2017 een nieuwe jachthaven in Cadzand met 120 ligplaatsen, dus
ruim voldoende voor de huidige vraag en, zoals het er nu naar uitziet komt daar
in 2024 nog een hele grote jachthaven achter Port Scaldis bij. Me dunkt, jullie
hebben niets te klagen. Er zijn nog andere belangen en het is ons ook allemaal te
link en zo rijk zijn we niet”.
En tegen de kapitaalkrachtige projectontwikkelaar was meteen gezegd moeten
worden: “Nee meneer de projectontwikkelaar, we weten, dat u het erg
interessant vindt om (recreatie) appartementen op het haventerrein te bouwen,
maar u weet allang, dat dat volgens landelijk standaardbeleid ten ene male
verboden is. In de nacht van 5 op 6 december is maar weer eens zichtbaar
geworden, waarom dat zo is. Een aantal ondernemers daar hebben flinke schade
geleden en die is niet te verzekeren. Dus, doe ons en uzelf een plezier en stop
met dat zeuren over die buitendijkse woningbouw.”
Impuls voor de visserij?
En verder zouden ze kunnen zeggen: “de gemeente gaat kijken of we de aloude
visserij in Breskens een flinke impuls kunnen geven. Die heeft zijn waarde voor
Breskens als bedrijfstak en publiekstrekker al een eeuw bewezen en doet dat
nog. In Brussel heeft de Europese Commissie sinds kort 16.7 miljard euro op de
plank liggen voor innovatieve initiatieven in de visserij. In Engeland en
Frankrijk zijn daar hele mooie resultaten mee geboekt en we gaan eens
onderzoeken of dat in Breskens ook kan. Daar hebben we dan wel de ruimte van
de Vissershaven nodig. Die ruimte weggeven aan de recreatievaart kan altijd
nog. Voorlopig houden we ons geld in de zak.”
Maar het ziet er niet naar uit, dat de gemeente dat gaat zeggen, gelet op het
principebesluit. En dan mogen wij, inwoners van Sluis hopen, dat het College
van B en W in februari in de vergadering van de gemeenteraad zal kunnen
aantonen, dat het financiële drijfzand , waarop de plannen nu zijn gebouwd
inmiddels vervangen is door een stevig financieel fundament . Want zelfs als de
enthousiaste prognoses over de aantrekkingskracht van de haven uitkomen en
het geld binnenstroomt, zoals men hoopt en verwacht, het blijft een forse
investering met een fors financieel risico, dat niet makkelijk op een ander af te
schuiven zal zijn. Want je moet wel mensen en bedrijven vinden, die de
rekening willen en kunnen betalen.
Zo niet, wie betaalt dan uiteindelijke de schade?
Nu moet je er als inwoner niet raar van staan te kijken, als een kapitaalkrachtige
project-ontwikkelaar met in zijn kielzog een jachthavenexploitant dat financiële
probleem, inclusief de baggerkosten voor de gemeente best wil oplossen. Wat je
maar wilt. Als ze maar hun gang kunnen gaan in en om het havengebied. “Kijk,
wat het nu is en wat het wordt, als wij het gaan ontwikkelen, ik zou er erg blij
mee zijn”. Op veel plaatsen is al bewezen, dat lobbyisten op die manier
bestuurders onder druk hebben gezet om een beslissing in hun richting te
krijgen. Als bestuurder moet je dan heel stevig in je schoenen staan om
onafhankelijk en wel afgewogen te blijven denken, vooral omdat het zo
verleidelijk is die makkelijke weg te kiezen. En nogmaals, die
projectontwikkelaars is niets te verwijten. Ook zij moeten verder met hun
bedrijf.
Dat hele systeem van beïnvloeding is er echter maar om één echte reden: Wij, de
burgers van de gemeente, bepalen via onze vertegenwoordigers in het gemeentebestuur en de gemeenteraad, wat er hier gaat gebeuren. Zonder onze
toestemming kunnen de projectontwikkelaars niets! Maar wat wel zeker is, is het
volgende: hier en nu wordt voor lange jaren bepaald, wat er met Breskens gaat
gebeuren. Gaan we eraan trekken om het vissersdorp aan de Schelde te blijven
of kiezen we de veel gemakkelijker weg richting “Knokke-harbour”, waarin de
visserij – voorlopig althans - een plaats wordt gegund, al hij dat tenminste kan
betalen. Veel mensen en die zitten bepaald niet alleen in het gemeentebestuur
hebben een grote verantwoordelijkheid als het gaat om de toekomst van
Breskens.
Wij hebben met deze notitie hiermee gedaan wat we kunnen en wachten af.
Volgens verwachting zullen in de gemeenteraadsvergadering van februari
belangrijke beslissingen worden genomen. Het belang daarvan, welke kant het
ook uitgaat, wordt zwaar onderschat, denken wij. Vandaar deze notitie, waarin
beide kanten van dezelfde medaille worden belicht. Ze hebben allebei hun goede
en hun slechte kanten. Niemand is helemaal objectief, wij ook niet. Dat weten
we zelf ook wel.
w.g.
Namens het bestuur van de VVE van appartementsgebouw de Remise
Leen Dekker
Bram Du Prie
Karel Gelauf
Thijs Kramer
Tim Robijn (redactie) [email protected]
Werner Swagemakers