Inmiddels is het concept Plan van Aanpak (PvA

Coziek 14086
Aan
:
Ministerie van VWS, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), GGZ Nederland,
Zorginstituut Nederland en Zorgverzekeraars Nederland
Van
:
Drs. J.A. Walhout RA, voorzitter Coziek
Betreft
:
Concept Plan van Aanpak verantwoording Zvw behandelingen en jaarrekeningen curatieve ggz (versie 27 oktober 2014)
Datum
:
31 oktober 2014
Inmiddels is het concept Plan van Aanpak (PvA) verantwoording ZvW behandelingen en
jaarrekeningen curatieve GGZ naar aanleiding van de NBA Audit Alert 32 in een vergevorderd stadium (versie 27 oktober 2014). Het is goed dat deze stappen gezet zijn en
het is onze stellige overtuiging dat de betrokkenen het gezamenlijke doel voor ogen hebben: op korte termijn tot een zodanige afwikkeling te komen dat de thema’s die in Audit
Alert 32 zijn benoemd, structureel worden opgelost.
Bij de start van het traject hebben wij in onze brief van 25 juni 2014 een aantal aandachtspunten c.q. randvoorwaarden meegegeven die wij in de bijlage kort evalueren op
basis van de huidige status.
De volgende aspecten vragen naar onze mening nog aandacht om te voorkomen dat de
problematiek onvoldoende (tijdig) wordt opgelost:
1. Tijdige afronding materiële controles over 2012
Het concept PvA gaat uit van een tijdpad voor het zelfonderzoek en afronding van
de jaarrekeningen 2014 en nacalculaties 2013, vóór 1 juni 2015, terwijl de zorgverzekeraars hun materiële controles over de jaren tot en met 2012 tot 1 juli 2015 af
kunnen ronden. Het is cruciaal dat voordat de jaarrekening 2014 wordt afgerond,
voldoende zekerheid is over de uitkomsten van de materiële controles 2012 en de
verwerking van de financiële gevolgen daarvan in de nacalculatie 2013. Naar onze
mening dienen deze tijdpaden daarom zodanig op elkaar te worden afgestemd dat
dit mogelijk is.
2. Afspraken over definitieve afronding schadelastjaar 2013
Het concept PvA is te vrijblijvend ten aanzien van het moment van de definitieve afronding van het schadelastjaar 2013. Doelstelling dient te zijn dat schadelastjaar
2013 wordt vastgesteld voordat de jaarrekening 2014 is afgerond. Voor een getrouw beeld van de jaarrekening is het immers belangrijk dat voorafgaand aan de
vaststelling van de jaarrekening 2014 een definitieve afspraak tussen verzekeraars
en aanbieders wordt gemaakt over de afrekening op basis van het zelfonderzoek
en dat daarop niet meer wordt teruggekomen.
3. Prioriteiten in het PvA vraagt nadere besluitvorming over de overige thema’s
In het concept PvA worden alleen hoofdbehandelaarschap en verwijsregistratie nader uitgewerkt in het kader van de normonduidelijkheid. In Audit Alert 32 zijn echter
7 thema’s benoemd die de basis vormen voor de Audit Alert. Wij achten het redelijk
dat voor het verleden de aanpak wordt beperkt tot deze twee hoofdthema’s, mits
daarmee wel het verleden definitief wordt afgerond. Voor de toekomst is van groot
belang dat op korte termijn ook over de andere elementen die zorgen voor normonduidelijkheid, zodanige afspraken worden gemaakt dat dit voor de toekomst wordt
opgelost. De elementen staan primair beschreven in thema 1 van de Audit Alert.
4. Handreiking omzetverantwoording 2014
Voor de omzetverantwoording in de jaarrekening 2014 is eerder besloten een handreiking op te stellen. Zover ons bekend is dit nog niet geregeld.
Pagina 1 van 4
Wij vinden het van groot belang dat bij de afronding van het plan van aanpak en het vervolg daarop, rekening wordt gehouden met bovenstaande, zeer relevante aspecten om
tot een goede afwikkeling te komen. De inzet van alle partijen is groot geweest en verdient dan ook dat de problematiek echt wordt opgelost. Wij willen daar graag vanuit onze
rol een bijdrage aan blijven leveren.
Hoogachtend,
Drs. J.A. Walhout RA
Coziek, voorzitter
Bijlage: Evaluatie status aandachtspunten/randvoorwaarden 25 juni 2014
Pagina 2 van 4
Bijlage bij notitie Coziek 14086 d.d. 31 oktober 2014
Evaluatie status aandachtspunten/randvoorwaarden 25 juni 2014
Aandachtspunt
Evaluatie huidige status
1. Oog voor implementatie en
leertraject
Bij invoering van een nieuwe systematiek
is het noodzakelijk om rekening te houden met de tijd die nodig is om die goed
in te voeren en de processen en systemen bij alle stakeholders in de keten
hier op aan te passen. Dat betekent dus
ook dat het verleden moet worden beoordeeld met de kennis van toen en niet met
die van vandaag. Daarbij hoort dat als
Bestuurlijk/beleidsmatig voldoende helderheid is, dat rekening wordt gehouden
met de benodigde doorlooptijd om die
dan ook te verwerken in de processen en
systemen.
Het PvA is gericht op verbetering van de
processen voor de toekomst met een beperkte inspanning ter afronding van het
verleden. Als zodanig is dat in lijn met
deze aanbeveling. Daarbij is echter wel
van belang dat in de uitwerking:
1. De oude jaren echt definitief worden
afgerond voordat de jaarrekening
2014 wordt afgerond.
2. Voor de toekomst tijdig zodanige
(procedurele en inhoudelijke) afspraken worden gemaakt dat geen
nieuwe problemen ontstaan (zie ook
punt 2).
In het huidig concept PvA zijn deze
beide punten nog onvoldoende geborgd
2. Tijdige feedback is een must
Hieraan verbonden is de noodzaak van tijdige feedback Als iets niet goed gaat, of
verschillend wordt geïnterpreteerd, is een
kort cyclische feedback nodig om betere
afspraken te kunnen maken die vooral toekomstige werking hebben. Een cyclus met
een maximale duur van 7 jaar is hiervoor
volstrekt ontoereikend. Hierbij moet worden eerder worden gedacht aan weken of
maanden. De maximale duur van een
DBC van 365 dagen is daarbij ook een
knelpunt. Ook het verschil in afrekening en
verantwoording op kalenderjaren versus
boekjaren vormt een knelpunt dat om oplossing vraagt.
Dit zou onderdeel moeten zijn van nog
op te stellen convenantsafspraken voor
de toekomstige procedures. En is dus alleen intentioneel opgelost maar moet nog
worden uitgewerkt. Wij pleiten er voor om
dit zo snel mogelijk te doen om te voorkomen dat nieuwe problemen ontstaan of
onvoldoende aandacht krijgen.
Onderdeel hiervan is de gemaakte
afspraak om te komen tot procesafspraken om te zorgen dat zoveel mogelijk
duidelijkheid bestaat over gepast gebruik
en verzekerde zorg zodat de resterende
risico’s terzake beperkt zijn.
3. Doel: helderheid bij afrekening van
GGZ-prestaties
In een structureel stabiele situatie dienen
de afspraken en normen zodanig helder te
zijn voor alle partijen, dat betaling van de
factuur binnen de gestelde termijn, tevens
betekent dat zorgleverancier en zorgverzekeraar het eens zijn over de geleverde
prestatie en de in rekening gebrachte prijs
en dat daarop niet meer wordt teruggekomen. Wij benadrukken dat dit ook in de reguliere markten volstrekt gebruikelijk is en
dat die anders ook niet kunnen functioneren.
Dit punt dient in de nader te maken afspraken (zie 2) nog te worden geborgd.
3
Aandachtspunt
Evaluatie huidige status
4. Beschouw 2013 als overgangsjaar;
zet een streep onder de periode t/m
2012
Om tot oplossingen te komen is het onvermijdelijk een streep te zetten onder het
verleden. Hierover moeten afspraken worden gemaakt waarbij alle partijen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen en
daarop niet later nog met voortschrijdend
inzicht worden aangesproken. Wij merken
op dat hierbij rekening moet worden gehouden met de verschillen in de context
die (voor gebudgetteerde instellingen) met
name betrekking hebben op de periode
vóór de overgang op prestatiebekostiging
DBC’s en de periode daarna, waarbij 2013
als overgangsjaar moeten worden beschouwd.
Inmiddels is 2014 ook bijna voorbij en is
van belang dat een streep wordt gezet
onder de periode tot en met schadelastjaar 2013.
In het huidig concept PvA is dit naar onze
mening nog te vrijblijvend geformuleerd.
Het beperkte zelfonderzoek beschouwen
wij als een rationele keuze, maar moet
dan wel de zekerheid opleveren dat daarmee de betreffende periode definitief
wordt afgesloten.
5. Bevorder regelzekerheid
Als het verleden is opgelost dienen voor
heden (2014) en toekomst zodanige afspraken te worden gemaakt dat de onzekerheden tot normale proporties worden
gereduceerd. Daarvoor zijn de onder punt
1 tot en met 3 genoemde punten leidend.
Zie hiervoor onder punt 4.
Wat betreft 2014 geldt dat de nieuwe ontwikkelingen inzake o.a. basis GGZ, overgang jeugd (met geforceerd afsluiten van
alle betreffende DBC’s) en de nadere
duiding van normen achteraf, alsmede
problematiek rond marktaandelen nog
vragen om nadere duidelijkheid en afspraken over de financiële gevolgen.
Voor wat betreft de verwerking in de jaarrekening 2014 mist nog een handreiking
omzetbepaling 2014.
Pagina 4 van 4