Atrivisie 34

34
juni
2014
atrivisie
2
4
5
6
7
8
Aanpak Woonbedrijf ieder1: eenvoud
“Eenvoud en duidelijkheid. Een aanpak over de volle breedte van ons bezit. Ik moet het
aan iedereen met enkele trefwoorden kunnen uitleggen.” Christiaan Logtenberg verklaart.
Blokverwarming in de uitverkoop?
Gasgestookte collectieve installaties. Eerst een bijzaak. Nu risicofactor. Dan maar
outsourcen? Voor- en tegenstanders met hun argumentatie. Maar ook de feiten.
Communicatie: do’s en don’ts
Complexmatige energieprojecten. De een draait er zijn hand niet voor om.
De ander is de wanhoop nabij. De do’s en don’ts bij bewonerscommunicatie.
‘Gratis geld’, wie wil dat nou niet?
Drie subsidieregelingen voor woningcorporaties op een rij. Lees de kansen.
Flatdaken schreeuwen om zonnepanelen
met collectief elektriciteitsverbruik. Een kans voor zonnepanelen. Aan de slag!
Grote stappen in moeilijke tijden
Gastcolumnist Emile Lindeboom van KleurrijkWonen: “Moeilijke tijden. En toch maken
corporaties juist nu misschien wel de grootste kwaliteitsslag van de afgelopen decennia.”
thuis in wonen
in gesprek
Christiaan Logtenberg Woonbedrijf ieder1
Martina Moerman Vidomes
Aanpak Woonbedrijf ieder1: eenvoud
Duurzame meters maken bij Vidomes
“Onbekende terreinen verkennen. Nadenken over duurzame mogelijkheden van het vastgoed. Die verkenningstocht spreekt mij erg aan.”
Christiaan Logtenberg heeft niet veel bedenktijd nodig bij de vraag
naar wat hem motiveert. Hij is programmaleider duurzaamheid bij
Woonbedrijf ieder1. Deze corporatie verhuurt ongeveer 15.000
woongelegenheden in de regio Deventer en Zutphen. “Natuurlijk
is veel vastgelegd over onze aanpak van verduurzaming van onze
portefeuille. Maar dan blijft er nog een groot aantal vragen open.”
“Duurzaamheid is één van de belangrijkste strategische doelstellingen van Vidomes. Daar zetten wij ons de komende jaren nadrukkelijk voor in. Vidomes wil onder andere het CO2-verbruik met
20% terugdringen in de periode 2009-2018. Om dat te realiseren
treffen we in onze woningen met een lager energielabel (E, F en G)
energiemaatregelen. Op dit moment zijn dat er nog 4.000.” Enthousiast licht Martina Moerman, adviseur techniek en beleid bij Vidomes,
het beleid toe. “Ik werk nu ruim een half jaar bij Vidomes. Kort
gezegd is mijn taak om duurzaamheid om te zetten in de praktijk.
Het beleid lag er al, maar er moeten nu meters gemaakt worden.”
Vidomes verhuurt ruim 18.000 woningen in de omgeving van Den Haag.
Voor welke beleidslijnen koos Woonbedrijf ieder1? Logtenberg legt
de keuzen voor het bestaande bezit uit: “Woonbedrijf ieder1 kiest
voor eenvoud en duidelijkheid. Plus een aanpak over de volle breedte
van ons bezit. Ik moet het aan iedereen met enkele trefwoorden
kunnen uitleggen. Zowel aan de eigen organisatie, de huurders als
onze ketenpartners. Ten eerste komt er over 6 jaar geen enkelglas
meer in ons bezit voor. Een standaard maatregel, die gekoppeld is
aan de schilderbeurt. Ten tweede halen wij alle open verbrandingstoestellen uit woningen. Ook is er veel aandacht voor verwijdering
van asbesthoudende materialen. En tot slot treffen wij bij grotere
ingrepen verdergaande maatregelen zoals dak-, gevel- en vloerisolatie en plaatsing van zonnepanelen. Dat is steeds afhankelijk van
stromen vanuit de diverse overheden op.”
Het energetisch ambitieniveau is door Woonbedrijf ieder1 niet in
prestaties op complexniveau vastgelegd, maar in generieke maatregelen voor het hele bezit. Wat levert dit op? Christiaan Logtenberg
verklaart: “Woonbedrijf ieder1 is misschien geen koploper op energetisch gebied. Over ons hele bezit bekeken maken we de komende
Na 2024 volgt een verdergaande stap. Daarnaast innoveren en
experimenteren wij nu op bescheiden schaal om daar lering voor
de toekomst uit te trekken. Zo transformeren wij enkele woningen
naar energieneutraal.” Verwachte resultaten? “De 2.500 labelstappen per jaar zorgen ervoor dat wij in 2024 geen woningen meer met
een energielabel lager dan D verhuren. Op dat moment bereiken
wij gemiddeld energielabel B. Mijn boodschap is om de aanpak eenvoudig en meetbaar te houden. Werk goed samen met installateurs
en de bouwbranche, want zij weten meer dan je denkt.”
Hoe werkt het in de praktijk? Martina Moerman: “Waar mogelijk
combineren we energiemaatregelen met planmatig onderhoud.
zo ondervinden bewoners ook zo min mogelijk overlast. Uitgangspunt voor de ontwikkelplannen is een gezond binnenmilieu, ofwel
een ‘gezonde woning’. Een gezonde woning is voor ons méér dan
alleen een woning met een hoog energielabel. Een goed binnenklimaat, voldoende ventilatie en een afgewogen concept - waarin
bouwkundige en installatietechnische maatregelen op elkaar zijn
afgestemd - vormen hiervoor de basis. Als het gaat om energiebesparende maatregelen vragen we van de huidige bewoners een
huurverhoging van 75% van de verwachte energiebesparing. Hier
krijgen de huidige bewoners niet alleen lagere woonlasten voor
terug, maar ook meer comfort en daardoor meer woonplezier.”
Het huidige milieubeleidsplan van Vidomes loopt tot en met 2018.
Moerman: “Duurzaamheid vraagt om een lange termijnvisie. Binnen
Vidomes zijn wij al bezig om beleidsplannen te maken voor na die
tijd. Want uiteraard gaan wij ook ná 2018 verder met het verduurzamen van onze woningen.”
Woonlasten bestaan voor een groot deel uit energielasten.
Betaalbaar wonen betekent dus ook energiezuinig wonen. Door
te investeren in duurzame maatregelen realiseren we lagere woonlasten voor onze huurders en minder milieubelasting. Bovendien
verhoogt het de waarde van ons vastgoed.
Vol overtuiging op weg naar 2015, Herijkte strategische visie Vidomes
Betaalbaarheid voorop bij Ons Huis
“Betaalbaarheid van wonen staat voor Ons Huis voorop. Voor
de zittende huurder, maar zeker ook voor een nieuwe huurder.
De streefhuur van onze eengezinswoningen met een energielabel B
of slechter is gemiddeld € 600. Voor energielabel A is de streefhuur wel hoger.” Jeroen Knoop, projectcoördinator Vastgoed en
Tanja Thomassen, beleidsmedewerker Vastgoed, vertellen waar
Ons Huis voor staat. Een woningcorporatie met ruim 5.000 woningen
in Apeldoorn en Zutphen. Bijna de helft is eengezinswoning.
Energiebesparing speelt een belangrijke rol bij betaalbaar wonen.
Ons Huis heeft een actief beleid. Thomassen: “Al onze woningen
waarderen wij op naar energielabel C of beter. Waar het kan pakken we kansen om energielabel B of A te realiseren. De energiebesparingsopgave is gebaseerd op het strategisch voorraadbeleid,
het huidige energielabel, de meerjaren onderhoudsplanning, het
kracht van huurders. Onze plannen zijn vooral gericht op het isoleren van de schil. Daarnaast bekijken wij of onze huurders via
de lokale energiecoöperatie deA de gelegenheid moeten krijgen
om zonnepanelen te huren.”
De kosten voor gas en elektriciteit drukken steeds zwaarder
op het besteedbare inkomen van huishoudens die het niet breed
hebben. Vooral gezinnen met lage inkomens zijn de dupe.
Noodzaak: energielasten beheersbaar houden voor lagere inkomens, RVO, 2010
Jeroen Knoop vult aan: “Wij zijn zeker geen koploper in innovaties.
Ons doel is om kwalitatief goede woningen te verhuren. Met liefst
energiebesparing voor elke huurder. Het energielabel is uiteraard
geen doel op zich.”Toch even terug naar die gemiddelde streefhuur
van € 600. Dat is behoorlijk tegen de trend in. Hoe werkt dat?
Thomassen en Knoop: “Onze huurders hebben vooral behoefte
aan een betaalbare woning. Anders worden de woonlasten gewoon
te hoog. Dat blijkt ook uit onderzoek van het Nibud. Huurders van
Ons Huis betalen in 2014 wel voor het eerst huurverhoging voor
energiebesparende maatregelen. Ook als daardoor de huur hoger
wordt dan € 600. Bij mutatie verlagen we soms juist die huur weer
om de gemiddelde streefhuur weer op € 600 te krijgen.” En wat
vinden huurders daarvan? Knoop: “Het was zeker even wennen
voor onze huurders. Ook de extra keuzeopties voor badkamers
en keukens zijn inmiddels sterk beperkt. Maar we leggen het goed
uit. Bewoners snappen het. Betaalbaar wonen is voor iedereen
belangrijk.”
Nog een laatste vraag. Hoe slaat Ons Huis de brug tussen ‘beleid’
en ‘projecten’? Thomassen en Knoop kijken elkaar verbaasd over
deze vraag aan. Jeroen Knoop neemt het woord: “Welke brug
moet er geslagen worden? Onze afdelingen hebben altijd nauw
contact. Onze functies vragen veel contact met de rest van de
organisatie. Tanja zit bijvoorbeeld altijd bij het werkoverleg van
de afdeling Vastgoed. En ook houdt het maken van beleid niet
bij vaststelling door het MT op. De beleidsmedewerker is ook
verantwoordelijk voor implementatie.”
Jeroen Knoop en Tanja Thomassen Ons Huis
visie
Outsourcing van blokverwarming heeft natuurlijk alleen zin als
er ruimschoots draagvlak binnen de corporatie voor deze keuze
is. Van bestuur tot en met werkvloer. De keuze voor focus op
kerntaken en daarmee niet op exploitatie van warmte. Tegelijk
is het zaak dat corporaties ook voldoende expertise zelf in huis
hebben of halen om deze uitbesteding professioneel op te pakken
en vervolgens ook het contract tijdens de exploitatieperiode te
managen.
Geïnteresseerde externe warmteleveranciers eisen tijdens
de selectieprocedure optimaal zicht op de kwaliteit van de blokverwarming en de huidige exploitatie. Dossiers moeten op orde
zijn. Technische informatie, storingshistorie, verbruiks- en rendementsgegevens, lopende contracten met onderhouds- en meetbedrijven en energieleveranciers. Van groot belang is de resterende
exploitatietermijn van complexen met uit te besteden warmtelevering. Minstens 15 jaar, maar liever nog 25 jaar. De nieuwe
exploitant dient met een opgeruimde kast te starten. Vereiste
investeringen in installaties vinden meteen plaats, zodat de nieuwe
exploitant hier de hele exploitatieperiode baat bij heeft. Maar
ook heeft de exploitant natuurlijk die termijn nodig om aanvangsinvesteringen terug te verdienen.
Corporaties horen een aversie voor risico’s te hebben. We speculeren niet en waar risico’s voortvloeien uit normale bedrijfsactiviteiten, verleggen we deze of brengen ze waar mogelijk terug.
Vooruit naar de kerntaak, 2013, essay van onder meer Bert Wijbenga
Blokverwarming in de uitverkoop?
De Warmtewet ziet blokverwarming niet meer als platte doorlevering via servicekosten van collectieve gasinkoop. Het gaat
om warmtelevering naar analogie van levering van huishoudelijk
gas en elektra. Blokverwarming daarom aan de markt verkopen?
Veel corporaties peinzen hier nog niet over. Argumenten van
deze tegenstanders: ‘Blokverwarming is verweven met ons
sociale vastgoed en afsplitsing is ondenkbaar. Evenmin willen
wij dat onze huurders niet meer één woonlastenfactuur van ons
ontvangen, maar twee aparte facturen. Van ons voor de huur
en van de externe warmteleverancier voor de warmtelevering.
Daarbij is het bedrijfsleven heus nog niet klaar om het van ons
over te nemen. Wij vrezen bovendien dat tarieven bij outsourcing
stijgen tot de door de ACM toegestane maxima. De grote energiebedrijven doen dit nu toch ook al?’
Toch is recent een aantal corporaties gestart met outsourcing
van blokverwarming. Veel gehoorde redenen van deze op kerntaken gerichte woningcorporaties: ‘Inning van de warmterekening
besteedt de geselecteerde marktpartij weer aan ons uit, zodat
wat betaling betreft voor huurders niets wijzigt. Tarieven volgens
de Warmtewet zijn al best scherp. Vanwege de extra risico’s door
de Warmtewet schakelen wij graag de markt in. Voor hen core
business, voor ons niet. Ook de benodigde investeringen in onze
blokverwarming zien wij als opgave voor de markt. De Warmtewet beschermt onze huurders prima. Bij slecht presteren of zelfs
faillissement grijpt de overheid in en wijst een andere leverancier
aan. Wij concentreren ons op onze kerntaken.’
Komt de leverancier of producent in de problemen? Dan zorgt
de overheid voor een oplossing. Dit staat in de Warmtewet.
Zo komt u nooit zonder warmte te zitten.
Website ACM, 2014
De Warmtewet geeft gelukkig al de meeste eisen weer voor
programma van eisen bij outsourcing. Leg alleen zaken vast die
verder gaan dan de Warmtewet. Bijvoorbeeld de verplichting om
niet alleen de installaties voor ruimteverwarming over te nemen.
Maar ook om geisers en boilers in te wisselen voor een tapspiraal,
aangesloten op de collectieve warmtebron. Of tarieven voor
gebruikers die gegarandeerd een bepaald percentage lager dan
maxima van de ACM zijn. Of eventueel duurzaamheidseisen, uitgedrukt in maximale uitstoot van CO2 gedurende de exploitatieperiode. Ten slotte kan het eisenpakket ingaan op de rol van de
nieuwe warmteleverancier bij ondersteuning van huurders bij het
terugdringen door gedragsmaatregelen van hun individuele energienota. Tot aan concrete invulling van maatschappelijk verantwoord
ondernemen in relatie tot de warmtelevering.
Communicatie: do’s en don’ts
De een draait zijn hand niet om voor een ambitieus aanbodgestuurd
energiebesparingsproject met huurverhoging. Minstens 70% van
de bewoners moet vrijwillig instemmen om het plan inclusief huurverhoging bij alle bewoners van het complex verplicht door te voeren.
De ander overweegt wanhopig om van de complexmatige aanpak
af te stappen en over te gaan op het klantgestuurd aanbrengen van
energiebesparende maatregelen. Het succes van complexmatige
energieprojecten wisselt sterk per corporatie. Belangrijkste oorzaak:
de aanpak van bewonerscommunicatie. Wat moet je doen? En misschien nog belangrijker: wat niet? De do’s en don’ts op een rijtje.
De don’ts lijken voor de hand te liggen. Maar toch sluipen ze er
ongemerkt in. De eerste is het denken voor huurders. Professionals
bij corporaties hebben er voor geleerd. ‘Wij weten wat goed is
voor huurders. Kwestie van voor- en nadelen tegen elkaar afwegen.’
Een paternalistische houding die de autonomie en het inzicht van
huurders ontkent.
De tweede don’t volgt hier direct op: de onterechte gedachte dat
gelijk hebben gelijk staat met gelijk krijgen. Een goed energetisch
plan in de ogen van de corporatie is niet automatisch een goed plan
in de ogen van huurders. Energiebesparing heeft niet altijd
de hoogste prioriteit. Of het plan komt op een verkeerd moment.
Misschien is de huurprijs belangrijker. Is de vorige renovatie niet
lekker verlopen. Of maakt de huurder persoonlijk een zware
tijd door. In dergelijke gevallen werkt het averechts om te blijven
hameren hoe goed het plan is.
Hoe betrekt u huurders, huurdersorganisaties en bewonerscommissies op constructieve wijze bij de plannen?
Hoe enthousiasmeert u uw huurders, zodat ze instemmen
met de voorgestelde maatregelen, ook als deze een huurverhoging
met zich meebrengen? Deze vragen laten zich niet met
standaardoplossingen beantwoorden. Net als de ingreep zelf,
vraagt communicatie om maatwerk.
Bewonerscommunicatie bij duurzame woningverbetering, Aenes, 2010
Hoe dan wel? Het belangrijkste is een overkoepelende visie op
de aanpak van projecten. Met een breed draagvlak binnen de corporatie. Ten eerste. Start met een goed plan. Niet alleen energetisch,
maar vooral vanuit de beleving van de huurders. Los bestaande
knelpunten meteen op. Betrek enthousiaste bewoners. Doe dat
op tijd, zodat hun input relevant is. De tweede do is het communiceren in begrijpelijke taal. Geen technisch of juridisch jargon. Wees
eerlijk en maak duidelijk wat je bedoelt. Dat kan op meerdere
manieren. In brieven, brochures of op facebook. Maar ook door
een modelwoning. Met eigen ogen ziet iedereen wat er staat te
gebeuren. Als laatste. Communiceer zoveel mogelijk persoonlijk.
je vertrouwen. Zeker bij hoge leeftijd van huurders, technische
verschillen tussen woningen onderling en meer ingrijpende maatregelen. Investeer dan in persoonlijk gesprekken thuis.
praktijk
‘Gratis geld’, wie wil dat nou niet?
Natuurlijke laten corporaties zich bij energiebesparing niet leiden
door ‘toevallige’ subsidies. Anderzijds is het verstandig om ‘gratis
geld’ wel op te rapen. Bij energiebesparing in de bestaande voorraad zijn aanzienlijke subsidiebedragen mogelijk zonder plannen
en processen al te erg aan te passen aan subsidievoorwaarden.
De papierwinkel schrikt af en projectleiders moeten op allerlei
fronten afstemming bereiken. Ter illustratie drie regelingen, die
bijna altijd in energieprojecten toepasbaar zijn.
Zo is er de blijvende regeling van 6% btw op arbeid van dak-, vloer-,
muur- en glasisolatie in bestaande woningen (1). Optimalisatie
schuilt in de grensgebieden. Bijvoorbeeld arbeid in de fabriek
bij geprefabriceerde onderdelen zoals dak- en gevelelementen
of kozijnen. Afstemming is nodig met uitvoerende bedrijven,
omdat zij de facturen zodanig moeten inrichten dat de corporatie
optimaal van de 6% regeling gebruik maakt. Maar ook afstemming
En wat te denken van de subsidie vanuit het Energieakkoord voor
sociale huurwoningen die drie labelstappen of meer maken (2).
Een ogenschijnlijk eenvoudige regeling. Maar wie stimuleert
projectleiders om de regeling optimaal te benutten? Bijschrijving
van het bedrag vindt namelijk pas over enkele jaren plaats. Zowel
bij aanvraag als oplevering zijn correcte en recent bij RVO afgemelde
energielabels verplicht. Vaak een andere afdeling. En wie bewaakt
de tijdige gereedmelding binnen 2 jaar na de beschikking? Juist in
tijden van aangekondigde inkrimping en reorganisatie.
Het rijk stelt € 400 miljoen subsidie beschikbaar voor verhuurders
in de sociale huursector ten behoeve van investeringen in energiebesparing voor de periode 2014-2017 met als doel een bijdrage
te leveren aan de doelstellingen van het Convenant Energiebesparing Huursector.
Energieakkoord voor duurzame groei, 2013
Daarnaast komt energiebesparing bijna altijd in aanmerking voor
‘groen’ geld (3). Leningen bij groenbanken leveren rentevoordeel
op. Zelfs meer dan bij de toch al zeer gunstige via het WSW
voordeel per woning loopt op van ruim € 500 bij 2 labelstappen
tot wel € 2.000 bij 5 labelstappen. Maar ook hier geldt dat het
van de niet gebruikelijke afstemming tussen de projectleider met
de treasurer. Daarbij een maatwerkadviesrapport als voorwaarde
vooraf. En de toepassing van FSC hout tijdens de uitvoering.
‘Gratis geld’. Maar oprapen gaat niet vanzelf. De prikkel voor
projectleiders van energieprojecten neemt uiteraard toe als
subsidievoordelen hun projectbudget schragen. Niet alleen direct
btw voordeel. Maar ook rentevoordeel, energie investeringsaftrek
of pas in de verdere toekomst uit te keren subsidies. Moedig aan
en ondersteun om het ‘gratis geld’ ook daadwerkelijk op te rapen.
Heb daarbij oog voor de vaak lastige afstemmingsvraagstukken
afdeling is altijd vereist. En borg het proces: van aanvraag tot
en met toekenning en uitbetaling. Wijs een eindverantwoordelijke
aan. De te verwerven bedragen zijn te hoog voor risico’s.
Flatdaken schreeuwen om zonnepanelen
Liften, dakventilatoren, galerijverlichting, hydrofoor, verwarmingspompen. Omgerekend varieert het gezamenlijke elektraverbruik
1.000 kWh. Bewoners betalen hiervoor via de servicekosten.
Woonlastenreductie en verduurzaming van de energievoorziening?
Voor de hand ligt het om eerst de vraag terug te dringen.
LED verlichting, gelijkstroom ventilatoren op het dak en pompregeling voor de blokverwarming. Relatief eenvoudig is het om
de elektra zo goedkoop mogelijk in te kopen. Maar de meest
ultieme oplossing is natuurlijk om alle voor die collectieve voorzieningen benodigde elektra duurzaam op te wekken met zonne-
Zorg eerst voor een goed beeld van het totale collectieve elektraverbruik. Zeker met het oog op verwachte wijzigingen de komende
jaren. Gaat het verbruik omlaag of komen er juist voorzieningen
bij zoals een extra lift of dakventilatoren? Hoeveel zonnepanelen
zijn nodig? Per paneel is de opbrengst ruim 200 kWh op jaarbasis.
Plaats bij voorkeur zóveel panelen dat deze voorzien in het totale
collectieve elektraverbruik. Niet minder omdat elektratarieven
bij lagere verbruiken steeds hoger zijn. Wek het hele jaarverbruik
van elektra daarom duurzaam op. Niet meer omdat teruglevering
praktisch niets oplevert.
Nederland laat in Europa alleen Malta, Luxemburg en Engeland
achter zich als het gaat om haar aandeel van 4,6% duurzame
energie in de totale energievoorziening. Nederland bevindt zich
in de achterhoede.
Eurostat, maart 2014
Voor elke situatie een geschikte optie. De eerste is van toepassing
schaffen met via het WSW geborgd geld. Dan moet het wel om
sociale huurwoningen handelen. De zonnepanelen zijn onderdeel
rijkere ingreep zijn de panelen onderdeel van het totale aanbod
aan huurders en dus ook de huurverhoging daarvoor. Uiteraard is
instemming van minstens 70% van de huurders nodig. Als er geen
andere voornemens zijn dan alleen die zonnepanelen, is een overweging voor minder armlastige corporaties om geen huurverhoging
bij zittende huurders in rekening te brengen.
De tweede optie. De corporatie beschouwt de voorziening als
separate exploitatie van energie. Dus buiten de kale huur. Omdat
een huurverhoging lastig is vanwege de eis van minstens 70%
vrijwillige deelname. Of huurverhoging is onwenselijk doordat
huren de liberalisatiegrens naderen. Of omdat investeren met
andere middelen dan door het WSW geborgd geld nodig is:
dit ontbreekt of de liberalisatiegrens is al overschreden. De corporatie int volgens het Besluit Servicekosten bij huurders via
de servicekosten op basis van geleverde zonnestroom. Hiervoor
is geen toestemming van huurders vereist.
Het aandeel sociale huurwoningen met zonnepanelen groeide
van 0,25% in 2011 naar 0,48% in 2012 en 0,75% in 2013.
SHAERE 2013, Aedes
De derde optie is ogenschijnlijk de gemakkelijkste. Een extern
bedrijf plaatst en levert vervolgens alle elektra voor de collectieve voorzieningen. Een geschikte oplossing als opname in de kale
capaciteit. Volstrekte focus op kerntaken vormt ook een belangrijk argument. Vestiging van opstalrecht is nodig. De energieleverancier factureert de corporatie op basis van geleverde elektra.
De corporatie int via servicekosten. Daarmee is instemming van
huurders niet nodig.
positief effect op het energielabel en dragen daardoor eventueel
bij aan extra huurbaten bij mutaties. Enkele aandachtspunten.
Toets of vervanging van dakbedekking niet juist de komende jaren
gepland is. Houd rekening met de valbeveiliging. Let op dat nabij
ketelhuizen in de toekomst mogelijk ruimtebeslag nodig is voor
andere duurzame installatiecomponenten zoals bijvoorbeeld
gasabsorptiewarmtepompen. Zorg tenslotte voor een display
in de entreehal om de opbrengst aan bewoners kenbaar te maken.
column
Emile Lindeboom KleurrijkWonen
Lente: blik vooruit en inspiratie
Gastcolumnist is Emile Lindeboom. Hij is senior projectleider
bij KleurrijkWonen. Deze corporatie verhuurt ongeveer 12.000
woningen in het Rivierengebied.
Wereldwijde energiedoelstellingen dagen corporaties uit
om te investeren in het energiezuiniger maken van woningen.
De schuldencrisis en daarna vergaande maatregelen uit Den Haag
maken dat niet makkelijk. En toch slaan corporaties juist in deze
tijd misschien wel de grootste kwaliteitsslag van de afgelopen
decennia.
Zo ook KleurrijkWonen. De afgelopen jaren hebben we veel
geïnvesteerd in energiebesparing. In vier jaar tijd is het aantal
groene labels gestegen van 44% naar 78%. Zonder huurverhoging
voor de zittende huurder. KleurrijkWonen is daardoor recent
tweede geworden bij de SHAERE verkiezing van ‘best scorende
corporatie 2013 op energiegebied’. Op die prijs zijn we best trots,
maar de echte winnaars zijn onze huurders!
Toch zijn we er nog niet. Voor een uiteindelijk energieneutrale
voorraad is een gedegen aanpak nodig. KleurrijkWonen doet
lasten. De komende jaren verbeteren we de woningen tijdens
het cyclisch onderhoud en strategische projecten naar gemiddeld
energielabel B. De Trias energetica is ons uitgangspunt, maar
niet heilig. Voor elk complex denken we na wat de beste maatregelen zijn. Soms zijn complexen nog niet zo oud of pas nog
gerenoveerd. In dat geval kiezen we liever voor energieopwekkende
maatregelen. Zoals zonnepanelen of een zonneboiler. Moet het
dak wél vervangen worden, dan leggen we er gelijk een dikke
laag isolatie op. Waar we terughoudend mee zijn, is het toepassen
van innovatieve installaties. Ik denk dat de komende 5 tot 10 jaar
op installatiegebied nog veel gaat gebeuren. Van de huidige
systemen heeft de HR 107 verwarmingsketel gewoon nog steeds
de beste verhouding tussen prijs en prestatie. En huurders kunnen
er goed mee overweg.
Het Gelders Impulsplan helpt ons bij het realiseren van onze
doelstellingen. Door deze subsidie van de Provincie Gelderland
realiseren we nog meer labelstappen dan gepland en krijgen
meer complexen het zuinige energielabel A. En het levert ook
nog eens extra werkgelegenheid voor de regio op.
Bedrijfsnieuws
Juni 2014 Atriensis b.v.
Postbus 842 5600 AV Eindhoven
Telefoon 040 2367859 Fax 040 2364278
Atriensis ondersteunt woningcorporaties.
De focus ligt hierbij op energie & milieu, met
daarbij veel aandacht voor de bedrijfsvoering.
Op 1 juli 2014 organiseert Atriensis voor
een groep corporaties en installatiebedrijven
een workshop. Doel is de ontwikkeling van
een nieuw model prestatiecontract voor
blokverwarming. Verlegging van risico’s van
te lage installatierendementen en storingen
naar de markt. Mail voor meer informatie naar
[email protected].
Op 11 september 2014 verzorgt Atriensis
tijdens de jaarlijkse Vabidag de workshop
‘Blokverwarming in de uitverkoop’. Marktpartijen brengen een concreet aanbod voor
enkele installaties uit. Tot en met de overnamesom richting corporatie en warmtetarieven
voor huurders. De corporatiemedewerkers
in de zaal vormen de jury!
Het delen van kennis is voor Atriensis een
belangrijk uitgangspunt. Vandaar een scala aan
masterclasses en trainingen in samenwerking
met Habitask. Zie ook www.atriensis.nl en
daarna ‘trainingen’.
Met vaste regelmaat treft u op www.atriensis.nl
voor corporaties relevant nieuws aan. Of interviews met uw collega’s uit de corporatiebranche.
Abonneer u hierop door aanmelding op
www.atriensis.nl.
Hoewel bij deze uitgave van Atrivisie de uiterste zorg
is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en
onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt
Atriensis b.v. geen enkele aansprakelijkheid.