Het verpleegkundig proces in Duitsland – de

Het verpleegkundig proces in Duitsland –
de toepassing op de stageplaatsen in Meppen en
Salzburg
Afstudeeronderzoek bij Netwerk ZON
IJsbrand Nicolai 218412 (GGZ/VGZ)
&
Sharona Groothuijs 367818 (AGZ)
Onderzoeksverslag
HBO-Verpleegkunde jaar 4 en 3
Hanzehogeschool Groningen
18.06.2014
Docentbegeleider: Loïs de Vries
Opdrachtgever: Netwerk ZON
COLOFON
IJsbrand Nicolai
HBO-V jaar 4
218412 – studentnr.
Van Sijsenstraat 56
9724 NR Groningen
06-47009006
[email protected]
Sharona Groothuijs
HBO-V jaar 3
367818 – studentnr.
Multatulistraat 41
9721 NE Groningen
0049- 1629465028
[email protected]
Opdrachtgever
Netwerk ZON
Rummerinkhof 2
9751 SL Haren
050 575 74 75
Contactpersonen:
Elvira Coffetti
Projectmedewerker
06 11204251
[email protected]
Jelly Zuidersma
Programma-manager
[email protected]
Docentbegeleider
Loïs de Vries
Academie voor Verpleegkunde
Eyssoniusplein 18 - 9714 CE Groningen
(0)50 - 5953568
[email protected]
1
VOORWOORD
Dit onderzoek is ontstaan in het kader van de opleiding Verpleegkunde aan de
Hanzehogeschool te Groningen.
Het is een praktijkgericht onderzoek dat kijkt naar de toepassing van de zes fasen van het
verpleegkundig proces door Duitse verpleegkundigen. Het onderzoek is uitgevoerd op
Duitse afdelingen waar Nederlandse verpleegkunde studenten stage lopen.
We willen Loïs de Vries, docent aan de Academie voor Verpleegkunde van de
Hanzehogeschool, bedanken voor haar kritische blik en haar begeleiding tijdens dit
onderzoek. Daarnaast danken wij docent en onderzoeker Wolter Paans voor zijn hulp in de
ontwikkeling van het meetinstrument, dat is gebruikt voor dit onderzoek.
Ook willen we Elvira Coffetti en Jelly Zuidersma van Netwerk ZON bedanken voor hun hulp
en begeleiding tijdens dit project.
Verder gaat onze dank uit naar Ronne van Alen, directeur van de Anthojo klinieken in Zuid
Duitsland, voor zijn betrokkenheid op en inzet voor ons onderzoek.
IJsbrand Nicolai
Sharona Groothuijs
Groningen, juni 2014
2
SAMENVATTING
Introductie
Netwerk Zon is bezig met het opzetten van een samenwerking in zorg en onderwijs in het
grensgebied van Duitsland en Nederland. In Nederland is een tekort aan stageplaatsen voor
verpleegkundigen. In Duitsland is een andere trend gaande, daar is op dit moment juist een tekort
aan verpleegkundigen en stagiaires. Door een samenwerkingsverband aan te gaan in het
grensgebied kunnen beide partijen profiteren. Via het Netwerk ZON gaan elke periode ongeveer 35
MBO-V studenten stage lopen in Duitsland. Uit de feedback van de Nederlandse studenten komt
naar voren dat er een discrepantie is tussen het werken aan de hand van het verpleegkundig proces
zoals de leerlingen tijden hun opleiding hebben geleerd, en de praktijk in Duitsland.
Het toepassen van het verpleegkundig proces behoort in de Nederlandse MBO-V en HBO-V
opleiding tot de kerncompetenties. Dit is van groot belang omdat het correct gebruik van het
verpleegkundig proces bijdraagt aan het voldoen aan de professionele praktijkstandaarden
waarvoor verpleegkundigen verantwoordelijk worden gesteld (Wilkinson, 2008, p. 8).
Netwerk ZON weet op dit moment niet op welke manier er door de verzorgenden/verpleegkundigen
in Duitsland invulling gegeven wordt aan het verpleegkundig proces in Duitsland. Daaruit is de vraag
voor dit onderzoek ontstaan.
Doelstelling
Doel van dit onderzoek is om zicht te krijgen op het verpleegkundig proces in Duistland en in
hoeverre het door de (Kinder-)Krankenpflegerin/Altenpflegerin op de Calibris aangesloten stage
afdelingen uitgevoerd wordt.
Methode
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van kwantitatief onderzoek. Na samenwerking met de auteur
van het gebruikte meetinstrument, Wolter Paans, is het meetinstrument aangepast. Er wordt
gebruik gemaakt van een enquête die de toepassing van het verpleegkundig proces meet. Hierin zijn
de zes fasen van het verpleegkundig proces meegenomen zoals Nederlandse studenten het op
school leren. De doelgroep voor de enquête zijn de(Kinder-) Krankenpfleger/ Altenpfleger en de
Nederlandse stagiaires die stagelopen in Duitsland. Door deenquête wordt gemeten inhoeverre het
verpleegkundig proces op de afdelingen in Duitsland toegepast wordt.
Resultaten
Uit de resultaten van de enquête blijkt dat verpleegkundigen in Duitsland niet structureel aan de
hand van het verpleegkundig proces werken. Hierbij is verschil in toepassing tussen Noord en Zuid
Duitsland. In Zuid Duitsland zijn de stappen van het verpleegkundig proces sterker gebaseerd op de
vijf voorafgaande fasen dan in Noord Duitsland. Uit de enquête komt als belangrijkste redenen
hiervoor naar voren: onderbezetting en kennistekort.
Discussie
Door de lage respons is er geen algemene uitspraak mogelijk over de toepassing van het
verpleegkundig proces in het werken in Duitsland.
Wel geeft het onderzoek een oriëntatie aan hoe verpleegkundigen in Duitsland werken aan de hand
van het verpleegkundig proces. Meer onderzoek is nodig om hier duidelijkheid over te verschaffen.
Conclusie/ aanbevelingen
Aan de hand van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat in Duitsland door verpleegkundigen
niet volgens het gehele verpleegkundig proces wordt gewerkt.
3
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord ........................................................................................................................................ 2
Samenvatting..................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1: Inleiding ........................................................................................................................5
Hoofdstuk 2: Vraagstelling, doelstelling en definiëring begrippen ...................................................... 7
2.1
Doel van het onderzoek ............................................................................................. 7
2.2
Deelvragen literatuurstudie ....................................................................................... 7
2.3
Deelvraag praktijkonderzoek ................................................................................... 8
2.4
Vraagstelling............................................................................................................. 8
2.5
Definiëring begrippen ............................................................................................... 8
Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethodiek ................................................................................................. 9
3.1
Design ...................................................................................................................... 9
3.2
Onderzoeksmethodiek literatuurstudie ................................................................... 10
3.3
Onderzoeksmethodiek enquête .............................................................................. 11
3.4
Betrouwbaarheid en validiteit ................................................................................. 12
3.5
Bruikbaarheid ......................................................................................................... 13
3.6
Ethische verantwoording ........................................................................................ 13
Hoofdstuk 4: Theoretisch en beleidsmatig kader .............................................................................. 14
4.1
Ontwikkelen van meetinstrument ........................................................................... 14
4.2
Het verpleegkundig proces volgens het onderwijs in Nederland .............................. 17
4.3
Categorieën van de enquête .................................................................................... 19
Hoofdstuk 5: Onderzoeksresultaten .................................................................................................20
Discussie .......................................................................................................................................... 22
Conclusie en aanbevelingen ............................................................................................................. 25
Literatuurlijst.................................................................................................................................... 27
Bijlage 1: Enquêtes .......................................................................................................................... 29
Bijlage 2: Duitse brieven (contacpersoon en reminder) ..................................................................... 35
Bijlage 3: Analyse via excel ............................................................................................................... 37
4
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
De Nationale beroepscode beschrijft het vak van het verplegen als volgt:
“Jouw werk is gericht op het bevorderen en in stand houden van gezondheid, het voorkomen van
ziekte en handicap, het bijdragen aan genezing en herstel van ziekten, het verlichten van lijden en
ongemak. Daarbij heb je als verpleegkundige, verzorgende, helpende en zorghulp ieder je eigen
taak. Jullie inzet heeft als doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van de zorgvrager”
(NU91 & V&VN, 2007).
Om deze genoemde kwaliteit van leven van de zorgvrager te bereiken verleent de verpleegkundige
zorg door middel van een methodisch, doelgerichte flexibele leidraad voor het plannen, uitvoeren,
en evalueren van effectief, individuele verpleegkundige zorg: het verpleegkundig proces (Wilkinson,
2008, pp. 14-15).
Hall (1955) was de eerste die het verplegen als een proces beschreef. De eersten die het begrip
verpleegkundig proces gebruikten, waren onder andere Johnson (1959), Orlando (1961) en
Wiedenbach (1963). Ze beschreven het als een reeks fasen.
Het verpleegkundig proces wordt momenteel in iedere verpleegkunde opleiding onderwezen en is
opgenomen in het curriculum van het onderwijs. Verpleegkundigen wordt geacht te kunnen werken
met het verpleegkundig proces (Wilkinson, 2008, p. 12).
Het verpleegkundig proces waarmee wordt gewerkt bestaat uit fasen. Voor dit onderzoek hebben
wij gekozen voor het 6-fasen model omdat dat model een duidelijk overzicht geeft van het
verpleegkundig handelen. Het verpleegkundig proces is cyclisch en dynamisch. De eerder afgeronde
fasen, zoals anamnese worden continu onderzocht op juistheid en nauwkeurigheid (Wilkinson,
2008, p. 11).
Hieronder staan de zes fasen van het verpleegkundig proces met korte uitleg.
- anamnese: de verpleegkundige verzamelt alle gegevens die van toepassing zijn op de
gezondheid van de patiënt of op zijn/haar situatie
- diagnose: de verpleegkundige analyseert de anamnese gegevens om de diagnose of het
probleem vast te stellen
- planning van resultaten: de verpleegkundige stelt de verwachte resultaten vast aan de hand
van een geïndividualiseerd verpleegplan voor de patiënt of de situatie
- planning van interventies: de verpleegkundige ontwikkelt een plan met interventies om tot
het verwachte resultaat te komen
- uitvoering: de verpleegkundige voert het vastgestelde plan uit
- evaluatie: de verpleegkundige evalueert de voortgang van de behaalde resultaten
“Het verpleegkundig proces” is eigenlijk één begrip dat alle werkzaamheden van de
verpleegkundige beschrijft en inhoudt. De fasen doorloopt de verpleegkundige (gedeeltelijk samen
met de patiënt) om de zorg op de beste manier te verlenen en te waarborgen.
Het verpleegkundig proces staat beschreven in de Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en
Verzorgenden. De Nationale Beroepscode is een leidraad en geeft de uitgangswaarden voor het
handelen weer voor alle Verpleegkundigen en Verzorgenden in Nederland. Het is gebaseerd op alle
wetten die in de zorgsector van belang zijn en licht toe wat er van de verpleegkundige/verzorgende
verwacht mag worden (NU91 & V&VN, 2007).
Hierdoor wordt duidelijk dat het handelen aan de hand van het verpleegkundig proces van alle
leerlingen/studenten, die de MBO-Verpleegkunde [MBO-V] opleiding in Nederland volgen,
verwacht wordt. De basis voor het verpleegkundig proces is hierbij de zorgvrager, die tijdens het
gehele proces centraal staat.
Er zijn een aantal redenen waarom het verpleegkundig proces in de praktijk gebruikt wordt:
- Beschrijft op systematische wijze de gegevens van de zorgvrager en alle acties die genomen
zijn/nog genomen moeten worden
5
- Geeft richting aan de discussie van de te verlenen zorg
- Maakt inzichtelijk wie wat doet en op welke manier
- Geeft andere disciplines inzicht in de systematisch verzamelde gegevens en besluiten (Boog,
2010, p. 74).
Via Netwerk ZON gaan elke periode rond de 35 MBO-V studenten stagelopen in Duitsland. De
stageplaatsen zijn zorgvuldig uitgezocht en via Calibris erkend als goede leerplekken (Calibris,
2014). Toch heeft Netwerk ZON als respons van de Nederlands studenten de informatie dat het
werken aan de hand van het verpleegkundig proces in Duitsland anders verloopt dan de leerlingen
tijdens de opleiding leren. Studenten geven bij Netwerk ZON aan, dat ze de nieuwe taal, de
persoonlijke ontwikkeling en de cultuur in Duitsland als leerzaam ervaren. Echter wordt aangegeven
dat zij niet veel bij hebben geleerd in kerntaak een: Het bieden van zorg en begeleiding in het
verpleegkundig proces.
Het verpleegkundig proces behoort in de Nederlandse MBO-V en HBO-V opleiding tot de
kerncompetenties. Studenten moeten tijdens de opleiding leren om aan de hand van het
verpleegkundig proces de zorg voor de patiënten in kaart te brengen en te leveren. Dit is van groot
belang omdat het correct gebruik van het verpleegkundig proces bijdraagt aan het voldoen aan de
professionele praktijkstandaarden waarvoor verpleegkundigen verantwoordelijk worden gesteld
(Wilkinson, 2008, p. 8).
Als er tijdens de stages in Duitsland niet voldoende gewerkt kan worden aan de kerncompetenties
en kwalificaties van het verpleegkundig proces, dan moet de vraag gesteld worden of de stages in
Duitse zorginstellingen volwaardige stages zijn voor de Nederlandse studenten.
Netwerk ZON weet op dit moment niet op welke manier er door de (Kinder-) Krankenpfleger/
Altenpfleger (dit zijn de verzorgenden/verpleegkundigen in Duitsland) invulling gegeven wordt aan
het verpleegkundig proces in Duitsland. Daaruit is de vraag voor dit onderzoek ontstaan. In het
vervolg van dit onderzoek worden de verpleegkundigen en verzorgenden in Duitsland benoemd als
(Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger.
Als het gaat om de stageplaatsen in Duitsland, die via het Netwerk ZON beschikbaar zijn, gaat het
om stageplaatsen in Papenburg, Leer, Lingen, Meppen en Salzburg.
Het gaat hier om negen stage instellingen waar MBO-V studenten stage lopen tijdens hun opleiding.
Van deze negen instellingen zijn vier ziekenhuizen en vijf revalidatie klinieken.
Hieronder volgt een overzicht van de plaats, instelling en setting.
Afbeelding 1.1: Overzicht stage instellingen Duitsland
Plaats
Leer
Instelling
Setting
Klinikum
Ziekenhuis
Lingen
Bonafatius Krankenhaus
Ziekenhuis
Meppen
Ludmillenstift
Ziekenhuis
Papenburg
Marienkrankenhaus Papenburg-Aschendorf
Ziekenhuis
Salzburg
Anthojo klinieken:
Instelling voor longaandoeningen
Instelling voor orthopedie
Instelling voor psychosomathiek
Revalidatie voor ouderen
Instelling voor verslavingszorg
Revalidatie kliniek
Revalidatie kliniek
Revalidatie kliniek
Revalidatie kliniek/ouderenzorg
Revalidatie kliniek/verslavingszorg
6
HOOFDSTUK 2: VRAAGSTELLING, DOELSTELLING EN DEFINIËRING BEGRIPPEN
In de inleiding staat beschreven dat het werken aan de hand van het verpleegkundig proces voor de
MBO-V studenten, die de opleiding in Nederland volgen, verwacht wordt. Echter is er nog
onduidelijkheid of er door de(Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger in Duitsland ook aan de hand van
het verpleegkundig proces gewerkt wordt. Het gaat dus speciaal om de werkwijze van de (Kinder)Krankenpfleger/Altenpfleger op de afdelingen, waar de Nederlandse studenten stage lopen.
In dit hoofdstuk zal eerst het doel van het onderzoek beschreven worden, daarna zal de
vraagstelling beschreven worden. De deelvragen zijn in hoofdstuk 2.3 te vinden en als laatste zullen
de kernbegrippen uit de vraagstelling, de doelstelling en de deelvragen gedefinieerd worden.
2.1
Doel van het onderzoek
Doel van dit onderzoek is om zicht te krijgen op het verpleegkundig proces in Duistland en in
hoeverre het door de (Kinder-)Krankenpflegerin/Altenpflegerin op de Calibris aangesloten stage
afdelingen uitgevoerd wordt.
Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek kan gekeken worden in hoeverre het
verpleegkundig proces afwijkt van hetgeen de Nederlandse MBO-V studenten hebben geleerd.
Als het verpleegkundig proces in Duitsland niet toegepast wordt kan Netwerk ZON actie
ondernemen of verder onderzoek doen met het doel, dat Nederlandse studenten ook tijdens hun
stage in Duitsland methodisch kunnen handelen en aan hun competenties kunnen werken.
Op basis hiervan is de volgende doelstelling geformuleerd die onderverdeeld kan worden in een doel
op korte termijn (onderzoeksdoel) en een doel op lange termijn.
Het doel van dit praktijkonderzoek is om in kaart te brengen hoe het verpleegkundig proces
toegepast wordt in Duitsland en of er verschil is tussen twee verschillende regio’s (Noord Duitsland
en Zuid Duitsland).
Op lange termijn is dit onderzoek een begin om in kaart te brengen wat er gedaan moet worden
zodat de Nederlandse studenten ook tijdens een stage in Duitsland kunnen werken aan het
methodisch handelen via het verpleegkundig proces en aan hun competenties.
2.2
Deelvragen literatuurstudie
- Hoe kun je de toepassing van het verpleegkundig proces meten?



Is er al eerder onderzoek gedaan naar het meten van het verpleegkundig proces?
Met het verpleegkundig proces worden deze zes fasen bedoeld: afnemen van
anamnese, stellen van diagnoses, planning van resultaten, planning van
interventies, uitvoering van interventies, evaluatie van de resultaten
Als er eerder onderzoek is gedaan: Zijn deze meetinstrumenten te gebruiken of
moeten deze worden aangepast?
Als er geen onderzoek naar is gedaan, hoe is het meetinstrument dan te
ontwikkelen?
- Wat leren Nederlandse MBO verpleegkunde studenten over het methodisch werken
volgens het verpleegkundig proces?
Door deze twee deelvragen te beantwoorden komt naar voren hoe het meetinstrument eruit
moet zien om het verpleegkundig proces op de Duitse stag afdelingen te meten.
7
2.3
Deelvraag praktijkonderzoek
- Hoe wordt in Duitsland het methodisch werken toegepast: gegevens verzamelen, stellen
verpleegkundige diagnose, resultaten bepalen, interventies bepalen, evalueren?
2.4
Vraagstelling
Naar aanleiding van de doelstelling en met behulp van de deelvragen is deze vraagstelling tot stand
gekomen:
In hoeverre geven de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger invulling aan het methodisch werken ten
aanzien van de zes fasen van het verpleegkundig proces op de stage afdelingen waar Nederlandse mboverpleegkunde studenten stage lopen in Leer, Lingen, Meppen, Papenburg en Salzburg.
2.5
Definiëring begrippen
Methodisch werken -
(Kinder-)Krankenpfleger/
Altenpfleger -
Toepassing -
Methodisch werken is een bewuste, doelgerichte, systematische en
procesmatige aanpak, die bewust of onbewust uit de volgende vier
stappen bestaat: oriënteren, plannen, uitvoeren en evalueren
(Boog, 2010, p. 72).
De Duitse benaming van verpleegkundigen. Gesundheits- und
Krankenpfleger zijn gespecialiseerd in de algemene
gezondheidszorg (AGZ), Kinderkrankenpfleger zijn gespecialiseerd
in kinderen (pediatrie), Altenpfleger zijn gespecialiseerd in ouderen
(geriatrie).
In het kader van dit onderzoek wordt met toepassing bedoeld, dat in
de praktijk uitgevoerd wordt wat er tijdens de opleiding is geleerd.
In dit hoofdstuk is uitleg gegeven over het doel van dit onderzoek, is er ingegaan op de deelvragen
en zijn veel gebruikte begrippen gedefineerd.
In hoofdstuk 3 zal verder ingegaan worden op de onderzoeksmethodiek.
8
HOOFDSTUK 3: ONDERZOEKSMETHODIEK
In dit hoofdstuk staat de onderzoeksmethodiek beschreven. Er wordt uitleg gegeven over de
designs, waarvan in dit onderzoek gebruik gemaakt wordt. Verder wordt er ingegaan op de
onderzoekmethodiek van de literatuurstudie en op de onderzoeksmethodiek van de enquête. Als
laatst wordt gekeken naar de bruikbaarheid, betrouwbaarheid en ethische aspecten van dit
onderzoek.
3.1
Design
Omdat het in dit praktijkonderzoek om de toepassing van het verpleegkundig proces gaat en niet
om achtergronden en belevingen van de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger, is gekozen voor een
kwantitatieve analyse. Het onderzoek is exploratief/beschrijvend. Door middel van cijfers zijn de
belangrijkste uitkomsten weergegeven. Door middel van de literatuurstudie is antwoord gegeven op
de deelvraag: Hoe kun je de toepassing van het verpleegkundig proces meten?
Literatuurstudie maakt deel uit van het vooronderzoek (Verhoeven, 2004). Door te zoeken naar
eerder gedaan onderzoek over de toepassing van het verpleegkundig proces werd georiënteerd op
de vraagstelling.
Binnen de literatuurstudie is wetenschappelijke kennis gebruikt om tot een valide en betrouwbaar
meetinstrument te komen, dat het toepassen van het verpleegkundig proces meet. Gevonden
meetinstrumenten zijn beoordeeld en vergeleken om te kijken of deze meetinstrumenten
toepasbaar zijn voor dit onderzoek. Bij de ontwikkeling van het meetinstrument is gecontroleerd of
datgene wat gevraagd wordt in het meetinstrument overeenkomt met wat de MBO-Verpleegkunde
studenten leren met betrekking tot het verpleegkundig proces.
Hoofdstuk 4, theoretisch en beleidsmatig kader, geeft de resultaten van de literatuurstudie weer.
Het meetinstrument, ontwikkeld uit de literatuurstudie, meet door middel van een enquête de
toepassing van het verpleegkundig proces. Er is voor een enquête gekozen omdat het de
gebruikelijkste methode is om meningen, opinies, houdingen en kennis te meten. Een voordeel is
dat het gestructureerd is en de vragen van te voren worden vastgesteld en er een beperkt aantal
antwoordmogelijkheden gegeven worden. Als de enquête valide is kunnen de onderzoekers met de
resultaten ook daadwerkelijk antwoord geven op de onderzoeksvraag (Verhoeven, 2004, p. 87).
Door middel van de uitkomsten van de enquête kan antwoord op de hoofdvraag voor het
praktijkonderzoek gegeven worden: Hoe wordt in Duitsland het methodisch werken: gegevens
verzamelen, stellen van verpleegkundige diagnoses, resultaten bepalen, interventies bepalen,
evalueren toegepast?
9
3.2
Onderzoeksmethodiek literatuurstudie
In de onderzoeksmethodiek van de literatuurstudie zijn de zoekmethode, de selectiecriteria van de
gevonden artikelen en de zoekuitkomsten beschreven.
Zoekmethode
Allereerst is gezocht in de HBO-kennisbank op onderzoek met zoektermen verpleegkundig proces,
verpleegplan en kwaliteit van zorg in combinatie en los van elkaar. Deze zoekactie heeft geen
resultaten opgeleverd met betrekking tot dit onderzoek. Om tot meer literatuur te komen is
gezocht in internationale databanken: Medline, Cinahl en Pubmed. Zoektermen waren ‘Nursing
proces’, Nursing records, nursing documentation en Nursing quality in combinatie met instrument
of evaluation. Gezocht is naar wetenschappelijke artikelen van de laatste 10 jaar.
Om tot kennis te komen wat studenten in Nederland over het verpleegkundig proces leren, werden
documenten geanalyseerd. Hierbij is gebruik gemaakt van het landelijke kwalificatiedossier voor
MBO-verpleegkundigen (Calibris, 2013) en het boek “Verpleegkunde voor MBO” van W. Boog
(Boog, 2010). Voor deze bronnen is gekozen omdat het boek van W. Boog informatie geeft over de
inhoudt en toepassing van het verpleegkunig proces in het MBO-V onderwijs. Het landelijke
kwalificatiedossier geeft het wettelijk kader van wat de MBO verpleegkundige moet leren (Calibris,
2013).
Selectiecriteria artikelen
Artikelen waarbij meetinstrumenten worden gebruikt of ontwikkeld die het verpleegkundig proces,
kwaliteit van verpleegkundige zorg of het verpleegkundig dossier meten in kwaliteit en kwantiteit
zijn geïncludeerd.
Exclusiecriteria waren: gedupliceerde artikelen over hetzelfde onderzoek, artikelen die niet full-tekst
beschikbaar waren na extra zoekactie, anderstalig dan Engels/ Nederlands/ Duits en artikelen ouder
dan 10 jaar. In afbeelding 3.1 is de zoekstrategie weergegeven.
Afbeelding 3.1: Zoekstrategie
10
Zoekuitkomsten
Van de 845 gevonden artikelen in Pubmed, Cenahl en Medline zijn 751 artikelen geëxcludeerd op
basis van niet Engelse tekst, dubbel gevonden onderzoek, ouder dan 10 jaar en geen abstract
beschikbaar. De overgebleven 94 potentieel relevante artikelen zijn door twee onderzoekers
onafhankelijk van elkaar handmatig doorgenomen op basis van titel en abstract. Van de 94
potentieel relevante artikelen zijn na instemming van de eerste en tweede onderzoeker 77 artikelen
geëxcludeerd op basis van inhoud tot de onderzoeksvraag. De overgebleven 17 wetenschappelijke
artikelen werden door de eerste en tweede onderzoeker full-tekst geanalyseerd. In de analyse werd
gekeken naar volledigheid van meten van het verpleegkundig proces, welk meetinstrument wordt
gebruikt en betrouwbaarheid van het meetinstrument.
3.3
Onderzoeksmethodiek enquête
Populatie
De populatie van een onderzoek bestaat uit alle eenheden waarover een uitspraak gedaan wordt
binnen het onderzoek (Verhoeven, 2004, p. 34). Met het oog op het doel van dit onderzoek bestaat
de populatie uit twee verschillende groepen: Duitse verpleegkundigen op afdelingen waar
Nederlandse studenten stage lopen en de studenten zelf. Er is voor gekozen om de enquêtes ook
aan de Nederlandse studenten op de Duitse stage afdelingen te versturen, om te kijken hoe de
Nederlandse studenten beoordelen in hoeverre de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger het
verpleegkundig proces toepassen. Met de opdrachtgever is besproken dat het van belang is de
mening van de studenten mee te nemen in dit onderzoek. Door de studenten in dit
praktijkonderzoek mee te nemen is de respons hoger geweest en kan er meer over de toepassing
van het verpleegkundig proces in Duitsland worden gezegd . De enquête is voor de Nederlandse
studenten in het Nederlands beschikbaar geweest.
Momenteel (periode drie en vier van het studiejaar 2013/2014) lopen er 33 MBO-V studenten stage in
Duitsland. Er wordt vanuit gegaan dat er per student een Duitse werkbegeleider beschikbaar is.
De populatie bestaat uit ongeveer uit 70 personen.
De directeur van de Anthojo kliniek in Zuid Duitsland heeft aangegeven dat hij belang heeft bij de
uitkomsten van dit onderzoek en heeft daarom medewerkers (Gesundheits-und Krankenpfleger,
Kinderkrankenpfleger en Altenpfleger) een mail gestuurd met de vraag om de enquête in te vullen.
Dataverzameling
Om de enquête te kunnen verdelen is het nodig geweest om contactgegevens van de
werkbegeleiders en studenten (en indien mogelijk (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger van de
Anthojo klinieken) te verkrijgen.
Hiervoor zijn door Netwerk ZON de stagedocenten benaderd die vervolgens de gegevens van de
studenten en van de contactpersonen uit de instellingen hebben doorgegeven. Daarna werden
de (Kinder-) Krankenpfleger/ Altenpfleger, werkbegeleiders en studenten benaderd, die mede de
populatie van dit onderzoek vormen.
De verpleegkundigen in Zuid Duitsland hebben door de directeur van de instellingen (Anthojo
Klinieken) de enquête via de mail gekregen.
Door middel van een e-mail hebben Duitse verpleegkundigen (op afdelingen waar Nederlandse
studenten stage lopen) en studenten een uitleg over het onderzoek en een link met de Duitstalige
enquête ontvangen met de vraag deze binnen 14 dagen in te vullen. De enquête is via de website
van netwerk ZON beschikbaar gesteld. De respondenten hebben de ingevulde enquête met een klik
11
kunnen versturen in plaats van een aparte mail naar de onderzoekers. Hierdoor was de kans op een
hogere respons groter en een ander voordeel is dat de gegevens via het programma gelijk in Excel
gezet konden worden. Ook is de kans op fouten kleiner geweest doordat de gegevens automatisch
in Excel gezet zijn. Bovendien is een enquête via internet goedkoper dan een conventionele enquête
en is de respons hierop in het algemeen groter (Verhoeven, 2005, p. 88). Na 14 dagen werd via
contactpersonen een reminder verstuurd.
Om non-respons te voorkomen is gebruik gemaakt van de volgende methoden:
- duidelijke instructie en informatie in de mail. Er was beschreven om wat voor onderzoek het ging
en wat de relevantie ervan is
- de enquête was in het Duits en het Nederlands beschikbaar
- de enquête was zo kort mogelijk zodat er zo min mogelijk tijd van de deelnemers werd gevraagd
- er werden na twee weken herhaald reminders verstuurd (in totaal drie reminders)
- er is telefonisch contact gezocht om te achterhalen of contactpersonen het onderzoek nog kunnen
promoten op de afdelingen
Data-analyse
De gegevens van de ingevulde enquêtes zijn geanalyseerd om uitspraken te kunnen doen over de
toepassing van het verpleegkundig proces in Duitsland.
Hiervoor zijn de gegevens gecodeerd en in het programma Excel verwerkt. De opmerkingen (de
laatste vraag van de enquête) zijn apart verwerkt omdat deze vraag niet kwantitatief is.
3.4
Betrouwbaarheid en validiteit
Kwaliteit van onderzoek wordt beoordeeld aan de hand van systematische criteria, waaronder ook
betrouwbaarheid valt. Betrouwbaarheid van een onderzoek geeft aan, in hoeverre het onderzoek
vrij van toevallige fouten is. Hoe minder toevallige fouten er in de onderzoeksresultaten voorkomen,
hoe betrouwbaarder het onderzoek is. De kans dat het onderzoek bij herhaling tot dezelfde
resultaten zal leiden is dan groot.
Validiteit, oftewel geldigheid van een onderzoek is ook een systematisch criterium dat de kwaliteit
van een onderzoek bepaalt. Validiteit bedoelt de mate, waarin het onderzoek vrij is van
systematische fouten. Hoe minder fouten er in een onderzoek zijn, hoe meer geldig de resultaten
zijn (Verhoeven, 2004, pp. 35-36).
Voorafgaand aan het onderzoek is erover na gedacht op welke manier er zo min mogelijk
beperkingen in validiteit en betrouwbaarheid voor dit onderzoek ontstaan en hoe deze te verhelpen
zijn.
Met betrekking tot het meetinstrument was het de bedoeling om door middel van literatuurstudie
een al bestaand meetinstrument te vinden, waardoor de toepassing van het verpleegkundig proces
in de praktijk gemeten kon worden. Er kwam naar voren dat er alleen dossieronderzoek is gedaan
als het om het verpleegkundig proces gaat. Hierdoor was het alleen mogelijk om een gevalideerde
enquête voor dossieronderzoek als referentiekader te gebruiken en hieruit afgeleid een enquête te
ontwerpen die door werknemers ingevuld kon worden. Om de transfer van het originele instrument
(D-catch instrument) naar een enquête betrouwbaar te maken, is er met een van de ontwikkelaars
van het D-catch instrument gesproken op welke manier dit het beste gedaan kon worden en welke
bronnen hiervoor gebruikt konden worden. Het gesprek heeft plaats gevonden met dhr. W. Paans.
Hierdoor is de enquête ontstaan, die voor dit onderzoek is gebruikt. Ook is er in de literatuur
gekeken wat Nederlandse studenten over de zes stappen van het verpleegkundig proces moeten
leren. Hier is ook rekening mee gehouden in de enquête. Er is naar de kennis over het
verpleegkunidg proces gevraagd, die de studenten in de opleiding leren.
Omdat de enquête in het Duits beschikbaar moest zijn, werd de enquête vertaald door een native
speaker Duits met Nederlandse achtergrond, die als professional op verpleegkundig gebied
12
werkzaam is, om zo de resultaten zo betrouwbaar mogelijk te maken. De vertaalde enquête werd
door een tweede professional, die ook de Duitse en Nederlandse taal beheerst, gecontroleerd. Ook
werd Duitse onderwijsliteratuur van verpleegkunde gebruikt om de transfer van de Nederlandse
begrippen goed te doen. Het gaat dan vooral om de begrippen van het verpleegkundig proces en de
verschillende fasen. De gebruikelijke benaming van de fasen en begrippen die te maken hebben met
het verpleegkundig proces werden uit de Duitse literatuur gehaald.
Hiermee kon worden voorkomen dat de Duitse verpleegkundigen niet zouden begrijpen waar het
om gaat omdat er foute en niet gebruikelijke begrippen gebruikt zijn in de enquête.
Met validiteit van de enquête werd in dit onderzoek bedoeld of de Duitse verpleegkundigen niet
alleen verschillende fasen van het verpleegkundig proces toepassen maar of zij het ook methodisch
doen. Dus dat alle stappen gebaseerd zijn op de voorafgaande fase. Om dit te kunnen meten
werden de zes hoofdvragen zo gestructureerd, dat ze betrekking hebben op de voorafgaande fase
van het verpleegkundig proces/ de voorafgaande vraag. Zo wordt duidelijk of de (Kinder-)
Krankenpflegerinnen/Altenpflegerinnen niet alleen de stappen van het verpleegkundig proces
toepassen, maar ook of ze het als proces uitvoeren. Want in een proces is elke stap gebaseerd op de
voorafgaande fase. Hiermee wordt dus gemeten of de respondenten methodisch werken.
Voor de Nederlandse studenten moest het duidelijk zijn dat het in de enquête om de (Kinder-)
Krankenpflegerinnen/Altenpflegerinnen gaat en niet hoe zij zelf het verpleegkundig proces
toepassen. Hierop werd in de email gewezen en werden de vragen van de enquête concreet
gemaakt.
3.5
Bruikbaarheid
Bruikbaarheid is gegeven als de opdrachtgever de resultaten kan gebruiken bij het verbeteren van
de organisatie (Verhoeven, 2004, p. 36). Om het onderzoek zo bruikbaar mogelijk te maken voor de
opdrachtgever is het van belang om ze dicht bij het onderzoek te betrekken (Boeije, 't Hart, & Hox,
2009).
Binnen dit onderzoek is bruikbaarheid belangrijk omdat Netwerk ZON op grond van de resultaten
zou kunnen zien, of het verpleegkundig proces in Duitsland toegepast wordt. Als dit niet het geval is
kunnen zij actie ondernemen of verder onderzoek doen met het doel, dat Nederlandse studenten
ook tijdens hun stage in Duitsland, methodisch kunnen handelen en aan hun competenties kunnen
werken.
Vanuit Netwerk ZON werden contactpersonen en een ervaren onderzoeker aan dit project
toegewezen. Door regelmatige bijeenkomsten kon er steeds naar de bruikbaarheid gekeken worden
en zou hierdoor de kans hoger zijn, dat het resultaat daadwerkelijk bruikbaar is voor de
opdrachtgever.
3.6
Ethische verantwoording
In dit onderzoek wordt rekening gehouden met ethische aspecten. In dit onderzoek zijn de namen
van de deelnemers niet te achterhalen waardoor alle gegevens anoniem zijn.
Met de persoonlijke gegevens en emailadressen werd voorzichtig omgegaan. De gegevens werden
alleen voor dit onderzoek gebruikt en niet voor ander onderzoek .
Verder zijn de gegevens niet aan derden verstrekt.
In dit hoofdstuk werd op de onderzoeksmethodiek ingegaan. Hierin is inzichtelijk gemaakt hoe er
naar literatuur is gezocht om een meetinstrument te vinden en hoe de enquête verspreid is.
Vervolgens werd ingegaan op de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van dit onderzoek.
13
HOOFDSTUK 4: THEORETISCH EN BELEIDSMATIG KADER
In het hoofdstuk over het theoretisch en beleidsmatig kader wordt antwoord gegeven op de twee
deelvragen van de literatuurstudie. Er word dus gekeken hoe de toepassing van het verpleegkundig
proces te meten is en wat Nederlandse studenten leren over het verpleegkundig proces. Door
antwoord op deze vragen te geven is het meetinstrument ontwikkeld, dat bruikbaar is voor dit
onderzoek.
4.1
Ontwikkelen van meetinstrument
Om tot de ontwikkeling van een meetinstrument te komen werd gekeken naar de resultaten van de
literatuurstudie. In de gevonden artikelen werd gebruik gemaakt van verschillende
meetinstrumenten. Deze meetinstrumenten werden beschreven en geanalyseerd. Vervolgens werd
gekeken of een meetinstrument kon worden gebruikt of moest worden aangepast.
In afbeelding 4.1 volgt een korte beschrijving van de bestaande meetinstrumenten, gevonden in de
literatuurstudie.
Afbeelding 4.1: Beschikbaar gestelde meetinstrument
Instrument
Type onderzoek
Beschrijving instrument
Cat-ch-Ing
instrument
D-Catch
instrument
NOGO
instrument
Q-DIO
instrument
QUANDAC
Instrument
Dossieronderzoek Gebruikt een vijf punt schaal en ja en nee
schaal voor het meten van kwantiteit en
kwaliteit van verpleegkundig proces in het
verpleegkundig dossier (Wang, Hailey, & Yu,
2011).
Dossieronderzoek Meten van kwantiteit en kwaliteit van
verpleegkundig dossier (Paans, Sermeus,
Nieweg, & Schans, 2010).
Dossieronderzoek Aangepaste versie van Cat-ch-ing instrument.
Meet kwaliteit en kwantiteit van verpleeg
dossier. Bestaande uit 17 vragen met een drie
punt schaal. Waarvan 10 vragen reflecteren op
het verpleegkundig proces (Björvell, ThorellEkstrand & Wredling, 2000).
Dossieronderzoek Meten van Diagnoses interventies en
Resultaten aan de hand van NANDA NIC en
NOC verslaglegging (Müller-Staub, Lunney,
Lavin, Needham, Odenbreit, & Achterberg,
2008).
Dossieronderzoek Meten van kwaliteit van verpleegkundig
dossier. Gebruik makend van een vijf punt
schaal (Wang, 2012).
14
Meetinstrument
aanwezig
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Bruikbaarheid meetinstrument
Doordat het type onderzoek van de beschikbare meetinstrumenten (dossieronderzoek) anders was
dan het onderzoek wat wij uitvoerden (survey-onderzoek) konden de gevonden meetinstrumenten
niet letterlijk worden overgenomen. Wel kon een getest en gevalideerd meetinstrument de basis
vormen van ons meetinstrument. De gevonden meetinstrumenten uit de literatuurstudie werden
daarom geanalyseerd op beschikbaarheid van het instrument, volledigheid tot de zes fasen van het
verpleegkundig proces en betrouwbaarheid van het meetinstrument. In afbeelding 4.2 wordt de
bruikbaarheid van de meetinstrumenten weergegeven met daaronder verdere uitleg.
Afbeelding 4.2: bruikbaarheid instrument
Vier van deze vijf meetinstrumenten werden uitgesloten. Eén meetinstrument, het Cat-ch-ing
instrument werd door de auteurs niet beschikbaar gesteld. Bij drie meetinstrumenten, Q-DIO,
NOGO en QUANDAC instrument werd slechts een gedeelte van het verpleegkundig proces
gemeten en waren daarom niet volledig voor ons onderzoek. Het D-Catch meetinstrument (Paans,
Sermeus, Nieweg, & Schans, 2010) bleef over. Dit meetinstrument voldeet aan onze inclusie criteria.
Het D-Catch instrument was beschikbaar, ging in op de zes fasen van het verpleegkundig proces en
was in een aparte studie gevalideerd. Dit maakte het D-Catch instrument valide en betrouwbaar.
Het D-Catch instrument was daarom goed te gebruiken als basis voor ons meetinstrument.
Voor de ontwikkeling van een meetinstrument wat het verpleegkundig proces meet, hebben we
gesproken met PhD. Wolter Paans. Dhr. Paans is onderzoeker en docent bij de Hanzehogeschool
Groningen en ontwikkelaar van het D-catch instrument. Met dhr. Paans hebben we het
meetinstrument D-Catch besproken. We hebben het doel van ons onderzoek aan hem voorgelegd
en gevraagd hoe we het D-Catch instrument kunnen vertalen naar een enquête. Door met de
onderzoeker van het D-Catch instrument te hebben gesproken en zijn adviezen te hebben
opgevolgd, hebben wij de betrouwbaarheid van het uiteindelijke meetinstrument kunnen
verhogen.
Aanpassen meetinstrument
Met dhr. Paans hebben we het D-Catch instrument doorlopen en geanalyseerd welke vragen voor
ons onderzoek van toepassing zijn. In bijlage 1 is het D-Catch instrument te vinden.
Het D-catch bestaat uit zes hoofdvragen met een vierpuntsschaal indeling waarbij gevraagd wordt
naar kwantiteit en kwaliteit. Deze vierpuntsschaal vermeldt per punt aan welke eisen het dossier
moet voldoen. In de enquête is alleen voor een antwoordmogelijkheid van ja of nee gekozen omdat
dit onderzoek er op doelt of er gebruik wordt gemaakt van het verpleegkundig proces.
15
Om de vragen aan te passen naar het meten van de toepassing van het verpleegkundig proces is
door dhr. Paans geadviseerd de zes fasen van het verpleegkundig proces te gebruiken zoals
Wilkinson (2008, p. 18) beschrijft in haar boek: ‘Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces’.
Een groot gedeelte van het D-Catch instrument valt binnen de zes fasen van het verpleegkundig
proces.
Omdat de enquête aan twee doelgroepen aangeboden zou worden (een groep studenten en een
groep (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger) moest de enquête in twee van elkaar verschillende
versies aangeboden worden. Voor de Nederlandse studenten in het Nederlands. Hierin werd
gevraagd hoe op de afdeling waar zij stage liepen de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger het
verpleegkundig proces toepassen.Voor de Duitse verpleegkundigen was de enquête in het Duits
beschikbaar en werd gevraagd of, en zo ja: hoe zij het verpleegkundig proces toepassen. Dus hoe en
of zij het verpleegkundig proces toepassen. Voor de rest zijn de enquêtes op de zelfde manier
ontwikkeld om hetzelfde te kunnen meten: de toepassing van het verpleegkundig proces door de
(Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger.
Hieronder wordt aangegeven hoe de vragen van het D-Catch instrument zijn aangepast voor de
enquêtevragen voor de Nederlandse stagiaires in Duitsland.
Vraag 1 van het D-Catch instrument (Paans, 2010, p. 2) luidt: “Is an accurate nursing structure
present?”
Deze vraag doet onderzoek naar de structuur van de verpleegplannen op de afdeling. Ook voor ons
onderzoek was het van belang te weten of er gebruik werd gemaakt van een verpleegplan. Voor ons
onderzoek wilden we weten of de Nederlandse MBO-V student in Duitsland kan werken met
verpleegplannen. Vertaald naar ons onderzoek was vraag 1 van de enquête geworden:
1. Wordt er op de afdeling gebruik gemaakt van een verpleegplan?
Vraag 2 van het D-Catch instrument (Paans, 2010, p. 3) luidt: “Is an accurate nursing report about
the admission present?”
Deze vraag doet onderzoek naar de accuraatheid van de verpleegkundige verslaglegging over de
opname. In overleg met dhr. Paans hebben we geconcludeerd dat voor ons onderzoek de
hoofdvraag breder getrokken kon worden tot de eerste fase van het verpleegkundig proces, te
weten de anamneses/gegevens verzamelen. Voor ons onderzoek is het van belang dat de MBO-V
student opdrachten kan uitvoeren met betrekking tot de anamneses. Daarom werden bij de
anamnesefase de volgende vragen gesteld:
2. Worden er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger bij opname patiëntgegevens
verzameld?
3. Wordt er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger een anamnesegesprek afgenomen?
4. Wordt dit aan de hand van een anamnesesformulier gedaan?
Vraag 3 van het D-Catch instrument (Paans, 2010, p. 4) luidt:
“Is an accurate nursing diagnosis structured in PES present?”
Deze vraag doet onderzoek naar de volledigheid van de verpleegkundige diagnose in de PES
structuur. In overleg met dhr. Paans hebben we geconcludeerd dat voor ons onderzoek de
hoofdvraag breder getrokken kon worden tot de tweede fase van het verpleegkundig proces, de
diagnose. Bij het meten van de kwaliteit van de PES diagnose beschrijft het D-Catch dat een
volledige diagnose gerelateerd is aan de gegevens van de opname. Dhr. Paans adviseerde ook voor
ons onderzoek te vragen naar samenhang met voorgaande fasen om zo te meten of er sprake is van
een proces. Onder de diagnose fase voor ons onderzoek vallen de volgende vragen:
5. Worden er door (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger verpleegkundige-diagnoses gesteld?
6. Worden de verpleegkundige diagnoses op basis van de anamnesesgegevens gesteld.
Het D-Catch instrument beschrijft geen vraag over het beschrijven van verpleegkundige
resultaten/doelen. Dhr. Paans adviseerde om deze fase wel te gebruiken. Hierbij is door dhr. Paans
geadviseerd om gebruik te maken van Wilkinson (2008). De vragen met betrekking tot de resultaten
zijn:
16
7. Worden er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger verpleegdoelen/resultaten
bepaald?
8. Zijn de geplande doelen/ resultaten gebaseerd op de verpleegkundige diagnoses?
Vraag 4 van het D-Catch instrument (Paans, 2010, p. 5) luidt: “Is an accurate nursing intervention
present?” Deze vraag doet onderzoek naar de accuraatheid van de beschreven interventies. In
overleg met dhr. Paans werd besloten deze vraag over te nemen, vertaald naar een enquête . Onder
de planning van interventie vallen de volgende vragen:
9. Worden er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger verpleegkundige interventies
gepland?
10. Zijn de geplande interventies gebaseerd op de diagnoses en doelen.
Het D-Catch instrument wordt gebruikt voor dossieronderzoek. Het onderzoek richt zich niet op de
uitvoering van beschreven interventies. Voor ons onderzoek was dit echter wel van belang omdat dit
de vijfde fase van het verpleegkundig proces is en er naar het volledige verpleegkundig proces wordt
gekeken. In de uitvoering van de interventies werd daarom de volgende vraag toegevoegd:
11. Worden de geplande interventies uitgevoerd door de (Kinder-)Krankenpfleger/
Altenpfleger?
Vraag 5 van het D-Catch instrument (Paans, 2010, p. 6) luidt: “Are accurate progress & outcome
evaluations present?” Deze vraag doet onderzoek naar de accuraatheid en de presentie van
evaluatie van resultaten en voortgang. In overleg met dhr. Paans hebben we geconcludeerd dat voor
ons onderzoek de hoofdvraag behoort tot de laatste fase van het verpleegkundig proces, de
evaluatie fase. In overleg met dhr. Paans werd besloten deze vraag over te nemen, vertaald naar een
enquête. Ook wordt hierbij gevraagd naar de samenhang naar voorgaande fasen om zo te kijken of
er sprake is van een proces.
12. Worden door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger de verpleegdoelen/ resultaten
geëvalueerd?
13. Worden door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger de verpleegkundige interventies
geëvalueerd.
14. Wordt het verpleegplan op basis van de evaluatie bijgesteld door de (Kinder)Krankenpfleger/ Altenpfleger?
De laatste vraag, vraag 6 van het D-Catch instrument (Paans, 2010, p. 7) luidt: ”Is the record legible?”
Deze vraag doet onderzoek naar de vorm van het patiëntendossier. Deze vraag is voor ons
onderzoek niet belangrijk en werd daarom niet meegenomen in onze enquête .
Dhr. Paans heeft geadviseerd om twee vragen toe te voegen. Een vraag over beïnvloedbare factoren
met meerkeuze antwoorden om zo te kunnen kijken wat mogelijke oorzaken zijn van het niet volgen
van het verpleegkundig proces. Daarnaast geeft een open vraag aan het eind de respondent de
mogelijkheid om extra informatie te geven over de werkwijze op de afdeling. In bijlage 2 is de
volledige enquête te vinden, die voor dit onderzoek is ontwikkeld.
4.2
Het verpleegkundig proces volgens het onderwijs in Nederland
Tijdens de analyse is er gekeken naar wat Nederlandse MBO-V studenten leren als het gaat om het
verpleegkundig proces. Door middel van deze kennis en aan de hand van de literatuurstudie werd
een meetinstrument ontwikkeld. De fasen van het verpleegkundig proces die Nederlandse
studenten moeten toepassen, werden meegenomen in de vragen van de enquête.
Om tot kennis te komen wat Nederlandse MBO-V studenten over het verpleegkundig
proces/methodisch werken leren, werden twee bronnen gebruikt, te weten:
- het landelijke kwalificatiedossier voor de MBO-Verpleegkundige (Calibris, 2013)
- het veel gebruikte boek in de MBO-V opleiding: "Verpleegkunde voor MBO" van W. Boog (Boog,
2010)
17
Volgens de landelijke kwalificaties van het MBO-v onderwijs is het verpleegkundig
proces de basis van het verpleegkundig en klinisch handelen (Calibris, 2013). Het verpleegkundig
proces is een methodische werkwijze die door alle verpleegkundigen in Nederland wordt gebruikt.
Het is een soort stappenplan waardoor vaardigheden en kennis toegepast kunnen worden bij het
leveren van zorg. Volgens Boog (2010) is er sprake van een professionele beroepsuitoefening
wanneer het verplegen volgens de zes fasen van het verpleegkundig proces vorm krijgt.
Het MBO-V onderwijs werkt met twee verschillende kerntaken en elf bijbehorende werkprocessen
(Calibris, 2013). De eerste kerntaak is onder andere gericht op het verpleegkundig proces
(werkproces 1.1 en 1.9).
Zowel W. Boog als het landelijke kwalificatiedossier hebben het over zes fasen die het
verpleegkundig proces vormen. Per fase zal beschreven worden wat studenten in Nederland
moeten toepassen.
Anamnese: Bij opnamen van een zorgvrager verzamelt de verpleegkundige gegevens over
dreigende of bestaande gezondheidsproblemen (Calibris, 2013). Dit wordt aan de hand van een
anamnesegesprek gedaan. Daarnaast kunnen ook bestaande medische en verpleegkundige
gegevens opgevraagd worden van eerdere opnames om deze informatie te gebruiken. De
verzamelde informatie wordt in verschillende categorieën gestructureerd: lichamelijk, psychisch,
sociaal en spiritueel (Boog, 2010).
Stellen van diagnoses: Na alle gegevens geanalyseerd te hebben legt de verpleegkundige de
verpleegproblemen/verpleegkundige diagnoses in het verpleegplan vast (Calibris, 2013). Hierbij
maakt zij gebruik van de PES-methode, waarbij het probleem kernachtig beschreven wordt, de
oorzaak benoemd wordt en de symptomen en klachten beschreven worden. Wanneer er verschil is
in wat de zorgvrager waarneemt en de verpleegkundige waarneemt, wordt dit in het verpleegplan
vermeld (Boog, 2010).
Plannen van resultaten: De verpleegkundige formuleert verpleegdoelen/resultaten aan de hand van
wat de zorgvrager met verpleegkundige zorg wil bereiken (Calibris, 2013). De te verwachten
resultaten, die aan het einde van het zorgtraject bereikt moeten zijn, worden vastgelegd in het
verpleegplan. Voorwaarden om doelen/resultaten te beschrijven is het voldoen aan de RUMBA eisen
( relevant, understandable, measurable, behavoural en attainable) of het SMART formuleren van
doelen (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden) (Boog, 2010).
Plannen van interventies: De verpleegkundige kiest samen met de zorgvrager verpleegkundige
interventies en activiteiten om het verpleegdoel te behalen. Er is geen landelijke richtlijn hoe
interventies beschreven moeten worden in het verpleegplan. Daarom moet duidelijke informatie in
het verpleegplan staan over het wat en hoe (evt. een protocol), het waar (aan het lichaam, op welke
plek), wie, wanneer het tijdstip en hoe vaak een interventie uitgevoerd wordt. De gekozen
interventies moeten logisch aansluiten bij de diagnose en het beoogde doel.
Uitvoeren van interventies: De gekozen interventies worden door verpleegkundigen uitgevoerd. Zij
gebruiken het verpleegplan hierbij als richtlijn. Gedurende de zorgverlening moet de
verpleegkundige blijven monitoren omdat de situatie van de zorgvrager altijd kan veranderen. Alle
bevindingen moeten door middel van de voortgangsrapportage vastgelegd worden (Boog, 2010).
Evaluatie: De verpleegkundige evalueert periodiek en aan het eind van de opname de effecten van
de zorgverlening. Dit wordt met de zorgvrager samen besproken. Het doel is om te kijken of de
geplande resultaten zijn behaald. Indien daartoe aanleiding is worden in overleg veranderingen in
het verpleegplan aangebracht. De verpleegkundige schrijft de (eind)evaluatie bij ontslag of
overdracht (Calibris, 2013) (Boog, 2010).
Uit bovenstaande informatie kan worden opgemaakt dat de MBO- verpleegkundige methodisch
werkt via de stappen van het verpleegkundig proces. Hieruit kunnen wij opmaken dat wat de
studenten leren, conform is met het meetinstrument wat wij ontwikkeld hebben.
18
4.3
Categorieën van de enquête
De enquête bestond uit zes verschillende categorieën (bijlage 2). Door de enquête in te delen in
categorieën werd er richting gegeven aan de verwerking van de gegevens (Verhoeven, 2004, pp.
124-125).
 Basisgegevens van de respondenten: Leeftijd, setting/ afdeling, jaar van diplomering,
opleiding/ functie, taak van werkbegeleider. Naar deze gegevens wordt gevraagd om te
kunnen achterhalen of eventuele verschillen in de toepassing van het verpleegkundig proces
samenhangen met opleidingsniveau, verschillen in setting en leeftijd.
 Vraag 1 is een aparte categorie waar gevraagd wordt naar het gebruik van verpleegplannen.
Dit kan achteraf aanleiding geven voor het wel of niet toepassen van het verpleegkundig
proces.
 De fasen van het verpleegkundig proces vormen de hoofdcategorieën van de enquête.
Vragen die hieronder vallen zijn: 2,3,4,5,7,9,11,12 en 13
 De vragen 6, 8, 10 en 14 hebben betrekking op de uitvoering van het proces. De vragen
geven aan of er rekening wordt gehouden met samenhangende fasen van het
verpleegkundig proces.
 Vraag 15 heeft betrekking op beïnvloedbare factoren van het niet volgen van het
verpleegkundig proces. Deze vraag kan richting geven aan mogelijke oorzaken voor het niet
volgen van het verpleegkundig proces.
 Vraag 16 is een open vraag die nog extra informatie kan geven over de werkwijze op de
afdeling.
In dit hoofdstuk werden de deelvragen van de literatuurstudie behandeld. Er werd beschreven hoe
het meetinstrument tot stand is gekomen. Door een bestaand meetinstrument als referentiekader
te gebruiken en literatuur over het verpleegkundig proces in Nederland erbij te betrekken is de
enquête voor dit praktijkonderzoek ontstaan.
19
HOOFDSTUK 5: ONDERZOEKSRESULTATEN
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquête beschreven. Eerst wordt de respons
behandeld, vervolgens worden de onderzoekresultaten van Noord en Zuid Duitsland beschreven. De
onderzoeksresultaten van de enquête beantwoorden de deelvraag van het praktijkonderzoek: Hoe
wordt in Duitsland het methodisch werken toegepast: gegevens verzamelen, stellen
verpleegkundige diagnose, resultaten bepalen, interventies bepalen, evalueren?
Verdeeld over twee onderzoeksgroepen zijn er in totaal 69 enquêtes uitgegaan naar ziekenhuizen in
Noord Duitsland en Revalidatie klinieken in Zuid Duitsland waarvan 25 (n) enquêtes zijn terug
gekomen. Een totaal respons van 36%. In afbeelding 5.1 volgt een overzicht van de respons in Noord
Duitsland en Zuid Duitsland van zowel (Kinder-) Krankenpfleger/Altenpfleger als de MBO-V
stagiaires.
Afbeelding 5.1: Overzicht populatie praktijkonderzoek & respons (studenten en verpleegkundigen)
Belangrijkste gegevens
Er is voor gekozen om de resultaten van de Nederlandse studenten en de Duitse verpleegkundigen
samen te voegen om een zo objectief mogelijk beeld te geven van de toepassing van het
verpleegkundig proces door de (Kinder-) Krankenpfleger/Altenpfleger. In de resultaten is
onderscheid gemaakt tussen Noord Duitsland en Zuid Duitsland omdat het hierbij gaat om
settingen die veel van elkaar verschillen.
In afbeelding 5.2 volgt een score van het volgen van het verpleegkundig proces, per fase en in totaal.
Onder het tabel volgt de analyse van deze scores.
Afbeelding 5.2: Score verpleegkundig proces
In de tabel hierboven staat per fase vermeld wat de score is van werken via het verpleegkundig
proces In de meest rechtse kolom is de totale score te zien van werken met gebruik making van het
verpleegkundig proces. De score is vermeld in percentages, per fase van het verpleegkundig proces
zijn vragen gesteld die beantwoord moesten worden met ´Ja´of ´Nee`. Het percentage hierboven is
het percentage dat per fase met ja is beantwoord.
20
Duitsland
In Noord Duitsland wordt lager gescoord in het totaal uitvoeren van het verpleegkundig proces (alle
fasen bij elkaar), 58% De laagste score is het plannen van de verpleegdoelen, 21%.
Zuid Duitsland
In Zuid Duitsland wordt het uitvoeren van het totale verpleegkundig proces (alle fasen bij elkaar)
gescoord op 83%.
Naast de score per fase van het verpleegkundig proces zijn er procesvragen gescoord. Deze vragen
meten of er daadwerkelijk sprake is van een cyclisch proces waarbij er bij een volgende fase rekening
is gehouden met voorgaande fasen. In afbeelding 5.3 volgt een weergave hiervan met daaronder
uitleg.
Afbeelding 5.3: Procesvragen
In de eerste vier kolommen worden vier procesvragen gescoord die beantwoord moeten worden
met ´Ja´ of ´Nee´. Het aantal respondenten dat ´Ja´ heeft beantwoord is vertaald in een percentage.
De laatste kolom geeft een percentage van het aantal respondent dat op de procesvragen ´Ja´ heeft
gezegd, gedeeld door het totaal aantal proces vragen. Ook bij de procesvragen scoren de
respondenten in Zuid Duitsland in totaal hoger, 74% ten aanzien van de respondenten in Noord
Duitsland, 50%. Hierbij valt op dat in Noord Duitsland in de fase ‘formuleren van verpleegdoelen’
weinig rekening wordt gehouden met de anamnese gegevens.
Mogelijke oorzaken
Naast het scoren van het verpleegkundig proces is ook gekeken naar mogelijke oorzaken van het
niet volgen van het verpleegkundig proces. De uitkomsten van deze vraag staan hieronder in
afbeelding 5.4
Afbeelding 5.4: Oorzaken niet werken met verpleegkundig proces
In Noord Duitsland geeft 71% van de respondenten aan dat een reden is van niet volgen van het
verpleegkundig proces onderbezetting/ drukte op de afdeling is. 43% van de respondenten geeft
aan dat er in het verpleegkundig dossier geen ruimte is om de stappen te volgen van het
verpleegkundig proces. 29% van de respondenten geeft aan dat kennistekort van de Duitse
verpleegkundigen reden is van niet volgen van het verpleegkundig dossier. In Zuid Duitsland is naast
onderbezetting, kennistekort een belangrijke reden voor het niet volgen van het verpleegkundig
proces, namelijk 50 procent van de respondenten.
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de enquête beschreven. Hierdoor is inzichtelijk gemaakt in
hoeverre de fasen van het verpleegkundig proces worden toegepast in Duitsland. In het volgende
hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten vergeleken met relevante literatuur en wordt het
onderzoek geanalyseerd.
21
DISCUSSIE
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van het praktijkonderzoek weergegeven. De
resultaten worden in het licht van vergelijkbaar, eerder gedaan onderzoek gezet. Zo komen de
overeenkomsten en verschillen van dit onderzoek met eerdere onderzoeken naar voren.
Tijdens dit onderzoek was het doel om te weten te komen of en in hoeverre de Duitse
verpleegkundigen op de Calibris aangesloten stageplekken in Duitsland methodisch werken met het
verpleegkundig proces. Deze doelstelling is gedeeltelijk behaald. Door een lage respons (n=25)
kunnen er geen statistisch harde uitspraken gedaan worden in hoeverre het verpleegkundig proces
op Duitse stage afdelingen toegepast word door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger. Het is
dus slechts mogelijk om een richting of trend aan te geven, hoe het verpleegkundig proces in
Duitsland toegepast wordt.
Belangrijkste resultaten
Uit de resultaten van de respondenten blijkt dat verpleegkundigen in Duitsland niet structureel aan
het verpleegkundig proces werken. Hierbij is verschil in toepassing ervan tussen Noord en Zuid
Duitsland. Bij de respondenten in Zuid Duitsland zijn de stappen van het verpleegkundig proces
meer gebaseerd op de vijf voorafgaande fasen dan bij respondenten in Noord Duitsland. Uit de
enquête komt als belangrijkste redenen onderbezetting en kennistekort naar voren. Dit geldt voor
beide regio´s.
Tegenstrijdig lijkt het punt, dat de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger in Zuid Duitsland
consequenter aan de hand van het verpleegkundig proces werken (80%) terwijl zij aangeven dat
kennistekort een belemmerende factor is. Hier is geen verklaring voor. Ook is er in literatuur
gezocht voor een mogelijke verklaring, zonder resultaat.
Slechts 21% van de respondenten uit Noord Duitsland geven aan dat ze verpleegdoelen vastleggen
t.o.v. 83% van de respondenten in Zuid Duitsland. Vooral in Noord Duitsland blijken bepaalde fasen
van het verpleegkundig proces helemaal niet of niet door de verpleegkundigen uitgevoerd te
worden. Hier kunnen studenten maar weinig ervaring opdoen in het uitvoeren van het
verpleegkundig proces.
In Zuid Duitsland lijkt de basis voor het verpleegkundig proces beter te zijn. Hier werken
verpleegkundigen met alle zes fasen van het verpleegkundig proces. Uit de open vraag blijkt dat het
stellen van diagnoses minder bij hun taakgebied hoort; dit wordt vaak door artsen uitgevoerd.
Literatuur
Er is geen vergelijkbare literatuur gevonden over de toepassing van het verpleegkundig proces in
Duitsland. Wel is onderzoek gedaan naar het verpleegkundig proces in Nederland.
Wolter Paans heeft onderzoek gedaan in Nederland naar het werken met het verpleegkundig proces
binnen het verpleegkundig dossier. In zijn onderzoek zijn 35 afdelingen in 10 ziekenhuizen in
Nederland onderzocht. Uit het onderzoek van Wolter Paans blijkt dat ook in Nederland niet altijd
gewerkt wordt aan de hand van het verpleegkundig proces. Van de 341 onderzochte dossiers
bevatte 28% alle fasen van het verpleegkundig proces, 34% was gedeeltelijk gestructureerd aan de
hand van het verpleegkundig proces en 38% was niet gestructureerd aan de hand van het
verpleegkundig proces (Paans, Sermeus, Nieweg, & Schans, 2010).
In bovengenoemd onderzoek is ook gekeken naar samenhang tussen fasen van het verpleegkundig
proces. Hieruit blijkt dat interventies vaak niet gebaseerd zijn op verpleegdoelen en diagnosen
(Paans, Sermeus, Nieweg, & Schans, 2010). Deze bevindingen uit het onderzoek van Wolter Paans
komen overeen met uitkomsten van dit onderzoek.
22
Uit de onderzoeksresultaten van ons onderzoek blijkt dat onderbezetting en kennistekort in de twee
onderzochte regio´s de belangrijkste redenen zijn voor het niet volgen van het verpleegkundig
proces. Het onderzoeksrapport ´Verpleegkundigen en verzorgenden in internationaal perspectief´
van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg geeft aan dat in 2009 slechts
1% van het verpleegkundig personeel in Duitsland HBO of academisch geschoold was. Een
gewenste proportie is 15% (P. Mistiaen, 2011).
Het lage percentage HBO en academisch geschoolde verpleegkundige werknemers kan een reden
zijn voor het kennistekort met betrekking tot het verpleegkundig proces.
Beperkingen van het onderzoek
Een grote beperking van dit onderzoek is dat wij weinig respons hebben gekregen van Duitse
verpleegkundigen. De ziekenhuizen in Papenburg, Lingen en Leer hebben niet deelgenomen aan
het onderzoek, terwijl wij hier wel op gerekend hadden. De respons van de studenten, die in deze
periode stage liepen in Duitsland was hoog i.v.m. direct contact en reminders.
Tijdens het onderzoek is naar voren gekomen dat online enquêtes ondanks herinneringen weinig
worden ingevuld door de Duitse verpleegkundigen. Vanwege privacy hebben wij gewerkt met
verschillende contact- en tussenpersonen. Hierdoor was er weinig controle op het verloop en
verspreiden van enquêtes en reminders. Daarnaast lagen de te onderzoeken afdelingen te ver uit
elkaar om deze actief te begeleiden bij het invullen. Dit heeft zijn invloed gehad op de respons.
Omdat de meeste enquêtes zijn ingevuld in Zuid Duitsland en Meppen kan alleen over deze
instellingen een uitspraak worden gedaan.
Om zo veel mogelijk respons te verkrijgen hebben wij een aantal acties ondernomen, deze zullen in
de tekst hieronder beschreven worden.
De contactpersoon in Papenburg is door ons opgebeld, maar zij gaf duidelijk aan niet mee te willen
werken. Ook kwam tijdens het gesprek naar voren dat er in Duitsland weinig motivatie is om met
enquêtes te werken omdat het geen gebruikelijke manier is in Duitsland. Ook is er weinig belang om
veranderingen in de dagelijkse werkzaamheden tot stand te laten komen.
Daarnaast hebben wij geprobeerd om privé een andere contactpersonen in Papenburg te benaderen
die werkzaam zijn in het ziekenhuis. Dit is gelukt maar het verspreiden van de enquêtes verliep
noodgedwongen over te veel tussenpersonen zodat ook op deze manier de tijd tekort was en wij
hier helaas geen resultaten door hebben gekregen.
Om meer respons te krijgen hebben wij de contactpersonen nog twee keer gevraagd een reminder
te sturen. Dit hebben zij gedaan. Alsnog kwam er weinig reactie, zodat wij geprobeerd hebben langs
verschillende afdelingen in het ziekenhuis in Meppen te gaan om de enquête in te laten vullen. Door
het korte tijdsbestek waarin dit moest gebeuren i.v.m. de deadline voor het onderzoeksrapport
hebben we hier helaas geen toestemming meer voor kunnen krijgen.
Een belemmerende factor was tevens, dat er in de periode van het verspreiden van de enquêtes veel
feestdagen in Duitsland waren, waardoor er veel vertraging was in het doorsturen van de reminders.
Uiteindelijk was het grootste probleem dat wij in dit onderzoek i.v.m. privacy, afhankelijk waren van
contactpersonen. Deze contactpersonen waren ook weer afhankelijk van tussenpersonen, zodat het
netwerk te groot en voor de onderzoekers niet meer overzichtelijk was.
De regie over het verspreiden van de enquêtes lag op deze manier niet meer in de handen van de
onderzoekers.
23
Meetinstrument
De vragenlijst die voor dit onderzoek is ontwikkeld, is afgeleid van het D-Catch instrument, een
instrument dat op basis van dossieronderzoek het verpleegkundig proces meet. Voor dit onderzoek
is de vragenlijst aangepast zodat het toepasbaar is voor gebruik in een enquête. De keuze voor een
enquête komt voort uit het feit dat dossiers voor dit onderzoek niet beschikbaar waren. Ook is de
enquête in het Duits vertaald, zodat hij beschikbaar was voor de Duitse verpleegkundigen, wat dit
onderzoek betrouwbaarder maakt. Wij denken dat deze enquête als meetinstrument goed te
gebruiken is voor vervolgonderzoek.
De vragen zijn kort en krachtig en snel in te vullen. Ook zijn de begrippen zo gekozen, dat
verpleegkundigen en studenten deze kunnen begrijpen. Na uitgebreid literatuuronderzoek en
gesprekken met andere onderzoekers zijn er geen andere meetinstrumenten gevonden die kijken
naar het verpleegkundig proces zonder dat hiervoor dossierinzage nodig is.
Een aandachtspunt voor vervolgonderzoek is, dat er duidelijk naar voren moet komen dat de rol van
de arts buiten beschouwing moet blijven. Het gaat alleen om verpleegkundige interventies en
diagnosen.
Implicatie voor de theorie en praktijk
Het meetinstrument dat is gebruikt voor dit onderzoek, kan gebruikt worden door andere
onderzoekers of leidinggevenden om het verpleegkundig proces te meten zonder dat hier
dossierinzage voor nodig is. In de literatuurstudie van dit onderzoek is naar voren gekomen dat er in
de internationale literatuur geen andere meetinstrumenten zijn gevonden die zonder gebruik van
dossierinzage het verpleegkundig proces meten. Per fase kan gekeken worden hoe het
verpleegkundig proces wordt toegepast.
Een voordeel hiervan kan zijn dat aan de hand van dit meetinstrument leidinggevenden op
afdelingen waar verpleegkundigen werken en de verpleegkundigen zelf, kunnen kijken welke fasen
van het verpleegkundig proces verbeterd kunnen worden
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste onderzoeksresultaten beschreven en vergeleken met relevante
literatuur. Daaropvolgend zijn de beperkingen van het onderzoek beschreven. Tot slot is het
ontwikkelde meetinstrument geanalyseerd. Aan de hand van de discussie kan er waarde worden
gegeven aan de resultaten. In het volgende hoofdstuk komt de conclusie aan bod.
24
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
Conclusie
In dit hoofdstuk wordt de conclusie beschreven naar aanleiding van de vraagstelling. Daarnaast
worden er aanbevelingen gegeven vanuit dit onderzoek.
De vraagstelling van dit onderzoek is als volgd:
In hoeverre geven de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger invulling aan het methodisch werken ten
aanzien van de zes fasen van het verpleegkundig proces op de afdelingen waar Nederlandse mboverpleegkunde studenten stagelopen in Leer, Lingen, Meppen, Papenburg en Salzburg.
Uit de analyse van de resultaten komt de trend naar voren dat er in Duitsland door de
verpleegkundigen niet het gehele verpleegkundige proces toegepast wordt. Door weinig respons
zijn hier geen harde uitspraak over te doen.
Aan de hand van de resultaten moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de
respondenten in Noord en Zuid Duitsland.
In Zuid Duitsland werken de verpleegkundigen veel meer aan de hand van het verpleegkundig
proces. Zij scoren bij elke fase hoog met uitzondering van het stellen van verpleegkundige
diagnoses. In Zuid Duitsland is naar eigen mededeling kennistekort van de verpleegkundigen een
reden. Ondanks dat ze aangeven dat kennistekort een reden is voor het niet toepassen van het
verpleegkundig proces, werkt het grootste deel van de respondenten in Zuid Duitsland wel aan de
hand van het verpleegkundig proces.
In Noord Duitsland blijkt dat het vastleggen van verpleegdoelen door verpleegkundigen niet tot
weinig wordt gedaan.
De meeste verpleegkundigen plannen bijvoorbeeld geen interventies en de zorg wordt niet altijd
geëvalueerd. Verpleegkundigen geven aan, dat ze niet aan de hand van het verpleegkundig proces
werken omdat er te veel drukte op de afdelingen is en te weinig personeel. Ook kennistekort is een
reden voor het niet kunnen toepassen van het verpleegkundig proces.
25
Aanbevelingen
Naar aanleiding van de resultaten doen de onderzoekers de onderstaande aanbevelingen.
Aanbeveling 1: Door weinig respons is niet concreet te zeggen in hoeverre het verpleegkundig
proces in Duitsland toegepast wordt. Er kon slechts een trend aangegeven worden die geldig is voor
twee verschillende regio’s. Om de validiteit te verhogen zou dit onderzoek herhaald kunnen worden.
Herhaling moet plaatsvinden op de Duitse afdelingen waar Nederlandse studenten stage lopen. Wel
is aan te bevelen dat onderzoekers zich richten op een regio waar ze goed contact kunnen
onderhouden. Wanneer er een totaalbeeld van verschillende regio´s in Duitsland tot stand moet
komen, zullen meerdere onderzoeksgroepen het onderzoek moeten uitvoeren naar de verschillende
regio´s waar Nederlandse studenten stage lopen.
Hierdoor kan een completer beeld verkregen worden van de toepassing van het verpleegkundig
proces in Duitsland.
Aanbeveling 2: Voor een eventueel vervolgonderzoek zouden enquêtes op een andere manier
verspreid moeten worden dan met online-enquêtes. Door de ervaring die wij met dit onderzoek
hebben opgedaan, raden wij aan om contactpersonen persoonlijker te benaderen, dus niet alleen via
mail, maar ook via telefoon of persoonlijk contact. Bij goed en regelmatig contact zullen er meer
enquêtes naar de doelgroep verstuurd worden. Dit kan alleen wanneer onderzoekers zich op kleine
aantallen richten. Bijvoorbeeld alleen op instellingen in Noord Duitsland of alleen op instellingen in
Zuid Duitsland. Door direct contact met een persoon per afdeling kan er via schriftelijke enquêtes
misschien meer respons verkregen worden. Ook is het een voordeel wanneer onderzoekers naar de
verschillende afdelingen kunnen gaan om aandacht voor het onderzoek te vragen om zo de respons
te verhogen.
Aanbeveling 3: Om hun kerncompetenties tijdens stages in Duitsland te kunnen halen, moeten de
studenten voor het begin van de stage goed over de toepassing van het verpleegkundig proces in
Duitsland geïnformeerd worden. Door te weten wat er anders is kunnen zij hierop ingaan en zijn ze
zich bewust van het feit dat het verpleegkundig proces vooral uit eigen initiatief toegepast moet
worden.
Aanbeveling 4: Om een beeld te krijgen hoe het verpleegkundig proces in Nederland toegepast
wordt, kan dit onderzoek gebruikt worden om ook in Nederland het verpleegkundig proces te
onderzoeken.
Dan is een vergelijk mogelijk tussen de uitvoering in de praktijk in Duitsland en in Nederland.
In dit hoofdstuk is geconcludeerd dat de verpleegkundigen in beide onderzochte regio’s in Duitsland
niet geheel aan de hand van het verpleegkundig proces werken. Door de lage respons kunnen er
geen statistisch harde uitspraken gedaan worden.
Doordat het gaat om vragenlijst-onderzoek is niet duidelijk waarom er niet aan de hand van het
verpleegkundig proces wordt gewerkt. Vervolgonderzoek is nodig om een duidelijker beeld te
krijgen van de toepassing van het verpleegkundig proces in Duitsland
26
LITERATUURLIJST
Björvell, C., Thorell-Ekstrand, I., & Wredling, R. (2000). Development of an audit instrument for
nursing care plans in the patient record. Quality in Health Care 2000,9,6–13. Opgevraagd 28 februari
2014 van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1743497/
Boeije, H., 't Hart, H., & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Boom Lemma.
Boog, W. (2010). Verpleegkunde voor MBO. Houten: Bohn Stafleu van Boghum.
Calibris. (2013, augustus 1). Landelijke Kwalificaties MBO: MBO Verpleegkunde. Opgevraagd 1 maart
2014 van http://prod.pub.kwalificatiesmbo.nl/Tonen.aspx?did=1374
Calibris. (2014). Algemene regeling. Opgevraagd 26 februari 2014 van Calibris
http://www.calibris.nl/Beroepspraktijk/Erkennen/erkenningsregeling
Hingstman, T.L., Langelaan, M., Wagner, C. (2012). De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in
instellingen. Utrecht: Nivel.
MOVISIE Beroepsontwikkeling & Vilans. (2007, juli 31). Beroepscompetentieprofiel mboverpleegkundige . Retrieved from Venven:
http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/BCP%20mbo%20verpleegkundige%20definitief%20200
7.pdf
Müller-Staub, M., Lunney, M., Lavin, M., Needham, I., Odenbreit, M., & Achterberg, T. (2008).
Testing the Q-DIO as an instrument to measure the documented quality of nursing diagnoses,
interventions, and outcomes. International journal of nursing terminologies and classifications, 19, (1),
20-27, doi: 10.1111/j.1744-618X.2007.00075.x
Nistuaen, P., Kroezen, M., Triemstra, M., & Francke, A. (2011). Verpleegkundigen en verzorgenden in
internationaal perspectief. Utrecht: Nivel.
Noorderpoort. (2013). Leerplan en Formulieren. Groningen: Noorderpoort.
NU91, & V&VN. (2007). Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden. Opgevraagd
februari 26, 2014, van http://www.vumc.nl/afdelingenthemas/6876691/7168701/beroepscodebrochure.pdf
Paans, W., Sermeus, W., Nieweg, R., & Schans, C. (2010). Prevalence of accurate nursing
documentation in patient records. Journal of Advanced Nursing. doi: 10.1111/j.13652648.2010.05433.x
Paans, W., Sermeus, W., Nieweg, R., & Pans, C. van der (2010). D-Catch instrument: development
and psychometric testing of ameasurement instrument for nursing documentation in hospitals.
Journal of Advanced Nursing, 66, 1388-1401. doi: 10.1111/j.1365-2648.2010.05302.x
Rijksoverheid. (n.d.). Kwalitatief onderzoek. Opgevraagd 7 april 2014 van Rijksoverheid:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/informatie-voorprofessionals/communicatieonderzoek/kwalitatief-onderzoek
27
Grotenhuis, M. te, & Weegen, T. van der, (2008). Statistiek als hulpmiddel: een overzicht van
gangbare toepassingen in de sociale wetenschap (1e druk). Assen: Koninklijke van Gorcum, p 17.
Tromp, J., & Rietemeijer, E. (2001). De aanpak van onderzoek (3e druk). Houten: Bohn Stafleu Van
Loghum, p 26.
Verhoeven, N. (2005). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger
beroepsonderwijs. Amsterdam: Boomonderwijs.
Wang, N. (2012). Evaluation of paper-based versus electronic nursing documention in Australian
residential aged care homes. Research online, University of Wollongong theses collection.
Opgevraagd 21 februari 2014 van
http://ro.uow.edu.au/cgi/viewcontent.cgi?article=4728&context=theses
Wang, N., Hailey, D., & Yu, P. (2011). Quality of nursing documentation and approaches to its
evaluation a mixed-method systematic review. Journal of advanced nursing. doi: 10.1111/j.13652648.2011.05634.x
Wilkinson, J. (2008). Kritisch denken binnnen het verpleegkundig proces (4e druk). Amsterdam:
Pearson Education.
28
BIJLAGE 1: ENQUÊTES
Beste verpleegkundigen in opleiding,
Wij zijn IJsbrand Nicolai en Sharona Groothuijs, studenten van de Hanzehogeschool Groningen. Wij
zijn bezig met ons afstudeeronderzoek en hebben hierbij uw hulp nodig.
Omdat er veel Nederlandse studenten in Duitsland stage lopen, willen wij onderzoeken of de
werkwijze op de afdeling in Duitsland aansluit bij wat de Nederlandse studenten op school leren.
Hiervoor willen wij door middel van een korte enquête meten hoe het verpleegkundig proces op uw
stage afdeling wordt toegepast. Dus het gaat erom wat jullie zien hoe de Duitse verpleegkundigen
[(Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger] werken.
Wat is het verpleegkundig proces?
Het verpleegkundig proces is een speciale manier van denken en handelen. Het is een creatieve
methode die gebruikt wordt om feitelijke of dreigende gezondheidsproblemen vast te stellen, te
voorkomen en te behandelen. Het bied een kader waarin verpleegkundigen hun kennis en
vaardigheden toepassen voor het verlenen van zorg.
Dit zijn de zes fasen van het verpleegkundig proces:
1. anamnese: de verpleegkundige verzameld alle gegevens die van toepassing zijn op de
gezondheid van de patiënt of op de situatie
2. diagnose: de verpleegkundige analyseert de anamnese gegevens om de diagnose of
probleem vast te stellen
3. planning van resultaten: de verpleegkundige stelt de verwachte resultaten vast aan de hand
van een geïndividualiseerd plan voor de patiënt
4. planning van interventies: de verpleegkundige ontwikkelt een plan met interventies om tot
het verwachte resultaat te komen
5. uitvoering: de verpleegkundige voert het vast gestelde plan uit
6. evaluatie: de verpleegkundige evalueert de voortgang van de behaalde resultaten
Hartelijk bedankt voor uw medewerking!
29
Naam:
Setting:
Afdeling:
d Krankenpflegerin
Altenpflegerin
MBO stagiaire
Bent u werkbegeleider
Kinder-und Krankenpflegerin
- Graag alle vragen beantwoorden -
Ja
1. Wordt er gebruik gemaakt van een
verpleegplan/zorgplan?
Anamnese/ gegevens verzamelen
2. Worden er door (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger bij
opname van een zorgvrager patiëntgegevens verzameld?
3. Wordt er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger
een anamnesegesprek afgenomen?
4. Wordt dit aan de hand van een anamneseformulier
gedaan?
Verpleegprobleem/ verpleegkundige diagnose
5. Worden er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger
verpleegkundige-diagnosen gesteld?
6. Worden de verpleegkundige diagnosen op basis van de
anamnesegegevens gesteld?
Verpleegkundige resultaten/ doelen
7. Worden er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger
verpleegdoelen/resultaten bepaald?
8. Zijn de geplande doelen/resultaten gebaseerd op de
verpleegkundige diagnoses?
Plannen van interventies
9. Worden er door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger
verpleegkundige interventies gepland?
10. Zijn de gekozen interventies gebaseerd op de diagnoses
en doelen?
Uitvoeren van interventies
11. Worden de geplande interventies uitgevoerd door de
(Kinder-) Krankenpfleger/Altenpfleger?
Evaluatie
12. Worden door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger de
verpleegdoelen/resultaten geëvalueerd?
13. Worden door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger de
verpleegkundige interventies geëvalueerd?
14. Wordt het verpleegplan op basis van de evaluatie
bijgesteld door de (Kinder-)Krankenpfleger/Altenpfleger?
30
Nee
15.
16. Wat zijn beïnvloedende factoren zodat er niet aan de hand van het verpleegkundig proces
wordt gewerkt ?
Drukte op de afdeling
Te weinig personeel
Te weinig kennis over het verpleegkundig proces
Er is geen ruimte in het dossier voor de stappen van het verpleegkundig proces
Anders, namelijk:
Wilt u nog iets kwijt over de werkwijze op uw afdeling?
Bedankt voor het invullen van de enquête!
31
Liebe Pfleger/Pflegerinnen,
Wir, IJsbrand Nicolai und Sharona Groothuijs, sind Studenten an der Hanze- Fachhochschule in
Groningen und studieren Krankenpflege.
Im Rahmen des Studiums beschäftigen wir uns mit der Ausführung des Pflegeprozesses.
Da viele Niederländische Krankenpflege-Studenten in Deutschen Einrichtungen ihr Praktikum
absolvieren, untersuchen wir inwiefern ihre Kenntnisse und erlernten Arbeitsweisen mit den
deutschen Arbeitsweisen übereinstimmen.
Hierfür benötigen wir Ihre Hilfe.
Mittels eines Fragebogens wollen wir herausfinden wie der Pflegeprozess auf Ihrer Station/in Ihrem
Arbeitsbereich ausgeführt wird.
Das Ausfüllen des Bogens kostet nur wenige Minuten und Sie würden uns sehr helfen.
Was ist ein Pflegeprozess?
Der Pflegeprozess ist eine Arbeitsmethode, die systematisch die Planungs- und Handlungsabläufe der
professionellen Pflege beschreibt und strukturiert.
Denn Pflege ist ein dynamischer Problemlösungs- und Beziehungsprozess. Er besteht aus logisch
aufeinander aufbauenden Phasen und Schritten, die sich wechselseitig beeinflussen.
Der von uns untersuchte Pflegeprozess besteht aus sechs Phasen (nach Fiechter & Meier):
7. Informationssammlung: Bei der Pflegeanamnese werden alle Informationen über den
Pflegebedürftigen erfasst, die relevant sind für die Gesundheitssituation/
Pflegebedürftigkeit.
8. Problemerfassung: Die Pflegekraft analysiert die Informationen aus der ersten Phase um ein
Problem oder einer Pflegediagnose zu beschreiben.
9. Pflegeziele: In dieser Phase werden die gewünschten Ergebnisse und der zu erreichende
Gesundheitszustand des Pflegebedürftigen beschrieben.
10. Planung der Maßnahmen: Die Maßnahmen werden aufgrund der Pflegediagnosen und der
Pflegeziele geplant. Es geht darum passende Maßnahmen zu wählen, sodass das Pflegeziel
erreicht werden kann und das vorhanden Problem gelöst wird.
11. Durchführung der Pflege: Der ausgearbeitete Pflegeplan und die geplanten
Pflegemaßnahmen werden in dieser Phase in die Praxis umgesetzt.
12. Pflegedokumentation: In dieser Phase werden die durchgeführten Maßnahmen und deren
Auswirkungen beurteilt, also ob das am Anfang gesetzte Pflegeziel tatsächlich erreicht
wurde. Falls dies nicht der Fall ist, muss der Pflegeplan angepasst werden.
Vielen Dank für Ihre Mitarbeit!
32
Alter:
Einrichtung und/oder Station :
In welchem Jahr haben Sie ihre Ausbildung abgeschlossen:
Sie sind:
Altenpfleger/in
Kinder- und Krankenpfleger/in
Sind Sie ein Praxisanleiter/ Mentor:
ja
Gesundheits-und Krankenpfleger/in
Niederländische Praktikantin
nein
- Bitte alle Fragen beantwortenJa
1. Arbeiten Sie mit Hilfe einer Pflegeplanung?
Informationssammlung/ Pflegeanamnese
2. Werden bei der Aufnahme eines Patienten* strukturiert
Informationen gesammelt?
3. Werden die Informationen aus einem persönlichen
Gespräch mit dem Patienten* /Angehörige abgeleitet?
4. Wird hierfür ein Anamnesebogen/Pflegeanamnesebogen
zur Hilfe genommen?
Problemerfassung/Pflegediagnose
5. Werden Probleme/Pflegediagnosen erfasst und
dokumentiert?
6. Werden die Probleme/Pflegediagnosen abgeleitet von den
Informationen aus der Pflegeanamnese?
Pflegeziele
7. Werden Pflegeziele beschrieben?
8. Werden die Pflegeziele abgeleitet von den
Probleme/Pflegediagnosen ?
Pflegemaßnahmen planen
9. Werden Pflegemaßnahmen beschrieben?
10. Werden die Pflegemaßnahmen so gewählt, sodass sie zu
den Pflegezielen passen?
Durchführung der Pflege
11. Werden die geplanten Pflegemaßnahmen in die Praxis
umgesetzt?
Pflegeevaluation
12. Werden die Pflegeziele evaluiert/besprochen?
13. Werden die Pflegemaßnahmen evaluiert/besprochen?
14. Wird die Pflegeplanung aufgrund der
Beurteilung/Evaluation angepasst?
33
Nein
* Patient = Patient, Bewoner, Rehabilitant usw.
15. Welche Faktoren beeinflussen, dass nicht an Hand des Pflegeprozesses gearbeitet werden
kann?
Belastungssituation auf der Station/Arbeitsbereich
Fehlende Fachkenntnisse über den Pflegeprozess
Der Pflegeprozess lässt sich durch die Dokumentation nicht durchführen
Andere Gründe:
Haben Sie noch Anmerkungen bezüglich der Arbeitsverfahren auf Ihrer Station/Ihrem
Arbeitsbereich?
Vielen Dank für das Beantworten unseres Fragebogens!
34
BIJLAGE 2: DUITSE BRIEVEN (CONTACPERSOON EN REMINDER)
Er is voor gekozen om de Duitse brieven aan dit onderzoek toe te voegen omdat het een hulpmiddel kan
zijn voor eventueel vervolgonderzoek. Omdat er veel contact met Duitse tussenpersonen en natuurlijk
de Duitse verpleegkundigen plaats moet vinden is een duidelijke brief in het Duits noodzakelijk. Voor het
geval van herhaling van dit onderzoek door Nederlandse studenten kunnen deze brieven als basis
gebruikt worden. De eerste brief is een uitleg met doel van het onderzoek voor een contactpersoon van
een instelling. De tweede brief is een reminder voor de Duitse verpleegkundigen.
Sehr geehrte(r) Herr/Frau....
Zunächst möchten wir uns kurz vorstellen: Wir, (naam onderzoekers), sind zwei Studenten der
Krankenpflege im dritten und vierten Jahr und studieren in Groningen an der HanzeFachhochschule.
Momentan schreiben wir unsere Bachelorarbeit und beschäftigen uns diesbezüglich intensiv mit der
Zusammenarbeit zwischen Pflegeeinrichtungen in Deutschland und Schulen in den Niederlanden.
Hierbei geht es um grenznahe Gebiete, genauer um die dort vorhandenen Praktikumsplätze für
niederländische Krankenpflegestudenten, die in einigen Einrichtungen in Deutschland zur
Verfügung gestellt werden. Zur Verbesserung dieser Zusammenarbeit zwischen den Ländern wollen
wir untersuchen, inwiefern es theoretische und praktische Unterschiede und Gemeinsamkeiten gibt,
um schließlich besser auf diese eingehen zu können.
Speziell geht es bei unserer Untersuchung um die Ausführung des Pflegeprozesses auf den
deutschen Stationen, wo niederländische Studenten ihr Praktikum absolvieren. Unser
Hauptanliegen zielt hierbei auf die Frage, wie in Deutschland der Pflegeprozess ausgeführt wird. Auf
diese wollen wir mithilfe einer Umfrage an die deutschen Gesundheits- und Krankenpfleger,
beziehungsweise Altenpfleger und Kinderkrankenpfleger, eine Antwort finden.
Durch die Analyse der Umfrage und eventuell weiteren Untersuchungen hoffen wir auf
Anhaltspunkte, wie die niederländischen Studenten besser auf das deutsche Praktikum vorbereitet
werden können, um ihre Kenntnisse und die deutsche Arbeitsweise letztlich miteinander zu
vereinen.
Von [Kontaktperson] haben wir Ihre Kontaktdaten erhalten und hoffen, dass Sie uns weiterhelfen
können.
Es wäre uns eine große Hilfe, wenn Sie den Informationsbrief mit dem Internetlink, welcher zur
digitalen Umfrage führt, weiterleiten würden. Diesen finden Sie als Anlage in dieser Mail. Der Brief
und der Internetlink sind für die Stationen gedacht, auf denen in der Regel niederländische
Krankenpflege- Studenten ein Praktikum absolvieren. Unsere Zielgruppe sind examinierte
Krankenpfleger/innen, die als Mentor/Praxisanleiter tätig sind. Sie würden uns sehr helfen, wenn Sie
für uns den Brief mit dem Link für die Umfrage an die oben genannte Zielgruppe weiterleiten
könnten. Wenn es Ihnen möglich ist, bitten wir Sie dieses spätestens bis zum 2. Mai weiterzuleiten.
Auch wäre es hilfreich, wenn Sie uns, zum Beispiel über die Anzahl der verschickten E- Mails,
informieren könnten. Auf Grundlage dessen können wir uns einen Überblick verschaffen, wie viele
Teilnehmer tatsächlich an der Umfrage teilgenommen haben.
(Contactgegevens onderzoeker toevoegen)
35
Mit freundlichen Grüßen ,
(Naam onderzoeker)
Liebe Pfleger/Pflegerinnen,
Wir, (naam onderzoekers), sind Studenten an der Hanze- Fachhochschule in Groningen und
studieren Krankenpflege.
Im Rahmen des Studiums beschäftigen wir uns mit der Ausführung des Pflegeprozesses.
Da viele Niederländische Krankenpflege-Studenten in Deutschen Einrichtungen ihr Praktikum
absolvieren, untersuchen wir inwiefern ihre Kenntnisse und erlernten Arbeitsweisen mit den
Deutschen Arbeitsweisen übereinstimmen.
Hierfür benötigen wir Ihre Hilfe.
Mittels eines Fragebogens wollen wir herausfinden wie der Pflegeprozess auf Ihrer Station/in Ihrem
Arbeitsbereich ausgeführt wird.
Vor einigen Tagen haben Sie bereits eine E-Mail von uns bekommen, mit der Bitte, an der Umfrage
teilzunehmen. Leider haben wir erst wenige Umfragen zurück erhalten, so dass es uns nicht möglich
ist unsere Untersuchung abzuschließen.
Daher bitten wir Sie, sich 5 Minuten Zeit zu nehmen um die Umfrage zu beantworten. Sie würden
uns sehr helfen.
Im Folgenden ist ein Link zu finden, der Sie zu der Umfrage weiterleiten wird. Bitte füllen Sie die
Umfrage so schnell wie Möglich aus, spätestens aber bis zum 26. Mai damit wir die Ergebnisse
nutzen und analysieren können.
……………………..Link voor enquête………………………………………………………………
Das ausfüllen kostet Sie ca. 5 Minuten und Sie würden uns weiterhelfen, damit in Zukunft eine noch
bessere Zusammenarbeit stattfinden kann.
Vielen Dank für Ihre Teilnahme an der Umfrage.
36
BIJLAGE 3: ANALYSE VIA EXCEL
In afbeelding 1 is de data van de ingevulde enquête. Kolom G tot en met U staan voor de vragen
waarbij 1 ja betekend en 2 nee. In afbeelding 2 de verwerking per vraag. In afbeelding 3 de vragen die
betrekking hebben op voorafgaande fases. In afbeelding 4 de verwerking van vraag 15, redenen voor
niet volgen van verpleegkundig proces.
Voor de volledige gegevens kan met de onderzoekers contact worden gezocht.
Afbeelding 1
37
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Afbeelding 4
38