Lees hier de Verantwoording Raad van Belanghouders

VERANTWOORDING RAAD VAN BELANGHOUDERS OVER 2013
In dit verslag legt de Raad van belanghouders (RVB) als onderdeel van een maatschappelijk ondernemende
organisatie verantwoording af over de wijze waarop zij in het afgelopen jaar invulling heeft gegeven aan de
uitvoering van haar taken en bevoegdheden.
Taken en bevoegdheden
De Raad van Belanghouders is primair opgericht om de maatschappelijke taak van Wooninc. te waarborgen en
geeft daartoe gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur en de RVC. De raad volgt en adviseert over het
sociaal ondernemerschap en reflecteert op de sociaalmaatschappelijke doelstellingen van de corporatie, zoals
die zijn weergegeven in het ondernemingsplan. Ofwel, blijft Wooninc. doen wat sociaalmaatschappelijk van
haar gevraagd wordt? Doel is ook om op dit vlak een inspiratieorgaan te zijn en het bestuur alsook de RVC op
strategisch en tactisch niveau te prikkelen. De RVB heeft daarnaast (onder meer) adviesrecht waar het enkele
formele zaken betreft, zoals bij benoeming/schorsing/ontslag van bestuurders en leden van de RVC.
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad zijn vastgelegd in het reglement van de RVB
en de statuten van Wooninc., waarbij de AedesCode en de daaraan gekoppelde Governancecode in acht zijn
genomen. De relevante onderwerpen en thema’s daaruit zijn verwerkt in deze documenten en op de website
van Wooninc. gepubliceerd. Onderhavig verslag is daar eveneens in te zien.
Samenstelling en zittingstermijn
De Raad van Belanghouders bestaat ultimo 2013 uit 9 leden. Het aantal leden is statutair bepaald (minimaal 5,
maximaal 9) en de zittingstermijn is 4 jaar met een optie op een eenmalige verlenging van nog eens vier jaar.
De leden van de Raad van Belanghouders zijn afkomstig uit het maatschappelijk veld waarin Wooninc. actief is
en kunnen niet zijn personen die lid zijn van het bestuur, de RVC of het huurdersplatform SHW. Ultimo 2013
bestaat de RVB uit de volgende personen:
Naam
affiniteit
(her)benoemd
aftredend
herbenoembaar
dhr. J. Verhoeven (vz.)
bijz. doelgroepen
31-dec-08
31-dec-16
nee
dhr. H. Bouteibi
jongeren
31-dec-08
31-dec-16
nee
dhr. C. Nauta
senioren
31-dec-08
31-dec-16
nee
dhr. H. Yar
migranten
31-dec-06
31-dec-14
nee
dhr. P. van der Linden
veiligheid
31-dec-06
31-dec-14
nee
dhr. N. van der Zanden
onderwijs
31-dec-06
31-dec-14
nee
dhr. R. Jansen
zorg
31-dec-10
31-dec-14
ja
dhr. P. Knaapen
maatsch. ondernemen
31-dec-10
31-dec-14
ja
mw. M. van Eijndhoven
welzijn
01-mei-13
01-mei-17
ja
De RVB moet zoveel mogelijk een afspiegeling zijn van de belanghouders van de corporatie en bestaat uit
specialisten die in staat zijn om ook generalistisch te denken. Ieder lid beschikt over specifieke achtergrond,
deskundigheid en vaardigheid die een verantwoorde en inhoudelijke discussie over de maatschappelijke taak
van de corporatie mogelijk maakt. De leden zijn echter geen belangenbehartigers voor een bepaalde groep,
maar nemen op persoonlijke titel vanuit hun specialiteit en/of achtergrond zitting in de raad en hebben daartoe
respectievelijk affiniteit met bijzondere doelgroepen, jongeren, senioren, migranten, veiligheid, onderwijs, zorg,
maatschappelijk ondernemen en welzijn. In 2013 heeft één lid afscheid genomen van de RVB vanwege een
wijziging van haar professionele functie en is een nieuw lid benoemd.
Bezoldiging
Per overleg ontvangt een lid van de RVB bij aanwezigheid € 250. In dit kader bedroeg de totale bezoldiging
over het jaar 2013 € 9.500.
Bijeenkomsten
De RVB is dit jaar driemaal met het bestuur in een reguliere vergadering bijeengekomen, waarbij in maart in
aanwezigheid van de RVC. Daarnaast heeft de RVB in april met de Stichting Huudersplatform Wooninc. (SHW)
en de RVC deelgenomen aan een werkbezoek, dat in het teken stond van ‘strategische samenwerking’ en de
toen voorgenomen overname van de portefeuille van Laurentius in Oirschot (die in oktober is geëffectueerd).
In november heeft de RVB tijdens een ingelaste vergadering geconcludeerd dat de raad inzake schorsing en
ontslag van een RVC-lid feitelijk geen rol vervult. Dit op basis van het bepaalde in de statuten van Wooninc.
en omdat het niet raakt aan de kerntaken van de RVB.
In maart vond de gezamenlijke bijeenkomst met het bestuur en de RVC plaats en is het jaarbericht 2012/2013
aan bod geweest, inhoudende een overzicht van de maatschappelijke prestaties in 2012 en van de voornemens
voor 2013. Daarnaast heeft de RVB haar verantwoordingsverslag over 2012 goedgekeurd en heeft de voorzitter
van de RVC het verslag van haar toezichthoudende taak over 2012 toegelicht en stilgestaan bij de honorering
van de RVC (waarover de RVB adviesrecht heeft). Dit mede in relatie tot de ontwikkelingen rondom de Wet
Normering Topinkomens (WNT). Zoals te doen gebruikelijk, is ook een thema onderwerp van bespreking geweest. Bij het thema maatschappelijk ondernemen stond de vraag centraal of corporaties alles in eigen hand
moeten houden of dat ze er verstandig aan doen om vooral als regiecorporatie te fungeren en commerciële
partijen bepaalde taken te laten overnemen. Daarbij is onder meer gesproken over de voor- en nadelen van
outsourcen en ketensamenwerking en zijn de aspecten kostenreductie, ‘total cost of ownership' en de sociale
component bij renovatie belicht. De RVB is van mening dat eerst moet worden vastgesteld wat de kerntaken
zijn, alvorens te besluiten over wat Wooninc. doet en wat er wordt uitbesteed. Daarbij is het advies eerst na te
gaan of bepaalde taken met de eigen organisatie efficiënter kunnen worden uitgevoerd, alvorens outsourcen te
overwegen. Het bestuur heeft dit advies opgevolgd.
In de vergadering van mei heeft de RVB kennis gemaakt met het nieuwe RVB-lid mevrouw M. van Eijndhoven
en heeft het bestuur de RVB vanuit maatschappelijk perspectief geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen in
de branche en de gevolgen daarvan voor Wooninc. Daarbij kwamen onder meer de navolgende zaken aan bod:
kerntaak, omvang sociale woningvoorraad, betaalbaarheid en beschikbaarheid, huurprijs- en huurtoeslagbeleid
van het kabinet, verhuurdersheffing, splitsing in sociaal en commercieel vastgoed, verkoop bestaand bezit,
vergrijzing, scheiding van wonen en zorg, schaalvergroting en samenwerking alsook de rol van gemeenten.
Rond het thema bijzondere doelgroepen is een presentatie gegeven over de huidige werkloosheid en situatie
aan de onderkant van de arbeidsmarkt en de reactie daarop van sociale partners en overheid. Daarbij stond de
vraag centraal wat er concreet te doen is aan de hoge werkloosheid onder jongeren, ouderen en mensen met
een handicap. De RVB concludeerde dat een deel van de oplossing bij jongeren gezocht moet worden door het
investeren in opleidingen, terwijl bij ouderen activistische investeerders een positieve bijdrage kunnen leveren.
Daarbij is er vandaag de dag nog altijd sprake van leeftijdsdiscriminatie en is de faciliterende rol van het UWV
te beperkt. Vervolgens adviseert de RVB over hoe Wooninc. concreet een positieve bijdrage kan leveren aan het
versterken van de sociaaleconomische positie van haar doelgroepen. Dat kan onder meer door het aanbieden
en invullen van stage- en werkervaringsplaatsen, het in dienst nemen van relatief oude werknemers en personen met een handicap, jobcarving en het uitvoeren van een PSO-meeting. Geconcludeerd wordt dat Wooninc.
al het nodige doet, maar dat deze activiteiten niet altijd voor de omgeving zichtbaar zijn.
In de vergadering van mei is rond het thema zorg ook gesproken over kleinschalige wooninitiatieven die op alle
fronten (wonen, werk, zorg) door de crisis worden getroffen. De RVB concludeert in dit kader dat het belangrijk
is dat betrokken partijen met elkaar praten en elkaar weten te vinden om barrières te kunnen slechten die de
wooninitiatieven dagelijks in de weg staan, waarbij accountmanagement bij de gemeente (één loket) als een
structurele oplossing wordt gezien. Een ander punt van aandacht is dat veel wooninitiatieven alleen op kunnen
starten als de initiatiefnemers bij betrokken partijen een ingang op bestuursniveau hebben. Dat zou moeten
veranderen. Daarbij speelt een rol dat woningcorporaties en gemeenten zich vaker zakelijk en risicomijdend
opstellen en heeft ‘het scheiden van wonen en zorg’ het speelveld complexer gemaakt. De conclusie van de
RVB is dat het voor het welslagen van kleinschalige wooninitiatieven zaak is de juiste partijen te benaderen;
het initiatief moet passen binnen de visie van corporatie en gemeente, soortgelijk als dat het geval was met
het begeleid wonen project ‘Ons Plekje’, waarin 10 appartementen in het Wooninc.Plus-gebouw Kastanjehof
zijn gerealiseerd voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking. Ook levert Wooninc. een positieve
bijdrage door het onderwerp binnen PEC-verband te agenderen. Met het oprichten van een regionale
taskforce wordt beoogd bestaande projecten in stand te houden en nieuwe initiatieven te starten.
De vergadering in september stond in het teken van de multiculturele samenleving, waarbij rond het thema
migranten is gesproken over migratie en sociale cohesie. Daarbij is de huidige situatie in Nederland afgezet
tegen die van 10 jaar geleden wat betreft het aandeel allochtonen, de grootste herkomstlanden en de meest
voorkomende migratiemotieven (waarbij 'gezinshereniging' en 'arbeid' voor een corporatie relevant zijn) en is
de vraag aan de orde of de etnische achtergrond bij het thema wonen van belang is. De RVB concludeert in dat
kader dat het categoriseren van doelgroepen het eenvoudiger maakt om efficiënt doelstellingen te bepalen en
effectief interventies te doen. Probleem daarbij is wel dat de overheid het indelen van bevolkingsgroepen in
categorieën vaak achterwege laat, omdat het beleid niet langer categoriaal maar algemeen van aard is. De
hoofdvraag is of een woningcorporatie een rol moet vervullen in het debat dat zich in de loop der jaren van
migratie richting assimilatie heeft ontwikkeld, en waarbij is vastgesteld dat de open, pluriforme samenleving tot
een afname van sociale cohesie in wijken en buurten leidt. De RVB is van mening dat Wooninc. een opgave
heeft om de sociale cohesie in wijken en buurten in stand te houden of te verbeteren, maar adviseert in dat
kader vooral te investeren in de verbindende en overbruggende sociale netwerken (ook wel sociaal kapitaal
genoemd).
Eindhoven, maart 2014