Ton Brandenbarg 'Vernieuwing vertalen voor de mensen achter de fjjalie' Op lokaal niveau klonteren bibliotheken steeds meer samen, landelijk worden de Wat organisaties juist opgeknipt. Maar hoe zit het met de provinciale tussenlaag? (PSO's)? betekent de bibliotheekvernieuwing voor de provinciale serviceorganisaties In een reeks interviews legt 8ibliotheekblad die vraag voor aan PSO-directeuren. Deel 3: Ton Brandenbarg van de Zeeuwse Bibliotheek. wat uit de toon', geeft Ton Brandenbarg direct toe. hij de directeur Allereerst omdat de Zeeuwse Bibliotheek, waar 'Niet qua oppervan is, als PSO een kleine provincie bedient. vlak, maar wel qua inwoners en bibliotheken: vier basisbibliotheken op een bevolking van 380.000 inwoners.' Maar bovenalvalt de Zeeuwse Bibliotheek qua organisatie wat uit 'We vallen de toon in PSO-land: sinds 1985 is zij behalve provinciale bibliotheekcentrale ook nog een reguliere openbare biblio- theek voor Middelburg én een wetenschappelijke bibliotheek voor heel de provincie. Brandenbarg: 'Dat maakt het wel gecompliceerd. Ik moet nogal eens van pet wisselen. Enerzijds zijn we een bibliotheek als de andere bibliotheken, die dus ook vragen en verwachtingen heeft richting de PSO. Anderzijds zijn we zelf de leveran- helder cier van die PSO-diensten. Het is wel eens lastig om dat te houden. Inmiddels hebben we daar de nodige jaren ervaring hebben in Zeeland mee, dus meestal gaat dat wel goed. We een manier gevonden om als gezamenlijke bibliotheken op te trekken. We hebben één bibliotheekpas en een gezamenlijk collectiebeleid. We hebben afgesproken dat we die samenwerking nog verder gaan intensiveren en, als het enigszins één kan, te komen tot één BibliotheekZeeland. Dat is beweging. Een andere beweging is dat we steeds meer samenwerking zoeken met andere PSO's, zodat we de dienstverlening zo optimaal mogelijk kunnen krijgen.' Zoeken jullie die samenwerking regionaal of landelijk? 'Ik heb altijd gezegd dat je niet per se regionaal moet opschalen, maar vooral op basis van inhoud. Dus je moet eigenlijk kijken naar met wie je het meeste gemeenschappelijk hebt. Wij zitten, qua inrichting van onze organisatie en beleidsmatige nadruk op de digitale bibliotheek en innovatie, vrij dicht tegen Utrecht en Groningen aan. Dus in eerste instantie zoeken we de samenwerking met die PSO's. Overal in het land zie je dergelijke clusters ontstaan: de noordelijke provincies, ProBiblio die zowel Noord- als Zuid-Holland bedient, de PSO's de van Overijssel en Gelderland die beiden onder de vlag van Rijnbrink Groep opereren.' 20 Bibliotheekblad 12 2010 Verdieping je collega bij die laatste organisatie, Bouke Arends, voorziet zelfs nog grotere clustervorming, misschien zelfs het ontstaan van één landelijke PSO. Deelje zijn visie? 'Ja, ik deel die wel. We moeten massa krijgen om iets te kunnen betekenen, dus we zijn in zekere zin tot elkaar veroordeeld. Het is onzinnig als iedereen het wiel opnieuw zit uit te vinden. Waar we dingen gezamenlijk kunnen doen, moeten we dat ook doen. Aan de andere kant moet erwel steeds een directe relatie blijven bestaan tussen PSO en provincie. Al is het alleen maar om het feit dat de provincie ons werk financiert. Bovendien: centralisering geeft mensen in het veld al snel het gevoel dat ze niet goed bediend worden. Dus ik deel de visie van Bouke Arends wel dat er misschien ooit één landelijke PSO komt, maar het is dan wel belangrijk om die organisatie regionaal te verankeren.' Hoe hebben de landelijke ontwikkelingen van de laatste jaren het bibliotheekwerk in de provincie Zeeland beïnvloed? 'Hier is de laatste tien jaar veel energie gestoken in het opschalen van de kleine bibliotheken naar de vier grotere. Dat is een operatie die vier jaar geleden is voltooid. Daarna is een tweede slag begonnen, een verdiepingsslag. Want weliswaar heeft de eerste opschaling in structuur wel winst heeft opgeleverd, in de zin van efficiency en makkelijkere samenwerking, maar je merkt ook dat het moeilijk is om de kwaliteit op al die plekken hoog te houden. Er moet ook voldoende knowhow zijn in al die bibliotheekvestigingen en als ze klein de PSO zijn, is dat moeilijk te realiseren. Daar ligt een taak voor en voor de gezamenlijke basisbibliotheken.' Bibliotheekvernieuwing heeft volgens Hans van Prooijen van Biblionet Drenthe vooral een hoop papierwerk opgeleverd en nog maar weinig concrete resultaten. Hoe kijk jij daar tegenaan? 'Het is inderdaad een stroperig proces. Dat is wel begrijpelijk, met al die bestuurslagen. Het is moeilijk om slagkracht te ontwikkelen die voelbaar is tot in de haarvaten van de bibliotheekwereld. Maar ik ben er wel van overtuigd dat de ontwikke- ontwikkeling van 8ibliotheek.nl- Roosevelt Academy. Kortom, we zoeken overal de samenwerking als het gaat om onderzoek en informatieverschaffing. Op die manier laten wij zien dat wij een onmisbare schakel zijn theekvernieuwing op ons allemaal grote invloed hebben. Dan in de overdracht van kennis en informatie. Als ik het iets breder trek en naar de landelijke ontwikkelingen kijk: wij hebben hier een aantal mensen rondlopen die nauw lingen die nu ingezet zijn de ontvlechting van de VOB, de grote gevolgen gaan hebben Het kan even duren, het in bibliotheken Nederland. alle voor gaat traag, misschien te traag. Maar uiteindelijk zal die biblio- praat ik met name over de digitale infrastructuur. Het is nu nog maar ik denk echt dat we de ambitie moeten dat iedereen straks, waar hij ook is, via de pc waarmaken heeft alle materialen van alle bibliotheken. Als we tot toegang een vergezicht, niet slagen in het bijhouden van de nieuwe informatietechnologie, dan lopen we straks zo achter dat de bibliotheken niet meer nodig zijn. Dan worden we een mausoleum.' Onmisbare schakel betrokken zijn bij de landelijke innovatie en informatiearchitectuur. Zelf ben ik lid van de Raad van Toezicht van het Sectorinstituut. Die binding met het landelijke proces maakt ook dat je kritischer naar de innovatie in je eigen organisatie gaat kijken. Hoe doen wij dat eigenlijk? Hoe kunnen we dat voortzetten en verbeteren? Dat heeft intern grote gevolgen voor mensen die in bibliotheken werken. Wat een van de grote opgaven zal worden niet alleen voor ons, maar voor heel de - Hoe voorkomen jullie dat zelf? sector is dat de mensen die vooroplopen niet te ver weglopen van de bestaande organisaties. Die mensen die ver vooruit lopen en precies weten hoe de wereld er straks uit gaat zien, zijn - 'We doen de laatste tijd erg ons best om te laten zien dat een bibliotheek meer is dan een uitleenfabriek of ontmoetingscentrum. We hebben nu bijvoorbeeld een project waarbij we samenwerken met regionale media de Provinciale Zeeuwse Courant en Omroep Zeeland rond het thema demografie. De omroep en krant zitten aan de voorkant met artikelen en - - uitzendingen over de bevolkingskrimp van Zeeland en wij zorgen als bibliotheek dat we dossiers hebben met informatie op internet. Wij verzorgen dus de informatiestructuur. lets soortgelijks doen we ook met de Hogeschool Zeeland en de weliswaar heel belangrijk, maar we zijn intern voortdurend bezig met het vertalen naar wat die vernieuwing betekent voor de mensen die achter de balie aan het werk zijn. Dat moet bij elkaar gehouden worden, daar moet geen kloof ontstaan. Anders missen we straks alsnog de boot van de innovatie.' Tekst: Anton de Wit Foto: Anda van Riet 'De mensen die in de bibliotheeksector vooroplopen, mogen niet te ver weglopen van de bestaande organisaties, anders missen we straks alsnog de boot van de innovatie' Bibliotheekblad 12 2010 21
© Copyright 2024 ExpyDoc