Aquarelleren Kunstenaar in de klas – 2014 – Maurice Christo van Meijel Groep 3 en 4: Bloemstilleven Week 1 (alleen docent) 1: penseeloefening, bijvoorbeeld kleurencirkels 2: bloemen kijken: plastic bloemen, echte bloemen, afbeeldingen van bloemen Week 2 (docent en kunstenaar in de klas) 1: schetsen en tekenen van een bloemvorm 2: aquarelleren Week 3 (alleen docent) 1. uitknippen en in spiegelbeeld overtrekken 2. dezelfde bloem nog een keer – in spiegelbeeld – schilderen. Een extra uitdaging kan zijn om de bloem een andere sfeer te geven – bijvoorbeeld: “kies nu donkere tinten” – als de eerste bloem heel bleek bleef Of “werk de bloem nu heel kleurig uit” - als de eerste bloem monochroom bleef In deze stap kan ook het werken met kleurpotlood of wasco worden toegepast. De tekening wordt in een of meer kleuren getekend. Daarna wordt met aquarelverf eroverheen geschilderd. Week 4 (docent en kunstenaar in de klas) 1. uitknippen en beide bloemen op elkaar plakken met het stokje ertussen 2. snelle leerlingen kunnen bladeren schilderen die erbij gestoken worden of rupsen en vlinders die er tussen gestoken worden. Extra stap: Enkele leerlingen kunnen een vel beschilderen met bloemen of patronen. Alle leerlingen zetten hun handtekening met penseel op het vel. Met het vel papier wordt de pot bekleed – het is daarom nodig het vel eerst op maat te snijden of knippen. Eindpresentatie Alle leerlingen steken hun bloem in de pot met oases Afronden Alle leerlingen krijgen hun eigen bloem – een mooi cadeau voor moederdag of het Paasfeest te markeren. Je hebt nodig: • Gewoon potlood • Kleurpotloden of vetkrijt • Aquarelpapier • Aquarelverf • Aquarelpenselen • Schaar, prikpen • Stokjes (bijvoorbeeld suikerspinstokken) • Bloempot met oases Leerdoelen • kennismaking met aquareltechniek o motorische ontwikkeling: penseeltechniek o kleurmenging op papier • voor-en achterkant van een tekening - beiden zijn zichtbaar in de presentatie. In de context van thematisch onderwijs kan bij deze opdracht heel eenvoudig een link gelegd worden met natuur door het zelf opkweken van een hyacint of amaryllis. Ook is een bezoek aan een bollenboer een waardevolle aanvulling. Of een wandeling door de bollenvelden. Relaties met landbouw, teelt & veredeling, traditie, geschiedenis en biologie zijn logisch. Themavariaties: Alternatief onderwerp: onder en boven de grond De leerlingen schilderen planten zoals ze groeien in de natuur – maken zichtbaar wat niet meteen zichtbaar is: wortelen, aardappelen, radijs, maar ook paardenbloem. De losse groeisels worden uitgeknipt en daarna wordt de achterkant geschilderd. Met het aanbrengen van een perforatiegat en een visdraadje worden de planten in een mobiele gepresenteerd waarbij het grondlijn wordt aangehouden. De achtergrondmuur met hemel en aarde wordt door de leerlingen in de laatste les geschilderd. In stap 1 kan in het kader van thematisch onderwijs ook een link gelegd worden met het zelf opkweken van een hyacint of amaryllis. Ook is een bezoek aan een bollenboer een waardevolle aanvulling. Of een wandeling door de bollenvelden. Relaties met landbouw, teelt & veredeling, traditie, geschiedenis en biologie zijn logisch. De Fontein wil ik het kader van thematisch onderwijs afwijken van dit thema. Niet bloembollen, maar vogels wordt het thema. De inhoud van de opdracht blijft hetzelfde, behalve dat de uitgeknipte aquarellen niet op een stok worden gepresenteerd, maar hangend aan een draad. De uiteindelijke presentatie wordt dan geen pot bloemen, maar een mobile.
© Copyright 2024 ExpyDoc