Reorganiseren vanuit strategisch perspectief Dr. Jelle Dijkstra Dijkstra Organisatieadvies en Personeelsmanagement 3 maart 2014 1 Wet- en regelgeving: een lappendeken • Diverse kanalen: UWV, kantonrechter, eigen afvloeiingsregeling, beëindiging met wederzijds goedvinden • Bij ontslag van tenminste 20 medewerkers binnen regio en binnen drie maanden: informeren en raadplegen van OR, instemming vakbonden en UWV (WMCO) • Bij uitwisselbare functies: afspiegeling + LIFO verplicht (Ontslagbesluit) • Europese regelgeving: reorganisaties mogen niet discriminerend werken (Wet Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid) • Onmisbaarheid: beperkt, was tussen 2009 en 2011 tijdelijk ruimer toepasbaar (Gewijzigd Ontslagbesluit) 2 Antidiscriminatiewetgeving • Maken van onderscheid naar geslacht, etniciteit, leeftijd, e.d. is wettelijk verboden, ook bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst • Niet alleen direct, ook indirect onderscheid • Daarop zijn weer uitzonderingen mogelijk: bijv. als het gaat om feitelijke ongelijkheden op te heffen • Afspiegeling is in feite (in veel gevallen) een vorm van discriminatie omdat groepen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt daardoor significant gedupeerd worden • Herintredende vrouwen, allochtonen, gereïntegreerde werknemers, gehandicapten, etc., hebben vaak relatief korte dienstverbanden 3 Glijdende schaal Wettelijk Buitenwettelijk 4 5 6 7 8 9 De realiteit! • Afvloeiing van personeel lukt altijd als bedrijfseconomische noodzaak aantoonbaar urgent is • Circa 75% van alle uitstroom vindt buiten de circuits van kantonrechter en UWV plaats • Werkgevers: zijn creatief in het vinden van manieren om van “overtollige” werknemers af te komen • Vakbonden stemmen doorgaans in met reorganisaties als een stevige ontslagvergoeding wordt betaald • Werknemers: van machteloze proletariërs naar calculerende burgers 10 Redenen om van “het rechte pad” af te wijken • • • • Aanpassing van het personeelsbestand kan lang duren De uitkomst is onzeker Het zet de motivatie onder druk van toppers en talenten Toepassing van de wet (afspiegeling + LIFO) levert kwaliteitsverlies op (met name nieuwe kennis) • Dienstjarenprincipe (LIFO) is te ongericht: je raakt goede krachten kwijt en je blijft met minder goede zitten • Afnemende diversiteit (soms moeizaam opgebouwd) • LIFO resulteert in verstarring van de personeelsformatie: werknemers met veel dienstjaren gaan niet meer weg 11 Alternatieven voor afspiegeling • • • • • • • • • • • Bedrijf sluiten en (elders) nieuw opzetten Oude functies opheffen en nieuwe creëren Bestaande functies ingrijpend wijzigen Werken met competenties (beleidsregels UWV, H12) “Skillmix-methode”, bijv. puntensysteem “Ruimer” gebruik van onmisbaarheidscriterium Fasering met per fase unieke samenstelling Kleine plukjes (< 20 wns) over een langere periode Vrijwillige beëindigingsovereenkomsten (wel melden!) Natuurlijk verloop …………… 12 Voorbeelden uit de praktijk • ABN/Amro: 50% kwaliteit, 50% LIFO • Johnson Controls: - Box 1 (geschiktheid, voorkeur, competentiematch, CV, sollicitatiegesprek) - Box 2 (aantal dienstjaren, opleidingsniveau, beoordeling 3 jaar, promoties in functies) • TU Delft: opleiding, werkervaring, werk- en denkniveau, aantal dienstjaren, competenties (variabel naar schaalniveau) • DSM ASB compounding fabriek: trapsgewijze afbouw 13 Beslismodel voor de keuze van de juiste reorganisatievariant(en) Noodzaak om personeelsbestand in te krimpen of te wijzigen Weinig tijd beschikbaar? Ja Nee Ja Individuele trajecten? 1. Ontbinding via overeenkomst of kantonrechter (plukjes <20) Nee Kwaliteitsselectie mogelijk maken? Ja 2. Reorganiseren met puntensysteem (nieuwe en gewijzigde functies) Nee 3. Reorganiseren met afspiegeling en LIFO (gelijkblijvende functies) Nieuwe situatie spontaan laten ontstaan? Ja 4. Preventieve aanpak Nee 5. “Het Nieuwe Organiseren” Bron: J. Dijkstra (2011). Kwaliteitsselectie bij reorganisatie en collectief ontslag. Assen: Van Gorcum 14 Vragen • Welk scenario of scenariomix is op uw organisatie van toepassing? • Wat bevordert/belemmert het realiseren van een gewenst(e) scenario(mix)? • Welke reorganisatieaanpak is het meest geschikt? Mogelijke scenario’s: Inkrimping Afstoting Afbouw Fusie Ontvlechting Technologische ontwikkeling Nieuw werk Efficiencyverbetering 15 Voorwaarden voor een succesvolle aanpak Doelgerichtheid Transparantie Snelheid Zorgvuldigheid Kosteneffectiviteit Duurzaamheid (kwaliteit) 16 Zorgvuldigheid • Mensen vroegtijdig waarschuwen dat er een reorganisatie op komst is (daarbij aangeven waar het in de reorganisatie om gaat, wat het doel is) • Vooraf aangeven wanneer en hoe de reorganisatie uitgevoerd zal worden • OR tijdig informeren en instemming c.q. advies vragen; bij >=20 wns ook UWV/bonden informeren *) • Tijdens het proces blijven communiceren • De basis op orde: korte doorlooptijd, strakke fasering, goede instrumenten, betrouwbare partners, etc. • Goede nazorg voor vertrekkers én blijvers (eventueel via sociaal plan) *) Vrijwillige beëindigingen tellen mee! 17 Omgaan met reacties van personeel Ontkenning Zelfachting Woede Onderhandeling Acceptatie Depressie Tijd Vrij naar: Kübler Ross, 1969 18 Hoge reorganisatiekosten voorkomen • HR-beleid op orde (incl. regelgeving, procedures, instrumenten, competenties) • Heldere doel- en taakstellingen • Goede voorbereiding • Gedegen planning • Strakke regie (verantwoordelijkheden helder belegd) • Open communicatie • Proactieve mobiliteitsdondersteuning 19 Functiegebouw aanpassen LIJN ENGINEERING SITE MANAGEMENT PROJECT MANAGEMENT OPERATORS TECHNICIANS R&D Department Head Principal Consultant / Sr.Engineer Sr. Site Manager Sr. Project Manager Sub Dep. Head / Group Leader Engineer (II + III) Site Manager Project Manager Sr.Operator Jr.Engineer Jr. Site Manager Jr. Project Manager Operator Sr. Technician Design Engineer Jr.Operator Technician Jr. Design Engineer PROJECT SUPPORT ADMINISTRATION STAF Director Sr. Design Engineer Jr. Technician Staf Manager Project Support Manager Assistant Project Support Staf Consultant Sr. Admin. Jr. Staf Consultant Administrator Jr. Admin. 20 Selectiecriteria bij kwaliteitsselectie Effecten Strategie / beleid Rendement Output Throughput/ proces Resultaten Prestaties Functioneren Activiteiten Omstandigheden Input Competenties Opleidingen 21 Voorbeeld van toepassing puntensysteem (‘skillmix’) Naam werknemer: Erv.jrn Opl.niv Comp.s Funct. Result Totaal Hans van Manen 84 50 80 90 70 374 Peter Biemans Marie van Zomeren 8 32 100 50 120 70 110 60 120 50 458 262 Jan van Hooft 100 50 70 40 60 320 Nel van Heteren Karel Zwartjes 24 32 50 50 90 60 90 50 70 40 Kwal.index: 324 232 328 Toelichting: Per dimensie zijn de scores ingevuld (bij het aantal ervaringsjaren is een wegingsfactor van 4 gebruikt om het relatieve gewicht van deze dimensie te vergroten) Afspiegeling + LIFO: Naam werknemer: Jan van Hooft Marie van Zomeren Karel Zwartjes Hans van Manen Nel van Heteren Peter Biemans Puntensysteem: Leeftijd Erv.jrn 48 25 44 8 34 8 54 52 28 21 6 2 Ranking 1 2 3 4 5 6 Status: Blijver Blijver Blijver Scores: 320 262 232 Vertrekker 374 Vertrekker 324 Vertrekker 458 Kwal.index: 271 Naam werknemer: Peter Biemans Hans van Manen Nel van Heteren Scores 458 374 324 Ranking 1 2 3 Status: Blijver Blijver Blijver Jan van Hooft Marie van Zomeren Karel Zwartjes 320 262 232 4 5 6 Vertrekker Vertrekker Vertrekker Kwaliteitsindex: 385 22 De “koninklijke weg” • Vanuit gekozen scenario gewenste kwaliteiten van personeel definiëren • Van gewenste kwaliteiten naar nieuw functiegebouw • Analyse aanwezige kwaliteiten (bijv. wie beschikt over unieke kwaliteiten die voor de organisatie van vitaal belang zijn, nu en/of in de toekomst?) • Belangstellingsregistratie en virtueel plaatsingsproces • Vaststellen streefbezetting + theoretische boventalligheid • Zoeken naar creatieve oplossingen (eventueel via Sociaal Plan) + doorschuifproces • Daarna het reguliere pad aflopen (OR, vakbonden, UWV) 23 Vragen • Ben je in staat om de algemene, verbindende visie te ontwikkelen? • Wie heb je daarbij nodig? • Hoe ga je het doen (welk proces, welke samenwerkingsof organisatievorm, etc.)? • Welke uitgangspositie kies je daarbij? 24 HR-beleid op orde • HR-beleid gedefinieerd gerelateerd aan missie, strategie, etc. van de organisatie • HR-competenties op gebied van reorganiseren aanwezig • HR-functies goed georganiseerd en belegd • Informatievoorziening OK • Betrokkenheid van HR bij ontwikkeling scenario’s en plannen • HR-instrumenten reorganisatieproof • Cyclus van beoordeling en ontwikkeling ‘in place’ en effectief • Outplacementvoorziening geregeld (evt. uitbesteed) 25 Welke rol verwachten we van HR? • Zorgen dat basisinformatie in orde is (hier gaat het vaak al mis) • Meedenken bij de analyse van de situatie en de ontwikkeling van scenario’s HR • Aangeven wat consequenties zijn van bepaalde plannen of maatregelen (ook in termen van kosten/baten) • Participatie van HR in de sturing van de reorganisatie (m.n. procesbewaking) • Proactieve rol bij ontwikkeling van organisatiestructuur, functiegebouw, formatieplanning, e.d. • Opstellen van personeelsoverzichten (huidige en nieuwe formatie, boventalligheid, monitoring van verloop, etc.) 26 Welke rol verwachten we van HR? (vervolg) • Doorrekening van kosten en baten (evt. met Financiën) • Periodiek (informeel) overleg met OR/PVT en vakbonden • Informeren van de bestuurder voor het formele overleg met OR/PVT en vakbonden • Luisterend oor voor medewerkers en leidinggevenden (antennefunctie) • Géén zorgende rol (bijv. vertrouwenspersoon) >> taak management of uitbesteden • Snelle en zorgvuldige uitvoering van specialistische HRgerelateerde taken tijdens het reorganisatieproces • Aandacht voor de postreorganisatiefase (bedenken van acties ter voorkoming van de postreorganisatiedip) 27 Welke rollen en bijdragen van HR zijn mogelijk? Rollen: Strateeg/leider Generalist Professional Vakspecialist Allrounder Basiskracht Hoofddoel: Strategische planning Staf- en beleidsvorming Planvorming & projecten Operationeel P&O-werk (Salaris)administratie Licht administratief werk Bijdragen: Speler Partner Adviseur Administrator "Nice guy/girl" Bijdrage: Sturing & leiding Verandering Vernieuwing Optimalisering Uitvoering Ondersteuning Omschrijving: Invloed op bedrijfsbeleid Ontwikkelen van P&O-beleid Adviezen op P&O-gebied Werving & selectie, etc. Loopjongen/-meisje 28 “Het Nieuwe Organiseren” 29 “Het Nieuwe Organiseren” (vervolg) ‘Hubs’ initiëren en positioneren (in periferie van eigen organisatie of tussen organisaties) Cocreatieprocessen opstarten en resultaten laten boeken Netwerken (= sociaal kapitaal) opbouwen ‘Frame switching’ Nieuwe verbindende identiteiten ontwikkelen Continue kalibratie 30 Co-creatie door in ‘new boxes’ te denken Vanuit andere perspectieven kunnen denken (oprekken van je referentiekader) Op meerdere niveaus/in meerdere dimensies kunnen denken (strategisch én praktisch, snel én langzaam, in opties, etc.) 31 Vragen • Welke rollen kun je wel en welke niet vervullen? • Over welke kwaliteiten beschik je wel en welke niet? • Wie binnen en buiten jouw netwerken beschikken over kwaliteiten die jij in mindere mate bezit? • Hoe kun je samenwerking met hen opbouwen zodat je profiteert van hun deskundigheid? 32
© Copyright 2024 ExpyDoc