Informatiekaarten medicalisering

Informatiekaart Oorzaken Medicalisering
Financiële prikkels in het zorgstelsel leiden tot medicalisering
Zorg
De bandbreedte van ‘normaal’ wordt steeds smaller
Maatschappij
Het is steeds minder geaccepteerd dat kinderen (beneden)gemiddeld presteren, bovengemiddeld is de norm.
Presteren kinderen onder het gemiddelde, dan wordt steeds sneller en vaker hulp of een oplossing gezocht.
De kennis over psychische en psychiatrische problemen groeit
De toegenomen welvaart zorgt voor een drukkere leefstijl met meer prikkels
Oplossingen voor gedragsproblemen worden steeds vaker gezocht in de neurologie.
Kinderen krijgen dagelijks een overvloed aan informatie, kwetsbare kinderen raken zo overprikkeld.
De leefstijl van kinderen is veranderd, ze slapen en bewegen minder en zitten meer uren achter een scherm.
De inrichting van de zorg leidt tot medicalisering
De stap tussen lichte zorg en zware zorg is er vaak niet, hierdoor wordt te snel naar te zware zorg verwezen.
Huisarts, jeugdhulp en andere zorgverleners hebben geen gedeeld registratiesysteem en eenduidige taal.
Mensen accepteren en zoeken sneller hulp
(H)erkenning van psychopathologie is toegenomen, waardoor de drempel om hulp te zoeken is verlaagd.
Steeds meer burgers weten dat zij medische of psychologische hulp kunnen zoeken voor door hen ervaren problemen.
Medicijnen worden soms terecht en soms onterecht gezien als een oplossing voor problemen.
Opvoeden gaat steeds vaker niet meer vanzelf
Opvoeden is een professie geworden waarbij ouders hulp zoeken als ze er zelf niet uitkomen.
Mede door het wegvallen van sociale systemen gaan ouders minder vaardig om met dagelijkse problemen.
Ouders zijn ongeruster geworden en willen eerder een verklaring voor wat zij als ‘niet normaal’ ervaren.
De vraag naar zorg neemt toe
Ouders hebben het idee dat de medische sector de beste oplossing biedt voor de problemen van hun kind.
Kennis over en aandacht voor onderdiagnostiek bij (allochtone) kinderen is toegenomen.
Het diagnostisch proces werkt onvoldoende
Wat zijn oorzaken
van (on)gewenste
medicalisering van
Nederlandse kinderen
en jongeren?
Huisartsen missen tijd en soms kennis en kunde over triage, waardoor geen of verkeerde zorg wordt ingezet.
Diagnoses worden steeds vaker gesteld op basis van vragenlijstonderzoek zonder gesprek.
Professionals leven hun eigen richtlijnen onvoldoende na.
Medicaliseren is financieel aantrekkelijk voor de farmaceutische sector
De farmaceutische bedrijven maken reclame en financieren onderzoek.
Onderzoek naar alternatieven voor medicaliseren komt moeizaam van de grond
Alles is maakbaar en moet snel geregeld worden
Professionals willen problemen snel oplossen met medicijnen, onder druk van de samenleving en collega’s.
De maatschappij stelt steeds hogere eisen aan mensen, wie daar niet aan kan voldoen, heeft een probleem.
Maatschappelijke vraagstukken zijn individuele problemen geworden.
De zorgsector is een markt geworden waar aanbieders omzet moeten draaien.
Jeugdhulp is een gemeentelijke voorziening maar extramurale medicijnen zijn een verzekerd recht (zvw).
Vrijwel alle medicijnen worden vergoed maar lang niet alle vormen van hulp.
Zonder DSM-diagnose wordt psychologische hulp niet vergoed.
Sommige zorgverleners diagnosticeren zwaarder (‘upcoding’) om hulp voor lichte problemen toch vergoed te krijgen.
Kennis
Als medicatie goed werkt, is het minder aantrekkelijk om te zoeken naar alternatieven voor medicijnen.
Alternatieve interventies zijn in veel gevallen nog niet of onvoldoende wetenschappelijk bewezen.
Bewijs op hoog niveau is makkelijker te krijgen voor medicijnonderzoek dan voor alternatieve interventies.
Wetenschappers hebben moeite onderzoek naar voeding, stress en beweging gefinancierd te krijgen.
Het onderwijs kan kinderen met problemen weinig ondersteuning bieden
Onderwijs
Scholen verwijzen steeds vaker door voor intelligentieonderzoek omdat zij dit niet zelf mogen uitvoeren.
Scholen verwijzen steeds vaker door als kinderen niet voldoen aan cognitieve- en gedragseisen.
Klassen zijn groter en diverser, terwijl docenten autoriteit verliezen en aan hoge eisen moeten voldoen.
Financiële prikkels in het onderwijs leiden tot medicalisering
Scholen hebben geen budget om onderzoek te doen en verwijzen door naar de ggz.
Ondersteuning in het onderwijs wordt alleen vergoed als er een diagnose gesteld is.
Deze Informatiekaart geeft een overzicht van mogelijke oorzaken van (on)gewenste medicalisering van Nederlandse kinderen en jongeren (0-18 jaar).
Onder medicalisering verstaan we op deze kaart het zoeken en benoemen van medische, psychologische en/of psychiatrische oplossingen,
professionele hulp en zorg voor problemen.
Deze kaart gaat uit van de aanname dat medicalisering noodzakelijk en wenselijk is maar ook onnodig en ongewenst kan zijn.
Aan deze stelling ligt echter geen hard wetenschappelijk bewijs ten grondslag.
Op deze kaart worden de volgende afkortingen gebruikt: zvw: zorgverzekeringswet, ggz: geestelijke gezondheidszorg.
Deze kaart is tot stand gekomen op basis van denksessies met deskundigen onder andere uit de jeugdzorg, jeugd-ggz en het onderwijs.
Wij danken allen voor hun denkwerk.
in opdracht van:
gemaakt door:
2014
Informatiekaart Voorkomen Medicalisering
Verbeter triage en diagnostiek
Zorgverleners stellen geen overhaaste diagnoses, ze nemen en krijgen de tijd voor diagnostiek.
In elke huisartsenpraktijk werkt een van jeugdhulp onafhankelijke en deskundige POH-GGZ jeugd.
Zorgverleners stellen nooit een diagnose alleen op basis van vragenlijstonderzoek en/of de DSM-V.
Zorgverleners zijn zich bewust van bias en denkfouten die zij kunnen maken bij het stellen van diagnoses.
Zorgverleners kijken bij het stellen van diagnoses naar het gehele kind, inclusief leefomgeving en leefstijl.
Zorgverleners krijgen spiegelinformatie over doorverwijzing vanuit hun praktijk en die van collega’s.
Maak gebruik van professionele standaarden
Zorg
Onderwijs
Zorgverleners maken bij het stellen van diagnoses gebruik van professionele standaarden.
Zorgverleners werken met effectief bewezen (opvoed)programma´s en professionele standaarden zoals richtlijnen.
Richtlijnontwikkelaars maken netwerkrichtlijnen die verschillende richtlijnen rond thema’s verbinden.
Er komen ook richtlijnen voor lichte problematiek, en hoe deze licht te houden.
Bied preventie, normaliseer en houd licht wat licht is
Investeer in de jeugdgezondheidszorg die normaliseert, vroeg signaleert en lichte interventies biedt.
Zorgverleners bieden geen of zo weinig hulp aan als mogelijk is en zo veel als nodig is.
Zorgverleners bieden de zorg die nodig is, niet de zorg die mogelijk is.
Zorgverleners wachten het normaal beloop af als dit mogelijk is en grijpen direct in als dit nodig is.
Ondersteun en praat met ouders
Het perspectief van kind en ouders staat centraal in al het handelen van zorgverleners.
Zorgverleners gaan in gesprek met ouders over wat ‘normaal’ is.
Zorgverleners gaan in gesprek met ouders over hun zorgvraag en de vraag achter hun zorgvraag.
Zorgverleners informeren ouders en elkaar over niet of minder medicaliserende interventies zoals voeding.
Zorgverleners gebruiken en versterken het netwerk rondom het kind, zoals familie, buren en sporttrainers.
Zorgverleners stimuleren ouders om elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.
Op welke manieren
kan ongewenste
medicalisering van
Nederlandse kinderen
en jongeren verminderd
of voorkomen
worden?
Docenten leren in hun opleiding hoe om te gaan met diversiteit binnen de groep.
Docenten denken niet in diagnoses.
Docenten hebben ruimte om lichte problemen aan te pakken, zonder dat hier ‘rugzakjes’ aan te pas komen.
Voorkom problemen door kinderen meer te laten bewegen
Kinderen krijgen op school voldoende bewegingsonderwijs van een vakdocent.
Kinderen kunnen op school tijdens pauzes en thuis uitgebreid en veilig buiten spelen.
Stimuleer een maatschappelijke discussie over medicalisering
Politiek, burgers en zorgverleners discussiëren over de bandbreedte van ‘normaal’.
Voorkom problemen door te zorgen dat ouders het minder druk hebben
Maatschappij
Voorkom perverse financiële prikkels
Ouders hebben na de geboorte van een kind uitgebreid de mogelijkheid om verlof op te nemen.
Politiek en burgers discussiëren over ‘het spitsuur van het leven’ waarin kind en carrière samenkomen.
Blijf zoeken naar niet-medicaliserende interventies
In de zorg is de vraag van ouder en kind leidend, en niet het aanbod van zorgaanbieders.
Een DSM-diagnose is niet langer een noodzakelijke voorwaarde voor vergoede zorg of extra voorzieningen.
Financier alternatieven voor medicijnen
Schoolartsen werken samen met de POH-GGZ jeugd in huisartsenpraktijken.
Binnen de omgeving van de school wordt zorg flexibel en vraaggestuurd aangeboden.
Zorgverleners informeren scholen en ouders over mythen en feiten rond problemen bij kinderen.
Docenten ontwikkelen specifieke vaardigheden
Verbeter het zorgaanbod en zorgproces
Lichte vormen van zorg en ondersteuning worden verder geprofessionaliseerd, bijvoorbeeld met e-health.
Huisarts, jeugdhulp en andere zorgverleners gebruiken een keteninformatiesysteem en eenduidige taal.
Zorgverleners werken samen in multidisciplinaire netwerken, bestaande uit artsen, jgz en onderwijs.
Zorgverleners hebben oog voor lichamelijke klachten die kunnen samenhangen met psychische problemen.
Zoek samenwerking tussen onderwijs en zorg
Kennis
Wetenschappers doen onderzoek naar alternatieven voor medicijnen, zoals voedingsinterventies.
Wetenschappers doen onderzoek naar preventieve maatschappelijke interventies, zoals gezonde wijken.
Wetenschappers vinden financiering voor onderzoek naar preventie en alternatieven zoals voeding en beweging.
Verzekeraars vergoeden preventie en wetenschappelijk onderbouwde alternatieven voor medicijnen.
Deze Informatiekaart geeft een overzicht van manieren om ongewenste medicalisering, binnen het psychische domein, van Nederlandse kinderen en jongeren
(0-18 jaar) te verminderen of te voorkomen. Onder ongewenste medicalisering verstaan we op deze kaart het ten onrechte, onnodig of overmatig gebruik
maken van medische, psychologische en/of psychiatrische oplossingen, professionele hulp en zorg voor problemen.
Deze kaart gaat uit van de aanname dat medicalisering noodzakelijk en wenselijk is maar ook onnodig en ongewenst kan zijn.
Aan deze stelling ligt echter geen hard wetenschappelijk bewijs ten grondslag.
Op deze kaart worden de volgende afkortingen gebruikt: POH-GGZ: praktijkondersteuner huisarts-geestelijke gezondheidszorg, jgz: jeugd gezondheidszorg.
Deze kaart is tot stand gekomen op basis van denksessies met deskundigen onder andere uit de jeugdzorg, de jeugd-ggz en het onderwijs.
Wij danken allen voor hun denkwerk.
in opdracht van:
gemaakt door:
2014