verslag van deze sessie

 10. Open cultuurdata Namen sprekers: Eva Van Passel / Henk Vanstappen / Jeroen De Meester / Dieter Suls / Sandra Fauconnier Moderator Eva Van Passel onderzoekt aan de VUB (iMinds/SMIT) de rol van culturele instellingen in de maatschappij. Open data is een gegevenheid die deze positie uitdaagt en wordt door Europese initiatieven zoals de herwerking van de PSI‐richtlijn1 extra in de kijker gezet. Deze sessie wil aantonen dat open data (en de toepassing ervan in vele apps) niet enkel een technisch verhaal is maar dat het ook een deel kan (en moet) uitmaken van de missie van cultureel‐
erfgoedorganisaties. Open data biedt immers een instrument om een hedendaagse missie vorm te geven en de collectie op innovatieve manieren te laten beleven. Henk Vanstappen belicht de praktische aspecten van de problematiek. Wat is open data en hoe implementeer je dit als instelling? Open data impliceert een open definitie. Het gaat over zowel data als metadata en wil het vrij gebruik en de maximale distributie ervan faciliteren. Er zijn al vele datasets (ook buiten de cultureel‐erfgoedsector) beschikbaar. Open data wordt ook door de Vlaamse Overheid gestimuleerd.2 De cultuursector in Vlaanderen hield zich tot voor kort afzijdig. Het achterliggende idee van opencultuurdata.be is om de implementatie van open data in de erfgoedsector te faciliteren. PACKED nam hierrond een initiatief, op aangeven van een model dat Beeld en Geluid in Nederland ontwikkelde. Er zijn verschillende (technische) stappen die leiden van data naar applicatie: 1. Er is nood aan data. Intussen zijn er vele datasets beschikbaar. 2. Deze datasets moeten beschikbaar gemaakt worden. Om hiervoor te zorgen werd er in 2013 een masterclass georganiseerd die de beheerders van datasets samenbracht. Om de beschikbaarheid te garanderen is het gebruik van standaarden cruciaal. CEST is hiervoor een richtinggevende tool. 3. Open licenties zijn belangrijk. Vaak wordt er naar Creative Commons3 verwezen, wat de gebruiksvoorwaarden van de data weergeeft. De licenties variëren van open tot alle rechten voorbehouden. Met open data wordt het segment ‘no rights reserved – some rights reserved’ bedoeld. 4. De datasets moeten beschikbaar zijn en bekend gemaakt worden. Data komen immers niet vanzelf bij ontwikkelaars. Om die reden werd er in 2012 een hackathon georganiseerd waarop beheerders en ontwikkelaars samen nadenken over wat er met de data kan gebeuren. 5. Er moet eveneens ontwikkeld worden. Onder meer de wedstrijd ‘apps for culture’ (2013) wil dit stimuleren. Dit initiatief wordt de volgende jaren verder gezet. Het is duidelijk dat samenwerking en overleg nodig zijn om dergelijke projecten te realiseren. 1
http://ec.europa.eu/digital-agenda/en/european-legislation-reuse-public-sector-information
http://www.bestuurszaken.be/vlaamse-overheid-kiest-voor-open-data
3
http://www.creativecommons.be/nl/node/7
2
Vervolgens belichten twee gevalstudies de (strategische) implementatie van open data bij cultureel‐
erfgoedorganisaties . Jeroen De Meester is applicatiebeheerder bij het Museum Plantin‐Moretus. De stad Antwerpen zet expliciet in op open data. Op http://opendata.antwerpen.be worden open datasets verzameld en beschikbaar gesteld. In de beleidsnota van Musea en Erfgoed Antwerpen sluit open data bij twee elementen aan:  Cultureel erfgoed is toegankelijk voor een divers publiek én zet aan tot participatie.  Het erfgoedaanbod zet aan tot kwaliteitsvolle vrijetijdsbesteding en creativiteit. De meerwaarde van open data is voor Museum Plantin‐Moretus drieledig:  Het is een manier om de collectie naar buiten te brengen. Het gaat er niet zozeer om dat mensen over de vloer komen. Het gegeven dat de collectie bekend is, is belangrijk voor het museum. Dit gaat ook over het publiek dat nooit een museum zal bezoeken.  Open data stimuleert creativiteit. Via open data geef je de kans om te gaan experimenteren met de collectie.  Open data laat toe om de rol van expertisecentrum te vervullen. Het Museum Plantin‐Moretus deelt haar expertise graag met haar nationale en internationale netwerken. Open data is de sleutel tot een voortdurende uitwisseling van ervaring, kennis en ideeën. Dieter Suls gaat vervolgens in op de omgang met open data binnen het Modemuseum Antwerpen. De publieke waarden vormen daarvoor het uitgangspunt. Aan de ene kant is er de PSI‐richtlijn maar anderzijds is er de publieke opdracht en de publieke financiering van musea. Collecties hebben m.a.w. een publiek karakter. Om die reden wil het museum zo veel mogelijk content online beschikbaar stellen tegen een zo open mogelijke licentie zonder hierbij de rechten van derden te schenden. Dit geldt ook voor commercieel hergebruik gezien bedrijven ook belastingen betalen. Volgende katalysatoren hebben de implementatie van open data in het ModeMuseum gestimuleerd:  Open Fashion4: een portaalsite die toegang geeft tot meer dan 50.000 items.  Het beleidsplan van het ModeMuseum voor de periode 2014‐2018 waarin een strategische doelstelling rond een digitaal museum opgenomen is.  Het digitaal depotproject van de provincie Antwerpen, waarin met het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA) samengewerkt wordt. De werkgroep die dit aanstuurt stelde een overzicht op van de verschillende te hanteren licenties.  Europeana Fashion: Dit project levert 700.000 objecten aan Europeana aan en organiseerde fashion edit‐a‐thons. Hiervoor werden beelden via Wikimedia ter beschikking gesteld zodat ze in Wikipedia gebruikt kunnen worden. Dit leidde tot interne discussies op basis waarvan er werd beslist om met een beperkte set data aan de slag te gaan. Deze data werden veel gebruikt. Sandra Fauconnier vertelt vanuit haar ervaringen als Wikipedian in Residence (in Nederland). Dit is een persoon die al veel voor Wikipedia5 schreef en een periode voor iemand gaat werken en er activiteiten ontplooit. Een Wikipedian in Residence schrijft over onderwerpen waar een museum zowel de context als de content voor aanreikt. Dit laatste gebeurt door dit aan de Wikimedia databank toe te voegen. De Wikipediagemeenschap in Nederland bestaat uit 1200 actieve vrijwilligers (definitie: minstens 5 maal per maand actief). De Wikipedian in Residence heeft een ambassadeursrol die stimuleert om met het nieuw aangereikte materiaal iets te doen. 4
5
http://www.momu.be/collectie/eueropeana--open-fashion.html
Wikimedia is de koepelorganisatie die meerdere projecten uitvoert (zoals Wikipedia, Wikidata, …) Musea werken via Wikipedians in Residence omdat Wikipedia de eerste plek is waar mensen informatie zoeken. De sessie wordt afgesloten met enkele filmpjes die voorbeelden tonen van interessante apps. De sessie sluit af met een discussie: 

Het implementeren van open data is een intern proces dat bij de veruitwendiging complex kan zijn. Het is belangrijk dat de directeur van een instelling er volledig achter staat. Een breder draagvlak is ook zinvol als open data in een bredere strategie opgenomen wordt. Het is zinvol de hele organisatie te overtuigen. Bij de communicatie van evenementen (in functie van de edit‐a‐
thons) waren verschillende diensten betrokken, dit zorgde voor constructieve discussies. Deze interne tendens werkt constructiever dan het wijzigende wettelijke kader (PSI‐richtlijn), waar door de cultureel‐erfgoedsector eerder als bedreigend aanzien wordt. Er wordt opgemerkt dat de rol van een archivaris wijzigt. Hoe meer informatie online vindbaar is, hoe anders deze begeleiding zal zijn. Hoe kan men er zeker van zijn dat de beschikbare informatie juist (en volledig) is? Anderzijds weerklinkt het dat commerciële intermediairen (vb. voor de vermarkting van beeldrecht) een grote administratieve rompslomp met zich meebrengen. Het open langetermijnperspectief lijkt voor musea veel interessanter en biedt de zekerheid dat de beelden in een goede resolutie verspreid worden. De overheid zou dan ook moeten overwegen om de beelden van kunstwerken van erfgoedorganisaties, die het via Lukasweb verspreidt, gratis ter beschikking te stellen. Ook voor commerciële doeleinden, zoals in het Rijksmuseum Amsterdam gebeurt. Een ander argument hiervoor is dat bij de opbouw van een tentoonstelling veel geld naar het verzamelen en het klaren van rechten gaat. Bij een dergelijke aanpak valt dit weg.