Amendement bestemmingsplan Spurkstraat 36 De gemeenteraad van Sint-Michielsgestel in vergadering bijeen op donderdag 13 maart 2014. Constaterende/overwegende: dat Garagebedrijf Van Uden sinds 1973 nog steeds op hetzelfde perceel gevestigd is aan de Spurkstraat 36 te Den Dungen; dat de gemeenteraad in 2004 bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘’Den Dungen’’ de bestaande bedrijfsbestemming weer positief bestemd heeft; dat de gemeenteraad in 2004 bij de vaststelling van het bestemmingsplan “Den Dungen (2004)” het verharde tennisveld planologisch heeft afgesplitst van de naastgelegen burgerwoning Spurkstraat 34 met de bestemming “Verkeers- en Verblijfsdoeleinden”; dat de gemeenteraad hiermee had beoogd om bedrijfsmatig ‘stallen’ door garagebedrijf Van Uden (Spurkstraat 36) toe te staan; dat in de hieraan ten grondslag liggende Nota van Zienswijzen expliciet naast het begrip ‘parkeren’ specifiek voor het tennisveld het begrip ‘stallen’ wordt gebruikt. Twee verschillende begrippen dus in een klein stukje tekst. Dit maakt onderdeel uit van de besluitvorming van de gemeenteraad in 2004; dat los van het feit dat dit beoogde bedrijfsmatige stallen naast het begrip parkeren niet werd vervat in een adequate juridische bestemming, destijds ook nergens is bepaald wat dit ‘stallen’ dan wel precies zou mogen/moeten gaan inhouden; dat dit dan ook op verschillende wijzen geïnterpreteerd kan worden; stallen van te repareren danwel gerepareerde auto’s van cliënten (waarvoor het tennisveld alleen wel erg groot is), stallen van occasions of een combinatie hiervan; dat het college van B&W in de latere handhavingsprocedure (n.a.v. het verzoek om handhavend op te gaan treden) altijd is uitgegaan van het feit dat onder het parkeren/stallen ook het stallen van occasions werd verstaan; dat het college hierbij overigens ook werd gesteund door de Onafhankelijke Commissie Rechtsbescherming, die na het ingediende bezwaarschrift d.d. 26 april 2010 tot de conclusie kwam dat het college op juiste grond het verzoek om handhavend op te treden ten aanzien van dit terrein heeft afgewezen; dat de Raad van State op 31 oktober 2012 heeft geconstateerd dat de bestemming “Verkeers- en Verblijfsdoeleinden” niet past bij het gebruik van het perceel en tevergeefs dat met het bestemmingsplan is beoogd om het stallen van auto's ten behoeve van het garagebedrijf mogelijk te maken, al omdat deze bedoeling niet in de planvoorschriften tot uitdrukking is gebracht. Alleen parkeren (niet-zijnde bedrijfsmatig stallen) is als gevolg van de bestemming toegestaan; dat het beoogde bedrijfsmatig stallen van auto’s daarom helemaal niet is/blijkt toegestaan binnen de geldende bestemming “Verkeers- en Verblijfsdoeleinden”. Dit geldt voor zowel een ruime interpretatie van stallen (stallen occasions) als een ‘enge’ interpretatie van stallen (stallen van te repareren danwel gerepareerde auto’s); dat het college hierna in lijn van zijn eerder gehanteerde ruime interpretatie van het stallen heeft gemeend hierna de ontwerp-procedure tot planologische legalisatie van de feitelijke situatie op te starten middels het ontwerpbestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen”; dat in dit ontwerpbestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” het stallen van te koop zijnde voertuigen, niet zijnde schadevoertuigen, op het tennisveld wordt toegestaan; dat als het bedrijfsmatig stallen van deze koopwaar wordt toegestaan, het ook mogelijk moet zijn de auto’s terplekke te kunnen bezichtigen en daadwerkelijk te kopen. Immers, anders zou er een oncontroleerbaar handhavingsvraagstuk ontstaan; dat het ontwerpbestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” de officiële voorbereidingsprocedure ex artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht heeft doorlopen; dat hierbij twee zienswijzen zijn ingediend; dat het college van burgemeester en wethouders met zorgvuldige afweging van deze zienswijzen d.d. 15 oktober 2013 het raadsvoorstel heeft gemaakt om het ontwerpbestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” met enkele wijzigingen in de raadsvergadering van 14 november 2013 vast te stellen; dat de gemeenteraad echter op 14 november 2013 heeft besloten het bestemmingsplan niet vast te stellen (weigeren/afwijzen); dat de gemeenteraad van mening was dat door omwonenden overlast wordt ervaren van activiteiten die feitelijk al plaatsvinden en die met het beoogde bestemmingsplan bestemd zouden worden; dat de gemeenteraad van mening was dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid terplekke, een primair woongebied; dat de gemeenteraad van mening was dat voor de uitbreiding van het betreffende bedrijf ruimte aanwezig is op de lokale bedrijventerreinen; dat Garagebedrijf Van Uden tegen dit weigeringsbesluit beroep heeft ingesteld bij de Raad van State en tevens een verzoek om toekenning van schadevergoeding; dat het college en de raad een brief van de omwonenden hebben ontvangen die aangeven geen enkele overlast te ondervinden van Garagebedrijf Van Uden; dat op basis van alle genoemde stukken na het weigeringsbesluit, het college is gekomen tot het onderhavig raadsvoorstel d.d. 18 februari 2014; dat het college weliswaar stelt dat er geen nieuwe zwaarwegende feiten zijn; dat de brief van de omwonenden, welke zeggen geen overlast te ondervinden, wellicht een subjectief gegeven is. Echter niet deze maar wel het bezwaar van de anderen, die wellicht ook een subjectieve gegeven is, maakten deel uit van de beraadslaging m.b.t. de leefbaarheid van de omgeving; dat in de omgeving van het Garagebedrijf in plaats van een rustige woonwijk (primair woongebied) wel degelijk sprake is van een gemengd gebied met velerlei bedrijfsmatige activiteiten, zoals het college in hun raadsvoorstel d.d. 15 oktober 2013 hebben aangegeven; dat in de directe nabijheid van de indieners van de zienswijzen sprake is van het dagelijks laden en lossen door grote vrachtwagens van een ander bedrijf en daarvan door de indieners van de zienswijzen geen hinder wordt ondervonden; dat het college de kans op toekenning van een schadeclaim zeker niet uitgesloten acht; Artikel 6:19 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, waarmee de ingestelde beroepen van rechtswege mede betrekking hebben op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belangen hebben; Het gegeven dat met de weigering om het ontwerpbestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” niet vast te stellen, niets is gebeurd met het geldende bestemmingsplan “Den Dungen (2004); dat hiermee dus feitelijk geen enkele planologische wijziging heeft plaatsgevonden die al dan niet al in werking is getreden en daarom ongedaan gemaakt zou moeten worden; dat per vervangingsbesluit het bestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” alsnog gewoon vastgesteld zou kunnen worden; dat de indieners van de zienswijzen van destijds gewoon na vaststelling hun beroepsmogelijkheden behouden; dat feitelijk hiermee de draad wordt opgepikt vanaf het moment vlak voor het weigeringsbesluit d.d. 14 november 2013; Stellen ondergetekenden voor het concept-besluit van het raadsvoorstel van 18 februari 2014 als volgt te wijzigen: Besluit: Het raadsbesluit d.d. 14 november 2013 tot het niet vaststellen (weigeren/afwijzen) van het bestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” hangende de beroepsprocedure te vervangen door het volgende vaststellingsbesluit: Het bestemmingsplan “Spurkstraat 36 Den Dungen” ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan en de hiertoe officieel doorlopen ontwerpfase (artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) en conform het oorspronkelijke raadsvoorstel d.d. 15 oktober 2013 van burgemeester en wethouders hiertoe vast te stellen met de volgende wijzigingen: 1. Voor de duidelijkheid wordt bij het gebruiksverbod (artikel 3.4.1) onder (wel) toegestane detailhandel nu ook expliciet genoemd de vormen van detailhandel zoals bedoeld in lid 3.1 sub a (de toegestane bedrijven, waaronder dus een autohandel); 2. in de regels zal aan artikel 3.1 lid c worden toegevoegd dat er minimaal 6 parkeerplaatsen voor werknemers of bezoekers aanwezig en beschikbaar dienen te zijn op de gronden met de functieaanduiding ‘psb’ (het voormalige tennisterrein). 3. het in de toelichting van het bestemmingsplan gestelde omtrent “overeenkomst” en “compensatie” is niet juist en zal tekstueel worden aangepast; 4. het in de toelichting gestelde omtrent het noodzakelijk zijn voor een gezonde exploitatie van het garagebedrijf zal worden geschrapt. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 13 maart 2014. En gaat over tot de orde van de dag. Ton Kapteijns, fractie CDA Rick Groetelaers, Fractie PPA
© Copyright 2024 ExpyDoc