Hergebruik boerenerven brengt leven op het platteland (p.8, NL)

8
VRIJDAG 4 APRIL 2014
Trouw
nederland Verlaten boerderijen
Spa in een oude boerderij in Nutter. ‘Er kan zoveel op het platteland. Als je maar buiten de kaders denkt. Een advocaten- of notariskantoor? TomTom brengt je er wel heen.’ FOTO HERMAN ENGBERS
Hergebruik boerenerven
brengt leven op het platteland
Verzorgingshuis in stal
Toen Jan Aman 17 was overleed
zijn vader bij een tractorongeluk.
Aman zat nog op school en hij
koos voor een ander vak dan boer.
De stal in het buitengebied bij
Manderveld bleef leeg. Zonder actie zou de oude boerderij ooit zijn
ingestort. Maar langzaam rijpte
een plan. “Voor mensen die zijn
opgegroeid op het platteland is
het een stap terug als ze daar niet
kunnen blijven wonen en naar een
verzorgingshuis moeten in de
stad. Mijn vrouw werkte jarenlang
in de zorg. We hadden geen ervaring om het zelf te doen, maar we
draaien binnen twee jaar al boven
verwachting.” De Amanshoeve
ging twee jaar geleden open. Een
kleinschalig verzorgingshuis, op
de plaats en in de stijl van de oude
stal. De vijftien bewoners zijn vrijwel allemaal dementerend, een
enkeling is meegekomen met een
zorgbehoevende partner. Marieke
Aman leidt een team van 18 verpleegkundigen en verzorgenden,
plus tien vrijwilligers, Jan werkt als
zelfstandig financieel controller en
doet daarnaast de boekhouding
en het onderhoud van de Amanshoeve. Hij houdt nog wat paarden
en kippen. Leuk voor de bewoners.
“We hadden de grond al, dat
maakte uitvoering van ons plan relatief makkelijk. Iets nieuws beginnen op het platteland, is niet eenvoudig. Maar de eerste bewoners
kwamen al snel en nu zitten we zo
goed als vol.”
Op terrein voormalig boerenbedrijf ontstaat buurtschap
Onno Havermans
TUBBERGEN
De ontwikkeling van het knooperf
zit even in het slop. Niet dat er geen
belangstelling is voor wonen op de
plaats waar ooit schuren en stallen
stonden. Maar de crisis op de huizenmarkt is ook te voelen op het
platteland. En bij nader inzien was
het concept nog niet perfect.
Met een aanpassing van de eisen
doet de gemeente Tubbergen een
nieuwe poging om bouwers en kopers te vinden voor een voormalige
boerenerf in het buitengebied bij
Langeveen. “Het is een proefproject”, zegt Nico Beun, programmamananger van InnovatieNetwerk.
“Het zou vreemd zijn als het meteen goed zou gaan.”
Het knooperf is een van de ideeën
om nieuwe leven te brengen op het
platteland, waar gemiddeld 25 boeren per week stoppen en steeds
meer stallen leeg blijven. Nog maar
één op de tien erven hoort bij een
boerderij in bedrijf. Gestopte boeren mogen volgens de Ruimte voor
ruimte-regeling (ook wel ‘rood voor
rood’) op hun erf één of twee woningen bouwen als een of meerdere
stallen worden gesloopt. Op het
knooperf ontstaat een kleine buurtschap. Voorwaarde is dat de nieuwe
bewoners iets terugdoen voor het
landschap.
Tubbergen doet mee omdat het
een typische plattelandgemeente is,
met veel kleine boerenbedrijven,
en een vab-beleid, wat staat voor
vrijkomende agrarische bebouwing.
“Onze uitgangspunten zijn dat er
geen opslag in het buitengebied
wordt toegestaan, dus geen autobedrijf in een oude stal”, zegt projectleider Patrick de Wit. Nieuwe bebouwing moet passen in de bestaande contouren van stallen en
schuren die ervoor worden afgebroken.
Dat geldt ook voor het experiment
De Veldboer, waar negen huishoudens terecht kunnen, en dat Tubbergen samen met de provincie
Er stoppen 25 boeren
per week en steeds
meer stallen blijven
leeg staan
Overijssel en het InnovatieNetwerk
uitvoert. Het idee is van de jonge
landschapsarchitecten Karen de
Groot en Ruut van Paridon, die er
elf jaar geleden mee afstudeerden
aan de Academie van Bouwkunst in
Amsterdam. Nog voor er een schop
in de grond is gestoken is de belangstelling uit binnen- en buitenland groot, zegt Beun.
Toch ligt het erf dat de gemeente
in 2009 aankocht nog altijd braak.
De stallen en schuren zijn gesloopt,
maar er ging nog geen schop de
grond in voor nieuwbouw. Dat ligt
gedeeltelijk aan de eisen, weet pro-
jectleider De Wit. Niet alleen stelt
De Veldboer strenge eisen aan de
vorm van de bebouwing, de bouwmaterialen en de inpassing in het
kleinschalige Twentse hoevenlandschap, ook de woonvorm en eigendomsverhoudingen waren strikt
vastgelegd.
“Twentenaren voelen niks voor
het appartementsrecht, ze willen
gewoon eigenaar zijn van de grond
waarop hun huis staat.” Ook het opzetten van een vereniging van eigenaren zou op weerstand kunnen
stuiten. Die is nodig omdat de nieuwe bewoners gezamenlijk het terrein rondom het erf moeten onderhouden, inclusief een weg die twee
landbouwpercelen scheidt.
Tubbergen heeft de regels nu versoepeld. Niet langer wordt gezocht
naar individuele burgers die gezamenlijk willen gaan bouwen, het
project mag nu ook door een woningbouwvereniging of een projectontwikkelaar worden opgepakt. De
gemeente is bereid het bestemmingsplan aan te passen en de
nieuwbouw hoeft niet langer precies de plaats en het volume van de
oude stallen in te nemen. “Misschien komen de zichtlijnen dan
zelfs iets beter uit”, zegt Beun. Ook
de parkeerschuur, die in de aanvankelijke plannen was opgenomen
omdat er nou eenmaal een grote
schuur op het erf stond, hoeft niet
per se.
“Er hebben zich al belangstellenden gemeld”, zegt De Wit.
Spa kijkt uit over koeien
Harald Droste, uitbater van Dorostes Herberg, bedacht tien jaar geleden de boerenlodge. Een luxe
bed met een bad ernaast in een
stal. Groot genoeg voor een gezin
met twee kinderen. Twintig stuks
zijn er nu. Frans Steggink uit Nutter liet zich zeven jaar geleden
overhalen. Het was de vraag of het
nog loonde om de melkstal te vernieuwen. Bovendien stond het ouderlijk huis – familiebezit sinds
1645 – leeg. Zo ontstond een
nieuw concept: de boerderijspa.
Van buiten oogt het als een gewoon boerenerf. Gasten komen
achterom. Op de deel is een toegangsdeur. Daarachter is het
hoog, schoon en fris. Zitjes, handdoeken, een lange tafel en buiten
een weids terras. Uitzicht op weiden waar vanaf mei koeien dromen. Steggink heeft het melkvee
ingeruild voor zoogkoeien. Zijn
vrouw en twee dochters hebben
zich bekwaamd in kruidentherapie. Vijf jaar geleden wonnen ze al
de Plattelandsprijs, twee jaar later
de Welnessprijs. “Het is een luxe
uitje”, zegt Marinka Steggink.
“Maximaal twaalf gasten tegelijk,
die we persoonlijk begeleiden.” Er
kan zoveel op het platteland, als je
maar buiten de kaders denkt, zegt
Harald Droste. “Een advocaten- of
notariskantoor? TomTom brengt je
er wel heen en de ontvangst is vorstelijk. Maar het staat of valt met
de ondernemer. De gemiddelde
boer is dat niet.”