Telex Nummer: 2014/020 Uw contactpersoon: Rudy VAN DAELE T 02 505 45 39 F 02 505 44 77 [email protected] Datum: 28.05.2014 Gewijzigde voorwaarden Vlaamse Woonlening vanaf 1 juni De Vlaamse Regering voorziet vanaf 1 juni extra middelen voor de bijzondere sociale leningen. Aan die extra middelen is een wijziging gekoppeld van een aantal voorwaarden in het huidige leningenbesluit. U leest in deze telex: de referentierentevoet wijzigt naar OLO 20 jaar de maximum- en minimumrentevoet worden verhoogd de bijzondere sociale leningen worden sneller en vaker herzien de ontlener moet een minimuminkomen hebben van 10.000 euro De referentierentevoet wijzigt naar OLO 20 jaar De referentierentevoet is in het huidige leningenbesluit1 afgeleid van het referentietarief van de Nationale Bank voor de lineaire obligatie met een resterende duurtijd van 15 jaar. Dit heet kortweg OLO 15 jaar. Het gaat om het gemiddelde van die tarieven van de vijfentwintigste kalenderdag van de vorige maand tot de vierentwintigste kalenderdag van de huidige maand. In het wijzigende besluit2 is de referentierentevoet afgeleid van het referentietarief van de Nationale Bank voor de lineaire obligatie met een resterende duurtijd van 20 jaar. Dit heet kortweg OLO 20 jaar. Het gaat om het gemiddelde van die tarieven van de vijfentwintigste kalenderdag van de vorige maand tot de vierentwintigste kalenderdag van de huidige maand. De eerste keer wordt de referentierentevoet bepaald door het gemiddelde te nemen van de hele maand mei. Vanaf dan wordt het gemiddelde berekend van de vijfentwintigste kalenderdag van 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan. 2 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan. Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv Koloniënstraat 40 • 1000 BRUSSEL • T 02 505 45 45 • F 02 505 42 00 [email protected] • www.vmsw.be • RPR Brussel • BTW: BE 0236 506 487 Het extern verzelfstandigde agentschap Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen heeft de vorm van een burgerlijke naamloze vennootschap van publiek recht. De ingezamelde gegevens zijn uitsluitend bestemd voor het interne gebruik door de VMSW of voor het uitoefenen van de haar wettelijk toegewezen opdrachten en toegekende bevoegdheden. Mits u uw identiteit aantoont en op uw schriftelijk verzoek hebt u overeenkomstig de Wet van 8 december 1992 op de verwerking van persoonsgegevens een inzage- en verbeteringsrecht bij de VMSW alsook de mogelijkheid om het openbaar register van de geautomatiseerde verwerkingen te raadplegen bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 2 van 4 de vorige maand tot de vierentwintigste kalenderdag van de huidige maand. Als die berekening 0,20 procentpunt afwijkt van de referentierentevoet die tot dan gold, dan wordt dit de nieuwe referentierentevoet. De VMSW berekent de referentierentevoet en past de tarievenbladen aan. Waarschijnlijk zal de eerste referentierentevoet onder het wijzigende besluit lager liggen dan de huidige referentierentevoet. De marktrente is immers gedaald. De maximum- en minimumrentevoet worden verhoogd De rentevoetberekening wijzigt niet, maar de maximum- en de minimumrentevoet worden anders bepaald. Maximumrentevoet In het huidige leningenbesluit is de rentevoet maximum gelijk aan de referentierentevoet, OLO 15 jaar. Bij het wijzigende besluit is het maximum gelijk aan 4/3 van de referentierentevoet, OLO 20 jaar. Ontleners met een hoger inkomen zullen dus bij gelijkblijvende marktomstandigheden een hogere rentevoet aangerekend krijgen. Minimumrentevoet In het huidige leningenbesluit is de minimumrentevoet de helft van de referentierentevoet. Als een ontlener – door inkomen, gezinslast of ligging van het goed – een originele rentevoet zou krijgen die lager ligt dan de helft van de referentierentevoet, dan wordt die rentevoet toch opgetrokken tot de helft van de referentierentevoet. Onder het wijzigende besluit zijn er twee minima: - de originele rentevoet mag nooit lager zijn dan 2,00%. Dit is een absolute grens. - de originele rentevoet moet ook gelijk zijn of hoger dan 2/3 van de referentierentevoet. Voorbeelden Enkele voorbeelden van de maximum en minimum originele rentevoet onder het wijzigende besluit bij verschillende referentierentevoeten: Referentierentevoet 2,82% 2,70% 3,30% Maximumrentevoet 3,76% 3,60% 4,40% Minimumrentevoet 1,88% 2,00% 1,80% 2,00% 2,20% 3 van 4 De bijzondere sociale leningen worden sneller en vaker herzien De rentevoet van bijzondere sociale leningen wordt nu alle vijf jaar herzien. De rentevoet wordt dan herberekend op basis van de referentierentevoet bij het aangaan van de lening, de gezinslast en het gemiddelde inkomen over vijf jaar (ingaand het zevende jaar voor de verjaardag van de lening). Onder het wijzigende besluit is er een herziening in het tweede, vierde en zesde jaar op basis van de referentierentevoet bij het aangaan van de lening, de gezinslast op dat ogenblik en het laatste gekende inkomen. Vanaf het tiende jaar zijn er vijfjaarlijkse rentevoetherzieningen zoals onder het huidige leningenbesluit. Daarnaast kan de ontlener zelf een korting vragen als zijn gezinslast gestegen is. Maar, hij kan dit alleen doen in de jaren dat er geen tweejaarlijkse of vijfjaarlijkse rentevoetherziening is. Schematisch voorgesteld: Vijfjaarlijkse herziening Tweejaarlijkse herziening Jaarlijkse herziening Inkomen (gemiddelde over vijf jaar) Gezinslast Inkomen (gemiddelde over vijf jaar) Gezinslast Gestegen gezinslast Start 1 Herziening mogelijk 2 Herziening 3 Herziening mogelijk 4 Herziening 5 Herziening mogelijk 6 Herziening 7 Herziening mogelijk 8 Herziening mogelijk 9 Herziening mogelijk 10 Herziening 11 Herziening mogelijk … Herziening mogelijk 15 Herziening … 20 Enzovoort Herziening mogelijk Herziening 4 van 4 De ontlener moet een minimuminkomen hebben van 10.000 euro Het inkomen van de aanvragers, dit zijn de ontlener en wie met hem samenwoont of zal samenwonen, mag in het huidige leningenbesluit geen bepaald maximum overschrijden. Dit blijft gelden. Het wijzigende besluit voert ook een minimuminkomen in. De ontlener moet een netto belastbaar inkomen van minstens 10.000 euro gehaald hebben. Als er twee ontleners zijn, moeten ze dit samen behaald hebben.
© Copyright 2024 ExpyDoc