Het verwijderen van een knobbeltje uit de borst

Chirurgie
Het verwijderen van een
knobbeltje uit de borst
(excisie biopt)
Uit onderzoek is gebleken dat u een knobbeltje in uw borst heeft. De chirurg heeft
samen met u besloten dit knobbeltje operatief te verwijderen, om zo een definitieve diagnose te stellen. In deze folder kunt meer lezen over deze ingreep.
Voorbereiding
Om de operatie goed en veilig te kunnen laten verlopen is het nodig dat u van
tevoren wordt onderzocht. Er wordt daarom voor u een afspraak gemaakt bij de
afdeling Preoperatieve Screening (POS). U krijgt een vragenlijst, die u ingevuld
meeneemt naar deze afspraak.
Op de POS krijgt u een intakegesprek met een verpleegkundige. Aansluitend wordt
u gezien door de anesthesist en een anesthesiemedewerker.
Voor de operatie wordt u meestal opgenomen op de afdeling Dagbehandeling. Dit
betekent dat u in principe dezelfde dag weer naar huis mag. Regel van tevoren dat
iemand u na de operatie thuis kan brengen. Vanwege de narcose mag u op de dag
van de ingreep geen auto rijden. Ook openbaar vervoer is niet aan te raden.
U ontvangt op de POS de brochure ‘Straks... wordt u opgenomen op de afdeling
Dagbehandeling’. Lees de informatie in deze brochure goed door. U bent dan goed
voorbereid op de opname. Ook kunt u een en ander nalezen op de website www.
borstcentrumjbz.nl, waar ook enkele filmpjes over de opname te zien zijn.
De dag van opname
Het is handig om op de dag van opname gemakkelijke kleding aan te trekken (of
mee te nemen) en bovenkleding met een sluiting van voren.
Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft
algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
© Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011 www.jeroenboschziekenhuis.nl
(CHI-149, uitgave mei 2014)
Op de afdeling Dagbehandeling krijgt u operatiekleding aan. Als het knobbeltje goed te
voelen is, hoeft u geen ‘lokalisatieprocedure’ te ondergaan en gaat u vanaf de afdeling
Dagbehandeling direct naar de operatiekamer.
Als het knobbeltje in de borst moeilijk - of niet - te voelen is, gaat u voor de operatie
eerst naar de afdeling Radiologie. Hier wordt het knobbeltje opnieuw in beeld gebracht. Er wordt een metalen draadje ingebracht op de plaats waar het knobbeltje zit
(de ‘lokalisatieprocedure’). Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Het draadje wordt
ingebracht met behulp van naald. Dankzij het draadje kan de chirurg het knobbeltje
tijdens de operatie makkelijk vinden. Na de lokalisatieprocedure, die ongeveer een half
uur duurt, gaat u terug naar de afdeling Dagbehandeling. Daarna brengt de verpleegkundige u in uw bed naar de operatiekamer.
De operatie
Op de operatiekamer krijgt u een infuus in uw arm. Via dit infuus krijgt u vocht en zo
nodig medicijnen toegediend. De operatie wordt meestal onder algehele narcose uitgevoerd. Soms kan de ingreep onder plaatselijke verdoving plaatsvinden. De chirurg
heeft dit dan op de polikliniek met u besproken.
Tijdens de operatie maakt de chirurg een sneetje in de borst en neemt dan het afwijkende stukje weefsel weg. Als het knobbeltje in de borst niet te voelen is, wordt van dit
weefsel (tijdens de operatie) een röntgenfoto gemaakt. Zo controleert de chirurg of de
afwijking zich inderdaad in het stukje weggenomen weefsel bevindt. Nadat het knobbeltje verwijderd is, wordt de wond gehecht.
Het stukje weefsel wordt opgestuurd naar de patholoog. Deze onderzoekt het weefsel
onder de microscoop. Dit onderzoek duurt ongeveer een week.
Als er veel vocht uit de wond komt, wordt er tijdens de operatie soms een ‘drain’ achtergelaten. Dit is een klein plastic slangetje, waardoor het wondvocht wordt afgevoerd.
Deze drain wordt meestal de volgende dag door de thuiszorg of op de polikliniek weer
verwijderd. Dit is over het algemeen niet pijnlijk.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery). Hier blijft u tot de narcose
helemaal is uitgewerkt. Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de afdeling Dagbehandeling.
Meestal kunt u in de loop van de middag naar huis. U krijgt een brief mee voor uw
huisarts en een afspraak voor controle op de polikliniek. Deze afspraak is ongeveer
een week na de ingreep. De chirurg zal u dan de uitslag van het weefselonderzoek
vertellen en eventuele verdere afspraken met u maken.
Als u weer thuis bent
Na de operatie krijgt u steristrips op de wond, deze mag u na twee dagen verwijderen. Als de wond nog gebloed heeft, kunt u er een schone pleister op plakken. Anders
is dat niet nodig. Verder zijn de volgende punten van belang:
• Het is verstandig om de eerste dagen en nachten na de operatie een stevige BH te
dragen.
• De dag na de operatie mag u weer douchen. Het is belangrijk om na het wassen
de wond goed schoon te spoelen, zodat er geen zeepresten achterblijven. Droog de
wond deppend met een schone handdoek.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 3
• De wond kan de eerste dagen na de operatie wat opzwellen. Dit is normaal. Heel
soms treedt na de ingreep een infectie op. De wond is dan niet alleen opgezwollen, maar ook rood, warm en pijnlijk. Hierbij kan ook koorts optreden. Wanneer u
vermoedt dat de wond geïnfecteerd is, neem dan contact op met het ziekenhuis.
Risicofactoren voor wondinfecties zijn roken, diabetes mellitus, overgewicht en
auto-immuunziekten.
• Neem gerust een pijnstiller wanneer dat nodig is. In het begin zullen sommige
bewegingen wat pijnlijk zijn; wees voorzichtig en forceer niets.
• Rondom het geopereerde gebied kan een pijnlijke blauwe plek ontstaan. Deze
verdwijnt vanzelf weer na 1 tot 2 weken.
• In principe kunt u een week na de operatie weer gaan werken en sporten. Dit hangt
natuurlijk ook af van het soort werk/sport. Complicaties
Iedere operatie geeft een kleine kans op complicaties, zoals trombose, longontsteking,
een nabloeding of wondinfectie. Alle nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen
om deze complicaties te voorkomen.
Meer complicaties bij rokers
Uit onderzoek is gebleken dat mensen die roken een veel grotere kans op complicaties
na een operatie hebben dan niet-rokers. Zo geneest bij rokers de wond langzamer.
Ook treden er bijvoorbeeld vaker (ernstige) infecties van de wond op. Rokers kunnen
de kans op complicaties met 50%(!) verminderen door rondom de operatie te stoppen met roken. Wij adviseren u daarom om minstens 4 weken voor de operatie en 4
weken na de operatie niet te roken.
Heeft u nog vragen?
Stel gerust uw vragen aan de arts of verpleegkundige op de polikliniek of afdeling
Dagbehandeling.
Heeft u na het ontslag nog vragen of problemen, dan kunt u bellen met het Borstcentrum, telefoonnummer (073) 553 36 00.
Bij problemen ‘s avonds of in het weekend kunt u contact opnemen met uw huisarts
of de Spoedeisende Hulp van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, telefoonnummer (073)
553 27 00.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 3