Checklist voor de counselor bij prenatale screening op downsyndroom De verloskundig zorgverlener vraagt tijdens het eerste consult aan de zwangere of zij informatie wil ontvangen over de screening op downsyndroom . Als de zwangere meer informatie wil, volgt een counselinggesprek. 1 BIJ WENS VOOR MEER INFORMATIE Counselingsgesprek Gesprek met de zwangere Informatie geven over de combinatietest: bloedonderzoek, NTmeting zodat de zwangere een weloverwogen beslissing tot deelname kan nemen. Aangeven dat de combinatietest naast de kans op downsyndroom, ook informatie geeft over de kans op trisomie 13 (patausyndroom) en trisomie 18 (edwardssyndroom). Informatie geven over trisomie 21, trisomie 18 en trisomie 13. Informatie geven over de verschillende uitslagmogelijkheden, eventuele verwijzing, en over het vervolgonderzoek. Informatie geven over de NIPT-studie (vanaf 1 april 2014) Het aanbieden van ondersteuning aan de zwangere om de informatie te verwerken en tot besluitvorming te komen. Uitreiken van de folder ‘Informatie over de screening op downsyndroom’. Indien de zwangere besluit tot deelname aan screening: het meegeven van een brief aan de zwangere waarin staat vermeld dat de counseling heeft plaatsgevonden. Indien de zwangere besluit tot deelname aan screening bespreken hoe ze de uitslag zal ontvangen. Indien de zwangere besluit niet verder deel te nemen dient expliciete toestemming voor uitwisseling van gegevens te worden gevraagd. Dossier Versie: 2 Noteren dat het counselinggesprek heeft plaatsgevonden. Noteren de datum van het counselinggesprek. Noteren (indien van toepassing) zwangere heeft nog bedenktijd Noteren aan welke onderzoeken de zwangere wil deelnemen. Noteren van een eventueel bezwaar tegen ontvangen van informatie over trisomie 13 (patausyndroom) en trisomie 18 (edwardssyndroom). Noteren aan welke onderzoeken de zwangere niet wil deelnemen. Status: Definitief Pagina 1 van 3 Noteren van een eventueel verzoek tot verwijderen van persoonlijke gegevens uit Peridos na afloop van de screening. Communicatie met verloskundig zorgverlener1 Doorgeven aan welke onderzoeken de zwangere wel of niet wilt deelnemen. Doorgeven van een eventueel bezwaar tegen levering en uitwisseling van gegevens. Communicatie met andere betrokken hulpverlener Doorgeven van een eventueel bezwaar tegen levering en uitwisseling van gegevens. 2 BIJ DEELNAME AAN PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM 2.1 Bloedafname Verifiëren keuze Verifiëren bij de zwangere of haar keuze voor deelname aan de combinatietest nog actueel is. Bloedafname2 Bloed afnemen. Correct en volledig invullen van het aanvraagformulier voor het laboratorium. Verzenden van het ingevulde formulier en het bloed aan het gecontracteerde laboratorium. 2.2 Uitslag van de combinatietest Het geven van de uitslag van de combinatietest en het verwijzen naar het vervolgtraject kunnen door een regionaal centrum belegd worden bij de echoscopist, indien hierover in de regio afspraken zijn gemaakt, de counselor en de verloskundig zorgverlener hiermee akkoord zijn en de zwangere hiervan op de hoogte gesteld is. Contact met zwangere Doorgeven van de uitslag van de kansberekening. Aanvullende informatie geven over de betekenis van de uitslag. Bij een NT van 3,5 mm of meer: informatie geven over de verwijzing naar een centrum voor prenatale diagnostiek. Communicatie met verloskundig zorgverlener3 Informeren over de uitslag van de combinatietest. Communicatie met huisarts4 1 Dit is alleen van toepassing indien counselor geen verloskundig zorgverlener is. 2 Bloedafname kan ook bij een prikpost plaatsvinden. 3 Dit is alleen van toepassing indien counselor geen verloskundig zorgverlener is. 4 De communicatie met de huisarts kan ook via het prenataal centrum verlopen. Pagina 2 van 3 Informeren over de uitslag van de combinatie test. Dossier Toevoegen aan het dossier de uitslag van de combinatietest. 2.3 Bij een verhoogde kans Gesprek met de zwangere De zwangere informeren over de mogelijkheden die zij heeft: niets doen, meedoen aan de NIPT-studie of invasieve diagnostiek (vlokkentest of vruchtwaterpunctie). De zwangere informeren over de mogelijkheid tot een gesprek bij een PND centrum ongeacht de keuze tot deelname aan vervolgonderzoek. Dossier Noteren het besluit van de zwangere over wel of geen verwijzing naar Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Bij verwijzing naar (satelliet)centrum voor prenatale diagnostiek5 Opstellen verwijsbrief. Vermelden in de verwijsbrief de uitkomst van de screening. Communicatie met verloskundig hulpverlener6 Informeren over de verwijzing naar Centrum voor Prenatale Diagnostiek Communicatie met huisarts Informeren over de verwijzing naar Centrum voor Prenatale Diagnostiek 2.4 Na diagnostisch onderzoek Dossier Toevoegen aan het dossier de uitslag van het Centrum voor Prenatale Diagnostiek. Algemene opmerkingen 5 In de meeste gevallen zal de counselor ook verloskundig zorgverlener zijn. De counselor een kwaliteitsovereenkomst voor counseling met een regionaal centrum te hebben. Om vertraging in de zorgverlening en ongewenste wijzigingen in het verwijsbeleid te voorkomen is een tussenstap, bijvoorbeeld via een lokaal ziekenhuis, niet toegestaan. 6 Zie voetnoot 2 Pagina 3 van 3
© Copyright 2024 ExpyDoc