Ketenanalyse EcoVeren Opdrachtgever KlokRealisatie Ed Latour Contactpersoon Lars van der Meulen +31 (0)6 2774 0098 Document 19 augustus 2014 LM/130594 1/17 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Doelstelling van het opstellen van de ketenanalyse 5 3. Vaststellen van de Scope van de ketenanalyse 6 4. Vaststellen systeemgrenzen en identificeren van ketenpartners 7 5. Datacollectie en datakwaliteit 9 6. Kwantificeren van emissies 11 7. Onzekerheden in de berekening 15 8. Reductiemogelijkheden 16 9. Bronvermelding 17 2/17 1. Inleiding Een belangrijk onderdeel van het behalen van niveau 4 van de CO₂-prestatieladder is het verkrijgen van inzicht in de Scope 3 emissies van de organisatie. In het document ‘Scope 3 emissies en ketenanalyses’ zijn de meest materiële Scope 3 emissiecategorieën van KlokRealisatie reeds in kaart gebracht, volgens de stappen zoals beschreven in de Corporate Value Chain (Scope 3) standaard van het GHG-protocol, en zijn er twee onderwerpen bepaald om een ketenanalyse op uit te voeren. 1.1 Vaststellen onderwerpen ketenanalyses Uit de inventarisatie van de Scope 3 emissies is gebleken dat de categorieën ‘gebruik van verkochte producten’ en ‘ingekochte materialen en diensten’ verreweg de belangrijkste zijn. Om deze reden zullen de ketenanalyses zich richten op de CO2-uitstoot als gevolg van materiaalgebruik bij het bouwen van woningen en de CO2-uitstoot als gevolg van het gebruik van woningen. Er is daarom gekozen voor het uitvoeren van de volgende twee ketenanalyses. Ketenanalyse EcoVeren: De keuze om de levensduur van gebouwen te verlengen door te renoveren wordt tegenwoordig steeds vaker gemaakt. Met EcoVeren probeert KlokRealisatie door middel van renovatie bestaande gebouwen zo energiezuinig mogelijk te maken. Door de CO₂uitstoot binnen de keten in kaart te brengen ontstaat de mogelijkheid om te kijken welke opties KlokRealisatie heeft om bij te dragen aan het voorkomen van CO₂-uitstoot. Ketenanalyse BaseHome: BaseHome is het concept dat KlokRealisatie gebruikt om standaard woningen in een recordtijd betaalbaar te bouwen. Het seriematig produceren van woningen biedt de mogelijkheid om op een goedkope manier hoogwaardige materialen en installaties toe te passen. Door de CO₂-uitstoot binnen de keten in kaart te brengen voor BaseHome-woningen, ontstaat de mogelijkheid om te kijken op welke fase van de keten KlokRealisatie zich het beste kan concentreren om CO₂-uitstoot te reduceren. De keuze voor deze twee ketenanalyses biedt een aanvullende mogelijkheid. Binnen de bouwwereld is er een discussie gaande over welke optie duurzamer is: renovatie of nieuwbouw. KlokRealisatie heeft heel concreet te maken met een opdrachtgever die overweegt een deel van de woningen van het EcoVeren project in Overasselt óf minimaal te renoveren vanwege eventuele nieuwbouw óf maximaal te renoveren en nieuwbouw te voorkomen. Door de ketens van beide opties in kaart te brengen voor gelijksoortige woningen, kunnen deze op het gebied van CO₂-uitstoot vergeleken worden. Dit geeft inzicht in welke optie, gezien bepaalde parameterwaarden, de minste CO₂-uitstoot heeft. 3/17 1.2 Leeswijzer Dit document maakt samen met de Ketenanalyse BaseHome een de Memo Meest Materiële Emissies deel uit van de implementatie van de CO2Prestatieladder. Voor een vergelijking tussen beide producten zie het document ‘Brownfield ontwikkeling: Renoveren of Nieuwbouwen’. Hoofdstuk Inhoud 2 Doelstellingen Beschrijving van het doel van de ketenanalyse 3 Scope Onderwerp van de ketenanalyse 4 Systeemgrenzen Reikwijdte van de ketenanalyse 5 Datacollectie 6 Methode van dataverzameling en bronnen van informatie Kwantificeren van CO2- Berekening en analyse van de CO2-uitstoot in emissies en resultaten de keten 7 Onzekerheden 8 Reductiemogelijkheden 9 Bronvermelding Onzekerheden en verbetermogelijkheden voor de analyse Kansen om CO2 te reduceren die voortkomen uit de ketenanalyse Gebruikte bronnen Tabel 1: Leeswijzer 4/17 2. Doelstelling van het opstellen van de ketenanalyse De belangrijkste doelstelling voor het uitvoeren van deze ketenanalyse is het identificeren van CO2reductiekansen, het definiëren van reductiedoelstellingen en het monitoren van de voortgang. Op basis van het inzicht in de Scope 3 emissies en de twee ketenanalyses wordt door KlokRealisatie een reductiedoelstelling geformuleerd. Binnen het energiemanagementsysteem dat is ingevoerd wordt actief gestuurd op het reduceren van de Scope 3 emissies. KlokRealisatie zal op basis van deze ketenanalyse stappen ondernemen om partners binnen de eigen keten te betrekken bij het behalen van de reductiedoelstellingen die KlokRealisatie stelt in het kader van de certificering op trede 4 van de ladder. 5/17 3. Vaststellen van de Scope van de ketenanalyse KlokRealisatie is actief op het gebied van de ontwikkeling en realisatie van utiliteits- en woningbouw. EcoVeren is een concept dat recent geïntroduceerd is door KlokRealisatie en dat inspeelt op de toename van renovatie vis-à-vis nieuwbouw van utiliteits- en woningbouw. EcoVeren is een full-service renovatieconcept dat een nauwkeurig uitgezet stappenplan volgt waarin opdrachtgever, bewoner en uitvoerende partijen in een vroeg stadium bij elkaar worden betrokken. Dit stappenplan is gebaseerd op de Trias Energetica waarbij aandacht is voor het energiezuinig ontwerp van de renovatie door rekening te houden met: (1) het tegengaan van energieverspilling; (2) het gebruik van duurzame energiebronnen; en (3) het zo efficiënt mogelijk inzetten van fossiele brandstoffen. Samen met de opdrachtgever wordt een ambitieniveau bepaald voor de te renoveren woningen met betrekking tot zaken als de energie- en CO₂-reductie, de woonlastenreductie en de investeringsruimte. Vervolgens worden de energetische en bouwkundige staat van de huidige woningen geanalyseerd, maar ook de omgevingsfactoren zoals de bewonersgroepen en de ruimtelijke opbouw van de woonwijk. Op basis hiervan worden bouwkundige en installatietechnische maatregelen voorgesteld in een zogenaamd basispakket. Dit basispakket wordt gecomplementeerd door optiepakketten. Het doorvoeren van de maatregelen uit het basis- of optiepakket leidt vervolgens tot een energiezuinige en duurzamere woning. De volgende punten vormen de basis van het EcoVeren concept: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Beproefde communicatieaanpak Energetische prestatiegarantie met basispakketten en optiepakketten Kwaliteitsborging Vastomlijnd en integraal stappenplan Open en transparante samenwerking Heldere kostenindicaties Gebruik van de renovatiepiramide Meerjaren onderhoudsplanning Door deze aspecten onderscheidt EcoVeren zich van standaard renovatie. De inrichting van de keten van EcoVeren is er op gericht om deze aspecten zo optimaal mogelijk te realiseren. Het totale effect van de woning op de CO₂-uitstoot wordt in belangrijke mate bepaald door de bouwkundige en installatietechnische maatregelen die doorgevoerd worden. In deze ketenanalyse wordt het renovatieproces en de effecten daarvan onderzocht, in samenwerking met leveranciers en andere ketenpartners die hierbij betrokken worden. In deze analyse wordt uitgegaan van een serie van 33 standaard EcoVeren-woningen die begin jaren ’70 gebouwd zijn en in 2013 gerenoveerd worden, tijdens een project in Overasselt. Deze rijtjeshuizen beschikken over twee verdiepingen en een zolder met schuin dak. De huizen zijn bestemd voor 1 huishouden over een looptijd van 25 jaar. 6/17 4. Vaststellen systeemgrenzen en identificeren van ketenpartners Om de CO2-uitstoot in de keten van een EcoVeren-woning te bepalen worden verschillende stappen onderscheiden. Per ketenstap worden activiteiten onderscheiden die CO2-uitstoot veroorzaken. Ketenstappen 4.1 Hieronder is de levenscyclus van de renovatiewoning schematisch weergegeven. Figuur 1: Ketenstappen renovatie Voor de volledigheid is ook de eerste levensfase van de te renoveren woning zichtbaar gemaakt (grijs) in Figuur 1. Deze eerste levensfase beslaat het nieuw bouwen van de woning en het gebruik van de woning tot het moment van renovatie. Deze ketenstappen zijn echter geen onderdeel van de analyse van de renovatie. De realisatie van een nieuwe woning wordt geanalyseerd in de ketenanalyse BaseHome. Niet al deze ketenstappen bevatten voor KlokRealisatie Scope 3 emissiestromen. De CO₂-emissies die veroorzaakt worden door de energiestromen van stap 4 (renovatie) behoren voor een gedeelte tot de scope 1 en 2 emissies van KlokRealisatie. Deze ketenstap wordt wel meegenomen in de analyse. Omdat KlokRealisatie veel gebruik maakt van onderaannemers behoort een significant gedeelte van de CO₂-uitstoot in deze stap tot Scope 3. Het meenemen van deze stap is tevens een voorwaarde voor een goede vergelijking tussen EcoVeren en het nieuwbouwconcept BaseHome. De ketenstappen die kunnen worden onderscheiden in het renovatieproces zijn als volgt: Ketenstap Omschrijving Scope 1 Winning grondstoffen Het winnen van grondstoffen voor het produceren van bouwproducten 3 2 Productie bouwproducten Het produceren van bouwproducten (halffabrikaten) 3 3 Transport bouwproducten Het transporteren van de bouwproducten naar de bouwplaats 3 4 Renovatie Het daadwerkelijk renoveren van een woning met behulp van deels nieuwe materialen 1&2, 3 5 Gebruiksfase Gebruik van de EcoVeren-woning door de bewoner 3 6 Sloop Het verwijderen van de woning na 25 jaar 3 7 Afvalverwerking Het verwerken van het vrijkomende materiaal 3 Tabel 2: Beschrijving activiteiten ketenstappen 7/17 Deze ketenstappen brengen we in deze ketenanalyse in beeld voor een gestelde levensduur van 25 jaar. Deze 25 jaar is een economisch en technisch reële levensduur voor een EcoVeren-woning. Deze levensduur is in overleg met het KlokRealisatie-team gekozen als eenheid om het energieverbruik in beeld te brengen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat dit een gemiddelde is. De levensduur van gerenoveerde woningen in Nederland loopt zeer sterk uit elkaar. Per ketenstap zijn de energiestromen geïdentificeerd, met als doel om de CO2-uitstoot per ketenstap te berekenen. Dit geeft inzicht in de invloed van de ketenstap op de totale CO2-footprint van de gerenoveerde woning. Afbakening 4.2 De ketenanalyse die wordt uitgevoerd is een analyse van de gehele waardeketen van de renovatie. Hierbij wordt gekeken naar de alle activiteiten die te maken hebben met het opleveren, het gebruiken en het verwijderen van een EcoVeren-woning. De eerste levenscyclus van de te renoveren woning maakt geen onderdeel uit van de analyse. Deze levenscyclus is onderdeel van de ketenanalyse BaseHome. Dit betekent dat binnen de systeemgrenzen van deze ketenanalyse de volgende zeven ketenstappen liggen: 1. Winning grondstoffen; 2. Productiebouwproducten; 3. Transport bouwproducten; 4. Renovatie; 5. Gebruiksfase; 6. Sloop; 7. Afvalverwerking. Ketenpartners 4.3 De volgende ketenpartners spelen een rol bij het produceren van EcoVeren-woningen en zijn betrokken bij deze analyse. Ketenstap Omschrijving van de betrokkenen Ketenpartner 1 Winning grondstoffen Het winnen van grondstoffen voor het produceren van bouwproducten 2 Productie bouwproducten Het produceren van bouwproducten (halffabrikaten) 3 Transport bouwproducten Het transporteren van de bouwproducten naar de bouwplaats Transportbedrijf, leverancier of onderaannemer 4 Renovatie Het daadwerkelijk renoveren van een woning Onderaannemers 5 Gebruiksfase Gebruik van het EcoVeren-woning door de bewoner Toekomstige bewoners 6 Sloop Het verwijderen van de woning na 25 jaar Sloopbedrijf 7 Afvalverwerking Het verwerken van het vrijkomende materiaal Afvalverwerker Leverancier van bouwmaterialen Tabel 3: Ketenpartners per ketenstap 8/17 5. Datacollectie en datakwaliteit De sterke voorkeur bij de datacollectie ligt bij het gebruik van primaire data. Secundaire (proxy) data wordt alleen gebruikt als er geen andere gegevens aanwezig zijn. De volgorde waarin de datacollectie is uitgevoerd staat in de volgende lijst weergegeven: 1. Primaire data op basis van gemeten CO2-uitstoot gegevens. 2. Primaire data op basis van gebruikte brandstoffen/energieverbruik. CO2-uitstoot wordt berekend met een CO2-conversiefactor. 3. Secundaire data op basis van gemeten CO2-uitstoot gegevens. 4. Secundaire data op basis van brandstof/energieverbruik. CO2-uitstoot wordt berekend met een CO2-conversiefactor. 5. Secundaire data over CO2-uitstoot uit algemene (sector)databases. Een uitgangspunt bij elke ketenanalyse is dat de CO2-uitstoot, binnen de ketenstappen die uitgevoerd zijn door het bedrijf dat de ketenanalyse maakt, gebaseerd moet zijn op primaire data. Aangezien de meeste ketenstappen niet uitgevoerd worden door KlokRealisatie was het binnen deze analyse niet altijd mogelijk om primaire data te verzamelen. Om deze reden is ook gebruik gemaakt van secundaire data in de vorm van brandstof/energieverbruik van vergelijkbaar materieel en/of (sector)databases. Binnen deze ketenanalyse is gebruik gemaakt van de EcoInvent 2.0 database. Deze database bevat veel CO2-uitstoot gegevens, voornamelijk over de winning van grondstoffen, productie en transport naar de gebruikslocatie van vele materiaalsoorten. Om een beeld te krijgen van de onzekerheid door het gebruik van deze database is deze getoetst op de criteria zoals genoemd in het GHG-protocol Product Accounting and Reporting Standard: 1. Technologisch representatief; De EcoInvent database bevat gegevens over veel verschillende productiemethodes, waardoor meestal gegevens te vinden zijn die technologisch representatief zijn. 2. Temporaal representatief; De EcoInvent database maakt gebruik van gegevens van meestal minder dan 10 jaar oud. 3. Geografisch representatief; Waar mogelijk is gekozen voor productiemethodes representatief voor West-Europa. 4. Compleetheid; De CO2-uitstoot gegevens in de database zijn zeer compleet in het aantal processen dat is meegenomen. 5. Precisie; De CO2-uitstoot gegevens in de database zijn gebaseerd op literatuur met veelal een onzekerheid van <5%. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de Nationale Milieudatabase. De gegevens worden uit het programma DuboCalc 2.2 gehaald. De Nationale Milieudatabase wordt beheerd door de Stichting Bouwkwaliteit. 1. Technologisch representatief; De Nationale Milieudatabase is opgebouwd uit gegevens die afkomstig zijn uit LCA’s. Deze LCA’s worden opgesteld in opdracht van de bedrijven en/of brancheverenigingen die de betreffende producten produceren. 2. Temporaal representatief; De Nationale Milieudatabase is in oktober 2012 getest door de SBK op toepassing voor het bouwbesluit in 2013. 3. Geografisch representatief; De LCA’s die ten grondslag liggen aan de Nationale Milieudatabase zijn uitgevoerd voor de bedrijven en/of branches die in Nederland producten verkopen. 9/17 4. Compleetheid; Naast de CO2-uitstoot van de producten worden ook andere milieu-indicatoren beschikbaar gesteld. 5. Precisie; De LCA’s zijn opgesteld door professionele bureaus, wat een zekere precisie garandeert. Een afwijkingspercentage is niet beschikbaar. Een derde database waar gebruik van gemaakt wordt is de BAM Project Carbon Calculator. Ook deze wordt hier getoetst op de criteria van datakwaliteit uit het GHG-protocol Product Accounting and Reporting Standard: 1. Technologisch representatief; De BAM PCC-tool bevat gegevens specifiek voor de bouwsector. Vaak zit hier vergelijkbaar materieel tussen als waar gegevens over nodig zijn. 2. Temporaal representatief; De gegevens in de BAM PCC-tool zijn gebaseerd op 28 projecten die minder dan 3 jaar geleden zijn uitgevoerd. 3. Geografisch representatief; De gegevens zijn afkomstig van materieel dat in Nederland is gebruikt en is daarmee geografisch representatief. 4. Compleetheid; De berekeningsmethodes achter de gegevens zijn niet overal beschikbaar, waardoor een goede uitspraak over de compleetheid lastig te geven is. 5. Precisie; De gegevens zijn gebaseerd op gemeten brandstofverbruiken en bezitten daardoor een goede precisie. Verder zijn de volgende bronnen geraadpleegd: - Voor het bepalen van CO2-uitstoot uit afvalverwerking is gebruik gemaakt van de volgende bron: CE Delft, ‘Milieu Afval Scan voor Sita; Achtergrondgegevens MASC versie 5.0’, (2009) p. 8, tabel 3. - Voor het bepalen van het energiegebruik is gebruik gemaakt van de volgende bron: Agentschap NL, Voorbeeldwoningen 2011, Bestaande bouw. Naast deze algemene informatie is bij de diverse leveranciers betrokken bij het EcoVeren-project in Overasselt specifieke informatie over dit project opgevraagd: - Winning en productie van bouwmaterialen: de benodigde nieuw aan te voeren materialen (uitvoerder) Transport: leveranciers van de bouwmaterialen (uitvoerder) Renovatie: benodigde werkzaamheden tijdens de renovatie (uitvoerder) Sloop: het materieel, personeel en energieverbruik benodigd voor de sloop van 33 woningen (sloopbedrijf) Afvalverwerking: scheiding van materiaal naar verschillende afvalstromen (afvalverwerker) Voor de sloop- en afvalverwerkingsfase is daarnaast gebruik gemaakt van de broninformatie over de bouw van BaseHome woningen, aangezien de precieze compositie van de gerenoveerde woningen niet bekend is. 10/17 6. Kwantificeren van emissies In dit hoofdstuk wordt de CO2-uitstoot per ketenstap gepresenteerd voor het EcoVeren project in Overasselt. Omdat winning van grondstoffen en productie van bouwproducten moeilijk van elkaar te scheiden is, worden deze ketenstappen samen gekwantificeerd. De presentatie van de resultaten wordt afgesloten met een vergelijking van de gehele keten van de gerenoveerde EcoVeren-woning. 6.1 Winning grondstoffen en productie renovatieproducten Voor het realiseren van de EcoVeren-woning zijn beduidend minder nieuwe grondstoffen nodig dan voor de bouw van een nieuwe woning. Een groot deel van de bestaande woning wordt intact gelaten. Waar nodig wordt er bestaand materiaal gerepareerd of vervangen door nieuw materiaal. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste materialen en de bijbehorende CO2-uitstoot weergegeven. Om de tabel overzichtelijk te houden zijn een aantal materialen met een geringe uitstoot samengevoegd in een restcategorie. Deze categorie veroorzaakt een kleine 3% van de totale CO2-uitstoot in deze fase. Bouwmateriaal Uitstoot 33 woningen in ton CO2 Cementmortel 0,2 Dakpannen 13,7 Glas 37,4 Hout 92,8 In situ beton 5,1 Isolatieplaat 46,7 PU-schuim 0,6 PVC 1,9 Staal 53,9 Er wordt relatief weinig nieuw materiaal aangevoerd, Overige materialen 7,0 vergeleken met een nieuwbouwwoning. De meeste Totaal 259,3 uitstoot wordt veroorzaakt door hout (kozijnen, timmerwerk, deuren), staal (ventilatiesysteem, Tabel 4: CO₂-uitstoot winning en productie renovatieproducten radiatoren), isolatieplaat (glaswol/EPS) en nieuw driedubbel glas. Deze aanpassingen hebben allen te maken met de isolering en installaties in de woning. De overige 10% wordt vooral veroorzaakt door het vervangen van de betonnen dakpannen. 6.2 Transport bouwproducten De benodigde nieuwe materialen worden door de leverancier of onderaannemer naar de bouwplaats vervoerd. Hiervoor is uitgegaan van vervoer met een vrachtwagen en de locatie van de diverse leveranciers waar KlokRealisatie bij bouwprojecten gebruik van maakt. Vervoersmiddel Vrachtwagen Uitstoot 33 woningen in ton CO2 Totaal gewicht 7 ton 5 Tabel 5: CO2-uitstoot transport renovatieproducten De zwaardere bouwmaterialen zoals de stalen producten zorgen voor relatief veel uitstoot in de transportfase. In vergelijking met de andere ketenstappen is transport zeer klein. 11/17 Renovatie 6.3 Tijdens de renovatie worden onderdelen van de woning vernieuwd, gerepareerd of vervangen. Hiervoor is materieel nodig dat energie verbruikt. Het materieel en het personeel moet van en naar de projectlocatie worden vervoerd. Tot slot moet afval dat vrijkomt tijdens de renovatie afgevoerd en verwerkt worden. De meeste werkzaamheden worden handmatig of met klein gereedschap uitgevoerd. Voor het plaatsen van zware materialen wordt gebruik gemaakt van een grote mobiele kraan. Daarnaast is er op de bouwplaats een bouwaansluiting aanwezig voor gas en elektra. De afvalstromen zijn gebaseerd op de uitgevoerde werkzaamheden en vervangen materialen. Uitstoot voor 33 woningen Categorie Onderdeel Materieel Transport materieel 0,1 Brandstofverbruik materieel 2,2 Personenvervoer Vervoer personeel naar bouwplaats 2,6 2,6 Energieverbruik bouwplaats Elektriciteitsverbruik 9,0 15,0 Gasverbruik 6,0 Afvalverwerking Bouw en Sloop Afval (BSA) Hout Totaal per onderdeel in ton CO2 199,6 per categorie in ton CO2 2,3 257,7 58,2 277,7 Tabel 6: CO2-uitstoot renovatieproces Verreweg de meeste uitstoot in deze fase wordt veroorzaakt door de afvalverwerking van het bouwafval. Vanwege de aard van de werkzaamheden is het energieverbruik op de projectlocatie gering. 6.4 Gebruiksfase Tijdens het gebruik van de gerenoveerde woning door de gebruikers wordt energie verbruikt. Dit energieverbruik kan worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Gebouwgebonden energie 2. Gebruiksgebonden energie Gebouwgebonden energie is alle energie die noodzakelijk is voor het conditioneren van het gebouw. Hieronder valt het energieverbruik door de CV, ventilatie, koeling, verlichting en bevochtiging. Gebruiksgebonden energie is het deel dat gebruikt wordt door de bewoners door middel van elektrische apparaten zoals een televisie, computer of een oven. Voor de gebruiksfase is uitgegaan van een verlengde levensduur van 25 jaar als gevolg van de renovatie. Het gebouwgebonden energiegebruik is bepaald aan de hand van gemiddelde energieverbruiken in Nederland, op basis van het bouwjaar en het type woning. 12/17 Uitstoot in ton CO2 per 33 woningen Verbruik per jaar per woning Aardgas 1105 m3/jaar 1663,7 Elektriciteit 758 kWh/jaar 284,5 Totaal 1948,2 Tabel 7: CO2-uitstoot gebruiksfase De levensduur heeft veel invloed op de uitstoot in de gebruiksfase. In vergelijking met de andere ketenstappen is deze fase beduidend groter. 6.5 Sloopfase Na 25 jaar verlengde levensduur wordt de gerenoveerde woning gesloopt. De sloop wordt uitgevoerd door een sloopbedrijf met behulp van materieel en personeel. Het vrijkomende afval wordt zoveel mogelijk gescheiden afgevoerd naar de afvalverwerker. Categorie Vervoer Materieel CO2 uitstoot in ton per 33 woningen Hoeveelheid Vervoer personeel 80 km 0,3 Vervoer materieel 80 km 0,9 Draaiuren sloopkraan 80 uur 3,5 Totaal 4,7 Tabel 8: CO2-uitstoot sloopfase De uitstoot tijdens de sloopfase is slechts zeer gering. 6.6 Afvalverwerking De eventueel gescheiden stromen sloopafval worden verwerkt door een afvalverwerker. Per materiaalstroom geldt een ander verwerkingsproces. De materiaalstromen zijn gebaseerd op de samenstelling van een vergelijkbare woning zoals KlokRealisatie deze bouwt. Hoeveelheid afval in ton CO2 uitstoot in ton per 33 woningen Puin 3.569 499,6 Hout 69 36,5 Metaal 28 24,1 103 174,8 Afvalstroom Overig gemengd BSA Totaal 735,0 Tabel 9: CO2-uitstoot afvalstromen 13/17 Verreweg het meeste sloopafval dat vrijkomt is puin. Het ongescheiden afval is veel kleiner van omvang maar zorgt voor relatief veel CO2-uitstoot, omdat dit nog gescheiden moet worden bij de verwerker. De afvalverwerking zorgt voor relatief veel uitstoot in de keten. 6.7 Overzicht volledige keten De volledige keten van de EcoVeren woning is als volgt verdeeld over de verschillende ketenstappen: Verdeling CO2-uitstoot EcoVeren Sloopfase 0,1% Afvalverwerking 23% Gebruiksfase 60% Winning en productie 8% Renovatie 9% Transportfase 0,2% Figuur 2: Overzicht gehele keten De gebruiksfase heeft verreweg de meest invloed op de totale CO2-uitstoot. Daarna komen achtereenvolgens afvalverwerking, winning en productie van materialen en het energiegebruik voor de renovatie. De sloopfase en de transportfase zijn verwaarloosbaar. 14/17 7. Onzekerheden in de berekening Ketenstap 1 en 2: Winning grondstoffen en productie renovatieproducten De CO2-uitstoot als gevolg van winning en productie van bouwproducten is bepaald aan de hand van de EcoInvent database. Deze database bevat gemiddelde waardes voor Europese productie. De productiemethode en grondstoffen van de precieze bouwproducten die gebruikt zijn kan hiervan afwijken. Hiernaast heeft ook de staat van de te renoveren woning een grote invloed op de benodigde nieuwe materialen. Dit kan per project verschillen. In het voorbeeldproject is uitgegaan van een set aanpassingen die gericht is op het reduceren van energiegebruik. Ketenstap 3: Transport bouwproducten Het transport is sterk afhankelijk van de locatie van het project en de leveranciers. Dit verschilt per project. De invloed van het transport op de totale uitstoot is zeer klein. Eventuele onnauwkeurigheden hebben dus weinig invloed op de uitkomst van de analyse. Ketenstap 4: Renovatie In de analyse is uitgegaan van gedetailleerde werkplannen voor het project in Overasselt voor het bepalen van de uitgevoerde werkzaamheden. De werkzaamheden in de renovatiefase zijn afhankelijk van de staat van de woningen en van de benodigde aanpassingen en kunnen verschillen per project. Ketenstap 5: Gebruiksfase Voor het bepalen van het energiegebruik is gebruik gemaakt van gemiddelde gebruiken. Daadwerkelijk energieverbruik kan afwijken van deze berekening. Voor het energietype is uitgegaan van de huidige energiemix. Deze zal mogelijk in de toekomst wijzigen, wat invloed heeft op de CO2-uitstoot in de gebruiksfase. Ketenstap 6: Sloopfase De sloopfase is berekend op basis van informatie van een sloopbedrijf. Deze informatie betreft een inschatting op basis van ervaring. Omdat de woningen nog niet gesloopt worden, is er geen gemeten informatie voorhanden. Ketenstap 7: Afvalverwerking Afvalverwerking is gebaseerd op gemiddelde gegevens over de verwerking van afvalstromen en gegevens over de samenstelling van woningen zoals KlokRealisatie deze bouwt. De daadwerkelijke grootte van de afvalstromen en de mate waarin deze op de bouwplaats gescheiden worden tijdens de sloop, heeft een grote invloed op de CO2-uitstoot in deze fase. Voor de gegevens van de sloop en afvalverwerkingsfase is uitgegaan naar een verwerking met de huidige stand van de techniek. 15/17 8. Reductiemogelijkheden De ketenanalyse van het EcoVeren concept op een casus in Overasselt laat zien dat de CO₂-uitstoot van deze keten met name in de gebruikersfase zit (60%). De belangrijkste reductiemaatregelen liggen dan ook in deze stap van de keten. Mogelijkheden tot CO₂-reductie zijn ook in de stappen afvalverwerking en transport te vinden. De volgende punten vormen de basis van het EcoVeren concept: 1. Beproefde communicatieaanpak 2. Energetische prestatiegarantie met basispakketten en optiepakketten 3. Kwaliteitsborging 4. Vastomlijnd en integraal stappenplan 5. Open & transparante samenwerking 6. Heldere kostenindicaties 7. Gebruik van de renovatiepiramide 8. Meerjaren onderhoudsplanning Door deze aspecten onderscheidt EcoVeren zich van standaard renovatie. Tegelijkertijd bieden deze kenmerken mogelijkheden voor het reduceren van CO₂-uitstoot. Op basis van de ketenanalyse kunnen we concluderen dat met name punt 1 (een beproefde communicatieaanpak) en punt 2 (energetische prestatiegarantie met basispakketten en optiepakketten) mogelijkheden bieden om CO₂-uitstoot te reduceren. Daarnaast kan verder onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om de uitstoot als gevolg van afvalverwerking en transport terug te dringen. 8.1 Beproefde communicatieaanpak Zoals uit de deze ketenanalyse blijkt, wordt er in de gebruiksfase een significante hoeveelheid CO₂ uitgestoten. Een belangrijk onderdeel van het energieverbruik in de verbruiksfase is gebruikersgebonden energieverbruik. De bewoners zijn daarom een belangrijke partner in het reduceren van CO₂-uitstoot. Bij EcoVeren staan de bewoners centraal in het communicatietraject. Er worden bewonersavonden gehouden om bewoners van informatie te voorzien en er wordt een bewonersloket gevormd om vragen van bewoners te beantwoorden. KlokRealisatie kan hiermee nog een stap verder gaan. Een betere voorlichting over installatietechnische en bouwkundige mogelijkheden die energie kunnen besparen, en de positieve effecten daarvan, kan bijdragen aan het verminderen van de CO₂-uitstoot. 8.2 Energetische prestatiegarantie met basispakketten en optiepakketten Een tweede mogelijkheid om energie te besparen in de gebruikersfase ligt in de samenstelling van de basis- en optiepakketten. Samen met de opdrachtgever wordt het ambitieniveau voor de renovatie bepaald. Hierna gaat KlokRealisatie aan de slag om bouwkundige en energetische staat van de woningen te analyseren. Op basis van deze uitkomsten worden configuraties samengesteld die de woningen energiezuiniger maken. Deze pakketten zijn een bundeling van bouwkundige en installatietechnische maatregelen. Er worden basispakketten vastgesteld en de opdrachtgever krijgt ook de mogelijkheid om optiepakketten te kiezen. De samenstelling van deze configuraties bepaalt hoe energiezuinig de gerenoveerde woning is geworden. Samenstellingen die zowel kosteneffectief als energiezuinig zijn kunnen een sleutel zijn in het reduceren van de CO₂-uitstoot door bewoners. 16/17 9. Bronvermelding Bron / Document Kenmerk Handboek CO2-prestatieladder 2.1, 18 juli 2012 Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen Corporate Accounting & Reporting standard GHG-protocol, 2004 Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard GHG-protocol, 2010a Product Accounting & Reporting Standard GHG-protocol, 2010b Nederlandse norm Environmental management – Life Cycle assessment – Requirements and guidelines NEN-EN-ISO 14044 www.ecoinvent.org Ecoinvent v2 www.bamco2desk.nl BAM PPC-tool Agentschap NL, Voorbeeldwoningen 2011, Bestaande bouw Energiegegevens CE Delft, ‘Milieu Afval Scan voor Sita; Achtergrondgegevens MASC versie 5.0’, (2009) Afvalgegevens De opbouw van dit document is gebaseerd op de Corporate Value Chain (Scope 3) Standaard. Daarnaast is, waar nodig, de methodiek van de Product Accounting & Reporting Standard aangehouden (zie de onderstaande koppelingstabel). Corporate Value Chain (Scope 3) Standard Product Accounting & Reporting Standard Ketenanalyse: H3. Business goals & Inventory design H3. Business Goals Hoofdstuk 2 H4. Overview of Scope 3 emissions - Zie ‘Memo Meest materiële emissies’ H5. Setting the Boundary H7. Boundary Setting Hoofdstuk 3 & Hoofdstuk 4 H6. Collecting Data H9. Collecting Data & Assessing Data Quality Hoofdstuk 5 H7. Allocating Emissions H8. Allocation N.v.t. in deze analyse H8. Accounting for Supplier Emissions - H9. Setting a reduction target - N.v.t, onderdeel van implementatie van CO2Prestatieladder niveau 5 Memo Scope 3 reductiedoelstellingen 17/17
© Copyright 2024 ExpyDoc