LECTUURFICHE De boekendief – Markus Zusak

‘De boekendief’ Markus Zusak
Freya Staes
LECTUURFICHE
De boekendief – Markus Zusak
Hoofdthema
dood | Jodenvervolging | lezen | liefde | pleeggezinnen | W.O. II | boeken
Ruimte en periode
Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in Molching in de himmelstraat
bij de familie Hubermann.
‘De Dood’ ,een bevoorrechte getuige, vertelt hoe Liesel zich tot boekendief ontpopt. De
dood lijkt geïntrigeerd te zijn door de persoon Liesel Memingers. Hun eerste
“kennismaking” was in 1939 op een koude januaridag in de trein op weg naar het zuiden
van Duitsland. Hun bestemming: de familie Hubbermann of Liesel’s nieuwe pleeggezin.
Onverwachts moeten ze een tussenstop maken wanneer Liesel’s zieke broertje onwel
wordt. Het jongetje sterft in Liesel’s handen en wordt begraven in een klein stadje langs
de spoorlijn. Één van de grafdelvers verliest een klein zwart boekje ‘Het
doodgravershandboek’ Liesel neemt het mee als herinnering aan haar broertje en zo zet
ze de eerste stap in haar carrière als boekendief.
Eigen appreciatie
In Molching, nabij München, ligt het epicentrum van het Nazisme en tevens de woonplaats
van de familie Hubermann. Liesel woont voortaan in de Himmelstrasse , een volkse wijk
waar het Duitse volk zuinig omspringt met hun rantsoen. Hans Hubermann is een zachte
man, huisschilder en accordeon virtuoos. Rosa Hubermann is een ruwe bolster met een
heel zachte kern. Hun twee volwassen kinderen zijn de deur uit en ze maken plaats voor
de tienjarige Liesel.
Het volgende boek dat Liesel steelt heeft ze gered uit het vuur van de kortzichtige nazi’s.
Tijdens een boekverbranding ziet Liesel een boek dat nog niet is aangewreten door de
vlammen. Ze besluit het boek te redden en te adopteren en stopt het gloeiend hete boek
onder haar trui. Door haar kinderlijke onschuld kan Liesel moeilijk een rebel genoemd
worden. Bovendien zaait het huidige totalitaire regime zoveel angst dat er geen
heldendaden verwacht worden van de tienjarige Liesel. Liesel kan hoogstens een dappere
meid genoemd worden die als een ondeugend kind, in plaats van (of evenals) appels,
boeken steelt.
Het verlies van haar broertje weegt zwaar op Liesel. Ze heeft last van. Hans Hubermann
biedt haar troost dankzij geheime voorleesmomenten uit het absurde ‘Doodgravers
handboek’. Hans leert Liesel lezen. De kelder van het huis wordt beschilderd met letters
en woorden. Liesel leert snel en zelfstandig. De tienjarige Liesel krijgt steeds meer het
karakter van een jong volwassen vrouw, ze is geëmancipeerd, autodidact, ze weet wat
noodzakelijk is om te overleven en maakt indruk door haar sterke persoonlijkheid. Liesel
sluit zich samen met Rudy, haar beste vriend, aan bij een kleine dievenbende die de
plaatselijke boeren beroven van appels en bieten. Het is ontroerend hoe Rudy er overal
en altijd voor Liesel is. De kus waar hij zo naar verlangde zal hij postuum krijgen.
‘De boekendief’ Markus Zusak
Freya Staes
De jood Max Vandenburg, die de lezer eerder al kon volgen, hetzij niet voorzien van naam,
komt op een dag aankloppen in de himmelstraat. Op dit moment vormt de accordeon van
Hans Huberman de link met Max Vandeburg wiens vader samen met Hans in de eerste
wereldoorlog vocht. Max’ vader heeft door een toevallige samenloop van omstandigheden
het leven van Liesel’s stiefvader gered. Na de oorlog ging Hans de familie van zijn vriend
opzoeken in de hoop ooit iets te kunnen betekenen voor de familie van zijn redder. Nu, 20
jaar later kan hij iets betekenen voor het nageslacht van zijn vriend. Max wordt
ondergebracht in de kelder van de Hubermans. Liesel en Max kunnen het goed met elkaar
vinden. Elke dag wacht Max tot Liesel de trap afdaalt met een stukje van een gevonden
krant, het eerste herfstblad, een kei van aan de oever of een schep verse sneeuw. Max
beleeft de wereld daarbuiten door de ogen van Liesel. Wat Max en Liesel met elkaar
verbindt is niet enkel hun liefde voor boeken, maar ook hun onschuld en het onbegrip
tegenover de wereld die zich buiten de keldermuren afspeelt. De kinderlijke tekeningen en
teksten die Max voor Liesel maakt vormen het argument voor deze bewering. Naast de
illustraties van Max’ tekeningen zorgen de intermezzo’s van de Dood in ‘note-to-self-stijl’
voor een creatieve noot. Het is even wennen aan de springerige stijl met de vele
voorspellingen, mededelingen en tussenzetsels. De Dood refereert voor gebeurtenissen
waarbij hij niet aanwezig was naar Liesel’s eigen boek ‘De boekendief’. Het verhaal
verspringt daardoor vaak van gezichtspunt. Het tijdsverloop is niet chronologisch. In
Liesel’s boek ‘De boekendief’ worden gruwelijke feiten vaak ironisch en dikwijls zelfs met
humor beschreven.
Het zwarte oorlogsbeest wijkt terug voor de groeiende liefde tussen Rudy en Liesel, voor
de manier waarop Liesel mensen in de schuilkelder door het voorlezen kalmeert. Dit
verhaal is een frisse nieuwe vertelling, zowel door de verteller, het vertelstandpunt en de
illustraties. Het is een zwaar boek met zijn 558 pagina’s. Door de abstracte verteller en
het niet chronologisch verband dat vanuit verschillende standpunten verteld wordt, lijkt
het mij minder geschikt voor kinderen uit de eerste of tweede graad.