Het volledige verslag is als PDF beschikbaar

Uitslag enquête methoden van zwermverhindering april 2014 In Imkernieuws van 10 april is gevraagd aan de lezers of men iets aan zwermverhindering doet en met welke methode(n) van zwermverhindering men werkt: 64 deelnemers hebben op de enquête gereageerd. Deze response is veel lager dan voorgaande enquêtes. Opvallend resultaat is dat ruim 18% ‐ bijna 1 op de 5 imkers ‐ geen zwermverhinderingsmethode toepast. Men laat voor‐ en nazwermen blijkbaar op een natuurlijke manier afkomen. Dit verklaart wellicht de vele zwermen, die jaarlijks gemeld worden. De top drie van gehanteerde methoden 1.
2.
3.
Veger Het al oude gebruik om vegers te maken ‐ iets wat we allemaal geleerd hebben tijdens de basiscursus ‐ wordt als methode het meest toegepast. Bijna de helft van alle imkers bedient zich hiervan (43%). Broedaflegger Aangezien de natuurlijke drang tot voortplanting op het moment dat er sprake is van overbevolking van onze kasten aan de basis staat van het zwermen is het niet toevallig dat bijna 1 op de 3 imkers (34%) de zwermdrift probeert weg te nemen door het maken van broedafleggers. Deze methode is minder doeltreffend voor het beëindigen van de zwermdrift dan het maken van een kunstzwerm. Maar in combinatie met koninginnenteelt is het een goede methode om nieuwe volken op te zetten. Daarnaast kan het maken van een broedaflegger herhaald worden, zodat de zwermstemming uiteindelijk toch opgegeven wordt. Vlieger Een andere methode van zwermbeheersing, waarbij meer zelfwerkzaamheid van de bijen gevraagd wordt dan van de imker, is het maken van een vlieger. Overigens een uitstekende methode om tijdens de dracht een optimale honingoogst te bewerkstelligen, want het volk heeft tijdelijk veel vliegbijen en nauwelijks of geen open broed te verzorgen. 1 Op de 6 imkers (17%) gebruikt de vlieger als zwermbeheersingsmethode. Minder gebruikt De imkers, die hun volksgrootte in stand proberen te houden, vervangen bij voortdurende terugkomst van zwermdoppen (meestal na drie keer doppen breken) de oude moer door een jonge bevruchte moer. Meestal gebruikt men hiervoor een F1 Buckfast‐ of Carnica moer, hetgeen overigens geen must is. Een volk met een jonge moer zal het lopende seizoen in de regel niet zwermen. Slechts 1 op de 10 imkers vervangt de oude moer tijdens het zwermseizoen door een jonge bevruchte moer. Een oude methode om zwermen te voorkomen is het dood drukken van de oude moer, waardoor de bijen gedwongen worden tot het aanzetten van redcellen. Deze imkers zouden ook eens kunnen proberen om hun moer te arresten in een kluisje en deze na 3 weken weer te bevrijden. Een op deze manier broedloos gemaakt volk, kan goed behandeld worden tegen varroamijten. Bij vrijwel alle andere methoden van zwermverhindering doen zich ook momenten voor waarop het broed is uitgelopen en er dus een geschikt moment ontstaat voor de tussentijdse behandeling met oxaalzuur. Zeer incidenteel werd er ook aangegeven dat er gebruik gemaakt wordt van de Celler Rotatie methode of de Renson Methode. In Bijenhouden en op Imkerpedia worden deze methoden beschreven. Zie voor Renson: http://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Renson_broedbeperking Zie voor Celler methode: http://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Celler_Rotatie NBV Imkernieuws, april 2014