Trefwoorden Biobased Economy Chemische industrie Veranderen Transformatie Transmare DUURZAAMHEID Auteur Loek Kusiak Chemiebedrijf Transmare kiest voor biobased economy Palmbomen en bamboe zijn de twee pijlers waarop het Rotterdamse chemiebedrijf Transmare haar groene toekomst bouwt. Bamboevezels worden verwerkt in kunststoffen en de schillen van palmnoten gaan als biomassa mee in de bijstook van energiecentrales. De transformatie van klassiek chemiebedrijf naar een ‘biobased’ onderneming is lastig, maar biedt veel perspectief. Niet alleen omdat fossiele brandstoffen schaars worden, maar ook omdat producenten er om vragen. SIGMA Nummer 5, november 2014 20 020-023_SGM05_ART3 20 www.sigmaonline.nl SIGMA Nummer 5, november 2014 04-11-14 13:16 DUURZAAMHEID ‘De afhankelijkheid van aardolie als grondstof voor producten loopt ten einde. Olie raakt op. De wereld gaat naar een ‘BioBased Economy’. Geen twijfel mogelijk. Een economie gebaseerd op groene grondstoffen is een circulaire economie, waar producten en groene grondstoffen worden hergebruikt. Wij zitten in de cockpit van die productie’. Dat zegt ir. Henk Jan Aarsen. Hij is voor de helft eigenaar van het in 1953 opgerichte familiebedrijf Transmare, dat bestaat uit het handelshuis Transmare Trading in Rotterdam en de productielocatie Transmare Compounding in Roermond. De andere ‘vijftig procent-CEO’ is Peter Wolf, die zich vier jaar geleden heeft ingekocht en bijgedragen heeft aan een ingrijpende heroriëntatie van de onderneming. Transmare wil zich ontwikkelen als ‘groen’ chemiebedrijf. Het bedrijf levert aan de automobielindustrie onder meer kunststoffen die vermengd zijn met vezels van bamboe uit Vietnam en China. Uit Indonesië haalt Transmare palmnotenschillen die als biomassa worden bijgestookt in energiecentrales ter vermindering van de uitstoot van het broeikasgas CO2. De koers naar verduurzaming van de productie is de laatste vijf à tien jaar ingezet. Tot 2003 produceerde Transmare onder de naam Ditar in Ridderkerk en het Overijsselse Hasselt grote volumes synthetische latex compounds en pasta’s voor de tapijtindustrie. Onder Henk In minder dan 50 woorden − In de biobased economy zijn fossiele, eindige grondstoffen vervangen door hernieuwbare, duurzame grondstoffen. − Het chemisch bedrijf Transmare verwerkt vezels van bamboe in kunststoffen (biopolymeren) voor auto’s. − Transmare verwerkt schillen van palmnoten tot biocoal als bijstook in energiecentrales. − De start-up DTD3 richt zich op productie van een compound (polymerenmengsel) voor 3D-printers. onder hoge druk in een mal wordt gespoten en er een tastbaar product ontstaat. Een in ecologisch opzicht belangrijke doorbraak bereikte Transmare Compounding in 2008 toen het begon met het bijmengen van bamboevezels als hernieuwbare grondstof. Het samengestelde halffabricaat, een zogeheten PP-polymeer is sterk en licht en wordt door chemieproducent Sabic (voormalig DSM), dat hiervoor een langjarig contract aanging met Transmare, geleverd aan de automobielindustrie. Het polymeer wordt onder meer verwerkt in dashboards en hoedenplanken. ‘Polypropyleen vermengd met bamboe is hot’, zegt Aarsen. ‘De automobielindustrie wil met hernieuwbare basismaterialen circa 20 procent groener worden. Autofabrikanten spraken hierover met Sabic en vervolgens kwamen ze bij ons uit. Biobased produceren is een echte ‘game changer’. Jan Aarsen werd de fabriek in Ridderkerk verkocht en werd fors geïnvesteerd in de in 1997 aangekochte fabriek in Roermond, de productielocatie van onder meer het polymeer polypropyleen (pp) en andere polyolefinen. Aarsen, die als chemisch technoloog afstudeerde op de chemie van suikerriet en nog voor Shell gewerkt heeft (‘Ik had als een van de eersten in Nederland zonnecellen op mijn dak’), kon met Transmare Compounding zijn drijfveren naar het uitproberen van hernieuwbare grondstoffen en het verminderen van de milieubelasting in praktijk brengen. ‘In Roermond maken we onder meer polymerenmengsels, ook wel compounds genoemd, waarin rood pigment verwerkt wordt voor fietspaden. We zijn in deze fabriek ook gestart met het inbrengen van natuurvezels als vlas en hennep ter versterking en verbetering van de kunststoffen. Ook talk en glasvezel worden toegevoegd aan het mengsel waar je kunststoffen van maakt. Maar vooral deze glasvezels zijn weinig duurzaam. Er lag en er ligt nog steeds de uitdaging om de hoeveelheid glasvezel die bijgemengd wordt te verminderen ten faveure van meer biologische grondstoffen.’ Ketenpartner De sterkte van de kunststof is van belang voor het spuitgieten, de productietechniek waarbij de vloeibare kunststof SIGMA Nummer 5, november 2014 020-023_SGM05_ART3 21 Het is een kleine wereld, die van de chemie en de kunststoffen, waarin je vaak weer dezelfde mensen tegenkomt. Wanneer je dan kunststoffen kunt leveren waarin geclassificeerde natuurvezels zijn verwerkt, ben je hun ketenpartner. Met het door ons ontwikkelde recept zijn op onze proefmachine de nodige metingen gedaan. Toen we uitkwamen op een gewichtsvermindering van het biopolymeer van 20 tot 30 procent ten opzichte van de kostentoename, werd het interessant om een serie te maken. Met bamboe is de kunststof er weliswaar sterker en lichter door geworden, maar niet direct goedkoper. Alhoewel het langzamerhand wel concurrerend wordt met de klassieke kunststoffen.’ Bamboe uit Vietnam De bamboevezels, die door Transmare verkocht worden onder merknaam BioBamBoosters, komen grotendeels uit China en daarnaast uit Vietnam. Bamboe is een snelgroeiend oerwoudgewas dat op berghellingen groeit. Bamboe verdringt geen ruimte voor het verbouwen van voedingsgewassen als rijst. Na vele tests met bamboe in het eigen laboratorium koos Transmare allereerst voor bamboe uit Vietnam. Een fabriek die tandenstokers en eetstokjes produceert werd door Transmare geëquipeerd om bamboestengels te vermalen tot vezels. ‘Je wilt een product krijgen dat niet beschimmeld is, droog, goed geclassificeerd www.sigmaonline.nl SIGMA Nummer 5, november 2014 21 04-11-14 13:16 DUURZAAMHEID Biobased economy sluit de ketens Het doel van de biobased economy is om aardolie en de daarvan afgeleide producten te vervangen door natuurlijke grondstoffen in een circulaire economie. In zo’n economie worden producten en groene grondstoffen zoveel mogelijk hergebruikt en wordt aantasting van het milieu door afval en CO2-uitstoot beperkt of voorkomen. Deze transitie naar het sluiten van ketens zal zeker niet op korte termijn plaatsvinden. De biobased economy staat nog in de kinderschoenen, maar het groeiperspectief blijkt gunstig. Nederland heeft een sterk ontwikkeld kennisnetwerk aan bedrijven en kennisinstellingen. In de chemie, de maaksector (materialen) en energiesector wordt toenemend onderzoek gedaan naar technische mogelijkheden om op fossiele grondstoffen gebaseerde producten te vervangen door producten uit groene grondstoffen. In 2012 werd in Nederland voor onderzoek naar biobased activiteiten 234 miljoen euro uitgegeven. De overheid droeg daar 52 miljoen aan bij. Volwassen markten Een andere zoektocht is: waar vraagt de markt om? En hoe kan die behoefte ingevuld worden? De transitie biedt kansen maar er zijn ook valkuilen. Aardoliegebaseerde producten hebben vaak een lange geschiedenis van ontwikkeling achter zich, met (relatief) lage prijzen en synergievoordelen door geïntegreerde materiaal- en energieketens. Ze voldoen ook aan hoge kwaliteitseisen en onderscheiden zich met certificaten, labels of keurmerken waar de consument, of partners binnen de productieketen, zich door laten leiden. Nieuwe biobased producten die een markt willen veroveren, moeten daarom meteen concurreren in volwassen markten. Nog te veel biobased producten worden vanuit de technologie en te weinig vanuit de markt gedreven. Er komt wel een kwalitatief goed product uit de bus, maar prijstechnisch is het niet interessant, of het onderscheidt zich niet bijzonder van het al bestaande productassortiment. MKB-bedrijven wordt aangeraden om bij een idee voor een biobased product in een vroeg stadium een businessplan op te stellen en brand owners te betrekken in de ontwikkeling van nieuwe biobased producten. Ook moet men duidelijkheid verkrijgen over de voor- en nadelen van het nieuwe product ten opzichte van de concurrentie door de ‘oude economie.’ Onafhankelijkheid De biobased economy is voor ons land aantrekkelijk vanwege het potentieel duurzame karakter en de economische onafhankelijkheid van olie op langere termijn. Kostenvoordelen zijn te bereiken door de inzet van goedkopere grondstoffen afkomstig uit agro-reststromen. Daarnaast zijn chemische procesroutes te vereenvoudigen door de plant te gebruiken als een fabriek voor de productie van chemische bouwstenen en waardevolle moleculen. De ontwikkeling van de biobased economy biedt in deze context nieuwe kansen voor het midden- en kleinbedrijf met nieuwe producten, productketens en markten – en het creëren van banen. en goed gemalen’, legt Aarsen uit. ‘BioBamBoosters controleert bij de lokale boeren de productieomstandigheden en voelt zich ook sociaal voor hen verantwoordelijk. In China, een land waar Transmare al veel handel mee dreef, kende een van de accountmanagers een plantage waar het bamboe met kennis van agro-technologen uit Zwitserland op moderne en efficiënte wijze wordt verwerkt. De Zwitsers halen uit het sap en de bladeren van bamboe geur- en smaakstoffen. De stammen worden verwerkt tot vezels. Koploper Op het bamboeprocedé van Transmare rust overigens geen patent. Te duur. ‘We vertrouwen op de koplopersrol en voorsprong die we op dit gebied hebben’, zegt Aarsen. ‘De met bamboevezels versterkte kunststoffen zijn uitstekend vorm te geven door spuitgieten of extruderen. Als we in staat zijn om met bamboe de performance van glasvezel te benaderen, zijn we absoluut concurrerend voor glasvezel en kunnen we het gebruik ervan reduceren. We kunnen dan ook het SIGMA Nummer 5, november 2014 22 020-023_SGM05_ART3 22 biopolymeer van bamboe voor nog vele andere milieuvriendelijke toepassingen aanbieden dan alleen aan de automobielindustrie. Voorlopig hebben we glasvezel nog nodig. Geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt.’ De import van bamboe bedraagt op dit moment nauwelijks 100 ton per jaar. ‘Dat is nog bescheiden’, zegt Aarsen, ‘maar gaat ongetwijfeld toenemen naar vele duizenden tonnen per jaar. Dat vraagt dan ook weer om uitbreiding van productiecapaciteit. De learning curve, ofwel de opschaalfase is in ieder geval voorbij. Nu moeten we meters maken.’ Het bijmengen van bamboe zorgt overigens niet voor biologisch afbreekbare dashboards. De milieuwinst zit vooral in het feit dat minder fossiele grondstoffen worden gebruikt en in een lagere CO2-uitstoot. Verder zijn we bezig om polypropyleen gedeeltelijk te vervangen door een biologische afbreekbare grondstof als polymelkzuur (PLA). Dat is ook goed te recyclen.’ Met chemieconcern BASF heeft Transmare Compounding een tweetal samenwerkingsverbanden die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van een circulaire economie. Aarsen: ‘Er zijn masterbatches ontwikkeld voor ketenverlengende www.sigmaonline.nl SIGMA Nummer 5, november 2014 04-11-14 13:16 DUURZAAMHEID polymeren, joncryl geheten, die het mogelijk maken om de kunststoffen PET en PLA succesvol te recyclen als grondstof voor nieuwe producten. De andere samenwerking ligt op het vlak van compounds van zogenoemd ecoflex, waarmee biologisch afbreekbare foliën voor de verpakkingsindustrie zijn te produceren. ‘Met BASF hebben we in de fabriek in Roermond een masterbatch ontwikkeld. Wij mengen en leveren de grondstof kant-en-klaar aan bij de foliefabrikant. Die kan er vervolgens zijn maagdelijk materiaal aan toevoegen. Daarnaast is Sabic samen met BioBamboosters verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de markt en de marketing van met bamboevezel versterkte biopolymeren.’ Om de energie-impact van PKS te verhogen, worden de schillen in Indonesië en Maleisië in speciale machines van Transmare verwerkt (‘converteren’) tot zogeheten biocoal. Dit procedé van Transmare is gepatenteerd. De biocoal wordt geleverd onder de merknaam Energy Transformers. Aarsen: ‘Wij leveren nu biocoal aan energiecentrales buiten Nederland, in Europa en daarbuiten. In Nederland hebben we biocoal aangeboden aan de recent opgeleverde ultramoderne kolencentrale van E.ON op de Maasvlakte en aan andere centrales die binnenkort operationeel worden.’ Schillen bijstoken Transmare ziet ook, om een andere pijler te noemen waarop de biobased identiteit versterkt kan worden, een markt voor groene, sterke compounds in de 3D-printindustrie. Hiervoor is de divisie DTD3 is opgericht. ‘3D-printers maken nu gebruik van kunststoffen van zeer matige kwaliteit, van plastics die een product maar een beperkte stabiliteit geven’, aldus Henk Jan Aarsen. ‘Transmare heeft voor de 3D-printmarkt een ijzersterke compound ontwikkeld. Daarmee kun je een half schip printen. 3D-printing gaat de samenleving veranderen en biobased kunststoffen hebben daarin de toekomst.’ Een andere op de biobased economy geïnspireerde ontwikkeling die bij Transmare is ingezet, is de import van schillen van palmnoten, ofwel ‘palm kernel shells’ (PKS), als bijstook van biomassa in energiecentrales. In 2012 en 2013 liet Transmare vanuit Indonesië 24.000 ton PKS naar Europa verschepen. Wanneer energiecentrales die op kolen draaien biomassa (houtsnippers, agrarische afvalstoffen, en nu dus ook PKS) bijstoken, kunnen ze makkelijker onder het CO2-plafond blijven dat voor ieder energiebedrijf is vastgesteld. Ze hoeven dan geen CO2-rechten bij te kopen als ze over hun plafond dreigen te gaan, of ze kunnen rechten verkopen als ze er onder blijven. In 2015 zullen eigenaren van kolencentrales tien procent aan biomassa bijstoken in hun centrales, zo is beloofd in een Green Deal met de Nederlandse overheid. Palmnotenschillen zijn afkomstig van plantages die zijn aangelegd voor de productie van palmolie. Ze worden bekritiseerd vanwege de ontbossing die in sommige regio’s in ZuidOost Azië met de aanleg van plantages gepaard gaat. Aarsen: ‘Op Kalimantan, het Indonesische deel van Borneo, is de aanleg van plantages voor palmolie extreem doorgevoerd. Daar doen we geen zaken met plantagehouders. Eigenaren van energiecentrales willen dat ook niet. Het strookt niet met de doelstellingen van het internationale duurzaamheidsakkoord dat voor de palmoliesector geldt.’ Maar volgens Transmare zou het ook zonde en kortzichtig zijn om het restproduct van de plantages die er al zijn, te laten liggen. ‘De palmnotenschillen rotten dan weg, wat zorgt voor emissies van methaan met een grote CO2-factor. Door de schillen op te kopen, wordt aan de afvalstroom nog waarde toegevoegd door middel van energie-opwekking. Daarnaast willen we de boeren in de palmolieregio’s waar we wel zaken mee doen (omdat de plantages verantwoord beheerd worden), ook perspectief bieden. Ook deze boeren willen welvaart en in hun levensonderhoud voorzien. Wanneer wij hun schillen kopen, kunnen we ook voorwaarden stellen aan de droogtijd en de opslag van de schillen. Hoe droger de PKS naar Europa komt, hoe beter voor het verbrandingsproces.’ SIGMA Nummer 5, november 2014 020-023_SGM05_ART3 23 3D-printen Game changers DTD3 is een van de start-ups die voortkomen uit de onlangs opgerichte SuGuClub, een denk- en innovatietank waarmee Transmare de biobased- en creatieve industrie in Rotterdam wil aanjagen door starters en ondernemers bij elkaar te brengen. Van samenwerking tussen beide groepen is nu nog weinig te merken en de SuGuClub wil dat veranderen. Sugu staat voor start up & grown up. Start-ups hebben meer nodig dan een inspirerende plek. ‘Er is behoefte aan een sterk netwerk, een goed organisatieontwerp en de juiste coaching, zegt Henk Jan Aarsen. ‘De bedoeling van de SuguClub is om in 2015 drie tot vijf start-ups aan grown-ups te verbinden. ‘Willie Wortels’ moeten hun vindingen kunnen uitproberen, maar ze mogen ook falen. Zonder mislukkingen immers geen innovatie. En van succesvolle vindingen door start-ups kan Transmare weer profijt hebben bij de doorontwikkeling naar een biobased onderneming.’ Het bedrijf verwacht jaarlijks 30 tot 40 procent te kunnen groeien. Transmare boekte in 2013 een omzet van 20 miljoen euro, zes miljoen meer dan in 2012. ‘De transformatie verloopt succesvol’, concludeert Aarsen. ‘Biobased produceren is een echte game changer.’ Auteur Loek Kusiak is freelance journalist. www.sigmaonline.nl SIGMA Nummer 5, november 2014 23 04-11-14 13:16
© Copyright 2024 ExpyDoc